Wet op de politieke partijen is breuk met huidige stelsel
In Nederland hebben politieke partijen traditioneel veel ruimte om zich naar eigen inzicht in te richten en in te zetten. Maar doordat de overheid zich terughoudend opstelt, worden politieke partijen mogelijk onvoldoende gesteund in de uitoefening van hun essentiële functies in het staatsbestel. Het voorstel voor de Wet op de politieke partijen reguleert de financiering van politieke partijen, transparantie van de interne organisatie en politieke advertenties, en biedt regels voor het toezicht en het verbod op politieke partijen. In oktober 2024 bracht de Afdeling advisering haar advies over het wetsvoorstel uit.
Met de Wet op de politieke partijen wil de regering de onafhankelijke positie van politieke partijen versterken en de weerbaarheid van de democratie bevorderen. Zo moeten partijen transparanter zijn over hoe zij werken, welke giften zij ontvangen en hoe zij omgaan met politieke advertenties. Op grond van deze wet kunnen niet alleen landelijke, maar ook lokale partijen subsidies krijgen. Verder scherpt de wet de mogelijkheid aan om partijen te verbieden. En er komt een nieuwe instantie: de Nederlandse Autoriteit politieke partijen, die moet gaan toezien op de naleving van de wet.
De Afdeling advisering kan zich vinden in de motivering van de regering om de Wet op de politieke partijen in te voeren. Door veranderingen in samenleving en politiek, en door toenemende bedreigingen van de democratische rechtsstaat (polarisatie, desinformatie, buitenlandse inmenging) kunnen politieke partijen steeds moeilijker hun rol in het staatsbestel vervullen. Maar het wetsvoorstel kan op onderdelen wel beter, oordeelt de Afdeling advisering.
(Berlinda van Dam, ANP)
Doel politieke partij
De nieuwe wet bepaalt dat een politieke vereniging als doel heeft haar leden en andere inwoners van Nederland te stimuleren om kennis te nemen van politieke besluitvorming, en te participeren in de totstandkoming daarvan. Maar dat is een breuk met het huidige stelsel: nu wordt het nog volledig aan partijen gelaten welke doelen zij nastreven en op welke wijze zij zich daarvoor inzetten. De Afdeling adviseert de regering het artikel over het doel van politieke partijen te schrappen.
Transparantie
De wet verplicht politieke partijen om transparant te zijn over de wijze waarop kandidatenlijsten tot stand komen, hoe een partijbestuur wordt verkozen, hoe de partij wordt gefinancierd en hoe ze adverteren. De Afdeling advisering betwijfelt of deze transparantieverplichtingen er daadwerkelijk voor zullen zorgen dat partijen zich democratisch organiseren of dat kiezers via hun stem partijen daartoe zullen bewegen. De regering zou de meerwaarde van de transparantieverplichtingen beter moeten uitleggen, en ook beter moeten motiveren waarom niet is gekozen voor verdergaande eisen aan de interne democratie binnen partijen – dit met het oog op het bevorderen van de weerbare democratie. De Afdeling adviseert de regering om de toelichting in die zin aan te passen.
Verbieden van politieke partijen
Een politieke partij kan nu al worden verboden als zij in strijd handelt met de openbare orde. De regering past die verbodsgrond aan: een verbod is mogelijk bij een daadwerkelijke en ernstige bedreiging van de democratische rechtsstaat. De Afdeling advisering vindt dat de regering duidelijker zou moeten opschrijven wanneer daarvan sprake is. Deze verbodsgrond kan ook onbedoeld breed worden opgevat. Een ander probleem met het partijverbod is dat de procureur-generaal geen eigen wettelijke onderzoeksbevoegdheden heeft, waardoor het partijverbod moeilijk kan worden geëffectueerd. Wellicht moet de procureur-generaal meer armslag krijgen om zijn taak adequaat te verrichten, aldus het advies.
Giften
Met de Wet op de politieke partijen wordt de Wet financiering politieke partijen (Wfpp) ingetrokken. Politieke partijen krijgen hun inkomsten van contributies van betalende leden, overheidssubsidies en giften van particulieren. Dit laatste kan leiden tot afhankelijkheid van de donateur en (de schijn van) ongewenste beïnvloeding. Politieke partijen zijn op grond van het wetsvoorstel verplicht om giften van € 250 of meer te registreren.
De regering stelt voor dat Nederlanders – net als in de huidige Wfpp – maximaal € 100.000 aan een politieke partij mogen schenken. Het is volgens de Afdeling advisering niet duidelijk hoe ongewenste beïnvloeding met dit maximum kan worden tegengegaan. Zij adviseert deze hoogte beter te motiveren, zeker nu niet-Nederlandse kiesgerechtigden maximaal € 250 kunnen doneren. Zij vindt ook dat de regering beter moet motiveren waarom dit bedrag een geschikte en proportionele maatregel is in het licht van het vrij verkeer van kapitaal.
Verder worden de maximale bijdragen aan een decentrale politieke partij € 20.000 voor Nederlanders en € 250 voor niet-Nederlanders. Dat is niet helemaal logisch: ook niet-Nederlanders kunnen in bepaalde gevallen kiesgerechtigd zijn. Nu kiest de regering de nationaliteit als maatstaf en dat is volgens de Afdeling advisering een vergaande inbreuk op de privacy. Daarbij komt dat een maximum bijdrage van € 250 afkomstig van niet-Nederlanders, een beperking is van het vrij verkeer van kapitaal.
Politieke advertenties
Het wetsvoorstel regelt verder de verplichting voor politieke partijen om een kopie van alle politieke advertenties in een register op te nemen, en ook informatie over de opdrachtgever, de uitgaven voor de advertentie en, indien toegepast, over zogenoemde microtargetingtechnieken. De regering zou beter moeten toelichten hoe dit zich verhoudt tot de Europese Transparantieverordening. Ook vraagt de Afdeling advisering zich af waarom offline advertenties onder deze bepaling vallen – de risico’s met online advertenties voor het democratische proces zijn immers aanzienlijk groter. Het wetsvoorstel kan beter worden beperkt tot online advertenties.
Nederlandse Autoriteit politieke partijen
De Afdeling advisering heeft tot slot begrip voor de instelling van een nieuwe onafhankelijke autoriteit (de Nederlandse Autoriteit politieke partijen) als zelfstandig bestuursorgaan. Wel kan de benoemingsprocedure van de bestuursleden met extra waarborgen worden omkleed. De NApp kan bij overtreding van wettelijke voorschriften een bestuurlijke boete opleggen of subsidies tijdelijk stopzetten. De regering verhoogt het boetemaximum van € 25.000 naar € 1.030.000, maar de Afdeling advisering vindt dat zo’n ingrijpende maatregel wel moet worden voorzien van een adequate motivering.
Advies van 9 oktober 2024: W04.24.00070/I.