Productie en doorlooptijden
Adviezen in 2021
In 2021 zijn 389 zaken aan de Afdeling advisering voorgelegd. Dit aantal ligt lager dan de afgelopen jaren, toen het aantal zaken boven de 400 uitkwam. Een uitzondering was het jaar 2020 toen zelfs ruim 500 adviesaanvragen zijn ingediend. Dat had onder meer te maken met het grote aantal coronagerelateerde zaken dat in 2020 voor advies aan de Afdeling advisering is voorgelegd.
Redenen voor het relatief lager aantal adviesaanvragen in 2021 zijn de verkiezingen voor de Tweede Kamer, het demissionaire karakter van het kabinet (sinds 15 januari 2021), het feit dat in het parlement diverse onderwerpen controversieel zijn verklaard en de kabinetsformatie. Het is overigens een vaste trend voor een verkiezingsjaar dat minder zaken voor advies worden voorgelegd.
Ook in 2021 adviseerde de Afdeling advisering regelmatig over regelgeving die verband houdt met de coronapandemie. In 2021 zijn er in totaal 46 coronagerelateerde adviezen uitgebracht. Een aantal van die adviezen is met toepassing van de spoed- of zelfs de noodprocedure vastgesteld. Toepassing van de spoedprocedure houdt in dat de zaak met spoed wordt afgedaan en het advies in een reguliere vergadering van de Afdeling advisering op woensdagmiddag wordt vastgesteld. De noodprocedure wordt toegepast als een uitzonderlijk spoedeisend geval zich voordoet. In dat geval stelt de voorzitter van de Afdeling advisering in overleg met de sectievoorzitter en rapporteur het advies vast. Vervolgens wordt het vastgestelde advies zo snel mogelijk uitgebracht en direct in afschrift ter kennisneming toegezonden aan alle leden van de Afdeling advisering.
Het grootste deel van de aanvragen heeft betrekking op de verplichte advisering over (rijks)wetsvoorstellen en algemene maatregelen van (rijks)bestuur (in 2021: 306; in 2020: 410). Daarnaast zijn er onder meer 21 voorstellen voor onteigening, negen naturalisaties en achttien verdragen (verplicht) voor advies aanhangig gemaakt. Tweede Kamerleden dienden in totaal veertien initiatiefwetsvoorstellen voor advies in (in 2020: achttien). Verder zijn er zeven nota’s van wijziging voor advies voorgelegd.
De Afdeling advisering heeft in 431 zaken advies of voorlichting uitgebracht (in 2020: 484). Dat aantal was hoger dan in de prognose was opgenomen. Op die manier is de voorraad afgewikkeld die rond de jaarwisseling 2020/2021 ontstond door de hoge instroom van zaken in 2020. Ten slotte heeft de Afdeling advisering in 2021 twee spontane adviezen uitgebracht: één over het Koninkrijk, verdragen en het Unierecht en één over het nood- en crisisrecht.
Voorlichtingen in 2021
In 2021 bracht de Afdeling advisering vijf voorlichtingen uit. Ook dit zijn er minder dan in voorgaande jaren (2020: zestien en in 2019: tien). De Afdeling advisering geeft op verzoek van regering, Tweede Kamer of Eerste Kamer voorlichting.
In 2021 zijn drie voorlichtingen gegeven aan de regering (in 2020: zeven). Deze door de regering openbaar gemaakte voorlichtingen gaan over:
- interbestuurlijke verhoudingen (20.0440/I/Vo);
- de te volgen procedure bij de vooropening van briefstemmen (21.0076/Vo); en
- de mogelijkheid van een gerichte tegemoetkoming aan Surinaamse Nederlanders met een onvolledige AOW-opbouw (21.0290/III/Vo).
Daarnaast verstrekte de Afdeling advisering één voorlichting aan de Tweede Kamer (in 2020: drie). Deze door de Tweede Kamer openbaar gemaakte voorlichting gaat over de verenigbaarheid van andere functies met het Kamerlidmaatschap (W04.21.0234/I/Vo).
De Afdeling advisering gaf één voorlichting aan de Eerste Kamer (in 2020: zes). Deze door de Eerste Kamer openbaar gemaakte voorlichting gaat over het wetsvoorstel inzake gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (W16.21.0223/II/Vo).
Gemiddelde adviesduur en dicta
Over het jaar 2021 bedroeg de gemiddelde adviesduur 40 dagen. Dat is twee dagen korter dan de gemiddelde adviesduur in 2020 (42 dagen). In 2021 zijn de meeste zaken (313; 75,8%) binnen twee maanden afgedaan; in 2020 waren dat 330 zaken (73,7%). De intern afgesproken adviestermijn van drie maanden is in 42 gevallen overschreden (10,2%); in 2020 waren dat 55 gevallen (12,2%).
De Afdeling advisering geeft aan het slot van de adviezen een eindoordeel. Dit eindoordeel wordt een ‘dictum’ genoemd. Voor het dictum wordt gebruikgemaakt van vier standaardformuleringen die de ‘zwaarte’ van het advies aangeven. Is er ingrijpende kritiek op het voorstel, dan zal dit tot een ‘zwaar dictum’ leiden. In 2021 kregen 54 adviezen van de Afdeling advisering een zwaar dictum (in 2020: 43 adviezen). In 2021 bedroeg het aandeel van de zware dicta 12,9%. Dat is ruim drie procent hoger dan het aandeel adviezen met een zwaar dictum in 2020 (9,2%).