Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.787
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202205015/2/V2

Bij besluit van 6 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingetrokken, een aanvraag om de geldigheidsduur van die verblijfsvergunning te verlengen afgewezen, de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2672
Datum uitspraak
15 september 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205015/2/V2

202004879/1/R2

Bij besluit van 19 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Mill en Sint Hubert, nu Land van Cuijk aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het verplaatsen en aanleggen van inritten en het realiseren van een mestput op het perceel [locatie 1] te Mill. [vergunninghouder] is eigenaresse van het perceel. Zij woont daar en houdt er paarden. [appellante] woont aan de [locatie 2] in Mill en ervaart overlast van de activiteiten op het perceel, waarvoor zij bij het college om handhaving heeft verzocht. Naar aanleiding van dit handhavingsverzoek heeft [vergunninghouder] de omgevingsvergunning voor de mestput en de inritten aangevraagd, wat heeft geleid tot het besluit van 19 juni 2019. Volgens [appellante] had het college de omgevingsvergunning niet mogen verlenen, omdat die in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Ook heeft het college nagelaten een omgevingsvergunning te verlenen voor het gebruik van de mestput in strijd met de woonbestemming, aldus [appellante].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2586
Datum uitspraak
14 september 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202004879/1/R2

202004905/1/R2

Bij besluit van 9 juli 2020 heeft de raad van de gemeente Land van Cuijk het bestemmingsplan "Buitengebied, [locatie 1] en [locatie 2]" gewijzigd vastgesteld. Het plan wijzigt de bestemming op de percelen aan de [locatie 1] en [locatie 2] van "Wonen" en "Agrarisch" naar "Wonen". [partij] is eigenaresse van het perceel aan de [locatie 1] in Mill, waar zij woont en paarden houdt. [appellante] woont op het perceel [locatie 3] en verzet zich tegen het plan. Volgens haar is de wijziging van de bestemming niet in overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening. [appellante] betoogt dat de raad het plan in strijd met een goede ruimtelijke ordening heeft vastgesteld. Het plan heeft volgens [appellante] alleen als doel het legaliseren van alle overtredingen op het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2682
Datum uitspraak
14 september 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202004905/1/R2

202006829/1/R2

Bij besluit van 11 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Mill en Sint Hubert, nu Land van Cuijk [appellant sub 2] lasten onder dwangsom opgelegd om een einde te maken aan diverse overtredingen op het perceel aan de [locatie 1] in Mill. [appellant sub 2] is eigenaresse van het perceel. Zij woont daar en houdt er paarden. [appellant sub 1] woont aan de [locatie 2] in Mill en ervaart overlast van de activiteiten op het perceel. Zij heeft op 20 mei 2019 een handhavingsverzoek ingediend bij het college, onder meer vanwege vermeende bedrijfsmatige activiteiten op het perceel die met het bestemmingsplan in strijd zijn en geuroverlast. De overtredingen waarvoor de lasten onder dwangsom zijn opgelegd, gaan over de paardenstal, de kapschuur, de rijbak, de lichtmasten, de verhardingen, de aanlegactiviteiten en de omheining aan de straatzijde. In dat besluit deelt het college mee dat voor een aantal van deze overtredingen een omgevingsvergunning kan worden aangevraagd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2587
Datum uitspraak
14 september 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202006829/1/R2

202100405/1/A2

Bij besluit van 7 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Bilt een aanvraag van [appellante] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. Het geschil tussen partijen gaat over de hoogte van de bij besluit van 11 december 2019 toegekende tegemoetkoming in planschade. [appellante] is sinds 1 maart 2004 eigenares van de woning aan de [locatie] te Bilthoven. Op 27 juli 2017 heeft zij bij het college een aanvraag ingediend om tegemoetkoming in planschade die zij in de vorm van waardevermindering van de woning heeft geleden door de inwerkingtreding van het bij raadsbesluit van 23 juni 2011 vastgestelde bestemmingsplan Emmaplein en Vinkenplein Bilthoven. Ter toelichting van de aanvraag heeft zij aangevoerd dat dit plan het mogelijk heeft gemaakt om in het gebied ten noorden van het Vinkenplein en ten zuiden van de Julianalaan (hierna: het plangebied) nieuwbouw (het zogenoemde L-gebouw) te realiseren en dat zij hierdoor in een nadeliger planologische situatie is terechtgekomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2678
Datum uitspraak
14 september 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202100405/1/A2

202100788/1/A2

Bij besluit van 16 juni 2020 heeft de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen een aanvraag van [wederpartij] tot het verkrijgen van een verklaring van rijgeschiktheid voor het besturen van motorrijtuigen van de categorieën B en T, afgewezen. [wederpartij] is in 2010 en 2013 onder invloed van alcohol aangehouden waarna aan hem een Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer (EMA-cursus) is opgelegd. [wederpartij] heeft deze cursus niet gevolgd. Dit heeft er toe geleid dat hij ongeschikt is verklaard voor het besturen van een motorvoertuig. In 2015 is [wederpartij] na een psychiatrisch onderzoek weer rijgeschikt geacht voor de duur van één jaar, zodat na afloop van die termijn zijn rijgeschiktheid opnieuw onderzocht zou kunnen worden. Na het verlopen van die termijn is [wederpartij] echter blijven rijden zonder dat een nieuw onderzoek naar zijn rijgeschiktheid heeft plaatsgevonden. In 2019 is [wederpartij] staande gehouden wegens een verkeersovertreding.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2685
Datum uitspraak
14 september 2022
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202100788/1/A2

202101091/1/R4

Bij besluit van 7 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Terneuzen [appellant] onder aanzegging van bestuursdwang gelast vrijgekomen asbest dat ligt op het perceel aan de [locatie] te Philippine volledig te laten verwijderen door een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf. Daarbij heeft het college bepaald dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang voor rekening van [appellant] komen. [appellant] exploiteert aan de [locatie] een eenmanszaak. Het betreft een loon-en handelsbedrijf. [appellant] pacht het perceel voor het deponeren van snoeihout en takkenhout. Het perceel is eigendom van Staatsbosbeheer. Het college heeft op 27 februari 2019 een stookontheffing verleend aan [appellant] voor het verbranden van snoeihout en takkenhout van 1 januari 2019 tot en met 1 mei 2019. Tussen 1 september 2018 en 1 maart 2019 mag slootmaaisel worden verbrand. [appellant] wil op zijn perceel aan de [locatie] een oude schuur slopen en daarvoor in de plaats een nieuwe schuur bouwen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2675
Datum uitspraak
14 september 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202101091/1/R4

202102771/4/R1

Bij tussenuitspraak van 30 maart 2022, ECLI:NL:RVS:2022:945, heeft de Afdeling het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland opgedragen het geconstateerde gebrek in het besluit van 28 april 2020 tot vaststelling van het projectplan "Waterwet Oeververvanging Gouwe voor werkvak 8, het Nauw van Boskoop" te herstellen. De Afdeling heeft onder 5 van de tussenuitspraak geoordeeld dat het college het projectplan, in strijd met artikel 3:2 van de Awb, niet met de vereiste zorgvuldigheid heeft vastgesteld. In het gewijzigde projectplan staat in paragraaf 3.2 dat, over het gehele traject, een deel van de aanwezige puinbestorting voor de bestaande oever wordt verwijderd ten behoeve van de heisleuf die nodig is voor het aanbrengen van de nieuwe damwand. Voor het overige blijft de puinbestorting en dus het talud intact. Verder staat in deze paragraaf dat in de nieuwe constructie de nieuwe damwand voor de oude damwand aan de waterzijde wordt geplaatst.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2689
Datum uitspraak
14 september 2022
  • Hoger beroep
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202102771/4/R1

202102889/1/A2

Bij besluit van 4 juli 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Utrecht een aanvraag van [appellante] om subsidie op grond van de POP3 Jonge Landbouwers Utrecht 2018, afgewezen. [appellante] heeft op 28 december 2018 een aanvraag om subsidie inzake POP3 Jonge Landbouwers Utrecht 2018 ingediend voor investeringscategorie 2 van het besluit tot openstelling van de Jonge Landbouwersregeling van 6 november 2018. Het Openstellingsbesluit vormt een nadere uitwerking van de Verordening subsidies POP3 2014-2020 provincie Utrecht. De aanvraag van [appellante] heeft betrekking op de aankoop en opbouw van een windmolen voor een bedrag van € 44.000,00. Dit bedrag is opgebouwd uit een bedrag van € 40.845,00 exclusief BTW voor een ‘E.A.Z. twaalf windmolen’ en een bedrag van € 3.155,00. Dit laatste bedrag bestaat uit een aanvraag omgevingsvergunning, melding activiteitenbesluit, leges, advies welstand en aanvraag SDE+ subsidie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2679
Datum uitspraak
14 september 2022
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202102889/1/A2

202102964/1/R3

Bij besluit van 31 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan [appellant sub 2] omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van het pand aan de [locatie] in Den Haag tot 24 appartementen. [appellant sub 2] is eigenaar van het pand aan de [locatie 1] in Den Haag. Eerder werd dit pand gehuurd door zorginstelling Parnassia. In het pand waren toen groepswoningen voor verslaafden aanwezig. Omdat Parnassia het pand niet langer wilde huren, heeft [appellant sub 2] het plan opgevat om het pand te wijzigen in 24 appartementen. Daarvoor is een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan nodig, want in het bestemmingsplan "Regentesse-/Valkenboskwartier" hebben de gronden waarop het pand staat de bestemming "Maatschappelijk - Gezondheidszorg". Het bestemmingsplan bepaalt ook dat, kort gezegd, voldoende ruimte voor het parkeren van auto's moet zijn gerealiseerd op eigen terrein bij het gebouw.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2690
Datum uitspraak
14 september 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202102964/1/R3

202103043/1/R3

Bij besluit van 8 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ameland aan [vergunninghouder] omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een berging op het perceel [locatie 1] in Nes. [vergunninghouder] is eigenaar van het perceel. Hij wil in de tuin bij de woning op het perceel een schuur van 5 bij 3 m bouwen en bestrating aanleggen. Het perceel maakt onderdeel uit van de oude dorpskern van Nes die in 1969 op rijksniveau is aangewezen als beschermd dorpsgezicht. In het bestemmingsplan "Nes" heeft het deel van het perceel waar [vergunninghouder] de schuur wil bouwen de bestemming "Tuin", met dubbelbestemmingen "Waarde-Archeologie" en "Waarde-Beschermd dorpsgezicht". Het bestemmingsplan staat hier geen gebouwen toe.

Datum uitspraak
14 september 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202103043/1/R3

202103426/1/A3

Bij besluit van 2 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Purmerend het verzoek van [appellant] om in de Basisregistratie Personen de aantekening ‘Vertrek naar onbekend vanaf 26 september 2017’ op te nemen, afgewezen. In de Brp staat vermeld dat [appellant] in de periode 26 september 2017 tot 1 oktober 2018 stond ingeschreven op het briefadres [locatie] te Purmerend. Bij brief van 5 oktober 2019 heeft [appellant] het college verzocht om deze aantekening te wijzigen in de aantekening ‘Vertrek naar onbekend vanaf 26 september 2017’, omdat de registratie van het briefadres in de Brp volgens hem onjuist is. Hij heeft hieraan ten grondslag gelegd dat hij correspondentie ontving van zijn advocaat over een uitspraak van een voorzieningenrechter waarin Zaandam als zijn woonplaats staat vermeld, terwijl dat niet het geval was. Ook ontving hij een andere beslissing van een voorzieningenrechter waarin vermeld stond dat hij zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland was.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2681
Datum uitspraak
14 september 2022
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202103426/1/A3

202103885/1/R4

Bij brief van 16 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Soest het Jachthuis medegedeeld dat het niet kan instemmen met het concept-ontwerpbestemmingsplan voor uitbreiding van de recreatieve bestemming buiten het bouwvlak op recreatieterrein Het Jachthuis in Soesterberg en ook niet met de mogelijkheid tot short stay op dat terrein. Het Jachthuis exploiteert een recreatieterrein aan de Amersfoortsestraat 126B in Soesterberg. De rechtsvoorganger van het Jachthuis is in 2016 begonnen met het vernieuwen van het destijds verouderde terrein, onder meer door het realiseren van nieuwe recreatiewoningen. In het kader van vooroverleg heeft het college het Jachthuis bij brief van 17 april 2018 te kennen gegeven dat het onder een aantal voorwaarden kan instemmen met een uitbreiding van het aantal recreatiewoningen van 31 naar 35 en met een kleine campingwinkel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2691
Datum uitspraak
14 september 2022
  • Hoger beroep
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202103885/1/R4

202104143/1/R1

Bij besluit van 22 april 2021 heeft de raad van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan "Zeeburgereiland Bedrijvenstrook" vastgesteld. Het plan voorziet in de ontwikkeling van de bedrijvenstrook van het Zeeburgereiland. Hierin is een oppervlakte van maximaal ongeveer 76.000 m2 voor stadsverzorgende bedrijven bestemd in maximaal milieucategorie 3.2, met ruimte voor een gebouwde "P+R", een hulpwarmtevoorziening, een zogenoemd recyclepunt, een politiebureau, perifere detailhandel en in beperkte mate horeca en sport. Op 2 juli 2020 is het Stedenbouwkundig Plan Bedrijvenstrook vastgesteld. Het bestemmingsplan is de juridische vertaling van dit stedenbouwkundig plan. [appellante] woont in de Sportheldenbuurt, onmiddellijk ten westen van het plangebied. Zij vreest dat het plan, en in het bijzonder de daarin voorziene komst van het recyclepunt, tot aantasting van haar woon- en leefklimaat leidt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2683
Datum uitspraak
14 september 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202104143/1/R1

202104747/1/V6

Bij besluit van 8 april 2020 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellante] een boete opgelegd van € 8.000,00 wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen. In het op ambtseed door een arbeidsinspecteur van de Inspectie SZW opgemaakte boeterapport van 15 oktober 2019, kenmerk 1707337/01, en de bijlagen staat het volgende. Op 23 juni 2017 heeft de Inspectie SZW een melding ontvangen van de IND dat een vreemdeling genaamd [naam 1], van Surinaamse nationaliteit, onder de naam van zijn broer, [naam 2], via [appellante] arbeid zou hebben verricht bij [bedrijf]. [naam 1] zou eind 2016 naar Nederland zijn gekomen met een visum kort verblijf en na afloop van dit visum niet zijn teruggekeerd naar Suriname. Op 5 februari 2018 bleek bij raadpleging van Suwinet dat [naam 1] daarin niet voorkwam. Bij raadpleging van de Basisvoorziening Vreemdelingen bleek dat hij geen verblijfstitel had in Nederland.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2676
Datum uitspraak
14 september 2022
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202104747/1/V6

202104875/2/R1

Bij tussenuitspraak van 9 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:405, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Purmerend opgedragen een aantal gebreken te herstellen in zijn besluit van 27 mei 2021 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Gorslaan 10 2020". In overweging 4.3 van de tussenuitspraak heeft de Afdeling overwogen dat de raad onvoldoende heeft onderbouwd dat het plan niet zal leiden tot een toename van de parkeerdruk op de openbare parkeerplaatsen in de omgeving. De parkeerbehoefte voor bewoners die bij hantering van de CROW-kencijfers zou bestaan uit 23 parkeerplaatsen, is niet op het eigen terrein voorzien. Nu het plan, zo heeft de Afdeling overwogen, er niet aan in de weg staat dat toekomstige bewoners over een auto kunnen beschikken, had de raad aan de hand van cijfers inzichtelijk moeten maken hoeveel ruimte er in de omgeving is om een eventuele parkeerbehoefte voor bewoners in de omgeving op te vangen. Dit heeft de raad niet gedaan. V

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2680
Datum uitspraak
14 september 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202104875/2/R1

202104902/1/R1

Bij besluit van 30 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlem geweigerd om aan [appellant sub 1] een omgevingsvergunning te verlenen. [appellant sub 1] heeft een omgevingsvergunning aangevraagd om in afwijking van het bestemmingsplan "Leidsebuurt" de begane grond van het pand op het perceel [locatie] in Haarlem te mogen gebruiken voor wonen. De op het perceel rustende bestemming "Gemengd-3" staat wonen niet toe. Het college wil geen medewerking verlenen aan afwijking van het bestemmingsplan, omdat het de gemengde bestemming die het pand heeft belangrijk vindt in relatie met de functiemenging in de Leidsebuurt en de mogelijkheid voor toekomstige starters een onderneming te vestigen in de Leidsebuurt. [appellant sub 1] betoogt dat de rechtbank miskent dat er een omgevingsvergunning van rechtswege is verleend, omdat de beslistermijn is overschreden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2693
Datum uitspraak
14 september 2022
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202104902/1/R1

202105729/1/R1

Bij besluit van 8 juli 2021 heeft de raad van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan "Hamerstraatgebied 1e herziening" vastgesteld. Het plan betreft een gedeeltelijke herziening van het bestemmingsplan "Hamerstraatgebied", zoals vastgesteld op 26 juni 2013, (hierna: het moederplan) en draagt bij aan de beoogde transformatie van het Hamerkwartier tot een gemengd hoogstedelijk woon-werkgebied. Een aantal maatbestemmingen uit het moederplan dat was opgenomen ten behoeve van voorheen aanwezige zware bedrijvigheid vormt een belemmering voor het realiseren van onder meer woningen en scholen. Om die reden voorziet de gedeeltelijke herziening van het plan in het verwijderen van maatbestemmingen die volgens de raad niet meer nodig zijn. Daarnaast voorziet het plan in een aantal correcties in de planregeling, waaronder de toevoeging van een maatvoeringsduiding op de verbeelding voor de maximum "floor space index".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2692
Datum uitspraak
14 september 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202105729/1/R1

202107059/1/R1

Bij besluit van 16 september 2021 heeft de raad van de gemeente Hollandse Kroon de aanvraag van [appellant] om een bestemmingsplan vast te stellen voor het perceel [locatie 1] te Lutjewinkel, afgewezen. [appellant] heeft een aanvraag bij het college van burgemeester en wethouder van Hollands Kroon ingediend voor een bestemmingsplan dat voorziet in de bouw van een tweede vrijstaande woning op zijn perceel [locatie 1] te Lutjewinkel ten zuiden van de bestaande woonboerderij. Het college heeft besloten om medewerking te verlenen aan het inwilligen van de aanvraag, het ontwerpbestemmingsplan "[locatie 1]" ter inzage gelegd dat de bouw van de woning mogelijk maakt en de raad voorgesteld om het ontwerpbestemmingsplan vast te stellen. De raad heeft geweigerd het ontwerpbestemmingsplan vast te stellen en de aanvraag afgewezen, omdat de beoogde ontwikkeling een mogelijke belemmering vormt voor de bedrijfsactiviteiten van het naastgelegen bedrijf op het perceel [locatie 2].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2677
Datum uitspraak
14 september 2022
  • Hoger beroep
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202107059/1/R1

202107451/1/R1

Bij besluit van 7 oktober 2021 heeft de raad van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan "De Pijp 2018 Tweede herziening (2021)" vastgesteld. Op 19 september 2018 heeft de raad het bestemmingsplan "De Pijp 2018" (hierna: het moederplan) vastgesteld, voornamelijk om het bestemmingsplan "De Pijp 2005" te actualiseren. Tegen dat besluit hebben onder meer Comité Oude Pijp en anderen en het Bisdom beroep ingesteld. Comité Oude Pijp en anderen kwamen op tegen het moederplan vanwege de functieaanduiding "horeca van categorie 4" die was toegekend aan het perceel Van Woustraat 74A. Het Bisdom is opgekomen tegen het moederplan vanwege de bestemming "Maatschappelijk" die was toegekend aan het perceel Van Ostadestraat 270. Aan het gedeelte van het Afrikahuis waarin woningen zijn gevestigd is de bestemming "Wonen" toegekend. Het beroep van het Bisdom is gericht tegen de planbegrenzing voor zover het perceel Van Ostadestraat 270 niet geheel binnen de planbegrenzing is betrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2694
Datum uitspraak
14 september 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202107451/1/R1

202108183/1/R4

Bij besluit van 29 augustus 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 18 augustus 2021 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 126,00, voor rekening van [appellant] komt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2687
Datum uitspraak
14 september 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202108183/1/R4

202201868/1/V1

Bij e-mail van 24 augustus 2021 hebben appellanten de ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken verzocht hen te evacueren uit Afghanistan. Op 15 augustus 2021 hebben de Taliban Kabul ingenomen. Op 18 augustus 2021 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen, waarin zij de regering heeft verzocht om de in die motie genoemde groepen personen uit Afghanistan te evacueren en om, indien evacuatie niet mogelijk zou blijken, deze personen aan te merken als risicogroep als zij asiel aanvragen in Nederland (Kamerstukken II 2020/21, 27 925, nr. 788, hierna: de motie Belhaj). In de motie Belhaj staat dat het, naast tolken, ten minste gaat om personen die de Nederlandse overheid hebben bijgestaan (onder andere bewakers, judiciële medewerkers, koks en chauffeurs), medewerkers van Nederlandse ontwikkelingsprojecten, mensenrechten- en in het bijzonder vrouwenrechtenverdedigers, fixers van journalisten en journalisten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2592
Datum uitspraak
14 september 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202201868/1/V1
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202201868/1/V1

202202109/1/V1

Bij brief van 16 september 2021 hebben appellanten de minister van Defensie verzocht hen te plaatsen op de evacuatielijst en hen te evacueren dan wel hen in staat te stellen om via een diplomatieke vertegenwoordiging in Afghanistan een proces te doorlopen waardoor zij een visum kunnen krijgen. Appellanten hebben allen de Afghaanse nationaliteit en verblijven in Afghanistan. Op 15 augustus 2021 hebben de Taliban Kabul ingenomen. Op 18 augustus 2021 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen, waarin zij de regering heeft verzocht om de in die motie genoemde groepen personen uit Afghanistan te evacueren en om, indien evacuatie niet mogelijk zou blijken, deze personen aan te merken als risicogroep als zij asiel aanvragen in Nederland (Kamerstukken II 2020/21, 27 925, nr. 788, hierna: de motie Belhaj).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2684
Datum uitspraak
14 september 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202202109/1/V1
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202202109/1/V1

202202405/1/R4

Bij besluit van 29 december 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk zijn beslissing om op 22 december 2021 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de "Afvalstoffenverordening voor de gemeente Rijswijk 2011" aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een huisvuilzak die op 22 december 2021 is aangetroffen naast de ondergrondse containers ter hoogte van de Bazuinlaan 3 in Rijswijk. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de huisvuilzak verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn persoons- en adresgegevens op een in de huisvuilzak aangetroffen poststuk staan. [appellant] betwist niet dat de huisvuilzak van hem afkomstig is. Hij stelt dat zijn afvalpas niet goed functioneerde bij de nieuw geplaatste containers aan de Bazuinlaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2686
Datum uitspraak
14 september 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202202405/1/R4

202202499/1/V6

Bij brief van 12 augustus 2021 heeft de minister van Buitenlandse Zaken [appellant] meegedeeld dat aan haar minderjarige kind geen verklaring omtrent het bezit van het Nederlanderschap wordt afgegeven. [appellant] en haar kind hebben beiden de Afghaanse nationaliteit en wonen in Afghanistan. Volgens [appellant] heeft haar ex-echtgenoot, de vader van het kind, de Nederlandse nationaliteit en heeft het kind daarom van rechtswege ook de Nederlandse nationaliteit. Zij heeft voor haar kind een verklaring omtrent het bezit van het Nederlanderschap aangevraagd, waarmee zij kan aantonen dat het kind de Nederlandse nationaliteit heeft. Vervolgens wil zij met zo’n verklaring en hulp van de Nederlandse ambassade naar Pakistan reizen om daar bij de Nederlandse ambassade een paspoort of laissez-passer op te halen voor haar kind en een faciliterend visum voor zichzelf, zodat zij samen naar Nederland kunnen reizen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2695
Datum uitspraak
14 september 2022
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202202499/1/V6
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202202499/1/V6

202104079/1/V3

Bij besluit van 6 september 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid geweigerd de vreemdelingen ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2660
Datum uitspraak
13 september 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202104079/1/V3

202105778/1/V3

Bij besluit van 29 juli 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken en een aanvraag om hem een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetene of een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2661
Datum uitspraak
13 september 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202105778/1/V3

202108020/1/V3

Bij besluiten van 1 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling staandegehouden, overgebracht en opgehouden, hem opgedragen de Europese Unie binnen 28 dagen te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2662
Datum uitspraak
13 september 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202108020/1/V3

202108023/1/V3

Bij besluiten van 1 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling staandegehouden, overgebracht en opgehouden, hem opgedragen de Europese Unie binnen 28 dagen te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2663
Datum uitspraak
13 september 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202108023/1/V3

202203745/2/R3

Bij besluit van 26 april 2022 heeft de raad van de gemeente Hoeksche Waard het bestemmingsplan "Laan van Heemstede (naast 60) Puttershoek" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de bouw van een woning op een perceel agrarisch grasland in het verlengde van de Laan van Heemstede in Puttershoek mogelijk. [partij] is de initiatiefnemer van deze woning. De raad heeft de woning mogelijk gemaakt met toepassing van de voormalige regeling "ruimte voor ruimte" van de provincie Zuid-Holland. Daarom omvat het plan ook de verderop gelegen percelen [locatie 1], [locatie 2] in 's-Gravendeel en de Derde Kruisweg (ong.) in Strijen. Dit zijn saneringslocaties waar voormalige agrarische bedrijfsgebouwen zijn of worden afgebroken om de woning als compensatiewoning te kunnen toestaan. Voor het perceel [locatie 3] in Maasdam, waarop ook ten behoeve van de in het plan voorziene woning agrarische bedrijfsbebouwing wordt afgebroken, is bij besluit van 15 september 2017 al een wijzigingsplan vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2654
Datum uitspraak
13 september 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202203745/2/R3

202204561/2/R3

Bij besluit van 20 augustus 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Fryske Marren aan [vergunninghouder] omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een nieuwe loods en bedrijfswoning aan [locatie] in Oudemirdum. De omgevingsvergunning maakt de bouw van een als loods aangeduid gebouw met een oppervlakte van 2.400 m2 en een bedrijfswoning op het perceel mogelijk. Deze bebouwing moet in de plaats komen van een bestaande stal en boerderij van een eerdere veehouderij. Zoals [vergunninghouder] op de zitting heeft bevestigd, gaat het bij de gevraagde loods om een gebouw dat primair als stal zal worden gebruikt, en daarnaast zal worden gebruikt voor opslag van voeder en materieel. De voorzieningenrechter zal dit gebouw hierna aanduiden als stal. [vergunninghouder] heeft het plan om hier maximaal 56 zoogkoeien te huisvesten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2653
Datum uitspraak
13 september 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202204561/2/R3

202204658/1/V3

Bij besluit van 24 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2665
Datum uitspraak
13 september 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202204658/1/V3

202204974/1/V3

Bij besluiten van 22 juli 2022 is de vreemdeling een maatregel van ophouding voor gehoor opgelegd en heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2666
Datum uitspraak
13 september 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202204974/1/V3

202204385/2/V2

Bij besluit van 13 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2664
Datum uitspraak
14 september 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204385/2/V2

202201429/1/V3

Bij besluit van 1 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek om opheffing van het tegen de vreemdeling uitgevaardigde inreisverbod afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2651
Datum uitspraak
12 september 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202201429/1/V3

202203128/3/V1

Bij besluit van 24 maart 2021 heeft het het Centraal Orgaan opvang asielzoekers een aanvraag van de vreemdeling om vergoeding van buitengewone kosten afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2656
Datum uitspraak
12 september 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Opvang asielzoekers
  • uitspraakin de zaak202203128/3/V1

202204931/1/V1

Bij besluit van 27 juli 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2657
Datum uitspraak
12 september 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204931/1/V1

202103811/1/V2

Bij besluit van 4 september 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2667
Datum uitspraak
9 september 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202103811/1/V2

202104988/1/V1

Bij besluit van 20 februari 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2650
Datum uitspraak
9 september 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202104988/1/V1

202204103/1/V3

Bij besluit van 26 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2652
Datum uitspraak
9 september 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202204103/1/V3

202204425/2/V6

Bij besluit van 7 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het Nederlanderschap van [verzoeker] ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2600
Datum uitspraak
9 september 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202204425/2/V6

202204743/2/V3

Bij besluit van 25 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2646
Datum uitspraak
9 september 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204743/2/V3

202205370/2/V2

Bij besluit van 26 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2658
Datum uitspraak
9 september 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205370/2/V2

202103249/1/V2

Bij besluit van 27 maart 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2643
Datum uitspraak
8 september 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202103249/1/V2

202106105/1/V3

Bij besluit van 16 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2644
Datum uitspraak
8 september 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106105/1/V3

202107544/1/V3

Bij besluiten van 29 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2645
Datum uitspraak
8 september 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107544/1/V3

202107665/4/R3

Bij besluit van 30 september 2021 heeft de raad van de gemeente Rotterdam het bestemmingsplan "Oranjebonnen" vastgesteld. "Oranjebonnen" is de aanduiding voor de Oranjebuitenpolder en de Bonnenpolder tussen Hoek van Holland en Maassluis. Het bestemmingsplan maakt op bepaalde gronden tussen het Staelduinsebos en de Bonnenweg ook natuurbegraven mogelijk. NBN is de initiatiefnemer van het natuurbegraven. [verzoekers] zijn eigenaren van gronden aan de [locatie], waarop een glastuinbouwbedrijf wordt geëxploiteerd. Zij zijn het er niet mee eens dat natuurbegraven mogelijk is gemaakt. Niet alleen vinden zij dat ruimtelijk niet passend in het plangebied, maar ook vrezen zij dat natuurbegraven een negatieve invloed op de mogelijkheden voor bedrijfsvoering zal hebben. Volgens hen leidt natuurbegraven tot bodemverstoring en -verontreiniging. Bovendien wordt de waterhuishouding beïnvloed door de grondophoging die nodig is om natuurbegraven mogelijk te maken, en door mogelijke afgraving van grond elders in het plangebied

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2642
Datum uitspraak
8 september 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202107665/4/R3

202204967/2/V2

Bij besluit van 4 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2647
Datum uitspraak
8 september 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204967/2/V2

202101417/1/V2

Bij besluit van 11 juni 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2593
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202101417/1/V2

202105393/1/V1

Bij besluit van 1 september 2017 heeft de staatssecretaris een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2594
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202105393/1/V1

202201662/1/V2

Bij besluit van 15 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingetrokken en een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2595
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201662/1/V2

202202643/1/V2

Bij besluit van 9 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2596
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202643/1/V2

202203499/1/V3

Bij besluiten van 11 mei 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten (hierna: het terugkeerbesluit), een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd en hem in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2565
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202203499/1/V3

202203504/1/V3

Bij besluiten van 11 mei 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten, een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd en hem in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2585
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202203504/1/V3

202204088/2/R3

Bij besluit van 25 mei 2022 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant aan RP De Heihorsten B.V. een vergunning verleend als bedoeld in artikel 3 van de Ontgrondingenwet. De vergunning geldt voor het verrichten van ontgrondingen voor de aanleg van twee vijvers binnen het recreatiepark Strabrechtse Vennen te Someren. De Heihorsten is voornemens op de locatie een bungalowpark met een recreatievijver en een visvijver te realiseren. De ontgrondingsvergunning is verleend voor het verrichten van ontgrondingen voor de aanleg van deze vijvers. [verzoeker] woont in de omgeving van het te realiseren bungalowpark. Volgens hem is de ontgrondingsvergunning ten onrechte verleend. Hij vreest onder meer dat door het graven leemlagen in de bodem zullen worden beschadigd, welke beschadiging onomkeerbaar zal zijn. Hij wil met zijn verzoek voorkomen dat (verdere) ontgrondingen worden verricht voordat de Afdeling uitspraak doet op zijn beroep.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2597
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Ontgrondingen
  • uitspraakin de zaak202204088/2/R3

202204614/2/V2

Bij besluit van 4 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken en een aanvraag om wijziging van de beperking van die verblijfsvergunning afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2591
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202204614/2/V2

202204670/1/V2

Bij besluit van 9 mei 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2598
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204670/1/V2

202204904/2/V3

Bij besluit van 27 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Ook heeft hij geweigerd de vreemdeling ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2639
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204904/2/V3

202205061/2/V2

Bij besluit van 27 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2648
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202205061/2/V2

202205187/1/V3 en 202205187/2/V3

Bij besluit van 15 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2649
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205187/1/V3 en 202205187/2/V3

202003783/2/A3

Bij tussenuitspraak van 19 januari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:175, heeft de Afdeling het college opgedragen om binnen zes weken na verzending van de tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 18 december 2018, zoals gewijzigd bij besluit van 12 december 2019, te herstellen. Zoals de Afdeling onder 4 van de tussenuitspraak heeft geoordeeld, heeft de rechtbank ten onrechte geoordeeld dat [appellant] in bezwaar niet om vergoeding van de proceskosten heeft verzocht. Daarnaast heeft [appellant] terecht betoogd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het college de waardeverklaring op grond van artikel 11, eerste lid, van de Wob niet openbaar heeft hoeven maken. Zie onder 7.4 van de tussenuitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2608
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202003783/2/A3

202004403/5/R2

Bij tussenuitspraak van 7 juli 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1471 heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 16 weken na verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 16 juni 2020 tot vaststelling van het bestemmingsplan "IV De Bergen (Heilige Geeststraat-Willemstraat)" te herstellen, de Afdeling en [appellante] de uitkomst daarvan mede te delen en een eventueel gewijzigd besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken en mede te delen. Het op 16 juni 2020 vastgestelde bestemmingsplan voorziet in de ontwikkeling van een grotendeels onbebouwd terrein tussen de Willemstraat en de Heilige Geeststraat in Eindhoven dat wordt gebruikt als particulier parkeerterrein. Meba Verdi B.V. is de ontwikkelaar van het plangebied. Het bestemmingsplan maakt de bouw van drie appartementen aan de Heilige Geeststraat mogelijk. Daarnaast voorziet het bestemmingsplan in de realisatie van 45 appartementen op het middenterrein.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2612
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202004403/5/R2

202004713/1/R2

Bij besluit van 17 juni 2020 heeft het algemeen bestuur van Waterschap Brabantse Delta het projectplan "Kwelherstel in het Ulvenhoutse Bos" vastgesteld. Bij besluit van 1 juli 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant goedkeuring verleend aan dat besluit. Deze zaak gaat over het projectgebied dat grofweg bestaat uit het Natura 2000-gebied "Ulvenhoutse Bos", het Sint Annabosch en de beek Broekloop, inclusief zijwaterlopen, vanaf de Valkenburgseweg te Ulvenhout. Het doel van het inpassingsplan en het projectplan is om de verdroging en verzuring van het Natura 2000-gebied "Ulvenhoutse Bos" te stoppen en de kenmerkende natuurwaarden van het gebied te herstellen. Het inpassingsplan omvat niet het hele gebied van het projectplan, maar bestaat alleen uit gronden die wel deel uitmaken van het projectplan, maar nog niet voorzien zijn van een adequate bestemming.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2623
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Inpassingsplan
  • uitspraakin de zaak202004713/1/R2

202006749/1/R2

Bij besluit van 17 september 2020 heeft de raad van de gemeente Someren het bestemmingsplan "Laan ten Boomen 30, Lierop" vastgesteld. Het plan voorziet in de herontwikkeling van het perceel Laan ten Boomen 30 te Lierop. Op het perceel zijn een langgevelboerderij met een aangrenzende schuur (hierna: de woonboerderij) en bijgebouwen aanwezig. Met het plan is beoogd om aan het perceel een maatschappelijke functie toe te kennen om er een zorginstelling te vestigen, die zich richt op wonen en dagbesteding voor maximaal 12 personen met een verstandelijke of lichamelijke beperking en/of een autisme spectrum stoornis. [appellant] en anderen wonen in de directe nabijheid van het plangebied. Zij vrezen voor een onaanvaardbare aantasting van hun woon- en leefklimaat als gevolg van het plan, met name door een toename van verkeer.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2627
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202006749/1/R2

202006926/1/A3

Bij besluit van 27 december 2019 heeft de burgemeester van Utrecht [appellant] een gebiedsverbod opgelegd, geldig tot 5 januari 2020. Daarnaast heeft hij [appellant] verplicht zich op 27, 28 en 31 december 2019 en op 2 en 4 januari 2020 te melden op het politiebureau gevestigd aan de Kaap Hoorndreef 3. Op 23 december 2019 is er op de Tigrisdreef in Utrecht een bushokje vernield met illegaal zwaar vuurwerk. [appellant] is na dit incident na een korte achtervolging aangehouden door de politie. In een proces-verbaal van bevindingen staat dat een agent illegaal vuurwerk heeft aangetroffen in de capuchon van [appellant] en onder de auto waar hij naast stond. Na de aanhouding van [appellant] hebben agenten zijn woning doorzocht. In een proces-verbaal van bevindingen staat dat agenten tijdens deze doorzoeking een aanzienlijke hoeveelheid illegaal zwaar vuurwerk hebben gevonden in de schuur en in de slaapkamer van [appellant], namelijk vier cobra’s, een shell, 340 nitraten en een lawinepijl.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2636
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202006926/1/A3

202100190/1/R3

Bij besluit van 4 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Noordenveld aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een tapasrestaurant op het perceel [locatie 1] te Peize. De daartegen gemaakte bezwaren heeft het college gegrond verklaard en het besluit van 4 maart 2019 in stand gelaten, onder aanvulling van de motivering. Naar aanleiding van de tussenuitspraak van de rechtbank heeft het college bij besluiten van 6 augustus 2020 opnieuw de bezwaren gegrond verklaard, een aanvullende motivering aan die besluiten verbonden en de besluiten van 4 maart 2019 en 16 juli 2019 ingetrokken. De rechtbank heeft in de tussenuitspraak en einduitspraak onder meer overwogen dat de omstandigheid dat de aanvraag om omgevingsvergunning niet voldoet aan de eisen die de Omgevingswet stelt aan participatie van de omgeving, niet leidt tot vernietiging van de bestreden besluiten omdat deze besluiten niet zijn gebaseerd op de Omgevingswet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2635
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202100190/1/R3

202100372/1/A3

Bij besluit van 21 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd van € 20.500,-. Op 17 februari 2018 ontving de gemeente een melding dat de woning aan de [locatie] in Amsterdam werd verhuurd aan toeristen en dat dit erg veel overlast veroorzaakte. [appellante] was op dat moment de eigenares van deze woning. Vanaf 1 november 2016 stond zij niet op dat adres ingeschreven in de basisregistratie personen. Naar aanleiding van de melding hebben toezichthouders van de gemeente op 18 februari 2018 onderzoek gedaan in de woning. Hun bevindingen staan in een rapport van bevindingen. Daarin staat dat de toezichthouders in de woning zes Zweedse toeristen hebben aangetroffen. In het rapport staat verder dat een van deze toeristen heeft verklaard dat hij de dag ervoor samen met een vriend is aangekomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2634
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202100372/1/A3

202100776/1/A3

Bij besluit van 9 juni 2020 heeft de burgemeester van Tilburg onder aanzegging van bestuursdwang gelast de panden aan de Kooikerstraat 2 en 4 in Tilburg voor de duur van 24 maanden te sluiten. De panden aan de Kooikerstraat 2 en 4 in Tilburg zijn in eigendom van Het Laar en worden door L&H gehuurd. L&H is bestuurder van vier besloten vennootschappen die ieder voor zich een vestiging van coffeeshop ‘The Grass Company’ in Tilburg dan wel Den Bosch exploiteren. Op 15 november 2019 heeft er in beide panden een bestuurlijke controle door gemeentelijke toezichthouders en de politie plaatsgevonden. Uit de bestuurlijke rapportage van 3 februari 2020 en het controleverslag van 20 november 2019 blijkt dat daarbij in een verborgen ruimte in de kelder van het pand aan de Kooikerstraat 4 121,88 kg gedroogde henneptoppen, 44,94 kg hasjiesj, 42,98 kg voorgedraaide joints, 14 stuks voorgedraaide joints, 114 kg hennep-/hasjiesj-koekjes en 1.050 stuks joint-tips voor e-smokers zijn aangetroffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2614
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202100776/1/A3

202101353/1/R3

Bij besluit van 21 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Deventer [appellant] onder aanzegging van bestuursdwang gelast alle losse objecten die zijn gesitueerd in de openbare ruimte nabij [locatie 1] en [locatie 2] te verwijderen en verwijderd te houden. Daarbij heeft het college bepaald dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang voor rekening van [appellant] komen. Op 25 september 2019 is een controle uitgevoerd op het perceel aan de [locatie 1] en het aangrenzend openbare gebied. In het proces-verbaal van deze controle staat dat er is geconstateerd dat een deel van de openbare ruimte is voorzien van allerhande losse voorwerpen zoals speeltoestellen. Naar aanleiding van de controle heeft het college in het besluit van 21 oktober 2019 aan [appellant] een last onder bestuursdwang opgelegd om alle losse objecten die zijn gesitueerd in de openbare ruimte nabij [locatie 1] en [locatie 2] te verwijderen en verwijderd te houden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2604
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202101353/1/R3

202102069/1/A3

Bij besluit van 6 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hoorn een verzoek van [appellant] als bedoeld in artikel 2.58, eerste lid, van de Wet basisregistratie personen om wijziging van gegevens van hem in de basisregistratie personen afgewezen. Het college heeft op 10 augustus 2010 een aangifte van verhuizing ontvangen van [appellant], waarin hij vermeldt dat hij per 1 november 2009 is verhuisd van het adres [locatie 1] in Hoorn naar [locatie 2]. Bij de aangifte heeft hij een kopie van een huurovereenkomst overgelegd met als ingangsdatum 1 november 2009. Het college heeft op grond van de destijds geldende Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens de datum van aangifte 10 augustus 2010 geregistreerd in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, omdat [appellant] niet tijdig aangifte van verhuizing had gedaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2618
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202102069/1/A3

202102116/1/R3

Bij besluit van 4 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Deventer [appellant sub 1] onder aanzegging van bestuursdwang gelast alle zonder omgevingsvergunning geplaatste bouwwerken, op de percelen kadastraal bekend als gemeente Deventer, sectie L, nummers 2063 en 6320 te verwijderen en verwijderd te houden. Daarbij heeft het college bepaald dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang voor rekening van [appellant sub 1] komen. Op 15 januari 2019 is door toezichthouders van de gemeente een controle ter plaatse van het woonwagenkamp aan de Colmschaterstraatweg uitgevoerd. Tijdens deze controle is gebleken dat de openbare grond aan de westkant van de [locatie 1] te Deventer, kadastraal bekend als gemeente Deventer, sectie L, nummer 2063, is ingericht als dierenweide (hierna: de dierenweide). Het terrein is afgeschermd met een hekwerk en op het terrein zijn meerdere dieren en dierenhokken aanwezig.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2606
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202102116/1/R3

202102120/1/R3

Bij besluit van 4 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Deventer [appellant sub 2] onder aanzegging van bestuursdwang gelast alle zonder omgevingsvergunning geplaatste bouwwerken, op de percelen kadastraal bekend als gemeente Deventer, sectie L, nummers 2063 en 6320 te verwijderen en verwijderd te houden. Daarbij heeft het college bepaald dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang voor rekening van [appellant sub 2] komen. Op 15 januari 2019 is door toezichthouders van de gemeente een controle ter plaatse van het woonwagenkamp aan de Colmschaterstraatweg uitgevoerd. Tijdens deze controle is gebleken dat de openbare grond aan de westkant van de [locatie 1] te Deventer, kadastraal bekend als gemeente Deventer, sectie L, nummer 2063, is ingericht als dierenweide. Het terrein is afgeschermd met een hekwerk en op het terrein zijn meerdere dieren en dierenhokken aanwezig.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2605
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202102120/1/R3

202102124/1/R3

Bij besluit van 4 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Deventer [appellant sub 1] onder aanzegging van bestuursdwang gelast alle zonder omgevingsvergunning geplaatste bouwwerken, op de percelen kadastraal bekend als gemeente Deventer, sectie L, nummers 2063 en 6320 te verwijderen en verwijderd te houden. Daarbij heeft het college bepaald dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang voor rekening van [appellant sub 1] komen. Op 15 januari 2019 is door toezichthouders van de gemeente een controle ter plaatse van het woonwagenkamp aan de Colmschaterstraatweg uitgevoerd. Tijdens deze controle is gebleken dat de openbare grond aan de westkant van de [locatie 1] te Deventer, kadastraal bekend als gemeente Deventer, sectie L, nummer 2063, is ingericht als dierenweide. Het terrein is afgeschermd met een hekwerk en op het terrein zijn meerdere dieren en dierenhokken aanwezig.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2603
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202102124/1/R3

202102129/1/R3

Bij besluit van 4 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Deventer [appellant] onder aanzegging van bestuursdwang gelast alle zonder omgevingsvergunning geplaatste bouwwerken, op de percelen kadastraal bekend als gemeente Deventer, sectie L, nummers 2063 en 6320 te verwijderen en verwijderd te houden. Daarbij heeft het college bepaald dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang voor rekening van [appellant] komen. Op 15 januari 2019 is door toezichthouders van de gemeente een controle ter plaatse van het woonwagenkamp aan de Colmschaterstraatweg uitgevoerd. Tijdens deze controle is gebleken dat de openbare grond aan de westkant van de [locatie 1] te Deventer, kadastraal bekend als gemeente Deventer, sectie L, nummer 2063, is ingericht als dierenweide. Het terrein is afgeschermd met een hekwerk en op het terrein zijn meerdere dieren en dierenhokken aanwezig.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2602
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202102129/1/R3

202102695/1/R4

Bij besluit van 15 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Soest aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een aanbouw bij en het maken van een opening in de voorgevel van de woning op het perceel [locatie A] te Soest. [appellant] woont aan de [locatie B]. De aanbouw wordt aan de zijde van zijn perceel gebouwd en heeft een lengte van 12 m. [appellant] verwacht hinder van de aanbouw te zullen ondervinden. De rechtbank heeft volgens hem ten onrechte overwogen dat het college de omgevingsvergunning in redelijkheid heeft kunnen verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2631
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202102695/1/R4

202102767/1/A3

Bij besluit van 6 november 2019 heeft de burgemeester van Heerlen aan [appellant] een last onder bestuursdwang opgelegd die ertoe strekt het appartement aan de [locatie] in Heerlen te sluiten en voor de duur van zes maanden gesloten te houden. [appellant] huurde via Woningcorporatie Woonpunt het appartement aan de [locatie] in Heerlen. Het gaat om een appartement in de sociale huursector. [appellant] was in staat gesteld het appartement te huren via het woon- en begeleidingstraject ‘Housing’, bedoeld voor mensen die moeite hebben met het vinden van woonruimte vanwege een precaire situatie waarin zij verkeren, zoals dak- en thuisloze mensen. Op 26 september 2019 is de politie naar aanleiding van een melding via de klantenservicemodule het appartement binnengetreden. Uit de daarover op ambtseed opgemaakte bestuurlijke rapportage van 28 september 2019 blijkt dat er in de woonkamer een hennepkwekerij is aangetroffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2630
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202102767/1/A3

202102977/1/R3

Op 19 november 2020 heeft de raad van de gemeente Waadhoeke het verzoek van RetailPlan, strekkende tot wijziging van het bestemmingsplan "Franeker Zuid", afgewezen. Op 21 juli 2020 heeft RetailPlan een verzoek gedaan tot wijziging van artikel 6.6, sub e, van de regels van het bestemmingsplan "Franeker-Zuid" om een vestiging van "detailhandel in levensmiddelen" op een locatie ten zuidwesten van de binnenstad van Franeker mogelijk te maken. Als geschikte locatie wordt de locatie op het perceel Franeker D 3895 genoemd. De raad heeft het verzoek van RetailPlan afgewezen, onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 25 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3269, waarin het hoger beroep van RetailPlan tegen de gemeentelijke weigering om een omgevingsvergunning te verstrekken voor een supermarkt op een ander perceel in Franeker aan de Harlingerweg 49 ongegrond is verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2625
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202102977/1/R3

202103020/1/R4

Bij besluit van 31 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan Famous Burger een last onder dwangsom opgelegd strekkende tot het beëindigen van de overtreding van artikel 3.132 van het Activiteitenbesluit milieubeheer in samenhang met artikel 3.103, eerste en tweede lid, van de Activiteitenregeling milieubeheer. Het restaurant Famous Burger wordt geëxploiteerd op het adres Nieuwezijds Voorburgwal 87 te Amsterdam. [partij B] en [partij A], [partij D] en [partij C] wonen in de directe nabijheid van het restaurant. Naar aanleiding van een klacht over geuroverlast hebben toezichthouders van de gemeente Amsterdam op 30 juni 2017 het restaurant bezocht. De toezichthouders hebben toen geconstateerd dat het dampafvoerkanaal op het dak te laag was en niet twee meter boven de hoogste daklijn in een straal van 25 meter uitstak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2610
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202103020/1/R4

202103308/1/A3

Bij besluit van 2 januari 2019 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan [appellant] een boete opgelegd van € 1.500,- voor overtreding van de Binnenvaartwet. Op 14 november 2018 hebben toezichthouders van de Landelijke Eenheid van de politie een controle uitgevoerd op duwboot [naam] die op dat moment met twee duwbakken over de Maas voer. De toezichthouders hebben vastgesteld dat het vijfde bemanningslid ten onrechte niet de bekwaamheid van matroos bezat en dat de duwboot daardoor onderbemand was, omdat er nu één matroos te weinig was. Van de controle is op 15 november 2018 een boeterapport opgemaakt. De minister heeft vervolgens aan [appellant] een boete van € 1.500,- opgelegd, wegens overtreding van artikel 22, zevende en negende lid, van de Binnenvaartwet, gelezen in samenhang met de artikelen 5.6, vierde lid, en 5.8 en bijlage 5.1 van de Binnenvaartregeling.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2638
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202103308/1/A3

202103381/1/A3

Bij besluiten in de vorm van stickers op te verwijderen objecten heeft het college op 23 april 2019 lasten onder bestuursdwang (lasten) opgelegd. Het college is op 23 april 2019 een ontruimingsactie gestart bij de woonwagenlocatie Zaanderhorn te Zaandam waar in de openbare ruimte al langere tijd diverse objecten stonden. Daar is een constateringsrapport van opgemaakt. Volgens het college was sprake van overtredingen van de Algemene plaatselijke verordening Zaanstad 2013. De gemeente heeft stickers geplakt op ongeveer vijftig objecten waarvan de eigenaar niet bekend was, met daarop de last onder bestuursdwang om het object binnen de daarop vermelde begunstigingstermijn te verwijderen en de mededeling dat na die termijn de gemeente het object zal (laten) verwijderen en dat de kosten daarvan zullen worden verhaald op de rechthebbende eigenaar. Na de begunstigingstermijn zijn ter uitvoering van de bestuursdwang een aantal objecten verwijderd en opgeslagen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2515
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202103381/1/A3

202103466/1/R2

Bij besluit van 8 april 2021 heeft de raad van de gemeente Tilburg het bestemmingsplan "Reit 2007, 7e herziening (Reitseplein 15)" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van een studentencomplex aan het Reitseplein 15 in Tilburg. Het gebouw zal bestaan uit 450 wooneenheden, ondersteunende voorzieningen, een oppervlakte van 250 m2 voor daghoreca en 250 m2 voor een dienstverlenende functie. Het plangebied ligt in de zogenoemde Kennisas, het gebied tussen de universiteit en het centrum van Tilburg. [appellant sub 1A] woont aan de [locatie 1]. [appellant sub 1B] woont aan de [locatie 2]. [appellant sub 2] woont aan de [locatie 3]. Zij vrezen dat hun woon- en leefklimaat onaanvaardbaar wordt aangetast door het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2613
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202103466/1/R2

202103498/1/A3

Bij besluit van 28 februari 2020 in de vorm van een sticker op een te verwijderen object heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad een last onder bestuursdwang opgelegd. Het college heeft tijdens een controle op 28 februari 2020 op het terrein bij de woonwagenlocatie Zaanderhorn te Zaandam een aanhanger zonder wielen aangetroffen. Het college heeft daar een sticker op aangebracht met de tekst "Beschikking tot toepassing bestuursdwang in verband met verwijdering object op de openbare weg". Op de sticker is verder vermeld dat die aanhanger daar ingevolge artikel 5.50, eerste lid, van de Verordening fysieke leefomgeving Zaanstad (verordening) zonder vergunning niet mag staan en binnen zes dagen moet worden verwijderd. Na deze termijn zal de aanhanger door het college worden verwijderd en moet de rechthebbende de daaraan verbonden kosten betalen. Het college heeft het besluit in bezwaar gehandhaafd. De rechtbank heeft het beroep tegen dat besluit ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2609
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202103498/1/A3

202104584/1/R3

Bij besluit van 27 mei 2021 heeft de raad van de gemeente Rijssen-Holten het bestemmingsplan "Wonen Rijssen, [locatie], woningen" vastgesteld. [partij] wil drie vrijstaande woningen bouwen rondom de bestaande woning aan de [locatie] te Rijssen. Twee woningen ten oosten van de woning en een woning aan de westzijde. Het plan is vastgesteld om dit initiatief mogelijk te maken. [appellant] en anderen wonen in de directe omgeving van het plangebied, zij kunnen zich niet met het plan verenigen. Volgens [appellant] en anderen is het plan in strijd met door de raad vastgesteld ruimtelijk beleid. [appellant] en anderen betogen dat het plan in strijd is met de Nota "inbreidingsbeleid Rijssen-Holten 2014" (hierna: de Nota). Volgens [appellant] en anderen is het plan in strijd met de Nota vastgesteld, omdat niet aan de toetscriteria ‘niet bouwen achter bestaande woningen’ en ‘de kavels moeten grenzen aan de openbare weg’ is voldaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2628
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202104584/1/R3

202104719/1/A3

Bij besluit van 2 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haagho een handhavingsverzoek van [appellant] afgewezen. [appellant] heeft een verzoek tot handhaving ingediend over het plaatsen van parkeerbeugels op het parkeerterrein aan het Willem Dreespark in Den Haag (hierna: het parkeerterrein). Volgens [appellant] is het parkeerterrein een openbare weg en mogen de parkeerbeugels niet zonder vergunning of verkeersbesluit geplaatst worden. Het college heeft het verzoek afgewezen omdat het parkeerterrein eigen terrein van Staedion is en geen openbare weg. Volgens het college mag het daarom niet handhavend optreden. Het college heeft het bezwaar van [appellant] kennelijk ongegrond verklaard en hem niet gehoord.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2621
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202104719/1/A3

202104730/1/R4

Bij besluit van 11 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een hondenkennel met een buitenverblijf, een geluidscherm en het aanleggen van beplanting op de [locatie] in Loenen aan de Vecht. [partij A] en [partij B] exploiteren een veehouderij aan de [locatie] in Loenen aan de Vecht. Zij hebben geruime tijd plannen voor het starten van een hondenkennel als nevenfunctie van de veehouderij. Het perceel valt binnen het bestemmingsplan "Landelijk Gebied Noord" en heeft de enkelbestemming "Agrarisch met waarden". Op gronden met deze bestemming staat het plan nevenactiviteiten niet toe. Op 9 augustus 2013 heeft [partij] een aanvraag ingediend om een omgevingsvergunning om afwijking van het bestemmingsplan. De aanvraag is aangevuld in 2017.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2607
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202104730/1/R4

202105427/1/R1

Bij besluit van 1 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg aan [appellant sub 1] en [appellant sub 2] een last onder bestuursdwang opgelegd wegens overtreding van artikel 13 van de Wet bodembescherming. Bij dit besluit heeft het college tevens bepaald dat de kosten van de toepassing van de bestuursdwang op [appellant sub 1] en [appellant sub 2] worden verhaald. Op 20 juni 2018 heeft een toezichthouder van de Omgevingsdienst IJsselland aan de [locatie] in Schuinesloot (hierna: het perceel) aanwijzingen gevonden dat vanuit een aangetroffen amfetaminelaboratorium op het perceel milieuverontreiniging heeft plaatsgevonden. Volgens het college waren vanuit het amfetaminelab buizen of slangen geplaatst die naar buiten liepen en leidden naar een plek op het perceel waar afval is geloosd. Ook zijn op en rondom het aangetroffen reactievat sporen van lekkage gevonden. De grond onder het reactievat was vochtig geweest, weer opgedroogd en verkleurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2611
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bodembescherming
  • Dwangsom en beroep
  • uitspraakin de zaak202105427/1/R1

202105951/1/A3

Bij besluit van 10 februari 2020 heeft het van burgemeester en wethouders van Tilburg aan [vergunninghouder] een omzettingsvergunning verleend voor het pand [locatie 1] in Tilburg. Op 5 maart 2020 is deze vergunning gezet op naam van [appellant A]. [partij] en anderen hebben tegen het besluit van 10 februari 2020 bezwaar gemaakt, omdat in de panden [locatie 2] en [locatie 3] een instelling voor jeugdige asielzoekers gevestigd is. Als bewoners van de Brahmsstraat vinden zij een tweede adres met kamerbewoners op korte afstand onwenselijk. Het college heeft hun bezwaar gegrond verklaard, de omzettingsvergunning herroepen en de aanvraag alsnog afgewezen. Het college heeft die panden aangemerkt als maatschappelijke voorziening die binnen 50 m van het pand [locatie 1] ligt en van invloed kan worden geacht voor de leefbaarheid. De omzettingsvergunning is volgens het college verleend in strijd met artikel 2.1, aanhef en onder a, van de Beleidsregels Huisvestingsverordening Tilburg 2018.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2632
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202105951/1/A3

202106588/1/R4

Bij besluit van 13 juli 2021 heeft de raad van de gemeente Amersfoort het bestemmingsplan "Leusderweg 249" gewijzigd vastgesteld. Het plan voorziet in de realisatie van 14 sociale huurwoningen ter plaatse van Leusderweg 249 te Amersfoort. Vroeger stond hier een schoolgebouw. Dat is inmiddels gesloopt. De 14 woningen zijn voorzien in twee rijen. De woningen hebben maximaal één bouwlaag. [appellant] en anderen zijn omwonenden en zij kunnen zich niet verenigen met het plan. Zij vrezen met name een aantasting van hun woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2629
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202106588/1/R4

202106900/1/R2

Bij besluit van 24 april 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Utrecht aan de [vergunninghouder] een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming verleend voor de wijziging van de melkveehouderij aan de [locatie 1] in Driebergen-Rijsenburg. Deze zaak gaat over de uitstoot van stikstof (emissie) uit een emissiearm stalsysteem dat voor de melkveehouderij is ontwikkeld (A1.13). Emissiearme stalsystemen zijn van belang voor de reductie van stikstofemissies uit de veehouderij. Die reductie is nodig om de stikstofdeposities op Natura 2000-gebieden te verminderen. Bovendien maken deze stalsystemen het in sommige gevallen mogelijk dat bedrijven groeien zonder dat de stikstofemissies toenemen. [vergunninghouder] exploiteert een melkveehouderij aan de [locatie 1]in Driebergen-Rijsenburg. De [vergunninghouder] heeft een natuurvergunning aangevraagd voor de bouw van een nieuwe melkrundveestal met een emissiearm stalsysteem (A1.13) en het intern verplaatsen van dieren van stal D naar stal C.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2557
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202106900/1/R2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202106900/1/R2

202106908/1/R2

Bij besluit van 1 oktober 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Utrecht aan [appellant] een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming verleend voor de wijziging van de melkveehouderij aan de [locatie] in [plaats]. [appellant] exploiteert een melkveehouderij aan de [locatie] in Snelrewaard. [appellant] heeft een natuurvergunning aangevraagd voor de bouw van een nieuwe rundveestal met een emissiearm stalsysteem (A1.28) en het aanpassen van de dieraantallen in de stallen 1, 2, 3 en 8. Volgens de aanvraag zullen 100 melkkoeien worden gehouden in de emissiearme stal. Verder zullen 51 stuks jongvee, 30 schapen en 1 fokstier worden gehouden. De totale stalemissie is 845,4 kg/NH3/jr, en de emissies van verkeer, intern transport en verwarming zijn 93,24 kg/NOx/jr. Het melkvee zal niet worden beweid.Het college heeft de natuurvergunning verleend voor het houden van het aangevraagde veebestand in de aangevraagde stalsystemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2624
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202106908/1/R2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202106908/1/R2

202106915/1/R2

Bij besluit van 9 oktober 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Utrecht aan [vergunninghouder] een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) verleend voor de wijziging van de melkveehouderij aan de [locatie] in Westbroek. [vergunninghouder] exploiteert een melkveehouderij aan de [locatie] in Westbroek. [vergunninghouder] heeft een natuurvergunning aangevraagd voor de bouw van een nieuwe stal waarin zowel jongvee als melk- en kalfkoeien worden gehuisvest. Verder zullen er in de bestaande melkstal minder dieren worden gehouden. Volgens de aanvraag zullen 22 melkkoeien in een emissiearm stalsysteem (A1.13) en 134 melkkoeien en 63 stuks jongvee in een traditionele stal (A1.100) worden gehouden. De totale stalemissie is 2160 kg/NH3/jr, en de emissies van verkeer, intern transport en verwarming zijn 191,39 kg/NOx/jr. Het college heeft de natuurvergunning verleend voor het houden van het aangevraagde veebestand in de aangevraagde stalsystemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2622
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202106915/1/R2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202106915/1/R2

202106986/1/A3

Bij besluit van 15 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag een handhavingsverzoek van [appellant] afgewezen. [appellant] heeft een verzoek tot handhaving ingediend omdat op het Willem Dreespark nieuwe verkeersborden en -tekens op de weg zijn aangebracht. Hij stelt daarbij dat daarvoor een besluit nodig is van het lokale bestuur. Op de zitting bij de Afdeling heeft hij nader toegelicht dat het gaat om het aanbrengen van gele strepen op het gedeelte van het Willem Dreespark dat langs het spoortalud loopt. Volgens [appellant] is dat gedeelte openbare weg en mochten de strepen niet zonder verkeersbesluit van het college geplaatst worden. Het college heeft het verzoek afgewezen omdat er geen sprake is van een overtreding en het daarom niet handhavend kan optreden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2637
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202106986/1/A3

202106989/1/A3

Bij besluit van 24 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag een handhavingsverzoek van [appellant] afgewezen. [appellant] heeft een verzoek tot handhaving ingediend over het plaatsen van een zeecontainer op het parkeerterrein aan het Willem Dreespark in Den Haag (hierna: het parkeerterrein). Volgens [appellant] is het parkeerterrein een openbare weg en mag de container niet zonder vergunning geplaatst worden. Het college heeft het verzoek afgewezen omdat het parkeerterrein eigen terrein van Staedion is en geen openbare weg. Volgens het college mag het daarom niet handhavend optreden. [appellant] voert aan dat de rechtbank heeft miskend dat de Afdeling in haar uitspraak van 27 april 2000, zaak nr. 199902940/1, heeft geoordeeld dat het parkeerterrein openstaat voor het openbaar verkeer. Sindsdien is de situatie niet veranderd. Het college is volgens [appellant] daarom wel bevoegd te handhaven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2619
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202106989/1/A3

202107025/1/A2

Bij besluit van 6 juni 2018 heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (daarna de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en thans de minister voor Natuur en Stikstof) en de staatssecretaris van Financiën de aanvraag van [appellante] om rangschikking van het landgoed De Wittenburg te Wassenaar onder de Natuurschoonwet 1928 afgewezen. [appellante] heeft de staatssecretaris verzocht om De Wittenburg als buitenplaats te rangschikken onder de Nsw. De staatssecretaris heeft dat verzoek afgewezen. [appellante] is het daar niet mee eens, maar heeft in bezwaar en beroep geen gelijk gekregen en is daarom in hoger beroep gekomen. Remfly - die als partij in het geschil is betrokken - is het om dezelfde redenen ook niet eens met de afwijzing. Het geschil spitst zich toe op de vraag of bij De Wittenburg sprake is van een buitenplaats in de zin van artikel 1, aanhef en onder c, van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2616
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202107025/1/A2

202107352/1/A2

Bij besluit van 8 november 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen onder meer het recht op kinderopvangtoeslag van [appellante] over 2018 definitief berekend en vastgesteld op € 8.554,00 en een bedrag van € 544,00 teruggevorderd. Bij het besluit van 8 november 2019 is het recht op kinderopvangtoeslag voor het jaar 2018 van [appellante] definitief vastgesteld op € 8.554,00. Omdat [appellante] in totaal € 9.091,00 aan voorschotten heeft ontvangen, moet zij € 544,00 (inclusief rente) terugbetalen. [appellante] stelt dat ten onrechte € 544,00 van haar wordt teruggevorderd omdat zij in werkelijkheid maar € 8.549,00 aan kinderopvangtoeslag op haar bankrekening zou hebben ontvangen. De Belastingdienst/Toeslagen stelt dat dit komt omdat van de toegekende kinderopvangtoeslag een bedrag van € 541,00 is aangewend voor de verrekening van openstaande vorderingen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2617
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202107352/1/A2

202107508/1/R4

Bij besluit van 6 september 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaltbommel hogere grenswaarden als bedoeld in de Wet geluidhinder vastgesteld voor bij het bestemmingsplan "Nederhemert, Kapelstraat De Meander" (hierna: het plan) voorziene woningen. Bij besluit van 30 september 2021 heeft de raad raad van de gemeente Zaltbommel het plan gewijzigd vastgesteld. Het plangebied ligt in Nederhemert, direct ten noorden van de Afgedamde Maas. Het plangebied is ongeveer 5,2 hectare groot en grenst in het zuiden aan de Maasdijk en in het oosten aan de Kapelstraat. Het plangebied is onderverdeeld in vier gedeelten. Op drie van de vier gedeelten is voorzien in de bouw van in totaal 120 woningen. Deze gedeelten zijn vernoemd naar de fasen waarin de bouw is beoogd, te weten fase 1, fase 2 en fase 3. In het fase 2-gebied, waar de meeste woningen zijn voorzien, zijn nu nog bedrijven gevestigd die actief zijn in de transportsector.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2601
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202107508/1/R4

202107782/1/A2

Bij besluit van 28 maart 2020 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het verzoek van [appellante] om een transitievergoeding bij haar inkomen per 1 januari 2019 buiten beschouwing te laten, afgewezen. [appellante] heeft vanaf 1 januari 2013 huurtoeslag ontvangen en deze stopgezet per 1 april 2019. [appellante] heeft de Belastingdienst/toeslagen verzocht om per 1 januari 2019 een transitievergoeding van € 17.500,00 bij haar inkomen buiten beschouwing te laten. [appellante] stelt zich op het standpunt dat het een nabetaling betreft van een in 2018 vorderbare vergoeding. De Belastingdienst/Toeslagen heeft dit verzoek afgewezen en stelt zich op het standpunt dat de vergoeding geen nabetaling is omdat de aanspraak daarop eerst in 2019 is ontstaan. Bij de vaststelling van het toetsingsinkomen voor de berekening van de huurtoeslag kan de Belastingdienst/Toeslagen een aantal bestanddelen, op verzoek, buiten beschouwing laten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2615
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202107782/1/A2

202107791/1/R1

Bij besluit van 16 september 2021 heeft de raad van de gemeente Aalsmeer het bestemmingsplan "Kudelstaart 2020" vastgesteld. Het gebied van het bestemmingsplan "Kudelstaart 2020" ligt in de gemeente Aalsmeer en bestaat uit de dorpskern Kudelstaart, het omliggende agrarische buitengebied met lintbebouwing en kassen van de glastuinbouw. Het bestemmingsplan is hoofdzakelijk conserverend van aard en heeft als doel het bieden van een actueel juridisch-planologisch kader voor het plangebied. JdB Groep B.V. en anderen kunnen zich niet met het plan verenigen. Volgens hen zijn hun bedrijfsactiviteiten ten onrechte onder het overgangsrecht gebracht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2633
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202107791/1/R1

202107832/1/A3

Bij besluit van 30 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag geweigerd [appellant] een ontheffing te verlenen van het verbod op het rijden met motorvoertuigen op de begraafplaats Westduin. [appellant], geboren in 1938, bezoekt al meer dan 45 jaar regelmatig de gemeentelijke begraafplaats Westduin, waar zijn ouders, zus en echtgenote begraven liggen. Hierbij reed hij met zijn auto de begraafplaats op. Sinds 1 januari 2020 is de Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Den Haag 2016 gewijzigd en is het, ingevolge artikel 4, eerste lid, aanhef en onder f van de Verordening, niet meer toegestaan om met motorvoertuigen op de begraafplaats te komen. De reden hiervoor is dat er door de grote hoeveelheid auto’s op de begraafplaats overlast en onveilige situaties ontstonden. [appellant] voert aan dat de rechtbank heeft miskend dat aan de weigering om hem een ontheffing te verlenen geen redelijke belangenafweging ten grondslag ligt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2620
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202107832/1/A3

202200303/1/A3

Bij besluit van 24 mei 2017 heeft College ter beoordeling van geneesmiddelen aan Horus Pharma een handelsvergunning verleend voor Latanoprost Horus Pharma 0,05 mg/ml oogdruppels, oplossing in verpakking voor eenmalig gebruik. Bij besluit van 11 april 2018 heeft College ter beoordeling van geneesmiddelen het door Théa Pharma B.V. en Laboratoires Théa S.A. daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 27 december 2021 heeft de rechtbank het door Théa daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard en het besluit van 11 april 2018 vernietigd. Ook heeft de rechtbank het besluit herroepen, de handelsvergunning geweigerd en de uitspraak in de plaats gesteld van het vernietigde besluit. Pharmaceutical Oriented Services Ltd. heeft via de decentrale procedure en op basis van Richtlijn 2001/83/EG een handelsvergunning aangevraagd voor het geneesmiddel Latanoprost Horus Pharma 0,05 mg/ml oogdruppels, oplossing in verpakking voor eenmalig gebruik.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2626
Datum uitspraak
7 september 2022
  • Hoger beroep
  • Gezondheidszorg
  • uitspraakin de zaak202200303/1/A3
vorige pagina1...164165166...1.218volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon