Constitutioneel recht

Het constitutionele recht is een kennisgebied dat zowel de Afdeling advisering als de Afdeling bestuursrechtspraak raakt. Voor de duiding en uitleg van het constitutionele recht kan binnen de Raad van State gebruik worden gemaakt van het Constitutioneel Beraad (CB). Dit Beraad geeft intern adviezen bij vragen over de toepassing en uitleg van de Grondwet, nationale constitutionele beginselen, het Statuut van het Koninkrijk, het constitutionele recht van de Europese Unie (waaronder het Handvest van de grondrechten van de EU), het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) of een van de overige mensenrechtenverdragen waarbij Nederland partij is.

Het EVRM en het Handvest

Het EVRM is een internationaal verdrag waarin verschillende mensenrechten zijn vastgelegd voor alle inwoners van de staten die zijn aangesloten bij dat verdrag. De mensenrechten in dit verdrag vormen een belangrijke bron waaraan het handelen van de wetgever en het bestuur worden getoetst, mede vanwege het toetsingsverbod in artikel 120 Grondwet. Zowel de Afdeling advisering als de Afdeling bestuursrechtspraak moet vaak beoordelen hoe een voorstel of een besluit zich verhoudt tot de mensenrechten in het EVRM. In bepaalde gevallen gaat het ook om wetgeving of besluiten die raken aan het recht van de Europese Unie. In die gevallen wordt eveneens getoetst aan de rechten in het Handvest van de grondrechten van de EU, die grotendeels overeenkomen met de rechten in het EVRM.

In het verlengde daarvan gaat het in veel gevallen waarin de hulp van het CB wordt ingeschakeld, om de vraag hoe de rechten in het EVRM en het Handvest precies moeten worden uitgelegd en wat een recht betekent in een concreet geval. De interpretatie van deze fundamentele rechten is daarom een kernexpertise van het CB. Rechten waar het CB in 2022 over heeft geadviseerd zijn het recht op gelijke behandeling (artikel 14 EVRM), de vrijheid van meningsuiting (artikel 10 EVRM) en het recht op onderwijs (artikel 1 Eerste Protocol EVRM). Rechten waar het CB evenals voorgaande jaren ook vaak over adviseerde zijn het recht op privé- en familieleven (artikel 8 EVRM), het recht op privacy (artikel 8 EVRM en artikelen 7 en 8 Handvest), het recht op een eerlijk proces (artikel 6 EVRM) en het verbod op refoulement (artikel 3 EVRM).

Grondwet

Verschillende mensenrechten worden beschermd door onze Grondwet. Het afgelopen jaar is het recht op een eerlijk proces aan onze Grondwet toegevoegd en is het briefgeheim in artikel 13 Grondwet uitgebreid tot een algemeen communicatiegeheim. Artikel 120 Grondwet verbiedt de rechter om wetten te toetsen aan de grondrechten in de Grondwet. De gevallen waarin een beroep op de Grondwet kan worden gedaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak is daardoor beperkt. Tegelijkertijd zijn er altijd zaken waarin het toetsingsverbod er niet aan in de weg staat het handelen van het bestuur te toetsen aan de Grondwet. In sommige gevallen biedt een grondrecht in de Grondwet bovendien meer bescherming dan datzelfde recht in het EVRM of het Handvest. De Afdeling advisering heeft als adviseur van de wetgever daarnaast een belangrijke taak om te toetsen of wetsvoorstellen in overeenstemming zijn met de grondrechten in de Grondwet. Ook in 2022 heeft het CB de beide Afdelingen van de Raad daarom regelmatig geadviseerd over de uitleg van grondrechten in de Grondwet. Soms komen ook andere delen van de Grondwet, zoals institutionele bepalingen, in de advisering aan de orde.