Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.787
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202007137/2/R3

Bij tussenuitspraak van 30 maart 2022, ECLI:NL:RVS:2022:942, heeft de Afdeling het college van burgemeester en wethouders van Den Haag opgedragen om binnen 12 weken na verzending van deze tussenuitspraak het daar omschreven gebrek in het besluit van 18 mei 2020 te herstellen. Sistra B.V. is eigenaar van de gronden gelegen in het centrum van Den Haag die worden begrensd door de Gedempte Gracht aan de noordzijde, de panden gelegen aan het Spui aan de oostzijde, de tuin van de Nieuwe Kerk aan de zuidoostzijde en parkeergarage Markthof aan de westzijde (hierna: de locatie). Deze gronden wil Sistra B.V. ontwikkelen. Zij wil langs de Gedempte Gracht een appartementencomplex realiseren, waarbij de eerste bouwlaag een commerciële functie zal krijgen. Daarnaast wil zij een appartementencomplex realiseren langs de tuin van de Nieuwe Kerk. Bij besluit van 18 mei 2020 heeft het college een omgevingsvergunning verleend voor onder meer de activiteiten "bouwen" en "handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2382
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202007137/2/R3

202100119/1/R2

Bij besluit van 24 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Boekel het bestemmingsplan "Omgevingsplan: Veegplan 5" vastgesteld. Op het perceel [locatie] in Boekel exploiteert [partij] een paardenhouderij. Tot 1 januari 2020 exploiteerde zij op dit perceel tevens een varkenshouderij als nevenactiviteit. Met de bestreden plannen is beoogd om naast de paardenhouderij nieuwe nevenactiviteiten mogelijk te maken. Het gaat om een groepsaccommodatie met 48 bedden, vier vakantiewoningen met in totaal 32 bedden, lichte horeca met een oppervlakte van 100 m2, een zaalaccommodatie met een oppervlakte van 100 m2 en dagrecreatie. De totale oppervlakte van de voorziene bebouwing is 970 m2. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] en anderen zijn omwonenden van [locatie]. Zij kunnen zich met name niet met de omvang van de nieuwe activiteiten verenigen en vrezen daarvan hinder te zullen ondervinden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2394
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Uitspraak na conclusie
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202100119/1/R2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202100119/1/R2

202100303/1/R3

Bij besluit van 23 november 2020 heeft de raad van de gemeente Kaag en Braassem het bestemmingsplan "Kernen Woubrugge-Hoogmade" vastgesteld. Het plan voorziet in een actueel juridisch-planologisch kader voor de bebouwde kom van de kernen Woubrugge en Hoogmade. [appellant], die woont aan de [locatie 1] in Woubrugge, kan zich niet verenigen met het plan, voor zover het gaat om de begripsomschrijving van de voorgevel en de regulering van een overkapping. Naast [appellant] woont [partij] aan de [locatie 2]. [appellant] wijst erop dat het plan tot gevolg heeft dat wat vroeger de achtergevel van zijn woning was, nu zijn voorgevel is geworden. [appellant] stelt dat hij hierdoor wordt benadeeld, omdat hij bebouwingsmogelijkheden die hij nog niet heeft benut, nu niet meer kan benutten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2398
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202100303/1/R3

202100369/1/R3

Bij besluit van 17 november 2020 heeft de raad van de gemeente Westerveld het bestemmingsplan "Partiële herziening Meerkamp" vastgesteld. Bij besluit van 27 juni 2017 heeft de raad het bestemmingsplan "Havelte" vastgesteld. Dat bestemmingsplan voorzag in een uitwerkingsplicht voor de gronden ten westen van de bestaande woonwijk Meerkamp om ter plaatse 90 woningen mogelijk te maken. Op 18 december 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4333, heeft de Afdeling einduitspraak gedaan over dat bestemmingsplan, waarbij de tegen dat bestemmingsplan ingestelde beroepen gegrond zijn verklaard. Hierbij heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 26 weken met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen een nieuw besluit te nemen tot vaststelling van een bestemmingsplan, voor zover het betreft de onder II van het dictum van die uitspraak genoemde besluitonderdelen. Met het voorliggende bestemmingsplan heeft de raad beoogd om uitvoering te geven aan de opdracht uit de uitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2402
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Drenthe
  • uitspraakin de zaak202100369/1/R3

202100525/1/A2

Bij besluit van 27 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas een verzoek van [appellant] om schadevergoeding afgewezen. [appellant] was ten tijde hier van belang eigenaar en exploitant van een dierencentrum op het perceel aan de [locatie] te Sevenum. Bij brief van 21 oktober 2019 heeft hij bij het college onder meer een verzoek om schadevergoeding ingediend wegens onrechtmatig handelen in verband met een door hem gewenste uitbreiding van zijn bedrijf. Naar aanleiding hiervan heeft het college het in het procesverloop van deze uitspraak vermelde besluit van 27 november 2019 genomen. De rechtbank heeft overwogen dat het bij het college ingediende verzoek om schadevergoeding niet alleen ziet op gedragingen die vóór de inwerkingtreding van de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten hebben plaatsgevonden, maar ook op gedragingen die daarna hebben plaatsgevonden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2386
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202100525/1/A2

202100548/1/A3

Bij afzonderlijke besluiten van 27 februari 2019 heeft de korpschef van politie de door [appellanten] aangevraagde wapenverloven geweigerd. Op 3 juli 2018 hebben [appellanten] een schietsportverlof aangevraagd. Op het aanvraagformulier was ingevuld dat zij sinds 2015 lid zijn van SV de Schutterij, terwijl de ingangsdatum op de KNSA licenties 1 januari 2018 was. [appellanten] stelden dat zij wel degelijk sinds 2015 lid zijn van SV de Schutterij, maar dat zij pas aan het einde van 2017 door het bestuur van de vereniging bij de KNSA zijn aangemeld. Zij zijn vervolgens in de gelegenheid gesteld nadere bewijsstukken in te dienen om de ingangsdatum van 2015 te onderbouwen. Zij weigerden dit te doen en hebben de aanvraag ingetrokken. Naar aanleiding van die feiten is bij de behandelend ambtenaren van de politie het vermoeden ontstaan dat sprake zou kunnen zijn van strafbare feiten en is onderzoek gedaan naar de registers van SV de Schutterij.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2377
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Wapens en munitie
  • uitspraakin de zaak202100548/1/A3

202100944/1/V2

Bij besluit van 17 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. De vreemdeling komt uit Senegal. Hij voert aan dat hij familieproblemen heeft en dat hij slachtoffer is geworden van huiselijk geweld. Als gevolg van de problemen kan hij volgens hem niet terugkeren naar Senegal. De staatssecretaris heeft de asielaanvraag van de vreemdeling afgewezen, omdat Senegal een veilig land van herkomst is en de vreemdeling volgens de staatssecretaris niet aannemelijk heeft gemaakt dat dit in het algemeen of voor hem persoonlijk niet het geval is. Volgens de staatssecretaris heeft de vreemdeling niet aannemelijk gemaakt dat, als hij in Senegal problemen krijgt, hij geen mogelijkheid heeft om tegen deze problemen de bescherming van de autoriteiten in te roepen. De staatssecretaris heeft de aanvraag van de vreemdeling behandeld in de zogeheten 'pilot zwaarwegendheid'.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2333
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100944/1/V2

202101340/1/A3

Bij besluit van 29 juni 2020 heeft de burgemeester van Den Haag aan [appellant] een huisverbod opgelegd voor de duur van tien dagen. [appellant] was getrouwd met [ex-echtgenote]. Zij woonden samen met hun twee minderjarige kinderen. Op 29 juni 2020 was er een incident in hun woning en is de politie ter plaatse gekomen. Uit het proces-verbaal van bevindingen van de hulpofficier van justitie (hierna: hovj) voor een beslissing huisverbod van 29 juni 2020 volgt onder meer dat [appellant] en [ex-echtgenote] destijds wilden scheiden. Tijdens een ruzie tussen beiden ontstond een worsteling en viel [ex-echtgenote] op een tafeltje. [ex-echtgenote] heeft verklaard dat [appellant] haar daarna probeerde te wurgen. De burgemeester heeft hieruit afgeleid dat de aanwezigheid van [appellant] in de woning ernstig en onmiddellijk gevaar oplevert voor de veiligheid van [ex-echtgenote], of een ernstig vermoeden van dit gevaar bestaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2379
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Huisverbod
  • uitspraakin de zaak202101340/1/A3

202101420/1/A3

Bij besluit van 19 februari 2020 heeft de burgemeester van Roermond het verzoek van Yin Yang Exploitatie B.V. om een exploitatievergunning voor de seksinrichting van saunaclub Yin Yang afgewezen. Bij afzonderlijk besluit van 19 februari 2020 heeft de burgemeester de exploitatievergunning en drank- en horecawetvergunning van CS Horeca B.V. voor het horecagedeelte van de saunaclub ingetrokken. Naar aanleiding van het verzoek van Yin Yang heeft de burgemeester bij het Landelijk Bureau Bibob om een advies gevraagd. Het LBB heeft in zijn advies van 11 oktober 2018 geconcludeerd dat er een ernstig gevaar bestaat dat de door Yin Yang Exploitatie B.V. aangevraagde vergunning mede zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen. Volgens het LBB doen zich bij [gemachtigde] - die indirect leiding geeft aan en indirect zeggenschap heeft over Yin Yang Exploitatie B.V. - feiten en omstandigheden voor die redelijkerwijs doen vermoeden dat hij strafbare feiten, te weten: witwassen, heeft gepleegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2399
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • Wet Bibob
  • uitspraakin de zaak202101420/1/A3

202101745/1/R3, 202101746/1/R3 en 202101754/1/R3

Bij besluit van 7 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan Stichting Museum voor Communicatie een omgevingsvergunning verleend voor het veranderen van luchtbehandelingskasten op het dak van het pand op de percelen Zeestraat 82 en De Ruijterstraat 67 in Den Haag. Deze aanvraag is bij besluit van 15 mei 2018 door het college geweigerd, omdat niet werd voldaan aan redelijke eisen van welstand. Op 5 oktober 2018 heeft COMM een gewijzigde aanvraag ingediend. Bij besluit van 7 januari 2019 heeft het college de gevraagde omgevingsvergunning verleend voor de activiteiten bouwen van een bouwwerk, het afwijken van het bestemmingsplan en handelingen met gevolgen voor beschermde monumenten als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, c en f, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2389
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202101745/1/R3, 202101746/1/R3 en 202101754/1/R3

202102393/1/A3 en 202102390/1/A3

Bij besluit van 6 juni 2019 heeft de burgemeester van Den Haag het verzoek van [vergunninghouder] tot wijziging van de op 29 november 2018 aan hem verleende vergunning voor de exploitatie van [bedrijf] aan de [locatie] te Den Haag, ingewilligd. Op 27 februari 2019 hebben handhavers geconstateerd dat er bij [bedrijf] een terras op de openbare weg stond. Op grond van de exploitatievergunning waarover [vergunninghouder] toen beschikte, was het niet toegestaan om een terras te exploiteren. Daarom heeft [vergunninghouder] een waarschuwing gekregen. Omdat [vergunninghouder] wilde doorgaan met het exploiteren van het terras, heeft hij een aanvraag ingediend tot wijziging van de exploitatievergunning. Daarover gaat zaak nr. 202102393/1/A3. Daarnaast heeft hij een terrasvergunning aangevraagd. Daarover gaat zaak nr. 202102390/1/A3.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2392
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202102393/1/A3 en 202102390/1/A3

202102564/1/R4

Bij besluit van 2 december 2020 heeft het bestuur van de Nederlandse Emissieautoriteit de aanvraag van [appellant] om een rekening te openen in het Register hernieuwbare energie voor vervoer afgewezen. De NEa beheert een register met gegevens over in Nederland geleverde brandstoffen en elektriciteit uit hernieuwbare bronnen ten behoeve van vervoer. Dat register bevat rekeningen van registratieplichtigen, waarin de bijdragen aan de jaarverplichting worden bijgehouden. Bij het inboeken worden verhandelbare hernieuwbare brandstofeenheden aangemaakt in het door de NEa beheerde register. Deze HBE’s staan voor een hoeveelheid hernieuwbare energie (zoals het elektrisch laden van wegvoertuigen) die is geleverd aan de Nederlandse markt voor vervoer. Door het aanmaken of aankopen van HBE’s, kunnen registratieplichtigen voldoen aan hun verplichting om jaarlijks aan te tonen dat zij een groeiend aandeel hernieuwbare energie leveren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2393
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202102564/1/R4

202103391/1/R1

Bij besluit van 25 maart 2021 heeft de raad van de gemeente Dronten het bestemmingsplan "Nieuwe Natuur Oostkant Dronten (D5001)" vastgesteld. Met het bestemmingsplan wordt in totaal ruim 69 ha nieuwe natuur, inclusief recreatieve activiteiten, aan de oostkant van Dronten gerealiseerd. Het bestemmingsplan waarover deze zaak gaat, biedt een planologische basis voor het nieuwe beoogde gebruik van de gronden. [appellante sub 1], [appellant sub 3] en [appellant sub 2] en anderen ondernemen uitsluitend of mede agrarische activiteiten nabij het plangebied. Zij kunnen zich niet met het plan verenigen en voeren onder meer aan dat zij ten onrechte niet mochten deelnemen aan het project Nieuwe Natuur, dat het bestemmingsplan niet in overeenstemming is met de doelstelling van het project en dat de belangen van de landbouwsector in het gebied onvoldoende zijn meegewogen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2384
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Flevoland
  • uitspraakin de zaak202103391/1/R1

202103559/1/A3

Bij besluit van 17 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Emmen het verzoek van [appellant] om zijn naam en geboortedatum in de basisregistratie personen te wijzigen, afgewezen. [appellant] is in februari 1997 naar Nederland gekomen. Hij staat sinds [datum] 1997 in de brp ingeschreven als [voornamen] [achternaam appellant], geboren op [geboortedatum] 1969. Deze gegevens zijn ontleend aan een door hem op [datum] onder ede afgelegde verklaring, als bedoeld in artikel 2.8, tweede lid, onder e, van de Wet basisregistratie personen. Bij brief van 3 april 2019 heeft [appellant] verzocht om zijn voor- en achternaam en geboortedatum in de brp te wijzigen naar [voornamen] [andere achternaam], geboren op [geboortedatum] 1969. Het college heeft het verzoek afgewezen en het besluit in bezwaar gehandhaafd. Daarbij heeft het college overwogen dat niet kan worden vastgesteld dat de in de door [appellant] overgelegde documenten vermelde persoonsgegevens aan hem toebehoren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2378
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202103559/1/A3

202103638/1/A2

Bij besluit van 11 september 2020 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het recht van [appellante] op zorg- en huurtoeslag over 2019 definitief vastgesteld op € 1.189,- respectievelijk € 1.950,- en € 886,- aan te veel uitbetaalde huurtoeslag van haar teruggevorderd. Bij besluit van 27 december 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen aan [appellante] een voorschot zorg- en huurtoeslag over 2019 toegekend van € 1.189,- respectievelijk € 2.836,-. Bij dit besluit is de dienst uitgegaan van een toetsingsinkomen van [appellante] van € 15.807,-. Bij dit besluit is de dienst uitgegaan van een toetsingsinkomen van [appellante] van € 19.181,-. [appellante] heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Dit bezwaar heeft de dienst bij besluit van 25 november 2020 ongegrond verklaard. Volgens de dienst volgt uit de regelgeving dat hij uit moet gaan van het toetsingsinkomen zoals dat door de inspecteur van de inkomstenbelasting is vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2381
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202103638/1/A2

202104114/1/A2

Bij besluit van 3 mei 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de definitieve berekening van de zorgtoeslag van [appellant] over 2016 herzien en vastgesteld op nihil en een bedrag van € 2.045,00 teruggevorderd. Bij besluit van 11 augustus 2017 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de zorgtoeslag van [appellant] over 2016 definitief berekend en vastgesteld op € 1.905,00. Bij het besluit van 3 mei 2019, gehandhaafd bij het besluit van 17 maart 2020, heeft de Belastingdienst/Toeslagen deze eerdere definitieve berekening van de zorgtoeslag over 2016 aangepast en vastgesteld op nihil en het teveel ontvangen bedrag aan zorgtoeslag van € 1.905,00 en de daarover verschuldigde rente van € 140,00 teruggevorderd. Aan dit besluit heeft de dienst ten grondslag gelegd dat uit de Basisregistratie inkomen bleek dat het inkomen van [appellant] en zijn toeslagpartner was vastgesteld op € 45.149,00,00 en dat inkomen te hoog is om in aanmerking te komen voor zorgtoeslag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2397
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202104114/1/A2

202105104/1/R1

Bij besluit van 27 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waterland [appellant] gelast om herhaling van de in dat besluit genoemde overtredingen door het uitvlakken van grond te voorkomen, met een dwangsom van € 10.000,00 ineens. [appellant] exploiteert een veehouderij op het perceel [locatie] te Katwoude. Op het perceel is een aantal gebouwen aanwezig. De onbebouwde delen van het perceel zijn verdeeld in secties, waar opslag van verschillende materialen plaatsvindt. In de secties P en O is door deze opslag een grondwal ontstaan. De last onder dwangsom gaat over het overtreden van milieuregels als gevolg van het uitvlakken van de grond van de grondwal.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2383
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202105104/1/R1

202105234/1/A3

Bij besluit van 12 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam [appellant] een boete van € 20.500,00 opgelegd. [appellant] is eigenaar van de woning aan de [locatie A] in Amsterdam. Na verscheidene meldingen over het verhuren van de woning aan toeristen hebben toezichthouders op zondag 9 juni 2019 de woning bezocht, waarbij zij hebben geconstateerd dat er drie toeristen enkele kamers in gebruik hadden. Die toeristen hebben verklaard in de woning te overnachten en niemand anders te hebben gezien. Tijdens het onderzoek hebben de toezichthouders ook een aantal afgesloten kamers aangetroffen, waar "geen toegang" op stond. Ten tijde van het onderzoek werd de woning te koop aangeboden op Funda. Het college heeft vastgesteld dat niemand op het adres was ingeschreven in de Basis registratie Personen. [appellant] had ten tijde van het onderzoek geen vergunning voor het onttrekken van de woning aan de woonruimtevoorraad.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2400
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Boete
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202105234/1/A3

202105563/1/R3

Bij besluit van 8 juli 2021 heeft de raad van de gemeente Teylingen het bestemmingsplan "Recreatiepark Watertuin 1e herziening" vastgesteld. Eerder heeft de raad het bestemmingsplan "Recreatiepark Watertuin" vastgesteld om het juridisch-planologisch kader voor dit recreatiepark in het buitengebied van Warmond te actualiseren. De bestemming "Groen" is toegekend aan een deel van de groenstrook dat grenst aan het perceel [locatie 1], waar de woning van [appellant sub 2] staat. Verder zijn de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie - recreatiewoningen 7" en de functieaanduiding "specifieke vorm van agrarisch - dienstwoning" toegekend aan het perceel [locatie 2], waar de woning van [persoon] staat. Bij uitspraak van 25 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2814 heeft de Afdeling tegen dit plan ingestelde beroepen gegrond verklaard, het besluit over de eerstgenoemde bestemming en de voornoemde functieaanduiding vernietigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2388
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202105563/1/R3

202105776/1/R2

Bij besluit van 11 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Mill en Sint Hubert, tegenwoordig Land van Cuijk, een aanvraag van [appellante] om een omgevingsvergunning voor het gebruik van de bedrijfswoning en een deel van de bijbehorende schuur op het perceel [locatie] in Langenboom als logiesverblijf voor werknemers en voor huisvesting van arbeidsmigranten afgewezen. [appellante] exploiteert een varkenshouderij op het perceel [locatie] in Langenboom. Op het perceel staan verschillende gebouwen, waaronder een langgevelboerderij. De boerderij bestaat uit drie gedeelten: (A) het eerste deel is een bedrijfswoning waarin een werknemer van het bedrijf met zijn gezin woont, (B) het tweede deel is een ruimte met woonvoorzieningen zoals een keuken, douche en toilet en (C) in het derde deel is een opslagruimte. [appellante] heeft in februari 2020 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het gebruik van de bedrijfswoning en een deel van de bijbehorende schuur als logiesverblijf voor werknemers.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2380
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202105776/1/R2

202105872/1/R1

Bij besluit van 8 juni 2021 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland geweigerd om de bij besluit van 14 oktober 2020 verleende vergunning op grond van de Wet natuurbescherming in te trekken. Vergunningen en ontheffing zijn verleend in verband met de realisatie en exploitatie van 3 windturbines op de locatie Windpark IJsselwind ten noorden van Twentekanaal en op Fort de Pol ten zuiden van het Twentekanaal in Zutphen. Het waterschap en IJsselwind B.V. zijn samen de initiatiefnemer voor dit windpark. Het windpark is planologisch mogelijk gemaakt in het bestemmingsplan "Fort de Pol, Eefde West en Windpark IJsselwind". Bij uitspraak van 12 mei 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1025, heeft de Afdeling de gecoördineerd voorbereide besluiten over het plan en de omgevingsvergunningen vernietigd. Bij besluit van 14 oktober 2020 heeft het college van gedeputeerde staten aan IJsselwind en het waterschap een vergunning verleend voor drie windturbines.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2385
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202105872/1/R1

202105906/1/R4

Bij besluit van 8 juli 2021 heeft de raad van de gemeente Vijfheerenlanden het bestemmingsplan "Ontwikkeling Leerbroek" vastgesteld. Het plangebied ligt ten oosten van de kern van Leerbroek en bestaat uit het voormalige agrarische perceel Recht van ter Leede 40-40a en het ten oosten daarvan gelegen (bedrijfs)perceel Recht van ter Leede 38a. Op het perceel nr. 40-40a was voorheen een melkrundveehouderij gevestigd, maar deze is verplaatst. Het plan voorziet in de herontwikkeling van deze gronden en maakt de bouw mogelijk van een basisschool en 30 woningen. Daarnaast worden de twee bestaande agrarische bedrijfswoningen op het perceel behouden en bestemd als burgerwoning. Op het naastgelegen perceel nr. 38a voorziet het plan in een burgerwoning. [appellant sub 1] woont op het perceel [locatie 1], ten zuidwesten van het plangebied, op een afstand van ongeveer 60 m van zowel de voorziene school als de woningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2401
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202105906/1/R4

202106083/1/A2

Bij besluit van 6 november 2020 heeft de Belastingdienst/Toeslagen onder meer het recht op zorgtoeslag van [appellant] over 2019 definitief berekend en vastgesteld op nihil en een bedrag van € 2.323,00 teruggevorderd. Bij besluit van 27 december 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het voorschot op de zorgtoeslag van [appellant] voor 2019 berekend op € 0,00. Op 25 oktober 2019 geeft [appellant] door dat zijn geschatte inkomen over 2019 € 5.063,00 bedraagt. Bij besluit van 21 november 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het voorschot op de zorgtoeslag voor 2019 berekend op € 2.314,00. Op 16 september 2020 ontvangt de Belastingdienst/Toeslagen een melding van de Basisregistratie inkomen dat het inkomen van [appellant] voor 2019 is vastgesteld op € 3.665,00, de grondslag sparen en beleggen op € 106.904,00 en het voordeel uit sparen en beleggen op € 2.948,00.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2396
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202106083/1/A2

202106124/1/R1

Bij besluit van 10 augustus 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam onder meer de locatie ter hoogte van [locatie] aangewezen als locatie voor een ondergrondse restafvalcontainer. [appellante] woont aan de [locatie] in Rotterdam. Zij vreest voor een aantasting van haar woon- en leefklimaat. De reden daarvoor is dat volgens het bestreden besluit ter hoogte van haar woning een orac zal worden geplaatst. Zij voelt zich ook niet gehoord door het college. [appellante] betoogt dat het college ten onrechte ervoor heeft gekozen om een orac te plaatsen ter hoogte van haar woning. Volgens haar zal de orac leiden tot een onevenredige aantasting van haar woon- en leefklimaat. Zij wijst er daarbij op dat de orac op korte afstand van haar voorkamerraam en haar balkon zal worden geplaatst.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2391
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202106124/1/R1

202106221/1/A2

Bij brief van 23 april 2020 heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd geantwoord op het verzoek van [appellant] van 22 januari 2020 om handhavend op te treden tegen het onthouden van geestelijke gezondheidszorg aan arrestanten opgesloten in politiecellencomplexen. In 2014 is de vrouw van [appellant] overleden als gevolg van een ernstige zwangerschapscomplicatie. Ook het dochtertje waarvan zij zwanger was, is hierdoor overleden. Op de dag van overlijden is [appellant] aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij de dood van zijn vrouw en dochter. Die dag is hij geplaatst in een cellencomplex in Groningen waar hij op last van de officier van justitie acht dagen in volledige beperkingen heeft doorgebracht. Vervolgens heeft hij nog negen dagen in een huis van bewaring doorgebracht, waarna hij in vrijheid is gesteld. Achteraf heeft het Openbaar Ministerie vastgesteld dat [appellant] ten onrechte als verdachte is aangemerkt. Het heeft om die reden de strafzaak geseponeerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2395
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Gezondheidszorg
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202106221/1/A2

202106311/1/R1

Bij besluit van 25 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Schagen aan Agri Novum Zypani omgevingsvergunning onder voorschriften voor 25 jaar verleend voor het realiseren van een innovatieve onderzoekslocatie voor een grondgebonden zonne-installatie (een zonnepark) op het perceel Belkmerweg achter nummer 67 te Sint Maartensvlotbrug. Het project waarvoor omgevingsvergunning is verleend voorziet in het realiseren van een Research & Development (R&D) zonneakker op het perceel. De omgevingsvergunning is verleend voor een periode van 25 jaar. De onderzoekslocatie heeft een omvang van 3,4 hectare en is ingedeeld in een veld van circa 0,5 hectare ten behoeve van een vrije opstelling van panelen (flexibele invulling) en een veld van circa 2,9 hectare ten behoeve van vaste paneelopstellingen. Op het flexibele veld mogen voor de periode van de eerste vijf jaar zonnepanelen worden geplaatst met een maximale bouwhoogte van 3 meter.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2387
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202106311/1/R1

202204586/2/V2

De vreemdeling en staatssecretaris van Justitie en Veiligheid hebben hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, van 28 juli 2022 in zaak nr. NL22.4186.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2363
Datum uitspraak
17 augustus 2022
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202204586/2/V2

202102489/1/V1

Bij besluit van 5 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2369
Datum uitspraak
16 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202102489/1/V1

202105670/1/V1

Bij besluit van 25 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2368
Datum uitspraak
16 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105670/1/V1

202202275/2/R3

Stichting IMMO richt zich tegen het besluit van de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg van 22 februari 2022, waarbij het bestemmingsplan "Stedelijk" is vastgesteld. Stichting IMMO heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Stichting IMMO beoogt met haar verzoek te bereiken dat het plan niet op de door de raad vastgestelde wijze in werking treedt, zodat zij de twee panden aan het Burgemeester Feithplein in Voorburg, plaatselijk bekend als Grote Feith en Kleine Feith, kan (laten) gebruiken in overeenstemming met de omgevingsvergunning die bij besluit van 8 februari 2019 is verleend door het college van Leidschendam-Voorburg.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2370
Datum uitspraak
16 augustus 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202202275/2/R3

202203212/1/V2 en 202203212/2/V2

Bij besluit van 30 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2366
Datum uitspraak
16 augustus 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202203212/1/V2 en 202203212/2/V2

202204377/1/V3

Bij besluit van 27 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2367
Datum uitspraak
16 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202204377/1/V3

202204484/1/V3

Bij besluit van 27 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2365
Datum uitspraak
16 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202204484/1/V3

202102530/1/V2

Bij besluit van 10 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2352
Datum uitspraak
15 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102530/1/V2

202104669/1/V3

Bij besluit van 4 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2354
Datum uitspraak
15 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202104669/1/V3

202106802/1/V2

Bij besluit van 24 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2343
Datum uitspraak
15 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106802/1/V2

202107162/1/V3 en 202107162/3/V3

Bij besluit van 26 augustus 2021 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2355
Datum uitspraak
15 augustus 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107162/1/V3 en 202107162/3/V3

202107163/1/V3 en 202107163/3/V3

Bij besluit van 26 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2356
Datum uitspraak
15 augustus 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107163/1/V3 en 202107163/3/V3

202107167/1/V3 en 202107167/3/V3

Bij besluit van 26 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2357
Datum uitspraak
15 augustus 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107167/1/V3 en 202107167/3/V3

202107169/1/V3 en 202107169/3/V3

Bij besluit van 10 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2358
Datum uitspraak
15 augustus 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107169/1/V3 en 202107169/3/V3

202201206/1/V3

Bij besluit van 27 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2362
Datum uitspraak
15 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202201206/1/V3

202204161/1/V3

Bij besluit van 14 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2347
Datum uitspraak
15 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202204161/1/V3

202204209/1/V3

Bij besluit van 22 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2361
Datum uitspraak
15 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202204209/1/V3

202204308/1/V3 en 202204308/2/V3

Bij besluiten van 20 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2359
Datum uitspraak
15 augustus 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204308/1/V3 en 202204308/2/V3

202204493/1/V2

Bij besluit van 28 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2345
Datum uitspraak
15 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204493/1/V2

202204495/1/V2

Bij besluit van 28 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2342
Datum uitspraak
15 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204495/1/V2

202204672/1/V1 en 202204672/2/V1

Bij besluit van 30 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2360
Datum uitspraak
15 augustus 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204672/1/V1 en 202204672/2/V1

202104005/1/V2

Bij besluit van 12 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2349
Datum uitspraak
12 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104005/1/V2

202204375/2/V3

Bij besluiten van 28 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2346
Datum uitspraak
12 augustus 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204375/2/V3

202204414/1/V3

Bij besluit van 5 juli 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2348
Datum uitspraak
12 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202204414/1/V3

202204488/2/V2

Bij besluit van 26 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en ambtshalve geweigerd hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2344
Datum uitspraak
12 augustus 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204488/2/V2

202204783/2/V3

Bij besluit van 6 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2350
Datum uitspraak
12 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204783/2/V3

202005460/1/V1

Bij besluit van 28 maart 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2338
Datum uitspraak
11 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202005460/1/V1

202105014/1/V2

Bij besluit van 3 december 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2337
Datum uitspraak
11 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202105014/1/V2

202204064/2/V3

Bij besluit van 6 mei 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen, en het besluit van 18 februari 2013 gehandhaafd voor zover de vreemdeling is opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten (hierna: het terugkeerbesluit) en tegen hem een inreisverbod is uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2340
Datum uitspraak
11 augustus 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204064/2/V3

202201307/1/V3

Bij besluit van 4 februari 2022 heeft de staatsecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2296
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202201307/1/V3

202202999/2/R4

Bij besluit van 19 april 2022 heeft de raad van de gemeente Wijk bij Duurstede het bestemmingsplan "Wijk bij Duurstede, herontwikkeling Hoogstraat, De Heul en Langbroekseweg" vastgesteld. Het plan voorziet in de herontwikkeling van drie locaties in Wijk bij Duurstede. Het gaat om de locaties Hoogstraat, De Heul en Langbroekseweg. Aan de Hoogstraat 14 bevindt zich de huidige vestiging van de Lidl-supermarkt. Deze supermarkt wordt verplaatst naar winkelcentrum De Heul. Boven en rondom het winkelcentrum worden 96 appartementen en 8 studio’s gerealiseerd. Over locatie De Heul staat in de plantoelichting het volgende. Het voornemen bestaat de bestaande verouderde bebouwing van winkelcentrum De Heul en de bestaande sporthal en het zwembad te slopen. De locatie zal worden herontwikkeld. In het plangebied zullen twee bouwblokken worden gerealiseerd, blok A en blok B. Daartussen ontstaat een aantrekkelijk verblijfsgebied. Onderdeel van de herontwikkeling van winkelcentrum De Heul is de "supermarktencarrousel".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2292
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202202999/2/R4

202203612/2/R1

Bij besluit van 21 april 2022 heeft de raad van de gemeente Tholen het bestemmingsplan "Patrijzenweg Noord, Oud-Vossemeer" vastgesteld. Het plangebied omvat de percelen aan weerszijden van huisnummers 40 en 48 aan de noordzijde van de Patrijzenweg in Oud-Vossemeer. Het plan voorziet in de bouw van in totaal 11 woningen. Het plangebied bestaat uit drie niet aaneengesloten delen met elk een woonbestemming. Op het westelijke en centrale deel zijn in elk deel 4 wooneenheden mogelijk gemaakt en in het oostelijke deel 3 wooneenheden. [verzoeker sub 1] woont op het perceel [locatie A], [verzoeker sub 2] op het perceel [locatie B] en [verzoeker sub 3] op perceel [locatie C], allen in directe nabijheid van het plangebied. Zij hebben de voorzieningenrechter verzocht om het bestemmingsplan te schorsen totdat door de Afdeling uitspraak is gedaan in de bodemprocedure om onomkeerbare gevolgen te voorkomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2298
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202203612/2/R1

202204409/2/V3

Bij besluit van 27 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2339
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204409/2/V3

201900690/1/R2

Bij besluit van 30 mei 2017, zoals gewijzigd bij besluit van 23 juni 2017, heeft het college van gedeputeerde staten van Utrecht op grond van artikel 3.8 en artikel 3.10 van de Wet natuurbescherming aan de gemeente Amersfoort voor de periode van 27 juni 2017 tot en met 31 december 2022 een ontheffing verleend van de verbodsbepalingen in artikel 3.5 en artikel 3.10 van de Wnb voor de rosse vleermuis, ruige dwergvleermuis, zandhagedis, hazelworm en ringslang. Het college heeft op 30 mei 2017 een ontheffing op grond van de Wnb verleend voor de rosse vleermuis, ruige dwergvleermuis, zandhagedis, hazelworm en ringslang ten behoeve van de aanleg van de westelijke ontsluitingsweg in Amersfoort. Stichting Woonklimaat Berg en anderen kunnen zich daarmee niet verenigen. In de uitspraak van 24 januari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:246, heeft de Afdeling uitspraak gedaan over het bestemmingsplan dat de aanleg van de westelijke ontsluitingsweg mogelijk maakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2322
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak201900690/1/R2

201904458/1/R2

Bij besluit van 6 november 2018 heeft de raad van de gemeente Amersfoort het verzoek van de stichting en anderen om herziening van het bestemmingsplan "Westelijke ontsluiting" afgewezen. Op 28 augustus 2018 hebben de stichting en anderen een verzoek ingediend om het bestemmingsplan "Westelijke ontsluiting" dat door de raad op 11 oktober 2016 is vastgesteld te herzien. Bij uitspraak van 24 januari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:246, heeft de Afdeling het door onder andere Vereniging Behoud Bos Birkhoven en Bokkeduinen daartegen ingediende beroep ongegrond verklaard. Het plan is met die uitspraak onherroepelijk geworden. Volgens de stichting en anderen is sprake van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waaruit blijkt dat het plan moet worden herzien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2323
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak201904458/1/R2

202000148/6/R1 en 202102257/2/R1

Bij tussenuitspraak van 12 januari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:82, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Amsterdam opgedragen de geconstateerde gebreken in de besluiten van 7 november 2019 en 15 februari 2021 te herstellen. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen zesentwintig weken na verzending daarvan de onder 21.1, 22.1 en 24.4 omschreven gebreken in het besluit van 7 november 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Oud West 2018" en het besluit van 15 februari 2021 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Oud West 2018 1e herziening" te herstellen. De raad heeft verzocht om verlenging van deze termijn. De Afdeling heeft dit verzoek afgewezen bij beschikking van 5 juli 2022.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2312
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202000148/6/R1 en 202102257/2/R1

202001004/1/R1

Bij besluit van 16 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Veere de op 19 juli 2017 ingediende aanvraag voor de aanleg van een paardenbak op het perceel de Kraaienestweg 1/1A te Veere buiten behandeling gesteld. [appellant] en agraforce 2 en agraforce 3 zijn eigenaresse respectievelijk gebruiksters van de locatie. De locatie wordt gebruikt voor diverse doeleinden, waaronder de exploitatie van de minicamping De Heksenketel. Op 19 juli 2017 heeft Contek Serooskerke B.V. namens [appellant], agraforce 2 en agraforce 3 onder meer een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de bouw van een paardenbak op het oostelijke deel van de locatie. Bij brief van 4 augustus 2017 heeft het college gesteld dat de aanvraag niet compleet is. Het college heeft de beslistermijn opgeschort en heeft een termijn van zes weken gesteld voor het aanvullen van de aanvraag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2331
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202001004/1/R1

202002373/1/R3

Bij besluit van 12 februari 2020 heeft de raad van de gemeente Hengelo het bestemmingsplan "A1-zone 2019" vastgesteld. Het plan dient voornamelijk ter actualisatie van verschillende bestemmingsplannen met een consoliderend karakter. [appellant] woont buiten het plangebied aan de [locatie 1] te Hengelo. Hij kan zich niet verenigen met plan voor zover daarin een regeling is opgenomen voor voormalige dienstwoningen op het plangebied gesitueerde bedrijventerrein. Hij stelt dat zowel hij als andere ondernemers die in het verleden woningen gesitueerd op het bedrijventerrein te koop hebben gezet, zijn benadeeld, omdat zij hierdoor hun woningen met een lagere waarde hebben verkocht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2324
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202002373/1/R3

202003680/1/R3

Bij besluit van 15 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Kaag en Braassem het bestemmingsplan "Vriezekoop 71a, Leimuiden" vastgesteld. Het plan beoogt op drie locaties langs de Drecht de sierteelt en glastuinbouw te beëindigen en, ter compensatie daarvan, de realisatie van één woning mogelijk te maken. Het plan voorziet daartoe in de sanering van sierteelt en de bouw van een woning op de gronden aan de Vriezekoop tussen 71w en 73, ook wel aangeduid als Vriezekoop 71a, in Leimuiden. Aan de gronden is daarom de bestemming "Wonen" met een bouwvlak toegekend. Ook maakt het plan de sanering van sierteelt, glastuinbouw en bedrijfsbebouwing mogelijk op de gronden aan de Bilderdam tussen 2 en 4a en aan de Vriezekoop 34 in Leimuiden. De stichting kan zich niet verenigen met de woningbouw, omdat zij vreest dat dit leidt tot onaanvaardbare aantasting van de bovenlandjes langs de Drecht. Hoewel het hier om één woning gaat, vreest de stichting dat het plan leidt tot precedentwerking.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2329
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202003680/1/R3

202004485/1/R3

Bij besluit van 23 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Midden-Delfland het exploitatieplan "Centrumplan Den Hoorn 2020" vastgesteld. Het exploitatieplan behoort bij het bestemmingsplan "Centrumplan Den Hoorn 2016". Dit bestemmingsplan maakt de realisatie van een supermarkt en woningen mogelijk in het centrum van Den Hoorn. Het exploitatieplan is afzonderlijk van het bestemmingsplan vastgesteld, omdat de Afdeling bij uitspraak van 20 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3927, het gelijktijdig met het bestemmingsplan vastgestelde exploitatieplan en het daarna gewijzigde exploitatieplan, heeft vernietigd en de raad heeft opgedragen voor wat betreft het exploitatieplan een nieuw besluit te nemen. Het exploitatieplan ziet op hetzelfde gebied als het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2301
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202004485/1/R3

202004919/1/R2

Bij besluit van 9 juli 2020 heeft de raad van de gemeente Gemert-Bakel het bestemmingsplan "Gemert-Bakel Stedelijke gebieden, april 2020" vastgesteld. Het plan, voor zover dat ziet op de gronden aan de [locatie] in Handel, voorziet in de realisatie van 6 woningen. Op dit moment is ter plaatse alleen een schuur aanwezig en zijn de rest van de gronden onbebouwd. [appellant] en anderen wonen rondom het plangebied en vrezen voor een aantasting van hun woon- en leefklimaat, waaronder privacy. [appellant] en anderen betogen dat de "formulieren zorgvuldige dialoog" die zij hebben ingevuld over de informatievoorziening door de initiatiefnemer over het voornemen tot de ontwikkeling, niet zijn betrokken bij het besluit, omdat de raadsleden niet hebben beschikt over de formulieren. Hierdoor was het dossier niet compleet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2317
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202004919/1/R2

202006981/1/R4

Bij besluit van 13 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Helmond [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast het gebouw aan de zijgevel van de woning op het perceel aan de [locatie] in Helmond te verwijderen en de erfafscheiding te verlagen tot een hoogte van 1 m. [appellant] is huurder van de woning op het perceel. Hij huurt ook een deel van de gronden naast het perceel, kadastraal bekend gemeente Helmond, sectie T, nummer 3399. Op die gronden rust, ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan "’t Hout", de bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied". Die gronden zijn in eigendom van de gemeente Helmond.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2306
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202006981/1/R4

202100522/1/R4

Bij besluit van 8 november 2018 heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat op grond van artikel 133, eerste lid, onderdeel b, van de Mijnbouwwet bij Neptune Energy een vergoeding in rekening gebracht voor het beoordelen van 32 in het jaar 2018 ingediende rapporten inzake grote gevaren. Neptune Energy (voorheen: Engie E&P Nederland B.V.) is ruim 50 jaar actief als offshore olie- en gasproducent en is de Nederlandse tak van de in 2015 in het Verenigd Koninkrijk opgerichte Neptune Energy Group Limited. Begin 2018 heeft Neptune Energy de opsporings- en winningsactiviteiten overgenomen van Engie E&P International, waaronder die in Nederland. Gedurende de maanden maart en april 2018 heeft Neptune Energy 32 rapportages ter beoordeling ingediend voor haar productie-installaties. In voorkomende gevallen hebben de rapportages betrekking op verschillende fysiek met elkaar verbonden mijnbouwwerken (bijvoorbeeld L10-PE en L10-PEE).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2325
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202100522/1/R4

202101388/1/A2

Bij besluit van 28 augustus 2019 heeft de raad voor rechtsbijstand een aanvraag om een toevoeging voor het verlenen van rechtsbijstand aan [appellant sub 1], afgewezen. [appellant sub 1] heeft een aanvraag ingediend bij de minister van Justitie en Veiligheid om hem een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen. Die aanvraag is afgewezen. Daartegen heeft [appellant sub 1] bezwaar gemaakt. De raad heeft aan [appellant sub 2] een lichte adviestoevoeging (LAT) met kenmerk 5DM4831 verleend voor rechtsbijstand aan [appellant sub 1] in beroep tegen het niet tijdig beslissen op dat bezwaar. Vervolgens heeft de minister van Justitie en Veiligheid alsnog beslist op het bezwaar en de afwijzing van de mvv-aanvraag gehandhaafd. Op 17 juli 2019 heeft [appellant sub 2] bij de raad een aanvraag ingediend om een toevoeging voor het verlenen van rechtsbijstand aan [appellant sub 1] in beroep tegen dit besluit.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2319
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202101388/1/A2

202102126/1/A3

Bij besluit van 16 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven een aanvraag van [appellante] voor een urgentiebeschikking afgewezen. [appellante] is begin 2019 na een relatiebreuk uit België teruggekeerd naar Eindhoven. Zij is tijdelijk gaan inwonen bij een vriend. Volgens [appellante] bemoeit hij zich met haar privéleven en doet hij alsof er tussen hen een affectieve relatie bestaat. Zij zegt hierdoor geen privacy met haar dochter te hebben en psychische klachten te ondervinden. Om deze redenen heeft [appellante] een urgentiebeschikking aangevraagd. Het college heeft de aanvraag afgewezen omdat zij niet aan de voorwaarden van artikel 4 en 5 van de Huisvestingsverordening gemeente Eindhoven 2020 voldoet. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat geen sprake is van een bijzondere (nood)situatie, nu [appellante] niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van dreigende dakloosheid of ongepast gedrag van de verhuurder.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2300
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202102126/1/A3

202102534/1/R4

Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van de rechtbank van 26 februari 2021, waarbij het beroep van [appellante] tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort van 26 september 2019 ongegrond is verklaard. Bij dat besluit is een aan [appellante] opgelegde last onder dwangsom met betrekking tot het bijgebouw op het achtererf van het perceel [locatie] in Amersfoort in stand gelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2336
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202102534/1/R4

202102689/1/A3

Bij besluit van 18 januari 2019 heeft de burgemeester van Sittard-Geleen de handhavingsverzoeken van [appellante] gedeeltelijk afgewezen en gedeeltelijk toegewezen. [appellante] is eigenaar van een leegstaand pand op het adres [locatie 1] in Sittard. In het pand ernaast, op [locatie 2], exploiteert [vergunninghouder] sinds 2017 een horecagelegenheid met een terras. Dat terras ligt voor het pand van [appellante]. [appellante] heeft handhavingsverzoeken gedaan, omdat [vergunninghouder] zonder overleg een warmtelamp aan haar pand zou hebben bevestigd, het terras groter zou zijn dan in de vergunning is aangegeven en een overkapping op het terras te dicht tegen haar pand aan zou staan. Handhavers hebben controles uitgevoerd op 30 november 2018 en 19 december 2018. Ze hebben geconstateerd dat de parasol boven de één meter brede strook langs het pand van [appellante] hangt, die vrijgehouden moet worden om toegang te garanderen tot het pand.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2303
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202102689/1/A3

202105190/1/A3

Bij besluit van 20 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Almere een aanvraag van [appellante] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellante] heeft een urgentieverklaring aangevraagd voor zichzelf en haar twee minderjarige dochters omdat zij dringend woonruimte nodig heeft na verblijf in een opvanghuis. Na haar echtscheiding is [appellante] namelijk dakloos geworden. Haar dochters verblijven de helft van de tijd bij haar. Daarnaast heeft [appellante] last van psychische en lichamelijke klachten, waaronder een posttraumatische stressstoornis en adenomyose. Het college heeft de urgentieaanvraag afgewezen op grond van artikel 11, vierde lid, aanhef en onder a en h, van de Huisvestingsverordening Almere 2019. [appellante] heeft namelijk niet voldaan aan de voorwaarde dat zij minimaal twee jaar onafgebroken ingezetene van de gemeente Almere is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2308
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202105190/1/A3

202105204/1/A3

Bij besluit van 20 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd van € 20.500,00 vanwege het zonder vergunning onttrekken van een woning aan de bestemming tot bewoning. [appellante] is eigenaar van de woning aan de [locatie] in Amsterdam. Zij verhuurde de woning aan [bedrijf A]. en de woning werd beheerd door [bedrijf B] De gemeente heeft in 2018 en 2019 een aantal meldingen van woonfraude ontvangen over de woning. Naar aanleiding van een onderzoek naar [bedrijf A] in samenwerking met de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het college een onderzoek ingesteld naar het feitelijk gebruik van de woning. Uit administratief onderzoek is gebleken dat niemand in de basisregistratie personen (hierna: brp) stond ingeschreven op het adres en de woning de bestemming bewoning heeft. Ook is buitendienstonderzoek gedaan en zijn er op 13 december 2018 en 11 maart 2019 twee huisbezoeken geweest.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2314
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202105204/1/A3

202105216/1/A2

Bij besluiten van 15 februari 2018 hebben het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Leiden en de burgemeester een verzoek om nadeelcompensatie van InCasa afgewezen. Terbin B.V. was de eigenaar van het pand aan de Lammermarkt 100 te Leiden (hierna: het pand). Hocuram B.V. exploiteerde tot 31 december 2014 in het pand Danssalon InCasa. InCasa heeft een verzoek om nadeelcompensatie ingediend voor een bedrag van € 2.765.000,00. InCasa stelt dat de sluiting van de danssalon een gevolg is van beleid, besluiten en feitelijk handelen van het college en de burgemeester, voor zover die hebben geleid tot de oprichting en de exploitatie van poppodium De Nobel in 2014 en een verruiming van het aantal dansevenementen in Leiden, waarbij ten onrechte niet handhavend zou zijn opgetreden. InCasa stelt in de periode van eind 2011 tot en met eind 2014 schade te hebben geleden in de vorm van waardedaling van het pand, vervroegde afschrijving van een uitgevoerde verbouwing en van inventaris.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2321
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202105216/1/A2

202105326/1/R1

Bij besluit van 4 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam geweigerd om aan Eurocash een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een geldautomaat. Eurocash heeft op 28 februari 2019 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het veranderen van kozijnen en het plaatsen van een geldautomaat in de gevel van het gebouw aan de Spuistraat 25. De geldautomaat is voorzien naast de achteringang van het hotel dat aan de Nieuwezijds Voorburgwal 48 - 50 is gevestigd. Ter plaatse van het perceel Spuistraat 25 geldt het bestemmingsplan "Postcodegebied 1012", zoals gewijzigd op 18 juli 2018 door het paraplubestemmingsplan "Winkeldiversiteit Centrum". In het bestemmingsplan "Postcodegebied 1012" is aan het perceel Spuistraat 25 de bestemming "Gemengd-2.5" toegekend. De geldautomaat moet volgens het college worden aangemerkt als toeristische dienstverlening en is daarom in strijd met artikel 35.2.2 van de planregels.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2307
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202105326/1/R1

202105899/1/R3

Bij besluit van 1 juli 2021 heeft de raad van de gemeente Den Haag het bestemmingsplan "Brasserskade" vastgesteld. Het plan beoogt een nieuw politiekantoor met schietbaan en parkeervoorzieningen voor de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging van de landelijke eenheid van de Nationale Politie (hierna: de speciale dienst) mogelijk te maken aan de Brasserskade in Den Haag. [appellant] en anderen wonen allen aan de Henricuskade, tegenover het plangebied. Zij vrezen nadelige gevolgen voor hun woon- en leefklimaat als gevolg van het plan te ondervinden en hebben daarom beroep tegen het plan ingesteld. [appellant] en anderen betogen dat het plan in strijd met artikel 6.11 van de provinciale Omgevingsverordening Zuid-Holland (hierna: de Omgevingsverordening) is vastgesteld. Zij voeren in dat kader aan dat uit de Omgevingsverordening volgt dat kantoren alleen kunnen worden gevestigd op daartoe zogenoemde kantorenlocaties. Het voorziene politiekantoor is evenwel niet op een dergelijke locatie voorzien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2330
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202105899/1/R3

202105905/1/R1

Bij besluit van 1 december 2020 heeft het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast de onderbemaling in de tertiaire watergang achter zijn woning te staken en gestaakt te houden. [appellant] woont aan de [locatie A] in ’t Goy. Achter zijn woning loopt een tertiaire watergang. Dat is een sloot die om een binnenpolder loopt. [appellant] heeft een agrarisch perceel in deze binnenpolder. Het perceel maakt deel uit van het Rijksmonument "Terrein waarin overblijfselen van het kasteel ’t Goy". Het perceel ligt in peilgebied KRA031. Naar aanleiding van handhavingsverzoeken heeft een toezichthouder van het Hoogheemraadschap op 9 september 2020 geconstateerd dat [appellant] in deze watergang een onderbemaling in werking heeft gesteld en in stand houdt. [appellant] houdt het waterpeil in de binnenpolder lager dan het peil zoals dat op 27 februari 2008 door het algemeen bestuur is vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2328
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202105905/1/R1

202106271/1/A2

Bij brief van 7 februari 2019 heeft het CJIB [appellante] naar het stelt te kennen gegeven dat er een zogenoemde kentekenblokkade op haar naam zal worden geregistreerd. Het CJIB heeft de Dienst Wegverkeer (hierna: de RDW) op 21 februari 2020 gemeld dat [appellante] vijf of meer boetes op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften niet heeft betaald. Het CJIB stelt zich op het standpunt dat het [appellante] bij de brief van 7 februari 2019 ervan op de hoogte heeft gesteld dat na 21 februari 2019 een zogenoemde kentekenblokkade op haar naam geregistreerd zal worden. [appellante] stelt dat zij de brief van 7 februari 2019 niet heeft ontvangen. Zij stelt dat zij, nadat op het postkantoor bleek dat zij geen kenteken op haar naam kon laten zetten, op 9 maart 2020 telefonisch van de RDW heeft vernomen dat op haar naam een kentekenblokkade is geregistreerd. [appellante] heeft bij brief van 10 maart 2020 bezwaar gemaakt en het CJIB verzocht de kentekenblokkade op te heffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2327
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202106271/1/A2

202106281/1/A2

Bij besluit van 19 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam de 60 km/u-limiet op de Delftweg tussen Hofwijk en de komgrens van Rotterdam ingetrokken. [appellant] woont aan de [locatie] in Rotterdam. Daarnaast is hij eigenaar van een tuinperceel dat gelegen is aan de Delftweg. Deze weg is deels gelegen in de gemeente Delft en deels in de gemeente Rotterdam. Het weggedeelte van de Delftweg tussen Delftweg 144 en de Zweth is gelegen in de gemeente Rotterdam en ligt buiten de bebouwde kom. Bij besluit van 12 september 2013 heeft het dagelijks bestuur van de toenmalige deelgemeente Overschie dit weggedeelte aangewezen als een 60 km/u-zone om de veiligheid op de weg te verzekeren en de vrijheid van het verkeer te waarborgen. Ook is besloten om de 60 km/u-limiet kenbaar te maken door het plaatsen van verkeersborden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2320
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202106281/1/A2

202106433/1/R2

Bij besluit van 22 juni 2021 heeft de raad van de gemeente Maastricht het bestemmingsplan "Zonneweide Lanakerveld" vastgesteld. Het plan en de omgevingsvergunning maken de realisatie van een zonnepark van maximaal 32 ha mogelijk in het gebied Lanakerveld in de gemeente Maastricht en gelegen tegen de Belgische grens. Het zonnepark wordt gerealiseerd voor een periode van 25 jaar met een optie voor nog 5 jaar. [appellant] verzet zich tegen plan, omdat hij vreest voor verdere aantasting van het landschap. [appellant] betoogt dat ten onrechte de stadsronde, een inspraakmogelijkheid binnen de gemeente, niet doorlopen is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2318
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202106433/1/R2

202106713/1/A2

Bij besluit van 2 oktober 2020 heeft Stichting VAM de aanvraag tot verlenging van het certificaat voor het geven van rijonderricht van [wederpartij] afgewezen. [wederpartij] werkt als rijinstructeur en had een certificaat voor het geven van rijonderricht dat geldig was tot 6 september 2020. Op uiterlijk 5 september 2020 moest hij hebben voldaan aan de vereisten om zijn certificaat te verlengen. Door de wijziging van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 (hierna: Wrm 1993) golden er vanaf 1 april 2020 nieuwe voorwaarden voor het verlengen van een dergelijk certificaat. Naast dat voor het aflopen van het certificaat op verschillende onderdelen praktische en theoretische bijscholing moet zijn voltooid, is daar vanaf 1 april 2020 bijgekomen dat de rijinstructeur een verklaring omtrent het gedrag (hierna: VOG) moet aanleveren. Een tweede wijziging is dat het certificaat niet meer op initiatief van Stichting VAM wordt verlengd, maar dat daarvoor een aanvraag moet worden gedaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2304
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202106713/1/A2

202106842/1/A3

Bij afzonderlijke besluiten van 24 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellant] een bestuurlijke boete van € 20.500,00 en een last onder dwangsom opgelegd vanwege een overtreding van artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet gelezen in samenhang met artikel 3.1.2, zesde lid, van de Huisvestingsverordening 2016. [appellant] is eigenaar van de woning aan de [locatie] in Amsterdam. Bij het project Digitaal Toezicht ontdekte het college dat de woning online werd aangeboden voor toeristische verhuur. Uit een administratief onderzoek is gebleken dat [appellant] op 13 april 2007 eigenaar is geworden van de woning en [partij] in de basisregistratie personen op het adres staat ingeschreven. In de Basisadministratie Adressen en Gebouwen staat dat de woning uit vier bouwlagen bestaat, twee slaapkamers heeft en een winkel- en woonfunctie heeft. Op 18 april 2019 hebben toezichthouders van de gemeente een huisbezoek gebracht aan de woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2315
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Boete
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202106842/1/A3

202107003/1/A3

Bij besluit van 18 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [bedrijf] een boete van € 20.500,- opgelegd. [appellant] is directeur en enig aandeelhouder van [bedrijf]. [bedrijf] is een schoonmaakbedrijf en houdt zich daarnaast bezig met het uitzenden van personen in de schoonmaaksector. Vanaf 13 juni 2018 huurde [bedrijf] een woning op het adres [locatie] in Amsterdam. Naar aanleiding van een melding hebben toezichthouders van de gemeente Amsterdam op 11 september 2018 de woning bezocht. Van dit onderzoek hebben de toezichthouders een rapport van bevindingen op ambtsbelofte opgemaakt. Het college heeft zich, op grond van de resultaten van het onderzoek, op het standpunt gesteld dat [bedrijf] artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014 heeft overtreden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2309
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Boete
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202107003/1/A3

202107042/1/A2 en 202107045/1/A2

Bij afzonderlijke besluiten van 16 september 2020 heeft de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening subsidieaanvragen van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] afgewezen. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] zijn eigenaren van de woningen aan respectievelijk de [locatie 1] en de [locatie 2], te Amersfoort. Deze woningen bevinden zich in een voormalig schoolgebouw. In 2017 is aan de voormalige eigenaren een omgevingsvergunning verleend voor het transformeren van het schoolgebouw tot woningen. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben op respectievelijk 9 juli 2020 en 18 juni 2020 subsidie aangevraagd bij de minister op grond van de Subsidieregeling energiebesparing eigen huis (hierna: SEEH). [appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben de subsidie aangevraagd voor het bekostigen van aangebrachte energiebesparende maatregelen in hun woningen voor een bedrag van respectievelijk € 5.126,00 en € 8.317,00.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2305
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202107042/1/A2 en 202107045/1/A2

202107504/1/A2

Bij besluit van 23 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Alphen-Chaam besloten tot het instellen van een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen op de Chaamsedreef, Royaaldreef, Schouteveld, Zandstraat/Valkenburgseweg, Burgtsebaantje en Putvenweg. Op 28 november 2019 heeft Staatsbosbeheer een verzoek ingediend bij het college om een geslotenverklaring voor gemotoriseerd verkeer in te stellen op deze wegen. Staatsbosbeheer heeft aangegeven geen gemotoriseerd verkeer meer te willen over de paden, waarvan een groot gedeelte in eigendom is van Staatsbosbeheer, in verband met de verkeersveiligheid en ten behoeve van de natuurkwaliteit en recreatie. [appellante] is het niet eens met de aangevallen uitspraak en voert aan dat zij tijdens de zitting bij de rechtbank heeft weersproken dat de omrijdtijd slechts drie tot vier minuten bedraagt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2310
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202107504/1/A2

202107545/1/A2

Bij besluit van 23 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam bestuursdwang toegepast door de auto van [appellante] met kenteken [..-..-..] weg te slepen en in bewaring te stellen en heeft het de kosten daarvan ten bedrage van € 373,00 op [appellante] verhaald. Op 23 december 2019 heeft [appellante] haar auto voor ongeveer een half uur geparkeerd in de Amstelbeststraat in Amsterdam. Ter plaatse geldt een parkeerverbod dat kenbaar is gemaakt met verkeersbord E1 en de toevoeging van het woord ‘zone’. [appellante] heeft verklaard dat zij haar auto daar heeft geparkeerd omdat zij wegens haar werk als verloskundige dozen met spullen op moest halen in de dependance van haar praktijk en zij het zich tijdens haar spoeddienst niet kan permitteren om verder weg te parkeren. Terwijl zij haar spullen aan het ophalen was, is zij als dienstdoende verloskundige tweemaal gebeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2311
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202107545/1/A2

202107567/1/A3

Bij besluit van 10 april 2020 heeft de burgemeester van Utrecht aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd. [appellant] is op 12 maart 2020, om 01:30 uur, als bijrijder van een voertuig aangehouden door de politie Midden-Nederland. Naar aanleiding van de bevindingen die zijn opgetekend in de bestuurlijke rapportage van 20 maart 2020 heeft de burgemeester de in het voertuig aangetroffen gereedschappen aangemerkt als inbrekerswerktuigen. Het is op grond van artikel 2:24, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening Utrecht 2010 verboden om inbrekersvoertuigen te vervoeren of bij zich te hebben. Om te voorkomen dat [appellant] in de toekomst opnieuw dit verbod zal overtreden, heeft de burgemeester aan hem de last onder dwangsom opgelegd. Indien blijkt dat [appellant] weer inbrekerswerktuigen vervoert of bij zich heeft, moet hij per geconstateerde overtreding een dwangsom van € 2.500,- betalen, met een maximum van € 10.000,-.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2316
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202107567/1/A3

202107678/1/A3

Bij besluit van 6 juli 2020 heeft de bewaarder van het kadaster en de openbare registers een verzoek van [appellant] tot herstel van een gegeven in de basisregistratie kadaster afgewezen. [appellant] is sinds 1996 eigenaar van het perceel kadastraal aangeduid als Grouw E 412. Daarnaast is hij mandelig eigenaar van het perceel kadastraal aangeduid als Grouw E 448. Volgens [appellant] is de zuidelijke grens van het perceel in de basisregistratie kadaster te ver naar het noorden getekend. Hij heeft daarom ingevolge artikel 7t van de Kadasterwet een verzoek om herstel van de kadastrale grens gedaan. De bewaarder heeft het verzoek afgewezen omdat er geen verschil is tussen de gegevens in het relaas van bevindingen van 15 januari 1996 en de gegevens in de basisregistratie kadaster. Er is volgens de bewaarder daarom geen sprake van een kennelijke misslag met betrekking tot de bijwerking van de basisregistratie kadaster.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2302
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202107678/1/A3

202107801/1/R4

Bij besluit van 26 oktober 2021 heeft de raad van de gemeente West Betuwe het "Herontwikkelingsplan Est-Tuil-Haaften-Heesselt" gewijzigd vastgesteld. Bij besluit van 30 juni 2020 heeft de raad het bestemmingsplan "Herontwikkelingsplan Est-Tuil-Haaften-Heesselt" vastgesteld. Dat plan voorziet in een aantal ontwikkelingen binnen de gemeente West Betuwe. [appellant] is eigenaar van een perceel dat deels in het plan is opgenomen. Het plan verandert ten opzichte van het voorgaande plan niet de op het perceel van [appellant] rustende agrarische bestemming, maar verandert wel het toegestane gebruik, in die zin dat geen grondgebonden agrarische bedrijven meer zijn toegestaan. De Afdeling heeft in haar uitspraak van 21 juli 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1604, geconstateerd dat de raad niet heeft beoogd de agrarische bestemming zodanig te wijzigen dat op het perceel van [appellant] geen grondgebonden agrarische bedrijvigheid meer is toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2313
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202107801/1/R4

202200298/1/R4

Het beroep richt zich tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag van 7 december 2021, waarbij het bezwaar van [appellant] tegen het besluit van 16 september 2021 niet-ontvankelijk is verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2335
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202200298/1/R4

202200525/1/R3

Bij besluit van 7 december 2021 heeft de raad van de gemeente Westland het bestemmingsplan "Gemeentehuis 's-Gravenzande" vastgesteld. Het plan maakt de herontwikkeling van het oude gemeentekantoor in 's Gravenzande mogelijk. Het gemeentekantoor zal volgens de plantoelichting worden gesloopt, behoudens het monumentale pand aan de Langestraat en daarvoor in de plaats komt een nieuw woningbouwcomplex, een detailhandelsfunctie, een horecagelegenheid en een stadstuin. Het onderhavig bouwplan draagt de naam "Gravin Machteld". [appellant] woont aan [locatie] te 's-Gravenzande en vreest voor aantasting van zijn woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2326
Datum uitspraak
10 augustus 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202200525/1/R3

202102575/1/V2

Bij besluit van 3 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingetrokken en geweigerd haar ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2275
Datum uitspraak
9 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202102575/1/V2

202102577/1/V2

Bij besluit van 18 september 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingetrokken en geweigerd hem ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2274
Datum uitspraak
9 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202102577/1/V2

202107784/1/V2 en 202107784/2/V2

Bij besluit van 20 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2291
Datum uitspraak
9 augustus 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107784/1/V2 en 202107784/2/V2

202203933/1/V3

Bij besluit van 8 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2289
Datum uitspraak
9 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202203933/1/V3

202203962/1/V3

Bij besluit van 4 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2295
Datum uitspraak
9 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202203962/1/V3

202203974/1/V3

Bij besluit van 4 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2294
Datum uitspraak
9 augustus 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202203974/1/V3

202204106/2/V3

Bij besluit van 8 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en aan de vreemdeling krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek verleend van 30 juni 2021 tot 30 december 2021.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2297
Datum uitspraak
9 augustus 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202204106/2/V3
vorige pagina1...167168169...1.218volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon