De betekenis van de internationale rechtsorde voor de burger
Van tijd tot tijd komt de invloed van internationale regels en afspraken volop in de belangstelling, bijvoorbeeld wanneer spraakmakende rechtszaken de voorpagina’s van de kranten halen. De Urgenda-zaak,1 waarin de Hoge Raad de staat opdroeg om de uitstoot van broeikasgassen ten opzichte van 1990 met 25 procent te verminderen voor eind 2020, was in dat opzicht baanbrekend. Een plicht die volgens de Hoge Raad voortvloeit uit het EVRM;2 een verdrag dat ertoe strekt om het leven en welzijn van burgers te beschermen. Deze verdragsverplichtingen rusten mogelijk zelfs op een privaat bedrijf als Shell, gezien een uitspraak van de rechtbank Den Haag met potentieel vergaande maatschappelijke gevolgen.3 Beide zaken laten zien dat (op het oog abstracte) mensenrechtenverdragen tot positieve verplichtingen kunnen leiden om concrete klimaat- en milieudoelstellingen te behalen.
Grote maatschappelijke gevolgen had ook de ‘PAS-uitspraak’, waarin de Afdeling bestuursrechtspraak in mei 2019 op grond van Europese natuurwetgeving en rechtspraak van het Europese Hof van Justitie4 een streep zette door de ‘Programmatische Aanpak Stikstof’.5 Deze uitspraak leidde ertoe dat regering en parlement op zoek moesten naar andere oplossingen om binnen de grenzen van uitstoot van stikstof te blijven, wat voor sectoren zoals de landbouw, woningbouw en industrie ingrijpende gevolgen heeft.
Ook buiten deze ‘grote zaken’ hebben het internationale en Europese recht grote invloed op het dagelijks leven van burgers, en bepalen zij grotendeels de spelregels waarbinnen bedrijven opereren.
Bedrijven en de internationale rechtsorde
Bedrijven kunnen eenvoudiger grensoverschrijdend zaken doen, dankzij afspraken op het terrein van bijvoorbeeld belastingen, importheffingen, intellectuele eigendom en technische standaarden. EU-regels bevorderen eerlijke concurrentie tussen bedrijven op de Europese markt. Zo kan een bouwer uit Brabant meedingen naar opdrachten van Duitse deelstaten en is het voor een Zeeuwse restauranthouder mogelijk zijn geluk net over de grens in België te beproeven. Sommige voordelen zijn financieel. Veel Nederlandse boerenbedrijven komen in aanmerking voor Europese landbouwsubsidies.
Deze regels hebben twee kanten. Een keerzijde van Europese (aanbestedings)regels, om een voorbeeld te noemen, is dat bedrijven uit andere lidstaten ook mogen meedoen met een aanbesteding in Nederland. Belastingverdragen, om een ander voorbeeld te noemen, beogen niet alleen dubbele belastingheffing te voorkomen, maar stellen ook paal en perk aan belastingontwijking door internationaal opererende bedrijven.6 Tot slot ervaren bedrijven de Unierechtelijke regels soms als (onnodig) complex en technisch, bijvoorbeeld bij Europese aanbestedingsprocedures en administratiefrechtelijke verplichtingen die gepaard gaan met de aanvraag van Europese subsidies. Als bedrijven zich niet aan deze regels houden, riskeren zij soms fikse boetes, zoals vrachtwagenchauffeurs, als zij zich niet houden aan de verplichte (registratie van) dagelijkse en wekelijkse rusttijden.7
Burgers en de internationale rechtsorde
Veel internationale afspraken, vooral die in EU-verband tot stand zijn gekomen, zijn relevant in het leven van alledag van burgers, ook al zijn ze niet altijd herkenbaar. Burgers kunnen daaraan rechten ontlenen, die zij kunnen afdwingen bij de rechter. Consumenten worden beschermd tegen oneerlijke bedingen in algemene voorwaarden in consumentenovereenkomsten,8 die door de rechter worden getoetst wanneer partijen er geen beroep op doen. Verder stellen EU-regels hoge eisen aan de kwaliteit van levensmiddelen en aan de veiligheid van producten, zoals telefoons en medicijnen. De privacy en gegevens van burgers worden beschermd door de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).9
De internationale rechtsorde is ook van invloed op privaatrechtelijke rechtsverhoudingen.10 Op dit terrein bestaat een groot aantal internationale verdragen, zoals het Verdrag betreffende de Burgerlijke Rechtsvordering (1954), het Haags huwelijksvermogensverdrag (1978),11 het Kinderbeschermingsverdrag (1996).12 Deze zijn vaak tot stand gekomen in het kader van de Haagse Conferentie voor het Internationaal Privaatrecht.13 Ook Unierechtelijke verordeningen regelen onder meer de wederzijdse erkenning van echtscheidingsvonnissen14 en bepalen dat in andere lidstaten gewezen rechterlijke vonnissen in ‘burgerlijke en handelszaken’ in veel gevallen direct uitvoerbaar zijn in Nederland (of een andere lidstaat).15 Zelfs de Unierechtelijke vrij-verkeersregels zijn van invloed op familie- en gezinszaken. Het Hof van Justitie van de Europese Unie oordeelde recent nog dat een lidstaat – ook als die lidstaat zelf het huwelijk tussen mensen van hetzelfde geslacht niet erkent – verplicht is om een in een andere lidstaat afgegeven geboorteakte te erkennen waarin twee ouders van hetzelfde geslacht worden aangewezen.16
De invloed van de internationale rechtsorde is soms indirect. Zo heeft de nationale bestuursrechter in lijn met Unierechtelijke en EVRM-rechtspraak geoordeeld dat bij de toetsing van de evenredigheid van overheidsbesluiten meer rekening moet worden gehouden met de individuele belangen van burgers en de concrete omstandigheden van het geval. Daarmee ontstaat ruimte voor een intensievere toetsing door de bestuursrechter om onevenredige uitkomsten van overheidsbesluiten te voorkomen.17
Internationale verdragen en afspraken die soms ‘ver van burgers’ lijken af te staan, zijn vaak minder abstract en politiek dan gedacht. Zo beschermen milieuafspraken eerst en vooral en heel concreet het leven en de gezondheid van burgers. Denk aan het internationale milieuverdrag dat het dumpen van afval in de zee verbiedt en aan het verdrag dat het grensoverschrijdend verkeer van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering daarvan reguleert.18 Ook de VN-Verdragen bieden bescherming aan burgers in concrete, alledaagse zaken. Uit het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind volgt bijvoorbeeld dat rekening moet worden gehouden met de belangen van kinderen bij de vraag of een gezin met voorrang in aanmerking komt voor een sociale huurwoning.19 In het licht van het VN-Vrouwenverdrag oordeelde de rechter dat vrouwelijke zelfstandigen recht hebben op bevallingsverlof met behoud van inkomen.20 En net als bedrijven kunnen burgers te maken krijgen met bilaterale belastingverdragen. In die verdragen wordt bepaald welke staat in welk geval de bevoegdheid heeft belasting te heffen, met als doel dubbele belastingheffing te voorkomen.
Verder vindt ook het sociaal beleid deels zijn bedding in internationale afspraken. Zo is als onderdeel van het Verdrag van Versailles in 1919 de Internationale Arbeidsorganisatie (‘ILO’) opgericht, vanuit de overtuiging dat sociale rechtvaardigheid een randvoorwaarde vormt voor duurzame vrede. De ILO heeft onder andere tot doel het recht op fatsoenlijk werk te bevorderen en sociale zekerheid in te voeren en te verbeteren. Sinds haar oprichting hebben meer dan 180 ILO-verdragen het levenslicht gezien, die merendeels door Nederland zijn geratificeerd en waarvan een aantal ook gevolgen heeft gehad voor het Nederlandse arbeidsrecht.21
Maar ook voor burgers geldt dat de voordelen van internationale samenwerking en Europese regels vaak een keerzijde hebben. Waar het Unierecht het voor Nederlanders makkelijker maakt in een andere lidstaat te werken of te studeren, geldt dat uiteraard ook andersom. Bedrijven kunnen hun activiteiten ook gemakkelijker naar het buitenland verplaatsen, bijvoorbeeld wanneer daar de lonen lager zijn. Hoewel regels van internationaal en Europees recht op sociaal terrein bescherming bieden, leidt arbeidsmigratie soms nog steeds tot slechte verhoudingen op de arbeidsmarkt. Het feit dat onze eigen arbeidsmarkt openstaat voor buitenlandse werknemers kan grote gevolgen hebben voor mensen. Werkgevers kunnen om meerdere redenen kiezen voor arbeidskrachten uit het buitenland. Dat kan voor Nederlanders niet alleen de kans op een baan verkleinen, maar ook een loondrukkend effect hebben.
Internationale samenwerking: rechten én plichten
Burgers en bedrijven zijn niet slechts toeschouwers bij de internationale rechtsorde, zij staan er middenin. Veel zaken die nu vanzelfsprekend zijn, zoals de mogelijkheid om zonder veel belemmeringen in de winter op vakantie te gaan naar Spaanse stranden, waren dat niet zónder internationale afspraken en Europese regels. De invoering van één gezamenlijke munt, de euro, heeft hieraan in het bijzonder bijgedragen. Wat het betekent vrij te kunnen reizen binnen de Europese Unie is duidelijk geworden tijdens de coronapandemie, toen veel lidstaten hun grenzen in deze uitzonderlijke situatie sloten in de hoop het virus buiten de deur te houden. EU-regels hebben ook een einde gemaakt aan veel ongemakken. Hoge roamingkosten voor het gebruik van internet met een mobiele telefoon in het buitenland, die tot een aantal jaar geleden het vakantieplezier bedierven, behoren tot het verleden. En dat we voor een bezoek aan landen in de eurozone geld moesten wisselen, is een herinnering aan lang vervlogen tijden.
Bovendien worden burgers en bedrijven beschermd door grondrechten en mensenrechten in verdragen, zoals het EVRM en de VN-Verdragen, en in het Europees Sociaal Handvest en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.22 Burgers staan niet met lege handen als mensenrechten worden geschonden. Zij kunnen veel van deze rechten inroepen voor de nationale rechter en zij kunnen na uitputting van de nationale rechtsmiddelen, een individueel verzoekschrift indienen bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg of bij sommige verdragscomités in Genève. En als ‘algemene Europese restrechter’23 garandeert de nationale rechter dat het EU-recht wordt toegepast en gerespecteerd.24 Hij kan prejudiciële vragen stellen aan het Hof van Justitie als twijfel bestaat over de uitleg en geldigheid van het Europese recht. Zo komt een rechterlijke dialoog tot stand die de spil vormt van het gelaagde systeem van Europese rechtsbescherming.25
Kortom, internationale afspraken en Europese regels bieden rechten en voordelen aan burgers en bedrijven. Zij geven aan hen instrumenten in handen om die rechten af te dwingen bij de rechter. Maar niets gaat voor niets, want zij ervaren ook de verplichtingen en lasten ervan, en moeten rechterlijke uitspraken accepteren.26 Dat is de deal: het zijn twee kanten van dezelfde medaille. Dit is overigens niet anders in de nationale rechtsorde. De burger plukt daarvan ook niet alleen de vruchten, maar heeft net zo goed te maken met verplichtingen die daaraan zijn verbonden.
Voetnoot 1
(1) HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2006.
Voetnoot 2
(2) Het gaat om artikel 2 (recht op leven) en 8 (gezinsleven, privacy) EVRM.
Voetnoot 3
(3) Rechtbank Den Haag 26 mei 2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:5337.
Voetnoot 4
(4) Het gaat om de ‘Habitatrichtlijn’ (Richtlijn 92/43/EEG) en het arrest HvJ EU 7 november 2018, ECLI:EU:C:2018:882.
Voetnoot 5
(5) ABRvS 29 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1603.
Voetnoot 6
(6) Zo bevatten recent gesloten of aangepaste belastingverdragen vaak de door de OESO geformuleerde ‘minimumstandaard’ die landen de mogelijkheid geeft om aan bedrijven de verdragsvoordelen niet te verlenen als belastingbesparing één van de belangrijkste redenen is van de bedrijven om een transactie op te zetten. Zie de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2020, p. 3, Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2020.pdf (overheid.nl).
Voetnoot 7
(7) Zie Verordening (EG) 561/2006 en de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit 2013. Zie verder ABRvS 9 juni 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1232.
Voetnoot 8
(8) Zie bijvoorbeeld rechtbank Rotterdam, 14 januari 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:280.
Voetnoot 9
(9) Zo kan het bewaren van gegevens van kaartlezers bij ondergrondse afvalcontainers op gespannen voet staan met Europese privacyregels: ABRvS 30 juni 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1420.
Voetnoot 10
(10) Zie daarover W. van Genugten, D. Heerdt & N. Schrijver, Ontdek het internationale recht, met bijzondere aandacht voor de rol van Den Haag, internationale stad van vrede en recht, Oisterwijk: Wolf Legal Publishers 2017.
Voetnoot 11
(11) Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime.
Voetnoot 12
(12) Verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen.
Voetnoot 13
(13) De conferentie kwam voor het eerst bijeen in 1893.
Voetnoot 14
(14) Verordening (EU) 2019/1111 (Brussel II-bis, herschikt).
Voetnoot 15
(15) Verordening (EU) 1215/2012 (Brussel I-bis).
Voetnoot 16
(16) HvJ EU 14 december 2021, ECLI:EU:C:2021:1008 (Pancharevo).
Voetnoot 17
(17) ABRvS 2 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:285.
Voetnoot 18
(18) Verdrag inzake de voorkoming van verontreiniging van de zee ten gevolge van het storten van afval en andere stoffen (1972) en Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan (1989).
Voetnoot 19
(19) ABRvS 19 januari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:151.
Voetnoot 20
(20) CRvB 27 juli 2017, ECLIN:NL:CRVB:2017:2461.
Voetnoot 21
(21) Zie hierover nader: P. van der Heijden, De ILO en het Nederlandse arbeidsrecht, ArA, 2018/1.
Voetnoot 22
(22) Zie ook paragraaf 2.
Voetnoot 23
(23) R. Ortlep en R.J.G.M. Widdershoven, ‘Hoofdstuk VI. Rechtsbescherming’, in S. Prechal, R.J.G.M. Widdershoven e.a., Inleiding tot het Europees Bestuursrecht, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2017, p. 327, 328.
Voetnoot 24
(24) ‘Juge de droit commun du droit de l’Union’, aldus het Hof van Justitie: zie https://curia.europa.eu/jcms/jcms/Jo2_7024/fr/.
Voetnoot 25
(25) K. Lenaerts, ‘Constitutional Relationships between Legal Orders and Courts within the European Union’ (speech gehouden tijdens XXIXth FIDE Congres in Den Haag op 4 november 2021), integraal opgenomen in de EU Law Live Weekend Edition nº 81, 2021, beschikbaar op eulawlive.com.
Voetnoot 26
(26) Vgl. Lenaerts 2021, p. 8.