Productie en doorlooptijden

Adviezen in 2022

In 2022 zijn 396 zaken aan de Afdeling advisering voorgelegd. Dit aantal ligt iets hoger dan vorig jaar met 389 zaken, maar lager dan de jaren daarvoor, toen het aantal zaken boven de 400 uitkwam.

Het grootste deel van de aanvragen gaat over de verplichte advisering over (rijks)wetsvoorstellen en algemene maatregelen van (rijks)bestuur (in 2022: 294; in 2021: 306). Daarvan zijn 28 adviesaanvragen ontvangen door de Afdeling advisering van het Koninkrijk; exact hetzelfde aantal als vorig jaar. Daarnaast zijn er onder meer 36 voorstellen voor onteigening, veertien naturalisaties en 21 verdragen (verplicht) voor advies aanhangig gemaakt. Tweede Kamerleden dienden in totaal dertien initiatiefwetsvoorstellen voor advies in (in 2020: veertien). Verder zijn er twee nota’s van wijziging voor advies voorgelegd.

De Afdeling advisering heeft in 377 zaken advies of voorlichting uitgebracht (in 2021: 431). Dat aantal was hoger dan in de prognose was opgenomen. Ten slotte heeft de Afdeling advisering in 2022 in het kader van het onafhankelijk begrotingstoezicht, vooruitlopend op haar reguliere voorjaarsrapportage, een brief gestuurd aan het kabinet, waarin enkele aanbevelingen worden gedaan voor de nadere uitwerking van de budgettaire kaders en begrotingsnormen die het kabinet aangekondigde.

Voorlichtingen in 2022

In 2022 bracht de Afdeling advisering negen voorlichtingen uit, in 2021 waren dat er vijf. De Afdeling advisering geeft voorlichting aan de regering, de Tweede Kamer en de Eerste Kamer.

In 2022 zijn vijf voorlichtingen gegeven aan de regering. Deze voorlichtingen gaan over:

  • de facultatieve protocollen inzake het VN-verdrag handicap, het IVRK en het IVESCR (W13.21.0367/III/Vo).
  • de mogelijkheden om het Stabiliteits- en Groeipact te hervormen (W06.22.0005/III/Vo).
  • het sanctioneren van een gedragscode voor bewindspersonen in relatie tot de ministeriële verantwoordelijkheid. (W04.22.0097/I/Vo).
  • een onverplichte tegemoetkoming voor zorgmedewerkers met langdurige post-COVID klachten (W13.22.0198/III/Vo).
  • de interbestuurlijke verhoudingen (W04.22.0132/I/Vo).

Daarnaast verstrekte de Afdeling advisering drie voorlichtingen aan de Tweede Kamer. Dit zijn voorlichtingen over:

  • de juridische mogelijkheden voor onafhankelijk onderzoek naar buitenlandse financiering van politieke partijen (W04.22.0111/I/Vo)
  • de vraag op welke wijze de Tweede Kamer de beschikking kan krijgen over het advies van de Afdeling advisering bij de voorhang van een algemene maatregel van bestuur (W04.22.0112/I/Vo)
  • de tweede nota van wijziging bij het wetsvoorstel ter implementatie van de EU-klokkenluidersrichtlijn (Kamerstuk 35851, nr. 12) (W04.22.0183/I/Vo).

De Afdeling advisering gaf één voorlichting aan de Eerste Kamer. Deze voorlichting gaat over het geamendeerde initiatiefwetsvoorstel-Bromet en Tjeerd de Groot over het schrappen van de geborgde zetels voor bedrijven in waterschapsbesturen (W04.22.0196/I/Vo).

Gemiddelde adviesduur en dicta

Over het jaar 2022 bedroeg de gemiddelde adviesduur 46 dagen. Dat is zes dagen langer dan de gemiddelde adviesduur in 2021 (40 dagen). In 2022 zijn de meeste zaken (239; 70,5%) binnen twee maanden afgedaan; in 2021 waren dat 313 zaken (75,8%). De intern afgesproken adviestermijn van drie maanden wordt in 36 gevallen overschreden (10,6%); in 2021 was dit 42 gevallen (10,2%).

De Afdeling advisering geeft aan het slot van de adviezen een eindoordeel. Dit eindoordeel wordt een ‘dictum’ genoemd. Voor het dictum wordt gebruikgemaakt van vier standaardformuleringen die de ‘zwaarte’ van het advies aangeven. Is er ingrijpende kritiek op het voorstel, dan zal dit tot een ‘zwaar dictum’ leiden. In 2022 krijgen 26 adviezen van de Afdeling advisering een zwaar dictum, in 2021 was dit aantal 54. In 2022 bedraagt het aandeel van de zware dicta 7,3%. Dat is ruim vijf procent lager dan het aandeel adviezen met een zwaar dictum in 2021 (12,9%).