Koninkrijk
De Raad is als adviseur niet alleen betrokken bij wetgeving en bestuur in Nederland, maar is dat ook bij koninkrijksbrede wetgeving en bestuurlijke vraagstukken die het hele Koninkrijk raken. Om daarover goed te kunnen adviseren is het van belang een onafhankelijk adviseur te zijn, die alle mogelijke zienswijzen en invalshoeken in zijn oordeel betrekt. De drie staatsraden van het Koninkrijk uit Aruba, Curaçao en Sint Maarten spelen daarbij een grote rol, in het bijzonder vanwege hun kennis van en inzicht in de Caribische omstandigheden.
Binnen de Afdeling advisering bestaat een Bijzondere Commissie Koninkrijk. Deze bespreekt conceptadviezen en andere relevante ontwikkelingen over de koninkrijksrelaties. In 2024 waren dat bijvoorbeeld het advies over de oprichting van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de partnerschapsovereenkomst tussen de EU en de Organisatie van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan. De vice-president is voorzitter van deze commissie, waarvan in 2024 zeven staatsraden deel uitmaakten, onder wie de drie staatsraden van het Koninkrijk. De commissie komt in de regel elke maand bij elkaar.
70 jaar Statuut voor het Koninkrijk
Op 15 december 2024 bestond het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden precies 70 jaar. Met de bekrachtiging van het Statuut ontstond een nieuwe rechtsorde en werd officieel afscheid genomen van het koloniale bestel. In het proces van emancipatie werd daarmee een belangrijke stap gezet.
Ook de Raad van State van het Koninkrijk was die dag 70 jaar oud. Die verjaardag van het Statuut is gevierd met een feestelijke bijeenkomst bij de Raad. Vrij breed leefde de opinie dat het Koninkrijk de verschillende partners veel goeds heeft gebracht, maar ook dat veel dingen beter moeten en kunnen. Dat vraagt de komende jaren om nauwere samenwerking tussen de verschillende landen en eilanden.
De noodzaak én mogelijkheid tot verdere samenwerking tussen de koninkrijkspartners vormden ook de kern van het spontane advies dat de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk medio oktober 2024 uitbracht in de aanloop naar de zeventigste verjaardag van het Statuut. Naast constructieve samenwerking en onderlinge bijstand noemt de Raad in zijn spontane advies als belangrijke uitgangspunten voor de concrete invulling van de toekomstige relaties: bijdragen aan evenwichtiger verhoudingen en wederzijds begrip.
Deze uitgangspunten zijn in het advies uitgewerkt in een analyse en concrete aanbevelingen over verschillende kwesties die nu in het Koninkrijk een rol spelen: het waarborgen van mensenrechten en deugdelijk bestuur en consensusrijkswetten en andere onderlinge regelingen als basis voor samenwerking. Om meer evenwicht in de verhoudingen te krijgen, geeft het advies voorstellen voor vermindering van het democratisch tekort en suggesties voor een regeling om bepaalde bestuursgeschillen tussen Koninkrijk en landen te laten beslechten door een onafhankelijke instantie.
Een belangrijk uitgangspunt van het advies is de grondgedachte dat het Statuut niet hoeft te worden gewijzigd om concrete maatschappelijke vraagstukken via samenwerking aan te pakken – onderwijs, armoede, zorg. Het Statuut bevat alle nodige elementen om effectiever dan nu bij te dragen aan het welzijn van alle burgers in het Koninkrijk. Wijziging van het Statuut is daarom niet nodig om belangrijke stappen te kunnen zetten en is bovendien politiek nagenoeg onhaalbaar. Veel energie zal dan (opnieuw) jarenlang worden besteed met discussie over de staatkundige structuur, terwijl de maatschappelijke problemen alleen maar zullen toenemen en burgers niet worden geholpen.
Het Statuut is ook na 70 jaar nog altijd relevant. Het biedt ruimte en concrete handvatten om nauwer samen te werken, zowel tussen Nederland en de Caribische landen als tussen de drie Caribische landen onderling. Verbeteringen zijn mogelijk zonder het Statuut te wijzigen, maar het is dan wel noodzakelijk om het Statuut met een hedendaagse bril te lezen en naar de context van vandaag te interpreteren. Met de nodige politieke wil aan beide zijden van de oceaan is snel veel winst te behalen. Zonder die politieke wil is elke exercitie zinloos.
Direct na het uitbrengen van het spontane advies bezocht de vice-president medio oktober 2024 de Benedenwindse eilanden om conclusies en aanbevelingen toe te lichten. Op Aruba is gesproken met onder meer de Gouverneur en de minister-president. Ook is daar op uitnodiging van de gouverneur gesproken met een aantal belanghebbenden uit de publieke en private sector. Op Curaçao is eveneens gesproken met de Gouverneur en de regering, waarna de vice-president het advies tijdens een openbaar gastcollege aan de universiteit van Curaçao nader toelichtte. Telefonisch is het advies besproken met de Gouverneur en de minister-president van Sint Maarten.
Samenwerking binnen het Koninkrijk
De Afdeling bestuursrechtspraak werkt al vele jaren nauw samen met het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dat betekent dat zij het Gemeenschappelijk Hof bijstand verleent bij het afdoen van bestuursrechtelijke zaken in hoger beroep op grond van de verschillende Landsverordeningen administratieve rechtspraak. Voor deze samenwerking is een aantal leden van de Afdeling bestuursrechtspraak benoemd tot plaatsvervangend lid van het Hof. Voor de ondersteuning ter plaatse was ook in 2024 een ervaren jurist van de directie Bestuursrechtsprak gedetacheerd bij het Gemeenschappelijk Hof.
De Afdeling advisering werkt nauw samen met de Raden van Advies van Aruba, Curaçao, respectievelijk Sint Maarten. Dat gebeurt bijvoorbeeld door het digitaal uitwisselen van documenten, door het hebben van collegiaal persoonlijk contact en door het over en weer aanbieden van stageplaatsen. De drie staatsraden van het Koninkrijk spelen bij de samenwerking een centrale rol.