Uitspraak 202300599/3/R1


Volledige tekst

202300599/3/R1.
Datum beslissing: 17 februari 2023

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Beslissing op het verzoek om verschoning (ex artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht: hierna: Awb) van:

mr. E.J. Daalder

Procesverloop

Ten aanzien van zaak nr. 202300599/2/R1, die op 23 februari 2023 op zitting zal worden behandeld, heeft staatsraad Daalder, die als voorzieningenrechter belast is met de behandeling van deze zaak, op 13 februari 2023 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.

Overwegingen

1.       Ingevolge artikel 8:19, eerste lid, van de Awb kan op grond van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 8:15 elk van de rechters die een zaak behandelen, verzoeken zich te mogen verschonen.

In artikel 8:15 is bepaald dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

2.       De zaak met nummer 202300599/2/R1 die op zitting zal worden behandeld, betreft een verzoek om voorlopige voorziening.

De staatsraad heeft te kennen gegeven dat bij de voorbereiding van bovenvermelde zaak is gebleken dat de gemachtigde van de verzoekers een zakelijk bekende uit de privésfeer is. Om iedere schijn van vooringenomenheid bij de behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening te voorkomen heeft de staatsraad verzocht zich te mogen verschonen.

3.       De Afdeling acht, gezien deze motivering, inwilliging van het verzoek gerechtvaardigd.

4.       Gelet op het vorenstaande, wordt het verzoek toegewezen.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst het verzoek toe.

Aldus vastgesteld door mr. J.Th. Drop, voorzitter, en mr. H.G. Sevenster en mr. R. Uylenburg, leden, in tegenwoordigheid van mr. T. van Goeverden-Clarenbeek, griffier.

w.g. Drop
voorzitter

w.g. Van Goeverden-Clarenbeek
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 17 februari 2023

488