Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.157
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202005559/1/A3

Bij besluit van 1 september 2020 heeft de burgemeester van Rotterdam een huisverbod voor de duur van tien dagen opgelegd aan [wederpartij]. [wederpartij] woont samen met zijn vrouw en twee kinderen in Rotterdam. Op 1 september 2019 heeft de vrouw van [wederpartij] ‘s middags de politie gebeld. Zij heeft tegen de politie verklaard dat [wederpartij] haar had geslagen en bedreigd met een keukenmes. De burgemeester stelt zich op het standpunt dat het vermoeden bestaat dat de aanwezigheid van [wederpartij] in de woning een gevaar oplevert voor zijn vrouw, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet tijdelijk huisverbod. Daarom heeft hij een huisverbod aan [wederpartij] opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1406
Datum uitspraak
30 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Huisverbod
  • uitspraakin de zaak202005559/1/A3

202005849/1/A2

Bij besluiten van 1 november 2019 heeft het CBR [appellant] rijgeschikt geacht voor het rijbewijs, categorie B, BE en T, voor een termijn tot en met 30 november 2024, en onder de voorwaarde dat het rijbewijs alleen geldig is voor privégebruik (code 100) en met prothese/orthese been, links en rechts (code 03.02ab). [appellant] heeft een aanvraag bij het CBR ingediend voor vernieuwing van zijn rijbewijs, categorie B, BE en T en daartoe een gezondheidsverklaring overgelegd. Bij brief van 7 augustus 2019 heeft het CBR aan [appellant] gemeld dat uit gegevens blijkt dat bij hem sprake is van polyneuropathie ten gevolge van een aandoening in het bloed (POEMS-syndroom). De rechtbank heeft bij tussenuitspraak van 7 juli 2020 geoordeeld dat het besluit van 10 december 2019 onvoldoende is gemotiveerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1417
Datum uitspraak
30 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202005849/1/A2

202006198/1/A2

Bij besluit van 17 december 2018 heeft de CSG een aanvraag van [appellante] om een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven afgewezen. [appellante] heeft op 26 april 2018 een aanvraag ingediend om haar een uitkering uit het schadefonds toe te kennen. Zij heeft in de aanvraag vermeld dat zij tussen 1990 en 1994 slachtoffer is geworden van huiselijk geweld, bestaande uit mishandelingen, seksueel misbruik en bedreigingen met geweld, gepleegd door haar ex-partner. De CSG heeft aan de afwijzing van de aanvraag ten grondslag gelegd dat [appellante] niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij tussen 1990 en 1994 slachtoffer is geworden van een opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf, zoals bedoeld in artikel 3 van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven, omdat daartoe niet genoeg objectieve informatie voorhanden is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1385
Datum uitspraak
30 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202006198/1/A2

202100595/1/R4

Bij besluit van 9 september 2020 heeft het college zijn beslissing om op 27 augustus 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Rotterdam 2009 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 125,00, voor rekening van [appellant] komen. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een huisvuilzak die op 27 augustus 2020 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Van Nideckstraat 35 in Rotterdam. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de huisvuilzak verkeerd heeft aangeboden, omdat daarin een tot haar herleidbaar poststuk is aangetroffen. Het poststuk is een aan haar geadresseerde envelop.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1384
Datum uitspraak
30 juni 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202100595/1/R4

202101187/1/R4

Bij besluit van 25 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam zijn beslissing om op 14 september 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Rotterdam 2009 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 125,00, voor rekening van [appellant] komen. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 14 september 2020 is aangetroffen naast een ondergrondse papiercontainer op het parkeerterrein ter hoogte van de achterzijde van de woning aan de Bethlehemstraat 14 in Rotterdam. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat daarin een tot hem herleidbaar poststuk is aangetroffen. Het poststuk is een aan hem geadresseerde brief van het Leger des Heils. [appellant] betwist dat de doos van hem afkomstig is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1382
Datum uitspraak
30 juni 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202101187/1/R4

202101317/1/R4

Bij besluit van 17 oktober 2020 heeft het college zijn beslissing om op 21 september 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 126,00, voor rekening van [appellant] komt. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 21 september 2020 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer (hierna: ORAC) ter hoogte van de Kootwijkstraat 45 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn naam en adres op het adreslabel op de doos staan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1383
Datum uitspraak
30 juni 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202101317/1/R4

201901969/1/V2

Bij besluit van 17 november 2016 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1365
Datum uitspraak
29 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201901969/1/V2

202000749/2/R3

Bij besluit van 3 december 2019 heeft de raad van de gemeente Leiden het bestemmingsplan "Haarlemmerweg" vastgesteld. Het plan voorziet in een herinrichting van de Haarlemmerweg en de Haarlemmertrekvaart, uitgaande van drie pijlers: 1. de reconstructie van de Haarlemmerweg; 2. het behoud en de versterking van de waterkerende functie van de dijk; 3. de herinrichting van ligplaatsen, inclusief de verplaatsing van woonboten en de reconstructie van de oevers. [verzoeker] en anderen zijn de bewoners van de woonboten in het noorden van het plangebied met de huisnummers [vier huisnummers]. Zij willen met hun verzoek bereiken dat geen gesprekken worden gevoerd over het sluiten van vaststellingsovereenkomsten met betrekking tot ingebruikname van één van de ligplaatsen in het plan totdat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de bodemprocedure.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1357
Datum uitspraak
29 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202000749/2/R3

202005985/2/R2

Bij besluit van 16 september 2020 heeft de raad van de gemeente Eindhoven het bestemmingsplan "Tongelre buiten de Ring (IJzeren Man)" vastgesteld. In het plangebied ligt het bestaande natuurbad de "IJzeren Man". Het plan ziet op een herontwikkeling van het gebied rond het natuurbad. De vereniging van eigenaars en anderen hebben verzocht om de artikelen 3, lid 3.1, aanhef en onder b, c, en g, artikel 3, lid 3.2.1, aanhef en onder a en d, en artikel 3, lid 3.3.2, van de planregels te schorsen. Deze planregels hebben betrekking op het gebruik van de gronden met de bestemming "Gemengd" voor een horecabedrijf, terrassen en evenementen en het oprichten van hoofdgebouwen ter plaatse van deze bestemming. De vereniging van eigenaars en anderen hebben verzocht om schorsing van deze onderdelen van het plan om onomkeerbare gevolgen van de inwerkingtreding daarvan te voorkomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1361
Datum uitspraak
29 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202005985/2/R2

202100555/1/V3

Bij besluit van 19 december 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1364
Datum uitspraak
29 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202100555/1/V3

202102852/2/V2

Bij besluiten van 29 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hen een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1363
Datum uitspraak
29 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102852/2/V2

202103579/2/V3

Bij besluit van 31 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1362
Datum uitspraak
29 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202103579/2/V3

202100591/1/R3

Bij besluit van 17 december 2020 (hierna: het besluit op bezwaar) heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag het bezwaar van [appellant A] tegen het besluit van 30 september 2016 (hierna: het primaire besluit), waarbij het college het verzoek van [appellant A] om handhavend op te treden tegen het met het bestemmingsplan strijdige gebruik van de panden Mezenlaan 40 en 42 te Den Haag als brood- en banketbakkerij heeft afgewezen, ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1483
Datum uitspraak
29 juni 2021
  • Mondelinge uitspraak
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202100591/1/R3

202003072/1/V3

Bij besluit van 30 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie binnen vier weken te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1346
Datum uitspraak
28 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202003072/1/V3

202005595/1/V3

Bij besluit van 2 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie binnen 28 dagen te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1360
Datum uitspraak
28 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202005595/1/V3

202103038/1/V3

Op 8 april 2021 heeft de vreemdeling de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, verzocht de uitspraak van 18 december 2020 in zaak nr. NL20.20622 te herzien. Bij brief van 10 mei 2021 heeft de rechtbank dat verzoek aan de Afdeling bestuursrechtspraak doorgezonden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1358
Datum uitspraak
28 juni 2021
  • Herziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202103038/1/V3

202103145/2/R1

Bij besluit van 18 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waalwijk [verzoeker] lasten onder dwangsom opgelegd om diverse overtredingen op de percelen die kadastraal bekend zijn als Waalwijk, sectie L, nummers 736 en 737, en Capelle, sectie N, nummer 983, te beëindigen en beëindigd te houden. De provincie Noord-Brabant is sinds 2018 eigenaar van de percelen. [verzoeker] had tot 15 mei 2020 het gebruiksrecht op deze percelen en heeft naar hij stelt geen overtredingen begaan, maar ongeveer 250 m³ compost (zuiveringsslib, een restproduct uit een waterzuiveringsbassin) ter plaatse opgebracht. Toezichthouders hebben op 12 mei 2020 op de percelen een controle uitgevoerd om de kwaliteit van het toegepaste materiaal te onderzoeken. Op grond van constateringen zoals opgenomen in het inspectierapport van 12 mei 2020 en de resultaten uit het rapport "verkennend bodemonderzoek" van 15 juli 2020 is geconcludeerd dat op de percelen verontreinigde grond is toegepast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1356
Datum uitspraak
28 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202103145/2/R1

202103819/1/R4

Bij besluit van 28 mei 2021 heeft het college van gedeputeerde staten van Fryslân [verzoeker] onder oplegging van een dwangsom gelast om per direct te voldoen aan artikel 10.38 van de Wet milieubeheer, gelezen in samenhang met artikel 10.39 van de Wm en artikel 10, tweede lid, van het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen. [verzoeker] is een afvalverwerkingsbedrijf. Op 16 april 2021 hebben toezichthouders van de Fryske Utfierungstsjinst Miljeu en Omjouwing een controle uitgevoerd in de inrichting van [verzoeker] aan de [locatie] in Heerenveen. Daarbij hebben de toezichthouders geconstateerd dat OBA Bulk Terminal Amsterdam een op 11 maart 2021 van [verzoeker] afkomstige scheepsvracht asfalt met Euralcode 17 03 01* heeft geweigerd in ontvangst te nemen. Die Euralcode wordt gebruikt voor bitumineuze mengsels die koolteer bevatten en duidt op de aanwezigheid van gevaarlijk afval.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1355
Datum uitspraak
28 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202103819/1/R4

202004841/1/V2

Bij besluit van 30 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1359
Datum uitspraak
25 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004841/1/V2

202005547/1/V3

Bij besluit van 25 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1353
Datum uitspraak
25 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202005547/1/V3

202100275/2/V3

Bij besluit van 16 april 2020 heeft de staatssecretaris de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd ingetrokken, hem opgedragen Nederland onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1352
Datum uitspraak
25 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100275/2/V3

202102286/1/V3

Bij besluit van 20 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1350
Datum uitspraak
25 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202102286/1/V3

202102421/1/V3

Bij besluit van 20 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1351
Datum uitspraak
25 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202102421/1/V3

202102516/3/R3

Bij uitspraak van 11 mei 2021 in zaak nr. 202102516/2/R3 heeft de voorzieningenrechter bij wijze van ordemaatregel op verzoek van [verzoeker sub 1] de voorlopige voorziening getroffen dat het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Groningen van 12 juli 2019, waarbij aan de gemeente Groningen een omgevingsvergunning is verleend voor het realiseren van de nieuwe Kattenbrug, aanpassen/herinrichten van de kade en het wijzigingen van de groenstructuur ter plaatse van het Kattendiep/Schuitendiep te Groningen, met ingang van vrijdag 14 mei 2021 om 17:00 uur wordt geschorst. [verzoeker sub 1] heeft de voorzieningenrechter verzocht deze voorlopige voorziening te wijzigen. Het college heeft verzocht de voorlopige voorziening op te heffen. De gemeente Groningen wenst ter plaatse van het Kattendiep/Schuitendiep te Groningen een nieuwe brug te realiseren genaamd de Kattenbrug.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1354
Datum uitspraak
25 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202102516/3/R3

202103543/2/V2

Bij besluit van 1 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1349
Datum uitspraak
25 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202103543/2/V2

202103672/2/A3

Bij besluit van 12 maart 2020 heeft de burgemeester van West Betuwe geweigerd aan Bronko een Drank- en Horecawetvergunning te verlenen. Bronko is eigenaar van Club Rodenburg. Bij besluit van 19 maart 2019 heeft de burgemeester Bronko op grond van artikel 13b van de Opiumwet gelast om Club Rodenburg met ingang van 2 april 2019 te sluiten voor de duur van één jaar. Daarnaast heeft de burgemeester de DHW-vergunning van 10 januari 2013 per 2 april 2019 ingetrokken. Bronko heeft vervolgens een nieuwe aanvraag voor een DHW-vergunning ingediend. De burgemeester heeft op grond van artikel 27, eerste lid, aanhef en onder a, in verbinding gelezen met artikel 8, eerste lid, aanhef en onder b, van de DHW geweigerd Bronko een DHW-vergunning te verlenen. De burgemeester heeft de weigering in bezwaar gehandhaafd. Hij heeft hieraan, kort gezegd, ten grondslag gelegd dat Club Rodenburg een jaar gesloten is geweest en dat de bestuurders die op de aanvraag staan vermeld destijds leidinggevenden waren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1348
Datum uitspraak
25 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak202103672/2/A3

202103448/3/A3

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft na toepassing van artikel 8:45, eerste lid en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht de onderliggende stukken van een individueel ambtsbericht van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (hierna: AIVD) van 28 maart 2017 overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1347
Datum uitspraak
25 juni 2021
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202103448/3/A3

202102072/2/R3

Bij besluit van 2 maart 2021 heeft de raad van de gemeente Midden-Delfland het bestemmingsplan "N223 duurzaam veilig fase 3B" vastgesteld. Het plan heeft betrekking op een deel van het traject van de provinciale weg N223 (Woudseweg). Uit de plantoelichting volgt dat de huidige wegstructuur van de N223 niet meer toereikend is om het verkeer tussen het Westland en de snelweg A4 op een goede en veilige manier te faciliteren. De provincie Zuid-Holland heeft daarom het project N223 Duurzaam Veilig opgestart, waarbij de N223 in 3 fases een reconstructie zal ondergaan om de doorstroming en de veiligheid op deze weg te verbeteren. [verzoeker sub 1], [verzoeker sub 2] en anderen en [verzoeker sub 3] kunnen zich niet verenigen met het plan, onder meer omdat zij vrezen dat het plan zal leiden tot onaanvaardbare geluidhinder ter plaatse van hun woningen. Zij hebben daarom beroep tegen het plan ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1344
Datum uitspraak
24 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202102072/2/R3

202102111/2/R2

Bij besluit van 18 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Woensdrecht aan Zonnepark Agger B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het tijdelijk realiseren van een zonneveld op een aantal percelen ten zuidwesten van de kern Woensdrecht. Op 15 mei 2020 heeft Zonnepark Agger een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het realiseren van een zonneveld ten zuidwesten van de kern Woensdrecht op de percelen kadastraal bekend, sectie E, nummers 454, 450, 449, 54, 326 en 57 voor een termijn van 25 jaar. Gedeputeerde staten betoogt dat de ontwikkeling die de omgevingsvergunning mogelijk maakt niet in overeenstemming is met de artikelen 3.29 en 3.41 van de Interim omgevingsverordening van Noord-Brabant.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1311
Datum uitspraak
24 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202102111/2/R2

202102359/1/R4 en 202102359/2/R4

Bij besluit van 9 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heumen aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een woning op het perceel [locatie] in Malden. Bij het besluit van 9 september 2019 heeft het college aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een woning op het perceel. De woning bestaat uit een hoofdgebouw met een goothoogte van 6,15 m, met zowel aan de linkerzijde als aan de rechterzijde een lager deel waarvan de goothoogte 3,27 m bedraagt. Het volledige bouwplan is voorzien van een plat dak. [appellanten] wonen op het naastgelegen perceel en stellen dat de nieuwe woning, die op de grens met hun perceel wordt gebouwd, hun woongenot zal aantasten. Zij wijzen er met name op dat zij als gevolg van de bouw van de woning veel minder zonlicht in hun huis en tuin zullen krijgen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1312
Datum uitspraak
24 juni 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202102359/1/R4 en 202102359/2/R4

202103222/2/R2

Bij besluit van 9 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maastricht SHM een last onder dwangsom opgelegd om de overtreding van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en van de verleende omgevingsvergunning te beëindigen en beëindigd te houden. Op 3 oktober 2019 heeft SHM, tegen de achtergrond van een uitvraag van de gemeente Maastricht, een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het realiseren van een tijdelijke studentenhuisvesting in 252 wooneenheden, verdeeld over drie afzonderlijke woonblokken, aan de Sorbonnelaan/Oeslingerbaan in Maastricht. Bij controles in juli en oktober 2020 is vastgesteld dat de kamers waren voorzien van een gehuurde losse kookplaat en een recirculatiekap met koolstoffilter, en dat de gemeenschappelijke keuken niet werd gebruikt. Verder is gebleken dat de kamers te huur werden aangeboden als volledig gemeubileerde, zelfstandige studio’s met een eigen toegang, badkamer en keuken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1313
Datum uitspraak
24 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202103222/2/R2

202102800/2/R4

Bij besluit van 20 juli 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland aan Wagro een aantal lasten onder dwangsom opgelegd, waaronder de last om bij de acceptatie van afvalstoffen de juiste gebruikelijke benamingen en euralcodes te gebruiken. Wagro exploiteert aan de Tweede Bloksweg 54B in Waddinxveen een groenrecyclingsbedrijf met grondbank en bouwstofactiviteiten. In de inrichting wordt onder meer groenafval gecomposteerd. Het college vermoedt dat Wagro in haar composteringsproces teveel stankgevoelig groenafval, zoals afval afkomstig uit kassen, gebruikt, maar stelt dat niet te kunnen controleren omdat Wagro bij haar meldingen aan het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (LMA) de gebruikelijke benaming 'groenafval' hanteert voor alle groenafval. Daarom wenst het college dat Wagro het groenafval registreert en meldt onder een specifiekere benaming waaruit in ieder geval blijkt of het om stankgevoelig groenafval gaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1305
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202102800/2/R4

202103874/2/A3.

Op 29 augustus 2019 heeft de burgemeester van Amsterdam een bevel gegeven tot sluiting van de woning voor drie maanden. Op 8 november 2019 is de sluiting opgeheven met ingang van 15 november 2019. [verzoekster] woont aan de [locatie] in Amsterdam. Op dit adres verbleef ook haar zoon. Een plofkraak in Aken (Duitsland) heeft geleid tot onder meer aanhouding van de zoon en doorzoeking van de woning in juli 2019. Daarbij zijn in de kelderbox van de woning explosief materiaal en andere spullen aangetroffen die in verband worden gebracht met het voorbereiden en het plegen van een plofkraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1345
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202103874/2/A3.

201807969/3/R3

Bij tussenuitspraak van 1 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:971, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Eemsmond, thans: gemeente Het Hogeland opgedragen om binnen 26 weken na verzending van die uitspraak met inachtneming van hetgeen daarin onder 14.2 is overwogen het gebrek in het besluit van de raad van 12 juli 2018, waarbij het bestemmingsplan "Eemsmond Gebouwd Erfgoed" is vastgesteld, te herstellen. In de tussenuitspraak, overweging 14.2, heeft de Afdeling overwogen dat de raad bij zijn onderzoek naar de karakteristieke waarde van de boerderij op het perceel [locatie] te Warffum, ten onrechte heeft volstaan met een globale beoordeling van de buitenkant van het pand. Daarbij heeft de Afdeling betrokken dat de erven van [appellant] een rapport hebben overgelegd waarin inzicht is gegeven in de diverse gebreken aan dat pand.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1320
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Groningen
  • uitspraakin de zaak201807969/3/R3

201809107/1/V2, 201904238/1/V2 en 201906006/1/V2

Bij besluit van 5 oktober 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan vreemdeling S verleende verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd ingetrokken, hem opgedragen Nederland en de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd. Bij besluit van 30 mei 2018 heeft de staatssecretaris de aan vreemdeling E verleende verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd ingetrokken. Bij besluit van 22 april 2018 heeft de staatssecretaris de aan vreemdeling C verleende verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd ingetrokken. De drie zaken gaan over Turkse staatsburgers die meer dan 30 jaar rechtmatig in Nederland verblijven. Niet in geschil is dat vreemdelingen S en E rechten ontlenen aan artikel 7 van Besluit nr. 1/80, dat vreemdeling C rechten ontleent aan artikel 6 van Besluit nr. 1/80, en dat zij een daarmee samenhangend verblijfsrecht hebben. De staatssecretaris heeft het verblijfsrecht van vreemdelingen S, E en C beëindigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1310
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Verwijzingsuitspraak
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak201809107/1/V2, 201904238/1/V2 en 201906006/1/V2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201809107/1/V2, 201904238/1/V2 en 201906006/1/V2

201901868/1/R1

Bij besluit van 13 november 2018 heeft de raad van de gemeente Altena het bestemmingsplan "Buitengebied Hoge Maasdijk 2018" vastgesteld. Het plan voorziet in de herontwikkeling van een bedrijventerrein aan de Hoge Maasdijk 1 - 5 te Woudrichem, plaatselijk bekend als "Op ’t Loev". Het omvat het noordelijke deel van een iets groter bedrijventerrein langs de Hoge Maasdijk. Op het zuidelijke deel van dat terrein is een scheepswerf gevestigd. Het plan maakt maximaal 100 woningen en enkele bedrijfsgebouwen mogelijk. Ten opzichte van het vorige plan mag nu ongeveer de helft van het terrein bebouwd worden. Ten behoeve van een landschappelijke en ecologische inrichting van het gebied zijn aan de andere helft groen- en natuurbestemmingen toegekend. Het plangebied is ongeveer 3,85 ha groot en ligt op ongeveer 200 m ten zuidwesten van de vestingstad Woudrichem. Het gebied maakt deel uit van het Nationaal Landschap Nieuwe Hollandse Waterlinie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1335
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201901868/1/R1

201904592/1/A3

Bij besluit van 13 april 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellant sub 2] een bestuurlijke boete opgelegd van € 27.000,00 wegens overtreding van artikel 21 van de Huisvestingswet 2014 op de adressen [locatie 1] en [locatie 2] te Amsterdam. [appellant sub 1] is eigenaar van de woningen. De woning op het adres [locatie 1] bestaat uit twee woonlagen, te weten een begane grond en een eerste verdieping. Zijn dochter [appellant sub 2] huurt deze woning en staat sinds 2011 in de basisregistratie personen (hierna: de brp) ingeschreven op dat adres. Op 15 februari 2016, 15 juli 2016, 18 juli 2016, 10 november 2016, 23 januari 2017 en 10 februari 2017 hebben toezichthouders van de gemeente huisbezoeken afgelegd in beide woningen. Hun bevindingen hebben zij neergelegd in op ambtsbelofte opgemaakte rapporten van bevindingen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1321
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak201904592/1/A3

201905069/1/A2

Bij besluit van 4 mei 2017 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat het verzoek van [appellant sub 2] om vergoeding van schade als gevolg van het Luchthavenbesluit Lelystad afgewezen. [appellant sub 2] woonde vanaf 1996 in een woning aan de [locatie] te Dronten. De woning ligt in het buurtschap Ketelhaven aan het Ketelmeer op (hemelsbreed) ongeveer 21 kilometer afstand van luchthaven Lelystad. [appellant sub 2] heeft haar woning op 17 april 2019 verkocht en op 3 juni 2019 in eigendom overgedragen. [appellant sub 2] stelt schade te hebben geleden in de vorm van waardedaling van de woning. Volgens haar is deze schade het gevolg van het besluit van 12 maart 2015 tot vaststelling van een luchthavenbesluit voor de luchthaven Lelystad (Staatsblad 2015, 130), in werking getreden op 1 april 2015 (hierna: het Luchthavenbesluit). Het geschil gaat inmiddels niet meer over door [appellant sub 2] geleden schade door verhuiskosten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1314
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201905069/1/A2

201905448/1/R1

Bij besluit van 28 maart 2019 heeft de raad van de gemeente Sluis het bestemmingsplan "2e herziening Buitengebied Sluis, 2e gewijzigde vaststelling" vastgesteld. Het perceel [locatie 1], voorheen de [locatie 2], (hierna: het perceel) bestaat uit vier kadastrale percelen en heeft verschillende eigenaren. Het zuidelijke deel, kadastraal bekend sectie L, nummer 2273, met een omvang van 2.302 m2, met een woonhuis, is in eigendom en gebruik van [appellant]. Het noordelijke deel, kadastraal bekend sectie L, nummers 2272, 697 en 1038, met een omvang van 1.949 m2, is eigendom van de kinderen van [appellant], te weten [partij C], [partij E] en [partij D], en is mede in gebruik bij [appellant]. [appellant] kan zich niet met dit plan verenigen, omdat hij een oppervlakte van 120 m2 aan bijgebouwen en overkappingen op het zuidelijke gedeelte van het perceel wenst op te kunnen richten zonder de in het plan opgenomen voorwaardelijke verplichting, mede ook met het oog op het uitoefenen van zijn hobby.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1322
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak201905448/1/R1

201905487/1/R2

Bij besluit van 6 mei 2019 heeft de raad van de gemeente Tilburg het bestemmingsplan "Reeshofweide 2018" gewijzigd vastgesteld. Het bestemmingsplan "Reeshofweide 2018" voorziet onder meer in de bouw van 35 patiowoningen en de aanleg van een volkstuinencomplex in het gebied Reeshofweide en het gebied De Lange Rekken. Fundament Real Estate is de beoogde ontwikkelaar van de in het deelgebied Reeshofweide te realiseren 35 patiowoningen. Het deelgebied Reeshofweide is onderdeel van de groenblauwe mantel en het Natuurnetwerk Brabant. Het is de bedoeling dat in dat deelgebied verstedelijking en natuur (rood en groen) in evenwicht met elkaar kunnen worden ontwikkeld, wat moet leiden tot een duurzame inrichting van dit deelgebied. Vergil Vastgoed wil op haar perceel woningen bouwen. Zij stelt dat het bestemmingsplan op onjuiste gronden is vastgesteld. Barge Terminal verzet zich tegen het plandeel "Wonen" in het deelgebied Reeshofweide. Barge Terminal exploiteert een containerterminal.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1339
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201905487/1/R2

201907489/1/R2

Bij besluit van 17 september 2019 heeft de raad van de gemeente Peel en Maas het bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan Steenoven 12 Meijel" vastgesteld. Het plan heeft betrekking op de gronden van het recreatieterrein Stille Wille aan de Steenoven 12 in Meijel. Het recreatieterrein beslaat ruim 15 ha en ligt ten westen van de kern Meijel. Met het voorliggende plan is beoogd het geldende planologische regime voor het recreatieterrein op één onderdeel te wijzigen. Op grond van het bestemmingplan uit 2015 zijn op het recreatieterrein 120 recreatiewoningen toegestaan. In het voorliggende plan is aan de gronden van het recreatieterrein een extra aanduiding toegekend, namelijk de aanduiding "overige zone - recreatie 4". Deze aanduiding heeft in samenhang met de planregels tot gevolg dat het aantal toegestane woningen op het recreatieterrein wijzigt van 120 naar 180.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1317
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak201907489/1/R2

201909067/1/R1

Bij besluit van 12 oktober 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zuidplas [appellant A] en [appellant B] gelast om het niet-recreatieve gebruik van het perceel [locatie 1] te Nieuwerkerk aan den IJssel (hierna: het perceel) te beëindigen en beëindigd te houden onder verbeurte van een dwangsom van € 20.000,00 ineens. [appellant A] en [appellant B] zijn sinds 2005 eigenaar van de recreatiewoning op het perceel. Het perceel is gelegen binnen het bestemmingsplan "Hitland" en heeft de bestemming "Recreatieve doeleinden", met de subbestemming "Rk". [appellant A] en [appellant B] staan sinds 27 november 2009 ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [locatie 2] in Rotterdam. Het niet-recreatieve gebruik van de recreatiewoning is volgens het college in strijd met artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht gelezen in verbinding met artikel 24.1 en artikel 24.3b van de planregels van het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1316
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201909067/1/R1

202000346/1/R1

Bij besluit van 30 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haaksbergen het verzoek van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] om handhavend op te treden tegen de bierbrouwerij Rigtersbier B.V. op het perceel Alsteedseweg 38 te Haaksbergen afgewezen. Bierbrouwerij Rigtersbier B.V. is gevestigd in een gebouw op het perceel. In hetzelfde gebouw is ook een pannenkoekenrestaurant gevestigd. [appellant sub 1] woont aan de [locatie 1], op een afstand van ongeveer 100 meter tot de bierbrouwerij. [appellant sub 2] woont aan de [locatie 2], op een afstand van ongeveer 70 meter tot de bierbrouwerij. Op het perceel was vroeger een landbouwbedrijf met een kaasmakerij gevestigd. Op het perceel is het bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen, partiële herziening veegplan 1" van toepassing en rust de bestemming "Bedrijf".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1318
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202000346/1/R1

202000665/1/R2

Bij besluit van 29 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van een dakopbouw op het pand [locatie 1] te Bergen op Zoom. Vergunninghouders hebben op 5 juli 2018 een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor het plaatsen van een dakopbouw op hun woning aan de [locatie 1] te Bergen op Zoom. Bij besluit van 29 augustus 2018 is de gevraagde omgevingsvergunning verleend. [appellant] is eigenaar van de aangrenzende woning aan de [locatie 2] te Bergen op Zoom. Hij heeft op 9 oktober 2018 een bezwaarschrift tegen de verleende omgevingsvergunning ingediend omdat de dakopbouw op korte afstand van een schoorsteen met een uitmonding van een tot zijn woning behorende rookgasafvoer is gerealiseerd en hierdoor de trek van zijn schoorsteen negatief wordt beïnvloed.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1319
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202000665/1/R2

202001093/1/R2

Bij besluit van 12 december 2019 heeft de raad van de gemeente Boekel het bestemmingsplan "Zuidwand, Boekel" vastgesteld. Het plangebied bevindt zich aan de zuidkant van het Sint Agathaplein, in het centrum van de kern Boekel. Het plan maakt maximaal 65 woningen mogelijk en detailhandel, waaronder een supermarkt. Beoogd is om de bestaande bebouwing op deze plek te slopen. De vervangende nieuwbouw moet de nieuwe zuidwand van het Sint Agathaplein vormen. [appellant sub 1], [appellant sub 2], Coop, Aldi Best en [appellant sub 5] zijn het niet eens met het plan. Zij vrezen voor parkeeroverlast. Ook is volgens [appellant sub 1], Coop, Aldi Best en [appellant sub 5] geen behoefte aan de detailhandel, waaronder de supermarkt, die het plan mogelijk maakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1334
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202001093/1/R2

202001468/1/A3

Bij afzonderlijke besluiten van 1 oktober 2018, 12 oktober 2018 en 19 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen geweigerd aan [appellant sub 3], [appellant sub 2] en [appellant sub 4] een vergunning te verlenen voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte. [appellanten] gebruiken deze woningen voor kamerverhuur en hebben ieder bij het college een aanvraag ingediend voor een vergunning voor het omgezet houden van deze zelfstandige woningen in onzelfstandige wooneenheden. De rechtbank heeft geoordeeld dat artikel 12, eerste lid, van de Hvv 2019 onverbindend is wegens strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) en daarom niet aan de besluiten ten grondslag kon worden gelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1336
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202001468/1/A3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202001468/1/A3

202001543/1/R3

Bij besluit van 19 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Borne het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen met het bestemmingsplan strijdig gebruik van het perceel Bornerbroeksestraat 70b te Zenderen afgewezen. Op 21 juli 2016 heeft het college aan De Zwanenhof B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een zorghotel op het perceel. Sinderon B.V. is de nieuwe eigenaar van het zorghotel. De omgevingsvergunning is onherroepelijk geworden na de uitspraak van de Afdeling van 19 december 2018, ECLI:NL:RVS:2018:4182. [appellant] woont aan de [locatie] te Zenderen, in de nabijheid van het perceel. Op 2 september 2018 heeft [appellant] aan het college verzocht om handhavend op te treden jegens De Zwanenhof B.V. Volgens [appellant] is het perceel in gebruik genomen zonder dat voldaan is aan een voorwaardelijke verplichting in de planregels met betrekking tot de aanleg en instandhouding van landschapsmaatregelen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1324
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202001543/1/R3

202002075/1/A3

Bij besluit van 15 augustus 2018 heeft de minister van Financiën aan [appellante] informatie verstrekt naar aanleiding van een door haar ingediend verzoek om informatie over de verwerking van haar persoonsgegevens. [appellante] heeft de minister bij brief van 25 juni 2018 op grond van artikel 15 van de Verordening 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (de Algemene Verordening Gegevensbescherming verzocht om gegevens. De minister heeft [appellante] naar aanleiding van het verzoek van 25 juni 2018 bij het besluit van 15 augustus 2018 informatie verstrekt over de werking van de AVG, de doelen van de verwerking van persoonsgegevens door de Belastingdienst en de derden met wie de persoonsgegevens worden gedeeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1331
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202002075/1/A3

202002506/1/R3

Bij besluit van 10 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oldenzaal een omgevingsvergunning verleend aan KPN B.V. voor het bouwen van een zendmast, het plaatsen van een perceelafscheiding en het kappen van twee bomen. KPN heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor het bouwen van een zendmast, het plaatsen van een perceelafscheiding en het kappen van twee bomen. De aanvraag is gepubliceerd op de gemeentelijke informatiepagina De KOM, in het weekblad De Glimlach. Het college heeft de omgevingsvergunning verleend. Op 17 juli 2018 is de omgevingsvergunning ook gepubliceerd op de gemeentelijke informatiepagina De KOM. Beide KOM-pagina’s zijn ook gepubliceerd op de website van de gemeente. Bij de kennisgevingen van de omgevingsvergunning is vermeld dat belanghebbenden gedurende zes weken na verzending van het besluit een gemotiveerd bezwaarschrift kunnen indienen bij het college. Voetbalvereniging Oldenzaal en anderen hebben op 10 en 17 december 2018 bezwaar gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1323
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002506/1/R3

202002835/1/R2

Bij besluit van 5 maart 2020 heeft de raad van de gemeente Moerdijk het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Dintelmond" gewijzigd vastgesteld. Het bestemmingsplan heeft betrekking op het bestaande bedrijventerrein "Dintelmond". Het plan is opgesteld om de juridisch-planologische regeling voor het bedrijventerrein te actualiseren. AD Productions B.V. oefent op de percelen Markweg Zuid 25-27 en Sluisweg 7 te Heijningen haar bedrijf uit dat chemische producten vervaardigt. In het plan, zoals dat gewijzigd is vastgesteld, is aan deze percelen de bestemming "Bedrijventerrein" toegekend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1330
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202002835/1/R2

202002968/1/R4

Bij besluit van 3 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Lochem aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor de uitbreiding van een veehouderij op het perceel aan de [locatie] in Kring van Dorth. [vergunninghouder] exploiteert op het perceel een varkenshouderij en houdt daarnaast rundvee en paarden (hierna: de inrichting). De inrichting bestaat uit twee stallen met daarin 480 en 3.194 vleesvarkens en drie stallen met in totaal 62 stuks vrouwelijk jongrundvee, 8 stuks overig rundvee en 2 paarden. [vergunninghouder] heeft op 19 januari 2017 een aanvraag ingediend voor de uitbreiding van de inrichting met een nieuwe stal met een biologische luchtwasser waarin 2.907 vleesvarkens zullen worden gehuisvest. Verder wil [vergunninghouder] een deel van één van de bestaande stallen aansluiten op diezelfde biologische luchtwasser. In dat deel van de stal zullen 1.652 vleesvarkens worden gehouden en in het andere deel van de stal komen 1.512 vleesvarkens.

Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Vee e.a. dieren
  • uitspraakin de zaak202002968/1/R4

202003324/1/R4

Bij besluit van 1 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oudewater een omgevingsvergunning verleend voor het restaureren van en het toevoegen van een logies- en museumfunctie aan de voormalige sluiswachterswoning op het perceel Goejanverwelle 74 in Hekendorp. Op het perceel Goejanverwelle 74 te Hekendorp bevindt zich een 18e eeuwse sluiswachterswoning. Het pand is een rijksmonument. Na automatisering van de sluis is de woning niet meer voor die functie nodig. De vereniging heeft het pand in 2017 verworven van het hoogheemraadschap. Op 23 april 2018 heeft de vereniging een aanvraag gedaan voor een omgevingsvergunning om het pand te restaureren en geschikt te maken voor logies- en museumgebruik. Dit gebruik is strijdig met de bestemming "Wonen" uit het bestemmingsplan "Hekendorp". [appellant] en anderen zijn omwonenden en woonachtig in woningen aan weerszijden van de voormalige sluiswachterswoning en aan de Oostkade.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1315
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202003324/1/R4

202003687/1/R1

Bij besluit van 9 april 2020 heeft de raad van de gemeente Schouwen-Duiveland het bestemmingsplan "Zierikzee buiten de grachten" vastgesteld. Het doel van het plan is te komen tot een actueel planologisch kader voor de stad Zierikzee met uitzondering van het centrumgebied en een beperkt aantal andere stadsdelen. [appellant] woont op het perceel [locatie] te Zierikzee, dat zich in het zuidwestelijke deel van het plangebied bevindt. Hij vreest voor hinder en gezondheidsschade door laagfrequent geluid als gevolg van het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1337
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202003687/1/R1

202003711/1/R2

Bij besluit van 12 mei 2020 heeft de raad van de gemeente Peel en Maas het bestemmingsplan "Plattelandswoning [locatie 1] Beringe" vastgesteld. Het plan voorziet in het (her)bestemmen van een bestaande bedrijfswoning tot plattelandswoning (hierna: de woning) op het perceel [locatie 1] te Beringe (hierna: het perceel). Het huidige bestemmingsplan staat alleen bewoning toe als bedrijfswoning bij het ter plaatse gevestigde agrarisch bedrijf. [appellant] exploiteert een varkenshouderij op hetzelfde adres als de in geding zijnde woning. Hij verzet zich tegen het herbestemmen van de bedrijfswoning. [appellant] vreest voor belemmering in zijn bedrijfsvoering en uitbreidingsmogelijkheden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1340
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202003711/1/R2

202003730/1/R4

Bij besluit van 20 april 2017 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat de rechtsvoorganger van Mirec onder oplegging van een dwangsom gelast zich te onthouden van verwerkingshandelingen aan afgedankte elektrische en elektronische apparatuur met een Cathode Ray Tube die niet als passend kunnen worden gekwalificeerd in de zin van artikel 11, eerste en tweede lid, aanhef en onder a en d, van de Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Mirec drijft aan de Hastelweg 251 te Eindhoven een inrichting voor onder meer het verwerken van AEEA, waaronder monitoren en televisies met een CRT. Op 22 februari 2016 en 11 juli 2016 hebben toezichthouders van de staatssecretaris de inrichting bezocht en op 4 oktober 2016 heeft een monsternemingsbezoek plaatsgevonden. De resultaten van het monsternemingsbezoek zijn neergelegd in een onderzoeksrapport van 14 maart 2017.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1341
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202003730/1/R4

202003867/1/R1

Bij besluit van 5 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlem locaties aangewezen voor de plaatsing van afvalcontainers, waaronder de locatie ter hoogte van de [locatie] te Haarlem (locatie G46). Het college heeft locatie G46 aangewezen voor de plaatsing van twee bovengrondse containers voor gft-afval. De locatie bevindt zich op de hoek van de Atjehstraat en de Riouwstraat naast de woning [locatie]. [appellant] woont op het adres [locatie] en is het niet eens met de aanwijzing van deze locatie. Volgens hem is de aangewezen locatie, die zich in de onmiddellijke nabijheid van zijn woning bevindt, ongeschikt als locatie voor gft-containers en is er een alternatieve locatie die wel geschikt is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1343
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202003867/1/R1

202004343/1/R2

Bij besluit van 18 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Breda het bestemmingsplan "Teteringen, Scheperij" vastgesteld. Het plan voorziet in de herontwikkeling van winkelcentrum de Scheperij in Teteringen, gemeente Breda. De bestaande bebouwing wordt gesloopt. Het plan maakt twee supermarkten, winkels, horeca en dienstverlening mogelijk. Op de verdiepingen zijn maximaal 32 appartementen voorzien. [appellant] en anderen betogen dat omwonenden onvoldoende en in een te laat stadium zijn betrokken bij de voorbereiding van het plan. Volgens hen heeft de raad onvoldoende draagvlak gecreëerd. In 2009 is een klankbordgroep voor de Scheperij ingesteld, maar die is nooit bij elkaar geroepen. Ook toen in 2015 een notitie met uitgangspunten voor de Scheperij werd opgesteld, zijn omwonenden niet betrokken. Pas toen de plannen op een informatieavond in 2018 werden gepresenteerd zijn de omwonenden betrokken, maar toen stonden de plannen al grotendeels vast. Het participatieproces is daarom onvoldoende.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1342
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202004343/1/R2

202004681/1/R2

Bij besluit van 9 juli 2020 heeft de raad van de gemeente Gilze en Rijen het bestemmingsplan "Vliegende Vennen Noord-Oost, fase III" vastgesteld. Het plan maakt het mogelijk dat in het gebied ten oosten van de bebouwde kom van Rijen woningbouw in het groen wordt ontwikkeld. [appellant] heeft onmiddellijk grenzend aan de oostzijde van het plangebied een perceel grond in eigendom dat wordt gebruikt als volkstuin. Hij vreest onder meer voor overlast als gevolg van de verdere verstedelijking en de openbare groenstrook waarin het plan voorziet en had graag gezien dat de gronden waarop zich de volkstuinen bevinden als groenzone bij het plangebied zouden worden betrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1338
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202004681/1/R2

202004912/1/R4

Bij besluit van 20 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Almere de aanvraag van [appellant] om een omgevingsvergunning voor het bouwen van een woning te verlenen buiten behandeling gelaten. Op 17 januari 2019 heeft [appellant] een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend bij het college voor de bouw van een zogeheten tiny house op een perceel in het gebied Oosterwold in Almere. Het college heeft [appellant] in een brief van 4 februari 2019 geschreven dat er bepaalde gegevens en bescheiden ontbraken bij deze aanvraag. Het college heeft [appellant] verzocht om deze gegevens en bescheiden uiterlijk op 4 maart 2019 alsnog in te dienen. [appellant] heeft de gevraagde gegevens en bescheiden niet binnen de gevraagde termijn ingediend. [appellant] kan zich er niet in vinden dat zijn aanvraag buiten behandeling is gelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1329
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004912/1/R4

202005627/1/A2

Bij besluit van 4 december 2018 heeft de commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven een aanvraag van [appellant] om een uitkering uit het schadefonds geweldsmisdrijven afgewezen. Op 31 oktober 2018 heeft [appellant] bij de CSG een aanvraag ingediend om een uitkering uit het schadefonds. Hij heeft in het aanvraagformulier vermeld dat hij in de periode tussen mei 1995 en mei 1998 het slachtoffer is geworden van mishandeling en bedreiging met geweld en dat hij daardoor lichamelijk en psychisch letsel heeft opgelopen. In artikel 3, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven is bepaald dat uit het schadefonds uitkeringen kunnen worden gedaan aan een ieder die ten gevolge van een in Nederland opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf ernstig lichamelijk of geestelijk letsel heeft bekomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1325
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202005627/1/A2

202006019/1/A2

Bij besluit van 6 februari 2019 heeft de commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven een aanvraag van [appellant] om een uitkering uit het schadefonds geweldsmisdrijven afgewezen. De CSG kent uit het schadefonds onder meer uitkeringen toe aan een ieder die door een in Nederland opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf ernstig lichamelijk of geestelijk letsel heeft opgelopen. Bij brief van 13 augustus 2019 heeft [appellant] bij de CSG een aanvraag ingediend om een uitkering uit het schadefonds. Hij heeft in het aanvraagformulier vermeld dat hij het slachtoffer is geworden van mishandeling en daardoor lichamelijk en psychisch letsel heeft opgelopen. Aan het besluit van 18 april 2019 is ten grondslag gelegd dat aannemelijk is dat [appellant] op 1 februari 2018 slachtoffer is geworden van een opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1327
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202006019/1/A2

202006825/1/R1

Bij besluit van 31 juli 2020 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat op grond van artikel 5.4, eerste lid, van de Waterwet het projectplan "verwijderen Roggebotsluis" vastgesteld. Het Projectplan is onderdeel van het project "Ruimte voor de Rivier IJsseldelta" dat strekt ter uitvoering van de Planologische Kernbeslissing "Ruimte voor de Rivier". Het Projectplan voorziet in het verwijderen van de Roggebotsluis waarmee een vrije doorstroomopening ontstaat tussen het Vossemeer, Drontermeer, Reevediep en de IJssel. Ter vervanging zal een nieuwe, hogere brug over het Drontermeer worden aangelegd. De dijkvakken N11 en N11a moeten worden versterkt omdat de maatgevende waterstanden omhooggaan, nu de Roggebotsluis wegvalt. Bij recreatieterreinen van het Noordelijke Drontermeer worden hoog- en laagwatervoorzieningen getroffen. Verder zal een reconstructie van de N307 plaatsvinden, die zuidelijker gaat lopen en parallelwegen voor langzaam rijdend verkeer en bestemmingsverkeer zal krijgen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1333
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202006825/1/R1

202006867/1/A2

Bij besluit van 7 januari 2019 heeft de commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven een aanvraag van [appellante] om een uitkering uit het schadefonds geweldsmisdrijven afgewezen. In deze zaak is tussen partijen in geschil of de CSG terecht heeft geweigerd om de door [appellante] in bezwaar gemaakte proceskosten te vergoeden. Bij brief van 1 oktober 2018 heeft [appellante] bij de CSG een aanvraag ingediend om een uitkering uit het schadefonds. Zij heeft in deze brief vermeld dat zij in de periode van 1982 tot 2005 veelvuldig is mishandeld door haar ex-partner, dat zij als gevolg van de mishandelingen lichamelijk en psychisch letsel heeft opgelopen, dat zij in 2001 en 2002 aangifte bij de politie heeft gedaan en dat haar ex-partner in verband met de mishandelingen een gevangenisstraf van zeven maanden heeft gekregen. Als bijlagen bij deze brief heeft zij drie vonnissen van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam van 13 maart 2001, 6 december 2002, 25 februari 2003 overgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1326
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202006867/1/A2

202100524/1/A2

Bij besluit van 18 oktober 2019 heeft de commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven aan [appellant] een uitkering uit het schadefonds geweldsmisdrijven van € 2.500,00 toegekend. Bij brief van 4 april 2019 heeft [appellant] bij de CSG een aanvraag ingediend om een uitkering uit het schadefonds. Hij heeft in het aanvraagformulier vermeld dat hij in de periode tussen 1 januari 1973 en 1 januari 1979 in een justitiële jeugdinrichting het slachtoffer is geworden van mishandeling en daardoor lichamelijk en psychisch letsel heeft opgelopen. In het besluit van 18 oktober 2019 heeft de CSG zich op het standpunt gesteld dat het door [appellant] geleden lichamelijke letsel past in letselcategorie 2 van de zogenoemde Letsellijst en dat zijn psychisch letsel geen aanleiding geeft voor het toepassen van een hogere letselcategorie. De CSG kan niet beoordelen welk psychisch letsel [appellant] heeft opgelopen als gevolg van het stelselmatig huiselijk geweld en welke behandeling hij hiervoor heeft gekregen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1328
Datum uitspraak
23 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202100524/1/A2

202101453/2/R2

Bij besluit van 14 december 2020 heeft de raad van de gemeente Vaals het bestemmingsplan "Groenenweg 1 te Vijlen" vastgesteld. Het plan ziet op de locatie Groenenweg 1 in Vijlen, waar een cultuurhistorisch waardevolle woning met aangrenzende stal staat. [belanghebbende] is voornemens om deze bebouwing te verbouwen. Het plan maakt het mogelijk dat inpandig een woning en twee recreatiewoningen worden gerealiseerd. Verder maakt het plan het mogelijk dat in het achtererfgebied, evenwijdig aan de westelijke perceelsgrens, een nieuw bijbehorend bouwwerk met een oppervlak van ongeveer 225 m2 wordt gebouwd, bestaande uit vier bergingen en carports ten behoeve van de recreatiewoningen en de woning. [verzoeker] woont op het naastgelegen perceel aan de [locatie]. Hij is het niet eens met de mogelijkheid die het plan biedt om een bijgebouw te realiseren, omdat het bijgebouw dicht tegen zijn perceelsgrens is voorzien en zijn uitzicht zal aantasten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1296
Datum uitspraak
22 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202101453/2/R2

202101573/2/R2

Bij besluit van 17 december 2020 heeft de raad van de gemeente Bergen op Zoom het bestemmingsplan "Klein-Molenbeek 4 en 9" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van zes woningen op de percelen Klein-Molenbeek 4 en 9 in Bergen op Zoom. Met het plan verdwijnen twee bestaande woningen met een groter oppervlak. Het plangebied ligt ten zuiden van het centrum van Bergen op Zoom in de wijk Nieuw-Borgvliet. [verzoeker] en anderen wonen op de aangrenzende percelen. Zij vrezen met name dat deze woningen in de nabijheid van hun woningen slecht bereikbaar zijn voor hulpdiensten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1302
Datum uitspraak
22 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202101573/2/R2

202102038/2/R2

Bij besluit van 2 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland aan [verzoeker] een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van zes appartementen aan de Laone 11 en 13 in Renesse. Op 12 juni 2019 heeft [verzoeker] een aanvraag ingediend voor de bouw van zes appartementen aan de Laone 11 en 13 ten behoeve van verhuur onder de liberalisatiegrens. Het betreffen twee braakliggende percelen. [verzoeker] heeft verzocht om schorsing van de aangevallen uitspraak, waarbij het besluit van 2 november 2020 is vernietigd. [verzoeker] betoogt dat de rechtbank de voorziene woningen ten onrechte heeft aangemerkt als sociale huurwoningen. Volgens [verzoeker] is het vanwege de kwaliteit van de woningen evident dat het gaat om woningen binnen de vrije huursector.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1303
Datum uitspraak
22 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202102038/2/R2

202102962/2/R4

Bij besluit van 8 oktober 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Limburg aan [verzoekster] een omgevingsvergunning verleend voor het veranderen en in werking hebben van haar inrichting aan de [locatie A] en [locatie B] in Venray. Aan de vergunning heeft het college voorschriften verbonden. In de vergunde inrichting vinden grofweg de volgende activiteiten plaats: - de productie van houtpellets; - twee bio-warmtekrachtkoppelingen (WKK); - het drogen en verkleinen van hout; - het ontschorsen en chippen van boomstammen. Peka Kroef en anderen zijn bedrijven die in de omgeving van de inrichting van [verzoekster], locatie [locatie A] Venray, zijn gevestigd. Zij ervaren stofhinder als gevolg van de activiteiten van [verzoekster].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1304
Datum uitspraak
22 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202102962/2/R4

202103302/2/V3

Bij besluit van 7 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1309
Datum uitspraak
22 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202103302/2/V3

202102527/2/R3 en 202102653/2/R3

Bij besluit van 17 februari 2021 heeft de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk de bestemmingsplannen "Restaurant aan plas Elfhoeven" en "8 woningen aan plas Elfhoeven" vastgesteld. Het bestemmingsplan "Restaurant aan plas Elfhoeven" en de omgevingsvergunning voorzien in de mogelijkheid om in de uiterste noordhoek van de plas Elfhoeven, onderdeel van de Reeuwijkse plassen, een restaurant in horecacategorie 1c met een aanlegsteiger te kunnen oprichten. Het bestemmingsplan "8 woningen aan plas Elfhoeven" maakt de bouw van 8 vrijstaande woningen mogelijk langs de Ree. Het plangebied van dat plan ligt direct ten oosten van en grenst daarmee aan het plangebied van het bestemmingsplan "Restaurant aan plas Elfhoeven". De Werkgroep kan zich niet verenigen met deze besluiten. Zij vreest met name dat de verkeersaantrekkende werking van de in die besluiten voorziene ontwikkelingen zal leiden tot onaanvaardbare hinder in de omgeving.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1295
Datum uitspraak
21 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202102527/2/R3 en 202102653/2/R3

202102736/1/V2 en 202102736/2/V2

Bij besluit van 8 februari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1301
Datum uitspraak
21 juni 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102736/1/V2 en 202102736/2/V2

202103287/2/V1

Bij besluit van 14 december 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat de vreemdeling geen verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan in Nederland heeft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1300
Datum uitspraak
21 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202103287/2/V1

202103330/2/V3

Bij besluit van 4 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1298
Datum uitspraak
21 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202103330/2/V3

202103888/2/V3

Bij besluit van 26 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1297
Datum uitspraak
21 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202103888/2/V3

202100430/2/R3

Bij besluit van 18 november 2020 heeft de raad van de gemeente De Fryske Marren het bestemmingsplan "Scharsterbrug - Scharren 19" vastgesteld. Op het perceel Scharren 19 is een particuliere woonzorginstelling gevestigd. In de op het perceel staande boerderij zijn elf wooneenheden voor cliënten en een bedrijfswoning gevestigd. De woonzorginstelling wil het aantal wooneenheden uitbreiden met twee extra wooneenheden door de bestaande bedrijfswoning te verbouwen. Zij wil ten noorden van de boerderij een nieuwe bedrijfswoning met berging bouwen. Op de gronden rust ingevolge het bestemmingsplan "Buitengebied Noord - 2017" de bestemming "Maatschappelijk" met de aanduiding "zorginstelling". Op de gronden ten noorden van de woonzorginstelling, waar de bedrijfswoning met berging is voorzien, rust de bestemming "Agrarisch". Op die gronden is het bouwen van een bedrijfswoning ten behoeve van de zorginstelling niet toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1293
Datum uitspraak
18 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202100430/2/R3

202102136/2/R3

Bij besluit van 18 februari 2021 heeft de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn het "Bestemmingsplan Rijnpark" gewijzigd vastgesteld. Het bestemmingsplan is opgesteld naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling van 27 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2081, waarin gebreken zijn geconstateerd in het bestemmingsplan "Rijnpark, Koudekerk aan den Rijn", dat door de raad bij besluit van 15 december 2016 is vastgesteld. Het plangebied van het in 2016 vastgestelde bestemmingsplan omvatte, voor zover hier van belang, het gehele perceel van [verzoeker] aan de [locatie] te Koudekerk aan den Rijn. In de uitspraak zijn de plandelen met de bestemming "Bedrijf" en de aanduidingen "maximum goothoogte (m) = 3" en "maximum bouwhoogte (m) = 5" en de daarbij horende dubbelbestemming en aanduidingen vernietigd. Deze plandelen bevatten gronden van [verzoeker]. De Afdeling heeft de raad opgedragen voor dit vernietigde plandeel een nieuw besluit te nemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1292
Datum uitspraak
18 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202102136/2/R3

202102779/2/R4

Bij besluit van 3 maart 2021 heeft de raad van de gemeente Ermelo het bestemmingsplan "De Heivlinder" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de herontwikkeling van het recreatiepark Bospark De Heivlinder. Op de plek van de camping Het Keteltje, onderdeel van het recreatiepark, voorziet het plan in de realisatie van 15 recreatiewoningen. Op een weide ten zuiden van de camping voorziet het plan in de realisatie van nog eens 15 recreatiewoningen. Bij 12 van de 30 recreatiewoningen is een paardenstal voorzien, waardoor een aantal gasten een eigen paard bij de accommodatie kan stallen. Heidepark Speuld en anderen zijn hetzij concurrent van De Heivlinder, hetzij omwonende of eigenaar van nabijgelegen recreatiewoningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1289
Datum uitspraak
18 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202102779/2/R4

202103408/2/V3

Bij besluit van 27 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1299
Datum uitspraak
18 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202103408/2/V3

202103895/2/V2

Bij besluiten van 6 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1308
Datum uitspraak
18 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202103895/2/V2

202003217/1/V2

Bij besluit van 11 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1294
Datum uitspraak
17 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003217/1/V2

202100756/2/R4 en 202100757/2/R4

Bij besluit van 14 december 2020 heeft de raad en het college van burgemeester en wethouders van Elburg het bestemmingsplan "Elburg - De Kopse Waard 2020" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de bouw van vijf woningen, alsmede de aanleg van een botenhelling en een recreatieveld mogelijk. De gemeente Elburg is de initiatiefnemer. [verzoeker] woont direct naast het plangebied. Om de bouw van de vijf woningen mogelijk te maken, is het volgens paragraaf 4.7.2 van de plantoelichting noodzakelijk dat hogere waarden voor de geluidsbelasting ten gevolge van het wegverkeer worden vastgesteld. Bij besluit van 15 december 2020 heeft het college dat gedaan. Het college heeft hogere waarden vastgesteld van ten hoogste 57 dB.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1288
Datum uitspraak
17 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202100756/2/R4 en 202100757/2/R4

202101251/2/R4

Bij besluit van 10 december 2020 heeft de raad van de gemeente Nieuwegein het bestemmingsplan "Zuidoostelijke Stadsrand" vastgesteld. Met het plan wordt, voor zover hier van belang, een bedrijventerrein - de zogenoemde fase 4 van bedrijvenpark Het Klooster - mogelijk gemaakt ten zuiden van het Amsterdam-Rijnkanaal, in een gebied tussen dat kanaal, het Lekkanaal en de A27. Aan de overkant van het Amsterdam-Rijnkanaal ligt het kasteel Heemstede, dat deel uitmaakt van de buitenplaats Heemstede. [verzoekster] is eigenaar van het kasteel. Zij heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 10 december 2020, omdat zij vreest voor een onaanvaardbare aantasting van het karakter van de omgeving van de buitenplaats als gevolg van het voorziene bedrijventerrein. Om diezelfde reden hebben ook vijf stichtingen en verenigingen beroep ingesteld. Verder hebben vijf bewoners van woningen aan de Heemstedeweg, eveneens gelegen aan de overkant van het Amsterdam-Rijnkanaal, beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1291
Datum uitspraak
17 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202101251/2/R4

202102059/3/R3

Bij besluit van 2 februari 2021 heeft de raad van de gemeente Staphorst het bestemmingsplan "Buitengebied, partiële herziening [locatie] te IJhorst" vastgesteld. Het plangebied is in de bestaande situatie een voormalig agrarisch erf van een kippenhouderij. Er staan een boerderij, een vakantiewoning, kippenschuren en werktuigenbergingen. Het bestemmingsplan voorziet in de herontwikkeling van dit perceel. Het maakt de bouw van vier vrijstaande woningen en de verbouwing van de boerderij tot drie woningen mogelijk. Om deze ontwikkeling mogelijk te maken, wordt onder meer 2.750 m² aan bedrijfsbebouwing gesaneerd en een camping verwijderd. [verzoeker] is eigenaar van de camping op het naastgelegen perceel. Volgens hem past de woningbouw niet in de omgeving en zorgen de woningen voor beperkingen in zijn bedrijfsvoering. Hij heeft de voorzieningenrechter gevraagd het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan te schorsen totdat de Afdeling uitspraak heeft gedaan op het door hem ingestelde beroep.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1290
Datum uitspraak
17 juni 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202102059/3/R3

202005858/1/R2 en 202005858/2/R2

Bij uitspraak van 6 mei 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1185, heeft de Afdeling het tegen de uitspraak van de rechtbank in zaak nr. 18/7157 door [partij] ingestelde hoger beroep gegrond en het daartegen gerichte hoger beroep van [appellant] ongegrond verklaard. De Afdeling heeft daarbij tevens met toepassing van artikel 8:113, tweede lid, van de Awb bepaald dat tegen het door het college nieuw te nemen besluit op bezwaar slechts bij haar beroep kan worden ingesteld. Bij besluit van 30 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Alphen-Chaam opnieuw beslist op het bezwaar van [partij] tegen het besluit van 20 maart 2018, waarbij hem onder oplegging van bestuursdwang is gelast om het bijgebouw op het perceel aan de [locatie 1] in Alphen uiterlijk 1 maart 2021 te verwijderen en verwijderd te houden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1191
Datum uitspraak
16 juni 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Dwangsom en beroep
  • uitspraakin de zaak202005858/1/R2 en 202005858/2/R2

202006905/1/V3

Bij besluit van 23 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1256
Datum uitspraak
16 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006905/1/V3

202101477/1/V3

Bij besluit van 18 februari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1255
Datum uitspraak
16 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202101477/1/V3

201903089/1/A2

Bij besluit van 9 maart 2017 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat een verzoek van [appellant] om nadeelcompensatie afgewezen. [appellant] was van 1 juli 1994 tot 23 februari 2016 eigenaar van het perceel [locatie 1] te Steenbergen (hierna: het perceel). Op het perceel staat een dijkwoning met bijgebouwen, waarin [appellant] in deze periode woonde. Hij heeft bij aanvraagformulier met als datum 28 januari 2016 gevraagd om compensatie van schade ten gevolge van de tracébesluiten. Volgens [appellant] is ten gevolge van de tracébesluiten de waarde van zijn perceel gedaald, waardoor hij schade heeft geleden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1269
Datum uitspraak
16 juni 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201903089/1/A2

201903387/1/A3

Bij besluit van 3 september 2017 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar aanleiding van een daartoe strekkend verzoek van [appellant] een inzagedossier van 107 pagina’s verstrekt van bij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst aanwezige niet actuele gegevens. De minister heeft kennisneming van de overige aanwezige niet actuele gegevens en van eventueel aanwezige actuele gegevens geweigerd. Bij brief van 24 maart 2017 heeft [appellant] met een beroep op de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 verzocht om inzage in de eventueel bij de AIVD aanwezige gegevens over het Aktiefront Nationale Socialisten/Nationale Aktie (ANS/NA). De minister heeft het verzoek afgewezen voor zover het eventuele gegevens betreft die voor de taakuitvoering van de AIVD nog actueel zijn. De minister heeft hierbij toegelicht uitdrukkelijk geen mededeling te doen of dergelijke gegevens wel of niet aanwezig zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1277
Datum uitspraak
16 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201903387/1/A3

201903389/1/A3

Bij besluit van 3 oktober 2017 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar aanleiding van een daartoe strekkend verzoek van [appellant] een inzagedossier van twintig pagina’s verstrekt van bij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst aanwezige niet actuele gegevens. De minister heeft kennisneming van de overige aanwezige niet actuele gegevens en van eventueel aanwezige actuele gegevens geweigerd. Bij brief van 24 maart 2017 heeft [appellant] met een beroep op de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 verzocht om inzage in de eventueel bij de AIVD aanwezige gegevens over het label Viking Sounds en gegevens over de betrokkenheid van de eigenaar van het label/Viking Sounds bij de doorvoer van neonazistische cd’s. De minister heeft het verzoek afgewezen voor zover het eventuele gegevens betreft die voor de taakuitvoering van de AIVD nog actueel zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1279
Datum uitspraak
16 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201903389/1/A3

201908551/1/R3

Bij besluit van 27 september 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westland [appellante] gelast om de woonunits op de percelen aan de [locatie 1], [locatie 2], [locatie 3] en [locatie 4], te ’s Gravenzande te verwijderen en verwijderd te houden, onder oplegging van een dwangsom van € 25.000,00 per woonunit per geconstateerde overtreding in een week, met een maximum van € 100.000,00 per woonunit. [appellante] exploiteert op verschillende locaties in de gemeente Westland een glastuinbouwbedrijf. Dit bedrijf heeft als specialiteit de teelt van Amaryllis snijbloemen. Het personeelsbestand van [appellante] bestaat voor een groot deel uit arbeidsmigranten. Voor deze arbeidsmigranten heeft [appellante] tijdens het hoogseizoen volgens haar veel huisvesting nodig. Op 24 juli 2017 heeft een toezichthouder van de gemeente Westland geconstateerd dat de woonunits niet zijn verwijderd van de percelen. Daarna is het college overgegaan tot handhavend optreden tegen [appellante].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1272
Datum uitspraak
16 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201908551/1/R3

202000596/1/R1

Bij besluit van 3 oktober 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam [appellant A] en [appellant B] onder oplegging van een dwangsom gelast om binnen twee maanden na dit besluit de in strijd met het bestemmingsplan aanwezige schuur en schutting op een perceel ten zuiden van het perceel [locatie] in Amsterdam te verwijderen en verwijderd te houden en het planologisch strijdige gebruik van dit perceel als privétuin te staken en gestaakt te houden. [appellant A] en [appellant B] wonen in een hoekwoning op het adres [locatie] in Amsterdam. Zij hebben naast hun woning in strijd met het bestemmingsplan een deel van de openbare ruimte als tuin in gebruik genomen en daarop een schutting en een schuur gebouwd. Op 17 januari 2018 hebben [appellant A] en [appellant B] een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend met het oog op de legalisatie van de feitelijke situatie. De aanvraag ziet op het afwijken van het bestemmingsplan voor het gebruik als tuin en het plaatsen van een erfafscheiding.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1264
Datum uitspraak
16 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202000596/1/R1

202000635/1/R1

Bij besluit van 22 mei 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van een winkelpand op het adres de [locatie 1] te Zierikzee (hierna: het pand) en voor het gebruiken van dat pand in strijd met het bestemmingsplan. Bij besluit van 22 mei 2017 heeft het college aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning met afwijking van het bestemmingsplan verleend om in het pand [locatie 1] in Zierikzee in een horecagelegenheid voor de verkoop van fish & chips te kunnen vestigen. [appellant A] is eigenaresse van het pand de [locatie 2] te Zierikzee. In dat pand exploiteert [appellant B] een kledingwinkel. De horecagelegenheid leidt volgens hen tot geuroverlast. Zij verzetten zich daarom tegen de verleende omgevingsvergunning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1262
Datum uitspraak
16 juni 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202000635/1/R1

202000768/1/A2

Bij brief van 30 november 2012 heeft [appellante] het College van procureurs-generaal (hierna: het college) verzocht om schadevergoeding. Op 14 juni 2009 heeft de politie de loods van [appellante] en het kantoor en de woning in de loods doorzocht in het kader van een onderzoek naar internationale drugshandel. Na dit onderzoek is [bestuurder] van [appellante], strafrechtelijk veroordeeld. Hij heeft van 18 november 2010 tot en met 8 november 2012 in detentie gezeten. Het college van procureurs-generaal heeft bij brief van 2 mei 2013 gesteld niet aansprakelijk te zijn voor de gestelde schade en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Daaraan is ten grondslag gelegd dat het binnentreden en doorzoeken van het bedrijf op 14 juni 2009 rechtmatig is geweest.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1281
Datum uitspraak
16 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202000768/1/A2

202001426/1/A2

Bij besluit van 27 augustus 2018 heeft de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven de aanvraag van [appellant] om een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven afgewezen. [appellant] stelt op 31 oktober 2016 slachtoffer te zijn geweest van een geweldsmisdrijf in Vaals. Volgens hem is hij slachtoffer geworden van een aanval met een zwaar kettingslot, waardoor hij bewusteloos is geslagen. Hij stelt dat de oudste zoon van een gezin uit de buurt, waarmee hij al enige tijd een conflict heeft, de dader is. [appellant] heeft de CSG verzocht om een uitkering uit het schadefonds wegens lichamelijk letsel. Hij is met de metalen sluiting van het kettingslot tegen zijn been, rug, arm en hoofd geslagen. Het Openbaar Ministerie ziet de aanval als een onderdeel van een langlopend conflict tussen het gezin van [appellant] en het gezin in de buurt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1274
Datum uitspraak
16 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202001426/1/A2

202001444/1/A3

Bij besluit van 26 november 2018 heeft de burgemeester van Almere aan [wederpartij] een last onder dwangsom opgelegd. De burgemeester heeft na het aantreffen van hennepplanten in de woning en op het bijbehorende balkon van [wederpartij], bij een controle op 13 augustus 2018, een last onder dwangsom opgelegd krachtens artikel 13b van de Opiumwet. De last houdt in dat [wederpartij] een dwangsom van € 25.000,00 verbeurt als binnen drie jaar wordt geconstateerd dat hij de woning weer in strijd met de Opiumwet heeft gebruikt. [wederpartij] is het daar niet mee eens en heeft, nadat hij tevergeefs daartegen bezwaar had gemaakt, beroep ingesteld bij de rechtbank. Dit geschil in hoger beroep gaat over de beantwoording van de vraag of [wederpartij] al dan niet aannemelijk heeft gemaakt dat de in zijn woning en het daarbij behorende balkon aangetroffen hoeveelheid softdrugs voor eigen gebruik aanwezig was en niet voor verkoop, verstrekking of aflevering.

Datum uitspraak
16 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001444/1/A3

202001787/1/R4

Bij besluit van 28 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rheden het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen de aangebrachte spouwmuren en fundering op het perceel [locatie 1] te Rheden afgewezen. [partij] is eigenaar en bewoner van de woning [locatie 1] te Rheden. Deze woning vormt met de woning van [appellant] aan de [locatie 2] een twee-onder-een-kapwoning. In 1956 is aan de achterzijde van de woning van [partij] een bijkeuken gebouwd, waarvoor toentertijd een bouwvergunning is verleend. In 2015 zijn aan of in de bijkeuken zonder omgevingsvergunning spouwmuren en een fundering (betonnen vloer) aangebracht om een opbouw op de bijkeuken mogelijk te maken. Voor het bouwen van die opbouw is bij besluit van 6 mei 2016 een omgevingsvergunning verleend, welke vergunning bij besluit van 21 september 2017 is gewijzigd. Bij uitspraak van de Afdeling van 6 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1866, is die vergunning onherroepelijk geworden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1285
Datum uitspraak
16 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001787/1/R4

202001885/1/A2

Bij besluit van 6 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Geldrop-Mierlo aan [appellant] een tegemoetkoming in planschade van € 4.500,00 toegekend. [appellant] is eigenaar van een woning aan de [locatie 1] in Geldrop. Hij heeft bij het college verzocht om een tegemoetkoming in planschade die hij stelt te lijden als gevolg van het op 1 september 2014 inwerking getreden bestemmingsplan "Bedrijventerrein Kuhn". Met dit plan is de uitbreiding van het bedrijf van [partij] aan de [locatie 2] mogelijk gemaakt. Dit bedrijf is gespecialiseerd in het ontwerp, de productie en de distributie van agrarische machines, zoals persen, wikkeldraad, maaiers en hakselaars. Het perceel van [appellant] ligt ten zuidoosten van het bedrijf van [partij] In geschil is of de nadelige ruimtelijke gevolgen die [appellant] als gevolg van het nieuwe plan ondervindt, op juiste wijze zijn beoordeeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1275
Datum uitspraak
16 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202001885/1/A2

202002504/1/R2

Bij besluit van 30 januari 2020 heeft de raad van de gemeente Gemert-Bakel het bestemmingsplan "Gemert-Bakel Buitengebied, herziening april 2019" gewijzigd vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in het (her)bestemmen van een aantal locaties uit het bestemmingsplan "Gemert-Bakel Buitengebied 2017". Door [appellant] is verzocht om in het bestemmingsplan een bestemming voor een nieuwe zogeheten ruimte-voor-ruimtewoning aan de Greef ongenummerd te Milheeze op te nemen. Een dergelijke bestemming was in het ontwerp van het plan opgenomen. De raad heeft echter naar aanleiding van een zienswijze van het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant geweigerd het bestemmingsplan voor dit onderdeel vast te stellen. [appellant] betoogt dat het ontwerpplan ten onrechte niet voor zijn perceel is vastgesteld en dat het besluit onvoldoende gemotiveerd is. Hij voert hiertoe aan dat de raad ten onrechte heeft geoordeeld dat de beoogde woning in strijd is met de provinciale Interim Omgevingsverordening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1284
Datum uitspraak
16 juni 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202002504/1/R2

202002558/1/R2

Bij besluit van 2 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Meierijstad aan Okko Projectontwikkeling B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van vijf appartementen op het perceel Deken van Erpstraat ongenummerd (thans: 25D tot en met 25H) in Sint-Oedenrode. Op 9 mei 2018 heeft Okko een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het realiseren van vijf appartementen met bijbehorend trappenhuis/liftgebouw op het perceel aan de Deken van Erpstraat in Sint-Oedenrode. Op het perceel rust ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Centrum, herziening 2013" deels de bestemming "Centrum-I" en deels de bestemming "Centrum-3". Het bouwplan is daarmee in strijd, omdat het trappenhuis de maximaal toegestane hoogte overschrijdt en het trappenhuis en het liftgebouw een platte dakafdekking hebben, en binnen de bestemmingen geen nieuwe woningen zijn toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1259
Datum uitspraak
16 juni 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002558/1/R2

202002592/1/A2

Bij besluit van 27 augustus 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Fryslân aan [appellante sub 2] een tegemoetkoming van € 2.487,00 toegekend voor schade die ganzen hebben toegebracht aan haar percelen. Het college is hierbij uitgegaan van een schadebedrag van € 3.105,00 en heeft hierop een eigen risico van 20% toegepast. Dit percentage is ontleend aan artikel 1.5 van de Beleidsregel Wet natuurbescherming Fryslân. Het college heeft het besluit van 27 augustus 2018 bij zijn besluit van 24 juli 2019 gehandhaafd. Aan dit besluit heeft het college ten grondslag gelegd dat voorop staat dat de bescherming van gewassen in de eerste plaats de verantwoordelijkheid is van de aanvrager zelf. De aanvrager dient alles in het werk te stellen om schade te voorkomen of te beperken. Het moet verder gaan om schade die niet tot het normale bedrijfsrisico en het normaal maatschappelijk risico van de aanvrager behoort.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1266
Datum uitspraak
16 juni 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202002592/1/A2
vorige pagina1...191192193...1.202volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon