Samenstelling van de Raad en zijn Afdelingen

De grondwettelijke Raad

De Wet op de Raad van State bepaalt de samenstelling van de Raad van State. De zogenoemde grondwettelijke Raad bestaat, buiten de Koning als voorzitter, uit een vice-president en ten hoogste tien leden. De Raad kent een beperkt aantal taken, waarvan de taak van uitoefening van het Koninklijk gezag in bijzondere situaties nagenoeg fictief is geworden. De belangrijkste taken zijn de aanbeveling voor de benoeming van nieuwe staatsraden, het gehoord worden voorafgaand aan de benoeming van de vice-president en het schorsen en ontslaan van de vice-president en leden/staatsraden dan wel het bij ongeschiktheid wegens ziekte belasten met een andere taak, mocht zich dat voordoen. Ook komt de Raad in ceremoniële vergadering bijeen voor de verwelkoming van nieuwe staatsraden, het afscheid van staatsraden of de vice-president en natuurlijk de binnengeleiding van de vermoedelijke troonopvolger of van andere leden van het Koninklijk Huis aan wie bij koninklijk besluit zitting is verleend in de Raad.

De inhoudelijke werkzaamheden van advisering en bestuursrechtspraak worden uitgeoefend binnen de Afdelingen. De Raad staat naast en niet boven de Afdelingen. De Raad is dus niet het functionele bestuur. Beide Afdelingen kennen een voorzittersoverleg. De komende jaren vertrekken drie leden uit de grondwettelijke Raad. Om getalsmatig een voldoende bezetting van de Raad in de toekomst te waarborgen, kiest de Raad voor een paritair samengestelde Raad. Dit is een neutrale wijze van samenstelling. De Raad zal dan, naast de Koning, bestaan uit de vice-president en drie leden van de Afdeling advisering en drie leden van de Afdeling bestuursrechtspraak. De Raad kiest ervoor om voor de benoeming van leden uit de Afdelingen een gelijk en formeel criterium te hanteren: de datum van benoeming tot staatsraad als anciënniteitscriterium. De Wet op de Raad van State vormt geen beletsel om op deze wijze de Raad samen te stellen. De procedure in de wet is bedoeld voor nieuwe benoemingen van leden die van buiten komen. De discussie over de samenstelling van de Raad heeft in 2022 plaatsgevonden.

Samenstelling van de Afdeling advisering in 2022

Bij de Afdeling advisering werd per 1 juni staatsraad dr. S.J.C. (Sigrid) Hemels verwelkomd. Zij is de vervanger van staatsraad mr. dr. J.J.M. (Sjaak) Jansen die per 1 mei 2022 die Raad heeft verlaten. Ook nam de Afdeling op 19 januari afscheid van A.P.W. (Ad) Melkert als staatsraad in buitengewone dienst. Hij blijft wel aan de Afdeling advisering verbonden als voorzitter van de Expertisekring Miljoenennota en Onafhankelijk begrotingstoezicht. De Afdeling advisering nam verder op 13 april 2022 afscheid van oud-staatsraad mr. H.G. (Henk) Lubberdink. Hij was op 1 december 2021 met pensioen gegaan, maar daarna nog wel tijdelijk als adviseur aan de Afdeling advisering verbonden gebleven voor de advisering over het nieuwe Wetboek van Strafvordering.

Samenstelling van de Afdeling bestuursrechtspraak in 2022

Bij de Afdeling bestuursrechtspraak waren er meer mutaties. Die Afdeling bestuursrechtspraak kon in 2022 zes nieuwe staatsraden verwelkomen:

  • mr. C.H. (Kees) Bangma per 1 februari
  • mr. J.M. (Jannigje) Willems per 1 februari
  • mr. H. (Hilal) Benek per 1 mei
  • mr. dr. J.C.A. (Jurgen) de Poorter per 1 september
  • mr. H.J.M. (Hans) Besselink per 1 oktober
  • mr. H. (Hanneke) Schipper-Spanninga per 1 december

Daar stond het vertrek van drie staatsraden tegenover:

  • mr. G.M.H. (Gerrit) Hoogvliet per 1 februari
  • mr. R.J.J.M. (Ralph) Pans per 1 februari
  • mr. D.A.C. (Dick) Slump per 1 mei