Uitspraak 202201752/1/A2


Volledige tekst

202201752/1/A2.
Datum uitspraak: 1 februari 2023

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellante], wonend te [woonplaats],

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 15 februari 2022 in zaak nr. 20/172 in het geding tussen:

[appellante]

en

de Belastingdienst/Toeslagen.

Procesverloop

Bij besluit van 1 oktober 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen een aanvraag van [appellante] om toekenning van kindgebonden budget over 2017, afgewezen.

Bij besluit van 3 december 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het door  [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 15 februari 2022 heeft de rechtbank het door [appellante] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld.

[appellante] heeft nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 4 november 2022, waar [appellante], vertegenwoordigd door [gemachtigde], en de Belastingdienst/Toeslagen, vertegenwoordigd door [gemachtigden], zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1.       [appellante] heeft op 10 augustus 2019 een aanvraag ingediend om kindgebonden budget over 2017 aan haar toe te kennen. De Belastingdienst/Toeslagen heeft de aanvraag afgewezen. Volgens de dienst ontving [appellante] in 2017 kinderbijslag van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Omdat zij toen niet ook al een toeslag ontving, wordt zij niet geacht een aanvraag voor het kindgebonden budget te hebben gedaan. Daarom had zij zelf een aanvraag moeten indienen. Aan [appellante] was uitstel verleend voor het doen van de aangifte inkomstenbelasting 2017 tot 1 mei 2019. Daarom kon zij tot 1 mei 2019 kindgebonden budget over 2017 aanvragen. De aanvraag van 10 augustus 2019 is volgens de Belastingdienst/Toeslagen dan ook te laat ingediend.

1.1.    [appellante] is het hier niet mee eens en heeft beroep ingesteld. Volgens haar is niet relevant dat zij de aanvraag te laat heeft ingediend, omdat zij kinderbijslag ontving en de Belastingdienst/Toeslagen daarom automatisch had moeten beoordelen of zij recht had op kindgebonden budget en haar hierover een bericht had moeten sturen. De rechtbank is [appellante] hierin niet gevolgd en heeft het beroep ongegrond verklaard.

Wettelijk kader

2.       Het wettelijk kader is opgenomen in de bijlage die deel uitmaakt van deze uitspraak.

Hoger beroep

3.       [appellante] betoogt dat de rechtbank de drie basiswaarden,  verantwoordelijkheid, geloofwaardigheid en zorgvuldigheid, heeft genegeerd. Zij voert aan dat de Belastingdienst/Toeslagen de suggestie wekt dat automatisch wordt beoordeeld of recht bestaat op kindgebonden budget als men kinderbijslag ontvangt van de SVB. De informatie dat ook nog een andere toeslag moet worden ontvangen voordat de dienst dat beoordeelt, wordt niet gegeven waardoor rechthebbenden misleidend worden geïnformeerd. Op de zitting is vastgesteld dat [appellante] beoogd heeft om daartoe, net als in beroep, te verwijzen naar de website van de Belastingdienst/Toeslagen waarop de voorwaarden staan om voor kindgebonden budget in aanmerking te komen.

Verder voert [appellante] aan dat de Belastingdienst/Toeslagen naar voren heeft gebracht dat het ondoenlijk is om te onderzoeken of er recht bestaat op kindgebonden budget in gevallen waarin betrokkenen alleen kinderbijslag ontvangen, maar dit duidt volgens [appellante] op willekeur en is in strijd met de basiswaarden en het gelijkheidsbeginsel. Zij heeft een specificatie van een voorschotbeschikking kindgebonden budget 2022 overgelegd waaruit volgens haar blijkt dat uitsluitend op basis van gegevens van de SVB een voorschot kindgebonden budget is toegekend aan andere ouders. Daarnaast wijst zij erop dat in beroep een vergelijkbare zaak gevoegd is behandeld met haar zaak. De Belastingdienst/Toeslagen heeft in die andere zaak onderzoek gedaan en de aanvrager alsnog in het gelijk gesteld. [appellante] heeft ook stukken overgelegd waaruit blijkt dat de Belastingdienst/Toeslagen een niet tijdig ingediende aanvraag van haar

ex-partner om huurtoeslag toch heeft ingewilligd. Verder heeft de rechtbank volgens haar ten onrechte niet het bericht van RTL Nieuws "Belastingdienst weer in de fout: veel te veel toeslag voor arbeidsmigranten" van 27 februari 2021 over arbeidsmigranten die te veel kindgebonden budget kregen toen ze kinderbijslag aanvroegen bij de SVB, meegewogen in de beoordeling. Ook heeft [appellante] berichten van NOS Nieuws "Fout Belastingdienst: te veel toeslag betaald aan arbeidsmigranten" en NU.nl "Fiscus betaalt aantal arbeidsmigranten al jaren te veel kindgebonden budget", beiden van 27 februari 2021, overgelegd.

Beoordeling hoger beroep

4.       Het gaat in deze zaak over een aanvraag voor kindgebonden budget over het jaar 2017 die [appellante] op 10 augustus 2019 heeft ingediend. Niet in geschil is dat [appellante] de aanvraag om toekenning van kindgebonden budget over 2017 te laat heeft ingediend. Ook is niet in geschil dat zij in 2017 kinderbijslag ontving van de SVB en geen toeslag ontving van de Belastingdienst/Toeslagen in dat jaar. De vraag is of de dienst automatisch, dat wil zeggen zonder een daartoe ingediende aanvraag, had moeten beoordelen of zij recht had op kindgebonden budget over 2017, omdat zij toen kinderbijslag ontving.

Vertrouwensbeginsel

5.       Wie zich beroept op het vertrouwensbeginsel moet aannemelijk maken dat van de kant van de overheid toezeggingen of andere uitlatingen zijn gedaan of gedragingen zijn verricht waaruit hij/zij in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs kon en mocht afleiden of het bestuursorgaan een bepaalde bevoegdheid zou uitoefenen en zo ja hoe.

5.1.    Op de website van de Belastingdienst/Toeslagen staat het volgende:

"Voorwaarden voor kindgebonden budget

Om kindgebonden budget te krijgen, moeten u en uw eventuele toeslagpartner aan de volgende voorwaarden voldoen:

- U hebt 1 of meer kinderen die jonger zijn dan 18 jaar.

- U krijgt kinderbijslag van de Sociale Verzekeringsbank (SVB).

- Uw (gezamenlijke) inkomen is niet te hoog. Hoe hoog uw inkomen mag zijn, hangt af van de samenstelling van uw gezin. Maak een proefberekening om te zien of u kindgebonden budget kunt krijgen.

- U hebt de Nederlandse nationaliteit of bent legaal in Nederland.

- Uw (gezamenlijke) vermogen is niet te hoog.

[…]

U krijgt vanzelf bericht

Kindgebonden budget hoeft u meestal niet zelf aan te vragen. U krijgt vanzelf bericht als u er volgens ons recht op hebt. Krijgt u geen bericht en denkt u er wel recht op te hebben? Dan kunt u het zelf aanvragen met Mijn toeslagen. Maak een proefberekening om te zien hoeveel u krijgt."

5.2.    [appellante] voert terecht aan dat op de website niet is vermeld dat de Belastingdienst/Toeslagen pas onderzoekt of iemand recht heeft op kindgebonden budget als niet alleen kinderbijslag, maar ook al een toeslag wordt verkregen. Op de website is echter ook uitdrukkelijk vermeld dat, als iemand geen bericht krijgt van de Belastingdienst/Toeslagen maar wel recht denkt te hebben op kindgebonden budget, hij dit zelf kan aanvragen met ‘Mijn toeslagen’. Zoals de rechtbank terecht heeft geconcludeerd, kon en mocht [appellante] uit de informatie op de website redelijkerwijs niet afleiden dat de Belastingdienst/Toeslagen in alle gevallen waarin iemand kinderbijslag ontvangt automatisch beoordeelt of recht bestaat op kindgebonden budget en dat geen aanvraag behoeft te worden ingediend.

Het betoog faalt.

Gelijkheidsbeginsel

6.       [appellante] heeft verwezen naar een zaak die in beroep gevoegd is behandeld met haar zaak. De Belastingdienst/Toeslagen heeft in die andere zaak nader onderzoek gedaan. Volgens de dienst is gebleken dat de appellant in die zaak niet alleen kinderbijslag ontving, maar ook in aanmerking kwam voor een andere toeslag dan het kindgebonden budget. Op de zitting heeft de Belastingdienst/Toeslagen toegelicht dat die appellant daarom, net als een arbeidsmigrant die ook al een toeslag ontvangt, wordt geacht automatisch een aanvraag te hebben gedaan om toekenning van kindgebonden budget. Voor zover [appellante] heeft verwezen naar de nieuwsberichten over arbeidsmigranten, kan dit haar naar het oordeel van de Afdeling niet baten. Daaruit blijkt immers niet dat arbeidsmigranten die alleen kinderbijslag ontvangen automatisch kindgebonden budget toegekend krijgen.

6.1.    Verder heeft de gemachtigde van [appellante] op de zitting toegelicht dat de overgelegde specificatie van een voorschotbeschikking kindgebonden budget 2022 van zijn zoon is. Voor zover hij weet wordt geen andere toeslag ontvangen. Zoals de Belastingdienst/Toeslagen terecht heeft aangevoerd, is dit onvoldoende om tot de conclusie te komen dat niet al een andere toeslag dan het kindgebonden budget wordt ontvangen. Dit blijkt ook niet uit de specificatie van de voorschotbeschikking.

6.2.    Daarnaast heeft de Belastingdienst/Toeslagen op de zitting desgevraagd toegelicht dat in een andere zaak die op 4 november 2022 op zitting is behandeld ook sprake was van een te late indiening van een aanvraag om toekenning van kindgebonden budget. Maar volgens de dienst had de appellante in die zaak recht op kinderkorting in 2006. Daarom werd zij geacht automatisch een aanvraag te hebben gedaan voor het kindgebonden budget. De dienst heeft, zoals toegelicht op de zitting, ook beoordeeld of [appellante] recht had op kinderkorting in 2006, maar dat was niet het geval.

6.3.    Voor zover [appellante] heeft verwezen naar de niet tijdig ingediende aanvraag om huurtoeslag van haar ex-partner die is ingewilligd, is geen sprake van gelijke gevallen. In die zaak gaat het om huurtoeslag en is de aanvraag ruim twee weken te laat ingediend. In de zaak van [appellante] gaat het om kindgebonden budget en is de aanvraag drie maanden te laat ingediend. Daarnaast heeft de Belastingdienst/Toeslagen op de zitting naar voren gebracht dat niet is uitgesloten dat in de zaak van de ex-partner een fout is gemaakt.

6.4.    Gelet op het voorgaande faalt het beroep van [appellante] op het gelijkheidsbeginsel.

Conclusie

7.       Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.

8.       De Belastingdienst/Toeslagen hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

bevestigt de aangevallen uitspraak.

Aldus vastgesteld door mr. E.J. Daalder, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.S. Sanchit-Premchand, griffier.

w.g. Daalder
lid van de enkelvoudige kamer

w.g. Sanchit-Premchand
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 1 februari 2023

691

BIJLAGE - Wettelijk kader

Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen

Artikel 15

1. Een aanvraag om tegemoetkoming met betrekking tot een berekeningsjaar kan tot 1 september van het jaar volgend op het berekeningsjaar worden ingediend bij de Belastingdienst/Toeslagen. Indien de belanghebbende of diens partner voor de in de eerste volzin genoemde datum is uitgenodigd om over het berekeningsjaar aangifte inkomensbelasting te doen binnen een termijn die na die datum verloopt, wordt de in die volzin bedoelde termijn verlengd tot de laatste dag van de door de inspecteur voor het indienen van die aangifte gestelde termijn […].

[…]

7. De Belastingdienst/Toeslagen kan op eigen initiatief een aanvraagformulier toezenden aan degene die vermoedelijk voor een tegemoetkoming in aanmerking komt. Op dat formulier kunnen voor de belanghebbende en zijn niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot of geregistreerde partner de gegevens worden vermeld die van belang kunnen zijn voor de beoordeling van de aanspraak of de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming.

[…]

Wet op het kindgebonden budget

Artikel 5

[…]

2. De ouder die

a. over het berekeningsjaar aanspraak heeft op een kindgebonden budget, en

b. over het berekeningsjaar reeds in aanmerking komt voor een andere tegemoetkoming waarvan de uitvoering is opgedragen aan de Belastingdienst/Toeslagen, wordt geacht een aanvraag als bedoeld in artikel 15 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen voor het kindgebonden budget te hebben gedaan.

[…]