Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.697
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202100319/1/R3

Bij besluit van 15 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tynaarlo aan Meerschap Paterswolde een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van een seizoensgebonden (mobiele) kiosk en toiletunit voor de duur van vijf jaar aan de Oude Badweg te Eelderwolde. Op 25 mei 2020 heeft Meerschap Paterswolde een omgevingsvergunning aangevraagd voor het plaatsen van een seizoensgebonden (mobiele) kiosk en toiletunit voor de duur van vijf jaar aan de Oude Badweg te Eelderwolde. Bij het besluit van 15 juli 2020 heeft het college de gevraagde omgevingsvergunning verleend. Scandinavisch Dorp en [appellant] hebben een restaurant aan de Oude Badweg 1 te Eelderwolde. Zij zijn het niet eens met de locatie van de kiosk en de toiletunit en vinden dat het college nadere eisen had moeten stellen op grond van artikel 4.3 van de regels van de beheersverordening Paterswoldsemeer van 19 januari 2016 (hierna: de beheersverordening). Om deze reden hebben zij bezwaar gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1489
Datum uitspraak
25 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202100319/1/R3

202100437/1/R3

Bij besluit van 20 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan [aannemingsbedrijf] een omgevingsvergunning verleend voor het snoeien van één taxusboom die in de binnentuin staat van het perceel Herengracht 17 in Den Haag. [appellant] woont in een appartement op het adres [locatie]. Hij is het niet eens met de snoei van de taxusboom. Tegen het besluit van 5 september 2019 heeft hij beroep ingesteld bij de rechtbank. [appellant] heeft bij de rechtbank naar voren gebracht dat het snoeien leidt tot verlies van privacy, een toename van de geluidbelasting, windoverlast en een verminderde wateropslag/waterbuffer. Verder heeft hij zich bij de rechtbank op het standpunt gesteld dat [aannemingsbedrijf] bij de indiening van de aanvraag om verlening van de omgevingsvergunning met een nulmeting had moeten onderbouwen welke schade de taxus veroorzaakt aan haar pand.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1488
Datum uitspraak
25 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Kapvergunningen
  • uitspraakin de zaak202100437/1/R3

202101203/1/A3

Bij besluit van 29 oktober 2018 heeft de burgemeester van Hengelo de aan [appellant] verleende drank- en horecavergunning voor [bedrijf], gevestigd aan de [locatie] te Hengelo, op grond van artikel 31, eerste lid, onder b, van de Drank- en Horecawet per direct ingetrokken. De burgemeester heeft de aan [appellant] voor [bedrijf] verleende drank- en horecavergunning ingetrokken en besloten dat voor [bedrijf] gedurende vijf jaar een drank- en horecavergunning wordt geweigerd als [appellant] vergunninghouder, eigenaar en enig leidinggevende is. Daaraan is voorafgegaan dat het pand van [bedrijf] bij besluit van de burgemeester van 28 mei 2018 voor 12 maanden is gesloten op grond van artikel 13b van de Opiumwet. De rechtbank heeft geoordeeld dat de burgemeester zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat een nieuwe vergunning voor [bedrijf] met [appellant] als vergunninghouder, eigenaar en enige leidinggevende gedurende een periode van vijf jaar wordt geweigerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1498
Datum uitspraak
25 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak202101203/1/A3

202101703/1/R1

Bij besluit van 26 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Langedijk, thans Dijk en Waard het wijzigingsplan "Perceel achter [locatie 1], Broek op Langedijk" vastgesteld. Het wijzigingsplan voorziet in de mogelijkheid om een vrijstaande woning met tuin te realiseren op het perceel achter de woning aan de [locatie 1] in Broek op Langedijk. Het plangebied ligt in het zuiden van Broek op Langedijk, ongeveer 50 m ten oosten van de Twuyverweg en ten westen van het kanaal Omval - Kolhorn. [partij] is initiatiefnemer van het wijzigingsplan. Het wijzigingsplan is gebaseerd op artikel 30, onder f en j, van de regels van het bestemmingsplan "Broek op Langedijk", vastgesteld door de raad van de gemeente Langedijk op 25 juni 2013. [appellant sub 1] en anderen wonen op de percelen [locatie 2] en [locatie 1], ten noorden van het plangebied. Zij kunnen zich niet verenigen met het plan omdat zij vrezen voor negatieve gevolgen voor hun woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1484
Datum uitspraak
25 mei 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202101703/1/R1

202101730/1/R3

Bij besluit van 18 januari 2021 heeft de raad van de gemeente Olst-Wijhe het bestemmingsplan "Olst, Abersonterrein" vastgesteld. Het plangebied is gelegen aan de oostzijde van Olst en wordt begrensd door de Kleistraat aan de zuidoostzijde en de Jan Hooglandstraat aan de zuidwestzijde. Het plangebied heeft een oppervlakte van ongeveer 2,5 ha. Op de zuidwestzijde van het plangebied is de oude Abersonfabriek gelegen en de andere gronden van het plangebied zijn onbebouwde agrarische percelen. [partij] wil de gronden van het plangebied ontwikkelen als woningbouwlocatie. Het bestemmingsplan "Olst, Abersonterrein" kent daarvoor onder meer de bestemmingen "Woongebied", "Groen" en "Verkeer - Verblijf" toe aan de gronden van het plangebied. Het aantal in het plangebied voorziene woningen bedraagt maximaal 66. Uit het beeldkwaliteitsplan volgt dat het plangebied is onderverdeeld in drie deelgebieden, namelijk Wonen aan lint Jan Hooglandstraat (deelgebied 1), Wonen aan de dorpsrand (deelgebied 2) en Wonen op het erf.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1485
Datum uitspraak
25 mei 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202101730/1/R3

202102112/1/R1

Bij besluit van 11 februari 2020 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap De Dommel de partiële herziening van de legger oppervlaktelichamen 2018 vastgesteld. Het dagelijks bestuur heeft bij besluit van 22 januari 2019 het Besluit legger oppervlaktewaterlichamen 2018 vastgesteld. Hierin zijn de beschermingszones die het waterschap nodig heeft voor het beheer en onderhoud van de A-wateren aan weerszijden van deze wateren bepaald op een standaardbreedte van 5 meter vanuit de dichtstbijzijnde insteek. Vervolgens heeft het dagelijks bestuur op 17 september 2019 de Richtlijn beschermingszones op maat vastgesteld. Deze richtlijn is opgesteld als beleidskader voor de omvorming van generieke naar maatwerk beschermingszones. De aanpassing van de beschermingszones heeft tot doel om geen (onnodige) beperkingen op te leggen aan aangelanden en daarmee de regeldruk te verminderen. Ter uitvoering van deze richtlijn heeft het dagelijks bestuur het besluit van 11 februari 2020 genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1475
Datum uitspraak
25 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Oppervlaktewateren
  • Waterschapszaken
  • uitspraakin de zaak202102112/1/R1

202102460/1/A2

Bij besluiten van 13 juni 2018 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan Stichting Vestia voorlopige investeringsverklaringen afgegeven voor de objecten [locatie 1] en [locatie 2] te Rotterdam. [appellant A] en [appellant B] zijn de bewoners van de huurwoningen aan de [locatie 1] en [locatie 2] te Rotterdam. Zij denken dat de aan woningcorporatie Stichting Vestia afgegeven voorlopige investeringsverklaringen tot de sloop van hun woningen zouden kunnen leiden. [appellant A] en [appellant B] willen niet dat hun woningen worden gesloopt, omdat zij hier graag willen blijven wonen. Op 1 januari 2014 is de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II in werking getreden. Op grond van de Wmw wordt jaarlijks van verhuurders van meer dan tien huurwoningen een verhuurderheffing geheven. Verhuurders kunnen een vermindering van de verhuurderheffing krijgen ter stimulering van een aantal investeringen in maatschappelijk urgente opgaven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1497
Datum uitspraak
25 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202102460/1/A2

202102915/1/R1

Bij besluit van 11 maart 2021 heeft de raad van de gemeente Middelburg het bestemmingsplan "Uitbreiding St. Laurens, fase 1" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de eerste fase van de uitbreiding de woningbouwlocatie "Sint Laurens". Het plan voorziet in de bouw van 56 woningen. Het plan bevat een ruim opgezette wijk met een meanderende groen- en waterstructuur. [appellant sub 1] en anderen wonen aan de Noordweg, de Van Bourgondiëlaan, de Meylaan en de Van Serooskerkelaan in Sint Laurens, in de nabijheid van het plangebied. [appellant sub 2] woont op het perceel [locatie 1. [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 2] kunnen zich niet verenigen met het plan en stellen onder meer dat er geen behoefte bestaat aan de met het plan voorziene woningbouw. [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 2] betogen dat de Crisis- en herstelwet ten onrechte van toepassing is verklaard op het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1483
Datum uitspraak
25 mei 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202102915/1/R1

202103813/1/R4

Bij besluit van 24 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn Parc de Parelhoeve B.V. onder oplegging van een dwangsom van € 150.000,00 ineens, gelast om het plaatsen van chalets op het perceel Zwolseweg 540 te Wenum-Wiessel, onmiddellijk stop te zetten. Op het perceel geldt het bestemmingsplan "Wenum Wiesel en buitengebied" en rusten de enkelbestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie" en de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie middelhoog" en de gebiedsaanduidingen "cultuurhistorisch gebied" en "reconstructiewetzone - verwevingsgebied". Parc de Parelhoeve B.V. is eigenaar van het perceel. Parc de Parelhoeve B.V. heeft onder andere als doel "het (doen) exploiteren van een recreatiebedrijf, alsmede het uitoefenen van beheer- en bemiddelingsactiviteiten op het gebied van een recreatiebedrijf". Hiertoe wil Parc de Parelhoeve B.V. chalets op het perceel plaatsen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1480
Datum uitspraak
25 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202103813/1/R4

202103941/1/R4

Bij besluit van 29 april 2021 heeft de raad van de gemeente Doetinchem het bestemmingsplan "Winkelcentrum De Bongerd - 2020" vastgesteld. Het plan voorziet in de herinrichting van het winkelcentrum De Bongerd in Doetinchem, met onder meer een nieuwbouwgedeelte, bestaande uit een supermarkt, parkeerkelder en sporthal met ruimte voor wijkvoorzieningen. De ontwikkelaar is Becedo. [appellanten] wonen aan de [locatie 1] en [locatie 2], in de directe omgeving van het plangebied. Een deel van de ter plaatse aanwezige sporthal met de daarin aanwezige voorzieningen en peuteropvang worden gefaseerd gesloopt. De vervangende nieuwbouw zal bestaan uit drie bouwlagen, met de supermarkt op de begane grond, de wijkvoorzieningen op de tussenlaag en de eerste verdieping en de sporthal met kleedkamers op de eerste verdieping. Onder de nieuwbouw en een deel van het aansluitende terrein is de parkeerkelder voorzien, waar gefaseerd in totaal 179 parkeerplaatsen worden gerealiseerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1487
Datum uitspraak
25 mei 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202103941/1/R4

202104074/1/R1

Bij besluit van 15 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht onder meer de locatie met het nummer RE404, op de hoek van de Columbuslaan en de Abel Tasmanlaan te Maarssen, aangewezen voor de plaatsing van een ondergrondse restafvalcontainer. [appellant sub 1] woont op het adres [locatie 1]. [appellant sub 1] heeft mede namens [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B] beroep ingesteld. [appellant sub 1A] woont op het adres [locatie 2], [appellant sub 1B] woont op het adres [locatie 3]. [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] wonen op het adres [locatie 4]. De orac is al geplaatst, op de hoek van de Columbuslaan en de Abel Tasmanlaan, nabij [locatie 4], tegenover [locatie 2], en schuin tegenover [locatie 1] en [locatie 3]. [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] kunnen zich niet met het besluit verenigen omdat zij vrezen dat de aanwezigheid van de orac tot aantasting van hun woon- en leefklimaat leidt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1502
Datum uitspraak
25 mei 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202104074/1/R1

202104354/1/A2

Bij besluit van 5 april 2018 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de verzoeken van de Woningstichting en [partij] om de stichting in een hogere bezoldigingsklasse in te delen, dan wel de stichting toe te staan met [partij] afspraken te maken over een hogere bezoldiging dan het toepasselijke bedrag, afgewezen. [partij] is sinds 2006 werkzaam als directeur-bestuurder bij de Woningstichting. Op 1 januari 2013 is de Wet normering topinkomens in werking getreden, waarmee de bezoldiging van topfunctionarissen die werkzaam zijn in de (semi)publieke sector, zoals [partij], is gemaximeerd. Ook is bepaald dat voor onder meer instellingen als bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de Woningwet, zoals de Woningstichting, een bezoldigingsklasseindeling mag worden gemaakt. Met de invoering van de Regeling normering topinkomens toegelaten instellingen volkshuisvesting zijn de toegelaten instellingen volkshuisvesting vanaf 1 januari 2014 ingedeeld in een bezoldigingsklasse.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1496
Datum uitspraak
25 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202104354/1/A2

202105075/1/R4

Bij besluit van 29 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Medemblik het verzoek om handhaving van [partij] met betrekking tot de door de vof gedreven manege op het perceel [locatie 1] in Nibbixwoud afgewezen. Op 25 oktober 1994 is een milieuvergunning verleend voor het oprichten van een manege op het perceel. De vof heeft in 2016 de exploitatie van de manege overgenomen. Op het perceel wordt ten behoeve van de manege een aantal paarden en pony’s gehouden. Daarvoor zijn op het perceel onder meer twee paddocks aanwezig. Een paddock is een omheinde buitenruimte waar paarden los kunnen lopen. [partij] woont aan de [locatie 2] in Nibbixwoud, direct naast het perceel. Hij ondervindt geurhinder van de paarden en pony’s, doordat zij regelmatig in de paddocks staan. [partij] heeft daarom op 9 januari 2019 een verzoek om handhaving ingediend. Het college heeft naar aanleiding van dat verzoek verschillende controles uitgevoerd op het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1495
Datum uitspraak
25 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202105075/1/R4

202105299/1/R3

Bij besluit van 30 juni 2021 heeft de raad van de gemeente Gouda het bestemmingsplan "Ridder van Catsweg 683, Gouda" vastgesteld. Het plangebied bevindt zich in Gouda en wordt begrensd door de Ridder van Catsweg aan de noord- en oostzijde en het Catsveld aan de zuidzijde. Op de gronden van het plangebied waren een autobedrijf met een showroom, een autowerkplaats, een wasstraat en een tankstation gevestigd. Vastbouw wil de gronden van het plangebied ontwikkelen als woningbouwlocatie. Het bestemmingsplan "Ridder van Catsweg 683, Gouda" kent daarvoor onder meer de bestemmingen "Wonen", "Groen", "Tuin" en "Verkeer - Verblijf" toe aan de gronden van het plangebied. Het aantal in het plangebied voorziene woningen bedraagt maximaal 172. Deze woningen zullen volgens paragraaf 3.1 van de plantoelichting in drie woongebouwen worden gerealiseerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1504
Datum uitspraak
25 mei 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202105299/1/R3

202105562/1/R1

Bij besluit van 15 juni 2021 heeft het dagelijks bestuur van stadsdeel Oost van Amsterdam besloten tot opheffing, wijziging en aanwijzing van afvalinzamellocaties in de wijk Oostpoort in Amsterdam, waaronder de wijziging van locatie 1093JZ-18 en de opheffing van locatie 1093KH-1. [appellant A] woont aan de [locatie 1], [appellant C] woont aan de [locatie 2] en [appellant B] woont aan de [locatie 3] in Amsterdam. Op locatie 1093JZ-18, ter hoogte van Ter Gouwstraat 18, wordt een ondergrondse afvalcontainer voor restafval gewijzigd in een ondergrondse container voor oud papier en karton en een bovengrondse container voor groente- en fruitafval. Op locatie 1093KH-1, ter hoogte van Nicolaas De Roeverstraat 1, wordt een ondergrondse afvalcontainer voor restafval opgeheven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1482
Datum uitspraak
25 mei 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202105562/1/R1

202105723/1/R1

Bij besluit van 22 juni 2021 heeft het dagelijks bestuur van stadsdeel Nieuw-West van Amsterdam besloten tot opheffing, wijziging en aanwijzing van afvalinzamellocaties in Slotermeer noordoost en Slotermeer zuid in Amsterdam, waaronder de aanwijzing van locatie 76a-65. [appellant] woont aan de [locatie] in Amsterdam. In het bestreden besluit is locatie 76a-65, aan de Harry Koningsbergerstraat ter hoogte van [locatie], aangewezen als locatie voor twee ondergrondse containers voor restafval en een ondergrondse container voor papierafval. [appellant] betoogt dat het besluit niet deugdelijk is gemotiveerd, omdat daarin de door hem ingediende zienswijze over het ontwerpbesluit niet is betrokken. Ook is in de reactie niet geconcretiseerd welke richtlijnen uit het gemeentelijk beleid worden overtreden als voor de door hem voorgestelde locatie zou worden gekozen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1481
Datum uitspraak
25 mei 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202105723/1/R1

202106145/1/A2

Bij besluit van 9 september 2020 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat de aanvraag van [appellant] om subsidie op grond van de Subsidieregeling elektrische personenauto’s particulieren (hierna: SEPP) afgewezen. Op 4 juni 2020 is de SEPP in de Staatscourant gepubliceerd (Stcrt. 2020, 28162). Met ingang van 1 juli 2020 is deze subsidieregeling in werking getreden. De regeling heeft tot doel om de aanschaf en lease van volledig elektrische personenauto’s in de kleinere en compacte middenklasse door particulieren te stimuleren teneinde de uitstoot van CO2 te verminderen. [appellant] heeft op 7 juli 2020 een subsidiebedrag van € 4.000,00 aangevraagd voor de private lease van een nieuwe elektrische personenauto, type Volkswagen e-Golf. Bij de aanvraag is een leaseovereenkomst met Volkswagen Pon Financial Services B.V., gedateerd 8 juni 2020, overgelegd die op 10 juni 2020 door [appellant] is ondertekend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1474
Datum uitspraak
25 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202106145/1/A2

202106268/1/A2

Bij besluit van 27 februari 2020 heeft Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven een aanvraag van [appellant] om een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven afgewezen. De commissie kent uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven onder meer uitkeringen toe aan een ieder die door een in Nederland gepleegd geweldsmisdrijf ernstig lichamelijk of geestelijk letsel heeft opgelopen. [appellant] heeft in zijn aanvraag om een uitkering uit het Schadefonds vermeld dat hij op 14 augustus 2019 het slachtoffer is geworden van een tegen hem gepleegd geweldsmisdrijf. Hij heeft hiervan op 15 augustus 2019 aangifte gedaan bij de politie. Volgens het proces-verbaal van die aangifte heeft [appellant] bij de politie het volgende verklaard. [appellant] zat de avond van 14 augustus 2019 bij een vriend televisie zat te kijken. Om ongeveer 21.00 uur kwamen vijf mannen de kamer binnen en begonnen hem in het gezicht te slaan. Een van die vijf mannen was een huisgenoot van de vriend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1490
Datum uitspraak
25 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202106268/1/A2

202107143/1/R4

Bij besluit van 29 september 2021 heeft de raad van de gemeente Arnhem het exploitatieplan "Schuytgraaf 2011, 12e herziening" vastgesteld. Bij besluit van 5 juli 2011 heeft de raad het bestemmingsplan "Schuytgraaf 2011" en het gelijknamige exploitatieplan vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de realisatie mogelijk van de woonwijk Schuytgraaf, in het zuidwestelijke deel van Arnhem. Het bestemmingsplan en het exploitatieplan zijn nadien meermalen gewijzigd/herzien. Bij besluit van 29 september 2021 heeft de raad het bestemmingsplan "Chw Schuytgraaf, veegplan 2017, herziening velden 3 noord en 23" en de nu voorliggende 12e herziening van het exploitatieplan vastgesteld. Het genoemde bestemmingsplan heeft betrekking op het zogenoemde "veld 3 noord" in het noorden van Schuytgraaf en "veld 23" in het zuiden. Een overzichtskaart waarop de "veldindeling" van Schuytgraaf is weergegeven, is opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1476
Datum uitspraak
25 mei 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202107143/1/R4

202108018/1/R1

Bij besluit van 9 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk onder meer een locatie nabij [locatie 1] te Zevenbergen aangewezen als locatie voor een ondergrondse restafvalcontainer. [appellant A] woont aan de [locatie 2]. [appellant B] woont aan de [locatie 1]. De orac is inmiddels geplaatst en staat op ongeveer 15 meter van de woning van [appellant B] en op ongeveer 10 meter van de achtertuin van [appellant A]. Bij het bepalen van de locatie voor de orac heeft het college de op 5 september 2017 door het college vastgestelde criteria voor locatiekeuze voor ondergrondse containers gehanteerd. [appellant B] en [appellant A] betogen dat de aangewezen locatie voor de orac niet geschikt is vanwege de korte afstand tot hun percelen. De orac staat aan de achterzijde van de tuin van [appellant A]. Er bestaat volgens hen geen andere situatie in de gemeente waar een orac tegen een achtertuin is geplaatst. [appellant B] en [appellant A] ervaren stankoverlast en geluidhinder van de orac.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1479
Datum uitspraak
25 mei 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202108018/1/R1

202200574/1/R2

[appellant] heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de raad van de gemeente Sittard-Geleen omtrent een herziening van een bestemmingsplan. [appellant] stelt dat hij bij brief van 28 juni 2021 een aanvraag heeft ingediend bij de raad voor een herziening van de planregels van het bestemmingsplan "Handelsterrein Bergerweg". In de aanvraag wordt verzocht om de planregels ten aanzien van branchering van detailhandel zoals genoemd in artikel 7.1, onder a en b, van het plan zo te wijzigen dat de (limitatieve) opsomming van de toegestane branches vervalt en detailhandel zonder beperkingen is toegestaan. [appellant] stelt zich op het standpunt dat de raad ten onrechte niet tijdig een besluit heeft genomen op de aanvraag, ook niet na de ingebrekestelling wegens niet tijdig beslissen op 3 januari 2022.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1499
Datum uitspraak
25 mei 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202200574/1/R2

202201393/1/R4

Windpark Goyerbrug B.V. heeft op 3 maart 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het college van burgemeester en wethouders van Houten op de aanvraag om verlening van een omgevingsvergunning van 12 januari 2019. Het windpark heeft op 12 januari 2019 een aanvraag om verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, c en i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ingediend voor een windpark met vier windturbines in een lijnopstelling ten zuiden van het Amsterdam-Rijnkanaal ter hoogte van de Goyerbrug in Houten. De omgevingsvergunning was door het college verleend bij besluit van 15 oktober 2019. De Afdeling heeft bij uitspraak van 28 juli 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1679, het besluit van het college van 15 oktober 2019 echter vernietigd. Het college moest daarom opnieuw een besluit nemen op de aanvraag om verlening van een omgevingsvergunning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1492
Datum uitspraak
25 mei 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202201393/1/R4

202006961/1/V1

Bij besluit van 2 mei 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1466
Datum uitspraak
24 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202006961/1/V1

202107876/1/V2

Bij besluit van 9 november 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1467
Datum uitspraak
24 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107876/1/V2

202202404/1/V3

Bij besluit van 30 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1468
Datum uitspraak
24 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202202404/1/V3

202202747/1/V3

Bij besluit van 22 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1469
Datum uitspraak
24 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202202747/1/V3

202203077/2/V3

Bij besluit van 29 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1505
Datum uitspraak
24 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203077/2/V3

202203116/2/V3

Bij besluit van 23 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1506
Datum uitspraak
24 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203116/2/V3

202103376/1/V1

Bij besluit van 18 maart 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunningen regulier voor bepaalde tijd ingetrokken en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1458
Datum uitspraak
23 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202103376/1/V1

202104581/1/V1

Bij besluit van 11 mei 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen, geweigerd de vreemdeling ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen en geweigerd krachtens artikel 64 van de Vw 2000 ambtshalve te bepalen dat uitzetting van de vreemdeling achterwege blijft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1460
Datum uitspraak
23 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104581/1/V1

202106234/1/V3

Bij besluit van 28 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om wijziging van de beperking van een aan hem verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1461
Datum uitspraak
23 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202106234/1/V3

202107853/1/V3

Bij besluit van 24 november 2021 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1462
Datum uitspraak
23 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202107853/1/V3

202201611/1/V2

Bij besluit van 17 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1463
Datum uitspraak
23 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201611/1/V2

202202183/1/V3

Bij besluit van 15 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1464
Datum uitspraak
23 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202202183/1/V3

202202651/2/V2

Bij besluit van 8 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1459
Datum uitspraak
23 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202651/2/V2

202202698/1/V3

Bij brief van 4 mei 2022 heeft verzoeker de Afdeling verzocht om herziening van de uitspraak van 31 maart 2022, in zaak nr. 202201260/1/V3.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1456
Datum uitspraak
23 mei 2022
  • Herziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202202698/1/V3

202203011/2/V2

Bij besluit van 1 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1470
Datum uitspraak
23 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203011/2/V2

202201662/2/V2

Bij besluit van 15 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingetrokken en een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1457
Datum uitspraak
20 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201662/2/V2

202201982/1/V3 en 202201982/2/V3

Bij besluit van 3 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1453
Datum uitspraak
20 mei 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201982/1/V3 en 202201982/2/V3

202202648/2/V3

Bij besluit van 21 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1446
Datum uitspraak
20 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202202648/2/V3

202202652/3/V3

Bij besluit van 9 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdelingen om hun een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1451
Datum uitspraak
20 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202202652/3/V3

202107141/1/A2

Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 12 november 2021 van de rechtbank Zeeland­-West­Brabant waarbij het beroep tegen het in bezwaar gehandhaafde besluit van 24 oktober 2020 ongegrond is verklaard. Bij dat besluit heeft het college van burgemeester en wethouders van Breda de auto van [appellante] weg laten slepen en in bewaring laten stellen en de kosten daarvan op [appellante] verhaald.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1568
Datum uitspraak
20 mei 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202107141/1/A2

202202754/2/V2

Bij besluiten van 30 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1448
Datum uitspraak
19 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202754/2/V2

202202764/1/V1

Op 8 september 2021 heeft de Dienst Terugkeer en Vertrek de identiteitskaart van de vreemdeling tijdelijk in bewaring genomen. Op 14 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van de vreemdeling om teruggave van zijn identiteitskaart afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1447
Datum uitspraak
19 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202202764/1/V1

202202895/2/V3

Bij besluiten van 23 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1449
Datum uitspraak
19 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202895/2/V3

202000581/2/V3

Bij besluit van 5 oktober 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1445
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202000581/2/V3

202105389/2/V2

Bij besluit van 20 mei 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1416
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202105389/2/V2

202200170/2/R2

Bij besluiten van 15 maart 2021 en 29 april 2021 (hierna: de primaire besluiten) heeft het college van burgemeester en wethouders van Meierijstad aan Stichting Area omgevingsvergunningen verleend voor de kap van een moeraseik en een kleinbladige linde respectievelijk een rode paardenkastanje aan de Zeven Eikenlaan ongenummerd te Veghel, kadastraal bekend gemeente Veghel, sectie G, nummer 2399. [verzoeker] woont aan de [locatie] te Veghel, tegenover het perceel. Op het perceel zijn de rode paardenkastanje en de moeraseik gekapt. Het geschil gaat over de overgebleven boomstronken, de zogenoemde stobben, en wortels in de grond van de twee gekapte bomen. [verzoeker] heeft een verzoek om voorlopige voorziening ingediend naar aanleiding van het besluit van het college van 14 januari 2022.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1413
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Kapvergunningen
  • uitspraakin de zaak202200170/2/R2

202202387/1/V2 en 202202387/2/V2

Bij besluit van 25 februari 2021, aangevuld bij besluit van 16 november 2021, heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1450
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202387/1/V2 en 202202387/2/V2

201908362/1/A2

Bij drie afzonderlijke besluiten van 20 augustus 2018 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand vergoedingen voor verleende rechtsbijstand herzien vastgesteld. [appellant] is advocaat en heeft op basis van drie toevoegingen met nummers 4MZ6183, 4MZ6124 en 4MZ6254 aan dezelfde cliënt in hoger beroep rechtsbijstand verleend in drie strafzaken. Deze toevoegingen hadden betrekking op drie afzonderlijke dagvaardingen voor de zitting van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch van 11 april 2018. In de eerste dagvaarding is de cliënt van [appellant] ten laste gelegd dat hij op 19 december 2015 in Eindhoven een politiemedewerker verbaal heeft bedreigd met de dood dan wel zwaar lichamelijk letsel. In de tweede dagvaarding is de cliënt van [appellant] ten laste gelegd dat hij op 25 november 2015 een woonbegeleider van het COA heeft beledigd door haar in het gezicht te spugen en een politiecel heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1430
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak201908362/1/A2

201908718/1/A2

Bij besluit van 16 november 2017 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant een aanvraag van [appellante sub 1] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellante sub 1] is eigenaar van een perceel aan de [locatie] te Heusden (hierna ook: het perceel), waar zij een pluimveehouderij exploiteert. [appellante sub 1] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade ten gevolge van de Verordening Ruimte 2014 van de provincie Noord-Brabant. Volgens [appellante sub 1] beperkt de VR2014 haar mogelijkheden om op het perceel uit te breiden, waardoor zij planschade lijdt. De rechtbank heeft geoordeeld dat artikel 34 van de VR2014 een rechtstreekse weigeringsgrond bevat als bedoeld in artikel 2.10, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Artikel 34 van de VR 2014 is daarom een schadeoorzaak als bedoeld in artikel 6.1, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wro.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1439
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201908718/1/A2

202003806/2/R3

Bij tussenuitspraak van 1 september 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1953, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Aa en Hunze opgedragen om binnen 16 weken na verzending van de tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 14 mei 2020 te herstellen. Bij besluit van 14 mei 2020 heeft de raad het bestemmingsplan "Bestemmingsplan Grolloo, Lienstukken-Zuid" vastgesteld. Het plan voorziet in een nieuw woongebied voor 10 woningen aan de zuidrand van het dorp Grolloo, aansluitend aan de bestaande straat Lienstukken. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling onder 12.3 overwogen dat niet kenbaar naar voren is gekomen of rekening is gehouden met mogelijke hydrologische gevolgen van het plan voor de naastgelegen esrandbeplanting, terwijl in de plantoelichting onder meer is beschreven dat op het plangebied de kernkwaliteit landschap, te weten het landschapstype "Esdorpenlandschap", van toepassing is en dat kenmerkend voor dat landschap de es is, die veelal omzoomd is met esbosjes/esrandbeplanting.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1443
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Drenthe
  • uitspraakin de zaak202003806/2/R3

202004539/1/A2

Bij besluit van 15 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas aan [appellant] een tegemoetkoming in door hem geleden planschade toegekend van € 2.250,00. [appellant] is eigenaar van het perceel en de daarop gelegen woning, bedrijfsruimte en garage op de adressen [locatie 1] en [locatie 2] te Panningen. [appellant] heeft het college verzocht hem tegemoet te komen in de planschade die hij lijdt als gevolg van de inwerkintreding van de bestemmingsplannen "Locatie Stox", "Dubbelkern Helden - Panningen" en "Domaine Belle Cour". Bij zijn besluit van 15 juni 2018 heeft het college het verzoek van [appellant] toegewezen en aan hem een tegemoetkoming van € 2.250,00 toegekend. Aan dit besluit heeft het college een advies van Ruimtemeesters BV van 9 maart 2018 ten grondslag gelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1424
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202004539/1/A2

202004720/1/A2

Bij besluit van 15 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas aan [appellant] een tegemoetkoming in door hem geleden planschade toegekend van € 9.700,00. [appellant] is eigenaar van het perceel en de daarop gelegen woonboerderij en twee wooneenheden op het adres [locatie] te Panningen. [appellant] heeft het college verzocht hem tegemoet te komen in de planschade die hij lijdt als gevolg van de inwerkingtreding van de bestemmingsplannen "Locatie Stox", "Dubbelkern Helden - Panningen" en "Domaine Belle Cour". Bij zijn besluit van 15 juni 2018 heeft het college het verzoek van [appellant] toegewezen en hem een tegemoetkoming van € 9.700,00 toegekend. Aan dit besluit heeft het college een advies van Ruimtemeesters van 9 maart 2018 ten grondslag gelegd. Volgens Ruimtemeesters is [appellant] als gevolg van de inwerkingtreding van de bestemmingsplannen "Dubbelkern Helden - Panningen" en "Domaine Belle Cour" niet in een planologisch nadeliger situatie komen te verkeren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1425
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202004720/1/A2

202005126/1/R2

Bij besluit van 19 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heerlen Fair Play Centers B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van airco-units op het perceel Bautscherweg 26 te Heerlen waarvan de hoogte strijdig is met het bestemmingplan. In 2017 heeft Fair Play airco-units op het perceel geplaatst. Het gaat om split-level units, waarvan de buiten-units op de grond staan, tegen de achtergevel van het gebouw op het perceel, het Fair Play-casino. Deze units zijn deels 2,9 m hoog en deels 3,7 m hoog. [appellant] woont aan de [locatie] te Heerlen. In augustus 2018 heeft hij het college verzocht om handhavend op te treden tegen de airco-units. Bij besluit van 19 februari 2019 heeft het college de gevraagde vergunning verleend. Volgens het college is een afwijking van de maximale bouwhoogte niet in strijd met een goede ruimtelijke ordening, gelet op de ligging van de airco-units tegen de achtergevel van het casino en op enige afstand van de perceelsgrens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1429
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202005126/1/R2

202006602/2/V2 en 202006606/2/V2

Deze conclusie betreft de betekenis van het evenredigheidsbeginsel ‘nieuwe stijl’ voor de toepassing van een begunstigende beleidsregel, namelijk de Afsluitingsregeling langdurig verblijvende kinderen. Aanvragen op grond van de regeling worden beoordeeld ‘in de context van het gezin’, hetgeen impliceert dat handelen van een ouder dat in strijd is met bepaalde contra-indicaties wordt toegerekend aan het kind en de rest van het gezin, zodat het kind en het gezin niet in aanmerking komt voor een vergunning. De zaken waarin deze conclusie wordt genomen betreffen de contra-indicaties ‘gevaar voor de openbare orde’ en het ‘niet kunnen aantonen van de identiteit’. Concreet werpt de voorzitter de vraag op of het tegenwerpen aan het kind van handelen van een ouder dat in strijd is met een contra-indicatie, evenredig is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1440
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Conclusie
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006602/2/V2 en 202006606/2/V2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202006602/2/V2 en 202006606/2/V2

202006652/1/A2

[verzoeker] heeft een verzoek ingediend om het college van burgemeester en wethouders van Hoorn te veroordelen tot vergoeding van de schade die hij lijdt of heeft geleden als gevolg van een onrechtmatig besluit van het college en/of het niet tijdig nemen van een besluit door het college van burgemeester en wethouders van Hoorn. [verzoeker] is eigenaar van de woning op het perceel [locatie] te Blokker (hierna: de woning). Bij besluit van 11 april 2017 heeft het college geweigerd aan [verzoeker] omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een dakopbouw op de bestaande garage aan de oostzijde van de woning en op de keuken en bijkeuken aan de achterzijde van de woning. Bij besluit van 21 november 2017 heeft het college het door [verzoeker] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard en het besluit van 11 april 2017, onder aanpassing van de motivering ervan, in stand gelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1421
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202006652/1/A2

202006873/1/A3

Bij besluit van 23 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag geweigerd [appellante] een onttrekkingsvergunning voor woningvorming te verlenen. [appellante] heeft op 12 december 2016 een woning gelegen aan de [locatie] in Den Haag gekocht. Zij heeft vervolgens de woning bouwkundig gesplitst in vier woningen. Op 2 november 2017 heeft het college aan haar een omgevingsvergunning verleend voor deze bouwkundige splitsing. Vervolgens heeft [appellante] het college verzocht haar een onttrekkingsvergunning voor woningvorming te verlenen. Het college heeft bij besluit van 23 januari 2019 geweigerd [appellante] een onttrekkingsvergunning te verlenen en heeft deze weigering in bezwaar, onder verwijzing naar het advies van de bezwaarschriftencommissie, gehandhaafd. De rechtbank heeft het beroep van [appellante] ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1423
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202006873/1/A3

202100031/1/R1

Bij besluit van 1 april 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant de aan Refresco verleende vergunning voor het onttrekken en injecteren van grondwater ten behoeve van de productie van dranken en verpakt water aan de Oranje Nassaulaan 44 te Maarheeze van 3 juli 1997 ingetrokken. Verder is bij dit besluit een vergunning als bedoeld in artikel 6.4 van de Waterwet verleend voor het onttrekken van maximaal 750.000 m3 grondwater uitsluitend ten behoeve van de productie van dranken en verpakt water. Refresco produceert dranken en verpakt water onder meer op haar productielocatie in Maarheeze. Ten behoeve van het bedrijfsproces heeft Refresco een eigen grondwaterwinning. Op 3 juli 1997 is aan Refresco een vergunning verleend voor de onttrekking van grondwater tot een maximum van 500.000 m3 per jaar, waarvan maximaal 383.000 m3 wordt onttrokken op een diepte van ongeveer 30 m tot 58 m beneden maaiveld (de ondiepe winning).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1422
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Grondwaterwet
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202100031/1/R1

202100115/2/A2 en 202006816/2/A2

Deze zaken gaan over aanvragen kinderopvangtoeslag die deels zijn afgewezen door de Belastingdienst/Toeslagen omdat ze betrekking hebben op een periode die te ver gelegen is voor het tijdstip van de aanvraag om de toeslag, namelijk méér dan drie maanden voor de eerste van de maand waarin de aanvraag is gedaan. Art. 1.3 lid 2, aanhef en onder b, Wet kinderopvang (hierna: Wko)(zie noot 1) bepaalt dat over die periode geen aanspraak bestaat op kinderopvangtoeslag. In beide zaken is de vraag aan de orde of de toepassing van deze bepaling in strijd komt met het evenredigheidsbeginsel als bedoeld in art. 3:4 lid 2 Algemene wet bestuursrecht en daarom achterwege dient te worden gelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1441
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Conclusie
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202100115/2/A2 en 202006816/2/A2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202100115/2/A2 en 202006816/2/A2

202100798/1/A3

Bij zes besluiten van 10 november 2015 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam bestuurlijke boetes opgelegd aan [appellant] en [bedrijf A] wegens het zonder vergunning onttrekken van een woonruimte aan de woningvoorraad. [appellant] is eigenaar van meerdere panden met de bestemming ‘Wonen’. Hieronder vallen [locatie 1], [locatie 2], [locatie 3], [locatie 4], [locatie 5] en [locatie 6] in Amsterdam. Deze adressen zijn bedoeld als woonruimten. [appellant] is gevolmachtigde van [bedrijf A] die de woonruimten namens [appellant] verhuurt en beheert. [bedrijf A] is gevestigd op [locatie 2]. [appellant] is daarnaast ook gevolmachtigde van de [bedrijf B], die verschillende woonruimten van [appellant] aanbiedt op internet voor de verhuur aan toeristen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1435
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Boete
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202100798/1/A3

202101970/1/A3

Stichting Animal Rights heeft op 8 december 2020 bij de rechtbank beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit op haar verzoek van 29 oktober 2020 om openbaarmaking van informatie. Stichting Animal Rights heeft de minister op 29 oktober 2020 verzocht om op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: de Wob) documenten openbaar te maken over destructiebedrijf Rendac Son B.V. over de periode vanaf 1 augustus 2018. Stichting Animal Rights heeft verzocht om: meldingen (welzijn/verwaarlozing landbouwhuisdieren, aanbieden niet dode dieren); meldingen van derden aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit over levende dieren tussen de kadavers; rapporten van bevindingen (rapport meldingen dierlijke bijproducten, rapport meldingen levende kadavers). Volgens Stichting Animal Rights gaat het verzoek over milieu-informatie. Zij heeft de minister daarom verzocht om binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van twee weken een besluit te nemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1432
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202101970/1/A3

202102127/1/A3

Bij besluit van 2 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [vergunninghouder] een omzettingsvergunning voor woningsplitsing verleend. Het college heeft aan [vergunninghouder], nadat hij zijn woning aan de [locatie 1] te Amsterdam had omgezet naar vier onzelfstandige woonruimten, op zijn aanvraag daarvoor, een omzettingsvergunning verleend. Aan die vergunningverlening is onder meer de voorwaarde verbonden dat uiterlijk op 1 juli 2022 moet zijn voldaan aan de in de vergunning vermelde geluidsnormen. [appellante], wier woning aan de [locatie 2] boven de woning van [vergunninghouder] ligt, heeft tegen het verlenen van de vergunning bezwaar gemaakt, omdat volgens haar daardoor de leefbaarheid en het woongenot van omwonenden wordt aangetast. Zij ervaart geluidsoverlast en verwacht dat niet aan de geluidseisen kan worden voldaan omdat de woningen daarvoor te oud en te gehorig zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1427
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202102127/1/A3

202102561/1/R4

Bij besluit van 18 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Houten [appellant] onder aanzegging van bestuursdwang gelast om uiterlijk 8 juni 2020 verontreinigde mest op het perceel aan de [locatie] te Schalkwijk onder milieukundige begeleiding te hebben laten verwijderen en de verontreinigde mest af te leveren bij een erkend verwerker. [appellant] is eigenaar van het perceel. Op het perceel zijn mestputten aanwezig die [appellant] verhuurt. Na klachten over geuroverlast is in oktober 2019 een hennepkwekerij aangetroffen in een schuur op het perceel. De kwekerij is daarna ontmanteld. In reactie op aanhoudende klachten over geuroverlast heeft het college vervolgens op 18 december 2019 monsters genomen uit de mestputten. Analyse van deze monsters heeft geleid tot de conclusie dat de mestputten drugsafval van synthetische drugs bevatten, waaronder Amfetamine, MDMA, MDA, Methamfetamine, N-Acetyl-Amfetamine en N-Acetyl-MDA.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1436
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202102561/1/R4

202102930/1/A2

Bij besluit van 11 mei 2020 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand de aanvraag om een toevoeging voor rechtsbijstand ten behoeve van [appellant sub 2] afgewezen. De raad heeft aan [appellant sub 2] een toevoeging (kenmerk 3JV6400) verstrekt voor het voeren van een letstelschadeprocedure. [appellant sub 2] heeft in die procedure een verzoekschrift ingediend. Nog voordat de zaak door de rechtbank op zitting werd behandeld heeft de verzekeraar van de door [appellant sub 2] voor de vergoeding van de letselschade aangesproken partij aansprakelijkheid erkend. Hierop heeft [appellant sub 2] haar verzoekschrift ingetrokken. De verzekeraar heeft [appellant sub 2] vervolgens te kennen gegeven niet het volledige door [appellant sub 2] opgegeven bedrag aan buitengerechtelijke kosten te zullen vergoeden. [appellant sub 2] is daarom een procedure gestart om deze kosten alsnog vergoed te krijgen en heeft de raad verzocht haar ook voor deze procedure een toevoeging te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1431
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202102930/1/A2

202103243/1/A3

Bij besluit van 18 februari 2020 heeft de minister voor Rechtsbescherming de aanvraag om afgifte van een verklaring omtrent het gedrag afgewezen. [appellant] heeft de minister verzocht om afgifte van een VOG voor de functie van vrijwilliger voor de Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen (hierna: ANBO). Bij de beoordeling van het verzoek heeft de minister de Beleidsregels VOG-NP-RP 2018 (hierna: beleidsregels) betrokken. De minister heeft gekeken of [appellant] voorkomt in het Justitieel Documentatie Systeem. In het JDS is geregistreerd dat [appellant] op 9 april 2014 is veroordeeld wegens ontucht met een wilsonbekwame, tot een taakstraf van 200 uren subsidiair 100 dagen hechtenis en een gevangenisstraf van 66 dagen waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, onder meer onder de bijzondere voorwaarde dat hij zich diende te gedragen naar de aanwijzingen van de hulpverlenende instantie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1428
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak202103243/1/A3

202103769/1/A2

Bij besluit van 25 mei 2020 heeft de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen het rijbewijs van [appellant] vanaf 1 juni 2020 ongeldig verklaard. [appellant] is op 4 november 2019 staande gehouden als bestuurder van een voertuig, omdat de politie zag dat hij een joint in zijn hand had en deze aanstak. De vervolgens afgenomen speekseltest gaf een indicatie voor de stof cannabis. Daarop is [appellant] aangehouden en is op het politiebureau een bloedtest afgenomen. In zijn bloed is 3,8 µg/l cannabis aangetroffen. De grenswaarde voor deze stof is 3,0 µg/l. De politie heeft na de aanhouding aan het CBR schriftelijk mededeling gedaan in de zin van artikel 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 van het vermoeden dat [appellant] niet langer beschikt over de rijvaardigheid dan wel de lichamelijke of geestelijke geschiktheid, vereist voor het besturen van de categorieën van motorrijtuigen waarvoor het rijbewijs is afgegeven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1433
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202103769/1/A2

202104168/1/R1

Bij besluit van 6 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Texel aan [appellant] een last opgelegd met een dwangsom van € 25.000,00 ineens om alle bouwwerkzaamheden aan de gebouwen op het perceel T3388 en T3389 (lokaal bekend: [locatie]) met onmiddellijke ingang te (doen) staken en gestaakt te houden. [appellant] exploiteert het [vakantievillapark] aan de [locatie]. Op het vakantiepark staan 11 recreatiewoningen en een stolpboerderij die dient als bedrijfswoning met een aangebouwde receptie. Ten behoeve van de bedrijfswoning heeft [appellant] ten zuiden van de stolpboerderij een losstaande berging met veranda gebouwd van ongeveer 48 m2. Tijdens de bouw van de berging met veranda is door een toezichthouder van de gemeente geconstateerd dat de berging met veranda in strijd met artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zonder omgevingsvergunning werd opgericht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1437
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202104168/1/R1

202104446/1/R4

Bij besluit van 7 mei 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Putten [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast het in strijd met het bestemmingsplan gebruiken van het perceel [locatie] voor huisvesting van personen die daarvandaan naar hun werk gaan en/of gebruiken als centrum van hun sociaal maatschappelijk leven binnen zes maanden te beëindigen en beëindigd te houden. [appellant] is eigenaar van een recreatiewoning op het perceel in Putten. Op 24 april 2018 heeft een toezichthouder van het college tijdens een controle [appellant] aangetroffen op het perceel. [appellant] heeft verklaard dat hij het perceel de helft van het jaar bewoont en dat [appellant] sinds twee jaar in de basisregistratie personen staat ingeschreven op het adres van de recreatiewoning. In hoger beroep is tussen partijen niet in geschil dat sprake is van een overtreding. Het geschil spitst zich toe op de vraag of het college vanwege bijzondere omstandigheden van handhavend optreden had moeten afzien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1438
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202104446/1/R4

202104706/1/A2

Bij te onderscheiden besluiten van 23 oktober 2019 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand de aan [appellante] toegekende vergoedingen voor het verlenen van rechtsbijstand gewijzigd. [appellante] nam deel aan het High Trust-programma van de raad. Uitgangspunt van dit programma is dat de vraag of een zaak toevoegingswaardig is niet langer door de raad naar aanleiding van een toevoegingsaanvraag, maar door de rechtsbijstandverlener voorafgaande aan het indienen van de aanvraag wordt beoordeeld. Afgegeven toevoegingen en vastgestelde vergoedingen worden vervolgens achteraf steekproefsgewijs gecontroleerd. De raad heeft in meerdere zaken de vastgestelde vergoeding gewijzigd en heeft hieraan in bezwaar vastgehouden. [appellante] is hiertegen in beroep gegaan. Het gaat om tien beroepen. Vijf van die beroepen heeft de rechtbank niet ontvankelijk verklaard, omdat in die zaken eerder alleen bezwaar is gemaakt door de gemachtigde van [appellante], [gemachtigde] en niet door het kantoor.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1442
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202104706/1/A2

202104786/1/R1

Bij besluit van 15 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag onder meer de locatie met het nummer 44B-66, nabij het adres [locatie], aangewezen voor de plaatsing van twee ondergrondse restafvalcontainers. [appellant] woont op het adres [locatie]. De aangewezen locatie maakt deel uit van het definitieve plaatsingsplan "IV Koningsplein e.o. (buurt 44)". De orac’s zullen tegenover de woning van [appellant] worden geplaatst. Hij kan zich daarmee niet verenigen omdat hij vreest dat de aanwezigheid van de orac's tot aantasting van zijn woon- en leefklimaat leidt. [appellant] woont op het adres [locatie]. De aangewezen locatie maakt deel uit van het definitieve plaatsingsplan "IV Koningsplein e.o. (buurt 44)". De orac’s zullen tegenover de woning van [appellant] worden geplaatst. Hij kan zich daarmee niet verenigen omdat hij vreest dat de aanwezigheid van de orac's tot aantasting van zijn woon- en leefklimaat leidt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1417
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202104786/1/R1

202105458/1/R1 en 202105523/1/R1

Bij besluit van 1 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amstelveen hogere waarden vastgesteld voor de geluidbelasting van toekomstige woningen in het gebied Uilenstede-Kronenburg. Het bestemmingsplan heeft betrekking op de gebieden Uilenstede en Kronenburg in het noordoosten van Amstelveen. Met het plan wordt de herontwikkeling van de kantorenlocatie Kronenburg mogelijk gemaakt. Binnen de kantorenlocatie heerst grote leegstand. De raad wil deze locatie transformeren tot een gemengd woon-/werkgebied, waarbij een studentencampus wordt gerealiseerd aansluitend op de al bestaande studentencampus Uilenstede. Het plan maakt onder meer 2.500 nieuwe studentenwoningen en 1.580 kamers voor extended stay op de locatie Kronenburg mogelijk. Daarnaast is in het plan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor nog eens 502 kamers voor extended stay op die locatie. Buiten de transformatiezone in Kronenburg is het bestemmingsplan grotendeels conserverend van aard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1434
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Geluid
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202105458/1/R1 en 202105523/1/R1
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202105458/1/R1 en 202105523/1/R1

202105865/1/A2

Bij besluit van 31 januari 2020 en twee onderscheiden besluiten van 3 februari 2020 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand drie eerder door hem aan [appellant] toegekende vergoedingen van in totaal € 1.985,58 ingetrokken. [appellant] is advocaat en nam in elk geval ten tijde van belang in die hoedanigheid deel aan het High Trust-programma van de raad. Uitgangspunt van dit programma is dat de vraag of een zaak in aanmerking komt voor een toevoeging niet langer door de raad naar aanleiding van een aanvraag om toevoeging, maar door de rechtsbijstandverlener voorafgaand aan het indienen van de aanvraag wordt beoordeeld. Afgegeven toevoegingen en vastgestelde vergoedingen worden vervolgens achteraf steekproefsgewijs gecontroleerd. [appellant] heeft bij formulieren van 12 juli 2018 aanvragen voor drie toevoegingen voor strafzaken ingediend bij de raad.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1418
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202105865/1/A2

202105867/1/A2

Bij besluit van 3 februari 2020 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand een eerder door hem aan [appellant] toegekende vergoeding van € 661,86 ingetrokken. [appellant] is advocaat en nam in elk geval ten tijde van belang in die hoedanigheid deel aan het High Trust-programma van de raad. Uitgangspunt van dit programma is dat de vraag of een zaak in aanmerking komt voor een toevoeging niet langer door de raad naar aanleiding van een aanvraag om toevoeging, maar door de rechtsbijstandverlener voorafgaand aan het indienen van de aanvraag wordt beoordeeld. Afgegeven toevoegingen en vastgestelde vergoedingen worden vervolgens achteraf steekproefsgewijs gecontroleerd. Naar aanleiding van een op 21 oktober 2019 verrichte steekproef heeft de raad een eerder aan [appellant] toegekende vergoeding bij besluit van 3 februari 2020 ingetrokken. De raad heeft dit besluit bij besluit van 9 juli 2020 gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1420
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202105867/1/A2

202105868/1/A2

Bij besluit van 5 februari 2020 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand een eerder door hem aan [appellant] toegekende vergoeding van € 661,86 ingetrokken. [appellant] is advocaat en nam in elk geval ten tijde van belang in die hoedanigheid deel aan het High Trust-programma van de raad. Uitgangspunt van dit programma is dat de vraag of een zaak in aanmerking komt voor een toevoeging niet langer door de raad naar aanleiding van een aanvraag om toevoeging, maar door de rechtsbijstandverlener voorafgaand aan het indienen van de aanvraag wordt beoordeeld. Afgegeven toevoegingen en vastgestelde vergoedingen worden vervolgens achteraf steekproefsgewijs gecontroleerd. [appellant] heeft bij formulier van 27 november 2018 een aanvraag om een toevoeging voor een strafzaak ingediend bij de raad. De raad heeft deze toevoeging op 30 november 2018 verleend. Bij besluit van 22 januari 2019 heeft de raad aan [appellant] een vergoeding toegekend van € 661,86.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1419
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202105868/1/A2

202106310/1/A2

Bij besluit van 2 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Velsen [appellant] een tegemoetkoming in planschade toegekend van € 4.200,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag tot de dag van de uitbetaling. [appellant] is sinds 1 augustus 1995 mede-eigenaar van de woning aan de [locatie] te Santpoort-Zuid. Op 21 augustus 2017 heeft hij verzocht om tegemoetkoming in planschade die hij in de vorm van waardevermindering van de woning heeft geleden in verband met de inwerkingtreding van een besluit van 6 april 2017. Bij dat besluit heeft het college aan [partij] omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een parkeergarage met een supermarkt met daarboven 9 appartementen ten noordwesten van de woning en een gebouw met 22 appartementen ten noordoosten van de woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1426
Datum uitspraak
18 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202106310/1/A2

202101508/3/R2 en 202101642/3/R2

Bij besluit van 13 september 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland een verzoek van de Stichting om handhavend op te treden tegen handelingen die door GEM Bloemendalerpolder C.V. (hierna: GEM) zonder of in afwijking van een ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming worden verricht en om invordering van dwangsommen, afgewezen. Bij besluit van 31 juli 2019 heeft het college aan GEM een soortenontheffing op grond van de Wnb verleend in verband met werkzaamheden voor de realisering van een woonwijk. De verzoeken komen in de kern neer op een herhaling van de eerdere verzoeken die bij de uitspraken van de voorzieningenrechter van 16 april 2021 zijn afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1405
Datum uitspraak
17 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202101508/3/R2 en 202101642/3/R2

202106303/1/V3

Bij besluit van 13 juli 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1411
Datum uitspraak
17 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202106303/1/V3

202200891/2/R2

Bij het besluit van 9 december 2021 heeft de raad van de gemeente Hilvarenbeek het bestemmingsplan "Gelderakkers 2" vastgesteld. Het plan voorziet in de realisatie van maximaal 84 woningen op de gronden tussen Bolakker, Langecruijsstraat en Wagenmaker ten zuiden van de kern van Hilvarenbeek. [verzoeker] woont op het perceel aan de [locatie]. Hij vreest dat het plan zal leiden tot een onaanvaardbare verkeerssituatie op de Bolakker. [verzoeker] stelt dat de raad onvoldoende onderzoek heeft laten doen naar de ontsluitingsmogelijkheden van het plangebied. Daartoe stelt hij dat in het verkeersonderzoek niet alle mogelijke ontsluitingsvarianten zijn betrokken en dat uitsluitend onderzoek is gedaan naar de (vier) ontsluitingsvarianten die de raad heeft aangedragen. Daarbij wijst hij erop dat in dit verkeersonderzoek ten onrechte wordt uitgegaan van maximaal twee ontsluitingen waarvan één ontsluiting op de Bolakker, zoals opgenomen in de wijzigingsbevoegdheid uit het hiervoor geldende bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1410
Datum uitspraak
17 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202200891/2/R2

202202623/2/V2

Bij besluit van 21 december 2021, aangevuld op 4 maart 2022, heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en hem krachtens paragraaf A3/6.1 van de Vc 2000 uitstel van vertrek verleend totdat hij meerderjarig is of totdat komt vast te staan dat voor hem adequate opvang in het land van terugkeer beschikbaar is en een terugkeerbesluit wordt genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1412
Datum uitspraak
17 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202623/2/V2

202202872/2/V3

Bij besluit van 22 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1414
Datum uitspraak
17 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202202872/2/V3

202104739/1/V2

Bij besluit van 16 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1407
Datum uitspraak
16 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104739/1/V2

202107132/1/V3

Bij besluiten van 12 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdelingen in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1408
Datum uitspraak
16 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202107132/1/V3

202202204/1/R4

Bij besluit van 14 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat op grond van de Verordening (EG) 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen bezwaar gemaakt tegen de overbrenging van afvalstoffen als vermeld in het kennisgevingsdocument van kennisgeving NL705727 vanuit Nederland naar Duitsland en besloten die kennisgeving niet verder te behandelen. IBAS exporteert asfaltgranulaat. Asfaltgranulaat wordt verkregen door het breken van asfaltpuin en is een afvalstof die teer kan bevatten. Teer bevat polycyclische aromatische koolwaterstoffen (hierna: PAK) die door thermische reiniging kunnen worden vernietigd. Teerhoudend asfaltafval wordt door de hoge concentraties PAK als een gevaarlijke afvalstof beschouwd, omdat het kankerverwekkende eigenschappen bezit als bedoeld in bijlage III bij de Richtlijn 2008/98/EG.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1404
Datum uitspraak
16 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202202204/1/R4

202201725/2/R3

Het beroep richt zich tegen het besluit van de raad van 27 januari 2022, waarbij het bestemmingsplan "[locatie] Ruinerwold" is vastgesteld. [verzoeker] en anderen hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter constateert dat verzoekers niet zijn verschenen. De voorzieningenrechter geeft aan dat de Afdeling het beroep in deze zaak waarop de Crisis- en herstelwet van toepassing is, kan behandelen op de zitting van 29 juni 2022 op een nader te bepalen tijdstip. De voorzieningenrechter stelt vast dat er gelet op het vorenstaande geen spoedeisend belang is bij inwilliging van het verzoek.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1402
Datum uitspraak
13 mei 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Drenthe
  • uitspraakin de zaak202201725/2/R3

202202090/2/V2

Bij besluit van 10 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1400
Datum uitspraak
13 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202090/2/V2

202202159/4/R3

Bij besluit van 28 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leiden aan [verzoeker] een last onder dwangsom opgelegd betreffende het pand aan [locatie] in Leiden. Bij besluit van 19 juli 2019 is de begunstigingstermijn verlengd tot vier weken na verzending van de beslissing op bezwaar. In het besluit op bezwaar van 29 januari 2020 heeft het college het door [verzoeker] gemaakte bezwaar tegen de last ongegrond verklaard. Bij besluit van 24 februari 2020 heeft het college wederom de begunstigingstermijn verlengd tot zes weken na verzending van de uitspraak in beroep.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1399
Datum uitspraak
13 mei 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202202159/4/R3

202202321/2/V2

Bij besluit van 4 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1403
Datum uitspraak
13 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202321/2/V2

202202374/3/A3

Bij besluit van 10 september 2019 heeft de burgemeester van Harderwijk [verzoeker] onder aanzegging van bestuursdwang gelast de woning aan de [locatie] te Harderwijk voor de duur van zes maanden te sluiten. Bij besluit van 16 maart 2022 heeft de burgemeester, met in achtneming van de uitspraak van de Afdeling van 2 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:285, opnieuw besloten op het door [verzoeker] daartegen gemaakte bezwaar. De burgemeester heeft zijn besluit van 10 september 2019 herroepen in die zin dat hij de sluitingsduur heeft bepaald op twee maanden in plaats van zes maanden. Het algemeen belang van sluiting is er met name in gelegen dat de drugshandel vanuit de woning sinds het besluit van 10 september 2019 zou zijn voortgezet door de derde zoon. De burgemeester heeft ter onderbouwing daarvan een zesde bestuurlijke rapportage met anonieme meldingen aan het besluit van 16 maart 2022 ten grondslag gelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1398
Datum uitspraak
13 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Drugs
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202202374/3/A3

202202875/2/V2

Bij besluit van 24 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1401
Datum uitspraak
13 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202875/2/V2

202106766/2/A3

[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-­West-­Brabant van 7 september 2021 in zaak nr. 20/7320. De zaak betreft de weigering van de minister een Verklaring van Geen Bezwaar (VGB) niveau C te verstrekken en het beluit de VGB niveau B van [appellant] in te trekken. De minister heeft twee gedingstukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb meegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1406
Datum uitspraak
13 mei 2022
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202106766/2/A3

202200560/3/A3

Opposante heeft verzet aangetekend tegen de uitspraak met het nummer 202200560/2.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1409
Datum uitspraak
13 mei 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Verzet
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202200560/3/A3

202100814/2/R3

Bij besluit van 1 november 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Overijssel de door de Stichtingen op 22 juli 2019 en 29 juli 2019 ingediende handhavingsverzoeken afgewezen. De handhavingsverzoeken zijn gebaseerd op de stelling van de Stichtingen dat het exploiteren van Vliegbasis Twenthe Evenementenlocatie in strijd is met artikel 2.7, tweede lid van de Wet natuurbescherming, omdat deze exploitatie leidt tot een toename van stikstofdepositie op al overbelaste Natura 2000-gebieden en daarvoor dus een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming nodig is. Met het verzoek om een voorlopige voorziening beogen de Stichtingen te voorkomen dat [partij] en/of De Strip B.V. met afzonderlijke aanvragen om omgevingsvergunningen de exploitatie van VTE voortzetten en daar dus evenementen houden en andere activiteiten verrichten ondanks een schorsing van de besluiten die in zaaknummer 202200332/2/R3 aan de orde zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1392
Datum uitspraak
12 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202100814/2/R3

202104158/1/V3

Bij besluit van 10 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1387
Datum uitspraak
12 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202104158/1/V3

202200332/2/R3

Bij besluit van 29 november 2021 heeft de raad van de gemeente Enschede het bestemmingsplan "Voormalige vliegbasis Twente, midden 2021" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de herontwikkeling van het middendeel van de voormalige vliegbasis Twenthe mogelijk, waarvan de militaire functie per 1 januari 2008 is geëindigd. Dit middendeel is onder meer beoogd als terrein voor nieuwe natuur, locatie voor evenementen en het behoud van het bestaande MASS-radarsysteem. De andere besluiten zijn genomen met het oog op het gebruik als evenementenlocatie. De bestreden besluiten zijn op grond van artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening gecoördineerd voorbereid en bekendgemaakt. [partij] is de eigenaar van de gronden. De Strip B.V. is de exploitant van de gronden. De evenementenlocatie wordt geëxploiteerd onder de naam VTE.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1388
Datum uitspraak
12 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202200332/2/R3

202200333/1/V3

De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, van 11 januari 2022 in zaak nr. NL21.20210.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1389
Datum uitspraak
12 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202200333/1/V3

202201377/1/V3

Bij besluit van 20 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1395
Datum uitspraak
12 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202201377/1/V3

202201678/1/V3

Bij besluit van 1 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1396
Datum uitspraak
12 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202201678/1/V3

202202248/2/R1

Bij besluit van 10 februari 2022 heeft de raad van de gemeente Wijdemeren het bestemmingsplan "’t Laantje 3 en 4" vastgesteld. Het plan heeft betrekking op de percelen ’t Laantje 3 en 4 te Nieuw-Loosdrecht. Het plan strekt tot sloop van de op elk van deze twee percelen bestaande vrijstaande woning en in vervanging daarvan door een appartementencomplex met maximaal 49 huur- en/of koopappartementen, verdeeld over vier woonlagen met een parkeergarage in de kelder. Aan de noord- en westzijde van het plangebied grenst het zogenoemde "Bos van Sprenger", dat in eigendom is van de gemeente en een vrij toegankelijk park is. In dit gebied is tenminste één dassenburcht aanwezig. [verzoeker] en anderen wonen in de onmiddellijke omgeving van het plangebied. Zij kunnen zich niet verenigen met het plan en hebben verzocht een voorlopige voorziening te treffen. [verzoeker] en anderen beogen met hun verzoek te voorkomen dat wordt begonnen met werkzaamheden voordat de Afdeling op hun beroep heeft beslist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1386
Datum uitspraak
12 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202202248/2/R1

202202521/2/V2

Bij besluit van 8 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1397
Datum uitspraak
12 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202521/2/V2
vorige pagina1...165166167...1.207volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon