Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.941
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202204091/1/V1

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:39
Datum uitspraak
6 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204091/1/V1

202205571/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:41
Datum uitspraak
6 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205571/1/V3

202205653/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:43
Datum uitspraak
6 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205653/1/V3

202205655/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:44
Datum uitspraak
6 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205655/1/V3

202206336/2/V3

Bij besluit van 26 september 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:46
Datum uitspraak
6 januari 2023
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206336/2/V3

202206650/1/V3

Bij besluit van 18 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:48
Datum uitspraak
6 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202206650/1/V3

202206981/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluit van 29 augustus 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van de vreemdeling ingewilligd, zonder daarbij vast te stellen dat hij aan de vreemdeling een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:45
Datum uitspraak
6 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206981/1/V3

202207019/1/R4

Bij besluit van 7 december 2022 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat op grond van de EVOA bezwaar gemaakt tegen de overbrenging van afvalstoffen als vermeld in kennisgevingsdocument nr. BE002000416 vanuit België naar Nederland. Bruxelles-Energie verwerkt per jaar ongeveer 490.000 ton huisvuil uit Brussel en omgeving in haar afvalenergiecentrale. De daarmee opgewekte energie wordt, via onder meer een warmtenetwerk, geleverd aan huishoudens in Brussel. Bodemassen zijn het residu van de verbranding van dit huisvuil. Volgens de kennisgeving wil Bruxelles-Energie van 1 november 2022 tot en met 31 oktober 2023 in totaal 90.000 ton bodemassen met Bazelcode Y47 en Euralcode 19 01 12 overbrengen naar de inrichting van Heros in Sluiskil om te worden verwerkt voor nuttige toepassing. Bij de kennisgeving zit een analyserapport waaruit blijkt dat de bodemassen PFAS bevatten. De hoofdactiviteit van Heros is het winnen van secundaire grondstoffen uit bodemassen die afkomstig zijn van afvalenergiecentrales uit Nederland, België, Duitsland en Frankrijk. Heros beschikt over een omgevingsvergunning voor die activiteit. Op grond van deze vergunning verwerkt Heros per jaar ongeveer één miljoen ton bodemassen in haar inrichting in Sluiskil.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:47
Datum uitspraak
6 januari 2023
  • Voorlopige voorziening
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202207019/1/R4

202207160/2/V3

Bij besluit van 2 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:54
Datum uitspraak
6 januari 2023
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202207160/2/V3

202207371/2/V3

Bij besluit van 15 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:55
Datum uitspraak
6 januari 2023
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202207371/2/V3

202207377/1/V3

Bij besluit van 17 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:38
Datum uitspraak
6 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202207377/1/V3

202201771/4/A3

Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 3 januari 2023, heeft [verzoeker] verzocht om wraking van mr. C.H.M. van Altena (hierna: de staatsraad) als voorzitter van de meervoudige kamer belast met de behandeling van zaak nr. 202201771/3/A3.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:40
Datum uitspraak
6 januari 2023
  • Wraking
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202201771/4/A3

202103606/1/V1

Bij besluit van 6 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en tegen haar een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:27
Datum uitspraak
5 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202103606/1/V1

202104052/1/V2

Bij besluit van 11 september 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:28
Datum uitspraak
5 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202104052/1/V2

202105745/1/V1

Bij besluit van 30 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:16
Datum uitspraak
5 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105745/1/V1

202202010/1/V2

Bij besluit van 19 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:30
Datum uitspraak
5 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202010/1/V2

202203751/1/V2

Bij besluit van 11 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:31
Datum uitspraak
5 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203751/1/V2

202206458/1/R4 en 202206458/2/R4

Bij besluit van 17 maart 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zevenaar aan [verzoeker] een last onder dwangsom opgelegd om de overtreding van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c en artikel 2.3a, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo) binnen drie maanden ongedaan te maken en dit zo te houden. [verzoeker] is eigenaar van het perceel [locatie 1] in Zevenaar. Langs de westzijde van zijn perceel ligt een groenstrook. De groenstrook is eigendom van de gemeente. [verzoeker] heeft de gemeente gevraagd of hij de groenstrook mag aankopen. De gemeente heeft dat verzoek afgewezen. Aan de last onder dwangsom heeft het college ten grondslag gelegd dat de bouwwerken op de groenstrook in strijd zijn met het bestemmingsplan en dat geen omgevingsvergunning is verleend voor de bouwwerken. Bij het besluit op bezwaar heeft het college de last, conform het advies van de Adviescommissie voor bezwaarschriften Zevenaar, in stand gelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:26
Datum uitspraak
5 januari 2023
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202206458/1/R4 en 202206458/2/R4

202206916/2/V2

Bij besluit van 4 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:32
Datum uitspraak
5 januari 2023
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206916/2/V2

202207017/1/V3 en 202207017/2/V3

Bij besluit van 16 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:29
Datum uitspraak
5 januari 2023
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202207017/1/V3 en 202207017/2/V3

202207388/2/V3

Bij besluit van 7 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:33
Datum uitspraak
5 januari 2023
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202207388/2/V3

202207496/2/V1

Bij besluit van 10 november 2022 (hierna: het besluit) heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, ingewilligd. Daarbij heeft de staatssecretaris bepaald dat de vreemdelingen vanaf 13 april 2023, of zoveel eerder als referent geschikte huisvesting heeft, een afspraak kunnen maken om een mvv-sticker aan te vragen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:35
Datum uitspraak
5 januari 2023
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202207496/2/V1

202206789/1/V3

Bij besluit van 28 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:17
Datum uitspraak
4 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202206789/1/V3

202206882/1/V3

Bij besluiten van 5 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een inreisverbod tegen de vreemdeling uitgevaardigd en hem in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:18
Datum uitspraak
4 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202206882/1/V3

202207016/1/V3 en 202207016/2/V3

Bij besluiten van 27 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:42
Datum uitspraak
4 januari 2023
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202207016/1/V3 en 202207016/2/V3

202207131/2/V2

Bij besluit van 3 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:19
Datum uitspraak
4 januari 2023
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202207131/2/V2

202207254/2/V3

Bij besluit van 4 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:34
Datum uitspraak
4 januari 2023
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202207254/2/V3

202207311/1/V3 en 202207311/2/V3

Bij besluiten van 3 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:20
Datum uitspraak
4 januari 2023
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202207311/1/V3 en 202207311/2/V3

202103528/2/R4

Ten aanzien van zaak nr. 202103528/1/R4, die op 10 januari 2023 op zitting zal worden behandeld, heeft mr. H.C.P. Venema (hierna: de staatsraad), als voorzitter van de meervoudige kamer belast met de behandeling van deze zaak, op 3 januari 2023 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:14
Datum uitspraak
4 januari 2023
  • Verschoning
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202103528/2/R4

202103647/2/R4

Ten aanzien van zaak nr. 202103647/1/R4, die op 10 januari 2023 op zitting zal worden behandeld, heeft mr. H.C.P. Venema (hierna: de staatsraad), als voorzitter van de meervoudige kamer belast met de behandeling van deze zaak, op 3 januari 2023 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:15
Datum uitspraak
4 januari 2023
  • Verschoning
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202103647/2/R4

202104057/1/A3

Bij uitspraak van 31 mei 2021 heeft de rechtbank het door [appellante] tegen het niet tijdig beslissen door de minister van Defensie ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard. [appellante] heeft de opleiding 'Veiligheid & Vakmanschap' gevolgd aan het ROC van Amsterdam. Zij heeft stage gelopen op de Bernhardkazerne in Amersfoort. Na enkele weken is haar de toegang tot de kazerne ontzegd. Naar aanleiding van deze gebeurtenis heeft [appellante] op 29 januari 2015 een klacht ingediend bij de minister. Met een ‘Formulier dwangsom bij niet tijdig beslissen’ van 28 september 2020 heeft [appellante] de minister te kennen gegeven dat de termijn voor het beslissen op een bezwaarschrift van 11 mei 2015 tegen "OTCMan advies inzake klacht BS2015003082" is verstreken. In reactie hierop heeft de minister bij brief van 13 november 2020 aan [appellante] meegedeeld dat een bezwaarschrift van 11 mei 2015 hem niet bekend is. Het door [appellante] genoemde referentienummer ziet op een brief over de afhandeling van klachten die in 2015 zijn ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:22
Datum uitspraak
4 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Dwangsom en beroep
  • uitspraakin de zaak202104057/1/A3

202105895/1/R2

Op 22 juni 2020 is aan [appellant] van rechtswege een omgevingsvergunning verleend voor het legaliseren van kamerverhuur in een woning aan de [locatie] in Eindhoven. [appellant] is eigenaar van de woning aan de [locatie] in Eindhoven. Hij heeft de woning verbouwd om deze te kunnen gebruiken voor kamerverhuur. Dat gebruik is echter in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Centraal Woensel 2007". Op 14 maart 2019 heeft [appellant] daarom een aanvraag ingediend om hem een omgevingsvergunning te verlenen voor het legaliseren van de illegale kamerverhuur. De omgevingsvergunning is van rechtswege verleend met toepassing van artikel 3.9, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, gelezen in verbinding met artikel 4:20b van de Awb, omdat niet tijdig op de aanvraag is beslist. Daartegen heeft [gemachtigde], die in de omgeving van het woongebouw woont, mede namens een aantal andere omwonenden bezwaar gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:24
Datum uitspraak
4 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202105895/1/R2

202105982/1/A3

Bij besluit van 8 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dordrecht de aanvraag van [appellant] voor een urgentieverklaring afgewezen. [appellant] heeft een lange tijd problemen gehad met zijn buren. Zijn huurovereenkomst is door de kantonrechter Rotterdam vanwege deze problemen op vordering van woningcorporatie Trivire bij eindvonnis van 4 augustus 2016 wegens wanprestatie van [appellant] ontbonden. In dat eindvonnis heeft de kantonrechter [appellant] ook veroordeeld tot ontruiming, op een termijn van 30 dagen na betekening. [appellant] heeft daarop in kort geding een verbod tot tenuitvoerlegging van het vonnis van de kantonrechter gevorderd. Die vordering is door de voorzieningenrechter bij de rechtbank Rotterdam bij vonnis van 11 april 2017 toegewezen, totdat op het door [appellant] ingestelde hoger beroep is beslist. Vanwege het risico op dakloosheid na de ontruiming van zijn woning heeft [appellant] hangende dit hoger beroep een aanvraag ingediend voor een urgentieverklaring in verband met psychische/sociale problemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:25
Datum uitspraak
4 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202105982/1/A3

202105999/1/A3

Bij besluit van 15 juli 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen een verzoek van [appellant] om informatie en een verzoek om toekenning van een dwangsom wegens het niet tijdig nemen van een besluit op het verzoek afgewezen. Bij uitspraak van 12 augustus 2021 heeft de rechtbank het door [appellant] tegen het niet tijdig nemen van een besluit op het verzoek om informatie ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard. [appellant] heeft het college op grond van de Wet openbaarheid van bestuur verzocht om inzage in de formulieren die hij heeft ingediend bij aanmelding voor een proef met de bijstand. De rechtbank heeft het beroep van [appellant] tegen het niet tijdig nemen van een besluit op het verzoek niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank is tot dit oordeel gekomen omdat het college op 15 juli 2021 alsnog een besluit heeft genomen. Niet is gebleken van enig overblijvend belang bij beoordeling van het beroep. De rechtbank heeft het van rechtswege ontstane beroep tegen het besluit van 15 juli 2021 ter behandeling als bezwaar naar het college verwezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:21
Datum uitspraak
4 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202105999/1/A3

202200059/1/R1

Bij besluit van 23 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zeist onder meer de locatie ter hoogte van de 2e Hoge Weg 81 (locatie AW 83) in Zeist aangewezen voor het plaatsen van ondergrondse afvalcontainers. De VvE en [appellant sub 2] en anderen zijn omwonenden en kunnen zich niet verenigen met de aanwijzing van deze locatie. De VvE voert aan dat niet inzichtelijk is welke uitgangspunten het college heeft gehanteerd bij de keuze voor de voorliggende locatie. Naar het college stelt gelden er ongeveer 75 beoordelingscriteria, maar volgens de VvE is onduidelijk welke criteria bij de voorliggende locatie van toepassing zijn verklaard. Ook is onbekend gebleven of bepaalde beoordelingscriteria zwaarder wegen dan andere criteria, aldus de VvE.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:23
Datum uitspraak
4 januari 2023
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202200059/1/R1

202104121/1/V2

Bij besluit van 15 mei 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:4
Datum uitspraak
3 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202104121/1/V2

202204188/1/V1

De vreemdelingen hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van besluiten op de aanvragen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij uitspraak van 17 juni 2022 heeft de rechtbank die beroepen gegrond verklaard, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid opgedragen uiterlijk 7 juli 2022 besluiten op de aanvragen te nemen en bepaald dat de staatssecretaris aan de vreemdelingen een dwangsom van € 100,00 verbeurt voor elke dag waarmee hij die termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500,00.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:13
Datum uitspraak
3 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204188/1/V1

202205179/2/R2

Bij besluit van 11 juli 2022 heeft de raad van de gemeente Geldrop-Mierlo het bestemmingsplan "[locatie 1] Geldrop" vastgesteld. Het plan maakt het mogelijk aan de [locatie 1] in Geldrop een nieuw woongebouw met 40 appartementen in 4 bouwlagen en een parkeerkelder te realiseren. De initiatiefnemer heeft het voornemen het bestaande, leegstaande, bedrijfsverzamelgebouw daarvoor te slopen. [verzoekster] woont aan de [locatie 2] in Geldrop, naast het plangebied. Zij vreest dat realisering van het plan leidt tot parkeer- en verkeeroverlast. Verder vreest zij voor schaduwwerking op de zonnepanelen van haar woning en voor geluidsoverlast door de warmtepompen op het voorziene woongebouw. [verzoekster] heeft de voorzieningenrechter verzocht het plan te schorsen totdat op haar beroep tegen het besluit van 11 juli 2022 is beslist. Hiermee wil zij voorkomen dat door de uitvoering van het besluit een onomkeerbare situatie ontstaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:2
Datum uitspraak
3 januari 2023
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202205179/2/R2

202205426/2/V1

Bij uitspraak van 17 augustus 2022 heeft de rechtbank bepaald dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid binnen acht weken na de dag van verzending van de uitspraak met in achtneming daarvan een nieuw besluit neemt op het door de vreemdeling gemaakte bezwaar tegen de afwijzing van zijn aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning regulier onder de beperking niet-tijdelijke humanitaire gronden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:10
Datum uitspraak
3 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202205426/2/V1

202205741/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluit van 3 augustus 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van de vreemdeling ingewilligd, zonder daarbij vast te stellen dat hij aan de vreemdeling een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:6
Datum uitspraak
3 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205741/1/V3

202205833/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluit van 19 mei 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van de vreemdeling ingewilligd, zonder daarbij vast te stellen dat hij aan de vreemdeling een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:8
Datum uitspraak
3 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205833/1/V3

202205837/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluit van 13 juli 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van de vreemdeling ingewilligd, zonder daarbij vast te stellen dat hij aan de vreemdeling een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:7
Datum uitspraak
3 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205837/1/V3

202205963/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluit van 4 mei 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van de vreemdeling ingewilligd, zonder daarbij vast te stellen dat hij aan de vreemdeling een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:12
Datum uitspraak
3 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205963/1/V3

202206239/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluit van 29 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van de vreemdeling ingewilligd, zonder daarbij vast te stellen dat hij aan de vreemdeling een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:9
Datum uitspraak
3 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206239/1/V3

202206241/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluit van 28 juli 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van de vreemdeling ingewilligd, zonder daarbij vast te stellen dat hij aan de vreemdeling een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:11
Datum uitspraak
3 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206241/1/V3

202206407/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluit van 12 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van de vreemdeling ingewilligd, zonder daarbij vast te stellen dat hij aan de vreemdeling een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:5
Datum uitspraak
3 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206407/1/V3

202206050/2/R1

Bij besluit van 30 augustus 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Goes het wijzigingsplan "'s-Heer Hendrikskinderendijk 149 Goes" vastgesteld. [partij] exploiteert een melkveehouderijbedrijf met akkerbouwactiviteiten op het perceel ’s-Heer Hendrikskinderendijk 149, dat buiten de bebouwde kom aan de noordzijde van het dorp ’s-Heer Hendrikskinderen ligt. [partij] wil een nieuwe melkrundveestal op het perceel bouwen om het aantal melkkoeien te kunnen vergroten van 150 naar 200 en het aantal stuks jongvee van 70 naar 130. Bij besluit van 9 september 2021 heeft het college van gedeputeerde staten van Zeeland aan [partij] een vergunning verleend op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming voor het bouwen van de nieuwe melkstal en het uitbreiden in dierenaantallen op zijn perceel. Het college van gedeputeerde staten heeft geconcludeerd dat vanwege het project geen sprake is van significante negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:1
Datum uitspraak
2 januari 2023
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202206050/2/R1

202206117/1/V1

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:3
Datum uitspraak
2 januari 2023
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206117/1/V1

202206911/2/V3

Bij besluit van 24 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:4008
Datum uitspraak
30 december 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202206911/2/V3

202105960/1/V3

Bij besluiten van 9 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Ook heeft hij geweigerd de vreemdelingen ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen en geweigerd ambtshalve krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat uitzetting van de vreemdelingen achterwege blijft. De staatssecretaris heeft in de besluiten vermeld dat deze nog niet gelden als terugkeerbesluit, omdat eerst moet worden onderzocht of voor de vreemdelingen adequate opvang in het land van terugkeer aanwezig is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3965
Datum uitspraak
29 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105960/1/V3

202206748/1/V3

Bij besluit van 2 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:4002
Datum uitspraak
29 december 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202206748/1/V3

202206939/2/R2

In de uitspraak van 1 december 2022 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg het beroep van [verzoeker] tegen de last onder dwangsom die het college van burgemeester en wethouders van Bergen aan [verzoeker] heeft opgelegd in het besluit van 5 juli 2022 ongegrond verklaard. In de uitspraak van 1 december 2022 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg het beroep van [verzoeker] tegen de last onder dwangsom die het college aan [verzoeker] heeft opgelegd in het besluit van 5 juli 2022 ongegrond verklaard. Dit besluit was genomen vanwege het rooien van een houtwal op het perceel, kadastraal bekend als gemeente Bergen (L), sectie P, nummer 44. Het college heeft [verzoeker] gelast om over een aaneengesloten strook van 70 meter binnen het gebied met een lengte van 120 meter waar de kapwerkzaamheden hebben plaatsgevonden 6 stuks bomen en 58 stuks struiken te planten. [verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:4009
Datum uitspraak
29 december 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202206939/2/R2

202207360/3/V1

Bij besluit van 18 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, ingewilligd. Daarbij heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat de vreemdelingen vanaf 18 april 2023 een afspraak kunnen maken bij de Nederlandse ambassade (de Afdeling leest: het consulaat) te Istanbul om een mvv-sticker aan te vragen. Bij uitspraak van 23 december 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdelingen ingestelde beroep gegrond verklaard en het besluit vernietigd voor zover daarin is bepaald dat de vreemdelingen pas vanaf 18 april 2023 een afspraak kunnen maken om een mvv-sticker aan te vragen. Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:4004
Datum uitspraak
29 december 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202207360/3/V1
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202207360/3/V1

202207400/2/V1

Bij besluit van 10 november 2022 (hierna: het besluit) heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, ingewilligd. Daarbij heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat de vreemdelingen vanaf 11 mei 2023, of zoveel eerder als referent geschikte huisvesting heeft, een afspraak kunnen maken om een mvv-sticker aan te vragen. Bij uitspraak van 22 december 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdelingen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit vernietigd voor zover daarin is bepaald dat de vreemdelingen pas vanaf 11 mei 2023, of zoveel eerder als referent geschikte huisvesting heeft, een afspraak kunnen maken om een mvv-sticker aan te vragen en de staatssecretaris opgedragen om binnen een week de Nederlandse ambassade te Nur-Sultan (de Afdeling leest: Astana) te machtigen om de vreemdelingen de mvv-sticker meteen te geven. Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:4003
Datum uitspraak
29 december 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202207400/2/V1
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202207400/2/V1

202206437/2/R1 en 202206437/1/R1

Het beroep richt zich tegen het besluit van 18 oktober 2022 waarbij het college van burgemeester en wethouders van Den Haag een plaatsingsplan voor de Waterbuurt (wijk 114) in het stadsdeel Leidschenveen-Ypenburg heeft vastgesteld. Daarbij is onder meer de locatie 114-01 in de Van der Woudendijk ter hoogte van het Derkswater nummer 1 aangewezen voor de plaatsing van twee ondergrondse restafvalcontainers. De laadkisten worden vanuit technisch oogpunt vervangen. Er is gekozen voor een inzamelsysteem dat aansluit bij de rest van de wijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:4006
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202206437/2/R1 en 202206437/1/R1

202206917/2/R1

Het verzoek richt zich tegen het besluit van 26 oktober 2022 waarbij het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn de locatie BB122 aan de Havikstraat ter hoogte van nummer 19 heeft aangewezen voor het plaatsen van ondergrondse containers voor glas, papier en PMD-afval (plastic, metalen verpakkingen en drankkarton). De ondergrondse containers komen naast de orac’s die al in de Havikstraat staan. Volgens het college hebben de ondergrondse containers een grotere capaciteit en zijn deze minder zichtbaar. Verder stelt het college dat de aangewezen locatie niet te dicht bij woningen ligt en dat geen kabels en leidingen in de ondergrond aanwezig zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:4007
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202206917/2/R1

202206957/2/R1 en 202206957/1/R1

Het beroep richt zich tegen het besluit van 18 oktober 2022 waarbij het college van burgemeester en wethouders van Den Haag het plaatsingsplan gewijzigde en aanvullende locaties voor ondergrondse restafvalcontainers (hierna: orac’s) voor de wijk Statenkwartier II (buurt 7) in het stadsdeel Scheveningen in Den Haag heeft vastgesteld. Daarbij is onder meer de locatie 07-70 in de Van Dorpstraat ter hoogte van nummer 68 aangewezen voor de plaatsing van twee orac’s.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:4005
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202206957/2/R1 en 202206957/1/R1

202207102/1/V3

Bij besluit van 23 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3959
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202207102/1/V3

202005094/1/A2

Bij besluit van 10 augustus 2020 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat een verzoek van het college om de gemeente Lansingerland een vergoeding toe te kennen voor de kosten van een door het college betaalde tegemoetkoming in planschade afgewezen. WTZi-Vastgoed PG B.V. heeft op 29 augustus 2008 de eigendom van het perceel aan de Bergweg-Zuid 90 te Bergschenhoek verworven. Op 5 juli 2012 heeft de gemeenteraad van Lansingerland ter uitvoering van het door de minister op grond van artikel 26 van de Luchtvaartwet genomen Aanwijzingsbesluit luchtvaartterrein Rotterdam Airport van 5 oktober 2010 (hierna: het Aanwijzingsbesluit), het bestemmingsplan Geluidszones Rotterdam The Hague Airport (hierna: het nieuwe bestemmingsplan) vastgesteld, waardoor het perceel vrijwel geheel binnen de bij het Aanwijzingsbesluit verruimde geluidcontour van 35 Kosteneenheden is komen te liggen en de mogelijkheid daarop een zorginstelling te realiseren is komen te vervallen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3997
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202005094/1/A2

202006153/1/R3

Bij besluit van 8 september 2020 heeft de raad van de gemeente Staphorst geweigerd het bestemmingsplan "Staphorst Dorp - Rouveen 2016, partiële herziening Ebbinge Wubbenlaan 12-14" vast te stellen. VechtHorst heeft verzocht om op haar percelen aan de Ebbinge Wubbenlaan 12 en 14 een complex met negen appartementen voor senioren te mogen bouwen. De percelen liggen aan de oostkant van de laan in het centrum van Staphorst. Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten om aan het verzoek mee te werken. Het heeft een ontwerpplan ter inzage gelegd dat de bouw van het complex mogelijk maakt en de raad voorgesteld om het bestemmingsplan vast te stellen. De raad heeft geweigerd het bestemmingsplan vast te stellen, omdat een maatschappelijk draagvlak ontbreekt, de stedenbouwkundige opzet afwijkt van de omgeving en er onvoldoende parkeerplaatsen op de percelen zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:4001
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202006153/1/R3

202006921/1/R2

Bij besluit van 10 november 2020 heeft de raad van de gemeente Horst aan de Maas het bestemmingsplan "Californië 2" gewijzigd vastgesteld. Het plan is gewijzigd vastgesteld bij besluit van 10 november 2020. Het plan voorziet in glastuinbouw, een bedrijventerrein en de huisvesting van arbeidsmigranten. Het plangebied heeft een oppervlakte van ongeveer 68 ha. De gronden met de bestemming "Agrarisch-Glastuinbouw" zijn onder meer bestemd voor glastuinbouwbedrijven met bijbehorende bedrijfsbebouwing en gietwateropslag en hebben een oppervlakte van ongeveer 40 ha. De goot- en bouwhoogte van kassen mag maximaal 8 meter, respectievelijk 12 meter bedragen. De goot- en bouwhoogte van andere bedrijfsgebouwen mag maximaal 10 meter, respectievelijk 12 meter bedragen. [appellant] en anderen wonen ten westen en noordwesten van het plangebied op afstanden van ongeveer 189 m tot ruim 1 km tot het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3999
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202006921/1/R2

202100288/2/A2

Bij besluit van 16 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Meierijstad een aanvraag van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellant] is sinds 26 juni 1997 eigenaar van een woning aan de [locatie A] in Veghel. Aan de eigenaar van het naast zijn perceel gelegen perceel [locatie B] is een omgevingsvergunning verleend waarmee, in afwijking van het bestemmingsplan, één van de op het perceel aanwezige bedrijfsgebouwen mag worden gebruikt voor de huisvesting van maximaal 24 arbeidsmigranten. Dit besluit is op 19 november 2016 in werking getreden. [appellant] heeft het college verzocht om een tegemoetkoming in de planschade. Hij stelt dat zijn woning door de omgevingsvergunning in waarde is gedaald.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3983
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202100288/2/A2

202100353/1/R4

Bij besluit van 21 mei 2019 heeft het college aan [appellant] een omgevingsvergunning verleend voor de uitbreiding van een varkenshouderij op het perceel [locatie] in Schuinesloot, gemeente Hardenberg. Op het perceel exploiteert [appellant] een varkenshouderij. [appellant] heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor een extra stal op het perceel. De aanvraag ziet op de activiteiten vermeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, c, e en i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Het college heeft bij besluit van 21 mei 2019 met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3°, van de Wabo een omgevingsvergunning verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wabo. Hoewel het aangevraagde bouwplan in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Buitengebied Hardenberg", heeft het college het bouwplan ruimtelijk aanvaardbaar geacht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3984
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Hoger beroep
  • Vee e.a. dieren
  • uitspraakin de zaak202100353/1/R4

202100651/1/R4

Bij besluit van 17 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Berkelland aan KPN een omgevingsvergunning verleend voor onder meer de bouw van een antennemast en het gebruik van gronden in strijd met het bestemmingsplan op het perceel aan de [locatie] te Haarlo. Deze zaak gaat over een vergunning voor een antennemast in Haarlo. Aan KPN is een omgevingsvergunning verleend voor onder meer de bouw van een antennemast op het perceel aan de Dennenweg ongenummerd te Haarlo. [partij] woont in Haarlo. Niet in geschil is dat zij geen zicht heeft op de antennemast. [partij] vreest gezondheidsschade door elektromagnetische velden afkomstig van de mast en heeft daarom bezwaar gemaakt tegen de omgevingsvergunning. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat de afstand tot de woning van [partij] zodanig is dat zij geen gevolgen van enige betekenis zal ondervinden van de antennemast. Daarbij heeft het college betrokken dat voor de mast geen omgevingsvergunning milieu nodig is, omdat het vermogen van de mast minder dan 4 kW bedraagt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3936
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202100651/1/R4

202100729/1/R4

Bij besluit van 17 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Berkelland aan KPN een omgevingsvergunning verleend voor onder meer de bouw van een antennemast en het gebruik van gronden in strijd met het bestemmingsplan op het perceel aan de Dennenweg ongenummerd te Haarlo. Aan KPN is een omgevingsvergunning verleend voor onder meer de bouw van een antennemast op het perceel aan de Dennenweg ongenummerd te Haarlo. De vereniging, [partij A] en [partij B] en [partij C] vrezen onder meer schade voor de natuur en het landschap, als ook gezondheidsschade door elektromagnetische velden afkomstig van de antennemast. Het college heeft het bezwaar van [partij A] en [partij B] niet-ontvankelijk verklaard, vanwege de afstand tussen hun woning en de antennemast en het feit dat zij daarop vanwege tussenliggende bebossing geen of slechts beperkt zicht hebben. Ten aanzien van de door hen gestelde gezondheidsrisico’s heeft het college overwogen dat de afstand van de antennemast tot de woning van [partij A] en [partij B] zodanig is dat zij geen gevolgen van enige betekenis ondervinden van de mast. Daarbij heeft het college betrokken dat voor de mast geen omgevingsvergunning milieu nodig is, omdat het vermogen van de mast minder dan 4 kW bedraagt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3988
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202100729/1/R4

202101238/1/R1

Bij besluit van 3 december 2020 heeft de raad van de gemeente Aalsmeer het bestemmingsplan "Fort Kudelstaart" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de herontwikkeling mogelijk van "Fort Kudelstaart". Het Fort Kudelstaart maakt als rijksmonument onderdeel uit van de Stelling van Amsterdam. De Stelling van Amsterdam is in 1996 op de lijst geplaatst van UNESCO Werelderfgoed. Het is een tussen 1880 en 1920 aangelegde militaire verdedigingslinie met een lengte van 135 km, gelegen op circa 15 tot 20 km rondom Amsterdam. Zeilfort Kudelstaart B.V. is na een Europese aanbestedingsprocedure inmiddels beheerder van het fort. Zij wil op het forteiland een hotel met horecavoorzieningen en vergaderruimten realiseren. Verder is het de bedoeling dat er een klein museum over De Stelling van Amsterdam en het Fort Kudelstaart, een zogenoemde spa, havenfaciliteiten en onder het fort een parkeergarage komen. Ook heeft Zeilkort Kudelstaart B.V. de wens om de capaciteit van de jachthaven uit te breiden naar 200 vaste ligplaatsen en 10 tot 15 boten in de weekeinden te kunnen verhuren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3970
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202101238/1/R1

202102155/3/R2

[appellant] heeft beroep ingesteld tegen het niet-tijdig nemen van een besluit door het college van gedeputeerde staten van Limburg op het bezwaar tegen de afwijzing van zijn verzoek van 14 augustus 2020 om op te treden dan wel geluidswerende maatregelen te nemen op de gevel van zijn woonwagen. [appellant] woont in een woonwagen in Brunssum en heeft door verkeersbewegingen last van geluidsoverlast, met name in de avond en nacht. Volgens hem wordt het maximale geluidsniveau van 33 dB in zijn woonwagen overschreden. Hij heeft het college gevraagd op te treden tegen deze overschrijding, dan wel geluidwerende maatregelen te nemen. Het college heeft dit verzoek afgewezen, omdat [appellant] in een woonwagen woont die op een geluidsgevoelig terrein staat, om die reden geen binnenwaarde van 33 dB geldt en het college dus niet verplicht is om geluidwerende maatregelen te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3971
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Geluid
  • uitspraakin de zaak202102155/3/R2

202102984/1/R4

Bij besluit van 19 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wijchen, voor zover hier van belang, aan [appellante] een revisievergunning verleend voor het veranderen van haar inrichting (activiteit "milieu") aan de [locatie] in Wijchen. [appellante] exploiteert op het perceel een inrichting voor onder meer grondverzetwerkzaamheden en op- en overslag van afvalstoffen en bouwstoffen. Op het perceel was voorheen Sita Recycling Services Wijchen B.V. gevestigd. Op 29 november 2017 heeft [appellante] een aanvraag ingediend voor een milieu-revisievergunning, omdat de aard van de activiteiten van de inrichting wijzigt. Het college heeft bij besluit van 19 juni 2019 de revisievergunning verleend. [appellante] is het niet eens met het aan de vergunning verbonden voorschrift 2.2.3.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3972
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Hoger beroep
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202102984/1/R4

202103155/1/R3

Bij besluit van 19 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oegstgeest aan Holland Property Development B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het pand aan de Lijtweg 3-7 in Oegstgeest. Holland Property Development B.V. is eigenaar van het pand en heeft een aanvraag ingediend voor een wijziging van het gebruik van het perceel van "maatschappelijk" naar "wonen" en voor een inpandige verbouwing van het pand ten behoeve van de realisatie van 10 sociale huurappartementen. Bij het primaire besluit heeft het college een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1. eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht verleend voor de activiteiten bouwen en het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3981
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202103155/1/R3

202103339/1/R4 en 202200371/1/R4

Bij besluit van 20 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Baarle-Nassau het verzoek van [appellant] om de aan [vergunninghouder] op 25 augustus 2009 verleende milieuvergunning voor een melkrundveehouderij aan [locatie 1] in Baarle-Nassau en de op 12 april 2013 aan [vergunninghouder] voor het perceel verleende omgevingsvergunning 2e fase voor de bouw van een stal op het perceel in te trekken, afgewezen. [appellant] woont tegenover het perceel, aan [locatie 2] in Baarle-Nassau. Hij stelt hinder te ondervinden van de activiteiten die op het perceel worden verricht. Bij brief van 1 november 2018 heeft [appellant], voor zover hier van belang, verzocht om intrekking van de vergunning van 12 april 2013. Het college heeft dat verzoek afgewezen omdat het aannemelijk heeft geacht dat op korte termijn gebruik zal worden gemaakt van de vergunning. Het college heeft daarbij het belang van [vergunninghouder] bij behoud van zijn vergunning zwaarder laten wegen dan het belang van [appellant] bij intrekking van de vergunning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3989
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202103339/1/R4 en 202200371/1/R4

202103347/1/A2

Bij besluit van 5 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oss een aanvraag van [persoon] om tegemoetkoming in planschade buiten behandeling gesteld. [appellant] is een broer van [persoon]. [appellant] is bewoner van de woning op het perceel aan de [locatie 1] te Lithoijen. [persoon] is bewoner van de woning op het perceel aan de [locatie 2] te Lithoijen en exploitant van een galerie en beeldentuin op dat perceel. [appellant] en [persoon] zijn, samen met hun broers en zusters, ieder voor een zesde deel erfgenaam van hun moeder, die op 25 februari 2012 is overleden. Tot de onverdeelde boedel behoort de woning op het perceel aan de [locatie 2] te Lithoijen. De afwikkeling van de nalatenschap is voorwerp van diverse rechterlijke procedures.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3968
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202103347/1/A2

202103588/1/A3

Bij besluit van 26 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zeewolde een door [appellant sub 1] ingediend verzoek om informatie toegewezen en twee dossiers over hem verstrekt. Het college heeft 33 documenten aangetroffen en het verzoek deels toegewezen. Documenten 1 tot en met 27 zijn openbaargemaakt. De overige documenten zijn (deels) geweigerd met een beroep op artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, en artikel 11 van de Wob. De rechtbank heeft overwogen dat openbaarmaking van documenten 28, 29 en 31 ten onrechte is geweigerd op grond van artikel 11 van de Wob. Openbaarmaking van document 30 mocht wel met een beroep op dit artikel worden geweigerd. In document 32 en 33 mocht het college volgens de rechtbank de namen en e-mailadressen van ambtenaren weglakken. Voor wat betreft weggelakte passages in document 33 heeft het college geen beroep op artikel 11 van de Wob mogen doen, aldus de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3991
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202103588/1/A3

202103615/1/A3

Bij besluit van 15 november 2019 heeft de Centrale Commissie Dierproeven CCD een verzoek van [appellant sub 1] om openbaarmaking van alle documenten over alle door Erasmus MC in 2018 gedane vergunningaanvragen voor dierproeven afgewezen. [appellant sub 1] heeft de CCD verzocht om toezending van alle documenten over alle vergunningaanvragen in het kader van de Wod die zijn gedaan door Erasmus MC in 2018, en om afschriften van alle documenten die op deze aanvragen betrekking hebben, zoals correspondentie, adviezen en besluiten. Volgens het besluit van 15 november 2019 zijn er op basis van het verzoek 23 aanvragen voor projectvergunningen aangetroffen. Voor elk van die aanvragen vallen volgens de CCD in ieder geval de volgende onderliggende documenten onder het Wob-verzoek: aanvraagformulier, projectvoorstel, beschrijving van de dierproeven die bij het project horen, advies van de dierexperimentcommissie (hierna: DEC), besluit op de aanvraag/vergunning. Indien van toepassing, kunnen een bezwaarschrift en beslissing op dat bezwaarschrift eveneens onderdeel uitmaken van de documenten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3973
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202103615/1/A3

202103644/1/R4

Bij besluit van 21 april 2021 heeft de raad van de gemeente Barneveld het bestemmingsplan "Kootwijkerbroek-Stroe" vastgesteld. Het plan omvat de kernen van Kootwijkerbroek en Stroe. Het voorziet in een actualisering en herziening van de bestaande bestemmingsplannen binnen de plangrens. Het plan is voor een groot deel conserverend, waarbij de geldende bestemmingen voor het grootste deel zijn overgenomen. [appellant sub 2] is eigenaar van het perceel [locatie A] in Kootwijkerbroek. [appellant sub 2] betoogt dat voor dat perceel ten onrechte geen aanduiding "maximum oppervlakte (m2)" is opgenomen, als bedoeld in artikel 19.2.2, aanhef en onder d, van de planregels.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3987
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202103644/1/R4

202103933/1/R4

Bij besluit van 9 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ermelo verbeurde dwangsommen ingevorderd tot een bedrag van in totaal € 20.000,00. [appellante] is eigenaar van [recreatiepark] op het adres [locatie] in Ermelo. Op het recreatiepark is het bestemmingsplan "Recreatieterreinen" van toepassing. Het bestemmingsplan staat permanente bewoning van de recreatiewoningen niet toe. Bij besluit van 20 juni 2018 is aan [appellante] een last onder dwangsom opgelegd vanwege de permanente bewoning van twee recreatiewoningen op het park. De last hield in dat [appellante] binnen zes maanden het strijdige gebruik van de recreatiewoningen met bijbehorende gronden op het perceel [locatie 1] en [locatie 2] in Ermelo moest laten beëindigen en beëindigd moest houden. Als [appellante] dat niet deed dan verbeurde zij een dwangsom van € 5.000,00 per maand, of een deel van de maand dat de strijdige situatie voortduurde, met een maximum van € 60.000,00.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3974
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202103933/1/R4

202104127/1/A3

Bij besluit van 20 februari 2019 heeft de Centrale Commissie Dierproeven CCD een verzoek van Animal Rights om openbaarmaking van documenten over dierproeven door Erasmus MC met primaten en katten afgewezen. Animal Rights heeft de CCD verzocht om toezending van alle documenten die gaan over dierproeven met primaten en katten door Erasmus MC in de periode 28 september 2015 tot de dag van het verzoek, zoals aanvragen daartoe, goedkeuringen en afwijzingen van die aanvragen, welzijnsrapporten, en (onderlinge) communicatie tussen de onderzoekers, leden van de dierexperimentencommissie, leden van de CCD en eventueel leden van de Instantie voor Dierenwelzijn. Volgens het besluit van 20 februari 2019 is er op basis van het verzoek één projectvergunning aangetroffen. De CCD heeft openbaarmaking van die vergunning en de onderliggende documenten geheel geweigerd op grond van artikel 10, tweede lid, onder e en g, van de Wob. Volgens de CCD wegen het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de onderzoekers en de leden van de DEC, en het belang van het voorkomen van onevenredige benadeling van Erasmus MC, het betrokken personeel en de DEC, zwaarder dan het belang van openbaarmaking, vanwege het risico op buitensporige acties van dierenrechtenactivisten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3980
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202104127/1/A3

202106199/1/R2

Bij besluit van 5 augustus 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Helmond geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor de activiteit bouwen ten behoeve van het plaatsen van een dakkapel op het dakvlak aan de voorzijde van de woning aan de [locatie] te Helmond. [appellant] is eigenaar van de woning op het perceel. Hij heeft op 11 juni 2020 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen ten behoeve van het plaatsen van een dakkapel op het dakvlak aan de voorzijde van zijn woning. Het college heeft de gevraagde vergunning geweigerd wegens strijd met redelijke eisen van welstand en zich daarbij gebaseerd op het negatieve advies van de Welstandscommissie van de gemeente Helmond van 24 juni 2020.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3992
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202106199/1/R2

202106387/1/A2

Bij brieven van 21 december 2020 is aan [appellant] medegedeeld dat hij een bedrag van € 2.189,00 aan te veel ontvangen huurtoeslag en een bedrag van € 680,00 aan te veel ontvangen zorgtoeslag nog niet heeft betaald en dat hij dit alsnog moet doen. [appellant] heeft in 2015 huur- en zorgtoeslag ontvangen. Bij besluit van 11 oktober 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen deze toeslagen definitief vastgesteld en bepaald dat [appellant] een bedrag van € 2.189,00 aan te veel ontvangen huurtoeslag en een bedrag van € 680,00 aan te veel ontvangen zorgtoeslag terug moet betalen. Hiertegen heeft [appellant] bezwaar gemaakt. Bij besluit van 24 februari 2020, verzonden aan [appellant], heeft de Belastingdienst/Toeslagen het bezwaar van [appellant] voor zover gericht tegen de definitieve vaststelling van zijn zorgtoeslag voor het jaar 2015 ongegrond verklaard. In dit besluit is [appellant] er op gewezen dat als gevolg van het beslissen op zijn bezwaarschrift het eerder verleende uitstel van betaling eindigt en dat hij een brief kan verwachten waarin staat hoeveel hij nog moet terugbetalen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3985
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202106387/1/A2

202107087/1/A3

Bij besluit van 19 maart 2020 heeft het UWV een door [appellant] ingediend verzoek om informatie deels toegewezen. [appellant] heeft het UWV op grond van de Wet openbaarheid van bestuur verzocht om: - het verslag van het looncomponentenoverleg, eventuele andere stukken die naar dit overleg verwijzen; - het landelijk bericht van AW met nummer 2012-AW-034. Het definitieve beleid dat (mede) naar aanleiding van het overleg is vastgesteld, en het beleid dat door het UWV wordt toegepast, is wel aan [appellant] verstrekt. De rechtbank heeft geoordeeld dat het UWV in redelijkheid heeft kunnen besluiten om het verslag van het looncomponentenoverleg niet openbaar te maken op grond van artikel 11 van de Wob. Het document heeft betrekking op een informele bijeenkomst in 2017, waarbij een aantal medewerkers van het UWV overleg hebben gevoerd over aspecten van looncomponenten, aldus de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3994
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202107087/1/A3

202107453/1/A3

Bij besluit van 8 december 2020 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het verzoek van [appellant] om openbaarmaking van informatie afgewezen. [appellant] heeft de Autoriteit Woningcorporaties bij brief van 26 juli 2020 verzocht om op grond van de Wet openbaarheid van bestuur informatie openbaar te maken. Hij heeft verzocht om openbaarmaking van alle brieven, e-mails, rapportages, vastleggingen en verslagen over het contact tussen de Aw en woningcorporatie Stichting Mitros over zijn Facebookpagina ‘Mijn ervaringen met Mitros en asbest’. De minister heeft geen documenten aangetroffen die onder de reikwijdte van het verzoek vallen en het verzoek daarom afgewezen. In bezwaar heeft de minister dat besluit gehandhaafd. De rechtbank heeft het daartegen door [appellant] ingestelde beroep ongegrond verklaard. [appellant] is het niet eens met de uitspraak van de rechtbank. Hij betoogt dat het onderzoek naar de documenten onvolledig is geweest en dat er documenten moeten zijn die onder de reikwijdte van zijn verzoek vallen. De rechtbank heeft dat niet onderkend, aldus [appellant].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3967
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202107453/1/A3

202108010/1/A2

Bij besluit van 12 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Neder-Betuwe aan [appellant] een tegemoetkoming in planschade van € 6.250,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 juli 2018, toegekend. [appellant] is sinds 2 april 2004 eigenaar van het perceel [locatie 1] te Ochten. De woning waarin [appellant] woont staat op dat perceel. Hij heeft gevraagd om een tegemoetkoming in planschade van het op 22 december 2016 in werking getreden bestemmingsplan "De Heuning-Oost", omdat dat plan een industrieterrein mogelijk maakt grenzend aan zijn perceel. Volgens [appellant] daalt hierdoor de waarde van zijn perceel, waardoor hij schade lijdt. [appellant] heeft bij zijn aanvraag om een tegemoetkoming in planschade een taxatierapport van J.P.Th. Weevers, makelaar en taxateur, van 8 mei 2017 gevoegd. Volgens het taxatierapport heeft de taxateur op grond van een opname en inspectie op 14 maart 2017 de huidige waarde van het perceel van [appellant] getaxeerd op € 1.200.000,00 en de waarde van het perceel na realisatie van de plannen op basis van het nieuwe bestemmingsplan op € 950.000,00.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3982
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202108010/1/A2

202108175/1/A3

Bij besluit van 23 november 2020 heeft de minister van Algemene Zaken een door [appellant] ingediend verzoek om informatie afgewezen. [appellant] heeft de minister op grond van de Wet openbaarheid van bestuur verzocht om documenten over contacten tussen de Nederlandse overheid en de regeringen van Denemarken en de Faeröer Eilanden over wijzigingen in het visserijbeleid van de Faeröer Eilanden. Het wetsvoorstel had een onderdeel met als doel buitenlanders te weren van het (mede)bezit van Faeröerse visserijondernemingen. Als gevolg daarvan zou het Nederlandse bedrijf [naam bedrijf] zijn aandeel in de vissersvaartuigen moeten afstoten. De minister heeft één document aangetroffen, namelijk een notitie met spreekpunten. Het document is bedoeld voor een telefoongesprek dat de minister-president op 21 juni 2017 heeft gevoerd met de toenmalige premier van de Faeröer Eilanden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3995
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202108175/1/A3

202200364/1/A3

Bij besluit van 18 februari 2020 heeft het College van procureurs-generaal een verzoek van [appellant] om vernietiging van naar aanleiding van een strafbeschikking in zijn justitiële documentatie opgenomen gegevens, afgewezen. [appellant] heeft op 4 november 2019 het College verzocht om vernietiging van gegevens die naar aanleiding van een strafbeschikking in zijn justitiële documentatie waren verwerkt. Op 19 januari 2020 heeft [appellant] beroep ingesteld wegens het niet tijdig nemen van een besluit op dit verzoek. Bij uitspraak van 4 augustus 2020 heeft de rechtbank geoordeeld dat het College door het niet tijdig nemen van een besluit een dwangsom verschuldigd is van € 1.442,00. De rechtbank heeft daarnaast het beroep tegen het besluit van 18 februari 2020 doorgestuurd naar het College ter behandeling als bezwaar. Vervolgens heeft [appellant] tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn bezwaar beroep ingesteld. Dit beroep had overeenkomstig artikel 6:20, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht van rechtswege ook betrekking op het alsnog genomen besluit op bezwaar van 21 januari 2021.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3993
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202200364/1/A3

202200702/1/A3

Bij besluit van 6 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders en de raad van de gemeente Het Hogeland beslist op het door [appellante] ingediende verzoek om haar op grond van de Wet openbaarheid van bestuur documenten te verstrekken. [appellante] heeft bij brief van 4 mei 2018 (de rechtsvoorgangers van) het college en de raad van de gemeente Het Hogeland verzocht om openbaarmaking van de volgende documenten: 1) de benoemingen van de bestuursleden van het algemeen bestuur van de (met ingang van 1 januari 2000 opgerichte) Stichting openbaar primair en voortgezet onderwijs Noord- Groningen, voor het openbaar primair onderwijs, voor de eerste periode. [...] 2) Alle benoemingen en herbenoemingen van de leden van het algemeen bestuur van de stichting Schoolbestuur voor primair en voortgezet onderwijs tussen Lauwers en Eemsstichting m.b.t. het primair onderwijs [...] 3) de benoemingen van de bestuursleden van het algemeen bestuur van de (met ingang van 1 januari 2000 opgerichte) Stichting openbaar primair en voortgezet onderwijs Noord-Groningen, voor het openbaar voortgezet onderwijs, voor de eerste periode. [...]

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3975
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202200702/1/A3

202200711/1/A3

Bij besluit van 9 september 2020 heeft de raad van de gemeente Het Hogeland beslist op het verzoek van [appellante] om op grond van de Wet openbaarheid van bestuur documenten aan haar te verstrekken. [appellante] heeft bij brief van 8 juli 2020 op grond van de Wob verzocht om de benoemingsbesluiten van [persoon A] als directeur/bestuurder van de Stichting Schoolbestuur voor primair en voortgezet onderwijs tussen Lauwers en Eemsstichting, en van [persoon B] als bestuurder van deze stichting. Ook heeft [appellante] verzocht om de bindende voordrachten en de besluiten van de daartoe bevoegde organen tot het doen van de bindende voordrachten. De raad heeft bij besluit van 9 september 2020 besloten het benoemings- en herbenoemingsbesluit van [persoon B] geheel openbaar te maken en het besluit tot bindende voordracht gedeeltelijk. Ten aanzien van het benoemingsbesluit en het bindende voordrachtsbesluit van [persoon A] heeft de raad meegedeeld dat die documenten niet onder hem berusten en dus niet openbaar kunnen worden gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3976
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202200711/1/A3

202200721/1/R4

Bij besluit van 9 december 2021 heeft de raad van de gemeente Ede het bestemmingsplan 'Ede, World Food Center deelgebied A' vastgesteld. Het plan voorziet in de realisatie van maximaal 5.000 m2 aan bedrijfsbebouwing ten behoeve van de World Food Center Experience. De Experience maakt deel uit van de grotere ontwikkeling van het World Food Center. Het WFC is een gebiedsontwikkeling rondom het thema voedsel en bestaat uit onder meer de Experience, een Food Innovation District en woningbouw. De Experience is in de plantoelichting omschreven als een attractie vol educatie en amusement met voedsel als thema. De Experience omvat volgens de omschrijving in de plantoelichting onder meer een aankomstruimte, ontmoetingsruimte, restaurant, theaterzaal en voedselkas. De locatie van het WFC is het voormalige kazerneterrein Maurits Zuid, aan de oostkant van Ede.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3990
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Hoger beroep
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202200721/1/R4

202200897/1/A3

Bij besluit van 10 juni 2020 heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat het verzoek van [appellant] om openbaarmaking van documenten gedeeltelijk toegewezen en heeft hij diverse documenten al dan niet gedeeltelijk openbaar gemaakt. [appellant] heeft de minister bij brief van 11 februari 2020 verzocht om op grond van de Wet openbaarheid van bestuur alle informatie uit 2015 tot en met 2019 over de gevolgen van de Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt voor bestaande en nieuwe (nog te verlenen) marktvergunningen en standplaatsvergunningen openbaar te maken. Hij heeft zijn verzoek gespecificeerd in een zestal punten en bij brief van 27 februari 2020 heeft hij nog een nadere toelichting gegeven. De minister heeft twintig documenten, inclusief bijlagen, aangetroffen en deze documenten opgenomen in een inventarislijst bij zijn besluit van 10 juni 2020. Hij is gedeeltelijk aan het verzoek van [appellant] tegemoet gekomen door de documenten 1, 1a, 3 tot en met 8 en 12 tot en met 19 al dan niet gedeeltelijk openbaar te maken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3986
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202200897/1/A3

202200991/1/R1

Bij besluit van 20 december 2021 heeft de raad van de gemeente Alkmaar het bestemmingsplan "Dorpsstraat 39 Oterleek" vastgesteld. Op het perceel aan de Dorpsstraat 39 in Oterleek staan een woning en een grote schuur. Het bestemmingsplan voorziet in de mogelijkheid om op het perceel twee woningen en een praktijkruimte met verblijfsaccommodatie te realiseren. Daarvoor moeten de bestaande woning en een deel van de bestaande schuur worden gesloopt. De initiatiefneemster van deze herontwikkeling is [partij]. [appellant A] en [appellant B] wonen op [locatie], het belendende perceel ten noorden van het plangebied. Zij kunnen zich niet met de ontwikkeling verenigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3977
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202200991/1/R1

202201322/1/R1

Bij besluit van 17 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Midden-Groningen aan [appellante] een tweeledige last onder dwangsom opgelegd tot het beëindigen en beëindigd houden van de overtreding van artikel 13 van de Wet bodembescherming in samenhang met artikel 56 van het Besluit bodemkwaliteit. De overtreding bestaat uit het toepassen van grond voor de aanleg van een grondwal binnen de inrichting aan de [locatie] in Hoogezand met een kwaliteit die de achtergrondwaarde overschrijdt. In 2017 heeft op een perceel van [appellante] aan de [locatie] in Hoogezand een ontgraving plaatsgevonden. De partij grond die daarbij is vrijgekomen is gekeurd. Uit die keuring volgde dat de grond in bodemklasse ‘industrie’ valt. Deze partij grond is binnen de inrichting opgeslagen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3978
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bodembescherming
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202201322/1/R1

202201405/1/A3

Bij besluit van 24 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel een door [appellant] ingediend verzoek om informatie deels toegewezen. [appellant] heeft het college op grond van de Wet openbaarheid van bestuur verzocht om documenten over de uitgeschreven prijsvraag voor het project ‘De Raadskamer’ en meer specifiek om documenten die de winnaar van de prijsvraag, [naam bedrijf], heeft ingediend. Het college heeft een deel van de gevraagde informatie openbaar gemaakt. Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob heeft het college besloten openbaarmaking van documenten in map 2 te weigeren. Daaraan heeft het college ten grondslag gelegd dat de kans dat [bedrijf] door openbaarmaking van map 2 schade oploopt zeer aanwezig is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3996
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202201405/1/A3

202201593/1/R1

Bij besluit van 17 februari 2022 heeft de raad van de gemeente Opmeer het bestemmingsplan "Bedrijventerrein De Veken 4" vastgesteld. Het bestemmingsplan heeft een verbrede reikwijdte als bedoeld in artikel 7c van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet. Met het plan wordt de eerste fase van de ontwikkeling van bedrijventerrein De Veken 4 mogelijk gemaakt. Dit bedrijventerrein vormt de derde uitbreiding van het bedrijventerrein De Veken. Het plangebied ligt aan de N241, ten noordoosten van de kern Spanbroek in de gemeente Opmeer. Aan de noordwestzijde grenst het plangebied aan het recreatiepark West-Friesland. [appellant sub 1], [appellant sub 2], [appellant sub 3] en [appellant sub 6] en anderen zijn eigenaren van recreatiewoningen op het recreatiepark. Deze appellanten en West-Friesland kunnen zich niet met het plan verenigen, omdat het beoogde bedrijventerrein het verblijfsklimaat van de recreanten en het recreatieve karakter van het park aantast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3969
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202201593/1/R1

202202545/1/R1

Bij besluit van 10 februari 2022 heeft de raad van de gemeente Haarlemmermeer het bestemmingsplan "Zwaanshoek Gerbrant Meussweg" vastgesteld. Bij besluit van 22 maart 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer een omgevingsvergunning verleend voor 17 nieuwbouwwoningen in het plangebied. Het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning voorzien in de ontwikkeling van 17 woningen: zeven rijwoningen, acht twee-onder-één-kap woningen en twee vrijstaande woningen. Daarnaast bevat het bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid om nog twee woningen te realiseren. De met het plan voorziene woningbouw zal ontsloten worden via de Gerbrant Meussweg in de richting van de Bennebroekerweg. [appellant] en anderen wonen aan de Bennebroekerweg en hun achtertuinen grenzen aan de voorziene ontwikkeling. Zij kunnen zich niet verenigen met het plan omdat zij onder andere vrezen voor de aantasting van hun woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:4000
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bouwen
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202202545/1/R1

202202936/1/A2

Bij besluit van 16 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wijk bij Duurstede aan [persoon] (hierna: [persoon]) een tegemoetkoming in planschade van € 4.800,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 maart 2020 tot aan de dag van uitbetaling, toegekend. [persoon] is sinds 3 juni 1992 eigenaar van de onroerende zaak aan de [locatie] te Cothen. Hij heeft bij aanvraagformulier van 25 maart 2020 een aanvraag om een tegemoetkoming in planschade ingediend. Aan deze aanvraag heeft hij ten grondslag gelegd dat de inwerkingtreding van het bij raadsbesluit van 28 maart 2017 vastgestelde bestemmingsplan De Kamp 5-7, Cothen, tot vermindering van de waarde van de onroerende zaak heeft geleid. Op grond van dit bestemmingsplan is het toegestaan om een ten zuidoosten van de onroerende zaak gelegen bouwvlak te bebouwen met een blok van vier aaneengesloten woningen, terwijl het vroeger, onder het oude planologische regime, slechts mogelijk was om twee halfvrijstaande woningen op het bouwvlak op te richten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3979
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202202936/1/A2

202204110/1/R4

Recycling Netwerk heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op bezwaar door de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. Recycling Netwerk heeft bij brief van 5 juli 2019 de staatssecretaris onder andere verzocht om binnen 8 weken een last onder dwangsom op te leggen aan diverse importeurs/producenten. Volgens Recycling Netwerk zouden zij in strijd handelen met artikel 3 van het Besluit beheer verpakkingen 2014 door gebruik te maken van glazen verpakkingen voor gedestilleerde dranken. Omdat gebruik wordt gemaakt van glas hebben de verpakkingen een te groot gewicht, aldus Recycling Netwerk. De staatssecretaris heeft het verzoek om handhaving gedeeltelijk afgewezen bij besluit van 1 augustus 2019 voor zover het betreft het binnen 8 weken opleggen van een last onder dwangsom. Recycling Netwerk heeft hiertegen op 11 september 2019 bezwaar gemaakt. Vervolgens zijn Recycling Netwerk en de staatssecretaris in overleg getreden. Het besluit van 1 augustus 2019 heeft de staatssecretaris ingetrokken bij besluit van 19 februari 2020.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3998
Datum uitspraak
28 december 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202204110/1/R4

202104954/1/V1

Bij besluit van 11 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3958
Datum uitspraak
27 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104954/1/V1

202105882/1/V3

Bij besluit van 31 mei 2013 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3960
Datum uitspraak
27 december 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202105882/1/V3

202107751/1/V3

Bij besluit van 16 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3955
Datum uitspraak
27 december 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202107751/1/V3

202203391/1/V2

Bij besluit van 3 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Ook heeft hij geweigerd de vreemdeling ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3961
Datum uitspraak
27 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203391/1/V2

202206147/1/V2 en 202206147/2/V2

Bij besluit van 10 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3962
Datum uitspraak
27 december 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206147/1/V2 en 202206147/2/V2

202206715/1/V3

Bij besluit van 13 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3957
Datum uitspraak
27 december 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202206715/1/V3
vorige pagina1...142143144...1.210volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon