Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.787
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202106631/1/R2

Bij besluit van 14 april 2020 heeft de raad van de gemeente Beekdaelen het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Rode Beek" vastgesteld. De Afdeling heeft in de uitspraak van 17 maart 2021, ECLI:NL:RVS:2021:578, kort gezegd, overwogen dat het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Rode Beek" zoals vastgesteld op 14 april 2020 in strijd is met artikel 2.6.4, derde en vierde lid, van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening, voor zover in het plan geen beperkingen zijn gesteld aan de hoogte voor objecten die niet worden "gebouwd" op de gronden met de bestemming "Bedrijventerrein" en voor zover daarin geen beperkingen zijn gesteld aan de hoogte van objecten, niet zijnde gebouwen of bouwwerken geen gebouw zijnde, op de gronden met de bestemming "Groen" en "Verkeer" en de Afdeling heeft het plan in zoverre vernietigd. De Afdeling heeft de raad opgedragen om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van hetgeen is overwogen in die uitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1701
Datum uitspraak
15 juni 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202106631/1/R2

202106976/1/R4

[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank van 12 oktober 2021, waarbij zijn verzet tegen de uitspraak van de rechtbank van 4 augustus 2021 ongegrond is verklaard. [appellant] heeft beroep ingesteld wegens het niet-tijdig nemen van een besluit op zijn bezwaar. Bij de uitspraak van 4 augustus 2021 heeft de rechtbank dit beroep met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft overwogen dat [appellant] het beroep heeft ingesteld op 21 juni 2021 terwijl het college als gevolg van de eerdere uitspraak van de rechtbank van 25 januari 2021 dwangsommen heeft verbeurd tot en met 16 juli 2021. Daarom kan [appellant] volgens de rechtbank redelijkerwijs niet in een gunstiger positie komen en is het beroep niet-ontvankelijk. [appellant] heeft tegen deze uitspraak verzet gedaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1688
Datum uitspraak
15 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202106976/1/R4

202106978/1/R4

[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank van 12 oktober 2021, waarbij zijn verzet tegen de uitspraak van de rechtbank van 16 augustus 2021 ongegrond is verklaard. [appellant] heeft beroep ingesteld wegens het niet-tijdig nemen van een besluit op zijn bezwaar. Bij de uitspraak van 16 augustus 2021 heeft de rechtbank dit beroep met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft overwogen dat [appellant] het beroep heeft ingesteld terwijl het college op dat moment als gevolg van de eerdere uitspraak van de rechtbank van 28 januari 2021 nog dwangsommen verbeurde. Daarom kan [appellant] volgens de rechtbank redelijkerwijs niet in een gunstiger positie komen en is het beroep niet-ontvankelijk. [appellant] heeft tegen deze uitspraak verzet gedaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1686
Datum uitspraak
15 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202106978/1/R4

202106980/1/R4

Bij uitspraak van 27 oktober 2021 heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard van het door [appellant] ingestelde beroep wegens het niet-tijdig nemen van een besluit kennis te nemen. [appellant] heeft het college verzocht om een omgevingsvergunning voor het herbouwen van de aanbouw op de begane grond en eerste verdieping en het verhogen van de aanbouw tot de vierde verdieping aan de achterzijde van zijn pand aan de [locatie] in Utrecht. Bij brief van 17 september 2020 heeft het college meegedeeld dat het verzoek niet behandeld wordt. Het bouwplan heeft vanwege een mandelige muur namelijk deels betrekking op het perceel van de buren en zij geven daarvoor geen toestemming. Dat betekent dat het bouwplan niet kan worden verwezenlijkt, [appellant] geen belanghebbende is bij zijn verzoek om vergunning, en dus geen sprake is van een aanvraag, aldus het college. [appellant] heeft bezwaar gemaakt tegen deze brief. Hij betwist dat het bouwplan zonder toestemming van de buren niet kan worden verwezenlijkt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1593
Datum uitspraak
15 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202106980/1/R4

202106982/1/R4

Bij besluit van 24 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen het slopen van een dwarsmuur en een steunpilaar in het pand [locatie] in Utrecht, afgewezen. Deze zaak gaat over het derde beroep van [appellant] tegen het uitblijven van een besluit op zijn bezwaar tegen het besluit van 24 juli 2019. De rechtbank heeft het eerste beroep bij uitspraak van 1 mei 2020 gegrond verklaard. Daarbij heeft de rechtbank het college opgedragen om binnen zes weken na verzending van die uitspraak een besluit op het bezwaar te nemen en bepaald dat het college aan [appellant] een dwangsom van € 100,00 verbeurt voor elke dag waarmee het deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,00. De rechtbank heeft het tweede beroep bij uitspraak van 18 maart 2021 gegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1687
Datum uitspraak
15 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202106982/1/R4

202106984/1/R4

Bij besluit van 24 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen het openbreken van een keldergewelf in het pand [locatie] in Utrecht, afgewezen. Deze zaak gaat over het derde beroep van [appellant] tegen het uitblijven van een besluit op zijn bezwaar tegen het besluit van 24 juli 2019. De rechtbank heeft het eerste beroep bij uitspraak van 1 mei 2020 gegrond verklaard. Daarbij heeft de rechtbank het college opgedragen om binnen zes weken na verzending van die uitspraak een besluit op het bezwaar te nemen en bepaald dat het college aan [appellant] een dwangsom van € 100,00 verbeurt voor elke dag waarmee het deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,00. De rechtbank heeft het tweede beroep bij uitspraak van 18 maart 2021 gegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1684
Datum uitspraak
15 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202106984/1/R4

202106987/1/R4

[appellant] heeft beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Utrecht op zijn bezwaar tegen de verlenging van de begunstigingstermijn van een aan een derde opgelegde last onder dwangsom. Deze zaak gaat over het tweede beroep van [appellant] tegen het uitblijven van een besluit op zijn bezwaar. De rechtbank heeft het eerste beroep bij uitspraak van 21 april 2021 gegrond verklaard. Daarbij heeft de rechtbank het college opgedragen om binnen twee weken na verzending van die uitspraak een besluit op het bezwaar te nemen en bepaald dat het college aan [appellant] een dwangsom van € 100,00 verbeurt voor elke dag waarmee het deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,00.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1685
Datum uitspraak
15 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202106987/1/R4

202106988/1/R4

[appellant] heeft beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Utrecht op zijn bezwaar tegen verschillende lasten onder dwangsom die het college hem bij besluit van 11 januari 2018 heeft opgelegd. Deze zaak gaat over het tweede beroep van [appellant] tegen het uitblijven van een besluit op zijn bezwaar. De rechtbank heeft het eerste beroep bij uitspraak van 18 maart 2021 gegrond verklaard. Daarbij heeft de rechtbank het college opgedragen om binnen twee weken na verzending van die uitspraak een besluit op het bezwaar te nemen en bepaald dat het college aan [appellant] een dwangsom van € 100,00 verbeurt voor elke dag waarmee het deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,00.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1683
Datum uitspraak
15 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202106988/1/R4

202200224/1/R4

Bij uitspraak van 6 oktober 2021, in zaak nr. 202102819/1/R4, heeft de Afdeling het beroep van onder meer [verzoekster] tegen onder meer het besluit van de raad van de gemeente Apeldoorn van 11 februari 2021, tot vaststelling van het bestemmingsplan "Molecatenlaan 15 en Ugchelseweg 201 Ugchelen", ongegrond verklaard. [verzoekster] heeft de Afdeling verzocht die uitspraak te herzien dan wel vervallen te verklaren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1730
Datum uitspraak
15 juni 2022
  • Herziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202200224/1/R4

202105256/1/V2

Bij besluit van 24 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1672
Datum uitspraak
14 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105256/1/V2

202106533/1/V2

Bij besluit van 13 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1674
Datum uitspraak
14 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106533/1/V2

202201502/2/R3

Bij besluit van 8 februari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waadhoeke het wijzigingsplan "Hoarnestreek 1 te Tzummarum" vastgesteld. Aan de Hoarnestreek 1 in Tzummarum is een agrarisch bedrijf gevestigd. Binnen het bouwblok op dit perceel zoals aangewezen in het bestemmingsplan "Buitengebied 2013" staan verschillende schuren en twee pluimveestallen. De maatschap van [partij] heeft het voornemen om direct naast de twee pluimveestallen, buiten het bouwblok, een derde pluimveestal op het perceel op te richten. [verzoeker] woont aan de [locatie A] op ongeveer 1 km afstand van het plangebied. Hij kan zich niet met het wijzigingsplan verenigen. Hij heeft de voorzieningenechter verzocht om het plan te schorsen in afwachting van de behandeling van zijn beroep in de hoofdzaak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1650
Datum uitspraak
14 juni 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202201502/2/R3

202202500/2/R3

[verzoeker] heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig bekendmaken van een volgens hem van rechtswege verleende omgevingsvergunning voor het uitbreiden van een gebouw op het perceel [locatie A] in Voorhout ten behoeve van een tulpenbroeierij. [verzoeker] heeft bij het college van burgemeester en wethouders van Teylingen op 22 april 2021 een aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen ingediend om een bestaand gebouw op het perceel uit te breiden, om daar een tulpenbroeierij in te realiseren. In het bestemmingsplan "Buitengebied Teylingen" heeft het perceel de bestemming "Bedrijf - Agrarisch bedrijventerrein". Binnen deze bestemming is de uitoefening van een agrarisch bedrijf zoals omschreven in artikel 1, lid 1.10, onder b, van de planregels toegestaan. Uit de omschrijving blijkt dat het onder meer moet gaan om een volwaardig of reëel bedrijf.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1653
Datum uitspraak
14 juni 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202202500/2/R3

202203085/2/V2

Bij besluiten van 12 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1673
Datum uitspraak
14 juni 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203085/2/V2

202203305/2/V2

Bij besluit van 10 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en ambtshalve geweigerd haar krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1677
Datum uitspraak
14 juni 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203305/2/V2

202203510/2/V2

Bij besluiten van 24 februari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1678
Datum uitspraak
14 juni 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203510/2/V2

202105858/1/R1

Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 30 juli 2021 van de rechtbank Oost-­Brabant.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1676
Datum uitspraak
14 juni 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Waterschapszaken
  • uitspraakin de zaak202105858/1/R1

202105894/1/R1

Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 22 juli 2021 van de rechtbank Noord­-Holland.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1675
Datum uitspraak
14 juni 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202105894/1/R1

202100167/1/V2

Bij besluit van 13 januari 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1666
Datum uitspraak
13 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100167/1/V2

202106346/1/V3

Bij besluit van 13 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1667
Datum uitspraak
13 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202106346/1/V3

202108132/1/V2

Bij besluiten van 28 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1668
Datum uitspraak
13 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202108132/1/V2

202202717/1/V1

Bij besluit van 25 maart 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1671
Datum uitspraak
13 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202717/1/V1

202203094/1/A3 en 202203094/2/A3

Bij besluit van 28 december 2021 heeft de burgemeester van Haarlemmermeer de erven van [belanghebbende] onder aanzegging van bestuursdwang gelast de woning aan de [locatie A] in Badhoevedorp vanaf 13 januari 2022 te sluiten en gesloten te houden voor de duur van drie maanden. Op 30 november 2021 heeft de burgemeester van de politie een bestuurlijke rapportage van 14 oktober 2021 ontvangen. Daarin staat dat de politie bij een actie op 13 oktober 2021 op het industrieterrein Waardepolder een auto is gevolgd. Die auto reed naar de woning aan de [locatie A]. De erven zijn eigenaren van die woning. [verzoeker] is huurder en bewoner van de woning. De persoon die de auto bestuurde, genaamd "[persoon A]", is na het verlaten van de woning met twee tassen staande gehouden. In die tassen trof de politie 2.999 gr hennep aan. Ook had hij geldbundels van in totaal € 6.150,- bij zich. De politie heeft met toestemming van [verzoeker] de woning betreden en onderzoek gedaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1654
Datum uitspraak
13 juni 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Drugs
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202203094/1/A3 en 202203094/2/A3

202203339/1/V3

Bij besluit van 13 mei 2022 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1670
Datum uitspraak
13 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202203339/1/V3

202203344/1/V1

Bij besluit van 4 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1669
Datum uitspraak
13 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202203344/1/V1

202104302/1/V1

Bij besluiten van 10 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1588
Datum uitspraak
10 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104302/1/V1

202107818/1/R1 en 202107818/2/R1

Bij besluit van 26 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag het definitief plaatsingsplan gewijzigde locaties ondergrondse restafvalcontainers vastgesteld in het stadsdeel Centrum in de wijk Zuidwal II (wijk 14) te Den Haag. In het bestreden besluit heeft het college door vaststelling van een plaatsingsplan een gewijzigde locatie voor twee ORAC’s in het stadsdeel Centrum in de wijk Zuidwal II aangewezen. De op locatie 14-08 voorziene ORAC’s worden verplaatst van de hoek Lange Beestenmarkt/Prinsengracht naar de Lange Beestenmarkt ter hoogte van Lange Beestenmarkt 11 te Den Haag. Studio Seven Architecten B.V. is gevestigd op het adres Lange Beestenmarkt 13C, [appellanten A] wonen op het adres [locatie A] en [appellanten B] wonen op het adres [locatie B]. De gewijzigde locatie bevindt zich in hun onmiddellijke omgeving. Studio Seven Architecten B.V. en anderen kunnen zich niet verenigen met de aanwijzing van de gewijzigde locatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1651
Datum uitspraak
10 juni 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202107818/1/R1 en 202107818/2/R1

202202020/2/A3

Bij besluit van 13 augustus 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Utrecht aan stichting Faunabeheereenheid Utrecht ontheffing verleend voor het 's-nachts afschieten van vossen in bepaalde weidevogelgebieden en bij gebieden waar pluimveebedrijven met vrije uitloop (Freilandbedrijven) zijn gevestigd. Het gaat onder meer om het verbod om de vos te doden en het verbod om het geweer te gebruiken. De ontheffing van deze verboden maakt het mogelijk om ’s-nachts vossen af te schieten in aangewezen weidevogelgebieden en bij gebieden waar Freilandbedrijven zijn gevestigd. De ontheffing is volgens het college nodig in het belang van de bescherming van weidevogels en om ernstige schade aan pluimveebedrijven met vrije uitloop te voorkomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister in artikel 3.1, tweede lid, van de Regeling natuurbescherming al een algemene vrijstelling heeft opgenomen van het verbod om vossen te doden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1652
Datum uitspraak
10 juni 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202202020/2/A3

202202235/1/V3

Bij besluit van 19 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1662
Datum uitspraak
10 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202202235/1/V3

202202338/1/V3

Bij besluit van 25 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1661
Datum uitspraak
10 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202202338/1/V3

202202750/1/V3 en 202202750/2/V3

Bij besluit van 14 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1660
Datum uitspraak
10 juni 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202202750/1/V3 en 202202750/2/V3

202202853/2/V3

Bij besluiten van 24 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1639
Datum uitspraak
10 juni 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202853/2/V3

202202869/1/V3

Bij besluit van 22 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1659
Datum uitspraak
10 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202202869/1/V3

202202872/1/V3

Bij besluit van 22 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1658
Datum uitspraak
10 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202202872/1/V3

202202919/2/V2

Bij besluit van 10 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1665
Datum uitspraak
10 juni 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202919/2/V2

202203134/2/V2

Bij besluit van 7 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1657
Datum uitspraak
10 juni 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203134/2/V2

202203209/2/V2

Bij besluit van 28 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1656
Datum uitspraak
10 juni 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203209/2/V2

202203425/2/A3

Bij besluit van 19 mei 2022 heeft de burgemeester van Rotterdam een huisverbod voor de duur van tien dagen opgelegd aan [verzoeker]. [verzoeker] heeft op 24 mei 2022 beroep ingesteld tegen het besluit om een huisverbod op te leggen en verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen zou worden behandeld op 30 mei 2022. Op die dag heeft [verzoeker] het verzoek voorlopige voorziening ingetrokken, omdat de tien dagen dat het huisverbod gold al waren verstreken en er geen spoedeisend belang meer was. [verzoeker] heeft aangegeven het beroep tegen het besluit van 19 mie 2022 te willen handhaven. De rechtbank heeft de zitting door laten gaan en op die zitting het beroep behandeld. [verzoeker] is niet op de zitting verschenen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1663
Datum uitspraak
10 juni 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Huisverbod
  • uitspraakin de zaak202203425/2/A3

202005080/1/V2

Bij besluit van 29 juli 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1648
Datum uitspraak
9 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005080/1/V2

202100849/1/V2

Bij besluit van 15 november 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1647
Datum uitspraak
9 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202100849/1/V2

202102131/2/R2

Bij besluit van 27 januari 2021 heeft de raad van de gemeente Heerlen het bestemmingsplan "Schinkelkwadrant-Zuid 2020" vastgesteld. Het plan voorziet onder meer in maximaal 98 woningen, 1.OOO m2 horeca en 279 m2 centrumfuncties en groen. Het plangebied wordt begrensd door de Schinkelstraat aan de noordzijde, de Honigmannstraat aan de oostzijde, de Promenade aan de zuidzijde en de Geerstraat aan de westzijde. Het plangebied behoort tot het centrum van Heerlen. Er vindt een functiemenging plaats van onder meer wonen, werken, winkelen, uitgaan en recreëren. Het beroepschrift en verzoek om voorlopige voorziening zijn ingediend namens de VvE die bestaat uit eigenaars van de woningen van het appartementengebouw Geleenstraat 82 tot en met 146 even, gelegen aan de Geerstraat en Promenade, 6411 HV te Heerlen. Het appartementengebouw ligt ten zuiden van het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1636
Datum uitspraak
9 juni 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202102131/2/R2

202105639/1/V3

Bij besluit van 30 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen haar uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1645
Datum uitspraak
9 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202105639/1/V3

202105782/1/V3

Bij besluit van 21 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1644
Datum uitspraak
9 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105782/1/V3

202201580/2/R4

Bij besluit van 27 januari 2022 heeft de raad van de gemeente Doesburg het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verhuellweg" (hierna: het bestemmingsplan) vastgesteld. Om te kunnen voorzien in de ruimtebehoefte van de op het bestaande bedrijventerrein aan de Verhuellweg te Doesburg gevestigde bedrijven Koninklijke Rotra en [bedrijf A], wordt het bedrijventerrein geherstructureerd. De huidige laad- en loskade wordt in oostelijke richting verlengd met ongeveer 83 meter en in westelijke richting met ongeveer 47 meter. In de beoogde situatie wordt het aantal afvaarten opgeschaald naar 10 afvaarten per week. De meest westelijke bedrijfsbebouwing wordt gesloopt en daarvoor in de plaats wordt een crossdock gerealiseerd ten behoeve van de overslag van goederen. Het oostelijke gedeelte van het gebouw ten oosten van de beoogde nieuwe bedrijfsbebouwing wordt opgehoogd naar 22 meter ten behoeve van opslag. Tussen de gebouwen van Rotra is een parkeerdek voorzien met een oppervlakte van 1.000 m2.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1637
Datum uitspraak
9 juni 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202201580/2/R4

202202749/2/V3

Bij besluit van 4 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat de vreemdeling geen verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan in Nederland meer heeft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1643
Datum uitspraak
9 juni 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202202749/2/V3

202202788/1/V3

Bij besluit van 18 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1641
Datum uitspraak
9 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202202788/1/V3

202203008/1/V1 en 202203008/2/V1

Bij besluit van 9 februari 2022 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en hem opgedragen de Europese Unie te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1638
Datum uitspraak
9 juni 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203008/1/V1 en 202203008/2/V1

202203371/2/V3

Bij besluit van 25 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1655
Datum uitspraak
9 juni 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203371/2/V3

202102997/1/V1

Bij e-mail van 10 november 2020 heeft het COa de vreemdeling meegedeeld dat het zijn verstrekkingen krachtens de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen (hierna: de Rva 2005) zal beëindigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1586
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202102997/1/V1

202103660/1/V1

Bij besluit van 23 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1585
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202103660/1/V1

202200431/1/V1

Bij besluit van 21 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1592
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202200431/1/V1

202203049/2/V2

Bij besluit van 6 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1635
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203049/2/V2

201902963/1/R3

Bij besluit van 12 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Borne het verzoek van [appellante] en anderen tot vaststelling van een bestemmingsplan voor de percelen, kadastraal bekend als Borne L240 en L241 (hierna: locatie ’n Stet), afgewezen. Bij besluit van 5 maart 2019 heeft de raad van de gemeente Borne het door [appellante] en anderen hiertegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard, voor zover het is gericht tegen de weigering tot vaststelling van een bestemmingsplan genomen door het onbevoegde orgaan. Voor het overige heeft de raad het bezwaar ongegrond verklaard. [appellante] en anderen willen tien vrijstaande woningen met ruime kavels realiseren op locatie ’n Stet. Om dit mogelijk te maken hebben zij het college op 12 juni 2018 verzocht om een uitwerkingsplan en een bestemmingsplan vast te stellen. Het college heeft dit geweigerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1606
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak201902963/1/R3

201902964/1/R3

Bij besluit van 12 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Borne het verzoek van [appellante] en anderen tot vaststelling van een uitwerkingsplan voor de locatie ’n Stet afgewezen. [appellante] en anderen willen tien vrijstaande woningen met ruime kavels realiseren op de percelen, kadastraal bekend als Borne L240 en L241. Om dit mogelijk te maken hebben zij het college op 12 juni 2018 verzocht om een uitwerkingsplan vast te stellen. Zij hebben dit gedaan voor zover het betreft het deel van locatie ‘n Stet waarvoor in het bestemmingsplan "Bornsche Maten 2004" een uitwerkingsplicht is opgenomen die het mogelijk maakt om de bestemming uit te werken voor woondoeleinden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1612
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak201902964/1/R3

202000320/1/A2

Bij besluit van 23 juli 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het verzoek van [wederpartij A] om herziening van de aan [wederpartij B] toegekende zorgtoeslag over 2012 afgewezen. Bij brief van 12 juni 2018 heeft [wederpartij A] de Belastingdienst/Toeslagen verzocht om de zorgtoeslag van [wederpartij B] over de jaren 2012 tot en met 2018 te herzien, omdat hij als haar toeslagpartner moet worden aangemerkt en hij daarom ook aanspraak maakt op zorgtoeslag. De Afdeling ziet zich gesteld voor de vraag of de Belastingdienst/Toeslagen de voorschotten zorgtoeslag van [wederpartij B] over de jaren 2017 en 2018 alsnog naar een lager bedrag mocht herzien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1628
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202000320/1/A2

202001785/1/R3

Bij besluit van 18 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam zijn beslissing om wegens de aanwezigheid van een hennepkwekerij spoedeisende bestuursdwang toe te passen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang voor rekening van [appellante] komen. [appellante] is huurder van de woning op het perceel aan de [locatie] in Rotterdam. Op 5 juli 2018 heeft een inspecteur van de Afdeling Bouw- en Woningtoezicht van de gemeente Rotterdam op de zolder van de woning een hennepkwekerij aangetroffen. Het college heeft vervolgens met toepassing van spoedeisende bestuursdwang de in de woning aangetroffen hennepkwekerij onmiddellijk laten ontmantelen. Bij het schriftelijke besluit om spoedeisende bestuursdwang toe te passen, heeft het college eveneens beslist dat de kosten voor de verwijdering van de hennepkwekerij van € 1.345,50, voor rekening komen van [appellante].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1621
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001785/1/R3

202001811/1/R2

Bij besluit van 28 januari 2020 heeft de raad van de gemeente Eindhoven het bestemmingsplan "I Luchthaven Eindhoven e.o. (parkeergarage P5)" vastgesteld. Het plan maakt de bouw van een parkeergarage met maximaal 4.200 parkeerplaatsen mogelijk op de locatie van de huidige maaiveldparkeerplaats P5 die 1.437 parkeerplaatsen heeft. Het plangebied ligt aan de noordzijde van de luchthaven Eindhoven, nabij de Spottersweg. De aanleiding voor het plan is dat vanwege de groei in de afgelopen jaren van de luchthaven Eindhoven er volgens de raad aanzienlijk meer parkeercapaciteit nodig is dan op dit moment voorhanden is. Verkeer dat van de A2 gebruik heeft gemaakt rijdt via een bedrijventerrein ten oosten van de luchthaven van en naar de huidige maaiveldparkeerplaats. Het is de bedoeling dat verkeer van en naar de parkeergarage via een nieuwe weg langs het bedrijventerrein van en naar de A2 zal rijden. EazzyPark exploiteert een parkeerbedrijf op het bedrijventerrein aan de Luchthavenweg 61.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1629
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202001811/1/R2

202003133/1/R3

[appellant sub 2] heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de raad van de gemeente Borne omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan "Algemene herziening Borne, Hertme, Zenderen". Bij besluit van 16 juni 2020 heeft de raad het bestemmingsplan "Algemene herziening Borne, Hertme, Zenderen" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1], [appellante sub 3] en anderen, [appellante sub 5] en anderen en Tijvast beroep ingesteld. [appellant sub 2] heeft de gronden van zijn beroep aangevuld. Het plan voorziet in een actueel juridisch planologisch kader voor de kernen Borne, Hertme en Zenderen. In het overgrote deel van het plangebied wordt de bestaande situatie als zodanig bestemd, maar op de gronden aan de oostzijde worden bij recht of met een uit te werken bestemming ongeveer 500 nieuwe woningen mogelijk gemaakt. Deze woningbouw maakt onderdeel uit van de wijk Bornsche Maten die sinds 2004 wordt ontwikkeld en in totaal 2.300 woningen zal omvatten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1573
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202003133/1/R3

202004264/1/R4

Bij besluit van 11 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Soest het bestemmingsplan “Oude Tempel” gewijzigd vastgesteld. Het plan voorziet in maximaal 300 nieuwbouwwoningen aan de oostzijde van Soesterberg. Het plangebied is ongeveer 16,3 ha groot en ligt in het zuidelijke gedeelte van landgoed de Oude Tempel waar een landgoedbos ligt. De lanen aan de oost- en westzijde van het plangebied maken deel uit van historische haakse dwarspaden van de Amersfoortseweg, de zogenoemde sorties, die nog gedeeltelijk intact zijn. De oostelijke wal van de sortie Oude Tempellaan ligt binnen het gebied. Het landgoedbos tussen deze sorties wordt onder meer gekenmerkt door een historische lanenstructuur. Het plangebied zal aan de noord en zuidzijde worden ontsloten via de Oude Tempellaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1630
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202004264/1/R4

202004265/1/R2

Bij besluit van 8 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Valkenburg aan de Geul het bestemmingsplan "Partiële herziening BP Kernen 2010 – [locatie 1]/[locatie 2]/[locatie 3]" vastgesteld. Het plan voorziet in drie ontwikkelingen aan [locatie 1] t/m [locatie 3]. Ten eerste wordt de agrarische bedrijfsbestemming van [locatie 2] gewijzigd in een woonbestemming. Hier was een agrarisch bedrijf gevestigd. Hoewel de agrarische bedrijfsvoering al geruime tijd geleden is gestaakt, wordt de voormalige bedrijfswoning op dit adres nog steeds bewoond. De bestaande bebouwing wordt grotendeels gesloopt en een nieuwe woning met bijgebouwen kan worden gerealiseerd. Ten tweede kan op het achterterrein van [locatie 3] nieuwe bebouwing worden gerealiseerd ten behoeve van het hobbymatig huisvesten van paarden en een machineberging en kan een buitenrijbak worden aangelegd. Ten derde kan op het achterterrein van [locatie 1] een nieuwe stal worden gerealiseerd voor het hobbymatig huisvesten van paarden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1602
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202004265/1/R2

202004322/3/R4

Bij tussenuitspraak van 16 maart 2022, ECLI:NL:RVS:2022:753, (hierna: de tussenuitspraak), heeft de Afdeling het college van burgemeester en wethouders van De Bilt opgedragen om binnen 8 weken na de verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 22 oktober 2020, waarbij aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning is verleend voor onder meer de uitbreiding van een bedrijfsgebouw, te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1616
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202004322/3/R4

202005033/1/R2

Bij besluit van 16 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heerlen geweigerd om aan RetailPlan een omgevingsvergunning te verlenen voor het vestigen van reguliere detailhandel op de locatie Akerstraat-Noord 362 in Hoensbroek. Op 19 april 2019 heeft RetailPlan een omgevingsvergunning aangevraagd voor het vestigen van reguliere detailhandel op het perceel. Het college heeft de aanvraag afgewezen. Volgens het college is het vestigen van reguliere detailhandel op het perceel in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Hoensbroek Oost" en kan RetailPlan geen beroep doen op het gebruiksovergangsrecht van het bestemmingsplan. Het college wil niet meewerken aan een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan, omdat het college reguliere detailhandel op het perceel in strijd met een goede ruimtelijke ordening acht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1618
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202005033/1/R2

202005192/1/A2

Bij besluit van 12 oktober 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat het verzoek van [appellant] om vergoeding van schade als gevolg van het Tracébesluit Betuweroute afgewezen. [appellant] heeft op 18 maart 2003 van ProRail de woning aan de [locatie] te Giessenburg gekocht. In de marktconforme prijs is rekening gehouden met de komst van de Betuweroute. ProRail heeft de voorgevel van de woning geïsoleerd tegen geluid. De woning ligt op ongeveer 40 m afstand van het tracé van de Betuweroute. De minister heeft op 3 oktober 2018, naar aanleiding van bezwaren van [appellant] tegen het besluit van de minister van 1 november 2016, besloten om geen trillinghinder beperkende maatregelen aan de woning te treffen. Dit besluit is gebaseerd op het rapport ‘Onderzoek naar maatregelen aan de woning [locatie] Giessenburg’ van 16 april 2018 van Movares.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1599
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202005192/1/A2

202005784/1/R1

Bij besluit van 11 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beverwijk [appellant] gelast het gebruik van de bijgebouwen op het perceel [locatie] te Wijk aan Zee terug te brengen naar het bij de vergunning van 23 juli 1985 toegestane gebruik als garage/berging, binnen drie maanden na dagtekening van dit besluit de bouwkundige situatie waarvoor bij dit besluit van 23 juli 1985 vergunning is verleend te herstellen en de woonvoorzieningen te verwijderen, zodat weer sprake is van een berging en een garage en binnen drie maanden na dagtekening van dit besluit het niet vergunde bijgebouw op het perceel te verwijderen en verwijderd te houden, onder oplegging van een dwangsom. [appellant] is eigenaar van het perceel. Op 23 juli 1985 is aan zijn rechtsvoorganger een bouwvergunning verleend voor de bouw van een garage/berging op het perceel. Vast staat dat op het perceel naast een woning nog twee bouwwerken zijn gerealiseerd die door [appellant] als woning worden verhuurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1582
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202005784/1/R1

202005838/1/R1

Bij besluit van 11 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Beverwijk [partij] gelast binnen twee maanden na dagtekening van dit besluit het gebruik van de bijgebouwen op het perceel [locatie] te Beverwijk terug te brengen naar het bij de vergunning van 23 juli 1985 toegestane gebruik als garage/berging, binnen drie maanden na dagtekening van dit besluit de bouwkundige situatie waarvoor bij dit besluit van 23 juli 1985 vergunning is verleend te herstellen en de woonvoorzieningen te verwijderen, zodat weer sprake is van een berging en een garage en binnen drie maanden na dagtekening van dit besluit het niet vergunde bijgebouw op het perceel te verwijderen en verwijderd te houden. [partij] is eigenaar van het perceel. Op 23 juli 1985 is aan zijn rechtsvoorganger een bouwvergunning verleend voor de bouw van een garage/berging op het perceel. Vast staat dat op het perceel naast een woning nog twee bouwwerken zijn gerealiseerd die door [partij] als woning worden verhuurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1617
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202005838/1/R1

202006740/1/A2

Bij besluit van 3 juli 2017 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap De Dommel het verzoek van [appellante] om nadeelcompensatie afgewezen. [appellante] exploiteert een melkveebedrijf in Goirle. Zij verbouwt op enkele van haar percelen gras en snijmais. Dit wordt als ruwvoer voor het rundvee gebruikt. Zware regenval in de periode 31 mei 2016 tot en met 31 juni 2016 heeft tot wateroverlast geleid in het gebied bovenstrooms van de percelen die ten noorden van de Poppelsche Leij (NL1), direct ten westen van de Turnhoutsebaan en ten zuiden van de Tijvoortsche Leij (NL 13) liggen. [appellante] stelt dat vanuit de Poppelsche Leij water is geïnundeerd op haar percelen, die hierdoor in extreme mate zijn vernat. Volgens [appellante] bedraagt de schade in de vorm van verminderde opbrengst van gras en snijmais € 3.900,80. Op 18 oktober 2016 heeft [appellante] de schade gemeld en het waterschap De Dommel aansprakelijk gesteld voor gewasschade.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1619
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202006740/1/A2

202006936/1/A2

Bij besluit van 10 maart 2020 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat een verzoek van [appellant] om schadevergoeding afgewezen en € 365,- als vergoeding voor deskundigenkosten toegekend. [appellant] is eigenaar van de woning aan de [locatie 1] te Tricht. De woning (een monumentaal voormalig gemeentehuis) ligt op ongeveer 90 meter afstand van de gelijkvloerse kruising van de Lingedijk met de spoorweg. De minister heeft op 9 december 2017 het Tracébesluit Spooromgeving Geldermalsen (hierna: het Tracébesluit) vastgesteld. Het Tracébesluit is op 31 januari 2018 in werking getreden en onherroepelijk geworden op 15 mei 2019. Het Tracébesluit voorziet in de uitvoering van een aantal maatregelen aan het spoor rondom het treinstation Geldermalsen, waaronder de aanleg van een afzonderlijk ‘derde’ spoor voor de spoorlijn Geldermalsen-Dordrecht (de Merwede-Lingelijn), de herinrichting van het station Geldermalsen, de vervanging van de bestaande kruisingen van wegen met het spoor in Tricht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1600
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202006936/1/A2

202007063/1/A3

Bij besluit van 26 augustus 2019 heeft de burgemeester van Haarlem onder aanzegging van bestuursdwang [appellante] gelast om binnen 14 dagen de exploitatie van het massage- en acupunctuurbedrijf te beëindigen en beëindigd te houden. Bij de politie zijn in 2017 meldingen binnengekomen dat in het bedrijf van [appellante] aan de [locatie] in Haarlem seksuele diensten tegen betaling werden aangeboden. Naar aanleiding hiervan is op 11 oktober 2018 een controle in het bedrijf uitgevoerd door de gemeente en de politie, waarbij door een spermahond op twee plaatsen in twee massagekamers spermasporen zijn aangetroffen. Daarna heeft een aangewezen toezichthouder (een zogenoemde mystery guest), die is belast met het toezicht op de naleving van de voorschriften in de Algemene plaatselijke verordening (hierna: de Apv) die gelden voor seksinrichtingen, het bedrijf bezocht. Van zijn bevindingen is op 4 juni 2019 proces-verbaal opgemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1594
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202007063/1/A3

202100298/1/R4

Bij besluit van 4 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van West Maas en Waal geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een opslagloods voor machines en voer binnen het bouwvlak op het perceel kadastraal bekend als gemeente Wamel, sectie M, nummer [...], (hierna: het perceel) grenzend aan het perceel [locatie] in Wamel. In 2015 heeft [appellant] het perceel gekocht. Het perceel grenst aan het perceel [locatie]. [partij B] heeft de agrarische bedrijfswoning met agrarische opstallen op het perceel [locatie] in 2016 gekocht. Voor deze bebouwing geldt het bestemmingsplan "Buitengebied West Maas en Waal" en hierop rust de bestemming "Agrarisch - Komgebied". De reeds aanwezige bebouwing ligt binnen het bouwvlak. Dit bouwvlak ligt gedeeltelijk op het perceel en gedeeltelijk op het perceel [locatie]. [partij B] en [appellant] zijn beiden eigenaar van een deel van hetzelfde bouwvlak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1601
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202100298/1/R4

202100630/1/R3

Bij besluit van 10 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Emmen aan Centercom een last onder dwangsom opgelegd in verband met het zonder omgevingsvergunning aanwezig hebben van reclame in wisselframes in de gemeente Emmen. De in geding zijnde objecten zijn frames waarin een reclameposter kan worden opgehangen. De frames zijn door Centercom bevestigd aan diverse bouwwerken met een nutsvoorziening, zoals netwerkkasten of elektriciteitshuisjes. De rechtbank heeft overwogen dat het aanbrengen van frames aan de netwerkkasten of elektriciteitshuisjes moet worden aangemerkt als het veranderen van die bouwwerken. De netwerkkasten of elektriciteitshuisjes moeten volgens de rechtbank worden aangemerkt als bouwwerken en het aanbrengen van de frames hieraan als het veranderen van die bouwwerken. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar de uitspraak van de Afdeling van 18 november 2008, ECLI:NL:RVS:2008:BG4740, overweging 2.4.1.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1625
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202100630/1/R3

202100759/1/R3

Bij besluit van 12 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Fryske Marren aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend voor het uitbreiden en het herindelen van de ligboxenstal op het perceel [locatie] te Oosterzee. [appellanten] zijn eigenaar van een boerderij en twee arbeidershuisjes aan de Gietersevaart in Oosterzee. [vergunninghoudster] exploiteert een melkveehouderij met loonwerkactiviteiten als neventak op het perceel [locatie] te Oosterzee (hierna: het perceel), en heeft daarvoor een onherroepelijke milieuvergunning voor het houden van 450 melk- en kalfkoeien en 300 stuks jongvee. Zij wil haar bedrijfsactiviteiten op het perceel uitbreiden en heeft een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen en de activiteit milieu aangevraagd voor verlenging en herindeling van de bestaande ligboxenstal, om meer ruimte te bieden aan de huisvesting van de aanwezige dieren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1598
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202100759/1/R3

202100837/1/R3

Bij besluit van 30 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Fryske Marren het verzoek van [appellante] om handhavend op te treden tegen het gebruik van het pand op het adres [locatie] in Lemmer als muziekschool, afgewezen. [appellante] is eigenaar en verhuurder van het pand op het adres [locatie] in Lemmer. [partij] is huurder van dit appartement. Hij geeft vanuit hier muziekles in het bespelen van de piano en de gitaar. De lessen worden hoofdzakelijk individueel, maar ook in kleine groepen van twee of drie leerlingen gevolgd en vinden over het algemeen plaats tussen 13:00 en 21:15 uur. Hij presenteert de activiteiten naar buiten toe onder de naam "De Muziekflat". [appellante] heeft het college verzocht om handhavend op te treden tegen het gebruik van het appartement als muziekschool door [partij], omdat dit volgens haar in strijd is met het bestemmingsplan. Het college heeft dit verzoek om handhavend op te treden afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1611
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202100837/1/R3

202101566/1/A3

Bij besluit van 13 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hengelo de vennootschap onder oplegging van een dwangsom gelast het winterterras dat hoort bij horecabedrijf De Appel aan de Nieuwstraat 1 te Hengelo (hierna: de Appel) binnen tien weken te verwijderen en verwijderd te houden. Ook heeft het college de vennootschap gelast om het terras binnen twee dagen in overeenstemming te brengen met het Terrassenbeleid voor het centrum van Hengelo 2018. De vennootschap heeft De Appel in 2013 overgenomen. Sindsdien exploiteert zij De Appel. Voor die exploitatie heeft het college op 22 augustus 2013 een drank- en horecavergunning verleend. Op 19 september 2013 en op 1 april 2015 heeft het college ook terrasvergunningen verleend op grond van artikel 2.10A van de Algemene plaatselijke verordening 2014 en de op 20 augustus 2013 vastgestelde Nota terrassenbeleid centrum Hengelo. Deze terrasvergunningen waren geldig tot 1 januari 2016.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1627
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202101566/1/A3

202101635/1/R3

Bij besluit van 29 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hoeksche Waard aan [vergunninghouder A] en [vergunninghouder B] (hierna samen en in enkelvoud: [vergunninghouder]) een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een woning op het perceel [locatie 1] te Maasdam. Bij besluit van 29 oktober 2019 heeft het college het besluit van 29 maart 2019 vervangen en opnieuw aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een woning op het perceel. Omdat dit besluit geldt als een wijzigingsbesluit als bedoeld in artikel 6:19, eerste lid, van de Awb, heeft de rechtbank het beroep van [appellante] mede gericht geacht tegen dit besluit. [appellante] woont aan de [locatie 2] in Maasdam, tegenover het perceel [locatie 1]. Zij kan zich niet verenigen met de omgevingsvergunning omdat zij vreest dat de bouw van de woning leidt tot een aantasting van haar woon- en leefgenot.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1633
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202101635/1/R3

202101638/1/R3

Bij besluit van 3 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast om vóór 1 december 2018 de overtredingen van het Bouwbesluit 2012 op het adres [locatie] in Den Haag te beëindigen. [appellant] is eigenaar van het appartement op het adres [locatie] in Den Haag. Naar aanleiding van wateroverlast bij de benedenverdieping van het appartementencomplex heeft op 12 maart 2018 bij meerdere appartementen een controle plaatsgevonden door een inspecteur van de dienst Stedelijke Ontwikkeling. Hoewel de wateroverlast niet werd veroorzaakt door het appartement van [appellant], is tijdens deze controle vastgesteld dat dit appartement wel gebreken vertoont. Op basis hiervan heeft het college aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd vanwege overtreding van artikel 1b, tweede lid, van de Woningwet. Het pand is volgens het college in een staat die niet voldoet aan de voorschriften uit het Bouwbesluit.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1613
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202101638/1/R3

202101931/1/R3

Bij besluit van 1 februari 2021 heeft de raad van de gemeente Enschede het bestemmingsplan "Stadsveld-Pathmos 2019" vastgesteld. De raad heeft het plan vastgesteld ter actualisatie van het voorgaande bestemmingsplan "Stadsveld-Pathmos 2009" (hierna: het voorgaande plan). Het bestreden plan is grotendeels conserverend van aard. De Protestantse Gemeente Enschede is eigenaar van het kerkgebouw de Apostel Thomaskerk, aan de Thomas de Keyserstraat 20 in Enschede (hierna: het perceel), dat is gelegen in het plangebied. Zij kunnen zich niet verenigen met de bestemming en aanduiding die aan het perceel zijn toegekend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1596
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202101931/1/R3

202101991/1/V3

Bij besluit van 23 maart 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen, geweigerd hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen en hem opgedragen om Nederland binnen vier weken na afloop van het voorlopig verleende uitstel van vertrek te verlaten. De vreemdeling komt uit Guinee. Op 30 juni 2017, toen hij vijftien jaar en vier maanden oud was, heeft hij als alleenstaande minderjarige in Nederland een asielaanvraag ingediend. Deze uitspraak gaat over de vraag of de staatssecretaris het leeftijdsvereiste in het bijzondere buitenschuldbeleid terecht aan de vreemdeling heeft tegengeworpen en zo nee, of de staatssecretaris ook de andere vereisten van dat beleid had moeten beoordelen en hij, nu hij dat niet heeft gedaan, aan de vreemdeling alsnog een verblijfsrecht moet verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1530
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202101991/1/V3

202101992/1/R3

Bij besluit van 6 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Groningen [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast om voor 31 januari 2020 de overtreding van artikel 12, eerste lid, aanhef en onder a, van de Woningwet op het perceel [locatie A] te beëindigen. [appellant] is mede-eigenaar van het pand [locatie A]. Naar aanleiding van een verzoek om handhaving heeft het college bij besluit van 6 december 2019, gewijzigd bij besluit van 4 februari 2020, [appellant] gelast ervoor te zorgen dat voor 4 mei 2020 de staat van [locatie A] niet langer in ernstige mate in strijd is met de redelijke eisen van welstand. Het college heeft aan dit besluit overtreding van artikel 12, eerste lid, van de Woningwet ten grondslag gelegd. Aan de last is een dwangsom verbonden van € 2.000,00 per constatering dat de overtreding voortduurt, met een maximum van € 8.000,00.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1622
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202101992/1/R3

202102071/1/A3

Bij besluit van 5 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam [appellante] een last onder dwangsom opgelegd wegens overtreding van artikel 2.3.1, eerste lid, van de Verordening op het binnenwater 2010. Op 9 oktober 2019 heeft een toezichthouder van de gemeente vastgesteld dat met de woonboot genaamd [woonboot] zonder een daartoe verleende vergunning een ligplaats aan de [locatie 1] in Amsterdam is ingenomen. [appellante] is eigenares van de [woonboot]. Zij woont niet op die woonboot, maar verhuurt die aan derden. Bij het besluit van 5 juni 2020 heeft het college haar onder aanzegging van een dwangsom gelast binnen 6 maanden de [woonboot] van de ligplaats te verwijderen en verwijderd te houden. De dwangsom is vastgesteld op € 75.000,- ineens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1595
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202102071/1/A3

202102267/1/R3

Bij besluit van 11 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag geweigerd een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een dakopbouw op de woning gelegen aan de [locatie] te Den Haag. [appellant] wil zijn woning vergroten door het plaatsen van een dakopbouw. Op 18 september 2019 heeft [appellant] daartoe een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen en handelen in strijd met de regels ruimtelijke ordening als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Het college is niet bereid om medewerking te verlenen aan een buitenplanse afwijking. Het college heeft overwogen dat de buurt wordt begrensd door de Valkenboskade, Copernicuslaan, Fahrenheitstraat en de Weimarstraat en uit typerende drielaagse bouwblokken bestaat. Volgens het college is in het kader van het bestemmingsplan een uitputtende analyse gemaakt van de locaties waar dakopbouwen toelaatbaar zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1620
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202102267/1/R3

202102775/1/A3

Bij besluit van 13 februari 2018 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellante] een boete opgelegd van € 149.000,- vanwege overtreding van artikel 18b, tweede lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Aan de boeteoplegging heeft de minister een door twee arbeidsinspecteurs van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid opgesteld boeterapport van april 2017 ten grondslag gelegd. Het boeterapport vermeldt dat op 18 april 2016 de arbeidsinspecteurs samen met ambtenaren van de Nationale Politie en van de Inspectie Leefomgeving en Transport een onderzoek bij [appellante] hebben uitgevoerd. Ambtenaren van de ILT hebben delen van de administratie van [appellante] voor onderzoek meegenomen. Het boeterapport vermeldt dat van 1 oktober 2015 tot en met 31 december 2015 ten behoeve van [appellante] twintig werknemers arbeid hebben verricht. Bij raadpleging van het digitale systeem Suwinet bleek dat deze personen geen loon en vakantiebijslag van [appellante] hebben ontvangen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1609
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202102775/1/A3

202102894/1/R3

Bij besluit van 16 maart 2021 heeft het college van gedeputeerde staten van Zeeland de bij besluit van 19 december 2016 aan BPD Arcus Kunstwerk b.v. verleende vergunning voor het ontgronden van percelen aan de Zeedijk 19 te Nieuwvliet gewijzigd. De vergunning maakt de aanleg van watergangen mogelijk voor de uitbreiding van een vakantiepark. De wijziging van de vergunning voorziet in een inkorting van de watergang aan de zuidzijde, een infiltratievoorziening voor regenwater (wadi) in het centrum en een aanpassing van de oplevertermijn. [appellante] betoogt met betrekking tot de wijziging van de vergunning dat de inkorting en wadi gevolgen hebben voor haar vakantiewoning, omdat deze deel uitmaken van het systeem van de waterhuishouding.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1626
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Ontgrondingen
  • uitspraakin de zaak202102894/1/R3

202102943/1/R1

Bij besluit van 12 maart 2021 heeft het dagelijks bestuur van waterschap De Dommel het projectplan Waterwet "Herinrichting Keersopperbeemden" vastgesteld. Het projectplan omvat maatregelen om het beekdal van de Keersop (de zogeheten Keersopperbeemden) tussen de Valentinuskapel en de Loverensedijk te Bergeijk te herinrichten. In het projectplan is beschreven dat die maatregelen worden genomen om de ecologische kwaliteit (zowel chemisch als fysisch) van de Keersop te verbeteren. Deze doelstelling vloeit voort uit de Kaderrichtlijn Water (hierna: KRW). In het projectplan zijn verder maatregelen opgenomen die tot doel hebben om de hydrologische omstandigheden en de kwaliteit van de bodem en het (grond)water in het projectgebied Keersopperbeemden te verbeteren. De Keersopperbeemden liggen binnen het Natura 2000-gebied Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1603
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202102943/1/R1

202103059/1/A3

Bij besluit van 17 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Pijnacker-Nootdorp het verzoek van [appellant] om zijn persoonsgegevens te wissen en om schadevergoeding toe te kennen niet in behandeling genomen. Bij brief van 22 juli 2019 heeft Voorbach namens [appellant] op grond van de artikelen 17 en 82 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming het college verzocht om de door het college verwerkte persoonsgegevens van [appellant] te wissen en om schadevergoeding toe te kennen. Bij de brief is een kopie van de identiteitskaart van [appellant] gevoegd en een volmacht waarin is vermeld dat [appellant] Voorbach volmachtigt om het verzoek in te dienen en hem in en buiten rechte te vertegenwoordigen. Het college heeft geantwoord dat [appellant] zich in persoon moet identificeren met een origineel identiteitsbewijs - en geen kopie daarvan - of digitaal met DigiD voordat zijn verzoek in behandeling kan worden genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1608
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202103059/1/A3

202103060/1/A3

Bij brief van 5 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nieuwkoop aan [appellant] medegedeeld dat het niet ingaat op diens verzoek tot wissing van zijn persoonsgegevens. Het college heeft op 22 juli 2019 een verzoek van [appellant] op grond van artikel 17 van de Algemene Verordening Gegevensverwerking ontvangen om de persoonsgegevens die het college van hem heeft verstrekt aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en/of heeft verwerkt door publicatie op het VNG-forum, te wissen. Blijkens een door de VNG verstrekt overzicht van verwerkte gegevens heeft het college volgens [appellant] zonder zijn toestemming persoonsgegevens van hem aan de VNG verstrekt, te weten over zijn verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en zijn verzoek op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens in 2015 en 2016.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1623
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202103060/1/A3

202103765/1/R2

Bij besluit van 16 maart 2021 heeft de raad van de gemeente Veldhoven het bestemmingsplan "Bossebaan - Burgemeester van Hoofflaan" vastgesteld. Het plan voorziet in de realisatie van een appartementencomplex op de hoek van de Bossebaan en Burgemeester van Hoofflaan ten zuiden van de kern van Veldhoven. Het beoogde complex zal bestaan uit vier appartementengebouwen variërend tussen 14 en 38 meter hoog met één of twee halfverdiepte parkeergarages. Het plan maakt het mogelijk dat 170 woningen worden gerealiseerd. [appellant sub 1], [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] en [appellant sub 3A] en anderen wonen in de omgeving van het plangebied. Zij vrezen dat het voorliggende plan zal leiden tot een onaanvaardbare aantasting van hun woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1614
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202103765/1/R2

202103934/1/V3

Bij besluit van 15 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. De vreemdeling komt uit Marokko. Op 26 juli 2020, toen hij vijftien jaar en tien maanden oud was, heeft hij als niet-begeleide minderjarige in Nederland een asielaanvraag ingediend. De staatssecretaris heeft het asielrelaas van de vreemdeling over zijn identiteit, nationaliteit en herkomst, en ook de door de vreemdeling gestelde bedreiging door buurtgenoten en bendeleden geloofwaardig geacht. Hij heeft de asielaanvraag echter afgewezen omdat volgens hem Marokko voor de vreemdeling een veilig land van herkomst is. Deze uitspraak gaat over de vraag of Marokko een veilig land van herkomst voor de vreemdeling is en of en zo ja, onder welke voorwaarden, de staatssecretaris had moeten beoordelen of adequate opvang voor de vreemdeling in het land van terugkeer aanwezig is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1531
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202103934/1/V3

202104665/1/V3

Bij besluiten van 28 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en geweigerd hun een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen. De vreemdelingen komen uit de Russische deelrepubliek Tsjetsjenië en hebben de Russische nationaliteit. Er is driemaal door dan wel ten behoeve van hen in Nederland een asielaanvraag ingediend. De eerste twee keer heeft de staatssecretaris de aanvragen niet in behandeling genomen omdat Polen verantwoordelijk was voor de behandeling van die verzoeken om internationale bescherming. Op 20 maart 2019 hebben de vreemdelingen als niet-begeleide minderjarigen de derde asielaanvragen ingediend. Volgens hun verklaringen waren zij op dat moment onderscheidenlijk zeventien jaar en vier maanden, zestien jaar en drie maanden en veertien jaar en twee maanden oud. De staatssecretaris betwist deze leeftijden niet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1532
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202104665/1/V3

202104837/1/A2

Bij besluit van 18 februari 2020 heeft het CBR aan [appellante] een rijvaardigheidsonderzoek opgelegd. Bij besluit van 10 juni 2020 heeft het CBR het rijbewijs van [appellante] per 17 juni 2020 ongeldig verklaard. [appellante] is als bestuurder van een auto op 15 januari 2020 staande gehouden door politieagenten van de eenheid Den Haag. De korpschef van de politie-eenheid Den Haag heeft een mededeling als bedoeld in artikel 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: Wvw 1994) opgemaakt. Uit die mededeling blijkt dat de politieagenten hebben geconstateerd dat [appellante] met ongeveer 50 km/u over de snelweg reed waar 100 km/u was toegestaan, waardoor andere weggebruikers moesten uitwijken. Verder heeft [appellante] geen gevolg gegeven aan een volgteken en reed zij een zogeheten puntstuk op. Toen [appellante] moest volgen gebruikte zij haar richtingaanwijzers verkeerd. Op het moment dat de politie haar staande hield, bleef de auto doorrollen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1604
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202104837/1/A2

202105309/1/A3

Bij besluiten van 16 september 2019 en 4 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ede verzoeken van [appellant] om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur ingewilligd. [appellant] heeft op 29 juli 2019 het volgende verzoek ingediend bij het college: "Bij deze dien ik bij deze een Wob-verzoek in als bedoeld in artikel 3 van de Wet openbaarheid van bestuur. Ik zou graag de volgende documenten ontvangen: Interne stukken met betrekking tot alle gevoerde handhavingszaken met betrekking tot de Veenweg; Rapporten van ODDV van alle gevoerde handhavingszaken aan de Veenweg; Ambtelijke en bestuurlijke communicatie met andere bestuursorganen; De melding die heeft geleid tot de steeds weer nieuwe handhavende optredens aan de Veenweg." Het college heeft [appellant] bij besluit van 16 september 2019 bericht dat het zijn verzoek inwilligt voor zover het over de stukken beschikt en heeft stukken van de gemeente en van de Omgevingsdienst de Vallei (ODDV) verstrekt.

Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202105309/1/A3

202105445/1/A3

Bij besluit van 3 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Ronde Venen een verzoek van [appellant] om handhavend op te treden afgewezen. [appellant] woont in de [locatie 1] te Amstelhoek. Volgens hem parkeren de bewoners van de huurwoningen op [locatie 2] en [locatie 3] in die straat hun auto in hun tuin. Daardoor worden volgens hem het aanzien, de leefbaarheid en de verkeersveiligheid in de straat en de waarde van zijn koopwoning geschaad. Hij heeft het college verzocht om handhavend op te treden, de bewoners op te dragen hun tuin met groen in te richten en hun auto te parkeren in de parkeervakken aan de overzijde van hun woning. Dat was in 1984 de bedoeling bij de verkoop van de grond voor de bouw van die woningen door de gemeente Mijdrecht aan Bouwvereniging Sint Johannes de Doper, als vermeld in de daarvan opgemaakte notariële akte. Het college heeft het verzoek afgewezen omdat niet is gebleken dat sprake is van overtreding.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1605
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202105445/1/A3

202105468/1/R1

Bij besluit van 19 november 2018 (hierna ook wel: de gedoogbeschikking) heeft de minister op een verzoek daartoe van TenneT TSO B.V. krachtens artikel 2, vijfde lid, van de Belemmeringenwet Privaatrecht (hierna: de BP) aan onder meer [appellant] een gedoogplicht opgelegd. Het gaat om het gedogen van de aanleg en instandhouding van een ondergrondse 150 kV-hoogspanningsverbinding tussen Zaltbommel en Wamel met bijkomende werken op zijn perceel in de gemeente Dreumel. TenneT heeft de minister verzocht tot oplegging van een gedoogplicht in het kader van de BP ten behoeve van de aanleg en instandhouding van een ondergrondse 150 kV-hoogspanningsverbinding. Dit verzoek is gedaan, omdat TenneT met [appellant] geen overeenstemming kon bereiken over het gebruik van zijn grond. De minister heeft het verzoek ingewilligd en heeft het daartegen door [appellant] gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1597
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • RO - Overige
  • uitspraakin de zaak202105468/1/R1

202105481/1/V6

Bij besluit van 8 april 2019 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellante] een boete opgelegd van € 1.250,00 en bepaald dat [appellante] de aan haar verstrekte lening moet terugbetalen. Bij brief van 30 januari 2015 heeft de minister [appellante] meegedeeld dat zij inburgeringsplichtig is. Haar inburgeringstermijn is gestart op 31 december 2014 en zij had, met twee verlengingen, tot en met 24 februari 2018 de tijd om in te burgeren. Omdat [appellante] niet voor die datum aan de inburgeringsplicht heeft voldaan, heeft de minister haar een boete opgelegd van € 1.250,00 en bepaald dat zij de lening voor het volgen van een inburgeringscursus moet terugbetalen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de door de minister opgelegde boete van € 1.250,00 onevenredig is. Hiervoor heeft zij van belang geacht dat de minister op 14 oktober 2019 een aanvraag van [appellante] om ontheffing van de inburgeringsplicht heeft ingewilligd wegens aantoonbaar geleverde inspanningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1632
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202105481/1/V6

202106153/1/A2

Bij besluit van 6 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Grave een aanvraag van [appellant sub 2] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellant sub 2] is eigenaar van een woning aan de [locatie] in Escharen. Op 30 april 2014 is het bestemmingsplan "Generaal de Bonskazerne Velp" inwerking getreden waarmee op de gronden ten westen van zijn perceel een asielzoekerscentrum mogelijk is gemaakt. Voorheen mochten de gronden voor militaire doeleinden worden gebruikt en was er een kazerne op de gronden gevestigd. Volgens [appellant sub 2] is de waarde van zijn woning als gevolg van deze planologische wijziging gedaald. Hij heeft het college daarom verzocht om een tegemoetkoming in de schade. Bij besluit van 6 juli 2020 heeft het college de aanvraag afgewezen. Met het besluit van 15 december 2020 heeft het college dat besluit gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1610
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202106153/1/A2

202106563/1/A2

Bij besluit van 17 augustus 2020 heeft het Instituut Mijnbouwschade Groningen het verzoek van [appellant] om schadevergoeding afgewezen. [appellant] is sinds 2011 eigenaar van de woning aan de [locatie] te Feerwerd. De vrijstaande woning is gebouwd in 1890. In de achtertuin van het woonhuis staat een bijgebouw uit 1960. In november 2014 en 1 april 2015 is schade als gevolg van mijnbouwactiviteiten in het Groningenveld gemeld bij de NAM. In 2015 is aardbevingsschade aan de woning behandeld en afgewikkeld. In deze procedure gaat het over scheurvorming in de vloer van het bijgebouw en de daarbij behorende aanbouw van de woning. Niet in geschil is dat voor de locatie van de woning het wettelijk bewijsvermoeden van toepassing is. Bij besluit van 18 januari 2021 heeft het Instituut geen schadevergoeding toegekend voor deze schades. De schades zijn volgens het Instituut niet het gevolg van gaswinning in Groningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1631
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202106563/1/A2

202106736/1/A3

Bij besluit van 24 oktober 2019 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat de aanvraag van [appellant] voor een Part-66 Aircraft Maintenance License voor de categorie B1.1 afgewezen. Om onderhoud aan vliegtuigen te kunnen plegen, moet een persoon in het bezit zijn van een onderhoudslicentie. Met een onderhoudslicentie kan de houder ervan aantonen dat hij beschikt over bepaalde bevoegdheden en een bepaalde ervaring. De regelgeving over deze onderhoudslicentie is opgenomen in een Europese verordening. [appellant] heeft op 19 maart 2019 bij Kiwa een aanvraag ingediend voor een onderhoudslicentie voor de categorie B1, subcategorie 1.1. Met deze licentie zou [appellant] onderhoud kunnen plegen aan vleugelvliegtuigen met turbine. Kiwa heeft [appellant] laten weten dat hij niet heeft aangetoond over genoeg praktijkervaring te beschikken om voor een onderhoudslicentie in aanmerking te komen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1624
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202106736/1/A3

202108015/1/R3

Bij besluit van 16 november 2021 heeft de raad van de gemeente Borne het bestemmingsplan "Algemene herziening Borne, Hertme, Zenderen, herziening scholen Bornsche Maten" vastgesteld. Het plan voorziet in een nieuwe basisschool, bestaande uit maximaal 18 klaslokalen, met daarbij behorende voorzieningen zoals kinderopvang en buitenschoolse opvang in de 8e buurt De Horsten in de wijk Bornsche Maten. De locatie voor de nieuwe basisschool ligt ten zuiden van de [locatie]. [appellant] is eigenaar van het perceel, kadastraal bekend als Borne C 924, gelegen op ongeveer 10 m afstand van het plangebied. De woning van [appellant] aan de [locatie] staat op dit perceel. [appellant] heeft beroep ingesteld, omdat hij vreest voor een aantasting van zijn woon- en leefklimaat door het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1615
Datum uitspraak
8 juni 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202108015/1/R3

202101316/1/V2

Bij besluit van 1 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1584
Datum uitspraak
7 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101316/1/V2

202101460/1/V1

Bij besluit van 10 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1567
Datum uitspraak
7 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202101460/1/V1

202104712/1/V1

Bij besluit van 6 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1571
Datum uitspraak
7 juni 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202104712/1/V1
vorige pagina1...174175176...1.218volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon