Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.716
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202503520/1/V3 en 202503520/2/V3

Bij besluit van 7 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4021
Datum uitspraak
21 augustus 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202503520/1/V3 en 202503520/2/V3

202503620/2/V1

Bij formulier gedateerd op 14 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid betrokkene geïnformeerd dat hij de opvang in de Landelijke Vreemdelingenvoorziening per 13 juni 2023 beëindigt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4034
Datum uitspraak
21 augustus 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202503620/2/V1

202503624/2/V1

Bij formulier gedateerd op 6 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid betrokkene geïnformeerd dat hij de opvang in de Landelijke Vreemdelingenvoorziening per 17 oktober 2023 beëindigt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4038
Datum uitspraak
21 augustus 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202503624/2/V1

202503625/2/V1

Bij formulier gedateerd op 16 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid betrokkene geïnformeerd dat hij de opvang in de Landelijke Vreemdelingenvoorziening per 19 september 2023 beëindigt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4020
Datum uitspraak
21 augustus 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202503625/2/V1

202503628/2/V1

Bij formulier gedateerd op 26 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid betrokkene geïnformeerd dat hij de opvang in de Landelijke Vreemdelingenvoorziening per 14 mei 2024 beëindigt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4035
Datum uitspraak
21 augustus 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202503628/2/V1

202503632/2/V1

Bij formulier gedateerd op 26 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid betrokkene geïnformeerd dat hij de opvang in de Landelijke Vreemdelingenvoorziening per 20 februari 2024 beëindigt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4025
Datum uitspraak
21 augustus 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202503632/2/V1

202503633/2/V1

Bij formulier gedateerd op 28 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid betrokkene geïnformeerd dat hij de opvang in de Landelijke Vreemdelingenvoorziening per 17 april 2024 beëindigt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4022
Datum uitspraak
21 augustus 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202503633/2/V1

202503647/2/V1

Bij formulier gedateerd op 8 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid betrokkene geïnformeerd dat hij de opvang in de Landelijke Vreemdelingenvoorziening per 23 januari 2024 beëindigt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4032
Datum uitspraak
21 augustus 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202503647/2/V1

202503723/1/V1

Bij besluit van 12 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4031
Datum uitspraak
21 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202503723/1/V1

202503727/1/V1

Bij besluit van 9 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4037
Datum uitspraak
21 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202503727/1/V1

202504414/2/V2

Bij besluit van 3 juni 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4023
Datum uitspraak
21 augustus 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202504414/2/V2

202504696/2/V3

Bij besluit van 31 juli 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie verzoeker in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4055
Datum uitspraak
21 augustus 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202504696/2/V3

BRS.25.000825

Bij besluit van 10 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3937
Datum uitspraak
21 augustus 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000825

BRS.25.000907

Bij besluit van 20 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3920
Datum uitspraak
21 augustus 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000907

BRS.25.000966

Bij besluit van 11 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3935
Datum uitspraak
21 augustus 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000966

202404356/2/V6

[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 3 juli 2024 in zaak nr. 23/146. De minister van Asiel en Migratie heeft, op verzoek van de Afdeling met toepassing van artikel 8:45 van de Awb, de vertrouwelijke versie van een gedingstuk afkomstig van de Immigratie- en Naturalisatiedienst, Bureau Documenten overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van dit stuk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3956
Datum uitspraak
21 augustus 2025
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202404356/2/V6

202402041/1/V1

Verzoeker heeft het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig een verzoek gedaan om de minister krachtens artikel 8:75 van de Awb in de proceskosten te veroordelen. Daarvoor kan aanleiding bestaan als de minister van Asiel en Migratie aan hem is tegemoetgekomen of als het belang bij een uitspraak op het hoger beroep anderszins door haar toedoen is vervallen (uitspraak van de Afdeling van 5 augustus 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1855, onder 2.1).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3945
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202402041/1/V1

202407782/1/V3

Bij besluit van 22 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3951
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407782/1/V3

202407783/1/V3

Bij besluit van 18 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3955
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407783/1/V3

202500030/1/V3

Bij besluit van 3 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3950
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500030/1/V3

202500039/1/V3

Bij besluit van 25 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3946
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500039/1/V3

202500041/1/V3

Bij besluiten van 19 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene de toegang tot Nederland geweigerd en hem een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3952
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500041/1/V3

202500043/1/V3

Bij besluit van 26 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3953
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500043/1/V3

202500597/1/V3

Bij besluit van 29 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3954
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500597/1/V3

202503757/1/R4

Bij besluit van 4 juni 2025 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat aan WPS een last onder dwangsom opgelegd wegens overtreding van artikel 10.60, tweede lid, van de Wet milieubeheer, in samenhang met artikel 2, onder 35, aanhef en onder a en b, van Verordening (EG) nr. 1013/2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen. In de periode van 5 mei tot en met 20 november 2019 heeft het inmiddels failliete Turner Waste Intermediate B.V. in totaal 2.097.300 kilogram afvalstoffen, bestaande uit aluminiumhydroxide filterkoek, met vrachtwagentransporten laten overbrengen van de productielocatie van Malvé N.V. in België, naar de op- en overslaglocatie van WPS in Stein. Daar zijn de vrachtwagenladingen verzameld en samengevoegd tot één partij afvalstoffen, die in maart 2020 per schip naar Nancyport in Frankrijk is overgebracht. Op 14 april 2021 heeft de Franse bevoegde autoriteit (PNTTD) de staatssecretaris verzocht om ervoor te zorgen dat de afvalstoffen op grond van artikel 24, tweede lid, van de EVOA worden teruggenomen. Volgens de PNTTD gaat het om gevaarlijke afvalstoffen, zodat deze zonder de vereiste voorafgaande kennisgeving en toestemming van de bevoegde autoriteiten zijn overgebracht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3934
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202503757/1/R4

202503892/1/V1

Bij besluit van 4 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3947
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202503892/1/V1

202504038/1/V1

Bij besluit van 5 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3948
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202504038/1/V1

202504242/2/A2

Bij beslissing van 24 maart 2025 heeft de Raad van Bestuur van het ROC Amsterdam - Flevoland het verzoek van [verzoeker] om toegelaten te worden tot de beroepsopleidende leerweg gespecialiseerd pedagogisch medewerker niveau 4 (hierna: de BOL-opleiding) van het MBO College Hilversum afgewezen. Bij beslissing van 3 juni 2025 heeft de Raad van Bestuur [verzoeker] opnieuw geweigerd voor de BOL-opleiding en hem toegelaten tot de versnelde opleidingsvariant van de opleiding Gespecialiseerd Pedagogisch medewerker niveau 4. Bij beslissing van 15 juli 2025 heeft de Raad van Bestuur het door [verzoeker] tegen de beslissing van 3 juni 2025 gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3905
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202504242/2/A2

202504380/1/V1

Bij besluit van 8 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3949
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202504380/1/V1

BRS.25.000888

Bij besluit van 15 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3930
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000888

BRS.25.001020

Bij besluit van 11 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4018
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001020

202105071/1/R2

Bij besluit van 18 mei 2021 heeft de raad van de gemeente Heusden het Bestemmingsplan "[locatie 2] Herpt" vastgesteld. Het plan voorziet in de vestiging van een loonbedrijf aan de [locatie 1]. Daartoe wordt onder meer de bouw van een schuur en de herinrichting van het terrein mogelijk gemaakt. Het perceel had op grond van het voorheen geldende bestemmingsplan "Heusden Buitengebied, vierde herziening" de bestemming "Agrarisch". Bij het plan worden aan gronden in het noordwesten van het plangebied de bestemming "Bedrijf" en deels tevens de aanduiding "bouwvlak" toegekend. Op de locatie was voorheen een boomkwekerij gevestigd. Deze activiteit is beëindigd. [bedrijf] heeft ter plaatse inmiddels haar loonbedrijf gevestigd, voor een deel (stalling en klein onderhoud van materieel) nadat het ontwerp ter inzage had gelegen en voor het overige nadat het plan was vastgesteld en in werking getreden. [appellant B] woont aan de [locatie 2] op een afstand van ongeveer 100 m ten noordoosten van de bedrijfsbestemming van het plangebied. Hij stelt in het buitengebied, waar agrarische bedrijven zijn gevestigd, te zijn komen wonen vanwege de rust.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3989
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202105071/1/R2

202105244/1/A3

Bij besluit van 19 oktober 2018, vervangen door het besluit van 21 december 2018, heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een beslissing genomen op een verzoek van [appellant] om inzage op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming. Op 10 juli 2018 heeft [appellant] het college verzocht om inzage in zijn persoonsgegevens en alle dossiers die er van hem bij de gemeente Amsterdam bestaan. Met het besluit van 19 oktober 2018 heeft het college [appellant] meegedeeld dat hij via www.mijn.overheid.nl inzage heeft in hoe hij geregistreerd staat in de basisregistratie personen en dat hij via de website van de gemeente een overzicht kan krijgen van instanties die zijn persoonsgegevens hebben opgevraagd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3961
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202105244/1/A3

202200415/1/R2

Bij besluit van 8 april 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tilburg de aanvraag van [appellante] om een omgevingsvergunning voor het verbouwen van het pand aan de [locatie] in Tilburg tot twee appartementen afgewezen. [appellante] is eigenaar van een pand aan de [locatie] in Tilburg. Het pand is vóór het jaar 2007 gesplitst in drie gestapelde zelfstandige appartementen. Het eerste appartement is op de begane grond, het tweede appartement op de eerste verdieping en het derde appartement deels op de eerste verdieping en op de zolder. Vast staat dat het gebruik van het pand voor gestapelde bewoning in strijd is met artikel 15.1.1, aanhef en onder a, van de planregels van het bestemmingsplan "Groeseind 2017" (hierna: het bestemmingsplan), omdat daarin aan de betrokken gronden de bestemming "Wonen" is toegekend zonder de aanduiding "gestapeld". Daarom zijn op deze gronden alleen grondgebonden woningen en geen gestapelde woningen toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3999
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202200415/1/R2

202200592/1/A2

Op 27 februari 2020 heeft SPOH verklaard dat [naam kind] kan worden toegelaten tot het speciaal onderwijs, categorie 1. [naam kind], geboren op [geboortedatum] 2013, is de zoon van [appellant]. In 2020 ging [kind] naar de basisschool Oranje Nassau School (hierna: ONS) in Badhoevedorp. Daar vertoonde hij volgens de school ernstige gedragsproblemen. [kind] was opstandig, liet zich niets zeggen en zijn gedrag was dusdanig ernstig dat voor de veiligheid van [kind] en medeleerlingen niet kon worden ingestaan. De school vond na enige tijd dat zij [kind] niet langer het onderwijs en de zorg kon bieden die hij nodig had. Zij heeft daarom voor [kind] toelating tot het speciaal onderwijs gevraagd. SPOH heeft, na raadpleging van twee gedragsdeskundigen, deze toelating verleend. Vervolgens heeft ONS [kind] geschorst en daarna van de school verwijderd onder de voorwaarde dat basisschool De Ster in Hoofddorp hem zou toelaten. [appellant] heeft dit niet geaccepteerd en [kind] uiteindelijk geplaatst op basisschool Elif.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3992
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak202200592/1/A2

202200633/1/R3

Bij besluit van 7 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag een omgevingsvergunning aan Bakkerij Basak verleend voor het veranderen van een woning en winkel aan de Schaarsbergenstraat 58a, 68 en Harderwijkstraat 204 naar een winkel alsmede het vergroten van de aanbouw. Bij besluit van 28 juni 2019 heeft het college het door [persoon] daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard, het besluit van 7 december 2018 herroepen en de omgevingsvergunning geweigerd. [appellant] is de exploitant van Bakkerij Basak, die is gevestigd in een hoekpand op een perceel met de adressen Schaarsbergenstraat 58a en 68 en Harderwijkstraat 204 in Den Haag. Het bestemmingsplan "Rustenburg - Oostbroek" (hierna: het bestemmingsplan) kent de bestemming "Wonen" en de functieaanduiding "bedrijf" aan het adres Schaarsbergenstraat 68, de bestemming "Wonen" met functieaanduiding "detailhandel" aan het adres Schaarsbergenstraat 58a en de bestemming "Wonen" aan het adres Harderwijkstraat 204 toe. Bakkerij Basak heeft op het adres aan de Harderwijkstraat het pand vergroot met een uitbouw ten dienste van de bakkerij.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3982
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202200633/1/R3

202205071/1/R3

Bij besluit van 8 december 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJssel aan [appellant] een last onder bestuursdwang opgelegd om de overtreding van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht te beëindigen en beëindigd te houden. [appellant] woont aan de [locatie] in Capelle aan den IJssel. Hij heeft de schuur op het achtererf van zijn woning gerenoveerd en daarbij onder meer de kap vervangen. Hoewel het college daar aanvankelijk een omgevingsvergunning voor had verleend, heeft het college dat besluit herroepen bij besluit van 24 april 2018 en de aangevraagde omgevingsvergunning alsnog geweigerd. Inmiddels heeft [appellant] meerdere aanvragen gedaan, die door het college zijn afgewezen vanwege strijd met het bestemmingsplan. Vanwege de gelijkenissen tussen de aanvragen van [appellant] zal er in de uitspraak naar die aanvragen worden verwezen als de aanvraag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3983
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202205071/1/R3

202205369/1/A3

Bij besluit van 4 mei 2021 heeft de burgemeester van Utrecht voorschriften verbonden aan de demonstratie van de vereniging bij abortuskliniek het Vrelinghuis in Utrecht. De vereniging heeft op 2 mei 2021 de burgemeester in kennis gesteld van het voornemen om op 5 mei 2021 te demonstreren voor abortuskliniek het Vrelinghuis aan de Biltstraat 423 in Utrecht. In de kennisgeving heeft de vereniging vermeld dat zij tussen 10.00 en 12.00 uur met drie demonstranten in een ambulance met een spandoek wil parkeren voor de abortuskliniek. De burgemeester heeft met het besluit van 4 mei 2021 op grond van artikelen 2 en 5 van de Wet openbare manifestaties (hierna: Wom) voorschriften aan de demonstratie verbonden. Deze voorschriften zijn volgens de burgemeester nodig ter bescherming van de verkeersveiligheid en de volksgezondheid. De voorschriften houden in dat de ambulance alleen geparkeerd mag worden op een laad- en loszone ongeveer 70 meter verderop in de Biltstraat en de demonstranten alleen daar mogen demonstreren. Daarnaast mogen de demonstranten geen flyers of andere producten uitreiken, omdat de demonstratie tijdens de coronapandemie zou plaatsvinden en men destijds 1,5 m afstand van elkaar moest houden. De vereniging wil voor de abortuskliniek demonstreren en niet op de laad- en loszone. De vereniging heeft daarom bezwaar gemaakt en de burgemeester heeft zijn standpunt in het besluit op bezwaar gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3968
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202205369/1/A3

202205610/1/A3

Bij besluit van 22 november 2019 heeft de staatssecretaris een boete opgelegd van € 12.000,00 op grond van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en bekend gemaakt dat hij de inspectiegegevens en de opgelegde boete openbaar zal maken. [appellant] exploiteerde sinds 2011 het restaurant [naam restaurant] aan de [locatie] in Den Haag. Op 21 april 2018 heeft de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (de Nederlandse Arbeidsinspectie) een onderzoek verricht waarbij meerdere werknemers van het restaurant zijn ondervraagd. Naar aanleiding hiervan heeft de Nederlandse Arbeidsinspectie een boeterapport Wml, een aanvullend boeterapport Wml en een boeterapport Atw opgesteld. In het boeterapport Wml staat dat de Nederlandse Arbeidsinspectie van [appellant] gegevens van zeven werknemers in de periode van september 2017 tot en met februari 2018 heeft gevorderd. [appellant] heeft een deel van de gevorderde gegevens overgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4008
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202205610/1/A3

202300907/1/A3

Bij besluit van 24 maart 2021 heeft de burgemeester van Tynaarlo de hond van [appellant] gevaarlijk verklaard en een preventieve last onder bestuursdwang opgelegd tot inbeslagname van deze hond. Na meerdere incidenten waarbij de hond van [appellant] was betrokken, waaronder als laatste het meerdere keren bijten van een kind, heeft de burgemeester Bo gevaarlijk verklaard. Hij heeft een aanlijn- en muilkorfgebod opgelegd dat ook geldt voor het eigen terrein, tenzij dit afdoende is omheind en voorzien van waarschuwingsborden. Ook is een preventieve last onder bestuursdwang opgelegd tot inbeslagname van Bo. Hierna is geconstateerd dat het aanlijn- en muilkorfgebod niet werd nageleefd en is na een melding dat Bo zonder muilkorf werd uitgelaten door de politie genoteerd dat [appellant] tegenover hen heeft verklaard zich ook niet aan het muilkorfgebod te zullen gaan houden. Een aantal dagen later is een team naar de woning van [appellant] gegaan om Bo in beslag te nemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3986
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202300907/1/A3

202302106/1/A3

Bij besluit van 22 juni 2022 heeft de minister van Defensie het verzoek van [appellant] om informatie over zijn verwerkte politiegegevens ingewilligd. [appellant] heeft verzocht om informatie over zijn politiegegevens. De minister heeft het informatieverzoek ingewilligd en daarbij de systemen geraadpleegd die hem ter beschikking stonden. In het besluit staat dat daaruit is gebleken dat zijn persoonsgegevens in drie mutaties zijn verwerkt, waarbij er samengevat weergegeven sprake was dat de KMar [appellant] overnam van buitenlandse autoriteiten in verband met aanhoudingen aldaar. Verder stond in het besluit dat deze plaats vond in augustus 2018, januari 2020 en november 2021.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3981
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Politiegegevens
  • uitspraakin de zaak202302106/1/A3

202302399/1/R3

Bij besluit van 11 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maassluis aan [appellante] geweigerd een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een airco-unit aan de voorgevel van het pand aan de [locatie] in Maassluis. [appellante] heeft een airco-unit boven de deur aan de voorgevel geplaatst. Zij heeft dit gedaan zonder omgevingsvergunning. Een aanvraag voor het legaliseren van deze unit heeft het college afgewezen. Het college wil geen ontsierende airco-units aan de voorgevel in de binnenstad. [appellante] is het niet eens met deze afwijzing. Het geschil draait vooral om de vraag wat er nu mogelijk is op technisch gebied en wat voor andere opties er nog zijn qua grootte van airco-unit en plek van ophangen en/of wegwerken ervan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3998
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202302399/1/R3

202302774/1/R2

Bij besluit van 26 januari 2023 heeft de raad van de gemeente Sint-Michielsgestel het bestemmingsplan "Hooghei" vastgesteld. Het plangebied ligt in het buitengebied van Sint-Michielsgestel. Binnen het plangebied worden drie deelgebieden onderscheiden. Met het plan worden drie verschillende ontwikkelingen binnen het plangebied mogelijk gemaakt. Het westelijke gedeelte van het plangebied voorziet in de mogelijkheid om het recreatiepark "Camping De Hooghe Heide" uit te breiden. Het oostelijke gedeelte van het plangebied maakt het mogelijk om een natuurbegraafplaats te realiseren. Met het middelste gedeelte van het plangebied wordt de bestaande situatie ter plaatse van het Opvanghuis Berlicum gelegaliseerd. [appellant sub 1] woont op het perceel aan de [locatie 1]. De zuidzijde van zijn perceel grenst aan de gronden, waar de uitbreiding van de camping mogelijk wordt gemaakt. Hij vreest voor een onaanvaardbare toename van overlast als gevolg van de uitbreiding.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3970
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202302774/1/R2

202302841/1/R2

Bij besluit van 22 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bernheze geweigerd om aan Lips Groen Beheer een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van een kas tot een supermarkt aan de Weijen 77 in Nistelrode. Lips Groen Beheer is de eigenaar van het perceel aan de Weijen 77 in Nistelrode, waar zij een hoveniersbedrijf exploiteert en tot 2012 ook een tuincentrum exploiteerde. Ze heeft een omgevingsvergunning aangevraagd om een deel van de kas van het tuincentrum te verbouwen tot een supermarkt. Het college heeft geweigerd om de omgevingsvergunning te verlenen, omdat het bouwplan volgens het college in strijd is met artikel 6.1, aanhef en onder d, van de planregels van het bestemmingsplan "De Kommen van Bernheze". Daarnaast wil het college geen medewerking verlenen aan afwijking van het plan. Lips Groen Beheer is het niet met de weigering eens, omdat het bouwplan volgens haar wel in overeenstemming is met het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3971
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202302841/1/R2

202303679/1/A2

Bij besluit van 19 juli 2019 heeft de Dienst Toeslagen de zorg- en huurtoeslag voor [appellant] over het jaar 2017 definitief vastgesteld op nihil. [appellant] heeft voor het jaar 2017 voorschotten zorg- en huurtoeslag ontvangen. Op 5 juni 2019 heeft de Dienst Toeslagen een melding gekregen uit de Basisregistratie inkomen dat het inkomensgegeven van [appellant] over het jaar 2017 € 35.062,00 is en van zijn partner € 1.083,00. Dit heeft geleid tot het besluit van 19 juli 2019. In dat besluit, gehandhaafd bij het besluit van 7 oktober 2019, heeft de Dienst Toeslagen de zorg- en huurtoeslag voor [appellant] over het jaar 2017 definitief berekend en vastgesteld op nihil, omdat het gezamenlijk toetsingsinkomen van [appellant] en zijn toeslagpartner hoger uitviel dan het maximale inkomen dat voor dat jaar aanspraak gaf op zorg- en huurtoeslag. Als gevolg hiervan moet [appellant] een bedrag van € 2.128,00 aan zorgtoeslag en € 3.834,00 aan huurtoeslag terugbetalen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3980
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202303679/1/A2

202304073/1/V1

Bij besluit van 11 april 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd. Betrokkene heeft de Eritrese nationaliteit. Hij heeft bij zijn asielaanvraag verklaard dat hij op [geboortedatum] 2004 is geboren. De minister heeft zijn asielaanvraag ingewilligd. Maar zij heeft de gestelde geboortedatum, en dus de minderjarigheid van betrokkene ten tijde van de aanvraag, niet geloofwaardig geacht. De AVIM en de IND hebben afzonderlijk van elkaar een leeftijdsschouw uitgevoerd. De AVIM heeft geconcludeerd dat er twijfel bestaat over de opgegeven leeftijd, de IND heeft geconcludeerd dat betrokkene evident minderjarig is. Omdat de uitkomsten van die schouwen van elkaar verschilden, heeft de minister navraag gedaan bij de Italiaanse autoriteiten. Daaruit bleek dat betrokkene in Italië staat geregistreerd met geboortedatum [geboortedatum] 2002. De minister is van die datum uitgegaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3991
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202304073/1/V1

202304180/1/A3

Bij besluit van 9 december 2020 heeft de minister aan [appellante] een boete opgelegd van € 14.400,00. Bij besluit van 10 augustus 2021 heeft de minister het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellante] heeft asbestsaneringswerkzaamheden uitgevoerd bij een voormalige concertzaal. Het asbest bevond zich in een bekisting achter de buitenmuur. In eerste instantie was het volgens het werkplan de bedoeling om het asbest handmatig te verwijderen, maar na goedkeuring door een Hoger Veiligheidskundige van RIR Nederland is de werkmethode aangepast en is de asbest machinaal verwijderd. De kraanmachinist heeft steeds een stuk van het dak en het daarbij behorende deel van de muren gesloopt. Tijdens deze werkzaamheden is het pand ingestort, waardoor zich een stofwolk met asbest buiten het werkgebied heeft verspreid. Op dat moment was ook een arbeidsinspecteur van de Nederlandse Arbeidsinspectie ter plaatse in het kader van een inspectie. De arbeidsinspecteur heeft zijn bevindingen opgenomen in een boeterapport. Uit dit rapport volgt onder andere dat er tijdens de sloop- en verwijderingswerkzaamheden geen of onvoldoende preventieve- en bronmaatregelen werden toegepast om verspreiding van vezels dan wel een secundaire besmetting te voorkomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3985
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202304180/1/A3

202305279/1/R1

Bij besluit van 18 november 2021 heeft het college aan [persoon] een omgevingsvergunning verleend voor het gebruik van de woning aan de [locatie] in Zaandam voor kamergewijze verhuur. [persoon] is eigenaar van de zelfstandige woning aan de [locatie 1] (hierna: de woning). Hij heeft voor het omzetten van de woning naar vier onzelfstandige woonruimten een omgevingsvergunning voor de activiteit "het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan" als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo aangevraagd. Ter plaatse van de woning geldt het bestemmingsplan "De Zaanse Eilanden". De gronden zijn bestemd voor "Wonen". Daarnaast gelden het "Parapluplan Parkeren Zaanstad" en het "Paraplubestemmingsplan woningsplitsing, kamerverhuur en toeristische verhuur", welk laatstgenoemde plan hierna als "het parapluplan" wordt aangeduid. Op grond van artikel 4.1, onder b, van het parapluplan is het omzetten van een zelfstandige woning naar meer dan twee onzelfstandige woonruimten in dezelfde woning niet toegestaan. Artikel 5.1 van het parapluplan biedt de mogelijkheid om van artikel 4.1, onder b, af te wijken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3987
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202305279/1/R1

202305514/1/R1

Bij besluit van 19 mei 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heerlen aan Hoogveld Heerlen B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van zeven woningen op de locatie Hoogveld, kavel 28, 29, 30, 31, 36, 37 en 38 (Hoefblad/Akkerwinde) in Heerlen. Hoogveld is eigenaar van de locatie Hoogveld, kavel 28, 29, 30, 31, 36, 37 en 38 (Hoefblad/Akkerwinde) in Heerlen (hierna: de locatie). Hoogveld heeft voor het bouwen van zeven woningen op de locatie een omgevingsvergunning aangevraagd. Het plan bestaat uit twee type woningen, te weten vier rijwoningen en drie patiowoningen. Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "Hoogveld". De gronden van de locatie hebben de bestemming "Grondgebonden en/of gestapelde woningen". Deze gronden zijn bestemd voor wonen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4002
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202305514/1/R1

202306720/1/R1 en 202306723/1/R1

Bij besluit van 12 september 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad een hogere waarde als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder vastgesteld voor de locatie Vaartdijk 25A te Assendelft. Het plan heeft tot doel om het voorheen geldende bestemmingsplan "Saendelft" uit 1998 te actualiseren. Het plan is voornamelijk consoliderend van aard, maar voorziet ook in enkele ontwikkelingen die sinds de vaststelling van het voorheen geldende plan hebben plaatsgevonden. Daartoe behoren een kinderboerderij, genaamd "De Bonte Belevenis", op het perceel Vaartdijk 25B-2 en een hondenuitlaatservice op het perceel [locatie 1], die worden geëxploiteerd door [appellant sub 1] en anderen. Het besluit van 30 mei 2024 voegt, kort gezegd, een regeling voor parkeren toe aan het oorspronkelijke plan. Het besluit van 17 oktober 2024 wijzigt de regeling voor horeca binnen de bestemming "Recreatie", die is toegekend aan het perceel van de kinderboerderij.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3988
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Geluid
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202306720/1/R1 en 202306723/1/R1

202307683/1/R1

Bij besluit van 20 oktober 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam geweigerd om aan FEBO een omgevingsvergunning te verlenen voor onder meer het gebruik van het open terrein op de locatie Tijnmuiden 51 in Amsterdam als een "drive through". FEBO exploiteert een fastfoodrestaurant/snackbar (hierna: fastfoodrestaurant) met automatiek op het perceel Tijnmuiden 51 in Amsterdam. In de zaak is een zitgelegenheid aanwezig om de snacks direct te nuttigen. Naast en voor het pand van FEBO zijn parkeerplaatsen aanwezig. Voor het pand is ook een groenstrook aanwezig. FEBO heeft een omgevingsvergunning aangevraagd om haar vestiging te kunnen uitbreiden met loketverkoop aan automobilisten (een "drive through"). De gemeente Amsterdam is eigenaar van de gronden die voor het pand liggen. FEBO was met het Projectteam Sloterdijk III van de Afdeling Grond & Ontwikkeling van de gemeente Amsterdam in een vergevorderd stadium wat betreft de voorwaarden tot huur van de gronden vóór het pand. Toen bleek dat het college de "drive through" in strijd achtte met het bestemmingsplan, heeft FEBO een aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan om af te wijken van het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3972
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202307683/1/R1

202400044/1/R3

Bij besluit van 23 november 2017 heeft de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn het bestemmingsplan "Sierteeltgebied, eerste herziening" vastgesteld. Murbo Holding B.V. en anderen betogen dat artikel 3.2.2, onder h, van de planregels in strijd is met de rechtszekerheid. Zij voeren hiertoe aan dat onduidelijk is wat onder de zinsnede "op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan" in de tabel bij de planregel moet worden verstaan, omdat onduidelijk is of hiermee het tijdstip van inwerkingtreding na de bekendmaking in 2017 of de bekendmaking in 2023 wordt bedoeld. Voor Murbo Holding B.V. is dit van belang nu zij in een handhavingsprocedure de geldigheid van de tabel betwist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4005
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202400044/1/R3

202400396/1/R3

[verzoeker A] en [verzoeker B] hebben verzocht om de uitspraak van de Afdeling van 4 mei 2021, in zaak nr. ECLI:NL:RVS:2021:939, te herzien. De Afdeling gaat niet over tot herziening en wijst de verzoeken af.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4075
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Herziening
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202400396/1/R3

202401095/1/R3

Bij besluit van 13 juni 2022 heeft het college geweigerd een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een bedrijfswoning aan de [locatie] te Leeuwarden. Het college heeft geweigerd aan [appellante] een omgevingsvergunning te verlenen voor het realiseren van een bedrijfswoning aan de [locatie] te Leeuwarden. Aan deze weigering is ten grondslag gelegd dat ter plaatse prioriteit wordt gegeven aan het in stand houden en verder ontwikkelen van de bedrijfsfunctie, wat door het toestaan van een bedrijfswoning belemmerd zou worden. Het toestaan van een bedrijfswoning zou leiden tot een beperking van de vestiging van de gewenste diversiteit aan (zwaardere) bedrijvigheid en een mogelijke uitbreidingsbeperking voor omliggende bedrijven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3969
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202401095/1/R3

202401289/1/A2

Bij besluit van 5 januari 2023 heeft de minister van Financiën geweigerd om drie private schulden van [appellant] over te nemen. Deze uitspraak gaat over een besluit op grond van de regeling voor overneming en betaling van private schulden die is opgenomen in de Wet hersteloperatie toeslagen. [appellant] is een gedupeerde van de toeslagenaffaire. Hij heeft de minister verzocht om overname van een drietal schulden. Het gaat om in euro’s omgerekende schulden van [appellant] aan [persoon A] van € 330.000,00, aan [persoon B] van € 94.000,00 en aan [persoon C] van € 23.000,00. De minister heeft de afwijzing van deze aanvraag in bezwaar gehandhaafd. Hij heeft voornoemde schulden van [appellant] aangemerkt als privé-leningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3979
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202401289/1/A2

202401297/1/R3

Bij besluit van 14 december 2023 heeft de raad van de gemeente Den Haag het bestemmingsplan "Anna van Hannoverstraat 4" vastgesteld. Het plan voorziet in de herontwikkeling van het perceel Anna van Hannoverstraat 4 te Den Haag. Op de gronden van het plangebied staat momenteel nog het pand waar voorheen het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gevestigd was. Er worden maximaal 1.200 woningen mogelijk gemaakt, met een bruto oppervlak variërend van 40 m2 tot 160 m2. Daarnaast worden diverse andere functies mogelijk gemaakt, zoals detailhandel, horeca en maatschappelijke voorzieningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3990
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202401297/1/R3

202401562/1/A2

Bij besluit van 3 mei 2021 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een aanvraag van [appellante] om erkenning van haar beroepskwalificatie als psychotherapeut afgewezen. De aanvraag van [appellante] gaat over een verklaring van vakbekwaamheid of erkenning van haar beroepskwalificatie met een verzoek tot inschrijving in het BIG-register als psychotherapeut. De minister heeft de aanvraag afgewezen en daaraan het advies van de Commissie Buitenlands Gediplomeerden Volksgezondheid van 3 maart 2021 ten grondslag gelegd. Volgens dat advies is sprake van wezenlijke verschillen tussen de door [appellante] in België gevolgde (beroeps)opleiding en de Nederlandse (beroeps)opleiding. Deze verschillen zijn slechts gedeeltelijk overbrugd door de praktijkervaring of andere uitingen van een leven lang leren. Om voor erkenning van haar beroepskwalificatie in aanmerking te komen, moet [appellante] een éénjarige aanpassingsstage met goed gevolg afronden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3964
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Gezondheidszorg
  • uitspraakin de zaak202401562/1/A2

202401927/1/R4

Bij besluit van 23 maart 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Bilt geweigerd aan Trustan Investments B.V. een omgevingsvergunning te verlenen voor het realiseren van een extra dakopbouw met toevoeging van twee appartementen. Het college heeft de aanvraag van Trustan om een omgevingsvergunning voor het realiseren van een dakopbouw met twee appartementen op het adres [locatie] in De Bilt afgewezen. De aanvraag zag onder meer op een afwijking van het bestemmingsplan, omdat het gebruik van de dakopbouw daarmee in strijd was. In de tussenuitspraak van 10 mei 2023 heeft de rechtbank het college opgedragen zijn besluit nader te motiveren. De rechtbank heeft in de einduitspraak van 29 januari 2024 het besluit vernietigd maar de rechtsgevolgen in stand gelaten, omdat de weigering voldoende gemotiveerd was onderbouwd. Trustan heeft in reactie op de nadere motivering van het college een gewijzigd bouwplan ingediend om de dakopbouw met slechts één appartement te realiseren. Het hoger beroep richt zich tegen het oordeel van de rechtbank dat deze aanpassing niet van ondergeschikte aard is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3967
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202401927/1/R4

202402073/1/A2

Bij besluiten van 20 september 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlem aanvragen van [appellante] voor bekostiging van het leerlingenvervoer van haar twee dochters afgewezen. De dochters van [appellante] gaan vanuit Haarlem met het openbaar vervoer naar het Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam. Dat is een afstand van ongeveer 16 km. [appellante] heeft om religieuze redenen voor de school gekozen. Zij kan, naar gesteld, de kosten voor het openbaar vervoer niet dragen. Zij heeft daarom aanvragen ingediend om in het kader van leerlingenvervoer € 1.586,40 per dochter bekostigd te krijgen voor de periode van 19 september 2022 tot en met 21 juli 2023. Het college heeft deze aanvragen afgewezen. Aan die afwijzingen heeft het ten grondslag gelegd dat de bekostiging van leerlingenvervoer zoals bedoeld in artikel 8.28 van de Wet voortgezet onderwijs 2020 en artikel 17 van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Haarlem 2015 enkel bedoeld is voor leerlingen met een handicap. De dochters hebben geen handicap en voldoen dus niet aan de voorwaarden voor bekostiging van leerlingenvervoer. Het college heeft de afwijzingen in bezwaar in stand gelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4003
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202402073/1/A2

202403148/1/V3

Bij besluit van 25 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Deze uitspraak gaat over de vraag of uit artikel 24 van het EU Handvest, gelezen in samenhang met artikel 3 en artikel 12 van het IVRK (het Kinderrechtenverdrag), een verplichting volgt voor de minister om begeleide minderjarige vreemdelingen binnen de Dublinprocedure te horen en zo ja, hoe ver die verplichting strekt. In deze uitspraak wordt alleen het beleid van de minister dat ziet op het horen van begeleide vreemdelingen tussen de twaalf en vijftien jaar binnen de Dublinprocedure getoetst. Deze uitspraak gaat ook over de vraag hoe de minister vervolgens in haar besluitvorming over een verzoek om toepassing van artikel 17, eerste lid, van de Dublinverordening de belangen van begeleide minderjarige vreemdelingen moet wegen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3900
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202403148/1/V3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202403148/1/V3

202403646/1/R4

Bij besluit van 18 april 2024 heeft de raad van de gemeente Apeldoorn het bestemmingsplan "Salland" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt op de plek van 24 verouderde woningen aan de straat Salland de bouw van 64 woningen mogelijk. Het woningbouwprogramma bestaat uit 32 eengezinswoningen en 32 beneden- en bovenwoningen. De woningen worden gerealiseerd rondom een hof, zoals in de wijk gebruikelijk is. [appellante] heeft een autobedrijf aan de [locatie], naast het plangebied, en vreest voor een beperking van haar bedrijfsvoering door de woningbouw. De Goede Woning is de corporatie die de woningen wil realiseren. [appellante] betoogt dat de geluidsvoorziening die moet worden aangebracht aan de achterzijde van haar perceel te hoog is. Deze muur neemt nodeloos licht en lucht voor haar weg. Daarnaast zou de muur ook moeten dienen als bescherming tegen wasactiviteiten op haar achterterrein. Als er auto’s worden afgespoten of gewassen, zal de condens toch in de tuin of op het terras van de direct-aanwonenden terechtkomen. De muur zal dus volgens [appellante] onvoldoende effect sorteren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3958
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202403646/1/R4

202403711/1/A2

Bij besluit van 31 mei 2023 heeft de minister van Financiën geweigerd om een private schuld van [appellant] over te nemen. Bij besluit van 16 november 2023 heeft de minister het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Deze uitspraak gaat over een besluit op grond van de regeling voor overneming en betaling van private schulden die is opgenomen in de Wet hersteloperatie toeslagen. [appellant] is een gedupeerde van de toeslagenaffaire. Hij heeft de minister verzocht om overname van een schuld aan [persoon] van € 22.000,00. De minister heeft de afwijzing van deze aanvraag in bezwaar gehandhaafd. Hij heeft voornoemde schuld van [appellant] aangemerkt als een informele schuld. De minister heeft deze schuld niet overgenomen, omdat niet is voldaan aan de vereisten in artikel 4.1 van de Wht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3977
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202403711/1/A2

202404064/1/V3

Bij besluiten van 3 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvragen van betrokkenen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Betrokkenen hebben de Afghaanse nationaliteit. Zij hebben mede voor hun minderjarige kinderen, die zijn geboren op [geboortedatum] 2015, [geboortedatum] 2016 en [geboortedatum] 2023, asielaanvragen ingediend in Nederland. De minister heeft de aanvragen niet in behandeling genomen, omdat Kroatië op grond van de Dublinverordening verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan. Daarnaast heeft de minister in wat betrokkenen hebben aangevoerd geen aanleiding gezien om met toepassing van artikel 17, eerste lid, van de Dublinverordening de asielaanvragen zelf in behandeling te nemen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de minister voor Kroatië van het interstatelijk vertrouwensbeginsel uit mag gaan. De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de besluitvorming van de minister over artikel 17 van de Dublinverordening met betrekking tot de minderjarige kinderen van betrokkenen onzorgvuldig is geweest.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3901
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202404064/1/V3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202404064/1/V3

202404077/1/R4

Bij besluit van 16 mei 2024 heeft de raad van de gemeente Apeldoorn het bestemmingsplan "Molenstraat-Centrum 258-272 en Veldhuisstraat 35" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet onder meer in een woongebouw met vier woonlagen voor zestien goedkope koopappartementen en een woongebouw met elf woonlagen voor 60 sociale huurwoningen aan de Molenstraat-Centrum, in het centrum van Apeldoorn. Op de locatie staan nu drie vrijstaande woningen met bijbehorend erf. [appellant A] en [appellant B] wonen aan de [locatie]. Hun achtertuin grenst aan het plangebied. Zij hebben beroep ingesteld tegen het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan, vooral omdat zij van het hoge woongebouw nadelige gevolgen verwachten voor hun woon- en leefklimaat. OMA, Trebbe Wonen en De Goede Woning willen de nieuwbouw realiseren en in gebruik nemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3965
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202404077/1/R4

202404078/1/A3

Bij besluit van 24 juni 2022 heeft de korpschef van politie de aan G4S Security B.V. verleende toestemming om [wederpartij] beveiligingswerkzaamheden te laten verrichten ingetrokken. [wederpartij] was sinds 31 mei 2021 werkzaam als beveiliger bij G4S Security B.V. in Amsterdam. Op 24 juni 2022 heeft de korpschef de toestemming op grond van artikel 7, vijfde lid, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus ingetrokken, omdat hij [wederpartij] onvoldoende betrouwbaar acht om beveiligingswerkzaamheden te laten verrichten. Bij zijn beoordeling heeft de korpschef de b-grond van paragraaf 3.3 van de Beleidsregels particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus toegepast. De korpschef heeft aan het besluit ten grondslag gelegd dat [wederpartij] op 2 april 2022 in de dienstauto van G4S Security heeft gereden onder invloed van alcohol. Hiervoor is hij als verdachte geregistreerd voor overtreding van artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994. In bezwaar heeft de korpschef de intrekking gehandhaafd. Aan het nieuwe besluit van 27 november 2023 heeft de korpschef ten grondslag gelegd dat het Openbaar Ministerie op 31 augustus 2023 met een strafbeschikking een geldboete van € 300,00 heeft opgelegd aan [wederpartij] voor het rijden onder invloed. Naar aanleiding daarvan heeft de korpschef in het nieuwe besluit de intrekkingsgrond gewijzigd naar de a-grond van paragraaf 3.3 van de Beleidsregels.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3963
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Beveiligingswerkzaamheden
  • uitspraakin de zaak202404078/1/A3

202404551/1/V1

Bij besluit van 5 april 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd. Deze uitspraak gaat over de leeftijdsschouwen die de AVIM en de IND uitvoeren als een asielzoeker stelt dat hij minderjarig is en daarbij geen authentieke identiteitsdocumenten ter onderbouwing van zijn leeftijd overlegt. Betrokkene heeft op 21 augustus 2021 een asielaanvraag ingediend. Hij heeft de Eritrese nationaliteit en stelt te zijn geboren op [geboortedatum] 2004. De minister heeft de asielaanvraag van betrokkene ingewilligd. Maar zij heeft de gestelde geboortedatum, en daarmee dat betrokkene minderjarig was ten tijde van de aanvraag, niet geloofwaardig geacht. Deze procedure gaat alleen over de leeftijd van betrokkene. Bij aankomst in Nederland is betrokkene geschouwd. Eerst door twee medewerkers van de AVIM, tien dagen later door een medewerker van de IND. De conclusie van de schouw van de AVIM is dat ’unaniem […] geconcludeerd kan worden dat [betrokkene] evident meerderjarig is.’ De conclusie van de schouw van de IND is dat ’geconcludeerd kan worden dat er twijfel bestaat over de opgegeven leeftijd.’ Omdat de conclusies uit de schouwen van elkaar afwijken, heeft de minister geconcludeerd dat er twijfel bestaat over de opgegeven leeftijd en heeft zij daar nader onderzoek naar gedaan. Daaruit is gebleken dat betrokkene in Italië staat geregistreerd met de geboortedatum [geboortedatum] 1998. De minister is vervolgens van die datum uitgegaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3801
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202404551/1/V1
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202404551/1/V1

202404661/1/V1

Bij besluiten van 21 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van betrokkenen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Deze uitspraak gaat over de vraag of uit artikel 24 van het EU Handvest, gelezen in samenhang met artikel 3 en artikel 12 van het IVRK (het Kinderrechtenverdrag), een verplichting volgt voor de minister om begeleide vreemdelingen tussen de twaalf en vijftien jaar zonder zelfstandig asielmotief (hierna ook: begeleide minderjarige vreemdelingen zonder zelfstandig asielmotief) te horen in het kader van door hun ouders mede voor hen ingediende asielaanvragen en, zo ja, hoe ver die verplichting strekt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3899
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202404661/1/V1
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202404661/1/V1

202404700/1/R4

Bij besluit van 10 juni 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Vught twee lasten onder dwangsom aan [appellant] opgelegd. [appellant] exploiteert [bedrijf], een restaurant en cocktailbar aan de [locatie] in Helvoirt. Op het terras van [bedrijf] stond een tent van ongeveer 19,5 m bij 11 m. [appellant] beschikte niet over een voor die tent noodzakelijke omgevingsvergunning. Naar aanleiding van klachten van omwonenden over geluidshinder vanwege met name de versterkte muziek op het terras van [bedrijf] heeft het college geluidsmetingen laten verrichten en daarna lasten onder dwangsom opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4004
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202404700/1/R4

202405229/1/A3

Bij besluit van 3 november 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam het inzageverzoek van [appellante] gedeeltelijk ingewilligd. Bij de woning van [appellante] zijn huisbezoeken gedaan door medewerkers van de gemeente Rotterdam in het kader van een onderzoek naar een persoon die daar zou verblijven zonder op dat adres te zijn ingeschreven in de Basisregistratie Personen. Over deze bezoeken heeft [appellante] een aantal klachten ingediend en, voor zover in hoger beroep aan de orde, een verzoek om inzage in de aanleiding van het BRP-onderzoek en de meldingen die tegen haar zijn gedaan. Bij besluit van 3 november 2022 heeft het college haar verzoek opgevat als een verzoek op grond van artikel 15 van de Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: AVG) en inzage verleend in haar persoonsgegevens. Het college heeft het daartegen gemaakte bezwaar van [appellante] ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4001
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202405229/1/A3

202405830/1/R2

Bij besluit van 27 juni 2024 heeft de raad van de gemeente Meierijstad het bestemmingsplan "Veghels Buiten Noordoost" vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4009
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202405830/1/R2

202406017/1/A3

Bij afzonderlijke besluiten van 19 juli 2022 en 26 juli 2022 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de verzoeken van [appellant A] en [appellant B] om kennisneming van de bij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst over hen aanwezige gegevens gedeeltelijk toegewezen. [appellant A] en [appellant B] hebben beiden op grond van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 een verzoek ingediend om kennisneming van gegevens die over hen bij de AIVD aanwezig zijn. In 1994 is er in hun huis een inval geweest door de politie vanwege mogelijke betrokkenheid bij een activistische beweging. [appellant A] is toen aangehouden en verdachte geweest van een strafbaar feit. [appellant A] en [appellant B] willen weten welke rol de Binnenlandse Veiligheidsdienst (nu: de AIVD) bij deze gebeurtenissen heeft gehad. De AIVD heeft beide verzoeken toegewezen voor zover het gaat om kennisneming van niet-actuele gegevens. [appellant A] en [appellant B] hebben beiden een inzagedossier met toelichtingsformulieren ontvangen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3962
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202406017/1/A3

202406132/1/A3

Bij besluit van 5 oktober 2021 heeft de korpschef van politie (hierna: de korpschef) het verzoek van [appellant] om inzage in zijn politiegegevens gedeeltelijk afgewezen. [appellant] heeft op 17 juni 2021 verzocht om inzage in processen-verbaal die zijn opgemaakt over zijn reizen naar Noorwegen en de tussenliggende periode en de periode erna vanaf 2018. Hij verzoekt met name om inzage in gegevens zoals die zijn opgenomen in twee pv’s die hij zelf heeft bijgevoegd bij zijn verzoek. Deze pv’s heeft hij al kunnen inzien omdat die zijn verstrekt door de IND in een procedure over de intrekking van zijn Nederlanderschap. Daarin stond [appellant] aangemerkt als CTER-subject en zijn andere CTER-subjecten met naam en toenaam genoemd. De korpschef heeft het verzoek gedeeltelijk afgewezen omdat inzage in deze gegevens nadelige gevolgen kan hebben voor de voorkoming, de opsporing, het onderzoek en de vervolging van strafbare feiten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3976
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Politiegegevens
  • uitspraakin de zaak202406132/1/A3

202406437/1/V6

Bij besluit van 9 maart 2023 (hierna: het besluit) heeft de minister van Buitenlandse Zaken een verzoek van appellanten om op enige wijze hun overkomst naar Nederland te faciliteren, afgewezen. [appellant] heeft de Afghaanse nationaliteit en verblijft in Afghanistan. Op 2 november 2022 heeft hij verzocht om hem en zijn gezin naar Nederland over te brengen. [appellant] stelt dat hij tussen 1 januari 2008 en 30 december 2009 heeft gewerkt als ‘site safety manager’ voor Rasheed Millat Construction Company. De Nederlandse overheid heeft RMCC in 2008 ingehuurd om betonnen muren te bouwen in Kamp Holland, bij Tarin Kowt, en Camp Hadrian, bij Deh Rawod.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4000
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202406437/1/V6

202407124/1/A3

Bij uitspraak van 13 november 2024 in zaak nr. 202401694/1/A3 (ECLI:NL:RVS:2024:4594) heeft de Afdeling het hoger beroep van [verzoeker] tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 15 maart 2024 in zaken nrs. 23/1926 en 23/2936 gegrond verklaard, die uitspraak vernietigd en de beroepen in die zaken ongegrond verklaard. [verzoeker] heeft de Afdeling verzocht die uitspraak te herzien. Als feit of omstandigheid, bedoeld in artikel 8:119, eerste lid, van de Awb, voert [verzoeker] aan dat de voorzitter van de meervoudige kamer van de rechtbank Den Haag in de uitspraak van de rechtbank van 15 maart 2024 heeft gelogen over het aantal door [verzoeker] bij de rechtbank aangespannen procedures dan wel dat de voorzitter het juiste aantal procedures niet kende. Verder voert [verzoeker] als feit of omstandigheid, bedoeld in artikel 8:119, eerste lid, van de Awb, aan dat er in een aantal beroepsprocedures van hem bij de rechtbank Den Haag onbevoegd procesbeslissingen zijn genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4006
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Herziening
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202407124/1/A3

202407125/1/A3

Bij uitspraak van 13 november 2024 in zaak nr. 202401698/1/A3 (ECLI:NL:RVS:2024:4595) heeft de Afdeling het hoger beroep van [verzoeker] tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 15 maart 2024 in zaak nr. 23/5312 gegrond verklaard, die uitspraak vernietigd, het beroep tegen het besluit van 25 juli 2023 ongegrond verklaard, het beroep tegen het besluit van 27 februari 2024 ongegrond verklaard en het beroep tegen het besluit van 19 juli 2024 naar de Nationale ombudsman (hierna: de ombudsman) verwezen om door hem als bezwaar te worden behandeld. [verzoeker] heeft de Afdeling verzocht die uitspraak te herzien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4007
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Herziening
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202407125/1/A3

202407477/1/A2

Bij afzonderlijke besluiten van 7 juli 2023 en 4 augustus 2023 heeft de Dienst Toeslagen de zorg- en huurtoeslag van [appellant] over het jaar 2022 definitief vastgesteld op nihil. [appellant] heeft voor het jaar 2022 voorschotten zorg- en huurtoeslag ontvangen. Op 24 mei 2023 heeft de Dienst Toeslagen een melding gekregen uit de Basisregistratie inkomen dat het inkomensgegeven van [appellant] over het jaar 2022 € 34.652,00 is. Dat bedrag is hoger dan het geschatte jaarinkomen, doordat [appellant] in december 2022 een ontslagvergoeding van € 5.000,00 heeft gekregen en een hoger salaris bij zijn nieuwe werkgever. Bij afzonderlijke besluiten van 7 juli 2023 en 4 augustus 2023, gehandhaafd bij het besluit van 10 november 2023, heeft de Dienst Toeslagen de zorg- en huurtoeslag van [appellant] over 2022 herzien en op nihil vastgesteld, omdat het toetsingsinkomen door de inkomensstijging hoger uitviel dan het maximale inkomen dat voor 2022 aanspraak gaf op zorg- en huurtoeslag. De dienst heeft de te veel betaalde zorg- en huurtoeslag van [appellant] teruggevorderd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3975
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202407477/1/A2

202407523/1/A3

Bij besluit van 23 november 2021 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de aanwijzing van de Nederlandse Asbest Autoriteit als certificerende instelling voorwaardelijk ingetrokken. De Nederlandse Asbest Autoriteit heeft een accreditatie en is aangewezen als een certificerende instelling. In die hoedanigheid beoordeelt zij als onafhankelijke partij of een certificaathouder bij asbestwerkzaamheden voldoet aan de certificatie-eisen. De aanwijzing ten tijde van belang was geldig tot 1 februari 2022. Begin 2021 heeft de Nederlandse Arbeidsinspectie (hierna: de Arbeidsinspectie) meerdere signalen ontvangen die de onafhankelijkheid van de Nederlandse Asbest Autoriteit in twijfel trokken. Naar aanleiding hiervan is de Arbeidsinspectie een onderzoek gestart naar de naleving van wet- en regelgeving door de Nederlandse Asbest Autoriteit. In dat kader heeft ook de Raad voor Accreditatie (hierna: de RvA) een onderzoek uitgevoerd. Anders dan de RvA is de Arbeidsinspectie tot de conclusie gekomen dat de Nederlandse Asbest Autoriteit onvoldoende onafhankelijk is en daarmee niet voldoet aan de vereisten van artikel 1.5b van het Arbeidsomstandighedenbesluit.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3984
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202407523/1/A3

202500276/1/A2

Bij afzonderlijke besluiten van 7 oktober 2022 heeft de Dienst Toeslagen het kindgebonden budget voor [appellante] over 2017, 2018 en 2019 definitief vastgesteld op respectievelijk € 551,00, nihil en nihil. Daarnaast heeft de Dienst Toeslagen respectievelijk € 1.094,00, € 1.543,00 en € 860,00 aan te veel uitbetaalde kindgebonden budget van [appellante] teruggevorderd. [appellante] is tot [datum] 2017 gehuwd geweest met [persoon] (hierna: ex-partner). Uit dit huwelijk zijn twee kinderen geboren. [appellante] en de twee kinderen wonen vanaf 7 februari 2017 samen met [gemachtigde]. De Dienst Toeslagen heeft [gemachtigde] per 7 februari 2017 aangemerkt als toeslagpartner van [appellante]. De besluiten van 7 oktober 2022, het besluit van 21 oktober 2022, het besluit van 9 juni 2023 en het besluit van 7 augustus 2023 zijn daarom, anders dan de daaraan voorafgaande voorschotbeschikkingen, gebaseerd op het gezamenlijke inkomen van [appellante] en [gemachtigde]. Volgens [appellante] had de Dienst Toeslagen [gemachtigde] niet mogen aanmerken als haar toeslagpartner.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3978
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202500276/1/A2

202500743/1/R1

Bij besluit van 19 november 2024 heeft de raad het bestemmingsplan "Gutjesweg" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben [appellant] en anderen beroep ingesteld. De raad heeft een verweerschrift ingediend. Stichting Wonen Limburg heeft een schriftelijke uiteenzetting ingediend. De Afdeling heeft de zaak op zitting behandeld op 11 augustus 2025, waar [appellant] en anderen, vertegenwoordigd door mr. L. Bukkems, rechtsbijstanderlener te Leusden, en de raad, vertegenwoordigd door ir. ing. M.W.H. Hartjes, via een videoverbinding zijn verschenen. Voorts is op zitting via een videoverbinding Wonen Limburg, vertegenwoordigd door [partij A] en [partij B], als partij gehoord.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3997
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202500743/1/R1

202500776/1/A2

Bij besluit van 2 mei 2023 heeft de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven een aanvraag van [appellante] om een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven afgewezen. [appellante] is in 2009 slachtoffer geworden van een mishandeling waarbij zij is gewurgd. Bij het besluit op bezwaar heeft de CSG haar een uitkering van € 5.000,00 toegekend uit letselcategorie 3 van de Letsellijst Schadefonds Geweldsmisdrijven van 1 november 2022. In beroep heeft [appellante] betoogd dat letselcategorie 4 meer passend is. De rechtbank heeft haar beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3974
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202500776/1/A2

202501175/1/R4

Bij besluit van 13 november 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam zijn beslissing om op 2 november 2024 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Rotterdam 2009 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een platgemaakte doos, die op 2 november 2024 is aangetroffen naast een ondergrondse papiercontainer ter hoogte van het Mathenesserplein 76 in Rotterdam. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat haar naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellante] betwist niet dat de doos van haar afkomstig is, maar voert aan dat zij niet degene is geweest die de doos naast de ondergrondse papiercontainer heeft gezet. Zij stelt dat in de doos producten zaten die zij had besteld bij winkelketen Kruidvat en dat zij deze bestelling heeft opgehaald bij de winkel van Kruidvat aan het Mathenesserplein 81.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3973
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202501175/1/R4

202502366/1/R4

Bij besluit van 30 januari 2025 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 15 januari 2025 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld.De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 15 januari 2025 is aangetroffen naast de ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Lippe-Biesterfeldweg 70 in Den Haag. Op de doos is een adreslabel aangetroffen met daarop de adresgegevens van [appellante] en de naam van haar minderjarige thuiswonende zoon. Het college heeft toegelicht dat, gezien deze gegevens op het adreslabel, de doos tot de zoon was te herleiden. Daarom dient [appellante] volgens het college te worden aangemerkt als overtreder. [appellante] betwist niet dat zij ervoor verantwoordelijk kan worden gehouden dat haar minderjarige zoon de doos naast de ORAC heeft gezet. Zij meent echter dat het daarvoor bij haar in rekening gebrachte bedrag van € 199,57 niet voor haar rekening zou moeten komen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3996
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202502366/1/R4

202502603/1/R4

Bij besluit van 9 februari 2025 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 28 januari 2025 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 28 januari 2025 is aangetroffen naast een ondergrondse papiercontainer ter hoogte van de Paviljoensgracht 139 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellant] betwist niet dat de doos van hem afkomstig is, maar stelt dat hij de doos niet naast de ondergrondse papiercontainer heeft gezet. Dat zijn naam en adres op het adreslabel stonden, is volgens hem geen overtuigend bewijs dat hij de doos zelf naast de papiercontainer heeft gezet. Hij vermoedt dat de doos eruit is gehaald door derden, is verplaatst of dat de doos is weggewaaid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3995
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202502603/1/R4

202503265/1/R4

Bij besluit van 4 maart 2025 heeft het college zijn beslissing om op 19 februari 2025 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Rotterdam 2009 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 19 februari 2025 is aangetroffen in de vulopening van de ondergrondse container ter hoogte van de Apollostraat 221h in Rotterdam. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat op de doos een adreslabel zat waar zijn naam en adres op stonden. [appellant] betwist niet dat de doos van hem afkomstig is, maar stelt dat hij niet degene is geweest die hem naast de container heeft gezet. Dat zijn naam en adres op het adreslabel stonden, is volgens hem daarvoor onvoldoende bewijs. Verder wijst hij erop dat de container regelmatig overvol is. Dat de voorzieningen ontoereikend zijn hoort volgens hem niet tot zijn risico te komen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3994
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202503265/1/R4

202503713/1/A2

Bij beslissing van 28 maart 2025 heeft de examencommissie Moleculaire Wetenschappen van de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica, voor zover hier van belang, de verzoeken van [appellant] om hem met terugwerkende kracht per 9 februari 2024 het masterdiploma van de opleiding Molecular Chemistry toe te kennen en hem daarnaast een vrijstelling te verlenen voor de masterstage bij TNO van 30 ECTS, afgewezen. [appellant] volgt de tweejarige masteropleiding Molecular Chemistry aan de Radboud Universiteit. De master bestaat in totaal uit 120 ECTS, waarvan [appellant] inmiddels 108 ECTS heeft behaald. [appellant] heeft 4 vakken van ieder 3 ECTS nog niet behaald. Aan de beslissing van 28 maart 2025 heeft de examencommissie ten grondslag gelegd dat [appellant] nog niet alle onderdelen van de opleiding Molecular Chemistry met goed gevolg heeft afgelegd. Hij voldoet daarom niet aan de eindtermen van de master, ook niet als zijn eerder opgedane ervaringen bij stages worden meegenomen. Omdat [appellant] de masterstage bij TNO al met succes heeft afgerond, is vrijstelling hiervan niet aan de orde.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3993
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202503713/1/A2

202503763/1/A2

Bij beslissing van 27 februari 2025 heeft de Commissie Profileringsfonds HAN, namens het CvB, de aanvraag van [appellante] om financiële ondersteuning uit het Profileringsfonds afgewezen. Bij beslissing van 18 juni 2025 heeft het CvB het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Tegen deze beslissing heeft [appellante] beroep ingesteld. [appellante] volgt sinds 1 september 2022 de bacheloropleiding Commerciële Economie Duaal aan HAN University of Applied Sciences. Op 27 oktober 2023 is zij slachtoffer geworden van een verkeersongeluk. De impact van het verkeersongeluk in combinatie met de verschillende juridische procedures tegen haar voormalige werkgever en de onderwijsinstelling heeft er volgens [appellante] toe geleid dat zij niet in staat was om haar opleiding voort te zetten. Zij heeft zich daarom op 10 december 2023 uitgeschreven. Op 15 januari 2025 heeft zij een aanvraag voor financiële ondersteuning uit het Profileringsfonds ter hoogte van € 600,00 per maand ingediend ter compensatie van de door haar opgelopen studievertraging. [appellante] heeft zich per 1 september 2025 weer ingeschreven voor de deeltijdvariant van de opleiding.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3960
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202503763/1/A2

202503811/1/A2

Bij besluit van 22 mei 2025 heeft de raad van de gemeente Almere vastgesteld dat [appellant] niet voldoet aan het vereiste voor het lidmaatschap van de raad, zoals vermeld in artikel 10, eerste lid, van de Gemeentewet, dat hij ingezetene van de gemeente Almere is. [appellant] is sinds 2010 lid van de raad van Almere. Na de gemeenteraadsverkiezingen in 2022, is hij op 24 maart 2022 opnieuw toegelaten als lid van de raad. Voor het lidmaatschap van de raad is op grond van artikel 10, eerste lid, van de Gemeentewet vereist dat iemand ingezetene van de gemeente is, de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en niet is uitgesloten van het kiesrecht. Bij het onderzoek van de geloofsbrief is nagegaan of [appellant] aan de vereisten van het lidmaatschap voldeed. De toets aan de eis van het ingezetenschap van de gemeente heeft plaatsgevonden op basis van een uittreksel uit de basisregistratie personen. Omdat de burgemeester van Almere signalen had ontvangen dat [appellant] niet meer in Almere woont, heeft hij op 25 april 2025, in zijn hoedanigheid van voorzitter van de raad, een gesprek met [appellant] gehad. Volgens het daarvan gemaakte verslag heeft [appellant] tijdens dit gesprek te kennen gegeven dat, hoewel hij in de basisregistratie personen is ingeschreven op het adres van zijn dochter, hij sinds 9 april 2025 niet meer in Almere woont, maar wel contact heeft met een makelaar over de huur van een appartement in Almere dat voldoet aan zijn zoekcriteria.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3959
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202503811/1/A2

202504242/1/A2

Bij beslissing van 24 maart 2025 heeft de Raad van Bestuur van het ROC Amsterdam-Flevoland het verzoek van [appellant] om toegelaten te worden tot de beroepsopleidende leerweg gespecialiseerd pedagogisch medewerker niveau 4 van het MBO College Hilversum afgewezen. [appellant] heeft tussen 15 januari 2024 en 1 maart 2025 ingeschreven gestaan bij het MBO College West voor de BOL-opleiding. Het MBO College West is een onderdeel van het ROC Amsterdam-Flevoland. Bij beslissing van 28 februari 2025 heeft de Raad van Bestuur [appellant] verwijderd van deze opleiding na een geweldsincident op de campus. In deze beslissing heeft de Raad van Bestuur de mogelijkheid opengehouden dat [appellant] zich bij een andere mbo-instelling van het ROC voor dezelfde opleiding kan inschrijven. Bij uitspraak van 30 juli 2025 (ECLI:NL:RVS:2025:3575) heeft de Afdeling het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3904
Datum uitspraak
20 augustus 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202504242/1/A2

202405254/1/V2

Bij besluit van 19 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw niet-ontvankelijk verklaard en hem opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3933
Datum uitspraak
19 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202405254/1/V2

202500141/1/V3

Bij besluit van 11 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3922
Datum uitspraak
19 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500141/1/V3

202504122/2/V3

Bij besluit van 5 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3932
Datum uitspraak
19 augustus 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202504122/2/V3

BRS.25.000337

Bij besluit van 11 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3903
Datum uitspraak
19 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000337

BRS.25.000981

Bij besluit van 19 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3918
Datum uitspraak
19 augustus 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000981

BRS.25.001006

Bij besluit van 8 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3916
Datum uitspraak
19 augustus 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001006

BRS.25.001012

Bij besluit van 28 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3917
Datum uitspraak
19 augustus 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001012

202407502/1/V3

Bij besluit van 19 augustus 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3925
Datum uitspraak
18 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407502/1/V3

202407558/1/V3

Bij brief van 15 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in kennis gesteld van haar besluit om de overdrachtstermijn met twaalf maanden te verlengen (hierna: het verlengingsbesluit).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3924
Datum uitspraak
18 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202407558/1/V3

202502009/2/R1

Bij besluit van 24 januari 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas een omgevingsvergunning op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder a en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht verleend voor een gebouw ten behoeve van de huisvesting van arbeidsmigranten. De Reulsberg B.V. is eigenaar van een camping op het perceel Venloseweg 110 te Horst aan de Maas. De gronden van de camping hebben op grond van het bestemmingsplan "Camping Venloseweg 110, Horst" de bestemming "Recreatie". Op het perceel worden in een bestaand legaal logiesgebouw 42 arbeidsmigranten gehuisvest. Bij besluit van 13 juli 2017 is aan de rechtsvoorganger van De Reulsberg B.V. een vergunning verleend voor het realiseren van een tweede gebouw op het perceel voor het huisvesten van 28 arbeidsmigranten. Dit gebouw is niet gerealiseerd. De Reulsberg B.V. heeft de nu aan de orde zijnde aanvraag ingediend omdat zij meer arbeidsmigranten wil huisvesten in een groter gebouw dan in 2017 vergund.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3919
Datum uitspraak
18 augustus 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202502009/2/R1

202503431/1/V1

Bij besluit van 7 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3923
Datum uitspraak
18 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503431/1/V1

202503677/1/V3

Bij besluit van 22 januari 2025 heeft de minister appellant in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 20 juni 2025 heeft de rechtbank het tegen het voortduren van de maatregel door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. J. van Bennekom, advocaat in Amsterdam, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3911
Datum uitspraak
18 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202503677/1/V3
vorige pagina12345...1.208volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon