Voorgestelde regeling voor rouwverlof maakt verlofstelsel complexer

Kan een werknemer betaald verlof krijgen als zijn of haar partner of minderjarig kind overlijdt? En hoelang mag dat ‘rouwverlof’ dan duren? Over deze thematiek stelden enkele Kamerleden het Wetsvoorstel invoering rouwverlof op. Op 23 oktober 2024 kwam de Afdeling advisering met een advies hierover: zij heeft een aantal bezwaren bij het initiatiefwetsvoorstel en adviseert om het voorstel niet in behandeling te nemen, tenzij de initiatiefnemers het aanpassen.

Dit initiatiefwetsvoorstel introduceert een wettelijk recht op betaald verlof voor werknemers met een gezin met minderjarige kinderen, waarvan een partner of minderjarig kind is overleden. Dit rouwverlof bedraagt minimaal één keer de arbeidsduur per week. Daarvan kan de werkgever afwijken, zo schrijft het wetsvoorstel voor, maar alleen ten gunste van de werknemer. De werknemer mag het verlof flexibel opnemen vanaf de dag van de uitvaart tot één jaar na het overlijden van de partner of het kind. Het huidige verlofstelsel uit de Wet arbeid en zorg (Wazo) voorziet niet expliciet in verlof voor rouw na het overlijden van een dierbare – laat staan betaald verlof. Dit wetsvoorstel wijzigt daarmee de Wazo en boek 7A van het Burgerlijk Wetboek BES.

Uit een onderzoek uit 2022 van onderzoeksbureau Panteia blijkt dat werknemers en werkgevers maatwerk, begrip en steun bij rouwen belangrijk vinden. Volgens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt er op de werkvloer al vaak op een goede manier omgegaan met rouwende werknemers. Maatwerk is het uitgangspunt, stelt de minister, maar een wettelijk geregeld rouwverlof zou daarop een aanvulling kunnen zijn. De minister heeft toegezegd te onderzoeken hoe dat verlof eruit zou moeten zien, voor welke situaties het bedoeld kan zijn, wie de kosten zou moeten dragen en hoe dit kan worden ingepast in het huidige verlofstelsel. De Sociaal-Economische Raad merkte in een advies uit 2023 hierover op dat eenduidigheid in de mogelijkheden om rouwende werknemers te ondersteunen op dit moment ontbreekt. De SER stelt voor om bij het te hervormen verlofstelsel in de pijler ‘persoonlijk verlof’ een faciliteit voor verlof voor rouwende werknemers op te nemen. De Kamerleden Chris Stoffer (SGP), Inge van Dijk (CDA) en Don Ceder (ChristenUnie) hebben in juli 2024 het initiatief genomen voor een wetsvoorstel.

Kort verzuimverlof

Op dit moment bestaat er alleen kort verzuimverlof voor zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden zoals een overlijden en een uitvaart. Cao’s bevatten soms aanvullende afspraken over rouwverlof, maar het doel en de omvang zijn niet eenduidig geregeld, constateert de Afdeling advisering. Nu een specifieke faciliteit voor rouwverlof ontbreekt, voorziet het initiatiefwetsvoorstel volgens haar in een behoefte. Het kan een basis zijn van waaruit werkgevers en werknemers samen verdere maatwerkafspraken kunnen maken over rouwverlof en terugkeer naar het werk. Wel plaatst de Afdeling advisering enkele kritische kanttekeningen.

Spanning

Het initiatiefwetsvoorstel creëert volgens de Afdeling advisering een nieuwe, specifiek op rouw toegesneden verlofvorm en voegen die toe aan de al bestaande verlofregelingen. Het gevolg daarvan is dat het bestaande verlofstelsel nog verder wordt gecompliceerd. Tegelijkertijd zeggen de initiatiefnemers de oproep van de SER tot vereenvoudiging van het verlofstelsel expliciet te onderschrijven. Werkgevers- en werknemersorganisaties hebben aangegeven dat zij zich kunnen vinden in een betere stroomlijning van verlofregelingen en dat rouwverlof in een toekomstig stelsel een plek zou moeten krijgen. Inpassen van een vorm van rouwverlof in het huidige stelsel hoeft van deze organisaties niet. Dat alles verdraagt zich niet goed met elkaar. De Afdeling adviseert de initiatiefnemers toe te lichten hoe deze spanning kan worden verminderd.

Afbakening

Een ander punt gaat over de afbakening van de doelgroep. Het voorstel heeft alleen betrekking op werknemers met minderjarige kinderen van wie de partner of een kind overlijdt. Is dit wel rechtvaardig? Of evenredig? Want ook in andere situaties van rouw (het overlijden van een ander familielid of vriend) kan er een gerechtvaardigde behoefte zijn aan rouwverlof, al was het maar om praktische zaken te kunnen regelen. Het advies is dan ook om de gekozen afbakening van de doelgroep toereikend te motiveren en anders te heroverwegen.

Minimumnorm

Tot slot gaat de Afdeling advisering in op de minimumnorm voor de verlofduur: één keer de arbeidsduur per week. Dat is bij een fulltime dienstverband dus vijf dagen. Uit het Panteia-onderzoek blijkt dat de behoeften van mensen die een naaste verliezen per persoon verschillen. Ook de Kamerleden die het initiatiefwetsvoorstel schreven en de SER stellen dat het in principe aan werkgevers en werknemers is om onderling te komen tot een maatwerkoplossing. Dan rijst bij de Afdeling advisering de vraag of het stellen van een minimumnorm in een wettelijke regeling wel nodig is.

Zelfs als een minimumnorm nodig is, komt de vraag op wat deze norm daadwerkelijk bijdraagt aan het bereiken van de beoogde doelen van de wet: het terugdringen van (langdurig) ziekteverzuim na overlijden van een geliefde, het bevorderen van terugkeer naar de werkvloer en het openen van het gesprek tussen werkgever en werknemer over rouwverlof. De Afdeling advisering vraagt zich af hoe deze doelen zich verhouden tot de afgebakende minimale duur van het verlof.

In de praktijk gaan werkgevers doorgaans coulant en begripvol om met rouwende werknemers. Er is al veel ruimte voor maatwerk. Het effect van een verplichte minimumnorm kan zijn – zo vreest de Afdeling advisering – dat het wetsvoorstel deze flexibiliteit inperkt. Het kan ertoe leiden dat de coulance erdoor wordt beperkt, zodat de minimumnorm gaat werken als een maximumnorm. Het wetsvoorstel kan daardoor wel eens een averechts effect hebben. Zij adviseert de initiatiefnemers dan ook de noodzaak van de gekozen minimumnorm toereikend te motiveren en de effectiviteit hiervan aan te tonen. Als dat niet mogelijk is, kunnen ze de minimumnorm mogelijk heroverwegen.

Aanpassingen

Concluderend stelt de Afdeling advisering dat er brede overeenstemming bestaat over de wens om rouwverlof een plaats te geven in het verlofstelsel. Daarmee kunnen werkgevers en werknemers verdere maatwerkafspraken maken over de invulling van het rouwverlof en terugkeer naar het werk. Het wetsvoorstel voorziet in die behoefte. Maar gezien de kanttekeningen adviseert zij het wetsvoorstel niet in deze vorm verder te behandelen. Eerst zouden de initiatiefnemers aanpassingen moeten doorvoeren.

Advies van 23 oktober 2024: W12.24.00176/III.