Novel Hadji

Medewerker administratie bij de directie Bestuursrechtspraak

“Ik kom uit Noord-Irak, waar ik de opleiding heb afgerond voor onderwijzer. Ik heb daar ook een theateropleiding gevolgd en maakte enkele kleine toneelproducties. Die waren in de ogen van het toenmalige regime ‘te kritisch’. Ik was er mijn leven niet zeker, ben gevlucht en kwam in 1999 in Nederland terecht.

Ik zat vier jaar in opvangcentra en leerde in die tijd Nederlands. Daarna had ik allerlei kleine baantjes. In 2006 volgde ik een opleiding tot beveiliger en centralist. Maar de nachtdiensten begonnen me zwaar te vallen, ik had inmiddels kleine kinderen. Met mijn diploma, en dat van bedrijfshulpverlening, kon ik terecht bij de Raad van State, als centralist op de meldkamer van de beveiliging. Daar vang je alle meldingen op, over incidenten, brand, mensen die onwel zijn geworden, verdachte pakketjes die binnenkomen, personen die lopen waar ze niet mogen komen. Dan stuur je collega’s van de beveiliging erop af. In de coronatijd kregen medewerkers van de Raad het advies om zoveel mogelijk thuis te werken, maar wij moesten altijd in het gebouw aanwezig zijn."

"Na al die jaren kreeg ik de kans aan de slag te gaan als medewerker administratie bij de directie Bestuursrechtspraak. Iets heel anders maar dat past bij mij, ik ben van de uitdagingen en van dóórgaan. Ik zou één jaar gaan werken op detacheringsbasis, maar na zeven maanden werd ik door de directie Bestuursrechtspraak al overgenomen."

Ik heb meer dan honderd dossiers onder me.

"Op mijn afdeling, de griffie van de Omgevingskamer van de Afdeling bestuursrechtspraak, werken zeven mensen. We boeken alles in rond een dossier – ik heb nu meer dan honderd rechtszaken onder me. We registeren post van bestuursorganen en beroepschriften van appellanten. We sturen alles door naar de wederpartijen, we informeren hen over de voortgang, we maken alles klaar voor de juristen die de zaak inhoudelijk voorbereiden en beoordelen. We zijn een belangrijke schakel tussen alle procespartijen. Veel van die stukken lees ik ook: ze gaan over ontvankelijkheid, beroepsgronden, termijnen. Ik ben geen jurist, maar probeer me het juridische wel eigen te maken. Om ook weer van te leren.”