Bestemmingsplan voor Paleis Soestdijk is onzorgvuldig voorbereid

De gemeente Baarn had grootse plannen met Paleis Soestdijk en het landgoed eromheen, maar omwonenden vrezen vooral overlast. Zij krijgen van de Afdeling bestuursrechtspraak gelijk.

Paleis Soestdijk – het bordes roept zoete herinneringen op aan de defilés op de verjaardagen van koningin Juliana, die er altijd heeft gewoond. Sinds haar overlijden en dat van prins Bernhard in 2004 staat het paleis leeg. De gemeente Baarn wil het paleis restaureren, de tuin en het park herontwikkelen en er evenementen organiseren, en in het naast het park gelegen Alexanderkwartier 98 appartementen bouwen. Voor dit alles stelde de gemeenteraad het bestemmingsplan ‘Landgoed Paleis Soestdijk’ vast. Maar omwonenden vrezen dat het plan nadelige gevolgen heeft voor hun directe woon- en leefomgeving. Zij tekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak beroep aan tegen het plan, samen met enkele natuur- en milieuorganisaties..

(Hans Roggen)

Het is een complexe zaak (de uitspraak telt 111 A4-tjes), waarbij de Afdeling bestuursrechtspraak een zeer groot aantal bezwaren moest beoordelen. Die gingen over de inspraak, over de behoefte aan woningen en evenementen, de restauratieverplichting, de milieueffectbeoordeling, gevolgen voor het verkeer, parkeren, geluid en luchtkwaliteit. Er moest worden gekeken naar de ruimtelijke kwaliteit, het Rijksbeleid, de provinciale verordening en het gemeentelijk beleid. Ook de natuur en gebieds- en soortenbescherming en de financiële uitvoerbaarheid kwamen aan de orde.

Woningen en evenementen

Een van de bezwaren van omwonenden richtte zich tegen de appartementen: waarom worden deze niet gebouwd binnen het bestaande stedelijk gebied? Omdat de herontwikkeling van het landgoed mede wordt gefinancierd met de opbrengsten van deze woningen, vormt dit een noodzakelijke financiële basis voor de uitvoering van het plan. Daarom zijn, aldus de Afdeling bestuursrechtspraak, locaties die verder weg liggen en geen relatie hebben met het landgoed, geen geschikt alternatief.

Ook de bezwaren die zijn gericht tegen de behoefte aan het evenemententerrein wijst de Afdeling bestuursrechtspraak af. Delen van het paleisterrein worden al gebruikt voor muzikale happenings en dan kan niet worden beweerd dat er geen behoefte is aan een evenemententerrein. Hetzelfde geldt voor de kritiek op de restauratie van het paleis en het landgoed, die niet nodig zou zijn. De Afdeling bestuursrechtspraak herinnert de bezwaarmakers eraan dat de provincie daarvoor al subsidie heeft verleend.

Restauratie

De omwonenden betoogden dat de wijze waarop de restauratie van het paleis moet worden uitgevoerd, in het bestemmingsplan moet staan. Daar is de Afdeling bestuursrechtspraak het niet mee eens. Toch hebben de omwonenden succes: in een overeenkomst tussen de gemeente en de projectontwikkelaar staat dat de restauratie moet zijn voltooid binnen vijf jaar nadat het bestemmingsplan onaantastbaar is geworden. Deze bepaling staat niet in het bestemmingsplan maar dat had wel gemoeten – onzorgvuldig voorbereid dus.

Verkeer

De bewoners voerden veel gronden aan tegen het zogenoemde mobiliteitsonderzoek. Dat onderzoek geeft aan via welke wegen, welke verkeersbewegingen verwacht kunnen worden. De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt dat de gemeenteraad van dat onderzoek mocht uitgaan bij het maken van het bestemmingsplan. Ook kan, mét maatregelen, het plan verkeersveilig worden uitgevoerd. Er wordt ook aan de geluidsnormen voldaan en de luchtkwaliteit zal niet verslechteren als gevolg van het plan, maar dat is alleen in de gewone situatie het geval. Dat is anders bij evenementen.

De gemeenteraad heeft de gevolgen van evenementen voor de verkeersafwikkeling niet meegenomen in de verkeersberekeningen. De verkeersgevolgen van evenementen kunnen volgens de gemeenteraad bij de verlening van een evenementenvergunning worden beoordeeld. Daar is de Afdeling bestuursrechtspraak het niet mee eens. De gemeenteraad had al bij het vaststellen van het bestemmingsplan de ruimtelijke gevolgen van de evenementenregeling moeten onderzoeken en de ruimtelijke aanvaardbaarheid daarvan moeten onderbouwen.

Diersoorten

Een groot deel van de uitspraak gaat in op de aanwezigheid van beschermde dieren. De gewone dwergvleermuis, laatvlieger, ruige dwergvleermuis, das, hagedis, hazelworm, ringslang. Vogels als de boomvalk, sperwer, bosuil, ransuil, buizerd, wespendief en de zwarte kraai. De levendbarende hagedis, boommarter, bunzing, egel en vos. Een voor een worden ze besproken en steeds constateert de Afdeling bestuursrechtspraak dat hun aanwezigheid niet aan de uitvoerbaarheid van het plan in de weg staat.

Gebiedsbescherming

De uitspraak gaat ook in op mogelijke gevolgen van de toename van stikstof door verkeer voor de Natura 2000-gebieden ‘Oostelijke Vechtplassen en Naardermeer’. Eén van de natuurorganisaties bracht bezwaren naar voren tegen de uitgangspunten die in het stikstofrapport zijn gehanteerd. Die bezwaren snijden volgens de Afdeling bestuursrechtspraak hout. Voor de berekening van de gevolgen was niet van de juiste referentiesituatie uitgegaan en was niet uitgegaan van de maximale gevolgen die het bestemmingsplan biedt. Daardoor is niet duidelijk of deze gevolgen niet waren onderschat. De gevolgen van stikstof voor het Natuurnetwerk Nederland hoeft volgens de Afdeling bestuursrechtspraak niet op dezelfde wijze als voor Natura 2000-gebieden te worden getoetst. Wél moeten de gevolgen van stikstof voor het Natuurnetwerk Nederland worden beoordeeld. Ook hier ziet de Afdeling bestuursrechtspraak dat niet van de juiste uitgangspunten is uitgegaan. Ook oordeelt zij dat de gemeenteraad niet goed heeft uitgelegd dat het bestemmingsplan binnen tien jaar leidt tot een “duidelijk aantoonbare meerwaarde voor het Natuurnetwerk Nederland”. En dat is wel vereist op grond van de Omgevingsverordening van de provincie Utrecht.

Vernietigen

Hoewel de omwonenden en de milieuorganisaties op een groot aantal punten hun zaak verliezen, is het eindresultaat toch dat het bestemmingsplan wordt vernietigd. Want er schort nogal wat aan. De Afdeling bestuursrechtspraak constateert twaalf gebreken. De hoogste algemene bestuursrechter kan met zoveel gebreken niet anders doen dan het bestemmingsplan in zijn geheel vernietigen. Vooralsnog kan de herontwikkeling van landgoed Paleis Soestdijk niet doorgaan: daarvoor moet de gemeenteraad dan een nieuw besluit nemen, waarbij de geconstateerde gebreken moeten worden weggenomen.

Uitspraak van 24 januari 2024: ECLI:NL:RVS:2024:249.