Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.694
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202200961/2/V2

Bij besluit van 10 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:548
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200961/2/V2

202200975/2/V2

Bij besluiten van 10 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en een inreisverbod tegen hen uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:547
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200975/2/V2

201809540/1/R2

Bij besluit van 20 september 2018 heeft de raad van de gemeente Bladel het bestemmingsplan "KBP Zuidoost, Hapert" vastgesteld. Het plan voorziet in de realisering van een kennis- en innovatiecentrum ten behoeve van de veehouderij met een parkeergarage op het "Kempisch Bedrijvenpark" te Bladel. Het plangebied grenst aan het motorcrossterrein "De Ketelberg". [appellante sub 1], [appellant sub 2] en [appellant sub 3] wonen in de omgeving van het plangebied en vrezen dat het voorliggende plan zal leiden tot een aantasting van hun woon- en leefklimaat. De raad stelt dat [appellante sub 1], [appellant sub 2] en [appellant sub 3] niet als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt bij het plan, nu zij wonen op een afstand variërend tussen ongeveer 600 m en 1,1 km van het plangebied. Volgens de raad zullen zij geen rechtstreekse gevolgen in hun woon- en leefomgeving ervaren door de in het plan toegelaten ontwikkeling.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:580
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201809540/1/R2

201809965/3/V3 en 201904550/1/V3

Bij besluit van 23 november 2018 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij besluit van 23 mei 2019 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld. Deze uitspraak gaat over de vraag of de staatssecretaris een burger van de Unie in vreemdelingenbewaring kan stellen. Als deze vraag bevestigend moet worden beantwoord, gaat het vervolgens over de vraag of de vreemdeling op beide momenten dat hij in bewaring is gesteld volledig heeft voldaan aan het over hem genomen besluit tot verwijdering, als bedoeld in artikel 15 van de Verblijfsrichtlijn. Als deze laatste vraag bevestigend moet worden beantwoord, mocht hij niet in bewaring worden gesteld. In de verwijzingsuitspraak heeft de Afdeling het Hof de vraag voorgelegd of een burger van de Unie aan een besluit tot verwijdering heeft voldaan zodra deze burger binnen de in dat besluit gestelde termijn voor vrijwillig vertrek het grondgebied van de lidstaat dat het besluit heeft genomen aantoonbaar heeft verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:562
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak201809965/3/V3 en 201904550/1/V3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201809965/3/V3 en 201904550/1/V3

201903169/2/R2 en 201902204/2/R2

Bij tussenuitspraak van 18 november 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:2773) over de beroepen van [appellant] tegen de besluiten van 29 januari 2019 en 31 januari 2019, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Gemert-Bakel opgedragen om binnen 16 weken na verzending van de tussenuitspraak het daar omschreven gebrek in het besluit van de raad van de gemeente Gemert-Bakel van 31 januari 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Gemert-Bakel Stedelijke gebieden, oktober 2018" te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak onder 12.2 overwogen dat de raad ter zitting heeft erkend dat hij bij de vaststelling van het plan geen rekening heeft gehouden met de door [appellant] gekozen situering van de propaantank op zijn aangrenzend perceel onder het vorige planologische regime. Hierdoor heeft de raad onvoldoende rekening gehouden met de bestaande situatie voorafgaand aan de vaststelling van het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:579
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201903169/2/R2 en 201902204/2/R2

202002286/1/R4

Bij besluit van 4 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Ronde Venen geweigerd aan [appellante] een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van de bestaande melkgeitenhouderij op het perceel [locatie] in Abcoude. [appellante] exploiteert op het perceel een geitenhouderij met 1000 melkgeiten. [appellante] heeft op 10 juli 2018 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor het uitbreiden van het aantal melkgeiten naar 2100 binnen de bestaande gebouwen. Bij het besluit van 4 juni 2019 heeft het college de aanvraag uit voorzorg geweigerd vanwege aanblijvende onduidelijkheid over de oorzaak van mogelijke gezondheidsrisico’s van geitenhouderijen voor hun directe omgeving. Daarbij heeft het college verwezen naar de afweging van provinciale staten van Utrecht over de geitenstop.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:556
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002286/1/R4

202002987/1/A3

Bij besluit van 20 november 2018 heeft de korpschef beslist op een verzoek van [appellante] om inzage in en verstrekking van afschriften van haar betreffende persoonsgegevens die door de korpschef worden verwerkt. De korpschef heeft het verzoek van [appellante] opgevat als een verzoek in de zin van artikel 25 van de Wet politiegegevens. De korpschef heeft aan [appellante] een overzicht verstrekt van alle registraties in het Bedrijfsprocessensysteem van de politie, de Basisvoorziening Handhaving (BVH), waarin haar gegevens zijn verwerkt. Deze gegevens komen voort uit meldingen die [appellante] heeft gedaan of zijn afkomstig van incidenten waar zij bij betrokken is geweest en de politie ter plaatse is gekomen. De korpschef heeft aan [appellante] te kennen gegeven dat zij deze gegevens mag inzien. Op grond van beleidsafspraken worden geen afschriften van dossierstukken verstrekt of kopieën gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:574
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • Politiegegevens
  • uitspraakin de zaak202002987/1/A3

202003203/1/A2

Bij vier onderscheiden besluiten van 28 augustus 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht aan de eigenaren van de woningen op de adressen [locatie 1], [locatie 2], [locatie 3] en [locatie 4] te Maarsen tegemoetkomingen toegekend in door hen geleden planschade. Bij besluit van 2 november 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht de eigenaar van de woning op het adres [locatie 5] een tegemoetkoming toegekend in door hem geleden planschade. Op verzoek van [appellante sub 1] is de bestemming van het perceel [locatie 6] te Maarssen gewijzigd, zodat [appellante sub 1] dit perceel kan gebruiken om woningen te bouwen. [appellante sub 1] is op grond van een met de gemeente Stichtse Vecht gesloten planschadeovereenkomst gehouden de tegemoetkomingen die het college moet toekennen vanwege de voor haar gunstige wijziging van het planologische regime te vergoeden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:572
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202003203/1/A2

202003775/1/R3

Bij besluit van 28 mei 2020 heeft de raad van de gemeente Rotterdam het bestemmingsplan "Terbregge" vastgesteld. Uit de toelichting bij het bestemmingsplan blijkt dat de raad met de vaststelling van het plan wil voorzien in een plan ter actualisatie van verschillende bestemmingsplannen. Het plan legt hoofdzakelijk de planologische situatie van de vorige bestemmingsplannen vast. Verder maakt het plan, onder meer, een transformatie mogelijk van het leegstaande schoolgebouw aan de Ommoordseweg naar ongeveer zes nieuwe woningen, voorziet het plan in een enkele nieuwe woning en krijgen een aantal beeldbepalende panden een dubbelbestemming. Daarnaast zijn op een aantal locaties de bouwmogelijkheden uit het vorige bestemmingsplan overgenomen. Enkele bedrijven en panden kunnen vervangen worden. Daarvoor is een procedure met een wijzigingsplan nodig. Het plangebied ligt aan de linkeroever van de Rotte, tussen Het Lage Bergse Bos, Prins Alexander, Kralingse Bos en verschillende wijken van Hillegersberg-Schiebroek.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:573
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202003775/1/R3

202003790/1/A3

Bij besluit van 27 februari 2019 heeft de korpschef van politie de door hem verleende toestemming om [appellant] werkzaamheden te laten verrichten als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus, ingetrokken. De korpschef heeft op 9 mei 2018 aan New Generation Security toestemming verleend om [appellant] werkzaamheden te laten verrichten als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Wpbr. Uit op ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal volgt dat [appellant] op 23 juli 2018 is aangehouden voor eenvoudige mishandeling, bedreiging en vernieling. [appellant] is op die dag in conflict geraakt met een buurman. Tijdens dit conflict is de ruit van de voordeur van de buurman gebroken. Op 29 oktober 2018 heeft het Openbaar Ministerie besloten tot het instellen van strafvervolging tegen [appellant] wegens overtreding van artikel 300, eerste lid, artikel 350, eerste lid, en artikel 258, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht en hem daartoe gedagvaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:564
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Beveiligingswerkzaamheden
  • uitspraakin de zaak202003790/1/A3

202004640/1/R4

Bij besluit van 5 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zwartewaterland aan [appellante sub 1] een omgevingsvergunning beperkte milieutoets verleend voor het vestigen van een melkgeitenhouderij op het perceel [locatie 1] te Mastenbroek. [appellante sub 1] exploiteerde op het perceel [locatie 1] te Mastenbroek (hierna: het perceel) een rundvee- en schapenhouderij, maar heeft plannen om in plaats daarvan op het perceel een melkgeitenhouderij op te richten. Zij wenst één van de bestaande stallen in te richten voor het houden van 247 geiten ouder dan 1 jaar en 305 opfokgeiten. De andere bestaande stallen zullen niet meer worden gebruikt. Zij heeft daartoe een aanvraag ingediend op 4 februari 2019. Verder is bij besluit van 27 mei 2015 door het college aan [appellante sub 1] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een vleeskalverenstal. De bedoeling is dat deze stal zal worden ingericht voor het houden van 560 melkgeiten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:581
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Milieu - Overige
  • Vee e.a. dieren
  • uitspraakin de zaak202004640/1/R4

202004727/1/A3

Bij besluit van 1 mei 2019 heeft de minister voor Rechtsbescherming een aanvraag van [appellant] om afgifte van een verklaring omtrent het gedrag afgewezen. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft over een latere aanvraag van [appellant] om afgifte van een VOG op 1 december 2021 uitspraak gedaan en de afwijzing van die aanvraag in stand gelaten (ECLI:NL:RVS:2021:2705). Verder beschikt [appellant] naar aanleiding van een nieuwe aanvraag inmiddels over een VOG.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:554
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak202004727/1/A3

202005213/1/R4

Bij besluit van 14 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bunnik geweigerd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een werktuigenberging op het perceel [locatie 1] in Odijk. [appellant] exploiteert een vleesvee/zoogkoeienhouderij. Hij beschikt over ongeveer 40 ha grond waarvan hij een deel verhuurt aan agrariërs in de buurt. De overige gronden worden voor zijn eigen bedrijfsvoering gebruikt. Ongeveer 10 ha ligt achter zijn woning aan de [locatie 2] en wordt gebruikt voor het weiden van zijn vee. [appellant] huurt een schuur op ongeveer 350 m afstand van zijn woning. De eigenaar van de schuur is voornemens om deze af te breken. Omdat [appellant] de schuur niet langer kan huren, heeft hij een aanvraag gedaan voor de realisering van een werktuigenberging met een oppervlakte van 700 m² op de [locatie 1].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:551
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202005213/1/R4

202005259/1/A2

Bij besluit van 14 januari 2020 heeft het College SEIN geen goedkeuring verleend voor de verkoop van een deel van haar gronden aan AM. SEIN is een zorginstelling met een toelating als bedoeld in de WTZi en verleent intramurale epilepsiezorg. Eén van de locaties van SEIN is Cruquiushoeve te Cruquius, gemeente Haarlemmermeer. In september 1999 heeft SEIN zich gemeld bij het College, omdat zij deze locatie wilde herontwikkelen. Een onderdeel daarvan was de verkoop van een deel van haar gronden, bekend als de deelgebieden Erven 1 t/m 3, Poortgebouw 1 en Hagen 1. Op die gronden moet een nieuwe woonwijk worden ontwikkeld waarvan de zorginstelling deel gaat uitmaken, zodat een interactie tot stand kan komen tussen de bewoners van de nieuwe woonwijk en de cliënten van SEIN. Voor de voorgenomen verkoop is volgens het College goedkeuring vereist als bedoeld in artikel 18 van de WTZi. Het College heeft een gemachtigde aangewezen om het proces te begeleiden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:558
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Gezondheidszorg
  • uitspraakin de zaak202005259/1/A2

202006067/2/R3

Bij tussenuitspraak van 25 augustus 2021 heeft de Afdeling de raad van de gemeente Midden-Delfland opgedragen binnen 16 weken na verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 22 september 2020, waarbij het bestemmingsplan "Hof van Keenenburg" is vastgesteld, te herstellen. Het bestemmingsplan maakt de realisatie van 27 woningen in de kern van Schipluiden mogelijk. Aan de noordzijde van het plangebied ligt de Singel, waar [appellant] woont. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling overwogen dat niet in geschil is dat met de in het bestemmingsplan voorziene woningbouw, [appellant] geen gebruik meer kan maken van zijn recht van uitweg om over het perceel van [partij] met (vracht)auto's te komen en te gaan naar de openbare weg. De raad heeft bij de vaststelling van het plan er niet zonder meer van kunnen uitgaan dat [partij] en [appellant] onderling tot een oplossing zouden komen over de aanleg van een uitweg.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:552
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202006067/2/R3

202006199/1/A3

Bij besluit van 6 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hilversum het verzoek van [appellant] om urgentie bij de toewijzing van een sociale huurwoning afgewezen. [appellant] heeft een groot deel van zijn leven in de gemeente Hilversum gewoond. Hij is in 2013 vertrokken naar Koeweit om een studie te volgen. In 2017 is hij naar Irak gegaan en daar getrouwd. In maart 2020 is [appellant] met zijn toenmalige echtgenote en zijn dochter teruggekeerd naar Nederland met de intentie om bij zijn moeder in Hilversum te gaan inwonen. Hij heeft zich op 30 maart 2020 op het adres van zijn moeder in Hilversum ingeschreven in de Basisregistratie personen en op 2 april 2020 heeft [appellant] urgentie aangevraagd. Het college heeft die aanvraag afgewezen, omdat [appellant] niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 3.2 van de Huisvestingsverordening Gooi en Vechtstreek 2019. Ook ziet het college in de situatie van [appellant] geen aanleiding om toepassing te geven aan de hardheidsclausule.

Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202006199/1/A3

202006586/1/R3

Bij besluit van 3 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ooststellingwerf geweigerd aan RetailPlan B.V. een omgevingsvergunning te verlenen voor het vestigen van een supermarkt op het perceel Houtwal 27 in Oosterwolde. Op 10 mei 2019 heeft Retailplan B.V. een aanvraag gedaan voor een omgevingsvergunning om in afwijking van het bestemmingsplan "Bedrijventerreinen" het op het perceel aanwezige bedrijfspand te mogen gebruiken als supermarkt. Op grond van het bestemmingsplan rust op het perceel de bestemming "Bedrijventerrein". De rechtbank heeft het beroep van RetailPlan B.V. tegen het besluit van 12 november 2019 niet-ontvankelijk geoordeeld. De reden daarvoor is dat het op het perceel aanwezige gebouw op 29 februari 2020 is afgebrand. Er staat feitelijk geen bouwwerk meer en er is voor de door RetailPlan B.V. gewenste herbouw van het pand (nog) geen omgevingsvergunning verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:571
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202006586/1/R3

202006793/1/R3

Bij besluit van 13 oktober 2020 heeft de raad het bestemmingsplan "Wassenaar, Vreeburglaan" vastgesteld. Het plan voorziet in de realisering van 4 nieuwe woningen op een perceel aan de Vreeburglaan, op de hoek met de Van Gybelanthof, in Wassenaar, na sloop van de bestaande bebouwing. De bestaande bebouwing op het perceel wordt volgens de plantoelichting op dit moment gebruikt voor woningen en dienstverlening. [appellant sub 1] woont aan de [locatie 1] in Wassenaar op een afstand van meer dan 100 m van het plangebied. [appellant sub 2] woont aan de [locatie 2] in Wassenaar. Zijn perceel grenst aan het plangebied. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] kunnen zich niet met het plan verenigen, onder meer omdat het plan volgens hen niet in voldoende parkeerplaatsen voorziet. [appellant sub 3] vreest gevolgen van het plan voor de bedrijfsvoering van zijn tandheelkundige praktijk aan het [locatie 3] in Wassenaar. Dit perceel grenst aan het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:576
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202006793/1/R3

202006890/1/V6

Bij besluit van 28 november 2018 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellante] een boete opgelegd van € 1.250,00 wegens het niet tijdig voldoen aan de inburgeringsplicht als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet inburgering. [appellante] heeft niet tijdig, dat wil zeggen voor 19 november 2017, aan haar inburgeringsplicht voldaan en heeft daarmee artikel 7, eerste lid, van de Wi niet nageleefd. De minister heeft haar daarom bij brief van 20 november 2017 een vooraankondiging toegestuurd met daarin het voornemen een boete van € 1.250,00 op te leggen, waarna hij deze boete bij besluit van 28 november 2018 heeft opgelegd. De minister heeft bij Argonaut medisch advies gevraagd. Argonaut heeft op 18 oktober 2017, 15 juli 2019, 1 september 2019 en 30 januari 2020 een medisch advies gegeven. In het advies van 18 oktober 2017 staat dat er geen medische reden is waardoor [appellante] gedurende een periode van ten minste drie aaneengesloten maanden geen onderwijs heeft kunnen volgen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:566
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202006890/1/V6

202006952/1/A3

Bij besluit van 24 maart 2020 heeft de burgemeester van Kerkrade onder aanzegging van bestuursdwang [appellanten] gelast de woning op het adres [locatie] te Kerkrade te sluiten voor de duur van 20 weken. De burgemeester is op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet bevoegd tot het opleggen van een last onder bestuursdwang als in een woning een middel als bedoeld in lijst I of lijst II, behorend bij de Opiumwet, wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is. De burgemeester heeft op grond van dit artikel besloten om de woning van [appellanten] voor 20 weken te sluiten, omdat de politie op 5 november 2019 in een verborgen ruimte op de begane grond 7.508,40 g hasj, verdeeld over verscheidene plakken, heeft aangetroffen. Deze hoeveelheid is in het besluit van 26 oktober 2020 vermeld. In het besluit van 24 maart 2020 was ten onrechte een gewicht van 935,8 g vermeld. Dit was echter slechts het gewicht van een van de aangetroffen plakken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:553
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202006952/1/A3

202100359/1/R3

Bij besluit van 19 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd om het gebruik van de woning gelegen aan de [locatie] te Goedereede, in strijd met het bestemmingsplan, te beëindigen en beëindigd te houden. [appellant] is eigenaar van de woning gelegen aan de [locatie], te Goedereede. Hij verhuurt de woning sinds 2014 als vakantiewoning. Op het perceel is het bestemmingsplan "Beschermde dorps- en stadsgezichten", vastgesteld op 19 mei 2016, van toepassing en rust de bestemming "Gemengd". Gronden met deze bestemming zijn op grond van artikel 7.1.1 van de planregels bestemd voor ateliers en galeries, kleinschalige bedrijfsactiviteiten, dienstverlening, kantoren, maatschappelijke voorzieningen, sportvoorzieningen, productiegebonden detailhandel en wonen, inclusief beroep en/of bedrijf aan huis (waaronder bed & breakfast).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:582
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202100359/1/R3

202100442/1/R2

Bij besluit van 22 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas een verzoek van [appellanten] om handhavend op te treden tegen overtredingen van Forellenvijvers "De Peelvisser" aan de Katsberg 26 te Meijel, afgewezen. "De Peelvisser" is een recreatieterrein met visvijvers, kanoverhuur en (ondergeschikte) horecafaciliteiten aan de Katsberg 26 in Meijel. [appellant A] woont aan de [locatie 1] en [appellant B] exploiteert "[camping]" aan de [locatie 2]. Bij brief van 12 september 2019 hebben [appellanten] het college om handhavend optreden verzocht, omdat zij overlast hebben ondervonden van activiteiten op het perceel. Volgens hen zijn een aantal activiteiten niet toegestaan op grond van de aan "De Peelvisser" verleende omgevingsvergunningen. Het handhavingsverzoek ziet op de volgende activiteiten, het organiseren van een familiedag op 7 september 2019, waarbij buiten de openingstijden van "De Peelvisser" gebruik is gemaakt van de visvijvers, kanoverhuur en horecafaciliteiten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:561
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202100442/1/R2

202100579/1/R3

Bij besluit van 22 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Wolden geweigerd handhavend op te treden naar aanleiding van het handhavingsverzoek van [appellant] van 12 april 2019. [appellant] woont op het perceel [locatie A] te Ruinerwold. Zijn perceel grenst aan het perceel [locatie B]. Bij besluit van 4 april 2014 is aan de toenmalige eigenaar van het perceel [locatie B] een omgevingsvergunning verleend voor het uitvoeren van een werk en het gebruiken van gronden in strijd met de geldende beheersverordening, voor het realiseren van een mini-camping, een Bed & Breakfast en het plaatsen van twee semi-permanente kampeervoorzieningen. In 2018 heeft [belanghebbende] het perceel in eigendom verkregen en daar zijn bedrijf, [naam bedrijf], gevestigd. [belanghebbende] is het kampeerterrein gaan exploiteren en hij bewoont sindsdien de op het perceel aanwezige voormalige bedrijfswoning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:583
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202100579/1/R3

202100622/1/A3

Bij twee besluiten van 25 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht [appellant sub 2] een bestuurlijke boete opgelegd van per besluit € 12.500,- wegens het zonder vergunning onttrekken van woonruimten op [locatie 1] en [locatie 2] te Utrecht aan de bestemming tot bewoning. [appellant sub 2] en [partij] zijn eigenaar van de woningen op de adressen [locatie 1] en [locatie 2] te Utrecht. Op 3 april 2019 hebben inspecteurs een controle uitgevoerd op [locatie 2]. Daarvan is een bevindingenrapport van 4 april 2019 opgesteld, waarin staat dat achter het ruitje van de toegangsdeur een sticker zichtbaar was met daarop een waarderingscijfer van de website booking.com. Uit dat rapport blijkt dat de woning als hotel of appartement voor vakantieverhuur wordt gebruikt. Dat is volgens het college in strijd met het bestemmingsplan. Op 13 mei 2019 hebben inspecteurs controles uitgevoerd bij beide woningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:563
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202100622/1/A3

202100762/1/A3

Bij besluit van 2 juli 2019 heeft Stichting Urgentiebepaling Woningzoekenden Rijnmond de urgentieverklaring van [appellant] ingetrokken. SUWR heeft bij besluit van 19 maart 2019 aan [appellant], geboren in 1939, een urgentieverklaring verleend op basis van de urgentiegrond ‘medische noodzaak’. Het zoekprofiel betrof een gelijkvloerse flatwoning met lift in de regio Rotterdam. In de urgentieverklaring staat dat de voorkeur van [appellant] uitgaat naar de subregio Hart van Rotterdam. SUWR heeft de urgentieverklaring ingetrokken omdat [appellant] twee keer een passende woning heeft geweigerd dan wel daar niet op heeft gereageerd. Dit besluit heeft SUWR in bezwaar gehandhaafd. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. [appellant] stelt dat, anders dan waarvan de rechtbank is uitgegaan, de woningen aan [locatie A] en [locatie B] niet aan hem zijn aangeboden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:575
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202100762/1/A3

202100966/1/R1

Bij besluit van 26 november 2019 heeft het dagelijks bestuur van Waterschap De Dommel de legger waterberging 2019 vastgesteld. [appellant] heeft een melkveebedrijf aan de [locatie A] in Goirle. Hij is eigenaar van onder meer een aantal percelen aan weerskanten van de Poppelsche Leij, ten westen van de Turnhoutsebaan onder Goirle. Deze percelen maken deel uit van het melkveebedrijf. Aan deze percelen is in het geldende bestemmingsplan "Buitengebied Goirle" een agrarische bestemming toegekend. Het dagelijks bestuur heeft bij besluit van 26 november 2019 de legger waterberging 2019 vastgesteld en daarop delen van deze percelen opgenomen als bergingsgebied met de aanduiding ‘natuurlijk overstromingsgebied’. [appellant] kan zich hiermee niet verenigen, omdat deze percelen in het bestemmingsplan niet voor waterstaatkundige doeleinden zijn bestemd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:578
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Waterschapszaken
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202100966/1/R1

202101188/1/A2

Bij besluit van 18 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hulst het verzoek van [appellante] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellante] is eigenaar van percelen gelegen aan de Absdaalseweg te Hulst. Op het moment dat zij deze percelen in eigendom verkreeg gold ter plaatse het bestemmingsplan "Buitengebied 4H" en rustte op de percelen de bestemming "semi-agrarische doeleinden" en de subbestemming "hoveniersbedrijf/tuincentrum met aanvullend assortiment". Op 16 mei 2013 heeft de gemeenteraad van Hulst het bestemmingsplan "Buitengebied Hulst" vastgesteld. Met de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan kwam op de percelen van [appellante] de bestemming "detailhandel" te rusten, met de functieaanduiding "tuincentrum". In haar uitspraak van 16 maart 2016, ECLI:NL:RVS:2016:682 heeft de Afdeling vastgesteld dat ter plaatse alle vormen van detailhandel zijn toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:570
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202101188/1/A2

202101453/1/R2

Bij besluit van 14 december 2020 heeft de raad van de gemeente Vaals het bestemmingsplan "[locatie 1] te Vijlen" vastgesteld. Het plan ziet op de [locatie 1] in Vijlen, waar een cultuurhistorisch waardevolle woning met aangrenzende stal staat. [partij] is eigenaar van het perceel. Hij is voornemens om de woning met aangrenzende stal te verbouwen. Het plan voorziet in de mogelijkheid om binnen de cultuurhistorisch waardevolle woning één woning en twee recreatiewoningen te realiseren. Ook voorziet het plan in de mogelijkheid een nieuw bijgebouw te realiseren evenwijdig aan de westelijke plangrens. [appellant] is voornemens om in dit bijgebouw vier bergingen, carports en een overdekt terras ten behoeve van de (recreatie)woningen in het hoofdgebouw te realiseren. [appellant] woont op het naastgelegen perceel aan de [locatie 2] in Vijlen. Hij vreest dat het plan voor wat betreft het bijgebouw nadelige gevolgen voor zijn woon- en leefklimaat en de waarde van zijn woning heeft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:560
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202101453/1/R2

202102225/1/R1

Bij besluit van 19 mei 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan de gemeente Amsterdam een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van een erfafscheiding en een blokhut en het realiseren van een tuin op het terrein aan de [locatie A] in Amsterdam, waarbij het gebruik van de tuin is beperkt tot een periode van maximaal tien jaar. [appellanten] wonen op een woonboot. Hun woonboot lag voorheen op de locatie [locatie B] in Amsterdam. In verband met de aanleg van de Bongerdbrug op deze locatie zijn [appellanten] met de gemeente Amsterdam overeengekomen dat hun woonboot wordt verplaatst naar de [locatie A] in Amsterdam. Hierover hebben zij op 21 juni 2016 een verplaatsingsovereenkomst gesloten. Hierin zijn onder andere de nieuwe ligplaats en het gebruik van een strook grond van 25 bij 10 m als tuin geregeld. Ook is in de verplaatsingsovereenkomst vastgelegd dat de gemeente een omgevingsvergunning zal aanvragen voor het gebruik van de tuin, parkeren, erfscheiding en een blokhut.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:577
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202102225/1/R1

202102345/1/R4

Bij besluit van 20 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort, voor zover thans van belang, aan [appellant] de last onder dwangsom opgelegd om een hekwerk te verwijderen nabij zijn woning aan de [locatie]. [appellant] heeft in 1991/1992 een woning laten bouwen op het perceel [locatie] te Amersfoort. De woning van [appellant] staat bekend als het "Russisch Paleisje" en betreft een ontwerp van de architect P. Blom. Rondom de woning is een hekwerk aanwezig. Het college is onder meer handhavend opgetreden tegen een deel van dit hekwerk. Het college vindt dat [appellant] een deel van het hekwerk moet verwijderen, namelijk het deel dat op gemeentelijke grond staat. Volgens het college is sprake van een overtreding, aangezien er geen vergunning voor de bouw van het hekwerk is verleend. [appellant] is van mening dat met de bouwvergunning voor het "Russisch paleisje" ook de bouw van het hekwerk is vergund, zodat geen sprake is van een overtreding.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:559
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202102345/1/R4

202102376/1/A3

Bij besluit van 24 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westland een handhavingsverzoek van [appellante] afgewezen. [appellante] woont in de woning aan de [locatie 1] in Monster, die zij in 2013 heeft laten bouwen. Die woning staat in de nabijheid van de woning aan de [locatie 2]. Langs haar woning loopt de zogeheten tuinderslaan. Volgens [appellante] was de tuinderslaan een uitweg in de zin van de Algemene plaatselijke verordening. Parallel langs de tuinderslaan lag een van die laan gescheiden pad voor langzaamverkeer. In 2016 zijn de tuinderslaan en het pad samengevoegd tot één weg. Van het intensieve gebruik van de nieuwe weg ervaart [appellante] overlast. Zij verwacht dat die overlast alleen maar groter wordt als er in de omgeving nieuwe woningen worden gebouwd. Op 30 april 2019 heeft zij het college verzocht handhavend op te treden tegen de veranderingen aan de tuinderslaan, zodat de vorige situatie met twee van elkaar gescheiden wegen wordt hersteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:555
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202102376/1/A3

202102848/1/A2

Bij besluit van 7 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heumen een aanvraag van Wicoja en anderen om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellant A] en anderen zijn gezamenlijk of afzonderlijk de eigenaren van zeven percelen, plaatselijk bekend [locatie] te Malden, gemeente Heumen, kadastraal bekend gemeente Heumen, sectie G, nrs. 5437, 5545, 5438, 4092, 5548, 5549 en 4557 (gedeeltelijk). Op de gronden van de percelen (hierna: het terrein) is een tuincentrum gevestigd. Op 25 oktober 2017 hebben [appellant A] en anderen het college verzocht om een tegemoetkoming in planschade die zij hebben geleden als gevolg van de inwerkingtreding van het bij raadsbesluit van 13 juli 2017 vastgestelde bestemmingsplan Kern Malden (hierna: het nieuwe bestemmingsplan). Volgens dit bestemmingsplan mag het terrein alleen voor een tuincentrum worden gebruikt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:549
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202102848/1/A2

202103130/1/A3

Bij besluit van 15 juni 2018 heeft de algemene raad van de Nederlandse Orde van Advocaten het verzoek van [appellant] om ontkoppeling van de lijst waarop zijn schorsing staat vermeld met zoekmachines op internet afgewezen. [appellant] heeft van 2011 tot en met 1 juni 2018 als advocaat ingeschreven gestaan op het tableau van de Nederlandse Orde van Advocaten. Na een klachtprocedure heeft de raad van discipline hem bij wijze van tuchtrechtelijke maatregel op 17 januari 2017 onvoorwaardelijk geschorst voor de duur van vier maanden. De raad van discipline heeft ingevolge artikel 8a, tweede en derde lid, van de Advocatenwet bepaald dat deze schorsing voor eenieder voor een periode van vijf jaar zichtbaar zal zijn op het tableau. Het hof van discipline heeft deze uitspraak op 10 juli 2017 bekrachtigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:569
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202103130/1/A3

202103413/1/A3

Bij besluit van 12 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Breda aan [appellant] een last onder bestuursdwang opgelegd. [appellant] is eigenaar van een motor. Op 6 november 2019 heeft een buitengewoon opsporingsambtenaar geconstateerd dat deze motor op de openbare weg stond geparkeerd. Het zadel van de motor ontbrak, waardoor de bedrading van de motor zichtbaar was, en de motor had twee platte banden. Ook zat er geen accu in de motor. Ingevolge artikel 5:5 van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018 is het verboden een voertuig dat rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en tevens in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert op de weg te parkeren. Volgens het college is de motor in een dergelijke staat. Het heeft daarom aan [appellant] een last onder bestuursdwang opgelegd. De last houdt in dat hij binnen vijf dagen de motor moet verwijderen en verwijderd moet houden van de weg.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:567
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202103413/1/A3

202103665/1/A2

Bij besluit van 22 februari 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waddinxveen een aanvraag van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellant] is eigenaar van het bedrijfspand aan de [locatie] te Waddinxveen. Het bedrijfspand ligt in winkelcentrum De Passage. Onder het planologische regime van het bij raadsbesluit van 30 januari 2013 vastgestelde bestemmingsplan Van station tot hefbrug hadden de gronden en gebouwen van winkelcentrum De Passage een bestemming voor kantoren, dienstverlening, maatschappelijke dienstverlening met uitzondering van peuterspeelzalen en/of kinderdagverblijven, wonen op de verdieping, aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten en detailhandel op de begane grond. In verband met de ontwikkeling van een nieuw winkelcentrum, elders in Waddinxveen, heeft het college met een projectontwikkelaar een afspraak gemaakt over de sanering van ruim 5.500 m² aan bestaande winkelruimte in Waddinxveen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:550
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202103665/1/A2

202105173/1/R4

[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank van 21 juli 2021, waarbij zijn verzet tegen de uitspraak van de rechtbank van 6 november 2020 ongegrond is verklaard. [appellant] heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht verzocht om een omgevingsvergunning voor het reconstrueren van de keldermuur van zijn pand aan de [locatie] te Utrecht. [appellant] heeft het college verzocht om een omgevingsvergunning voor het reconstrueren van de keldermuur van zijn pand aan de [locatie] te Utrecht. Bij brief van 19 juli 2019 heeft het college meegedeeld dat het verzoek niet behandeld wordt. Het bouwplan heeft namelijk deels betrekking op het perceel van de buren en zij geven daarvoor geen toestemming. Dat betekent dat het bouwplan niet kan worden verwezenlijkt, [appellant] geen belanghebbende is bij zijn verzoek om vergunning, en dus geen sprake is van een aanvraag, aldus het college. [appellant] heeft bezwaar gemaakt tegen deze brief.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:557
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202105173/1/R4

202105447/1/A3

Bij besluit van 27 oktober 2020 heeft de korpschef van politie het verzoek van [appellant] tot inzage van de politiegegevens die over hem worden verwerkt op grond van artikel 25 van de Wet politiegegevens toegewezen, in die zin dat aan hem een overzicht is verstrekt. [appellant] heeft de korpschef verzocht om kennisname van op hem betrekking hebbende politiegegevens. De korpschef heeft hem een overzicht verstrekt van registraties waarin zijn persoonsgegevens zijn verwerkt. Hij heeft daarbij medegedeeld dat in verband met het coronavirus in beginsel geen inzage wordt verleend in stukken. Mocht er toch een dringende reden zijn voor inzage, dan kan [appellant] daartoe wel een verzoek indienen. In het besluit heeft de korpschef de feitelijke werkwijze bij inzage uitgelegd. Hij heeft vermeld dat er bij inzage geen afschriften van documenten zullen worden verstrekt. [appellant] wil wel afschriften van de documenten waarin zijn persoonsgegevens zijn verwerkt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:568
Datum uitspraak
23 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • Politiegegevens
  • uitspraakin de zaak202105447/1/A3

202102182/1/V2

Bij besluit van 21 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:545
Datum uitspraak
22 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102182/1/V2

202104377/1/V2

Bij besluit van 18 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:544
Datum uitspraak
22 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202104377/1/V2

202107913/2/R1

Bij besluit van 2 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen vastgesteld dat op het gemeentelijk terrein tussen de Bronsgeeststraat, Biezenstraat, Weurtseweg en Krayenhofflaan en enkele aangrenzende percelen te Nijmegen een geval van ernstige bodemverontreiniging aanwezig is, waarvan, voor zover het perceel [locatie] en het aangrenzend zuidelijke deel van het gemeentelijk terrein betreft, spoedige sanering noodzakelijk is. Het college heeft voorts besloten dat uiterlijk binnen 1 jaar na inwerkingtreding van het besluit met de sanering door de gemeente moet worden begonnen en dat binnen 9 maanden na inwerkingtreding van het besluit door de gemeente een saneringsplan ter goedkeuring aan het college moet worden voorgelegd. Er zijn verder tijdelijke beveiligingsmaatregelen op een deel van de locatie van toepassing. De gemeente Nijmegen is van plan om de locatie te herontwikkelen ten behoeve van het realiseren van woningen en appartementen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:542
Datum uitspraak
22 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak202107913/2/R1

202201093/2/V3

Bij besluit van 24 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdelingen om hun een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:546
Datum uitspraak
22 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202201093/2/V3

202103208/2/V1

Bij besluit van 26 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:539
Datum uitspraak
21 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202103208/2/V1

202107896/2/R1

Bij besluit van 21 oktober 2021 heeft de raad van de gemeente Noord-Beveland van de gemeente Noord-Beveland het bestemmingsplan "Wissenkerke, [locatie 1]" vastgesteld. Het plan voorziet in de uitbreiding van een kleinschalig recreatiepark met 11 recreatiewoningen en een gebouw voor daarbij behorende centrale voorzieningen, zoals een receptie en een ontspanningsruimte, op het perceel [locatie 1] te Wissenkerke. Het plangebied is gelegen aan de noordoost zijde van Wissenkerke op de hoek van de Dorpsdijk en de Keihoogteweg en heeft een oppervlakte van ongeveer 12.250 m2. [verzoeker sub 1] woont op het perceel [locatie 2] en [verzoeker sub 2] woont op het perceel [locatie 3]. Deze percelen bevinden zich in de onmiddellijke omgeving van het betrokken plangebied. Hun verzoeken om voorlopige voorziening strekken tot schorsing van het gehele plan, totdat de Afdeling uitspraak heeft gedaan op de door hen ingestelde beroepen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:535
Datum uitspraak
21 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202107896/2/R1

202200187/1/V3

Bij besluit van 23 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:540
Datum uitspraak
21 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202200187/1/V3

202200639/1/R3

Bij besluit van 26 januari 2022 heeft het college van gedeputeerde staten van Flevoland aan Harderwold Management B.V. een last onder dwangsom opgelegd. Harderwold Management B.V. beschikt over een onherroepelijke omgevingsvergunning voor onder meer de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor het realiseren van een tijdelijk zonnepark op het voormalige golfterrein aan de Pluvierenweg 5 in Zeewolde. Door Harderwold Management B.V. worden voor het realiseren van dit zonnepark ter plaatse ontgrondingswerkzaamheden uitgevoerd. Het verzoek om voorlopige voorziening van Harderwold Management B.V. strekt ertoe dat de werking van het besluit van 26 januari 2022 tenminste wordt geschorst totdat het college heeft beslist op het door haar daartegen gemaakte bezwaar.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:536
Datum uitspraak
21 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Ontgrondingen
  • uitspraakin de zaak202200639/1/R3

202200651/2/V3

Bij besluit van 28 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:541
Datum uitspraak
21 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200651/2/V3

202200977/2/V3

Bij besluit van 12 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:543
Datum uitspraak
21 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200977/2/V3

202006717/1/V2

Bij besluit van 12 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:538
Datum uitspraak
18 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006717/1/V2

202100462/2/V2.

Bij besluit van 7 augustus 2020 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en geweigerd om hem ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:530
Datum uitspraak
18 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100462/2/V2.

202101991/3/V3

Bij besluit van 23 maart 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen, geweigerd hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen en hem opgedragen om Nederland binnen vier weken na afloop van het voorlopig verleende uitstel van vertrek te verlaten (dit laatste hierna: het terugkeerbesluit).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:528
Datum uitspraak
18 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101991/3/V3

202108057/1/V3

Bij besluiten van 22 oktober 2020 heeft de minister aanvragen van de vreemdelingen om hun visa voor kort verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:534
Datum uitspraak
18 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202108057/1/V3

202004255/1/V2

Bij besluit van 25 juli 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij aanvullend besluit van 9 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de duur van het door hem aan de vreemdeling opgelegde inreisverbod verlaagd naar twee jaar.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:519
Datum uitspraak
17 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004255/1/V2

202100016/1/V2

Bij besluit van 28 januari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:527
Datum uitspraak
17 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202100016/1/V2

202102642/1/V1

Bij besluit van 26 mei 2019 heeft de minister van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 7 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard en de vreemdeling ongewenst verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:524
Datum uitspraak
17 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202102642/1/V1

202106835/1/V2

Bij besluit van 11 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:523
Datum uitspraak
17 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106835/1/V2

202107052/1/V3

Bij besluit van 20 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:522
Datum uitspraak
17 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107052/1/V3

202107053/1/V3

Bij besluit van 20 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:520
Datum uitspraak
17 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107053/1/V3

202107817/1/V2

Bij besluit van 27 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:525
Datum uitspraak
17 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107817/1/V2

202107900/2/R2

Bij besluit van 30 september 2021 heeft de raad van de gemeente Bergeijk het bestemmingsplan "Achter de Sleutel" vastgesteld. Het plan voorziet in maximaal 44 woningen op een terrein dat wordt ingesloten door de Dorpsstraat, Gildestraat en Tonterstraat. Twee onbebouwde percelen aan de Tonterstraat en Gildestraat worden benut als ontsluiting van de nieuwe woonbuurt. [verzoekers] wonen aan de [locatie] te Riethoven ten westen van het plangebied. De afstand tussen hun woning en de plangrens is ongeveer 35 m en de afstand tot de bouwvlakken waar de woningen kunnen worden opgericht is ongeveer 45 m. Hun achtertuin grenst aan het plangebied. [verzoekers] vrezen voor aantasting van hun woon- en leefklimaat. Keersop Projectontwikkeling Riethoven en [partij] zijn de initiatiefnemers van het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:518
Datum uitspraak
17 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202107900/2/R2

202107961/1/V2

Bij besluit van 3 november 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:521
Datum uitspraak
17 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202107961/1/V2

202200539/2/V2

Bij besluit van 23 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:533
Datum uitspraak
17 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200539/2/V2

202200604/1/V3 en 202200604/2/V3

Bij besluiten van 20 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:532
Datum uitspraak
17 februari 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200604/1/V3 en 202200604/2/V3

202200947/2/V2

Bij besluit van 30 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:529
Datum uitspraak
17 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200947/2/V2

202201052/2/V3

Bij besluiten van 17 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:531
Datum uitspraak
17 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201052/2/V3

202102294/1/V2

Bij besluiten van 12 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard en een inreisverbod tegen hen uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:481
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102294/1/V2

202102400/1/V2

Bij besluit van 3 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:483
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102400/1/V2

202102771/3/R1

Bij uitspraak van 14 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:466, heeft de voorzieningenrechter op verzoek van [verzoeker] het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland opgedragen de werkzaamheden op het perceel van [verzoeker] per 15 februari 2022 stil te leggen. Op de zitting is ambtshalve bezien of aanleiding bestaat de bij die uitspraak getroffen voorlopige voorziening met toepassing van artikel 8:87 van de Awb op te heffen of te wijzigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:537
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202102771/3/R1

202104333/1/V1

Bij besluit van 4 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:476
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202104333/1/V1

202105667/1/V3

Bij besluit van 22 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie binnen 28 dagen te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:475
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202105667/1/V3

202107105/1/V3

Bij besluiten van 31 oktober 2021 en 1 november 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:479
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202107105/1/V3

202108009/1/A2 en 202108009/2/A2

Bij besluit van 17 september 2021 heeft de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen het rijbewijs van [appellant] ongeldig verklaard. Het CBR heeft bij besluit van 19 augustus 2020 bepaald dat [appellant] een cursus verantwoord rijgedrag moet volgen. Hierover gaat het in deze procedure niet. In deze procedure gaat het over de ongeldigverklaring van het rijbewijs van [appellant]. Het CBR heeft hiertoe besloten omdat [appellant] geen gevolg zou hebben gegeven aan een bij brief van 15 juni 2021 verzonden oproeping. Hij is niet verschenen op een cursusdag zonder dat hij hiervoor een overtuigende reden heeft opgegeven, aldus het CBR. [appellant] is het hier niet mee eens. Hij geeft aan dat hij de uitnodiging voor de cursus niet heeft ontvangen waardoor hij hieraan niet kon voldoen. Verder geeft [appellant] aan dat hij onevenredig wordt getroffen door de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs. Het CBR en de rechtbank zijn hem niet gevolgd in zijn betoog en daarom is hij in hoger beroep gekomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:468
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202108009/1/A2 en 202108009/2/A2

202200026/1/V3

Bij besluit van 8 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:474
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202200026/1/V3

202200481/1/V3

Bij besluit van 4 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:482
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202200481/1/V3

202200850/1/V3 en 202200850/2/V3

Bij besluit van 4 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:473
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200850/1/V3 en 202200850/2/V3

202200912/2/V3

Bij besluit van 28 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:526
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200912/2/V3

201900845/3/R2

Bij uitspraak, onderscheidenlijk tussenuitspraak van 13 januari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:45, heeft de Afdeling aan provinciale staten en het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant opgedragen om binnen 26 weken na verzending van deze uitspraak de daarin omschreven gebreken in de besluiten van 22 november 2018 en 7 december 2018 te herstellen. In de einduitspraak, onderscheidenlijk tussenuitspraak van 13 januari 2021 heeft de Afdeling beroepsgronden tegen twee besluiten behandeld. Dat zijn een besluit van 22 november 2018, waarmee het college van gedeputeerde staten goedkeuring heeft verleend aan het projectplan "Projectplan Waterwet Leegveld", dat het dagelijks bestuur van Waterschap Aa en Maas bij besluit van 19 november 2018 heeft vastgesteld en een besluit van 7 december 2018, waarmee provinciale staten het inpassingsplan "PAS Leegveld, Deurne" hebben vastgesteld. De Afdeling heeft in beide besluiten een gebrek geconstateerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:507
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Inpassingsplan
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak201900845/3/R2

201908437/2/R4

Bij tussenuitspraak van 14 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:768 heeft de Afdeling de raad van de gemeente West Maas en Waal opgedragen om binnen twintig weken na de verzending van de tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 13 december 2018, waarbij de raad het bestemmingsplan "Gouden Ham/De Schans, correctie [locatie]" heeft vastgesteld, te herstellen. In het plan heeft de raad aan de [locatie] te Alphen (Gelderland) een bedrijfswoning en paardenfokkerij met maximaal 10 paarden toegestaan. Ter plaatse zijn de bedrijfswoning, de paardenstallen en een paardenbak feitelijk aanwezig. [partij] woont in de bedrijfswoning. Hij is eveneens degene die de paardenfokkerij uitoefent. [appellant] is een omwonende en kan zich niet verenigen met het plan. Hij vreest voor een aantasting van zijn woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:515
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak201908437/2/R4

201908901/4/R3

Bij tussenuitspraak van 7 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:710, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn opgedragen om binnen 16 weken de gebreken in het besluit van 17 oktober 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Parkeren Archeon en ontsluitingsweg Burggooi" te herstellen. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling overwogen dat de raad bij vaststelling van het plan van het gebruikte verkeersmodel, het Regionaal verkeers- en milieumodel Midden-Holland, heeft mogen uitgaan. Verder heeft de Afdeling overwogen dat het besluit tot vaststelling van het plan met betrekking tot de verkeersintensiteit niet berust op een deugdelijke motivering, omdat niet kan worden gecontroleerd of de juiste invoergegevens zijn gebruikt en of de door de raad genoemde verkeersintensiteiten juist zijn. De Afdeling is niet toegekomen aan een inhoudelijke bespreking van het betoog van [appellante] over de ongeschiktheid van de Renaissancelaan bij ontsluiting naar de Goudse Schouw.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:489
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201908901/4/R3

201909302/1/A2

Bij besluit van 13 augustus 2018 heeft de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het subsidiebedrag van de lerarenbeurs voor [appellante] vastgesteld op € 1.795,20 en een bedrag van € 6.916,80 van haar teruggevorderd. [appellante] heeft op 23 mei 2012 een lerarenbeurs aangevraagd voor het volgen van de premaster en de masteropleiding Onderwijswetenschappen aan de Open Universiteit (hierna: OU). De minister heeft bij besluiten van 9 juli 2012, 4 september 2013 en 15 juli 2014 subsidie verleend voor de studiejaren 2012-2013, 2013-2014 en 2014-2015 en als voorschot voor ieder studiejaar € 2.904,00 uitgekeerd. In totaal is dat een bedrag van € 8.712,00. Bij de subsidieverlening heeft de minister als voorwaarde gesteld dat [appellante] binnen drie jaar na afloop van de subsidieperiode haar studie moet hebben afgerond. Zij heeft in november 2017 en daarmee op tijd haar studie afgerond.

Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak201909302/1/A2

202000932/1/R2

Bij besluit van 2 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Halderberge aan [appellant sub 2] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een loods ten behoeve van machineberging, opslag en dierenverblijven op het perceel [locatie 1] te Oud Gastel. [appellant sub 2] heeft op 9 oktober 2017 een omgevingsvergunning aangevraagd voor de bouw van een loods op het perceel, die zal dienen als machineberging, opslag en dierenverblijven voor 15 vleeskalveren tot 8 maanden, 35 zoogkoeien ouder dan 2 jaar en 35 stuks vrouwelijk jongvee tot 2 jaar ter vervanging van vier bestaande loodsen op het perceel, die worden gesloopt. Het bouwplan voorziet in de bouw van een loods met een vloeroppervlakte van 1.048 m2 en een bouwhoogte van 6,7 m. Voor dit bouwplan is een melding gedaan op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer. [appellant sub 1] woont op het aangrenzende perceel aan de [locatie 2]. De nieuwe loods is voorzien op ongeveer 35 m van zijn woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:513
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202000932/1/R2

202001827/1/A2

Bij besluit van 18 september 2018 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap Limburg aan [appellant] € 206.010,00, vermeerderd met wettelijke rente van € 17.048,00, aan nadeelcompensatie toegekend. [appellant] exploiteert samen met zijn zoon een agrarische onderneming aan de [locatie] te [plaats]. Meerdere percelen van het landbouwbedrijf bevinden zich nabij de instroom van de Horsterbeek in de Eckeltsebeek. Het waterschap heeft in 2005 de Eckeltsebeek heringericht, waardoor het waterpeil is gewijzigd. Ter uitvoering van het plan Herinrichting Eckeltsebeek van 18 februari 2004, is de beek meanderend gemaakt stroomafwaarts van de percelen van [appellant]. Hierdoor is ter plaatse van de percelen de waterstand van de Eckeltsebeek verhoogd. Op 15 juni 2016 heeft [appellant] schade door regenval in de periode 28 mei 2016 tot 3 juni 2016 gemeld. De regenval heeft, volgens hem, door de te geringe afvoercapaciteit en het te hoge peil van de Eckeltsebeek, en daardoor ook van de Horsterbeek, tot schade geleid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:488
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202001827/1/A2

202001917/1/R2

Bij besluit van 23 januari 2020 heeft de raad van de gemeente Sint-Michielsgestel het bestemmingsplan "Actualisatieplan Kommen Berlicum en Middelrode" vastgesteld. Het plan is een actualisering en uniformering van de bestemmingsplannen voor de kommen van Berlicum en Middelrode. [appellant sub 1] heeft een autobedrijf aan de [locatie 1]. Hij kan zich er niet mee verenigen dat zijn autobedrijf niet als zodanig is bestemd. [appellant sub 2] en anderen wonen aan de [locatie 2], [locatie 3] en [locatie 4]. Zij kunnen zich er niet mee verenigen dat op hun percelen de bestemming "Bedrijventerrein" is gelegd, omdat zij de woningen op die percelen al jaren gebruiken als burgerwoning. Ook verzetten zij zich tegen de bestemming "Bedrijventerrein", die is gelegd op de twee bedrijventerreinen ten noorden en ten zuiden van de straat De Nieuwe Ploeg, omdat de raad niet heeft onderzocht of dit hun woon- en leefklimaat aantast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:512
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202001917/1/R2

202002919/1/A2

Bij besluit van 3 juli 2017 heeft het dagelijks van het Waterschap De Dommel bestuur het verzoek van [appellant] om nadeelcompensatie afgewezen. [appellant] exploiteert een rundveehouderij in [woonplaats]. Hij verbouwt op enkele van zijn percelen gras en snijmais. Dit wordt als ruwvoer voor het rundvee gebruikt. Zware regenval in de periode 30 mei tot 30 juni 2016 heeft tot wateroverlast geleid op twee percelen die langs de Buulder Aa liggen. Het overtollige water heeft tot halverwege juni op het land extreme vernatting gegeven. Volgens [appellant] bedraagt de schade in de vorm van beschadiging en een verminderde opbrengst van gras en snijmais € 16.097,- exclusief BTW. Op 3 juni 2016 heeft [appellant] de schade gemeld en het waterschap De Dommel aansprakelijk gesteld voor gewasschade.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:504
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202002919/1/A2

202003129/1/V2 en 202004875/1/V2

Bij besluit van 30 augustus 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van vreemdeling S om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 18 juni 2020 heeft de staatssecretaris een aanvraag van vreemdeling A om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd. De staatssecretaris, in Nederland de nationale beslissingsautoriteit, stelt zich op het standpunt dat een politieke overtuiging en de daaruit voortvloeiende activiteiten ‘fundamenteel’ moeten zijn om beschermd te kunnen worden. Hij bedoelt hiermee dat een politieke overtuiging en de daaruit voortvloeiende activiteiten vluchtelingenrechtelijke bescherming pas kunnen rechtvaardigen, als deze zo fundamenteel zijn voor de identiteit of morele integriteit van een vreemdeling dat van hem niet mag worden gevraagd dat hij deze overtuiging en activiteiten opgeeft of verbergt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:505
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Verwijzingsuitspraak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003129/1/V2 en 202004875/1/V2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202003129/1/V2 en 202004875/1/V2

202003259/1/R1

Bij besluit van 19 december 2018 heeft de raad van de gemeente Amsterdam het warmteplan "Sluisbuurt 2018" vastgesteld. Het warmteplan legt de aansluitplicht in de Sluisbuurt op het warmtenet van Westpoort Warmte vast op basis van de retourwarmte uit het Oostelijk Havengebied. In het plan is een aansluitplicht opgenomen voor 2.700 woningen en 65.000 m² bruto vloeroppervlak aan voorzieningen op het warmtenet. Na een inleiding beschrijft hoofdstuk 2 van het warmteplan het warmtenet en de aansluiting daarop. Hoofdstuk 3 beschrijft de mate van energiezuinigheid en bescherming van het milieu van het warmtenet. In hoofdstuk 4 komt het beroep op gelijkwaardigheid - de wijze waarop afwijking van de aansluitplicht mogelijk is - aan de orde. Hoofdstuk 4 sluit af met een voorbeeld. Daarmee wordt geïllustreerd hoe wordt vastgesteld of een aangedragen alternatief gelijkwaardig is aan aansluiting op het warmtenet. Het uitgewerkte voorbeeld ziet op warmteopwekking door middel van een elektrische warmtepomp.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:517
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202003259/1/R1

202003437/1/R2

Bij besluit van 30 april 2020 heeft de raad van de gemeente Valkenswaard het bestemmingsplan "Kerkeind" vastgesteld. Het plan maakt de oprichting van acht woningen aan het Kerkeind te Valkenswaard mogelijk. Deze woningen zijn voorzien op gronden die nu als tuin in gebruik zijn bij de percelen ten zuiden van de percelen van [appellant] en anderen. [appellant] en anderen kunnen zich niet met het plan verenigen. Zij vrezen een ernstige aantasting van hun woon- en leefklimaat. Ook hebben zij een aantal bezwaren van procedurele aard naar voren gebracht. [appellant] en anderen betogen dat het college ten onrechte geen uitvoering heeft gegeven aan het raadsbesluit van 28 november 2019, waarin de raad het ontwerpplan terug heeft verwezen naar de raadscommissie. Volgens [appellant] en anderen heeft de raad het college de opdracht gegeven om in samenspraak met de projectontwikkelaar en de omwonenden tot een ontwerp te komen met meer draagvlak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:491
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202003437/1/R2

202003856/1/R3

Bij besluit van 8 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, onder aanvullende eisen, hogere geluidgrenswaarden als bedoeld in artikel 110a, eerste lid, van de Wet geluidhinder vastgesteld ten behoeve van de op het perceel Laan van Oud-Kralingen 50 in Rotterdam te realiseren woningen. Op het perceel is een transformatie beoogd van een bestaand schoolgebouw in zestien zorgwoningen. Hiervoor is een omgevingsvergunning verleend. Voor deze ontwikkeling heeft het college het besluit hogere waarden vastgesteld. Met dit besluit is voor dertien van de zestien zorgwoningen een hogere waarde vastgesteld van maximaal 58 dB vanwege wegverkeerslawaai afkomstig van de nabijgelegen Jacques Dutilhweg. [appellant A] en [appellant B] zijn omwonenden van de Jacques Dutilhweg en het perceel, die opkomen tegen het besluit hogere waarden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:510
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Geluid
  • uitspraakin de zaak202003856/1/R3

202003906/1/R2

Bij besluit van 7 mei 2020 heeft de raad van de gemeente Meierijstad het bestemmingsplan "[locatie] te Veghel" vastgesteld. Het plan ziet op het perceel aan de [locatie] in Veghel (hierna: het perceel) waar een bouwbedrijf is gevestigd. Het plan voorziet in een verkleining van het bouwvlak van 34.644 m2 naar 29.116 m2. Het bouwvlak is opgedeeld in drie zones waarin het maximum te bebouwen percentage verschilt. Binnen het bouwvlak neemt de totale toegestane oppervlakte aan bebouwing toe van 6.325 m2 naar 11.933 m2. Aan de randen van het perceel wordt de bestemming "Bedrijf" gewijzigd naar de bestemming "Groen", zodat daar geen gebouwen gerealiseerd kunnen worden. Tot slot wordt de bestemming "Bedrijf" aan de achterzijde van het perceel uitgebreid van een totaal van 36.375 m2 naar 37.760 m2. [appellante] exploiteert een varkenshouderij op een perceel dat grenst aan de oostzijde van het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:495
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202003906/1/R2

202004728/1/A2

Bij besluit van 22 juli 2019 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat [appellant] een schadevergoeding van € 11.650, te vermeerderen met de wettelijke rente, toegekend. [appellant] is sinds 9 februari 1984 eigenaar van de woning aan de [locatie] te Rotterdam (hierna: de woning). Op 15 maart 2018 heeft hij bij de minister een verzoek ingediend om vergoeding van de schade die hij heeft geleden als gevolg van het Tracébesluit A16 Rotterdam van 29 juni 2016. Het Tracébesluit voorziet onder meer in de aanleg en ingebruikname van de afrit van de A16 bij de Terbregseweg. Aan het verzoek heeft [appellant] ten grondslag gelegd dat hij hierdoor schade lijdt of zal lijden in de vorm van waardevermindering van de woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:487
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202004728/1/A2

202005091/1/A2

Bij besluit van 15 februari 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de kinderopvangtoeslag van [appellant] over 2017 definitief berekend en vastgesteld op nihil. [appellant] is sinds 8 februari 2010 getrouwd met [toeslagpartner]. Samen hebben zij twee kinderen die in 2017 gebruikmaakten van kinderopvang. [appellant] heeft een onderneming en is samen met een zoon uit een eerdere relatie in 2010 en 2016 overeenkomsten aangegaan met het bedrijf Chemtec Chemicals B.V. Deze overeenkomsten hebben betrekking op een licentieverstrekking voor een receptuur voor een verfreiniger en een merknaam: ‘Universol’. [appellant] en deze zoon zijn eigenaar van de receptuur en merknaam. Chemtec Chemicals B.V. verkoopt een verfreiniger onder deze naam en betaalt hiervoor een vergoeding aan [appellant] en zijn zoon. Aan [appellant] is bij besluit van 21 juni 2017 een voorschot kinderopvangtoeslag verleend ter hoogte van € 5.629,00.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:493
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202005091/1/A2

202006380/1/R2

Bij besluit van 10 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Drimmelen Zonnepark De Bergen B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van Zonnepark De Bergen in Terheijden, gemeente Drimmelen, voor de duur van 25 jaar. Op 15 oktober 2018 heeft Izzy Projects een aanvraag om omgevingsvergunning bij het college ingediend voor realisering van "Zonnepark De Bergen". Het project is voorzien in het buitengebied van Drimmelen, ten zuidoosten van de kern Terheijden. Het zonnepark bestaat volgens de bij de aanvraag behorende ruimtelijke onderbouwing uit een veldopstelling van zonnepanelen met bijbehorende werken. Verder is volgens de aanvraag ruimte gereserveerd voor groenvoorzieningen, watergangen en een wandelpad. De veldopstelling van zonnepanelen neemt ongeveer 9,5 hectare in beslag en zal bestaan uit ongeveer 31.000 panelen. Circa 5,5 hectare wordt gebruikt voor de landschappelijke inpassing van het project.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:437
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202006380/1/R2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202006380/1/R2

202006547/2/A2

Deze zaak gaat over een afgewezen verzoek om herziening van definitief berekende kinderopvangtoeslag 2017, leidende tot een terugvordering ad € 3.850 inclusief rente. Het hogere beroep is ingesteld door [appellante] tegen een voor haar ongunstige uitspraak van de Rechtbank Amsterdam. Haar beroep bij de Rechtbank was gericht tegen de afwijzing van haar verzoek aan de Belastingdienst/Toeslagen (hierna: Toeslagen) om herziening van diens definitieve berekening van haar kinderopvangtoeslag 2017 op € 5.687. Omdat zij over 2017 al een voorschot ad € 9.465 had ontvangen, heeft Toeslagen het verschil ad € 3.775 vermeerderd met € 75 rente van haar teruggevorderd, kennelijk bij dezelfde beschikking als die waarin die definitieve toeslagberekening is opgenomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:516
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Conclusie
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202006547/2/A2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202006547/2/A2

202006627/1/R2, 202006628/1/R2, 202006629/1/R2 en 202006630/1/R2

Bij besluit van 16 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Drimmelen de aanvraag van NaGa Solar Holding B.V. om een omgevingsvergunning voor realisering van "Zonnepark Nieuwstraat-Vogelstraat Wagenberg" op het perceel plaatselijk bekend Nieuwstraat te Wagenberg, geweigerd. NaGa Solar heeft op 13 september 2018 bij het college een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor realisering van "Zonnepark Nieuwstraat-Vogelstraat Wagenberg". Het project is volgens de ruimtelijke onderbouwing van 27 februari 2019 voorzien aan de noordkant van Wagenberg aan de Nieuwstraat, tussen de kern Wagenberg en de provinciale weg. Het project zal 7,3 hectare beslaan, bestaande uit 6,5 hectare zonnepanelen en 0,8 hectare natuur.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:442
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202006627/1/R2, 202006628/1/R2, 202006629/1/R2 en 202006630/1/R2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202006627/1/R2, 202006628/1/R2, 202006629/1/R2 en 202006630/1/R2

202006754/1/A2

Bij besluit van 6 februari 2019 heeft het college van dijkgraaf en heemraden van het waterschap Hollandse Delta de verzoeken van [appellant] van 25 juli 2017 en 26 maart 2018 tot het instellen van parkeerverboden voor de passeerhavens aan de Schenkeldijk te Klaaswaal en ter hoogte van Schenkeldijk nummer 23 niet verder in behandeling genomen (lees: afgewezen). [appellant] heeft een agrarisch bedrijf aan de Schenkeldijk te Klaaswaal. Hij maakt met zware landbouwvoertuigen gebruik van de Schenkeldijk om zijn in de omgeving gelegen landerijen te bereiken. Daarbij ondervindt hij problemen bij het passeren van geparkeerde voertuigen. Bij brief van 24 augustus 2015 heeft [appellant] het college verzocht een verkeersbesluit te nemen, inhoudende het instellen van een parkeerverbod op de rijbaan en de passeerstroken op de Schenkeldijk. Bij besluit van 22 december 2015 heeft het college dit verzoek afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:496
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202006754/1/A2

202006870/1/R3

Bij besluit van 4 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk [appellante] onder oplegging van een dwangsom gelast om 4 penanten, 2 toegangspoorten en het deel van de erfafscheiding dat direct grenst aan de uitbouw op het perceel [locatie 1] in Noordwijk te verlagen en verlaagd te houden tot ofwel een hoogte van 1 m, ofwel tot dezelfde hoogte als de aansluitende erfafscheiding. [appellante] heeft zonder omgevingsvergunning in de voortuin van haar perceel een erfafscheiding gerealiseerd. De erfafscheiding bestaat uit muren aan weerszijden van een toegangspad vanaf het trottoir naar de voordeur van de woning. Op en in de muren van de erfafscheiding bevinden zich enkele hogere bouwdelen. De muren van de erfafscheiding zijn volgens het college iets hoger en volgens [appellante] iets lager dan 1 m. Aan de noordoostelijke zijde vormt de muur een afscheiding met het perceel [locatie 2].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:492
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202006870/1/R3

202100226/1/A3

Bij brief van 23 december 2019 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gereageerd op een verzoek van Asbestverwijdering Ede B.V. e.a. om met hen in overleg te treden over het voor hen vanaf 2007 buiten toepassing laten van de algemeenverbindendverklaring van de collectieve arbeidsovereenkomsten Bouwnijverheid, Bouw & Infra en BTER en de verplichtstelling tot deelname aan de bedrijfstakpensioenfondsen in die sectoren. De minister kan op grond van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten algemeen verbindend verklaren. Dat heeft tot gevolg dat werkgevers die niet bij de totstandkoming van een collectieve overeenkomst betrokken zijn geweest, maar wel onder de betreffende bedrijfstak vallen, zich moeten houden aan de bepalingen van die collectieve arbeidsovereenkomst.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:501
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202100226/1/A3

202100486/1/A3

Bij besluit van 23 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tynaarlo een aanvraag van [appellant] om verlening van een ontheffing van het parkeerverbod van artikel 5:8, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Tynaarlo 2019 afgewezen. Het college heeft de aanvraag van [appellant] bij besluit van 23 mei 2019 afgewezen in het belang van het uiterlijk aanzien van de woonwijk. Volgens het college zijn er voldoende andere mogelijkheden voor [appellant] om zijn bus te parkeren. Het college heeft bij besluit van 21 april 2020 de afwijzing in stand gelaten onder verwijzing naar het advies van de commissie bezwaarschriften, maar het bezwaar gegrond verklaard en het besluit van 23 mei 2019 herroepen, omdat in het besluit van 23 mei 2019 ten onrechte niet de belangen van [appellant] en omwonenden waren afgewogen. De rechtbank heeft het beroep van [appellant] tegen het besluit van 21 april 2020 ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:503
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202100486/1/A3

202100504/1/A3

Bij besluit van 21 juni 2019 heeft de minister de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zijn beslissing om op 6 juni 2019 met spoed bestuursdwang zonder voorafgaande last toe te passen, op schrift gesteld. Op 30 oktober 2018 heeft de CITES Management Autoriteit van Hong Kong aan Royaums een vergunning verleend voor de uitvoer van 125 paar schoenen gemaakt van pythonleer. Het gaat om leer van de soort 'Pythonidae spp'. Deze soort staat in bijlage B van de Basisverordening. Deze uitvoervergunning was geldig tot 30 april 2019. Op 8 februari 2019 heeft de Nederlandse CITES Management Autoriteit aan Royaums een vergunning verleend voor de invoer van deze zending. Deze vergunning was geldig tot en met 8 augustus 2019. De zending is na het verlopen van de geldigheid van de uitvoervergunning, vanuit Hong Kong verzonden. Op 23 mei 2019 kwam de zending aan in Nederland. Op diezelfde datum constateerden ambtenaren van de Belastingdienst dat de uitvoervergunning voor de zending was verlopen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:506
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202100504/1/A3

202100577/1/A3

Bij besluit van 10 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast artikel 2.4.5, eerste lid, van de Verordening op het binnenwater 2010 niet opnieuw te overtreden. Een toezichthouder van Waternet heeft een advertentie op Marktplaats aangetroffen waarin een sloep met schipper te huur werd aangeboden waarmee vaartochten konden worden gemaakt in Amsterdam. Omdat de toezichthouder betwijfelde of de aanbieder van deze vaartochten beschikte over de daarvoor vereiste vergunning, heeft hij aan Hoffmann Bedrijfsrecherche B.V. (hierna: Hoffmann) de opdracht gegeven om een vaartocht af te nemen. Een medewerker van Hoffmann heeft deze vaartocht afgenomen op 7 juli 2018. Over deze vaartocht heeft Hoffmann een rapport uitgebracht. Daarin staat dat de afspraak voor de vaartocht telefonisch is gemaakt en dat een uurtarief van € 125,- is afgesproken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:509
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202100577/1/A3

202100620/1/A3

Bij besluit van 28 oktober 2019 heeft de korpschef van politie een verzoek van [appellant] om inzage in politiegegevens afgewezen. [appellant] wilde antwoorden op zijn vragen voor een artikel dat hij wilde schrijven over harddrugs. Hij vermoedde dat de aanhouding te maken had met harddrugs. Daarnaast heeft hij gewezen op het belang van vrije nieuwsgaring in een open democratische samenleving. De korpschef heeft naar aanleiding van het verzoek van [appellant] telefonisch contact met hem opgenomen met de mededeling dat niet de Wpg maar de Wob eventueel relevant zou kunnen zijn voor zijn verzoek. [appellant] gaf volgens de van dit gesprek opgemaakte telefoonnotitie te kennen een beslissing op zijn verzoek te willen en dus op grond van de Wet politiegegevens. De korpschef heeft het verzoek van [appellant] afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:498
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202100620/1/A3
vorige pagina1...174175176...1.207volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon