Uitspraak 202105381/2/R1


Volledige tekst

202105381/2/R1.
Datum uitspraak: 28 juli 2022

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:

[verzoeker A] en [verzoeker B], wonend te Loosdrecht, gemeente Wijdemeren,

verzoekers,

en

de raad van de gemeente Wijdemeren,

verweerder.

Openbare zitting gehouden op 28 juli 2022 om 11:00 uur.

Tegenwoordig:

Staatsraad mr. E.A. Minderhoud, voorzieningenrechter

griffier: mr. N. Janse

Verschenen:

[verzoeker A] en [verzoeker B], vertegenwoordigd door mr. R.J. Grasmeijer, rechtsbijstandverlener te Amsterdam;

de raad, vertegenwoordigd door mr. A. van Dekken.

Voorts is Erdna Beheer B.V., vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door mr. E.A. Wentink-Quelle, advocaat te Amstelveen, ter zitting als partij gehoord.

Het beroep richt zich tegen het besluit van de raad van 8 april 2021, waarbij het bestemmingsplan "Partiële herziening Oud-Loosdrechtsedijk 242-244" is vastgesteld. [verzoeker A] en [verzoeker B] hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Zij wensen met hun verzoek onomkeerbare gevolgen te voorkomen.

De voorzieningenrechter

wijst het verzoek af.

Daartoe overweegt de voorzieningenrechter het volgende.

Het spoedeisend belang is gegeven. Verzoekers hebben toegelicht dat het hen gaat om het bestemmingsvlak met de bestemming "Wonen", waarop twee woningen zijn voorzien. Partijen zijn het er verder over eens dat de kortste afstand vanaf het appartementengebouw van verzoekers tot de bestemming "Wonen" ongeveer 25 m is.

Verzoekers menen dat het uitzicht op het water, de Vuntus, vanaf het appartementengebouw en in het bijzonder vanaf de balkons op de eerste verdieping aan de achterzijde onevenredig wordt aangetast door de voorziene twee woningen.

De voorzieningenrechter is van oordeel, mede gelet op de ter zitting getoonde foto’s, dat gelet op deze afstand en de aanwezigheid van tussenliggende bebouwing en beplanting, het niet waarschijnlijk is dat de Afdeling in de hoofdzaak zal oordelen dat inderdaad sprake is van een onevenredige aantasting van het uitzicht vanuit het appartementengebouw. Daarbij betrekt de voorzieningenrechter de omstandigheid dat de woningen niet rechtstreeks achter het appartementengebouw van verzoekers zijn voorzien, maar schuin achter dat gebouw, zodat het rechtstreeks uitzicht maar beperkt belemmerd wordt.

De voorzieningenrechter wijst erop dat deze uitspraak betrekking heeft op een voorlopige voorziening en dat de hoofdzaak nog moet worden behandeld. Het bestemmingsplan is derhalve nog niet onherroepelijk.

Gelet op het voorgaande wijst de voorzieningenrechter het verzoek af.

De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.

w.g. Minderhoud
voorzieningenrechter

w.g. Janse
griffier

855