Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.612
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202108128/2/V2

Bij besluit van 2 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en hem opgedragen Nederland binnen vier weken te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:193
Datum uitspraak
21 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202108128/2/V2

202200039/1/V3

Bij besluit van 10 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 28 december 2021 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:191
Datum uitspraak
21 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202200039/1/V3

202005866/1/V3

Bij besluit van 15 augustus 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:188
Datum uitspraak
20 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202005866/1/V3

202100279/1/V1

Bij besluit van 10 juli 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:187
Datum uitspraak
20 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202100279/1/V1

202102043/1/V1

Bij besluit van 26 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 22 mei 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het daartegen door de vreemdelingen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:185
Datum uitspraak
20 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202102043/1/V1

202103844/1/V2

Bij besluit van 4 december 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van de vreemdeling om herziening van het besluit van 6 april 2017, waarbij hij de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd heeft ingetrokken en een zwaar inreisverbod tegen hem heeft uitgevaardigd, oorspronkelijk opgevat als een verzoek om opheffing van dat zware inreisverbod en dat verzoek afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:184
Datum uitspraak
20 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202103844/1/V2

202106290/1/V2

Bij besluit van 3 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ambtshalve geweigerd krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat uitzetting van de vreemdeling achterwege blijft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:182
Datum uitspraak
20 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202106290/1/V2

202106393/2/V6

Bij besluit van 1 december 2011 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het Nederlanderschap van [verzoeker] ingetrokken. Het verzoek van [verzoeker] strekt ertoe dat bij wijze van voorlopige voorziening wordt bepaald dat de rechtsgevolgen van het besluit tot intrekking van het Nederlanderschap worden opgeschort totdat op het beroep is beslist. Hij heeft hieraan ten grondslag gelegd dat de intrekking van het Nederlanderschap tot gevolg heeft dat hij niet meer in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit, hij zijn paspoort en die van zijn twee minderjarige kinderen moet inleveren, hij geen toegang meer heeft tot de gezondheidzorg terwijl hij wegens gezondheidscomplicaties afhankelijk is van medicatie en medische zorg, hij vreest dat zijn werkgever zijn dienstverband zal beëindigen en hij zijn huisvesting niet meer kan bekostigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:186
Datum uitspraak
20 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202106393/2/V6

202107420/1/V3

Bij besluit van 30 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. Bij uitspraak van 22 november 2021 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:181
Datum uitspraak
20 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202107420/1/V3

202107431/2/R4

Bij besluit van 30 september 2021 heeft de raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug het bestemmingsplan "Recreatieterreinen Utrechtse Heuvelrug" vastgesteld. Het bestemmingsplan heeft betrekking op verschillende recreatieterreinen in de gemeente Utrechtse Heuvelrug, waaronder het recreatieterrein Noordwest Kanje. Het plan heeft onder meer als doel om duidelijkheid te bieden over permanente bewoning van recreatieverblijven en juridisch planologisch uitvoering te geven aan het handhavingsbeleid. [verzoeker] woont in een recreatiewoning op het recreatieterrein Noordwest Kanje. Hij heeft beroep ingesteld tegen het plan, onder meer omdat aan het perceel waarop hij woont geen woonbestemming, maar een recreatiebestemming is toegekend. Hij is bang dat hij als gevolg van het plan de recreatiewoning niet meer mag bewonen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:179
Datum uitspraak
20 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202107431/2/R4

202107550/2/R2

Het beroep richt zich tegen het besluit van 9 september 2021, waarbij de raad van de gemeente Echt-Susteren het bestemmingsplan "Zonnepark Dominicusweg Maria Hoop" heeft vastgesteld, en het besluit van 29 september 2021, waarbij het college van de gemeente Echt-Susteren een omgevingsvergunning heeft verleend ten behoeve van de realisatie van het zonnepark en bijbehorende voorzieningen. Deze besluiten zijn gecoördineerd voorbereid en bekendgemaakt met toepassing van artikel 3.30, eerste lid, aanhef en onder b, en artikel 3.32 van de Wet ruimtelijke ordening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:300
Datum uitspraak
20 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202107550/2/R2

202107636/1/V3

Bij besluit van 12 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. Bij uitspraak van 30 november 2021 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:180
Datum uitspraak
20 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202107636/1/V3

202107835/1/V2 en 202107835/2/V2

Bij besluit van 6 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:192
Datum uitspraak
20 januari 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107835/1/V2 en 202107835/2/V2

202102051/1/V3

Bij besluiten van 7 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten, een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd en hem in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:127
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202102051/1/V3

202105662/2/R1

Bij besluit van 8 juli 2021 heeft de raad van de gemeente Alkmaar het bestemmingsplan "[locatie 1], Schermerhorn" vastgesteld. Het plan voorziet in de ontwikkeling van vier woningen op de locatie [locatie 1] in Schermerhorn. Aan de gronden zijn onder meer de bestemmingen "Wonen" en "Tuin" toegekend. Het noordelijk deel van het perceel krijgt een extensieve agrarische functie. Het plangebied is gesitueerd ten noorden van de plas het Zwet en de kern van Schermerhorn. Op het perceel was het bedrijf [bedrijf] gevestigd. De bedrijfsopstallen op het perceel worden gesloopt. In het vorige plan "Landelijk Gebied 2014" was aan de gronden de bestemming "Bedrijf" toegekend. [verzoeker] woont op het perceel [locatie 2] in Schermerhorn en kan zich niet met het plan verenigen. Hij heeft verzocht een voorziening te treffen die er in voorziet dat het plan wordt geschorst totdat er in de bodemprocedure uitspraak is gedaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:117
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202105662/2/R1

202200147/2/V1

Bij besluit van 22 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:125
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200147/2/V1

201903908/1/A3

Bij besluit van 21 december 2017 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een verzoek van [appellant] om documenten over het Nederlandse communisme in de Koude Oorlog deels toegewezen en voor het overige afgewezen. [appellant] doet een onderzoek naar Nederlands communisme in de Koude Oorlog. Daarom heeft hij de minister op 19 maart 2017 verzocht om documenten te verstrekken. Bij brief van 6 september 2017 heeft de minister, vooruitlopend op een besluit op het verzoek, 1009 pagina’s aan [appellant] verstrekt. Bij brief van 11 oktober 2017 heeft de minister [appellant] nog eens 101 pagina’s toegezonden. Bij brief van 15 september 2017 heeft [appellant] zijn verzoek aangevuld. Hij heeft de minister ook verzocht om dagstaten van KB/N uit de periode december 1957 tot en met maart 1958 te verstrekken. [appellant] is het niet eens met die gedeeltelijke inzage en wil verdergaande inzage. Ook is hij van mening dat er meer informatie moet zijn dan die hij heeft ontvangen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:176
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201903908/1/A3

201904897/1/A2

Bij besluit van 18 april 2017 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het verzoek van [appellante] om herziening van de kinderopvangtoeslag over de jaren 2012, 2013 en 2014 afgewezen. Bij besluit van 20 december 2017 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellante] is alleenstaand en heeft twee kinderen. Over de jaren 2012, 2013 en 2014 heeft zij kinderopvangtoeslag ontvangen voor de buitenschoolse opvang van haar kinderen. Bij besluiten van respectievelijk 10 oktober 2014, 13 maart 2015 en 4 maart 2016 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de hoogte van de kinderopvangtoeslag over deze jaren definitief vastgesteld. Deze besluiten zijn onherroepelijk. Bij brieven van 22 februari 2017 en 23 februari 2017 heeft [appellante] verzocht om herziening van de definitieve beschikkingen over de jaren 2012, 2013 en 2014. De Belastingdienst/Toeslagen heeft de herzieningsverzoeken bij het besluit van 18 april 2017 afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:154
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak201904897/1/A2

202000778/1/A2

Bij besluit van 21 juli 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de kinderopvangtoeslag van [appellante] over 2016 definitief berekend en vastgesteld op € 13.043,00. Ook is bij dit besluit bepaald dat [appellante] € 12.155,00 aan te veel ontvangen voorschot kinderopvangtoeslag moet terugbetalen. [appellante] heeft in 2016 in de thuiszorg gewerkt. Zij heeft geen (toeslag)partner. Voor haar twee kinderen die naar de dagopvang en buitenschoolse opvang zijn gegaan, heeft zij voorschotten kinderopvangtoeslag ontvangen. De Belastingdienst/Toeslagen is bij de definitieve berekening van de kinderopvangtoeslag over 2016 uitgegaan van 979 gewerkte uren. Volgens de dienst heeft [appellante], gelet op de van toepassing zijnde regelgeving, recht op kinderopvangtoeslag voor 1.380 uur dagopvang en voor 696 uur buitenschoolse opvang. Omdat [appellante] teveel voorschot kinderopvangtoeslag heeft ontvangen, dient zij dit terug te betalen, aldus de dienst. [appellante] is het hiermee niet eens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:160
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202000778/1/A2

202000973/3/R1

Bij tussenuitspraak van 28 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:910, heeft de Afdeling het college van burgemeester en wethouders van Tholen opgedragen om binnen 12 weken na de verzending van de tussenuitspraak het gebrek in het besluit van 5 februari 2019 te herstellen. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling geoordeeld dat het besluit van 5 februari 2019 in strijd met de rechtszekerheid is voor zover het betreft het geluidvoorschrift, derde volzin daarvan met betrekking tot het gebruik van een luidklok. De Afdeling heeft onder 16.7 van die uitspraak overwogen dat het college op zichzelf aansluiting kon zoeken bij de VNG-brochure "Bedrijven en Milieuzonering", maar dat het geluidvoorschrift, verbonden aan het besluit van 5 februari 2019, geen duidelijkheid biedt over de geluidnormen waaraan de Hersteld Hervormde Gemeente Tholen moet voldoen. De VNG-brochure kent immers een stappenschema, waarbij in de stappen 2 en 3 verschillende geluidwaarden staan en stap 4 de ruimte biedt om gemotiveerd daarvan af te wijken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:139
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202000973/3/R1

202001783/1/A2

Bij besluit van 15 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hof van Twente een verzoek van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellant] heeft op 9 maart 1995 gekocht en is sinds 19 mei 1995 eigenaar van een perceel bouwterrein van ongeveer 450 m2. Zij heeft nadien een aantal percelen aansluitend aan dat perceel verworven. De percelen van [appellant] zijn de kadastrale percelen gemeente Markelo, sectie M nummers 832, 833, 933 en 1128. Deze percelen worden hierna gezamenlijk aangeduid als perceel [locatie A]. De woning waarin [appellant] woont staat op het kadastrale perceel 832. [appellant] heeft gevraagd om vergoeding van planschade ten gevolge van het op 1 januari 2015 in werking getreden bestemmingsplan "Buitengebied Hof van Twente, herziening [locatie A] Markelo", omdat dit plan op het westelijke naastgelegen perceel (hierna: het naastgelegen perceel of perceel [locatie B]) de realisering van een burgerwoning toestaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:173
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202001783/1/A2

202001968/1/R2

Bij besluit van 11 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Someren besloten het wijzigingsplan "[locatie 1]" niet vast te stellen. [appellant sub 1] heeft het college verzocht om een wijzigingsplan vast te stellen door gebruik te maken van de wijzigingsbevoegdheid uit artikel 3.6.1. van het geldende bestemmingsplan "Laan ten Boomen ong. (naast [locatie 2])", om een bedrijfswoning op het perceel aan de [locatie 1] te Lierop in de gemeente Someren toe te staan. Op dit perceel exploiteert [appellant sub 1] een tuinbouwbedrijf.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:161
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202001968/1/R2

202002933/1/A2

Bij besluit van 22 juni 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Roermond besloten de Sportparklaan te Swalmen aan te merken als doodlopende weg. Op 9 juli 2015 is het bestemmingsplan Witte Koeweg-Sportparklaan vastgesteld door de gemeenteraad. Op diezelfde datum is besloten een deel van de Witte Koeweg aan de openbaarheid te onttrekken. Bij verkeersbesluit van 22 juni 2017 heeft het college besloten de Witte Koeweg en de Sportparklaan te Swalmen, aan te merken als een doodlopende weg. In 2018 zijn woningen gebouwd op de plek waar eerder een doorgang naar de Witte Koeweg was. Aan de Sportparklaan is een versmalling aangebracht en een afsluitpaaltje op de weg geplaatst. [appellant] is eigenaar van een bedrijfspand aan de Heydweg en aan de [locatie]. Hij is kermisexploitant en reed voorheen via de Witte Koeweg van zijn ene bedrijfspand naar het andere bedrijfspand. Door de bouw van nieuwe woningen aan de Sportparklaan is dit niet meer mogelijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:142
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202002933/1/A2

202002966/1/R3

Bij besluit van 26 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westvoorne aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een mestbak op het perceel [locatie 1] te Rockanje. [vergunninghouder] heeft op 18 juni 2018 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het bouwen van een mestbak op het perceel. De mestbak heeft een oppervlakte van 10,4 m2 en komt 0,2 m boven het maaiveld uit. De mestbak is bedoeld voor de opslag van mest van twee paarden die hobbymatig worden gehouden. [appellant] beheert het naastgelegen perceel voor zijn dochter, die eigenaar is van het perceel. [appellant] heeft bezwaar gemaakt tegen de verleende omgevingsvergunning. Dat bezwaar heeft het college ongegrond verklaard. Daartegen heeft [appellant] beroep ingesteld bij de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:155
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002966/1/R3

202003618/1/A3 en 202003716/1/A3

Bij besluit van 11 oktober 2018 heeft de minister van Justitie en Veiligheid een verzoek van [appellant sub 1] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur gedeeltelijk toegewezen en gedeeltelijk afgewezen. [appellant sub 1] heeft in zijn hoedanigheid van journalist van de KRO-NCRV documenten bij de minister opgevraagd die betrekking hebben op de antivirussoftware van [appellante sub 2]. Zijn verzoek gaat over: - documenten betreffende implementatie van de producten van [appellante sub 2], waaronder het antivirussoftwarepakket; - documenten betreffende samenwerking tussen [appellante sub 2] en andere diensten die onder het ministerie van Justitie en Veiligheid vallen; - risico inschatting betreffende de producenten van [appellante sub 2] voor de verschillende Rijksdiensten; - de inventarisaties en analyses die tot het uitfaseren van de antivirussoftware [appellante sub 2] hebben geleid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:147
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202003618/1/A3 en 202003716/1/A3

202003783/1/A3

Bij besluit van 22 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven de door [appellant] gevraagde documenten niet openbaar gemaakt. [appellant] heeft het college bij e-mail van 21 juni 2018 verzocht om hem op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) een afschrift van de overeenkomst betreffende de verkoop door de gemeente van het pand aan de [locatie] in Eindhoven te verstrekken, evenals de daarbij behorende taxaties en het aan de koopovereenkomst ten grondslag liggende besluit. Het college heeft na onderzoek drie documenten aangetroffen: een koopovereenkomst [locatie] van 29 mei 2018, een waardeverklaring van 3 mei 2017 en een beslissingsblad B&W-dossier inclusief adviesnota van 2 mei 2017. Het college heeft, na daartoe door de rechtbank in de gelegenheid te zijn gesteld, bij besluit van 12 december 2019 de koopovereenkomst en het beslissingsblad B&W-dossier gedeeltelijk openbaar gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:175
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202003783/1/A3

202003875/1/A2

Bij 22 verschillende besluiten heeft de directie van de Dienst Wegverkeer aan [appellante] betalingsverplichtingen opgelegd voor 22 voertuigen. Deze zaak vindt zijn oorsprong in de wegenverkeerswetgeving. [appellante] importeert bedrijfsmatig gebruikte voertuigen. Zij handelt daarbij onder meer de procedures ter controle en identificatie van het voertuig en de registratie in het kentekenregister door de RDW af. De RDW heeft tarieven in rekening gebracht voor inschrijving in het kentekenregister, identificatie, identiteitsonderzoek, controlekeuring en herinschrijving van diverse geïmporteerde gebruikte voertuigen. Hiertegen heeft [appellante] bezwaar gemaakt. Zij is het niet eens met de wijze waarop de zogenoemde WOK (Wachten op keuren)-status aan de geïmporteerde voertuigen is toegekend en met de in rekening gebrachte tarieven. Daarbij spelen ook vragen op het terrein van het recht van de Europese Unie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:162
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Geld
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202003875/1/A2

202003877/1/A2

De directie van de Dienst Wegverkeer heeft aan Vornax B.V. betalingsverplichtingen opgelegd voor twee voertuigen. Deze zaak vindt zijn oorsprong in de wegenverkeerswetgeving. Bij de bedrijfsmatige import van gebruikte voertuigen gelden procedures ter controle en identificatie van de voertuigen en de registratie in het kentekenregister door de RDW. De RDW heeft tarieven in rekening gebracht voor inschrijving in het kentekenregister, identificatie, identiteitsonderzoek, controlekeuring en herinschrijving van geïmporteerde gebruikte voertuigen. Vornax is het niet eens met de wijze waarop de zogenoemde WOK (Wachten op keuren)-status aan geïmporteerde voertuigen is toegekend en met in rekening gebrachte tarieven. Daarbij spelen ook vragen op het terrein van het recht van de Europese Unie.

Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Geld
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202003877/1/A2

202003878/1/A2

De directie van de Dienst Wegverkeer heeft aan [partij] betalingsverplichtingen opgelegd voor een voertuig. Deze zaak vindt zijn oorsprong in de wegenverkeerswetgeving. Bij de bedrijfsmatige import van gebruikte voertuigen gelden procedures ter controle en identificatie van de voertuigen en de registratie in het kentekenregister door de RDW. De RDW heeft tarieven in rekening gebracht voor inschrijving in het kentekenregister, identificatie, identiteitsonderzoek, controlekeuring en herinschrijving van geïmporteerde gebruikte voertuigen. [partij] is het niet eens met de wijze waarop de zogenoemde WOK (Wachten op keuren)-status aan geïmporteerde voertuigen is toegekend en met in rekening gebrachte tarieven. Daarbij spelen ook vragen op het terrein van het recht van de Europese Unie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:165
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Geld
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202003878/1/A2

202003880/1/A2

Bij verschillende besluiten heeft de directie van de Dienst Wegverkeer betalingsverplichtingen opgelegd voor voertuigen. Deze zaak vindt zijn oorsprong in de wegenverkeerswetgeving. CIS importeert bedrijfsmatig gebruikte voertuigen. Zij handelt daarbij onder meer de procedures ter controle en identificatie van het voertuig en de registratie in het kentekenregister door de RDW af. De RDW heeft tarieven in rekening gebracht voor inschrijving in het kentekenregister, identificatie, identiteitsonderzoek, controlekeuring en herinschrijving van diverse geïmporteerde gebruikte voertuigen. Hiertegen heeft CIS bezwaar gemaakt. Zij is het niet eens met de wijze waarop de zogenoemde WOK (Wachten op keuren)-status aan de geïmporteerde voertuigen is toegekend en met de in rekening gebrachte tarieven. Daarbij spelen ook vragen op het terrein van het recht van de Europese Unie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:167
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Geld
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202003880/1/A2

202004298/1/A3

Bij besluit van 11 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht het verzoek van [appellante] om in de basisregistratie personen (hierna: de brp) geregistreerd te worden op een briefadres, afgewezen. Op 5 april 2019 heeft [appellante] een briefadres aangevraagd bij het college. [appellante] geeft in haar aanvraag aan dat zij een briefadres nodig heeft om een DigiD aan te vragen voor het doen van belastingaangifte. Zij stond toen, sinds 12 december 2006, ingeschreven in de brp met een woonadres op de [locatie] te Utrecht. Zij stelt dat zij daar geen post kon ontvangen en dat zij elders verbleef. Zij wil niet zeggen waar zij verbleef, want zij wil het vertrouwen van de bewoners van het desbetreffende adres niet schenden. Het college heeft de aanvraag afgewezen om de volgende reden. Behalve in uitzonderlijke gevallen die hier niet aan de orde zijn, kan een briefadres alleen aangevraagd worden als men geen woonadres heeft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:152
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202004298/1/A3

202004908/1/A2

Bij afzonderlijke besluiten met verzenddata 26 september 2019 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand de aanvragen van [appellant] om een toevoeging voor gesubsidieerde rechtsbijstand ten behoeve van [appellant] afgewezen. Rechtsbijstandverlener mr. E.J. Luursema heeft op 6 september 2019 de raad verzocht om een toevoeging voor zijn cliënt [appellant] voor het voeren van drie civiele procedures bij de rechtbank. Bij de aanvraag zijn drie concept dagvaardingen overgelegd waarin [appellant], steeds handelend onder de naam [bedrijf], een geldbedrag vordert van het [accountbedrijf] en van een bij dat bedrijf werkzame accountant, wegens het geven van onjuist fiscaal advies en het maken van fouten bij het doen van belastingaangiftes. Daarnaast heeft [appellant] van de [maatschap] een geldbedrag gevorderd omdat deze heeft nagelaten een toevoeging aan te vragen voor de twee hiervoor genoemde procedures.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:145
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202004908/1/A2

202005205/1/V6 en 202005206/1/V1

Bij besluiten van 20 januari 2020 (hierna: de besluiten) heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het Nederlanderschap van [appellant] ingetrokken en hem ongewenst verklaard. [appellant] is geboren op [geboortedatum] in Zaanstad en heeft van rechtswege de Nederlandse en Turkse nationaliteit verkregen. Op 4 januari 2018 is hij uitgeschreven uit de basisregistratie personen wegens vertrek uit Nederland. De staatssecretaris heeft zijn Nederlanderschap ingetrokken, omdat hij zich heeft aangesloten bij een organisatie die deelneemt aan een internationaal gewapend conflict en hij een bedreiging vormt voor de nationale veiligheid. Daarin staat dat [appellant] eind juni 2017 naar Syrië is gereisd met de intentie zich aan te sluiten bij de terroristische organisatie Islamitische Staat in Irak en al-Sham. Nadat hij in Syrië aankwam besloot hij zich echter aan te sluiten bij de terroristische organisatie Hay'at Tahrir al-Sham.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:149
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202005205/1/V6 en 202005206/1/V1

202005306/1/R2

Bij besluit van 16 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Boxtel het bestemmingsplan "[locatie A] te Boxtel" vastgesteld. Het plan wijzigt de bestemming op [locatie A] van bedrijfswoning naar plattelandswoning. [locatie A] was voorheen de tweede bedrijfswoning bij het agrarische bedrijf op [locatie B]. [appellant] woont in de bedrijfswoning op [locatie B] en exploiteert een melkveehouderij op hetzelfde adres. De woning op [locatie A] wordt bewoond door [partij], die geen binding heeft met het agrarisch bedrijf. [appellant] verzet zich tegen het plan, omdat hij vreest dat een bestemming voor niet-bedrijfsgerelateerde bewoning belemmeringen zal opleveren voor zijn bedrijfsvoering en uitbreidingsmogelijkheden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:166
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202005306/1/R2

202005668/1/V2

Bij besluit van 14 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. De vreemdeling komt uit Iran. Hij voert aan dat hij afvallige is, omdat hij zich heeft afgewend van de islam. Verder voert hij aan dat hij atheïst is geworden. Ook stelt hij dat hij stakingen heeft georganiseerd en dat er, terwijl hij al in Nederland was, een inval door de Iraanse autoriteiten in zijn huis in Iran is geweest. Hierbij zouden documenten zijn meegenomen, waaronder boeken en folders over atheïsme. De staatssecretaris heeft het geloofwaardig geacht dat de vreemdeling heeft gestaakt, maar niet dat hij stakingen heeft georganiseerd. Verder gelooft de staatssecretaris dat de vreemdeling zich heeft afgewend van de islam, maar niet dat hij atheïst is of dat er een inval in zijn woning heeft plaatsgevonden en dus ook niet dat daar materiaal over atheïsme is meegenomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:93
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005668/1/V2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202005668/1/V2

202005767/1/A3

Bij besluit van 13 april 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Bilt het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen het aan de openbaarheid onttrekken van een gedeelte van het perceel [locatie 1] in Bilthoven afgewezen. [partij] is eigenaar van het perceel. Hij heeft een hekwerk langs het voorterrein geplaatst, dat fungeert als parkeerplaats. [appellant] woont op het perceel naast dat van [partij], op [locatie 2]. Hij heeft op 2 februari 2017 bij het college een verzoek om handhaving ingediend. Volgens [appellant] is een deel van het voorterrein openbare weg en wordt door het hekwerk de bruikbaarheid van de weg belemmerd. In deze zaak gaat het om beantwoording van de vraag, of het deel van het voorterrein van [partij] in de vorm van een halfrond (hierna: het voorterrein) een openbare weg is in de zin van de Wegenwet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:129
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202005767/1/A3

202005987/1/R1

Bij besluit van 1 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Tholen het bestemmingsplan "Hoek Lageweg-Zandpad Poortvliet" vastgesteld. Het plangebied is gelegen aan de zuidzijde van Poortvliet, op de hoek van het Zuidplantsoen en het Zandpad. [partij] is eigenaar van de locatie en heeft de gronden sinds 2005 deels in gebruik als fruitboomgaard. Op grond van het vorige bestemmingsplan "Kommen Gemeente Tholen" was op de locatie met agrarische bestemming geen fruitteeltbedrijf en bebouwing toegestaan. [partij] wil een schuur met koelcel en bedrijfswoning op de locatie te realiseren en de locatie voor het overige gebruiken als fruitboomgaard. [appellant sub 1] en anderen wonen op percelen die zijn gelegen in de nabije omgeving van het plangebied. [appellante sub 2] woont op het perceel [locatie A], dat zich eveneens in de nabijheid van het plangebied bevindt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:171
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202005987/1/R1

202006300/1/A3

Bij besluit van 10 oktober 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland een verzoek van Avanzo en anderen om op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) documenten openbaar te maken afgewezen. In 2005 heeft het college aan [bedrijf] een subsidie van € 504.045,- verleend voor de bouw van een vergassingsinstallatie ter realisatie van een duurzame en effectieve energieopwekking en de productie van synthesegas. [bedrijf] was opgericht door Emiko en Avanzo en is op 1 december 2016 opgehouden te bestaan. Avanzo is de holdingvennootschap van [appellant sub 1A], Emiko is de holdingvennootschap van [appellant sub 1B]. Het college heeft openbaarmaking van de gevraagde documenten bij het besluit van 10 oktober 2018 geweigerd op grond van onder andere artikel 10, tweede lid, aanhef en onder b, e en g, van de Wob. Volgens het college bestaat er geen overeenkomst tussen hem en [persoon].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:133
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202006300/1/A3

202006335/1/R3

Bij besluit van 28 september 2020 heeft de raad van de gemeente Enschede het bestemmingsplan "Buitengebied herstel verbeelding" vastgesteld. Het bestemmingsplan "Buitengebied Zuidoost" is vastgesteld door de raad op 27 mei 2013. Het bestemmingsplan Buitengebied Noordwest" stelde de raad vast op 10 maart 2014. In de loop der jaren is gebleken dat de verbeeldingen van beide plannen op onderdelen gebrekkig zijn. Dit plan beoogt de gebreken op de verbeeldingen te herstellen. Op een later moment wordt een plan in procedure gebracht waarmee gebreken in de planregels worden hersteld. [appellant] was eigenaar van het perceel [locatie 1], kadastraal aangeduid als Lonneker [...]. Op dit perceel had hij een woonboerderij, bijgebouwen en een voormalig agrarisch bedrijf. In het kader van een Rood-voor-Rood-overeenkomst die hij met de gemeente heeft gesloten in 2009, heeft [appellant] de kippenschuur op het perceel gesloopt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:108
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202006335/1/R3

202006494/1/R3

Bij besluit van 5 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Enschede het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen het gebruik van het bijgebouw op het perceel [locatie 1] te Enschede als woning afgewezen. [appellant] was eigenaar van het perceel [locatie 1], kadastraal aangeduid als Lonneker AA341. Op dit perceel had hij een woonboerderij, bijgebouwen en een voormalig agrarisch bedrijf. In het kader van een Rood-voor-Rood-overeenkomst die hij met de gemeente heeft gesloten in 2009, heeft [appellant] de kippenschuur op het perceel gesloopt. In ruil daarvoor nam de gemeente de inspanningsverplichting op zich om een tweede woning mogelijk te maken op het perceel. Op 27 mei 2013 is het bestemmingsplan "Buitengebied Zuidoost" (hierna: het bestemmingsplan) vastgesteld, waarin een tweede woning mogelijk is gemaakt op het perceel. In 2015 heeft [appellant] een bijgebouw bij de woonboerderij op het perceel [locatie 1] vergunningvrij verbouwd tot een mantelzorgwoning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:107
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202006494/1/R3

202006496/1/R3

Bij brief van 28 april 2020 heeft [appellant] beroep ingesteld tegen het niet tijdig bekendmaken van een volgens hem van rechtswege verleende omgevingsvergunning. [appellant] was eigenaar van het perceel [locatie A], kadastraal aangeduid als Lonneker AA341. Op dit perceel had hij een woonboerderij, bijgebouwen en een voormalig agrarisch bedrijf. In het kader van een Rood-voor-Rood-overeenkomst die hij met de gemeente heeft gesloten in 2009, heeft [appellant] de kippenschuur op het perceel gesloopt. In ruil daarvoor nam de gemeente Enschede de inspanningsverplichting op zich om een tweede woning mogelijk te maken op het perceel. Op 27 mei 2013 is het bestemmingsplan "Buitengebied Zuidoost" (hierna: het bestemmingsplan) vastgesteld, waarin een tweede woning mogelijk is gemaakt op het perceel. In 2015 heeft [appellant] een bijgebouw bij de woonboerderij op het perceel [locatie A] vergunningvrij verbouwd tot een mantelzorgwoning, waarna de ouders van [echtgenote van appellant] hier zijn gaan wonen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:109
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202006496/1/R3

202006719/1/R4

Bij besluit van 12 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Wageningen het bestemmingsplan Bergweide vastgesteld. Het plan voorziet onder meer in een verlenging van de maximale duur van een circus dat maximaal eenmaal per kalenderjaar mag plaatsvinden op een terrein tussen de Ritzema Bosweg, Bosrandweg, Englaan en Belmontelaan, te Wageningen (hierna: het terrein) van maximaal 7 aaneengesloten dagen naar maximaal 10 aaneengesloten dagen (inclusief opbouwen en afbreken). Ook voorziet het plan in het mogelijk maken van het eenmaal per kalenderjaar op het terrein stallen van mobiele woonwagens voor de kermis, die elders in Wageningen plaatsvindt. [appellant] en anderen kunnen zich met deze onderdelen van het plan niet verenigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:164
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202006719/1/R4

202100059/1/A3

Bij besluit van 2 juni 2017 heeft de korpschef van politie besloten op een verzoek van [appellante] om haar mede te delen of hij persoonsgegevens van haar verwerkt. [appellante] is in verscheidene procedures verwikkeld over de manier waarop zij is behandeld door de politie en hoe daarbij met haar persoonsgegevens is omgegaan. In een disciplinair onderzoek naar een wijkagent zijn persoonlijke gegevens en verklaringen van [appellante] met de wijkagent gedeeld, terwijl zij daarvoor geen toestemming had gegeven. De wijkagent heeft de gegevens gedeeld met derden, waaronder de pers. Het disciplinair onderzoek heeft uiteindelijk geleid tot het ontslag van de wijkagent. Omdat [appellante] precies wil weten aan wie de korpschef haar persoonsgegevens heeft verstrekt, heeft zij de korpschef op 28 februari 2017 verzocht om haar mede te delen of hij haar persoonsgegevens verwerkt en, indien dat het geval is, welke persoonsgegevens worden verwerkt, wat daarvan het doel is en aan wie die gegevens zijn verstrekt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:148
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Openbaarheid
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202100059/1/A3

202100506/1/A3

Bij besluit van 7 augustus 2018 heeft de burgemeester van Eindhoven een aan [appellant] verleende drank- en horecavergunning en aanwezigheidsvergunning ingetrokken. Op 10 april 2012 heeft de burgemeester een drank- en horecavergunning verleend aan [appellant] voor [café]. Ook heeft [appellant] op 3 oktober 2016 een aanwezigheidsvergunning van de burgemeester gekregen voor de aanwezigheid van kansspelautomaten in het café. De burgemeester heeft op 25 mei 2018 van de politie een bestuurlijke rapportage ontvangen. Daarin staat vermeld dat [appellant] € 676.101,- aan onverklaarbaar vermogen had. Bij vonnis van 1 mei 2018, ECLI:NL:RBOBR:2018:2088, is hij door de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld voor gewoontewitwassen en het medeplegen daarvan tot een gevangenisstraf van negen maanden. Ook is een bedrag van in totaal € 678.705,02 verbeurdverklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:132
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak202100506/1/A3

202100732/1/A3

Bij besluit van 18 april 2019 heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een verzoek van [appellant A] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur afgewezen. [partij] heeft de minister op 8 september 2014 verzocht om openbaarmaking van alle gegevens over ‘Potato spindle tuber viroid’ tests die bij hem in 2012 en 2013 zijn uitgevoerd, om zich goed te kunnen voorbereiden op lopende procedures. Bij besluit van 25 november 2014 heeft de minister gereageerd op dat verzoek. Daarbij heeft de minister medegedeeld dat 114 documenten zijn aangetroffen. De minister heeft documenten deels openbaar gemaakt. Ook heeft de minister documenten deels niet openbaar gemaakt, omdat openbaarmaking daarvan niet opweegt tegen de belangen van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling. Ook zijn enkele documenten bestemd voor intern beraad waarin persoonlijke beleidsopvattingen zijn opgenomen niet openbaar gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:138
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202100732/1/A3

202100775/1/R4

Bij besluit van 28 oktober 2019 heeft het college0van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht [appellant] onder oplegging van een dwangsom van € 5.000,00 ineens, gelast om binnen acht weken na verzending van dit besluit het privacyscherm aan de leilindebomen in zijn tuin op het perceel [locatie] in Maarssen te verwijderen en verwijderd te houden. [appellant] is eigenaar van het perceel dat aan de achterzijde grenst aan het Harmonieplein. Om inkijk vanuit de appartementen aan het Harmonieplein te voorkomen, heeft [appellant] een kunststof bladernet vastgemaakt aan de leilindebomen die achter in zijn tuin staan. Een bewoner van één van de appartementen aan het Harmonieplein heeft het college verzocht om handhavend tegen het privacyscherm op te treden. Het college heeft dat gedaan door aan [appellant] een last onder dwangsom op te leggen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:141
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202100775/1/R4

202100820/1/R1

Bij besluit van 15 december 2020 heeft het dagelijks bestuur van het stadsdeel Oost van Amsterdam besloten tot de aanwijzing van de locatie met het nummer 1087 MP-116 voor het plaatsen van drie containers. [appellant] woont op het adres [locatie A] te Amsterdam, nabij de aangewezen locatie. Op de locatie komen twee ondergrondse afvalcontainers voor restafval en voor glas en een bovengrondse container voor groente- en fruitafval.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:168
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202100820/1/R1

202101126/1/A3

Bij besluit van 10 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de aanvraag van [appellante] voor een voorrangsverklaring afgewezen. Bij besluit van 6 december 2019 heeft het college het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Op 8 april 2019 heeft [appellante] een aanvraag ingediend voor een voorrangsverklaring. [appellante] geeft in de aanvraag aan dat haar tweekamerwoning te klein is voor haar gezin, dat toen uit haar en haar twee minderjarige kinderen bestond. In december 2020 heeft zij een derde kind gekregen. Het college heeft in het besluit van 6 december 2019 vermeld dat voor het gezin van [appellante] de gebruiksoppervlakte van een woning, conform artikel 7.18 van het Bouwbesluit 2012, minimaal 36 m² (12 m² per persoon) diende te zijn. Uit de uitdraai van "De Haagse Bron" blijkt dat de woonoppervlakte van de woning 39 m² bedraagt. De woning van [appellante] was daarom passend voor haar gezin.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:151
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202101126/1/A3

202101235/1/R1

Bij besluit van 13 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Edam-Volendam het verzoek van [appellante] aan het college om krachtens artikel 29.4 van de planregels het bestemmingsplan "Dorpskernen 2016" te wijzigen, afgewezen. [appellante] is eigenaar van een braakliggend perceel, [locatie 1] in Warder. In het bestemmingsplan "Dorpskernen 2016" van de gemeente Edam-Volendam is aan dit perceel de bestemming "Wonen" met de aanduiding "wetgevingszone - wijzigingsbevoegdheid" toegekend. Aan een groot deel van dit perceel is ook de gebiedsaanduiding "milieuzone - geurzone" toegekend. Het college is ter plaatse van de aanduiding "wetgevingszone - wijzigingsbevoegdheid" bevoegd om ten behoeve van een nieuwe woning een bouwvlak te vestigen. Eén van de wijzigingsvoorwaarden is dat het agrarisch bedrijf op het perceel [locatie 2] is beëindigd. Aan het perceel [locatie 2] is deels de bestemming "Agrarisch met waarden" en deels de bestemming "Wonen" toegekend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:134
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202101235/1/R1

202101299/1/A2

Bij besluit van 21 november 2019 heeft Vereniging Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO 2203 voor de periode 19 november 2019 tot en met 31 juli 2021 een toelaatbaarheidsverklaring speciaal onderwijs voor [zoon], de zoon van [appellante], afgegeven. Het swv is een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18a van de Wet op het primair onderwijs en heeft onder meer tot taak om te beoordelen of leerlingen toelaatbaar zijn tot het speciaal onderwijs. Pricoh is het bevoegd gezag van de protestants christelijke basisschool De Palm in Elim. Pricoh is voor die school aangesloten bij het swv. [zoon] is vanaf 26 oktober 2015 als leerling ingeschreven bij basisschool De Palm. In september 2019 heeft de school [zoon] aangemeld bij de Commissie Arrangeren. In de aanmelding heeft de school gemeld handelingsverlegen te zijn vanwege het gedrag van [zoon]. Vanwege de gedragsproblemen op school was hij ten tijde van de aanmelding elke dag slechts kortdurend op school aanwezig.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:178
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak202101299/1/A2

202101488/1/R1

Bij besluit van 14 februari 2019 (hierna: besluit I) heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan Elio B.V. een omgevingsvergunning verleend, voor zover hier van belang, voor het plaatsen van balkons aan de gevel van het pand aan de Maarten Harpertszoon Trompstraat 29 in Amsterdam. Het aanbrengen van de balkons is in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "De Baarsjes", omdat aan de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft, de bestemmingen "Wonen" en "Tuin" zijn toegekend en de balkons gesitueerd zijn buiten het binnen de bestemming "Wonen" opgenomen bouwvlak en boven de bestemming "Tuin". Het college heeft een omgevingsvergunning verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in samenhang gelezen met artikel 27, eerste lid, aanhef en onder e, van de planregels van het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:159
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202101488/1/R1

202101553/1/R1

Bij besluit van 19 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Veere geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het veranderen van het gebruik van de woning aan de [locatie 1] te Domburg. [appellant] is eigenaar van de woning aan de [locatie 1] (hierna ook: de woning) en de op het achtererf gelegen recreatiewoning [locatie 2] (door het college ook wel aangeduid als zomerwoning, hierna aangeduid als recreatiewoning). Hij woont daar zelf niet. Op 26 mei 2014 heeft het college aan [appellant] een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van de woning en het bouwen van een recreatiewoning op het achtergelegen erf. Bij een controle op 14 augustus 2018 hebben toezichthouders van de gemeente geconstateerd dat de recreatiewoning en vier appartementen in de woning worden gebruikt voor recreatieve verhuur en dat in de woning één appartement permanent wordt bewoond.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:158
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202101553/1/R1

202101637/1/R1

Bij besluit van 6 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een aanvraag van [appellante] om een omgevingsvergunning voor het wijzigen van het gebruik van het gebouw aan de [locatie 1] tot en met [locatie 2] in Amsterdam (hierna: het gebouw) van werkplaats met een bruto vloeroppervlakte van 818 m² naar detailhandel met een bvo van 804 m², buiten behandeling gesteld. [appellante] heeft op 26 januari 2018 een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangevraagd voor wijziging van het gebruik van het pand [locatie 1] tot en met [locatie 2] van een garage- herstelbedrijf met een bvo van 818 m² naar detailhandel met een bruto vloeroppervlak (hierna: bvo) van 804 m². Zij heeft zich bij de indiening van de aanvraag op het standpunt gesteld dat een omgevingsvergunning niet nodig is en dat haar aanvraag daarom buiten behandeling dient te worden gelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:157
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202101637/1/R1

202101811/1/R1

Bij besluit van 28 januari 2021 heeft de raad van de gemeente Purmerend het bestemmingsplan "Parkeergarage Purmersteenweg 2020" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de realisatie van een ondergrondse parkeergarage met maximaal 320 parkeerplaatsen mogelijk aan de voorzijde van het stadhuis aan de Purmersteenweg in Purmerend. Boven de beoogde parkeergarage wordt de openbare ruimte opnieuw ingericht. Het plangebied is momenteel grotendeels in gebruik als parkeerterrein met enkele groenstroken. [appellant] woont direct naast het plangebied aan de Purmersteenweg 40 en kan zich niet verenigen met de vaststelling van het plan. Hij heeft bezwaar tegen de keuze voor een ondergrondse parkeergarage en het als gevolg daarvan wegbestemmen van de Magnoliastraat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:137
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202101811/1/R1

202101844/1/R1

Bij besluit van 21 januari 2021 heeft de raad van de gemeente Medemblik het bestemmingsplan "Transformatie recreatieparken De Maar, De Kogge 1 en De Kogge 3" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet onder meer in de omzetting van de recreatiebestemming van het Bungalowpark De Kogge Oostwoud (hierna: De Kogge 1) naar een woonbestemming. [appellant] woont aan de [locatie] te Oostwoud naast De Kogge 1. Het recreatiepark bestaat uit vijftien recreatiewoningen en twee stacaravans. De recreatiewoningen worden al jarenlang permanent bewoond door starters en senioren. De twee stacaravans op het park worden nog recreatief gebruikt en dit gebruik is in het plan onder het overgangsrecht gebracht. De infrastructuur op De Kogge 1 bestaat onder meer uit een halfverharde ontsluitingsweg die in eigendom, beheer en onderhoud is bij de Vereniging. [appellant] kan zich niet verenigen met het bestemmingsplan voor zover dat gaat over de locatie van De Kogge 1.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:136
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202101844/1/R1

202101904/1/A2

Bij besluit van 22 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Eersel een aanvraag van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellant] woont op het adres [locatie] te Eersel. Hij heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade ten gevolge van het op 29 september 2009 vastgestelde en op 10 november 2009 in werking getreden bestemmingsplan "Buitengebied" (hierna: het nieuwe bestemmingsplan). De aanvraag heeft betrekking op de kadastrale percelen gemeente Eersel, sectie K nummers 305, 847, 846, 319, 326 en 307. Volgens [appellant] is in het nieuwe bestemmingsplan de bestemming op zijn percelen gewijzigd, waardoor hij schade lijdt. Het college heeft aan het besluit van 22 januari 2019 een door Gloudemans opgesteld advies van 20 december 2018 ten grondslag gelegd. In het advies is vermeld dat [appellant] ten tijde van de inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan niet in een vermogensrechtelijke relatie stond tot perceel 307.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:150
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202101904/1/A2

202102232/1/R1

Bij besluit van 9 februari 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waterland geweigerd om aan De Zeilhoek een bouwvergunning en vrijstelling te verlenen voor de uitbreiding van haar jachthaven en de nieuwbouw van een watersportcentrum aan de Hoogedijk in Katwoude. De Zeilhoek is eigenaar van de jachthaven en het watersportcentrum gelegen aan de Hoogedijk 6-7 te Katwoude. De Zeilhoek en de gemeente Waterland zijn sinds 1998 in gesprek met elkaar over de uitbreiding van de jachthaven. Op 30 juni 2008 heeft De Zeilhoek onder de destijds geldende Woningwet een aanvraag om een bouwvergunning ingediend voor de uitbreiding van de jachthaven en de nieuwbouw van gebouwen en voorzieningen en daarbij ook om vrijstelling gevraagd op grond van artikel 19, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:135
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202102232/1/R1

202102293/1/V2

Bij besluit van 26 februari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. De vreemdeling komt uit Iran. Zij voert aan dat zij zich in Iran heeft afgewend van de islam en zich heeft bekeerd tot het christendom en dat zij als gevolg daarvan problemen heeft ondervonden met de Iraanse autoriteiten, waardoor zij niet naar Iran kan terugkeren. De staatssecretaris heeft de gestelde afvalligheid, bekering en problemen als gevolg van de bekering ongeloofwaardig geacht. Hij heeft het wel geloofwaardig geacht dat zij 'wat afstand heeft genomen van de islam' en dat zij een aantal keer is opgepakt door de autoriteiten. Omdat de staatssecretaris dit onvoldoende zwaarwegend acht voor vergunningverlening, dat wil zeggen dat dit niet zo ernstig is dat hij aanneemt dat zij wordt vervolgd, heeft hij haar asielaanvraag afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:94
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102293/1/V2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202102293/1/V2

202102510/1/R1

Bij besluit van 27 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam geweigerd aan [wederpartij] een omgevingsvergunning te verlenen voor het wijzigen van het gebruik van de eerste bouwlaag van het pand aan de [locatie] te Amsterdam van zakelijke dienstverlening naar zakelijke dienstverlening en wonen. [wederpartij] woont aan de [locatie] en is eigenaar van het pand op dat perceel. Op het perceel is het bestemmingsplan "Stadion en Beethovenbuurt" van toepassing. In dit bestemmingsplan is aan het perceel onder meer de bestemming "Gemengd - 2" toegekend. Bij besluit van 13 juli 2018 is aan [wederpartij] een last onder dwangsom opgelegd om het gebruik van de eerste bouwlaag van het pand op het perceel als woning te staken. Op 1 oktober 2018 heeft [wederpartij] een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het wijzigen van het gebruik van de eerste bouwlaag aan de [locatie] voor zakelijke dienstverlening naar zakelijke dienstverlening en wonen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:146
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202102510/1/R1

202102724/1/R1

Bij besluit van 27 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Drechterland het verzoek van [appellante] om handhavend op te treden tegen het zonder een omgevingsvergunning aanleggen van een uitweg bij de [locatie A] te Wijdenes, afgewezen. [appellante] woont aan de [locatie B] in Wijdenes. Aan de [locatie A] woont [belanghebbende]. Naast het perceel van [belanghebbende] en nabij [locatie C] ligt een begraafplaats. [belanghebbende] heeft een deel van zijn perceel bestraat en een uitweg gerealiseerd vanaf zijn perceel naar het toegangspad van de begraafplaats. Ten behoeve van deze uitweg heeft [belanghebbende] een bruikleenovereenkomst gesloten met de gemeente Drechterland op 17 oktober 2013 voor het gebruik van een deel van de gemeentelijke groenstrook. Bij brief van 26 oktober 2018 heeft [appellante] het college verzocht om handhavend op te treden tegen de door [belanghebbende] aangelegde uitweg vanaf zijn perceel naar het toegangspad van de begraafplaats.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:169
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202102724/1/R1

202102884/1/A2

Bij besluiten van 4 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden aanvragen van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. Bij besluiten van 28 april 2020 heeft het college, voor zover hier van belang, de door [appellant] daartegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard. [appellant] is eigenaar van de woningen aan het [locatie 1] en [locatie 2] te Reusel. Hij heeft op 28 augustus 2018 bij het college aanvragen om een tegemoetkoming in planschade ingediend. Aan de aanvragen heeft hij ten grondslag gelegd dat het bij raadsbesluit van 22 mei 2012 vastgestelde bestemmingsplan Kleine Hoeven 2012 (hierna: het nieuwe bestemmingsplan) het mogelijk heeft gemaakt om in het ten zuiden van de woningen gelegen plangebied een bedrijventerrein te realiseren en dat dit tot waardevermindering van de woningen heeft geleid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:140
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202102884/1/A2

202103003/1/V6

Bij besluit van 19 december 2018 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het verzoek van [appellante] om verlenging van de inburgeringstermijn afgewezen. Bij besluit van 22 oktober 2019 heeft de minister het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij brief van 2 juni 2016 heeft de minister [appellante] meegedeeld dat zij inburgeringsplichtig is, dat haar inburgeringstermijn is gestart op 2 september 2015 en dat zij vóór 22 december 2018 aan deze plicht moet hebben voldaan. Bij brief van 24 december 2018 heeft de minister ambtshalve krachtens artikel 32 van de Wet inburgering een nieuwe inburgeringstermijn gesteld tot 22 december 2020, omdat [appellante] niet op tijd aan haar inburgeringsplicht heeft voldaan. [appellante] stelt dat het door ziekte - rugklachten en psychische klachten in de vorm van depressiviteit en angsten - niet mogelijk was om vóór 22 december 2018 aan haar inburgeringsplicht te voldoen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:144
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202103003/1/V6

202103024/1/A2

Bij besluit van 3 juli 2020 heeft de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen aan [appellant] een Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer opgelegd. Op 30 juni 2020 is aan het CBR een schriftelijke mededeling gedaan als bedoeld in artikel 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 van het vermoeden dat [appellant] niet langer beschikt over de vereiste rijvaardigheid en/of lichamelijke geschiktheid voor het besturen van motorrijtuigen waarvoor zijn rijbewijs is afgegeven. Dit vermoeden is gebaseerd op een op ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal van 30 juni 2020 van een verbalisant van de politie, eenheid Midden-Nederland. Volgens het proces-verbaal heeft de verbalisant op 28 juni 2020 waargenomen dat [appellant] met een snelheid van 80 km/h reed waar een maximumsnelheid van 50 km/h gold. Verder zag de verbalisant dat [appellant] bij het inhalen van een ander voertuig over een verdrijvingsvlak reed en geen richting aangaf.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:177
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202103024/1/A2

202103313/1/R4

Bij besluit van 9 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dronten [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast om de bewoning van [locatie 1] te Biddinghuizen te staken en gestaakt te houden. [locatie 1] en [locatie 2] in Biddinghuizen staan op één bestemmingsvlak dat volgens het bestemmingsplan "Buitengebied Dronten (D4000)" de bestemming "Wonen" heeft. [appellant] is eigenaar van [locatie 2] en vastgesteld is dat hij daar woont. [partij 1] is eigenaar van [locatie 1] en woont daar. [partij] heeft het college verzocht om handhaving tegen de bewoning van [locatie 2] door [appellant]. Bij besluit van 9 juli 2019 heeft het college een last onder dwangsom opgelegd aan [appellant]. De last houdt in dat [appellant] de bewoning van [locatie 2] moet staken en gestaakt moet houden. [locatie 1] was een agrarisch bedrijf met één bedrijfswoning en was eigendom van de broer van [partij].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:170
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202103313/1/R4

202103582/1/R1

Bij besluit van 15 april 2021 heeft de raad van de gemeente Tholen het bestemmingsplan "Buitengebied - parallelweg N286 Poortvliet" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in een juridisch-planologische regeling voor de aanleg van een nieuwe parallelweg langs de bestaande provinciale weg N286 die zal worden ingericht als erftoegangsweg buiten de bebouwde kom voor met name het landbouwverkeer. Het plan maakt onderdeel uit van een provinciaal beleidsdoel voor de verbetering van landbouwroutes binnen de provincie Zeeland. Het doel van de aanleg van de parallelweg is het verbeteren van de doorstroming voor zowel landbouwverkeer als regulier verkeer en het verbeteren van de verkeersveiligheid. [appellant] woont op het perceel [locatie] dat zich circa 180 m ten noorden van het plangebied bevindt. [partij] is eigenaar van een deel van de gronden waarop de parallelweg is voorzien. Op dit deel van de gronden bevindt zich nu nog een landbouwschuur.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:172
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202103582/1/R1

202103720/1/R1

Bij besluit van 12 april 2021 hebben provinciale staten van Noord-Holland het inpassingsplan "Cruquiusbrug" vastgesteld. Het inpassingsplan gaat over de Cruquiusbrug die onderdeel uitmaakt van de N201 en de Ringvaart kruist tussen Hoofddorp en Heemstede. De ophaalbruggen en de aansluitende infrastructuur aan de zuidzijde liggen in de gemeente Haarlemmermeer. De aansluitende infrastructuur aan de noordzijde ligt in de gemeente Heemstede. De brug bestaat uit twee brugdelen. Eén deel wordt vervangen en verbreed. Aan de zijde van Haarlemmermeer wordt een nieuwe fietsonderdoorgang aangelegd. Aan de zijde van Heemstede wordt de bestaande voetgangerstunnel (onderdoorgang) aan de voet van de brug verlengd en worden de toegangen tot de tunnel verhard. Het bestaande "olifantenpaadje" naar de onderdoorgang wordt verlegd, verlengd en verhard. Het talud wordt hiertoe verbreed. BCN kan zich niet verenigen met het inpassingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:156
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Inpassingsplan
  • uitspraakin de zaak202103720/1/R1

202104201/1/R1

Bij besluit van 21 april 2021 heeft de raad van de gemeente Amstelveen het bestemmingsplan "Herziening Amstelveen Zuid-West 2014 - Bovenkerkerweg 77-83" vastgesteld. Het bestemmingsplan heeft betrekking op het oostelijke deel van het gebied De Kegel in Amstelveen, waar Vitarium onder meer woningbouw wil realiseren. Het plan maakt de bouw van 87 woningen mogelijk. Een deel van de beoogde woningen wordt gerealiseerd in een aan de noordzijde van het Grand Hotel Amstelveen te bouwen toren met een hoogte van maximaal 52 m. Ten noorden van De Kegel ligt het bedrijventerrein Legmeer. Gargouille is eigenaar van de percelen Zanderij 29 tot en met 33 (hierna: het perceel), die naast het plangebied en op dat bedrijventerrein liggen. Op het perceel staat een kantoorgebouw, dat Gargouille tot voor kort verhuurde. Gargouille kan zich niet verenigen met het toevoegen van de woonfunctie en de voorziene woontoren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:131
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202104201/1/R1

202104554/1/A3

Bij drie afzonderlijke deelbesluiten van 6 juni, 1 juli en 23 juli 2019 heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit twee verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) van MOB deels ingewilligd en deels afgewezen. Deze uitspraak borduurt voort op de eerdere uitspraak van de Afdeling van 27 januari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:153. Voor een uitgebreide weergave van de voorgeschiedenis van het geschil verwijst de Afdeling naar die uitspraak. Hieronder volgt nog een korte samenvatting van de achtergrond van de procedure. MOB heeft op 13 januari 2019 twee Wob-verzoeken ingediend. Zij heeft bij die verzoeken verzocht om openbaarmaking van alle agrarische bedrijven waarvoor een melding in het kader van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) is ingediend bij alle bevoegde gezagen vanaf 1 juli 2015 tot 13 januari 2019 en om openbaarmaking van alle niet-agrarische bedrijven waarvoor zo’n melding is gedaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:128
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202104554/1/A3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202104554/1/A3

202104910/1/R1

Bij besluit van 30 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht de locatie ter hoogte van de Laan van Chartroise 129 te Utrecht aangewezen voor de plaatsing van een ondergrondse restafvalcontainer. Bij besluit van 24 maart 2021 heeft het college het hiertegen door [appellante] gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellante] woont op het adres [locatie]. De locatie waar de orac is voorzien, is aangegeven met het nummer 2.271 en ligt op de hoek van de Laan van Chartroise en de Tomaatstraat. De woning van [appellante] staat eveneens op deze hoek. In het ontwerp van het besluit lag de locatie met het nummer 2.2.71 ter hoogte van het perceel Tomaatstraat 30.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:153
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202104910/1/R1

202105097/1/R1

Bij besluit van 15 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht onder meer de locatie met het nummer RE384, ter hoogte van IJsvogel 17 in Maarssen, aangewezen voor de plaatsing van een ondergrondse restafvalcontainer. [appellant A] en [appellant B] wonen op het adres [locatie 1]. [appellant C] woont op het adres [locatie 2]. De orac is voorzien op de stoep langs de IJsvogel, een weg die achter hun achtertuinen langsloopt. Tussen de locatie en de tuinen staat een heg. De afstand tussen de locatie en de woningen van [appellanten] is ongeveer 13 meter. De orac is inmiddels geplaatst. Bij de keuze voor een locatie voor orac’s dient het college een afweging te maken van alle betrokken belangen. [appellanten] vrezen geluidoverlast en geurhinder vanwege de orac. Zij wijzen er op dat de orac direct naast hun terrassen achter in hun tuin is voorzien en daar, gelet op de heersende windrichting, geurhinder zal veroorzaken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:143
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202105097/1/R1

202105599/1/R4

Bij besluit van 7 juli 2021 heeft de raad het bestemmingsplan "Baron van Nagellstraat X" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt het mogelijk op het perceel [locatie 1] te Voorthuizen drie appartementencomplexen te realiseren. Op dit perceel is nu een woning aanwezig. Het plan voorziet in de bouw van in totaal twaalf appartementen en vijf bedrijfsruimten. [appellant] is eigenaar van de percelen [locatie 2] en [locatie 3] en [locatie 4] in Voorthuizen, direct naast het perceel [locatie 1]. Op zijn percelen zijn een Hubo-bouwmarkt met inpandige houtzagerij, een service- en onderhoudsbedrijf voor reinigings- en onderhoudsapparatuur van Kärcher en een wasstraat gevestigd. [appellant] vreest, doordat de appartementencomplexen dicht bij zijn bedrijven worden gebouwd, dat ter plaatse van de appartementen geen sprake zal zijn van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat, als gevolg waarvan hij in zijn bedrijfsvoering zal worden beperkt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:130
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202105599/1/R4

202106440/1/A2

Bij besluit van 24 november 2020 heeft de raad voor rechtsbijstand de aan [appellant sub 1] verleende toevoeging voor rechtsbijstand ingetrokken. Op 3 augustus 2018 heeft [appellant sub 2] bij de raad een aanvraag ingediend om een toevoeging voor rechtsbijstand ten behoeve van de scheidingsprocedure van [appellant sub 1]. Bij besluit van 10 augustus 2018 heeft de raad een toevoeging met kenmerk 1IJ2204 aan [appellant sub 1] verleend. Deze toevoeging is door de raad verleend met zaakcode P010, welke code betrekking heeft op een echtscheiding met nevenvorderingen. Bij beschikking van 8 januari 2020 is door de rechtbank Oost-Brabant de ontbinding van het geregistreerd partnerschap van [appellant sub 1] en haar ex-partner uitgesproken en is de wijze van verdeling van de gemeenschap van goederen bepaald.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:174
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202106440/1/A2

202101048/6/R2

Bij besluit van 16 november 2021 heeft het college van gedeputeerde staten van Limburg een op 1 juni 2021 aan VDL Nedcar verleende soortenbeschermingsontheffing op grond van de Wet natuurbescherming gewijzigd waar het gaat om bij de ontheffing behorende voorschriften.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:119
Datum uitspraak
18 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202101048/6/R2

202106390/1/V3

Bij besluit van 6 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 4 oktober 2021 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:189
Datum uitspraak
18 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202106390/1/V3

202106783/2/R2

Bij besluit van 20 juli 2021 heeft de raad van de gemeente Cranendonck het bestemmingsplan "Budel en Budel-Dorplein" gewijzigd vastgesteld. [verzoekster] wil op het perceel [locatie] in Budel (hierna: het perceel) een supermarkt bouwen en exploiteren. Daartoe heeft zij op 19 september 2017 een omgevingsvergunning aangevraagd. Een supermarkt ter plaatse was op grond van het destijds geldende bestemmingsplan "Kom Budel" niet uitgesloten. Het op deze aanvraag afwijzende besluit van 1 februari 2018 van het college van burgemeester en wethouders van Cranendonck is bij besluit op bezwaar van 3 juli 2018 gehandhaafd. Bij uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 15 januari 2019 is het besluit van 3 juli 2018 vernietigd en heeft de rechtbank bepaald dat het college een nieuw besluit dient te nemen op het bezwaar met inachtneming van de uitspraak. Het college heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:103
Datum uitspraak
18 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202106783/2/R2

202107111/2/R2

Bij besluit van 30 september 2021 heeft de raad van de gemeente Meierijstad het bestemmingsplan "Vlas en Graan - Stadhuisplein, deelgebied 1" vastgesteld. Bij besluit van 30 september heeft het college van burgemeester en wethouders van Meierijstad een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een zwembad in Veghel. Het plan en de omgevingsvergunning voorzien in de realisatie van een zwembad aan het Stadhuisplein in Veghel nabij de Aa. Het zwembad dient ter vervanging van het huidige zwembad dat ten noorden van het plangebied is gesitueerd. Het plan voorziet in het nieuwe zwembad door de bestemming "Sport" met functieaanduiding "zwembad" voor een deel van de gronden. De andere delen van de gronden binnen het plangebied hebben de bestemmingen "Groen", "Water" en "Verkeer". [verzoeker] en anderen vrezen voor aantasting van hun woon- en leefklimaat en de ruimtelijke kwaliteit, mede door de samenhang van de bestreden besluiten met plannen voor een supermarkt naast het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:118
Datum uitspraak
18 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202107111/2/R2

202107199/1/V2

Bij besluit van 10 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:121
Datum uitspraak
18 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107199/1/V2

202107386/2/R2

Bij besluit van 8 juli 2021 heeft de raad van de gemeente Uden, thans Maashorst het bestemmingsplan "Hoge Randweg (ong.) Volkel" vastgesteld. [partij] is eigenaar van het perceel aan de [locatie 1] in Volkel en is als initiatiefnemer voornemens om op het perceel twee vrijstaande ruimte-voor-ruimte-woningen met elk een bijgebouw te realiseren. Het plan voorziet in deze woningen. [verzoekster] woont op het naastgelegen perceel aan de [locatie 2] in Volkel en kan zich niet verenigen met de voorziene woningen, omdat zij vreest voor een aantasting van haar woon- en leefklimaat. Het verzoek van [verzoekster] strekt tot schorsing van het vaststellingsbesluit om zo te voorkomen dat, in afwachting van de uitspraak op het door haar ingestelde beroep, een omgevingsvergunning wordt verleend op basis van dit bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:102
Datum uitspraak
18 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202107386/2/R2

202107618/2/R2

Bij besluit van 27 juli 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Overijssel aan [verzoekster] een last onder dwangsom opgelegd. Bij de uitspraak van 10 december 2021 heeft de voorzieningenrechter bij wijze van ordemaatregel de voorlopige voorziening getroffen dat de besluiten van het college van gedeputeerde staten van Overijssel van 27 juli 2020 en van 21 mei 2021 worden geschorst. Deze ordemaatregel is getroffen omdat er geen tijd was om partijen op een zitting te horen vóór 15 december 2021, de datum waarop [verzoekster] de opgelegde dwangsom zou verbeuren als zij niet zou voldoen aan de gegeven last. De voorzieningenrechter zal beoordelen of aanleiding bestaat de getroffen voorlopige voorziening op te heffen of te wijzigen. Het college heeft een dwangsom opgelegd met als inhoud dat [verzoekster] haar activiteiten op het perceel [locatie] te [plaats] staakt en gestaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:116
Datum uitspraak
18 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202107618/2/R2

202200299/2/V2

Bij besluit van 23 februari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:183
Datum uitspraak
18 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200299/2/V2

202200300/2/V2

Bij besluit van 1 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:126
Datum uitspraak
18 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200300/2/V2

202200302/2/V2

Bij besluiten van 3 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:120
Datum uitspraak
18 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200302/2/V2

202103106/1/V3

Bij besluit van 13 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van referent om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf ten behoeve van zijn kinderen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:113
Datum uitspraak
17 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202103106/1/V3

202107319/1/V3

Bij besluit van 5 november 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:114
Datum uitspraak
17 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202107319/1/V3

202107966/2/V3

Bij besluit van 22 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:115
Datum uitspraak
17 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107966/2/V3

202108182/2/V3

Bij besluit van 14 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:112
Datum uitspraak
17 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202108182/2/V3

202108201/1/V3

Bij besluit van 2 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:111
Datum uitspraak
17 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202108201/1/V3

202200066/1/V3

Bij besluit van 11 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:110
Datum uitspraak
17 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202200066/1/V3

202006567/1/V2

Bij besluit van 18 april 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:101
Datum uitspraak
14 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202006567/1/V2

202106177/1/V3

Bij besluit van 8 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling en haar minderjarige kinderen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:100
Datum uitspraak
14 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106177/1/V3

202106220/1/V3

Bij besluit van 26 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:99
Datum uitspraak
14 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202106220/1/V3

202107762/1/V3

Bij besluiten van 10 november 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten, een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd en hem in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:98
Datum uitspraak
14 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202107762/1/V3

202107983/2/V2

Bij besluit van 12 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling medegedeeld dat hij aan Duitsland zal worden overdragen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:97
Datum uitspraak
14 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202107983/2/V2

202108163/2/V3

Bij besluit van 17 april 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen, hem opgedragen dat hij Nederland onmiddellijk moet verlaten en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:96
Datum uitspraak
14 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202108163/2/V3

202200104/2/V2

Bij besluit van 25 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:106
Datum uitspraak
14 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200104/2/V2

202200106/2/V2

Bij besluit van 25 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:105
Datum uitspraak
14 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200106/2/V2

202200260/2/V2

Bij besluit van 26 november 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:104
Datum uitspraak
14 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200260/2/V2

202108101/1/A2

Bij besluit van 21 december 2021 heeft het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Nijmegen een verzoek van NijmegenAnders! tot inschrijving van de aanduiding ‘NijmegenAnders!’, waarmee zij voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad Nijmegen op 16 maart 2022 op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, in het daartoe door het centraal stembureau bijgehouden register afgewezen. Aan het besluit van 21 december 2021 heeft het centraal stembureau ten grondslag gelegd dat het door NijmegenAnders! ingediende verzoek niet compleet is. Een gewaarmerkt uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en een verklaring van NijmegenAnders! houdende de aanwijzing van de gemachtigde en plaatsvervangend gemachtigde bij het centraal stembureau ontbreken. Verder is het verzoek tot registratie niet ondertekend, aldus het centraal stembureau.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:95
Datum uitspraak
14 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202108101/1/A2

202004227/1/V1

Bij besluit van 31 januari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:84
Datum uitspraak
13 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004227/1/V1

202006851/1/V1

Bij besluit van 3 juli 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende vergunning regulier voor bepaalde tijd met terugwerkende kracht per 1 maart 2019 ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:92
Datum uitspraak
13 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202006851/1/V1
vorige pagina1...177178179...1.207volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon