Recht van de Europese Unie

De CrEU adviseert over Unierechtelijke vraagstukken in algemene zin, in concrete zaken en over (te stellen) prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU. De CrEU heeft zich in 2021 onder andere gebogen over de volgende thema’s in de advisering aan de Afdeling bestuursrechtspraak.

Algemene kamer: Algemene verordening gegevensbescherming

De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is op 25 mei 2018 in werking getreden. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft zich sindsdien in een toenemend aantal procedures over besluiten van bestuursorganen (waaronder die van de Autoriteit persoonsgegevens) gebogen over de AVG. Vanwege het Unierechtelijke karakter van deze verordening heeft ook de CrEU het afgelopen jaar vaak geadviseerd over de uitleg en toepassing van de AVG in het nationale bestuursrecht. Zo was er een zaak waarin een medewerker van de gemeente Leiden verzocht verslagen van zijn functionerings- en beoordelingsgesprekken uit het digitale personeelsadministratiesysteem te verwijderen dat de gemeente Leiden gebruikte (ECLI:NL:RVS:2021:154). In andere zaken ging het bijvoorbeeld over de vraag of een college van burgemeesters en wethouders een betrokkene om aanvullende informatie mocht vragen ter bevestiging van de identiteit van betrokkene (ECLI:NL:RVS:2021:1744), of de Raad voor Rechtsbijstand bijzondere persoonsgegevens mocht verzamelen voor de behandeling van een verzoek om toevoeging (ECLI:NL:RVS:2021:1028) en of de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de naam, adresgegevens en het zogenoemde KvK-nummer van een maatschap mocht doorgeven aan de Brancheorganisatie Akkerbouw (ECLI:NL:RVS:2021:2129).

Omgevingskamer: Europees milieurecht en het Verdrag van Aarhus

Het Europees milieurecht beïnvloedt het nationale omgevingsrecht in toenemende mate. Dat is ook in de advisering van de CrEU terug te zien. Zo speelde bij het verondiepen van een winningsplas met granuliet de Kaderrichtlijn afvalstoffen (Richtlijn 2008/98/EG) een belangrijke rol (ECLI:NL:RVS:2021:2282). De Richtlijn hernieuwbare energie (Richtlijn 2009/28/EG) werd nauw betrokken in de beoordeling of een bedrijf voldeed aan zijn jaarverplichting om een aandeel hernieuwbare energie te leveren (ECLI:NL:RVS:2021:2842). Bij de verlening van een watervergunning voor drie strekdammen moest worden beoordeeld of sprake was van achteruitgang van de toestand van de Westerschelde, zoals neergelegd in de Kaderrichtlijn Water (Richtlijn 2000/60/EG) (ECLI:NL:RVS:2021:1094).

Het Verdrag van Aarhus over informatie, inspraak in besluitvorming en toegang tot de rechter in milieuaangelegenheden blijft ook onverminderd van belang in zaken bij de Omgevingskamer. Het Hof van Justitie heeft in zijn arrest van 14 januari 2021 (Varkens in Nood) het Verdrag op een wijze uitgelegd die de nodige gevolgen heeft voor de toegang tot de rechter in milieuaangelegenheden in het omgevingsrecht (ECLI:EU:C:2021:7). De Afdeling bestuursrechtspraak heeft over de gevolgen van dat arrest richtinggevende uitspraken gedaan op 14 april 2021 en 4 mei 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:786 en ECLI:NL:RVS:2021:953). Ook de CrEU heeft meerdere keren over de uitleg en toepassing van dit Verdrag geadviseerd.

Vreemdelingenkamer: Europees migratierecht

De CrEU heeft ook in 2021 vaak geadviseerd over de uitleg en toepassing van het Europese migratierecht. De advisering ging ook over de zes prejudiciële vragen die de Afdeling bestuursrechtspraak op het vlak van het Europees migratierecht heeft gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. Zo stelde de Afdeling bestuursrechtspraak de vraag of een (voormalig) burger van de Unie die over een duurzaam verblijfsrecht in de zin van de Verblijfsrichtlijn (Richtlijn 2004/38/EG) beschikt dit recht behoudt als hij of zij niet meer in Nederland woont, maar wel elk jaar kort naar Nederland komt (ECLI:NL:RVS:2021:2279). Ook stelde de Afdeling bestuursrechtspraak vragen over de uiterste termijn in de Dublinverordening (Verordening (EU) 604/2013) waarbinnen een vreemdeling kan worden overgedragen aan de verantwoordelijke lidstaat en over de mogelijkheden om die termijn op te schorten door het instellen van rechtsmiddelen tegen het overdrachtsbesluit (ECLI:NL:RVS:2021:1929). De andere verwijzingsuitspraken gingen over de vraag

(1) of een door een lidstaat op grond van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer verstrekte diplomatieke kaart een verblijfstitel is als bedoeld in de Dublinverordening (ECLI:NL:RVS:2021:1873);

(2) of het intrekken van de verblijfsvergunning van drie Turkse onderdanen die al meer dan dertig jaar in Nederland woonden in strijd is met de zogenoemde standstillbepaling uit de Turkse associatieovereenkomst (Besluit nr. 1/80) (ECLI:NL:RVS:2021:1310), en

(3) of de Dublinverordening zich verzet tegen opschorting van de overdrachtstermijn waarbinnen een vreemdeling kan worden overgedragen aan de verantwoordelijke lidstaat, wanneer een vreemdeling tijdens de Dublinprocedure een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning indient, omdat hij stelt in Nederland en/of in de verantwoordelijke lidstaat slachtoffer te zijn geworden van mensenhandel en de vreemdeling, en tegen de afwijzing van die aanvraag bezwaar maakt (ECLI:NL:RVS:2021:1124).

De Afdeling bestuursrechtspraak stelde het Hof van Justitie ook nog de vraag of de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de zogeheten ‘chain rule’ mag toepassen om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor behandeling van een asielverzoek, wanneer de vreemdeling meerdere asielaanvragen in meerdere lidstaten heeft ingediend (ECLI:NL:RVS:2021:983, ECLI:NL:RVS:2021:984 en ECLI:NL:RVS:2021:985).

Afdeling advisering

De CrEU heeft in 2021 ten slotte de Afdeling advisering geadviseerd over het ongevraagde advies ‘Koninkrijk, verdragen en het Unierecht’ (W04.20.0361/I).