Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.778
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202108196/1/V3

Bij besluit van 24 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:668
Datum uitspraak
7 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202108196/1/V3

202200020/1/V3

Bij besluiten van 24 november 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:669
Datum uitspraak
7 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200020/1/V3

202200211/3/A3

Bij besluiten van 30 maart 2021 heeft de burgemeester van Venray [partij] een exploitatievergunning en een drank- en horecavergunning verleend voor een cafébedrijf aan de [locatie] te Venray. Bij besluit van 10 augustus 2021 heeft de burgemeester het door [verzoeker] daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard, voor zover dat is gericht tegen het besluit tot verlening van de exploitatievergunning. De burgemeester heeft dat besluit herroepen en de exploitatievergunning alsnog geweigerd. In de hoofdzaak gaat het over de exploitatievergunning die de burgemeester bij het besluit van 30 maart 2021 aan [partij] heeft verleend voor [café]. In bezwaar had hij dit besluit weliswaar herroepen, maar na de uitspraak van de rechtbank herleeft deze exploitatievergunning. De burgemeester moet opnieuw op het bezwaar van [verzoeker] beslissen naar aanleiding van de uitspraak van de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:664
Datum uitspraak
7 maart 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak202200211/3/A3

202200600/2/A3

Bij besluit van 1 maart 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Breda [wederpartij] geweigerd een omgevingsvergunning te verlenen voor de sloop en bouw van een aantal bouwwerken. [wederpartij] heeft een omgevingsvergunning gevraagd voor het verbouwen van zijn tuinhuis. Het college heeft dit geweigerd op grond van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. De rechtbank heeft in haar uitspraak geoordeeld dat het college de gevraagde omgevingsvergunning niet heeft kunnen weigeren krachtens artikel 2.20, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Als gevolg van de uitspraak van de rechtbank moet het college een nieuw besluit nemen op het bezwaar van [wederpartij] binnen zes weken na verzending van de uitspraak. In de hoofdzaak gaat het over de weigering om een omgevingsvergunning te verlenen. In deze voorlopige voorzieningenprocedure gaat het over de termijn waarbinnen het college een nieuw besluit op bezwaar moet nemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:663
Datum uitspraak
7 maart 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202200600/2/A3

202108075/2/R1

Bij besluit van 2 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal het wijzigingsplan "[locatie]" vastgesteld. Aan de [locatie] in Overveen zijn twee voormalige dienstwoningen aanwezig, die voorheen behoorden tot het landgoed Elswout. Inmiddels hebben deze dienstwoningen een gewone woonbestemming en is het pand aangewezen als Rijksmonument. Het college heeft op 25 oktober 2017 aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een aanbouw aan de voormalige dienstwoningen. Deze aanbouw heeft een oppervlakte van in totaal 160 m² en een goot- en bouwhoogte van respectievelijk 3 m en 6 m. De omgevingsvergunning is verleend voor de activiteit bouwen en voor de activiteit handelen met gevolgen voor een beschermd monument. Aan deze omgevingsvergunning is nog geen uitvoering gegeven. [partij] wil de vergunde aanbouw echter op een andere wijze realiseren, waardoor het oppervlak van de aanbouw met 16 m² zal toenemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:662
Datum uitspraak
4 maart 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202108075/2/R1

202200873/1/V3 en 202200873/2/V3

Bij besluit van 13 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:671
Datum uitspraak
4 maart 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200873/1/V3 en 202200873/2/V3

202201226/2/V3

Bij besluit van 10 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:672
Datum uitspraak
4 maart 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201226/2/V3

202106818/1/V3

De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. K. Yousef, advocaat te Den Haag, heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 25 oktober 2021 in zaak nr. NL21.16082. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft een nader stuk ingediend. De vreemdeling heeft het hoger beroep ingetrokken en de Afdeling verzocht de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid te veroordelen in de bij hem opgekomen proceskosten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:658
Datum uitspraak
3 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202106818/1/V3

202200533/3/A3

Bij besluit van 15 december 2020 heeft de burgemeester van Beverwijk de aan [verzoeker] verleende vergunning voor de exploitatie [bedrijf] ingetrokken met ingang van vier weken na dagtekening van dat besluit. [verzoeker] exploiteert sinds 1994 [bedrijf] in Beverwijk. Voor het laatst op 17 december 2018 heeft de burgemeester hem daarvoor een exploitatievergunning en een gedoogverklaring verleend. Bij besluit van 16 oktober 2019 is aan het aanhangsel bij de vergunning een nieuwe leidinggevende toegevoegd. Op 5 september 2019 heeft de Belastingdienst een rapport uitgebracht van een boekenonderzoek met betrekking tot [verzoeker]. Rond die datum heeft de Belastingdienst het rapport binnen het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum Noord-Holland gedeeld met de burgemeester. Naar aanleiding hiervan heeft de burgemeester bij brief van 10 januari 2020 [verzoeker] verzocht om een vragenformulier in te vullen in het kader van een onderzoek op grond van de Wet bibob.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:657
Datum uitspraak
3 maart 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Verordeningen
  • Wet Bibob
  • uitspraakin de zaak202200533/3/A3

202201245/2/V2

Bij besluit van 16 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:660
Datum uitspraak
3 maart 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201245/2/V2

202201281/2/V2

Bij besluit van 14 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:661
Datum uitspraak
3 maart 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201281/2/V2

202200909/1/R4 en 202200909/2/R4

Bij besluit van 27 januari 2021 heeft het college aan [verzoeker] lasten onder dwangsom opgelegd wegens het zonder omgevingsvergunning realiseren van een paardenbak. Het college is vervolgens handhavend opgetreden, omdat sprake is van een overtreding. Volgens het college is sprake van een paardenbak (bestaande uit zand, een lichtmast met een omheining). Bij het besluit van 10 mei 2021 is [verzoeker] gelast om het zand te verwijderen en verwijderd te houden, op straffe van een dwangsom van € 5.000,- ineens. Verder is [verzoeker] bij dat besluit gelast om de lichtmast te verwijderen en verwijderd te houden, op straffe van een dwangsom van € 2.500,- ineens. Het college heeft tijdens de zitting toegelicht dat de omheining mag blijven staan als het zand en de lichtmast zijn verwijderd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:670
Datum uitspraak
3 maart 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202200909/1/R4 en 202200909/2/R4

202105420/1/V2

Bij besluit van 9 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:616
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105420/1/V2

202201286/2/V2

Bij besluit van 20 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:659
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201286/2/V2

201907135/1/R1

Bij besluit van 27 juni 2019 heeft de raad van de gemeente Meierijstad het bestemmingsplan "Afronding Bunderse Hoek" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in een juridisch-planologisch kader voor de ontwikkeling van een nieuwe woonwijk met 97 woningen tussen de bestaande woonwijk "De Bunders" en de Udenseweg in Veghel. Het oppervlak van het nieuwe woongebied bedraagt ongeveer 3,5 hectare. KDO Vastgoedontwikkeling is voornemens een gedeelte van het plangebied te ontwikkelen. Op 20 oktober 2016 is het bestemmingsplan "Afronding Bunderse Hoek 2016" vastgesteld door de raad van de toenmalige gemeente Veghel. Ook dat bestemmingsplan is naar aanleiding van het beroep van [appellant] en anderen (wederom in een andere samenstelling appellanten dan bij het voorliggende beroep) door de Afdeling vernietigd bij uitspraak van 2 augustus 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2072. [appellant] en anderen zijn omwonenden van het plangebied en kunnen zich niet verenigen met de geplande woonwijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:654
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201907135/1/R1

202000022/1/R2

Bij besluit van 5 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bladel de bij besluit van 22 mei 2008 aan [appellante] verleende vergunning voor de herbouw van een recreatiewoning met bijgebouw op het perceel [locatie] in Bladel ingetrokken. [appellante] was eigenaar van een recreatiewoning op het perceel. Deze woning is door een brand verloren gegaan. Bij besluit van 22 mei 2008 heeft het college aan haar een vergunning krachtens artikel 40 van de Woningwet, nu omgevingsvergunning, verleend voor het herbouwen van een recreatiewoning en een bijgebouw op het perceel. [partij] heeft op 21 september 2017 een verzoek ingediend om de verleende vergunning in te trekken. Naar aanleiding van dit verzoek heeft het college [appellante] op 2 november 2017 laten weten de vergunning op grond van artikel 2.33, tweede lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht te willen intrekken, waarna de vergunning bij besluit van 5 januari 2018 is ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:641
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202000022/1/R2

202002011/1/A2

Bij besluit van 1 mei 2019 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand een aanvraag om een toevoeging voor verlening van rechtsbijstand aan [appellant], afgewezen. Op 3 april 2019 heeft A.J.T.M. Meuwissen een toevoeging aangevraagd voor het verlenen van rechtsbijstand aan [appellant] in een beroepsprocedure over de intrekking van een eerder verleende toevoeging voor een procedure tegen het UWV. Bij het in bezwaar gehandhaafde besluit van 3 mei 2019 heeft de raad de aanvraag afgewezen, omdat het volgens de raad om een probleem gaat waarvoor [appellant] geen advocaat nodig heeft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:644
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202002011/1/A2

202002108/1/A2

Bij besluit van 20 december 2018 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand de ten behoeve van [appellant] verstrekte toevoeging voor gesubsidieerde rechtsbijstand met kenmerk IGZ4954 ingetrokken. De raad heeft aan mr. D.M. Gijzen, advocaat te Heerlen, een toevoeging met kenmerk IGZ4954 verstrekt voor het verlenen van rechtsbijstand aan [appellant] in een procedure tegen het UWV. Als resultaat van deze zaak heeft [appellant] met terugwerkende kracht twee bedragen aan Wajong-uitkering ontvangen van in totaal € 30.476,74. Dit is meer dan 50% van het heffingvrije vermogen in 2018, te weten € 15.000,00. Daarom heeft de raad bij het besluit van 20 december 2018 op grond van artikel 34g, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet op de rechtsbijstand in samenhang gelezen met de werkinstructie ‘Resultaatbeoordeling’, de toevoeging met kenmerk IGZ4954 ingetrokken. Dit leidt ertoe dat [appellant] ongeveer € 3.000,00 aan Gijzen moet betalen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:643
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202002108/1/A2

202002281/1/A2

Bij besluit van 11 januari 2018 heeft de minister voor Medische Zorg de bij besluit van 15 augustus 2016 aan Zorgpunt verleende "Instellingssubsidie Vinex 2016" van € 151.628,00 ingetrokken en dit bedrag teruggevorderd. Zorgpunt is een gezondheidscentrum gevestigd in de wijk Ypenburg in Den Haag. De dienstverlening van Zorgpunt bestaat onder andere uit zorg door huisartsen, diëtisten, fysiotherapeuten en verloskundigen. Zorgpunt heeft op 30 mei 2017 een aanvraag bij de minister ingediend om de verleende subsidie voor 2016 vast te stellen. Bij besluit van 11 januari 2018 heeft de minister de subsidie voor 2016 ingetrokken en het subsidiebedrag van € 151.628,00 teruggevorderd. Bij besluit van 15 augustus 2018 heeft de minister het besluit van 11 januari 2018 gehandhaafd. De minister heeft aan zijn besluitvorming ten grondslag gelegd dat niet is gebleken dat er in 2016 zorg is aangeboden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:627
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202002281/1/A2

202002760/1/R3

Bij besluit van 27 oktober 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het veranderen van zijn woning aan de [locatie 1] in Den Haag door het plaatsen van een dakterras op de uitbouw van de winkel aan de [locatie 2] in Den Haag. Op 26 juni 2017 heeft [vergunninghouder] een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend voor het veranderen van de woning aan de [locatie 1] door het plaatsen van een dakterras op de uitbouw van de winkel aan de [locatie 2] in Den Haag. Het betreft een aanvraag ter legalisatie van een door [vergunninghouder] in juni 2017 gerealiseerd dakterras op die locatie. Tussen partijen is niet in geschil dat het dakterras in strijd is met het geldende bestemmingsplan "Statenkwartier", omdat het dakterras buiten het bouwvlak is gerealiseerd en de maximale bouwhoogte van 0,3 m hoger dan de vloer van de eerste verdieping wordt overschreden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:648
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002760/1/R3

202003602/3/R3 en 202105506/3/R3

Bij tussenuitspraak van 31 maart 2021, ECLI:NL:RVS:2021:685 (hierna: de tussenuitspraak), heeft de Afdeling de raad van de gemeente Rijssen-Holten opgedragen binnen 16 weken na verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van de raad van 7 mei 2020, waarbij het bestemmingsplan "Buitengebied Holten, uitbreiding Camping de Holterberg" is vastgesteld, te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak van 31 maart 2021 onder 15.2 overwogen dat de raad onvoldoende draagkrachtig heeft gemotiveerd dat de voorziene ontwikkeling voorziet in een behoefte in kwantitatieve zin. De raad heeft niet op basis van actuele, concrete gegevens de kwantitatieve behoefte voor de gewenste ontwikkeling onderzocht. Bij het inzichtelijk maken van de behoefte dient rekening te worden gehouden met het bestaande aanbod aan campings in de omgeving die mogelijk al in die behoefte voorzien. Dat is in de onderbouwing niet meegenomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:646
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202003602/3/R3 en 202105506/3/R3

202003684/1/A2

Bij besluit van 25 juli 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Lopik aan [appellant sub 1B] een tegemoetkoming in planschade van € 7.981,64 toegekend en het verzoek voor zover dat is ingediend door [appellant sub 1A] niet-ontvankelijk verklaard. [appellanten sub 1] hebben het college verzocht om een tegemoetkoming in de planschade die zij hebben geleden in de vorm van de waardevermindering van hun woning aan de [locatie] in Lopik als gevolg van de inwerkingtreding op 6 juni 2012 van het bestemmingsplan "Uitweg - Uitbreiding". Dit plan maakt de bouw van woningen mogelijk op de gronden ten zuidwesten en oosten van hun perceel. Deze gronden mochten op grond van het daarvoor geldende bestemmingsplan "Buitengebied" worden gebruikt voor agrarische doeleinden. In het advies wordt het college ten eerste geadviseerd om de aanvraag, voor zover deze is ingediend door [appellant sub 1A], niet-ontvankelijk te verklaren

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:626
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202003684/1/A2

202004749/1/R3

Bij besluit van 22 mei 2019 heeft het college van de voormalige gemeente Loppersum, nu gemeente Eemsdelta, aan Rodin Broadband Groningen B.V. een omgevingsvergunning onder voorschriften verleend voor het plaatsen van een antennemast ten behoeve van het project Snel Internet Groningen op een perceel ten zuiden van de ijsbaan in Stedum, kadastraal bekend gemeente Stedum, sectie E, nummer 1408. Ten behoeve van het project Snel Internet Groningen is een convenant opgesteld om de uitvoering van de werkzaamheden tussen Groninger gemeenten en Rodin te formaliseren en in overeenstemming met de afspraken uit te voeren. In het convenant is vastgelegd onder welke voorwaarden de glasvezelkabel, inclusief de bijbehorende aansluitpunten en de masten, zal worden aangelegd. Het college heeft ingestemd met het convenant. Het convenant is namens de gemeente ondertekend. Rodin wil voor het project Snel Internet Groningen een antennemast van 40 m hoog realiseren aan de zuidkant van de ijsbaan in Stedum.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:645
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004749/1/R3

202005027/1/A2

Bij besluit van 15 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Voorst een aanvraag van [appellanten sub 2] om een tegemoetkoming in planschade deels afgewezen en deels niet-ontvankelijk verklaard. Op 3 oktober 2013 is het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Nijverheid - ’t Belt, Twello" inwerking getreden. [appellanten sub 2] waren destijds eigenaar van een pand aan de [locatie] in Twello. Dit pand is een bedrijfspand met op de begane grond een garage met showroom en op de eerste verdieping een bedrijfswoning. Bij brief van 25 mei 2018 hebben zij het college verzocht om een tegemoetkoming in de planschade die zij stellen te lijden als gevolg van de inwerkingtreding van het nieuwe plan. Door de wijziging van de voor hun eigen perceel geldende bestemming en door de wijziging van de bestemmingen van de omliggende percelen, zijn de mogelijkheden van hun eigen perceel beperkt, waardoor zij schade lijden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:629
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202005027/1/A2

202005531/1/A3

Bij besluit van 6 maart 2019 heeft het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum het verzoek van [appellant] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur buiten behandeling gelaten. [appellant] heeft het dagelijks bestuur verzocht om de volgende stukken openbaar te maken: 1. de JustID-rapportage die ten grondslag heeft gelegen aan de weigering van zijn verlengingsaanvraag voor een exploitatievergunning [locatie] en waarin staat dat [appellant] al sinds 1997 regelmatig met de politie in aanraking is geweest; 2. de aanvraag voor het opvragen van de JustID-rapportage; 3. de machtiging van het college van burgemeester en wethouders voor de aanvraag van de JustID-rapportage.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:640
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202005531/1/A3

202005545/1/R3 en 202005839/1/R3

Bij besluit van 30 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ooststellingwerf voor twee woningen hogere waarden als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder vastgesteld ten behoeve van het bestemmingsplan "Woningbouw Herenweg te Donkerbroek". Bij besluit van 30 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Ooststellingwerf het bestemmingsplan "Woningbouw Herenweg te Donkerbroek" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de realisering van twee vrijstaande woningen op een perceel in het lint van de Herenweg in Donkerbroek. Het gaat om een weideperceel ter hoogte van de Herenweg 122 en 124. Direct ten oosten en westen van het plangebied liggen woningen. Ten noorden, aan de overzijde van de Herenweg, is een pluimveehouderij gelegen. [appellant sub 1] en anderen wonen allen aan de Herenweg in Donkerbroek. Zij vrezen voor een aantasting van hun woongenot.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:653
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Friesland
  • RO - Geluid
  • uitspraakin de zaak202005545/1/R3 en 202005839/1/R3

202005929/1/R4

Bij besluit van 2 november 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Laren, naar aanleiding van een daartoe strekkend verzoek van [appellant], geweigerd handhavend op te treden tegen overtredingen die volgens [appellant] plaatsvinden op het perceel, plaatselijk bekend gemeente Laren, sectie E, nummer 274. [appellant] woont aan de [locatie 1]. Aan zijn achtertuin grenst het bosperceel, dat voorheen in gebruik was als kerstboomkwekerij. Het bosperceel is eigendom van [partij 3], die [partij 1] en [partij 2] toestemming heeft gegeven om het bosperceel te gebruiken en te onderhouden. [partij 1] en [partij 2] wonen aan de [locatie 3] te Laren en hun achtertuin grenst eveneens aan het bosperceel. [appellant] vindt dat het bosperceel niet op de juiste wijze wordt onderhouden. Hij heeft bij het college melding gemaakt van stankoverlast en van handelingen die volgens hem wijzen op gebruik als tuin, op afvalstort en op stelselmatige afbraak van de op het bosperceel aanwezige natuurwaarden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:621
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202005929/1/R4

202006110/1/R4

Bij besluit van 16 september 2020 heeft de raad van de gemeente Zevenaar het bestemmingsplan "VAB Bevermeerseweg, Angerlo" vastgesteld. Het plan maakt onder meer de realisatie van een nieuwe woning mogelijk op een perceel aan de [locatie 1] te Angerlo, gemeente Zevenaar, ter compensatie van de sloop van agrarische bedrijfsbebouwing (op het perceel [locatie 2]). Ten oosten van het plangebied ligt de watergang de Didamse Wetering. [appellant] woont naast het perceel [locatie 1], waar de nieuwe compensatiewoning is voorzien. Hij kan zich niet met het plan verenigen en vindt met name dat deze woning elders - dichterbij de slooplocatie - moet worden gebouwd. De initiatiefnemer van de nieuwe woning is [belanghebbende].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:618
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202006110/1/R4

202006264/1/A3

Bij besluit van 9 augustus 2018 heeft de burgemeester van Amsterdam het verzoek van [appellant] om beëindiging van de uitwisseling van zijn persoonsgegevens in het kader van de treiteraanpak en om wissing van zijn persoonsgegevens afgewezen. [appellant] is eind 2014 opgenomen in de zogenaamde treiteraanpak naar aanleiding van diverse meldingen van buurtbewoners van wangedrag en intimidatie. Met deze aanpak heeft de gemeente Amsterdam in samenwerking met meerdere partners, waaronder de politie, het Openbaar Ministerie, woningbouwcorporaties en Jeugdbescherming Amsterdam, een werkwijze ontwikkeld om bijzondere gevallen van ernstige overlast en intimidatie in de woonomgeving tegen te gaan. Het gaat bij de treiteraanpak om ernstige overlast gericht tegen één of meer specifieke personen of huishoudens, niet om 'gewone' burenruzies. Naast ernstige overlast is daarbij vaak sprake van bedreiging, vernieling van eigendommen of mishandeling.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:635
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202006264/1/A3

202006393/1/R2

Bij besluit van 13 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Waalre het bestemmingsplan "Tuinen Oliemolen" vastgesteld. Het plangebied ligt ten westen van Waalre en grenst aan de in ontwikkeling zijnde woningbouwlocatie De Smaragd, die gelegen is tussen de Molenstraat en de Dreefstraat. Het plan voorziet in een vergroting van de tuinen van bouwkavels aan de Oliemolen binnen De Smaragd. Alle gronden binnen het plangebied zijn voorzien van de bestemming "Tuin" en zullen gebruikt gaan worden als achtertuinen van de woningen. [appellant] is eigenaresse van het perceel dat grenst aan de westzijde van het plangebied en kan zich niet met het voorliggende plan verenigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:650
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202006393/1/R2

202006423/1/A2

Bij besluit van 10 oktober 2017 heeft de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media de bekostiging die de stichting heeft ontvangen voor basisschool Van Dijck in verband met de samenvoeging per 1 augustus 2014 van deze school met basisschool Van Everdingen, herzien en een bedrag van € 356.802,16 teruggevorderd. Op 13 mei 2014 heeft de stichting op het zogeheten BRIN-mutatieformulier aangegeven dat basisschool Van Everdingen zal worden opgeheven met ingang van 1 augustus 2014 onder gelijktijdige samenvoeging met basisschool Van Dijck. De minister heeft de stichting in verband met de samenvoeging bijzondere bekostiging voor de schooljaren 2014-2015, 2015-2016, 2016-2017 en 2017-2018 verstrekt. Volgens de minister is de aanspraak van de stichting op deze bekostiging vervallen, omdat op 1 augustus 2014 geen leerlingen van de op te heffen school naar de fusieschool zijn overgegaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:631
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak202006423/1/A2

202006425/1/A2

Bij besluit van 10 oktober 2017 heeft de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media de bekostiging die de stichting heeft ontvangen voor basisschool Op Dreef in verband met de samenvoeging per 1 augustus 2014 van deze school met de Montessorischool Den Dolder, herzien en een bedrag van € 448.405,50 teruggevorderd. Op 13 mei 2014 heeft de stichting op het zogeheten BRIN-mutatieformulier aangegeven dat de Montessorischool Den Dolder zal worden opgeheven met ingang van 1 augustus 2014 onder gelijktijdige samenvoeging met basisschool Op Dreef. De minister heeft de stichting in verband met de samenvoeging bijzondere bekostiging voor de schooljaren 2014-2015, 2015-2016, 2016-2017 en 2017-2018 verstrekt. Volgens de minister is de aanspraak van de stichting op deze bekostiging vervallen, omdat op 1 augustus 2014 geen leerlingen van de op te heffen school naar de fusieschool zijn overgegaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:630
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202006425/1/A2

202006566/1/R2

Bij besluit van 14 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Goirle een verzoek van de Stichting om handhavend op te treden tegen een aarden wal op een perceel aan de Gilzerbaan in Riel afgewezen. De Stichting heeft het college verzocht om handhavend op te treden tegen een aarden wal op een bosperceel, plaatselijk bekend gemeente Goirle, sectie [...], nummer [...] en [...] (hierna: het perceel). Het noordelijk gedeelte van dit perceel was in gebruik als homo-ontmoetingsplek (hierna: HOP). [persoon] heeft in 2014 het perceel gekocht en een omgevingsvergunning gekregen voor het plaatsen van een hekwerk om het perceel. Met de uitspraak van de Afdeling van 15 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1580, zijn de rechtsgevolgen van de vernietigde omgevingsvergunning voor het hekwerk in stand gebleven. Het hekwerk is geplaatst waardoor het perceel niet meer vrij toegankelijk is. In geschil is of de Stichting belanghebbende is bij het handhavingsverzoek.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:639
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202006566/1/R2

202006918/1/R4

Bij besluit van 16 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijkerk aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend voor het uitbreiden van het pand op het perceel [locatie] te Nijkerkerveen ten behoeve van een restaurant. In het pand op het perceel is een restaurant gevestigd. De vergunning van 16 januari 2018 strekt tot het uitbreiden van het pand gedeeltelijk buiten het bouwvlak, wat in strijd is met het bestemmingsplan. De vergunning van 7 mei 2018 is voor een interne verbouwing van het restaurant. [appellanten] wonen in de nabijheid van het pand en vrezen overlast van het restaurant. Het hoger beroep gaat over beide vergunningen. [appellanten] betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het college bij het afwijken van het bestemmingsplan in redelijkheid de belangenafweging in hun nadeel heeft kunnen laten uitvallen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:622
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202006918/1/R4

202006983/1/R2 en 202007086/1/R2

Bij besluiten van 4 november 2020 heeft de raad van de gemeente Echt-Susteren de bestemmingsplannen "Woningbouw Julianastraat-Emmastraat Echt" en "Mussenstraat, Echt" vastgesteld. MJV Ontwikkelingen B.V. wil op de hoek Julianastraat en Emmastraat in Echt twee appartementengebouwen met in totaal 24 wooneenheden bouwen. Om dit mogelijk te maken heeft de raad op 4 november 2020 het bestemmingsplan "Woningbouw Julianastraat-Emmastraat Echt" vastgesteld. Het plangebied omvat een groot deel van het braakliggend terrein van de voormalige huishoudschool en heeft nu de bestemming "Wonen" met de aanduiding "gestapeld’ gekregen. Op de verbeelding staan twee bouwvlakken, op ieder bouwvlak is een appartementengebouw is toegestaan. [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 2] wonen dichtbij bij de locatie van de twee toegestane appartementengebouwen. Nester wil op de hoek Mussenstraat en Emmastraat in Echt, naast voornoemde appartementengebouwen, een zorgcomplex realiseren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:642
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202006983/1/R2 en 202007086/1/R2

202007072/1/R4

Bij besluit van 18 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Gooise Meren geweigerd een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een dakkapel in het voordakvlak van de woning van [appellant] aan de [locatie] te Naarden. [appellant] heeft een omgevingsvergunning bouwen aangevraagd voor het plaatsen van een dakkapel in het voordakvlak van zijn woning aan de [locatie] te Naarden. Het college heeft de vergunning geweigerd, omdat het bouwplan in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Stedelijk Gebied" voor zover het gaat om de breedte van de dakkapel ten opzichte van het dakvlak. Het college ziet geen aanleiding om een omgevingsvergunning te verlenen door af te wijken van het bestemmingsplan, omdat het bouwplan volgens hem ook in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:636
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202007072/1/R4

202100288/1/A2

Bij besluit van 16 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Meierijstad een aanvraag van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellant] is sinds [datum] 1997 eigenaar van een woning aan de [locatie 1] in Veghel. Hij stelt dat zijn woning in waarde is gedaald als gevolg van het op 19 november 2016 in werking getreden besluit waarmee een omgevingsvergunning is verleend aan de eigenaar van het naast zijn perceel gelegen perceel, [locatie 2]. De omgevingsvergunning maakt het mogelijk om, in afwijking van het bestemmingsplan, één van de op het perceel aanwezige bedrijfsgebouwen te gebruiken voor de huisvesting van maximaal 24 arbeidsmigranten. Volgens [appellant] leidt dit tot meer geluidhinder en verkeersdrukte en heeft het een afschrikwerkende werking op potentiële kopers. Hij heeft het college daarom verzocht om een tegemoetkoming in de schade.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:625
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202100288/1/A2

202100754/1/R2

Bij afzonderlijke besluiten van 11 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Landgraaf [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] onder oplegging van een dwangsom gelast om verschillende bouwwerken op het perceel aan de [locatie] in Landgraaf te verwijderen en verwijderd te houden en het strijdige gebruik op het perceel te staken en gestaakt te houden. [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] zijn eigenaar van het perceel aan de [locatie] in Landgraaf. [appellant sub 2B] is tevens bewoner van het perceel. Het college heeft in de periode van november 2012 tot en met augustus 2018 meerdere controles uitgevoerd op het perceel. Tijdens de controles is onder andere geconstateerd dat er op het perceel twee stallencomplexen, een hondenhok, twee overkappingen, drie erfafscheidingen, twee keermuren en een stalen draagconstructie zijn gerealiseerd en dat de stallencomplexen worden gebruikt voor het houden van diverse landbouwhuisdieren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:638
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202100754/1/R2

202101305/1/A3

Bij besluit van 12 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlem de aanvraag van [appellant] om gebruik te maken van de regeling bezoekersparkeren afgewezen. [appellant] woont sinds februari 2012 in appartementencomplex Raakshof op het adres [locatie] te Haarlem. Hij ontvangt daar regelmatig bezoekers die met de auto komen. Nadat in het centrum een (digitale) bezoekersregeling was ingevoerd, heeft [appellant] op 11 november 2019 een aanvraag ingediend om daarvan gebruik te mogen maken, zodat zijn bezoek langer en voordeliger bij het Raakshof kan parkeren. Het college heeft de aanvraag afgewezen omdat het woonadres van [appellant] niet in het parkeervergunningengebied ligt. Dit besluit heeft het college in bezwaar gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:652
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202101305/1/A3

202101687/1/R4

Bij besluit van 26 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht geweigerd [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor de bouw, in afwijking van het bestemmingsplan, van een hekwerk ten behoeve van een dakterras en een trap tussen dat dakterras en de achtertuin aan de [locatie 1] te Utrecht. [appellant] is de eigenaar van het perceel [locatie 2] te Utrecht en bewoont de bovenverdiepingen van het pand op dat perceel, genummerd [locatie 1]. De begane grond is verhuurd aan een derde en in gebruik als kantoorruimte. Aan de achterkant is het pand, slechts voor de hoogte van de begane grond, uitgebouwd. Op een gedeelte van de uitbouw ligt een dakterras. Achter de uitbouw ligt de achtertuin die bij het pand hoort. [appellant] heeft op 7 maart 2018 een omgevingsvergunning aangevraagd om het dakterras uit te breiden en daarvoor een hekwerk te plaatsen op de uiterste rand van de uitbouw.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:623
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202101687/1/R4

202101905/1/A2

Bij besluit van 24 december 2019 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand vastgesteld dat [appellant] met terugwerkende kracht geen recht heeft op vergoeding van de kosten van de hem toegewezen advocaat en bepaald dat [appellant] de eerder door de raad betaalde kosten moet terugbetalen. Bij besluit van 7 mei 2019 heeft de raad op last van de rechtbank of een andere instantie aan [appellant] een advocaat, mr. E.M. van den Oudenaller, toegewezen voor een strafrechtelijke procedure. Bij dit besluit heeft de raad verder ambtshalve een toevoeging aan [appellant] verleend. Daarbij heeft hij het inkomen en het vermogen van [appellant] niet getoetst. Op 4 november 2019 heeft de advocaat een aanvraag ingediend voor vergoeding van de door haar voor de strafzaak verrichte werkzaamheden. Bij besluit van 4 november 2019 heeft de raad aan de advocaat een vergoeding toegekend van € 1.056,62.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:634
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202101905/1/A2

202101917/1/A2

Bij besluit van 5 juli 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het recht van [appellant] op huurtoeslag over 2018 definitief vastgesteld op nihil en € 2.853,- van hem teruggevorderd. Op 3 januari 2018 heeft [appellant] huurtoeslag aangevraagd voor het toeslagjaar 2018. Daarbij heeft hij een jaarinkomen van € 24.274,- opgegeven. Bij besluit van 21 februari 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen hem een voorschot huurtoeslag voor dat jaar toegekend van € 2.880,-. Bij besluit van 21 augustus 2018 heeft de dienst het voorschot huurtoeslag voor 2018 herzien naar € 2.852,-. Bij besluit van 5 juli 2019 heeft de dienst het recht van [appellant] op huurtoeslag over 2018 definitief vastgesteld op nihil en het teveel betaalde bedrag van € 2.852,-, evenals € 1,- rente, van hem teruggevorderd. Aan dit besluit heeft de dienst ten grondslag gelegd dat het gezamenlijke toetsingsinkomen van [appellant] en zijn [partner] hoger is dan de voor 2018 vastgestelde inkomensgrens van € 30.400,-.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:628
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202101917/1/A2

202101950/1/A3

Bij besluit van 5 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Almere [appellant] uitgeschreven uit de basisregistratie personen. [appellant] stond in de brp ingeschreven op het adres [locatie] in Almere. Naar aanleiding van een bericht van de verhuurder dat [appellant] deze woonruimte had verlaten, is het college een adresonderzoek gestart. Op 17 februari 2020 heeft het college [appellant] een brief en een e-mailbericht gestuurd en hem gebeld om informatie te krijgen over zijn verblijfplaats. [appellant] heeft telefonisch laten weten dat hij op 26 december 2019 voor het laatst op dat adres was geweest, dat hij er niet meer woonde, dat er een gerechtelijke procedure liep, dat hij nog wel de huur betaalde en dat zijn post niet aan derden werd meegegeven. Hij verwachtte dat hij de woning weer zou kunnen betrekken zodra de procedure was afgerond. Hij wilde niet zeggen op welk adres hij verbleef.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:637
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202101950/1/A3

202101960/1/A2

Bij besluit van 5 juni 2019 heeft de algemeen directeur (lees: de directie) van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen [appellant] voor vijf jaar rijgeschikt verklaard voor de rijbewijzen van de categorieën B, BE en T en de categorieën C, CE, D en DE. Niet is in geschil dat het CBR bij het besluit van 5 juni 2019 [appellant] terecht rijgeschikt heeft verklaard voor de rijbewijzen van de categorieën C, CE, D en DE (groep 2) voor de maximale duur van vijf jaar. In geschil is of het CBR hem bij dat besluit terecht rijgeschikt heeft verklaard voor de rijbewijzen van de categorieën B, BE en T (groep 1) voor een beperkte duur van vijf jaar. Bij brief van 5 februari 2019 heeft de Rijksdienst voor het Wegverkeer aan [appellant] meegedeeld dat zijn rijbewijs binnenkort verloopt en dat hij dit vóór 15 juni 2019 kan verlengen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:633
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202101960/1/A2

202102118/1/V6

Bij afzonderlijke besluiten van 1 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. [bedrijf] een boete opgelegd van € 20.000,00 en [appellante sub 2] een boete van € 12.000,00 wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen. De staatssecretaris heeft daarnaast besloten tot openbaarmaking van inspectiegegevens. De door een arbeidsinspecteur van de Inspectie SZW op ambtseed opgemaakte boeterapporten van 26 april 2019 houden in dat de Nederlandse Arbeidsinspectie in het kader van het toezicht op erkende referenten, als bedoeld in de Wet modern migratiebeleid, een onderzoek heeft ingesteld naar [bedrijf]. Deze eenmanszaak is met ingang van 28 juni 2018 overgedragen aan [appellante sub 2]. Uit een administratief onderzoek is gebleken dat drie vreemdelingen, van Russische nationaliteit, als kennismigranten werkzaam waren voor [bedrijf].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:619
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Boete
  • Wet arbeid vreemdelingen
  • uitspraakin de zaak202102118/1/V6

202102236/1/A2

Bij brief van 21 oktober 2016 heeft [appellant] de korpschef verzocht de schade (€ 11.147,90) te vergoeden, die hij stelt te hebben geleden omdat de korpschef hem overeenkomstig de Beleidsmaatregel bewaring legale vuurwapens van april 2012 verplichtte om zijn vuurwapens en munitie bij een bevoegd wapenhandelaar in bewaring te geven. De kosten (€13.940,00) daarvan zijn aanzienlijk hoger dan de kosten (€ 2.792,10) voor het in bewaring geven van de wapens bij de korpschef.[appellant] is wapenverzamelaar en had in die hoedanigheid vuurwapens in zijn woning opgeslagen. Bij besluit van 21 december 2012 heeft de korpschef het aan [appellant] verleend verlof tot het voorhanden hebben van vuurwapens voor verzameldoeleinden ingetrokken. De woning van [appellant] voldeed niet aan de daaraan te stellen veiligheidseisen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:651
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • Wapens en munitie
  • uitspraakin de zaak202102236/1/A2

202103359/1/A3

Bij besluit van 14 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlem het verzoek van [appellante] om inzage in haar persoonsgegevens ingewilligd door overzichtslijsten van de verwerkte gegevens en enkele documenten in kopie te verstrekken. [appellante] heeft bij brief van 25 juli 2019 op grond van artikel 12 en 15 van de Algemene verordening gegevensbescherming (EU) 2016/679 (hierna: AVG) verzocht om te vermelden welke persoonsgegevens van haar zijn verwerkt, wat de herkomst van die gegevens is, wat het doel van de verwerking is, aan wie die gegevens eventueel zijn verstrekt, welke passende waarborgen zijn getroffen bij doorgifte van die gegevens aan een ander land of internationale organisatie en hoe lang deze gegevens naar verwachting zullen worden opgeslagen. Zij heeft het verzoek gedaan omdat haar uitkering in het kader van de Participatiewet is opgeschort en uiteindelijk stopgezet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:649
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202103359/1/A3

202103360/1/A3

Bij besluit van 14 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlem het verzoek van [appellante] om inzage in haar persoonsgegevens ingewilligd door overzichtslijsten van de verwerkte gegevens en enkele documenten in kopie te verstrekken. [appellante] heeft bij brief van 25 juli 2019 op grond van artikel 12 en 15 van de Algemene verordening gegevensbescherming verzocht om te vermelden welke persoonsgegevens van haar zijn verwerkt, wat de herkomst van die gegevens is, wat het doel van de verwerking is, aan wie die gegevens eventueel zijn verstrekt, welke passende waarborgen zijn getroffen bij doorgifte van die gegevens aan een ander land of internationale organisatie en hoe lang deze gegevens naar verwachting zullen worden opgeslagen. Daarbij heeft zij ook verzocht om een kopie te verstrekken van de verwerkte persoonsgegevens. Zij heeft het verzoek gedaan omdat haar uitkering in het kader van de Participatiewet is opgeschort en uiteindelijk stopgezet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:647
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202103360/1/A3

202103410/1/R4

Bij besluit van 16 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend voor onder meer het herinrichten van een bijgebouw bij een woning aan de [locatie 1] te Utrecht ten behoeve van een bed & breakfast. Het gebouw aan de [locatie 1] te Utrecht is een vrijstaand bijbehorend bouwwerk bij de woning aan de [locatie 2] en is van dezelfde eigenaar. Tussen partijen is niet in geschil dat de B&B op grond van het bestemmingsplan niet in het bijbehorend bouwwerk is toegestaan. Het college stelt zich in het besluit op het standpunt dat van het bestemmingsplan kan worden afgeweken, omdat de uitoefening van een B&B op grond van artikel 32.3.2 van de planregels is toegestaan binnen het hoofdgebouw. [appellant] is een omwonende en vreest overlast door het gebruik van de B&B. Hij stelt zich op het standpunt dat er geen of onvoldoende toezicht is op het gebruik van de B&B en dat de B&B niet past in de omgeving.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:624
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202103410/1/R4

202103500/1/R3

Bij uitspraak van 9 december 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2919, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak het beroep van de stichting niet-ontvankelijk verklaard. De stichting heeft de Afdeling verzocht die uitspraak te herzien. In de uitspraak van 9 december 2020 heeft de Afdeling het beroep van de stichting tegen het besluit van de raad van de gemeente Ooststellingwerf van 26 februari 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Wolvegasterweg 10 Oldeberkoop" niet-ontvankelijk verklaard, omdat de stichting volgens de Afdeling niet als belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Awb kan worden aangemerkt. De stichting betoogt dat de Afdeling in de uitspraak van 9 december 2020 ten onrechte heeft overwogen dat zij niet kan worden aangemerkt als belanghebbende bij het besluit van 26 februari 2019 en daardoor ten onrechte het beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:620
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Herziening
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202103500/1/R3

202103677/1/A3

Bij besluit van 11 februari 2021 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan [appellant] een ‘Bevel tot staken van de arbeid’ opgelegd. [appellant] heeft samen met een vennoot een onderneming genaamd [bedrijf]. [appellant] verricht voor zijn onderneming werkzaamheden als taxichauffeur en als belastingadviseur. Op 11 februari 2021 is hij in de omgeving van Schiphol gecontroleerd door een inspecteur van de Inspectie Leefomgeving en Transport. De inspecteur heeft geconstateerd dat [appellant] in een aaneengesloten periode van 14 keer 24 uren geen rusttijd van 72 uur had genoten, zoals artikel 2.5:1, vijfde lid, onder b, van het Arbeidstijdenbesluit vervoer vereist. Op grond van artikel 8:1, eerste lid, van het Atbv levert dit een overtreding op. Daarom is aan [appellant] een ‘Bevel tot staken van de arbeid’ opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:632
Datum uitspraak
2 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202103677/1/A3

202106340/2/V2

Bij besluit van 26 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:614
Datum uitspraak
1 maart 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106340/2/V2

202106798/1/V3

Bij besluit van 8 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de termijn van de aan de vreemdeling opgelegde bewaringsmaatregel verlengd met ten hoogste twaalf maanden (hierna: het verlengingsbesluit).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:615
Datum uitspraak
1 maart 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202106798/1/V3

202201063/2/V3

Bij besluit van 19 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en geweigerd hem ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen. Verder heeft hij ambtshalve geweigerd de vreemdeling krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:617
Datum uitspraak
1 maart 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201063/2/V3

202108180/3/R3

De beroepen richten zich - onder meer - tegen het besluit van provinciale staten van Zuid-Holland van 13 oktober 2021 tot vaststelling van het provinciaal inpassingsplan "Warmtetransportleiding Vlaardingen-Den Haag". Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag en Stichting Staedion en [verzoeker sub 2] hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Het inpassingsplan maakt de aanleg van warmtetransportleidingen in de gemeenten Den Haag, Rijswijk, Delft, Midden-Delfland, Schiedam en Vlaardingen mogelijk. Stichting Staedion en [verzoeker sub 2] hebben de voorzieningenrechter verzocht om het inpassingsplan te schorsen, voor zover dat een warmteoverdrachtstation ter hoogte van de Tripstraat in Den Haag mogelijk maakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:656
Datum uitspraak
1 maart 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Inpassingsplan
  • uitspraakin de zaak202108180/3/R3

202107416/2/R2

Bij besluit van 30 september 2021 heeft de raad van de gemeente Uden (thans: gemeente Maashorst) het bestemmingsplan "Kleuterweg ong. Uden" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de bouw van een woning mogelijk op het perceel aan de Kleuterweg ongenummerd, kadastraal bekend gemeente Uden, sectie […], nummer […]. Het perceel is gelegen aan de rand van de bebouwde kom van Uden, op de hoek van de Kleuterweg en de Goorkensweg, direct ten noorden van industrieterrein Loopkant en ten zuiden van visvijver de Kleuter. [verzoekers] hebben de voorzieningenrechter verzocht om het besluit van 30 september 2021 te schorsen, zodat voorkomen wordt dat er hangende de beroepsprocedure een omgevingsvergunning wordt verleend voor het bouwen van een woning op het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:602
Datum uitspraak
28 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202107416/2/R2

202200388/2/V3

Bij besluit van 5 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:607
Datum uitspraak
28 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202200388/2/V3

202200536/2/R3

Bij besluit van 17 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wassenaar de aanvraag van Muntendamsche Investerings Maatschappij B.V. om handhavend op te treden tegen de bewoning van [rijksmonument] aan de [locatie] te Wassenaar door [verzoeker] en anderen afgewezen. [verzoeker] en anderen wonen sinds juli 2018 in het pand [rijksmonument] aan de [locatie] in Wassenaar. Het pand is sinds februari 2020 in eigendom van MRWH. Op grond van het bestemmingsplan "Landelijk Gebied 2015" rust op dit pand de bestemming "Kantoor" met de aanduiding "specifieke vorm van kantoor - 1" en de dubbelbestemmingen "Waarde - Archeologie 3" en "Waarde - Cultuurhistorie". Het college heeft aan besluit III ten grondslag gelegd overtreding van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:603
Datum uitspraak
28 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202200536/2/R3

202200956/2/V3

Bij besluit van 3 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:608
Datum uitspraak
28 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202200956/2/V3

202201116/2/V2

Bij besluit van 21 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:612
Datum uitspraak
28 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201116/2/V2

202201228/2/V3

Bij besluit van 2 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:613
Datum uitspraak
28 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201228/2/V3

202102011/1/V1

Bij besluit van 22 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:600
Datum uitspraak
25 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102011/1/V1

202106304/1/V3

Bij besluiten van 17 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten, een inreisverbod tegen haar uitgevaardigd en haar in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:598
Datum uitspraak
25 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202106304/1/V3

202107844/2/V3

Bij besluit van 15 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:599
Datum uitspraak
25 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107844/2/V3

202200925/1/V3

Bij besluit van 14 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 3 februari 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:601
Datum uitspraak
25 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202200925/1/V3

202200992/1/V2 en 202200992/2/V2

Bij besluit van 26 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:597
Datum uitspraak
25 februari 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200992/1/V2 en 202200992/2/V2

202201002/2/V2

Bij besluit van 11 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:596
Datum uitspraak
25 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201002/2/V2

202201173/2/V2

Bij besluit van 18 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:605
Datum uitspraak
25 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201173/2/V2

202201216/2/V2

Bij besluit van 10 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:606
Datum uitspraak
25 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201216/2/V2

202100488/2/A3

De Admiraal heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 9 december 2020 in zaak nr. 20/846. De burgemeester van Maassluis heeft bij brief van 15 december 2021 een aantal gedingstukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken. Na anonieme meldingen van drugshandel en politieobservaties ter plaatse heeft de politie De Admiraal doorzocht. De politie heeft De Admiraal op 13 september 2019 met spoed gesloten. De burgemeester heeft vervolgens gelast De Admiraal voor drie maanden te sluiten. De burgemeester heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van de vertrouwelijk overgelegde stukken kennis zal nemen. Het betreft volgens de burgemeester persoonsgevoelige informatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:604
Datum uitspraak
25 februari 2022
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Drugs
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202100488/2/A3

202200763/3/R4 en 202200763/4/R4

[appellanten sub 1], Waterschap Fryslân, het college van gedeputeerde staten van Fryslân, [appellant sub 4], het college van burgemeester en wethouders van Tytsjerksteradiel en andere en [appellant sub 6A] en anderen hebben beroep ingesteld tegen het instemmingsbesluit gewijzigd winningsplan Tietjerk van de minister van Economische Zaken en Klimaat van 29 december 2021, kenmerk DGKE-WO/V-6194.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:595
Datum uitspraak
25 februari 2022
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202200763/3/R4 en 202200763/4/R4

202100625/1/V3

Bij besluiten van 23 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen opnieuw niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:586
Datum uitspraak
24 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100625/1/V3

202100649/1/V2

Bij besluit van 18 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:592
Datum uitspraak
24 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100649/1/V2

202104106/1/V3

Bij besluiten van 17 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:590
Datum uitspraak
24 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202104106/1/V3

202106303/3/V3

Bij besluit van 13 juli 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:589
Datum uitspraak
24 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202106303/3/V3

202106743/2/V3

Bij besluit van 26 april 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:587
Datum uitspraak
24 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202106743/2/V3

202200838/1/V3

Bij besluit van 15 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 31 januari 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:588
Datum uitspraak
24 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202200838/1/V3

202200888/2/V2

Bij besluiten van 29 juli 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:594
Datum uitspraak
24 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200888/2/V2

202200969/1/V3

Bij besluit van 19 november 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. Bij uitspraak van 8 februari 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:591
Datum uitspraak
24 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202200969/1/V3

202200980/1/V3

Bij besluit van 22 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 8 februari 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:593
Datum uitspraak
24 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202200980/1/V3

202006125/2/A3

[verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen die primair inhoudt dat het college van burgemeester en wethouders van Den Haag wordt verplicht om hem binnen een week inzage te verlenen in de IP-adressen die van hem worden verwerkt. Voorts verzoekt [verzoeker] - indien hem geen inzage binnen een week kan worden gegeven - om het college op te dragen geen logbestanden te vernietigen van systemen waarin zijn gegevens kunnen voorkomen totdat inzage is gegeven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:611
Datum uitspraak
24 februari 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202006125/2/A3

202200859/2/A3

De rechtbank Limburg heeft in haar uitspraak van 1 februari 2022 de sluiting van de woning van [verzoeker A] en [verzoeker B] voor de duur van zes maanden in stand gelaten. [verzoeker A] en [verzoeker B] hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen die inhoudt dat het besluit van de de burgemeester van Sittard-Geleen tot sluiting van de woning wordt geschorst, totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:610
Datum uitspraak
24 februari 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202200859/2/A3

202201169/2/A3

De rechtbank Oost-Brabant heeft in haar uitspraak van 21 februari 2022 de intrekking van de horeca- en exploitatievergunning van horecabedrijf Carrousel in stand gelaten. Carrousel B.V. heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen die inhoudt dat de besluiten van de burgemeester van 's-Hertogenbosch (betreffende horecabedrijf Carrousel) per 25 februari 2022 worden geschorst, totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:609
Datum uitspraak
24 februari 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak202201169/2/A3

202105010/1/V1

Bij besluit van 29 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, buiten behandeling gesteld en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:584
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105010/1/V1

202200961/2/V2

Bij besluit van 10 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:548
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200961/2/V2

202200975/2/V2

Bij besluiten van 10 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en een inreisverbod tegen hen uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:547
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200975/2/V2

201809540/1/R2

Bij besluit van 20 september 2018 heeft de raad van de gemeente Bladel het bestemmingsplan "KBP Zuidoost, Hapert" vastgesteld. Het plan voorziet in de realisering van een kennis- en innovatiecentrum ten behoeve van de veehouderij met een parkeergarage op het "Kempisch Bedrijvenpark" te Bladel. Het plangebied grenst aan het motorcrossterrein "De Ketelberg". [appellante sub 1], [appellant sub 2] en [appellant sub 3] wonen in de omgeving van het plangebied en vrezen dat het voorliggende plan zal leiden tot een aantasting van hun woon- en leefklimaat. De raad stelt dat [appellante sub 1], [appellant sub 2] en [appellant sub 3] niet als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt bij het plan, nu zij wonen op een afstand variërend tussen ongeveer 600 m en 1,1 km van het plangebied. Volgens de raad zullen zij geen rechtstreekse gevolgen in hun woon- en leefomgeving ervaren door de in het plan toegelaten ontwikkeling.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:580
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201809540/1/R2

201809965/3/V3 en 201904550/1/V3

Bij besluit van 23 november 2018 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij besluit van 23 mei 2019 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld. Deze uitspraak gaat over de vraag of de staatssecretaris een burger van de Unie in vreemdelingenbewaring kan stellen. Als deze vraag bevestigend moet worden beantwoord, gaat het vervolgens over de vraag of de vreemdeling op beide momenten dat hij in bewaring is gesteld volledig heeft voldaan aan het over hem genomen besluit tot verwijdering, als bedoeld in artikel 15 van de Verblijfsrichtlijn. Als deze laatste vraag bevestigend moet worden beantwoord, mocht hij niet in bewaring worden gesteld. In de verwijzingsuitspraak heeft de Afdeling het Hof de vraag voorgelegd of een burger van de Unie aan een besluit tot verwijdering heeft voldaan zodra deze burger binnen de in dat besluit gestelde termijn voor vrijwillig vertrek het grondgebied van de lidstaat dat het besluit heeft genomen aantoonbaar heeft verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:562
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak201809965/3/V3 en 201904550/1/V3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201809965/3/V3 en 201904550/1/V3

201903169/2/R2 en 201902204/2/R2

Bij tussenuitspraak van 18 november 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:2773) over de beroepen van [appellant] tegen de besluiten van 29 januari 2019 en 31 januari 2019, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Gemert-Bakel opgedragen om binnen 16 weken na verzending van de tussenuitspraak het daar omschreven gebrek in het besluit van de raad van de gemeente Gemert-Bakel van 31 januari 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Gemert-Bakel Stedelijke gebieden, oktober 2018" te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak onder 12.2 overwogen dat de raad ter zitting heeft erkend dat hij bij de vaststelling van het plan geen rekening heeft gehouden met de door [appellant] gekozen situering van de propaantank op zijn aangrenzend perceel onder het vorige planologische regime. Hierdoor heeft de raad onvoldoende rekening gehouden met de bestaande situatie voorafgaand aan de vaststelling van het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:579
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201903169/2/R2 en 201902204/2/R2

202002286/1/R4

Bij besluit van 4 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Ronde Venen geweigerd aan [appellante] een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van de bestaande melkgeitenhouderij op het perceel [locatie] in Abcoude. [appellante] exploiteert op het perceel een geitenhouderij met 1000 melkgeiten. [appellante] heeft op 10 juli 2018 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor het uitbreiden van het aantal melkgeiten naar 2100 binnen de bestaande gebouwen. Bij het besluit van 4 juni 2019 heeft het college de aanvraag uit voorzorg geweigerd vanwege aanblijvende onduidelijkheid over de oorzaak van mogelijke gezondheidsrisico’s van geitenhouderijen voor hun directe omgeving. Daarbij heeft het college verwezen naar de afweging van provinciale staten van Utrecht over de geitenstop.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:556
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002286/1/R4

202002987/1/A3

Bij besluit van 20 november 2018 heeft de korpschef beslist op een verzoek van [appellante] om inzage in en verstrekking van afschriften van haar betreffende persoonsgegevens die door de korpschef worden verwerkt. De korpschef heeft het verzoek van [appellante] opgevat als een verzoek in de zin van artikel 25 van de Wet politiegegevens. De korpschef heeft aan [appellante] een overzicht verstrekt van alle registraties in het Bedrijfsprocessensysteem van de politie, de Basisvoorziening Handhaving (BVH), waarin haar gegevens zijn verwerkt. Deze gegevens komen voort uit meldingen die [appellante] heeft gedaan of zijn afkomstig van incidenten waar zij bij betrokken is geweest en de politie ter plaatse is gekomen. De korpschef heeft aan [appellante] te kennen gegeven dat zij deze gegevens mag inzien. Op grond van beleidsafspraken worden geen afschriften van dossierstukken verstrekt of kopieën gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:574
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • Politiegegevens
  • uitspraakin de zaak202002987/1/A3

202003203/1/A2

Bij vier onderscheiden besluiten van 28 augustus 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht aan de eigenaren van de woningen op de adressen [locatie 1], [locatie 2], [locatie 3] en [locatie 4] te Maarsen tegemoetkomingen toegekend in door hen geleden planschade. Bij besluit van 2 november 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht de eigenaar van de woning op het adres [locatie 5] een tegemoetkoming toegekend in door hem geleden planschade. Op verzoek van [appellante sub 1] is de bestemming van het perceel [locatie 6] te Maarssen gewijzigd, zodat [appellante sub 1] dit perceel kan gebruiken om woningen te bouwen. [appellante sub 1] is op grond van een met de gemeente Stichtse Vecht gesloten planschadeovereenkomst gehouden de tegemoetkomingen die het college moet toekennen vanwege de voor haar gunstige wijziging van het planologische regime te vergoeden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:572
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202003203/1/A2

202003775/1/R3

Bij besluit van 28 mei 2020 heeft de raad van de gemeente Rotterdam het bestemmingsplan "Terbregge" vastgesteld. Uit de toelichting bij het bestemmingsplan blijkt dat de raad met de vaststelling van het plan wil voorzien in een plan ter actualisatie van verschillende bestemmingsplannen. Het plan legt hoofdzakelijk de planologische situatie van de vorige bestemmingsplannen vast. Verder maakt het plan, onder meer, een transformatie mogelijk van het leegstaande schoolgebouw aan de Ommoordseweg naar ongeveer zes nieuwe woningen, voorziet het plan in een enkele nieuwe woning en krijgen een aantal beeldbepalende panden een dubbelbestemming. Daarnaast zijn op een aantal locaties de bouwmogelijkheden uit het vorige bestemmingsplan overgenomen. Enkele bedrijven en panden kunnen vervangen worden. Daarvoor is een procedure met een wijzigingsplan nodig. Het plangebied ligt aan de linkeroever van de Rotte, tussen Het Lage Bergse Bos, Prins Alexander, Kralingse Bos en verschillende wijken van Hillegersberg-Schiebroek.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:573
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202003775/1/R3

202003790/1/A3

Bij besluit van 27 februari 2019 heeft de korpschef van politie de door hem verleende toestemming om [appellant] werkzaamheden te laten verrichten als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus, ingetrokken. De korpschef heeft op 9 mei 2018 aan New Generation Security toestemming verleend om [appellant] werkzaamheden te laten verrichten als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Wpbr. Uit op ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal volgt dat [appellant] op 23 juli 2018 is aangehouden voor eenvoudige mishandeling, bedreiging en vernieling. [appellant] is op die dag in conflict geraakt met een buurman. Tijdens dit conflict is de ruit van de voordeur van de buurman gebroken. Op 29 oktober 2018 heeft het Openbaar Ministerie besloten tot het instellen van strafvervolging tegen [appellant] wegens overtreding van artikel 300, eerste lid, artikel 350, eerste lid, en artikel 258, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht en hem daartoe gedagvaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:564
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Beveiligingswerkzaamheden
  • uitspraakin de zaak202003790/1/A3

202004640/1/R4

Bij besluit van 5 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zwartewaterland aan [appellante sub 1] een omgevingsvergunning beperkte milieutoets verleend voor het vestigen van een melkgeitenhouderij op het perceel [locatie 1] te Mastenbroek. [appellante sub 1] exploiteerde op het perceel [locatie 1] te Mastenbroek (hierna: het perceel) een rundvee- en schapenhouderij, maar heeft plannen om in plaats daarvan op het perceel een melkgeitenhouderij op te richten. Zij wenst één van de bestaande stallen in te richten voor het houden van 247 geiten ouder dan 1 jaar en 305 opfokgeiten. De andere bestaande stallen zullen niet meer worden gebruikt. Zij heeft daartoe een aanvraag ingediend op 4 februari 2019. Verder is bij besluit van 27 mei 2015 door het college aan [appellante sub 1] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een vleeskalverenstal. De bedoeling is dat deze stal zal worden ingericht voor het houden van 560 melkgeiten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:581
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Milieu - Overige
  • Vee e.a. dieren
  • uitspraakin de zaak202004640/1/R4

202004727/1/A3

Bij besluit van 1 mei 2019 heeft de minister voor Rechtsbescherming een aanvraag van [appellant] om afgifte van een verklaring omtrent het gedrag afgewezen. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft over een latere aanvraag van [appellant] om afgifte van een VOG op 1 december 2021 uitspraak gedaan en de afwijzing van die aanvraag in stand gelaten (ECLI:NL:RVS:2021:2705). Verder beschikt [appellant] naar aanleiding van een nieuwe aanvraag inmiddels over een VOG.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:554
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak202004727/1/A3

202005213/1/R4

Bij besluit van 14 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bunnik geweigerd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een werktuigenberging op het perceel [locatie 1] in Odijk. [appellant] exploiteert een vleesvee/zoogkoeienhouderij. Hij beschikt over ongeveer 40 ha grond waarvan hij een deel verhuurt aan agrariërs in de buurt. De overige gronden worden voor zijn eigen bedrijfsvoering gebruikt. Ongeveer 10 ha ligt achter zijn woning aan de [locatie 2] en wordt gebruikt voor het weiden van zijn vee. [appellant] huurt een schuur op ongeveer 350 m afstand van zijn woning. De eigenaar van de schuur is voornemens om deze af te breken. Omdat [appellant] de schuur niet langer kan huren, heeft hij een aanvraag gedaan voor de realisering van een werktuigenberging met een oppervlakte van 700 m² op de [locatie 1].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:551
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202005213/1/R4

202005259/1/A2

Bij besluit van 14 januari 2020 heeft het College SEIN geen goedkeuring verleend voor de verkoop van een deel van haar gronden aan AM. SEIN is een zorginstelling met een toelating als bedoeld in de WTZi en verleent intramurale epilepsiezorg. Eén van de locaties van SEIN is Cruquiushoeve te Cruquius, gemeente Haarlemmermeer. In september 1999 heeft SEIN zich gemeld bij het College, omdat zij deze locatie wilde herontwikkelen. Een onderdeel daarvan was de verkoop van een deel van haar gronden, bekend als de deelgebieden Erven 1 t/m 3, Poortgebouw 1 en Hagen 1. Op die gronden moet een nieuwe woonwijk worden ontwikkeld waarvan de zorginstelling deel gaat uitmaken, zodat een interactie tot stand kan komen tussen de bewoners van de nieuwe woonwijk en de cliënten van SEIN. Voor de voorgenomen verkoop is volgens het College goedkeuring vereist als bedoeld in artikel 18 van de WTZi. Het College heeft een gemachtigde aangewezen om het proces te begeleiden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:558
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Gezondheidszorg
  • uitspraakin de zaak202005259/1/A2

202006067/2/R3

Bij tussenuitspraak van 25 augustus 2021 heeft de Afdeling de raad van de gemeente Midden-Delfland opgedragen binnen 16 weken na verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 22 september 2020, waarbij het bestemmingsplan "Hof van Keenenburg" is vastgesteld, te herstellen. Het bestemmingsplan maakt de realisatie van 27 woningen in de kern van Schipluiden mogelijk. Aan de noordzijde van het plangebied ligt de Singel, waar [appellant] woont. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling overwogen dat niet in geschil is dat met de in het bestemmingsplan voorziene woningbouw, [appellant] geen gebruik meer kan maken van zijn recht van uitweg om over het perceel van [partij] met (vracht)auto's te komen en te gaan naar de openbare weg. De raad heeft bij de vaststelling van het plan er niet zonder meer van kunnen uitgaan dat [partij] en [appellant] onderling tot een oplossing zouden komen over de aanleg van een uitweg.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:552
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202006067/2/R3

202006199/1/A3

Bij besluit van 6 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hilversum het verzoek van [appellant] om urgentie bij de toewijzing van een sociale huurwoning afgewezen. [appellant] heeft een groot deel van zijn leven in de gemeente Hilversum gewoond. Hij is in 2013 vertrokken naar Koeweit om een studie te volgen. In 2017 is hij naar Irak gegaan en daar getrouwd. In maart 2020 is [appellant] met zijn toenmalige echtgenote en zijn dochter teruggekeerd naar Nederland met de intentie om bij zijn moeder in Hilversum te gaan inwonen. Hij heeft zich op 30 maart 2020 op het adres van zijn moeder in Hilversum ingeschreven in de Basisregistratie personen en op 2 april 2020 heeft [appellant] urgentie aangevraagd. Het college heeft die aanvraag afgewezen, omdat [appellant] niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 3.2 van de Huisvestingsverordening Gooi en Vechtstreek 2019. Ook ziet het college in de situatie van [appellant] geen aanleiding om toepassing te geven aan de hardheidsclausule.

Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202006199/1/A3
vorige pagina1...184185186...1.218volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon