Uitspraak 201900991/2/R1 en 201900992/2/R1


Volledige tekst

201900991/2/R1 en 201900992/2/R1.
Datum uitspraak: 14 december 2022

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V. (hierna: KLM), gevestigd te Amstelveen,

appellante,

en

1.       de raad van de gemeente Haarlemmermeer,

2.       het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer,

verweerders.

Procesverloop

Bij tussenuitspraak van 2 december 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2872, heeft de Afdeling de raad opgedragen de geconstateerde gebreken in het besluit van 15 november 2018 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Badhoevedorp Schuilhoeve" te herstellen.

Bij besluit van 29 april 2021 heeft de raad het bestemmingsplan "Badhoevedorp Schuilhoeve" gewijzigd vastgesteld (hierna: het tweede herstelbesluit).

Daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft KLM een zienswijze ingediend over het herstelbesluit.

De raad en KLM hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak op zitting behandeld op 19 oktober 2021, waar KLM, vertegenwoordigd door mr. dr. V.M.Y. van ’t Lam en mr. S. Putting, beiden advocaat te Amsterdam, [gemachtigden], en de raad en het college, beide vertegenwoordigd door mr. J.C. Binnerts, advocaat te Haarlem, J.S. Lemmen, drs. H.W.M.J. de Vries, drs. R. van Engeland, R. Huizinga en drs. M.J. du Pon, zijn verschenen. Verder is op de zitting de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (hierna: STAB), vertegenwoordigd door ir. K. Mensinga en ing. J. Koedoot, gehoord.

Na de zitting heeft de Afdeling het onderzoek heropend.

De STAB heeft op verzoek van de Afdeling een deskundigenverslag (hierna: het derde deskundigenverslag) uitgebracht. KLM en verweerders hebben daarover zienswijzen naar voren gebracht.

KLM en verweerders hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak opnieuw op zitting behandeld op 9 november 2022, waar KLM, vertegenwoordigd door mr. dr. V.M.Y. van ’t Lam en mr. S. Putting, beiden advocaat te Amsterdam, [gemachtigden], en de raad en het college, beide vertegenwoordigd door mr. J.C. Binnerts, advocaat te Haarlem, J.S. Lemmen, mr. J. Oosterhof en R. Huizinga, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1.       Zoals al is overwogen in de tussenuitspraak, maakt het plan maximaal 700 woningen mogelijk in de wijk Schuilhoeve ten noorden van Schiphol. Het college heeft om de woningen mogelijk te maken hogere waarden vastgesteld voor de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting van wegverkeerslawaai en industrielawaai afkomstig van het gezoneerde industrieterrein Schiphol.

1.1.    KLM is het niet eens met het plan en de hogere waarden. Zij vreest dat haar bedrijfsvoering zal worden belemmerd, omdat bij de woningen geen sprake zal zijn van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat als gevolg van het proefdraaien en het grondgeluid van haar vliegtuigen.

1.2.    Voordat de Afdeling de tussenuitspraak heeft gedaan, heeft de raad bij besluit van 23 maart 2020 (hierna: het eerste herstelbesluit) het plan gewijzigd naar aanleiding van het beroep van KLM. Naar aanleiding van wat KLM heeft aangevoerd en de kritiek van de STAB op artikel 11.4.3 van de planregels heeft de raad dit artikel aangepast. Zoals al is overwogen in de tussenuitspraak, is het beroep van KLM ook gericht tegen het eerste herstelbesluit.

1.3.    De Afdeling was in de tussenuitspraak van oordeel dat in de berekeningen over het proefdraaigeluid ten onrechte niet is gerekend met een hard bodemgebied. Verder was de Afdeling van oordeel dat het onderzoek wat betreft grondgeluid niet zorgvuldig was, omdat geen metingen zijn gedaan in de winterperiode. De Afdeling heeft de raad in de tussenuitspraak opgedragen deze gebreken te herstellen en aan de hand van de nieuwe onderzoeken te beoordelen of sprake is van een goed woon- en leefklimaat bij de voorziene woningen.

1.4.    De raad heeft naar aanleiding van de tussenuitspraak aanvullend akoestisch onderzoek laten verrichten door Royal HaskoningDHV (hierna: Royal Haskoning) en het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (hierna: NLR). De raad heeft naar aanleiding daarvan in het tweede herstelbesluit het plan gewijzigd vastgesteld door daarin te bepalen dat op meer locaties een zogenoemde dove gevel moet worden gerealiseerd dan in het oorspronkelijke plan was voorzien. Het beroep van KLM is op grond van artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) mede gericht tegen het tweede herstelbesluit.

Oordeel van de Afdeling

Oordeel over de besluiten van de raad

Het besluit van 15 november 2018

2.       Het beroep van KLM tegen het besluit van de raad van 15 november 2018 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Badhoevedorp Schuilhoeve" is gegrond. Uit de tussenuitspraak volgt dat dat besluit in strijd met artikel 3:2 van de Awb niet met de vereiste zorgvuldigheid is vastgesteld. Dat besluit moet worden vernietigd.

Het tweede herstelbesluit

3.       Het beroep van KLM tegen het tweede herstelbesluit is ook gegrond. Weliswaar heeft de raad een zwaar gewicht mogen toekennen aan het belang bij woningbouw, maar in het plangebied moet wel sprake zijn van een goed woon- en leefklimaat. De raad heeft ook met het tweede herstelbesluit niet deugdelijk onderbouwd dat in het plangebied sprake zal zijn van een goed woon- en leefklimaat. De in het plan geconstateerde gebreken zijn dus niet hersteld. Dat betekent dat het tweede herstelbesluit in strijd met artikel 3:2 van de Awb niet met de vereiste zorgvuldigheid is vastgesteld. Dat besluit moet daarom worden vernietigd.

3.1.    De Afdeling zal haar oordeel over het tweede herstelbesluit hierna motiveren onder 7-24.

Het eerste herstelbesluit

4.       Als gevolg van de vernietiging van het besluit van 15 november 2018 en het tweede herstelbesluit is geen woningbouw meer mogelijk in het plangebied. Dat betekent dat de grondslag aan het eerste herstelbesluit is ontvallen. De raad heeft dat besluit immers vastgesteld met het oog op woningbouw in het plangebied. Daarom is ook het beroep van KLM tegen het eerste herstelbesluit gegrond. Dat besluit moet worden vernietigd vanwege strijd met artikel 3:2 van de Awb.

Opdracht aan de raad

5.       Uit een oogpunt van rechtszekerheid en gelet op artikel 1.2.3 van het Besluit ruimtelijke ordening, ziet de Afdeling aanleiding de raad op te dragen het hierna in de beslissing nader aangeduide onderdeel van deze uitspraak binnen vier weken na verzending van de uitspraak te verwerken op de landelijke voorziening, www.ruimtelijkeplannen.nl.

Oordeel over het besluit hogere waarden

6.       Zoals onder 12 van de tussenuitspraak is overwogen, heeft KLM aangevoerd dat de fouten die volgens haar gemaakt zijn in de akoestische onderzoeken voor het bestemmingsplan ook doorwerken in het besluit hogere waarden. Daarom had volgens KLM ook dit besluit niet op deze manier kunnen worden vastgesteld.

6.1.    De akoestische onderzoeken die voor het plan zijn gemaakt, zijn ook ten grondslag gelegd aan het besluit hogere waarden. Zoals onder 3 is overwogen, zijn de in het plan geconstateerde gebreken die betrekking hebben op de akoestische onderzoeken niet hersteld. Dat besluit is dus in strijd met artikel 3:2 van de Awb niet met de vereiste zorgvuldigheid vastgesteld. Het beroep van KLM tegen het besluit hogere waarden is gegrond. Dat besluit moet worden vernietigd.

Het beroep tegen het tweede herstelbesluit

Wijze van behandeling

7.       Zoals onder 3 is overwogen, heeft de raad met het tweede herstelbesluit niet deugdelijk onderbouwd dat in het plangebied sprake zal zijn van een goed woon- en leefklimaat bij de woningen. De Afdeling zal dit oordeel motiveren aan de hand van de bespreking van deze twee kwesties:

1. de kwestie of in het onderzoek naar het geluid van proefdraaien is uitgegaan van een representatief bronspectrum;

2. de kwestie of in het onderzoek naar het grondgeluid van startende vliegtuigen is gemeten onder een hoek ten opzichte van de Aalsmeerbaan die representatief is voor het gehele plangebied.

De STAB heeft op de tweede zitting en in een derde deskundigenverslag een toelichting gegeven over deze kwesties. Naar aanleiding daarvan is nieuw onderzoek verricht door Royal Haskoning en NLR. De Afdeling zal ook ingaan op dat onderzoek.

7.1.    De Afdeling zal de hiervoor vermelde kwesties behandelen aan de hand van deze vragen:

- Wat zijn de resultaten van de aanvullende onderzoeken naar aanleiding van de tussenuitspraak? (8-11)

- Wat zijn bezwaren van KLM tegen de aanvullende onderzoeken? (12-14)

- Kan de kwestie van het bronspectrum aan de orde komen? (15-15.1)

- Wat vindt de STAB over de kwesties van het bronspectrum en de meethoek? (16-17)

- Wat zijn de resultaten van de nieuwe onderzoeken? (18-19)

- Wat zijn bezwaren van KLM tegen de nieuwe onderzoeken? (20-22)

- Wat is het oordeel van de Afdeling over de kwesties van het bronspectrum en de meethoek? (23-24)

7.2.    KLM heeft ook andere bezwaren tegen de onderzoeken van Royal Haskoning en NLR naar voren gebracht dan de bezwaren over het bronspectrum en de meethoek. De Afdeling zal deze bezwaren niet bespreken, omdat de bezwaren van KLM over het bronspectrum en de meethoek al slagen.

Wat zijn de resultaten van de aanvullende onderzoeken naar aanleiding van de tussenuitspraak?

8.       Zoals onder 1.4 is overwogen, heeft de raad aanvullend onderzoeken laten verrichten door Royal Haskoning en NLR.

Onderzoek van Royal Haskoning

9.       Het onderzoek van Royal Haskoning van 22 februari 2021 gaat over het geluid van proefdraaien. In het onderzoek is uitgegaan van hard bodemgebied. Royal Haskoning komt tot de conclusie dat achter de eerstelijnsbebouwing meer locaties aan te wijzen zijn waar de maximale ontheffingswaarde wordt overschreden. Ook zijn er kleine verschillen in de resultaten ten aanzien van de maximale geluidniveaus.

Onderzoek van NLR

10.     Het onderzoek van NLR van maart 2021 gaat over het grondgeluid. In het onderzoek zijn geluidmetingen in februari en maart 2020 en januari en februari 2021 verricht. De resultaten van deze geluidmetingen heeft NLR vervolgens gebruikt om inzicht te verkrijgen in de mogelijke hinder tijdens een volledige winterperiode. NLR heeft onderzocht hoeveel vliegtuigstarts in de winterperiode plaatsvinden, uitgesplitst naar vliegtuigtype, startbaan, windrichting en windsnelheid. Vervolgens zijn deze aantallen vermenigvuldigd met het percentage (ernstig) hinderlijke starts dat op basis van de geluidmetingen is vastgesteld. De resultaten verschillen ten opzichte van het eerdere onderzoek van NLR. In de eerste plaats is er een afname van het aantal hinderlijke starts in de winterperiode van ongeveer 60% ten opzichte van het eerdere onderzoek. In de tweede plaats is er een toename van het aantal ernstig hinderlijke starts. Volgens het eerdere onderzoek van NLR zouden er 477 ernstig hinderlijke starts in de winterperiode zijn, terwijl NLR nu uitkomt op in ieder geval 794 en mogelijk nog meer ernstig hinderlijke starts.

11.     De raad acht de toename in het aantal ernstig hinderlijke starts aanvaardbaar. De raad wijst er daarbij onder meer op dat ernstig hinderlijke starts alleen voorkomen in de winterperiode. De nieuwe bewoners van het plangebied zullen dan vanwege de winterse omstandigheden vooral binnen verblijven. Binnen de woningen zullen de bewoners minder hinder ondervinden van vliegstarts, omdat de woningen van extra isolatie moeten worden voorzien op grond van de planregels.

Wat zijn bezwaren van KLM tegen de aanvullende onderzoeken?

12.     KLM betoogt dat de onderzoeken van Royal Haskoning en NLR niet deugdelijk zijn. Ter onderbouwing van haar betoog heeft KLM notities van Peutz van 9 juni en 21 september 2021 overgelegd.

Het onderzoek van Royal Haskoning

13.     KLM heeft over het onderzoek van Royal Haskoning onder meer aangevoerd dat Royal Haskoning ten onrechte niet een representatief bronspectrum heeft gehanteerd. Met de term bronspectrum wordt gedoeld op het spectrum van het geluid dat direct bij het proefdraaien van vliegtuigen ontstaat. Geluid bestaat uit een spectrum van geluidgolven van verschillende frequenties die van hoog tot laag gaan. Sommige typen geluid bevatten veel geluidgolven met een hoge frequentie, terwijl andere typen geluid veel geluidgolven met een lage frequentie bevatten. Geluid dat veel laagfrequente geluidgolven bevat, kan minder goed worden afgeschermd. Volgens KLM bevat het bronspectrum van het proefdraaien meer laagfrequente geluidgolven dan waarvan Royal Haskoning is uitgegaan. Daardoor zal de afschermende werking van de eerstelijnsbebouwing in het plangebied minder zijn dan waarvan is uitgegaan in het onderzoek van Royal Haskoning. Dat betekent dat de geluidbelasting op de woningen achter de eerstelijnsbebouwing hoger zal zijn dan is berekend. Daarom zal volgens KLM bij meer woningen een dove gevel nodig zijn dan waarvan de raad is uitgegaan.

Het onderzoek van NLR

14.     Over het onderzoek van NLR heeft KLM onder meer aangevoerd  dat de resultaten van het onderzoek niet representatief zijn voor het gehele plangebied. NLR heeft de effecten van het grondgeluid van startende vliegtuigen op de woningen gemeten onder een hoek van 180 graden ten opzichte van de Aalsmeerbaan. Een deel van de woningen in het plangebied komt echter onder een kleinere hoek dan 180 graden ten opzichte van de Aalsmeerbaan te liggen. Volgens KLM kan de hoek van de woningen ten opzichte van de Aalsmeerbaan uitmaken voor de geluidbelasting als gevolg van het grondgeluid.

Kan de kwestie van het bronspectrum aan de orde komen?

15.     De raad stelt zich op het standpunt dat de kwestie of in het onderzoek van Royal Haskoning is uitgegaan van een representatief bronspectrum niet meer aan de orde kan komen. Volgens de raad heeft de Afdeling over die kwestie in de tussenuitspraak een bindende eindbeslissing genomen. Hij wijst er daarbij op dat de Afdeling onder 7.3 van de tussenuitspraak geen grond zag voor het oordeel dat Royal Haskoning geen overdrachtsmodel heeft mogen gebruiken en de vergunde ruimte niet juist heeft gereconstrueerd.

15.1.  De Afdeling is van oordeel dat de kwestie of in het onderzoek van Royal Haskoning is uitgegaan van een representatief bronspectrum nog aan de orde kan komen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak geen uitdrukkelijk oordeel gegeven over deze kwestie en daarover dus ook geen bindende eindbeslissing genomen.

Wat vindt de STAB over de kwesties van het bronspectrum en de meethoek?

De kwestie van het bronspectrum

16.     De STAB heeft op de tweede zitting toegelicht dat zij twijfelde of in het onderzoek van Royal Haskoning is uitgegaan van een representatief bronspectrum. Het uitgangspunt is dat het representatieve bronspectrum uit het zoneringsonderzoek volgt. Dat zoneringsonderzoek is in de jaren ’80 van de vorige eeuw verricht. Er zijn namelijk geen andere rapporten waarin onderzoek is gedaan naar het spectrum van het proefdraaigeluid. Op basis van informatie uit het zoneringsonderzoek die in de notities van Peutz is opgenomen, twijfelde de STAB of het spectrum dat Royal Haskoning hanteerde aan het zoneringsonderzoek is ontleend. De STAB heeft op de zitting aangeboden om op basis van het zoneringsonderzoek te onderzoeken of het bronspectrum dat Royal Haskoning heeft gehanteerd representatief is.

16.1.  De Afdeling heeft naar aanleiding van de toelichting van de STAB op de zitting het onderzoek heropend en de STAB gevraagd deze vraag in een deskundigenverslag te beantwoorden: "Is het bronspectrum waarvan in het onderzoek van Royal Haskoning is uitgegaan representatief voor het bronspectrum voor het proefdraaien van KLM, gelet op de milieuvergunning van KLM en het zoneringsonderzoek waaraan wordt gerefereerd in de milieuvergunning en de vergunningaanvraag van KLM?".

16.2.  De STAB heeft in het derde deskundigenverslag geconcludeerd dat het bronspectrum dat Royal Haskoning heeft gehanteerd niet representatief is voor het proefdraaien. Volgens de STAB lijkt het erop dat dit bronspectrum niet aan het zoneringsonderzoek is ontleend. Het bronspectrum bevat een te gering aandeel lage frequenties in vergelijking met het voor KLM maatgevende spectrum uit het zoneringsonderzoek. De STAB heeft dit geconcludeerd op basis van een vergelijking van het bronspectrum dat Royal Haskoning heeft gehanteerd met het bronspectrum dat de STAB uit het zoneringsonderzoek heeft afgeleid. In het zoneringsonderzoek is geen bronspectrum opgenomen, maar volgens de STAB is het mogelijk een gemiddeld bronspectrum af te leiden uit de metingen die op een afstand van 40 m van de proefdraailocaties zijn verricht. Deze metingen zijn in het zoneringsonderzoek met een rekenmethode geëxtrapoleerd naar een afstand van 1.500 m om deze metingen te kunnen vergelijken met metingen die in het zoneringsonderzoek op een afstand van 1.500 m van de proefdraailocaties zijn verricht. De STAB heeft de geëxtrapoleerde meetresultaten teruggerekend naar de oorspronkelijke meetresultaten. De STAB heeft vervolgens op basis van de oorspronkelijke meetresultaten het bronspectrum berekend.

De kwestie van de meethoek

17.     De STAB heeft op de tweede zitting toegelicht dat de woningen in het plangebied onder een hoek van 149 tot 180 graden ten opzichte van de Aalsmeerbaan komen te liggen. Onder een hoek van 149 tot 165 graden bieden kantoren en een hotel dat in eigendom is van Corendon afscherming tegen het grondgeluid. Volgens de STAB maakt het voor de geluidbelasting uit onder welke hoek de woningen ten opzichte van de Aalsmeerbaan komen te liggen. Volgens de STAB kan het verschil in geluidbelasting tussen een hoek van 180 graden en een hoek van 160 graden ongeveer 2,5 dB bedragen.

Wat zijn de resultaten van de nieuwe onderzoeken?

Nieuw onderzoek van Royal Haskoning

18.     Tussen partijen is niet in discussie dat in het onderzoek van Royal Haskoning van 22 februari 2021 niet is uitgegaan van een representatief bronspectrum. Dit onderzoek is dus niet deugdelijk. De raad heeft de Afdeling verzocht om in de gelegenheid te worden gesteld dit gebrek te herstellen door middel van nieuw akoestisch onderzoek. De Afdeling heeft de raad daartoe in de gelegenheid gesteld.

18.1.  Royal Haskoning heeft nieuw akoestisch onderzoek verricht. De resultaten daarvan zijn neergelegd in het rapport "Bestemmingsplan Schuilhoeve te Badhoevedorp Aanvullend akoestisch onderzoek industrielawaai" van 2 mei 2022 (hierna: het nieuwe onderzoek van Royal Haskoning). Het nieuwe onderzoek van Royal Haskoning komt tot de conclusie dat het aantal woningen waarbij een dove gevel nodig is, niet zal toenemen. Royal Haskoning is tot deze conclusie gekomen aan de hand van een bronspectrum voor het proefdraaien dat is berekend op basis van metingen in het zoneringsonderzoek op een afstand van 1.500 m van de proefdraailocaties. Anders dan de STAB heeft Royal Haskoning dus niet de meetresultaten op een afstand van 40 m van de proefdraailocaties gebruikt voor de berekening van het bronspectrum. Volgens Royal Haskoning is de reden daarvoor dat met de meetresultaten op een afstand van 40 m het bronspectrum wordt berekend voor een situatie waarin de proefdraailocaties niet worden afgeschermd door geluidschermen. De proefdraailocaties worden in de richting van het plangebied echter gedeeltelijk afgeschermd door geluidschermen. Royal Haskoning heeft daarom voor de berekening van het bronspectrum gebruik gemaakt van de meetresultaten van een meetpunt dat op een afstand van 1.500 m in de richting van het plangebied lag.

Nieuw onderzoek van NLR

19.     De raad heeft ook nieuw onderzoek van NLR overgelegd. Het gaat daarbij onder meer om een notitie van NLR van 20 januari 2022 (hierna: het nieuwe onderzoek van NLR). In het nieuwe onderzoek zijn geluidmetingen verricht op twee locaties in het plangebied die in het verlengde van de Aalsmeerbaan liggen. Eén locatie ligt onder een hoek van 180 graden ten opzichte van de Aalsmeerbaan. De andere locatie ligt onder een hoek van 160 graden ten opzichte van de Aalsmeerbaan. Volgens NLR kan op basis van alle metingen niet worden vastgesteld dat de maximale geluidniveaus van het grondgeluid van startende vliegtuigen op de ene meetlocatie altijd hoger zijn dan op de andere meetlocatie.

Wat zijn bezwaren van KLM tegen de nieuwe onderzoeken?

20.     KLM betoogt dat de nieuwe onderzoeken van Royal Haskoning en NLR niet deugdelijk zijn. Ter ondersteuning heeft KLM notities van Peutz van 10 februari en 13 juni 2022 overgelegd.

Het nieuwe onderzoek van Royal Haskoning

21.     Over het nieuwe onderzoek van Royal Haskoning heeft KLM onder meer aangevoerd dat Royal Haskoning het bronspectrum van het proefdraaien onjuist heeft berekend. Volgens KLM is Royal Haskoning ten onrechte ervan uitgegaan dat het proefdraaigeluid in de richting van het plangebied geheel wordt afgeschermd. Het proefdraaigeluid wordt in de richting van het plangebied alleen gedeeltelijk afgeschermd. Volgens KLM mag zij op basis van haar vergunning proefdraaien waarbij één motor niet wordt afgeschermd. Die situatie komt volgens KLM regelmatig voor. Volgens KLM heeft Royal Haskoning daarmee geen rekening gehouden. Zij vreest daarom dat het proefdraaien ernstig zal worden belemmerd door de woningen.

Het nieuwe onderzoek van NLR

22.     Over het onderzoek van NLR heeft KLM onder meer aangevoerd dat de meetlocatie die onder een hoek van 160 graden ligt ten opzichte van de Aalsmeerbaan niet representatief is voor het gehele plangebied. Zij heeft er daarbij op gewezen dat het grondgeluid op deze locatie wordt afgeschermd door het hotel van Corendon. De woningen die onder een hoek tussen de 180 en 165 graden ten opzichte van de Aalsmeerbaan komen te liggen, worden daarentegen niet afgeschermd door dit hotel.

Wat is het oordeel van de Afdeling over de kwesties van het bronspectrum en de meethoek?

Kwestie van het bronspectrum

23.     De Afdeling oordeelt dat in het nieuwe onderzoek van Royal Haskoning niet is uitgegaan van een bronspectrum dat representatief is voor het proefdraaien. Het gebrek in het onderzoek van Royal Haskoning van 22 februari 2022 dat daarin niet is uitgegaan van een representatief bronspectrum is dus niet hersteld. Voor de beantwoording van de vraag of Royal Haskoning in het nieuwe onderzoek is uitgegaan van een representatief bronspectrum is niet bepalend of Royal Haskoning er voldoende rekening mee heeft gehouden dat de proefdraailocaties niet geheel zijn afgeschermd door geluidschermen. Alleen al het feit dat Royal Haskoning in haar berekeningen gebruik heeft gemaakt van metingen op een afstand van 1.500 m van de proefdraailocaties betekent dat zij het bronspectrum niet op de juiste wijze heeft berekend. De STAB heeft in het deskundigenbericht namelijk vermeld dat zij is uitgegaan van de meetresultaten op een afstand van 40 m en niet van de meetresultaten op 1.500 m afstand. De reden daarvoor is dat juist de meetresultaten op korte afstand van de vliegtuigmotor een goed beeld geven van het bronspectrum. Bij metingen op grote afstand heeft de overdracht een steeds grotere invloed op het spectrum en moet daarvoor een correctie plaatsvinden. Dat maakt het vaststellen van het bronspectrum op basis van metingen op grote afstand volgens de STAB minder betrouwbaar. De raad heeft dat niet betwist.

Het betoog slaagt.

Kwestie van de meethoek

24.     De Afdeling is van oordeel dat het onderzoek van NLR van maart 2021 niet deugdelijk is. De Afdeling ziet in wat KLM heeft aangevoerd aanleiding om te twijfelen aan de representativiteit van de resultaten van dit onderzoek. In het onderzoek is gemeten onder een hoek van 180 graden ten opzichte van de Aalsmeerbaan, terwijl een deel van de woningen onder een kleinere hoek dan 180 graden ten opzichte van de Aalsmeerbaan komt te liggen. Zoals onder 17 is overwogen, heeft de STAB op de tweede zitting toegelicht dat het verschil in geluidbelasting tussen een hoek van 180 graden en een hoek van 160 graden ongeveer 2,5 dB kan bedragen.

Het nieuwe onderzoek van NLR heeft deze twijfel niet weggenomen. In het nieuwe onderzoek van NLR is het grondgeluid ook gemeten onder een hoek van 160 graden ten opzichte van de Aalsmeerbaan. Onder deze hoek wordt het plangebied afgeschermd door het hotel van Corendon. De woningen die onder een hoek tussen de 180 en 165 graden ten opzichte van de Aalsmeerbaan komen te liggen, worden daarentegen niet afgeschermd door dit hotel. De raad heeft op de zitting erop gewezen dat deze woningen worden afgeschermd door het talud van de A9 dat langs het plangebied loopt. Dat betekent echter nog niet dat de meetresultaten representatief zijn voor het deel van het plangebied dat onder een hoek tussen de 180 en 165 graden ten opzichte van de Aalsmeerbaan ligt. Het is namelijk nog maar de vraag of het talud van de A9 dezelfde afschermende werking heeft als het hotel van Corendon, omdat het talud van de A9 niet zo hoog is als dat hotel. Volgens het eerste deskundigenverslag ligt de A9 op een ongeveer 9 m hoog talud en zijn langs de weg op het talud aan de zijde van Badhoevedorp 3 m hoge geluidschermen geplaatst. Een deel van het hotel van Corendon heeft op grond van het bestemmingsplan "Badhoevedorp Lijnden Oost Schipholweg 275" een maximale bouwhoogte van 40 m en een ander deel een maximale bouwhoogte van 16,5 m.

Het betoog slaagt.

Proceskosten

25.     De raad en het college moeten de proceskosten van KLM vergoeden. De Afdeling heeft bij de berekening van de te vergoeden proceskosten de wegingsfactor 1,5 toegepast vanwege de zwaarte van de zaak. Verder heeft de Afdeling bij de berekening de beroepen van KLM tegen het plan en het besluit hogere waarden aangemerkt als samenhangende zaken als bedoeld in artikel 3 van het Besluit proceskosten bestuursrecht.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        verklaart de beroepen van de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V. gegrond;

II.       vernietigt deze besluiten:

- het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer van 9 oktober 2018 tot het vaststellen van hogere waarden voor de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting ten behoeve van de bouw van woningen op de locatie Schuilhoeve in Badhoevedorp;

- het besluit van de raad van de gemeente Haarlemmermeer van 15 november 2018 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Badhoevedorp Schuilhoeve";

- het besluit van de raad van de gemeente Haarlemmermeer van 23 maart 2020 tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan "Badhoevedorp Schuilhoeve";

- het besluit van de raad van de gemeente Haarlemmermeer van 29 april 2021 tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan "Badhoevedorp Schuilhoeve";

III.      draagt de raad van de gemeente Haarlemmermeer op om binnen vier weken na verzending van deze uitspraak ervoor zorg te dragen dat het hiervoor vermelde onderdeel II, tweede tot en met vierde gedachtestreepje wordt verwerkt op de landelijke voorziening, www.ruimtelijkeplannen.nl;

IV.      veroordeelt de raad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer tot vergoeding van bij Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V. in verband met de behandeling van de beroepen opgekomen proceskosten tot een tot een bedrag van € 8.538,75 geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;

V.       gelast dat de raad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer aan Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V. het door haar voor de behandeling van haar beroepen betaalde griffierecht van € 345,00 vergoeden.

Aldus vastgesteld door mr. R. Uylenburg, voorzitter, en mr. H.C.P. Venema en B. Meijer, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.L. van Driel Kluit, griffier.

w.g. Uylenburg
voorzitter

w.g. Van Driel Kluit
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 14 december 2022