Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.399
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202204724/1/R1

Bij besluit van 20 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tilburg aan Waardse Nistelrode B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van bedrijfsruimten aan de Dostalstraat 64-01 tot en met 64-18 in Tilburg. Bij besluiten van 16 april 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tilburg de door onder meer [appellant sub 1] en [appellant sub 2A] en anderen daartegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard. Waardse Nistelrode B.V. heeft op 14 juli 2020 een omgevingsvergunning aangevraagd voor de bouw van 18 bedrijfsunits aan de Dostalstraat 64-01 tot en met 64-18 in Tilburg. Het bouwplan is in strijd met de onder meer voor het perceel geldende bestemming "BB2 - Binnenwijkse Bedrijventerreinen" van het bestemmingsplan "Heikant 2007". Onder meer wordt de maximale goothoogte van 3 m overschreden, als ook de maximale bouwhoogte van 4,5 m. De goot- en bouwhoogte aan de noordzijde van het bouwplan is 4,95 m. Verder is aan de achterkant van de bedrijfsgebouwen geen onbebouwd terrein van 2 m diep aanwezig.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2498
Datum uitspraak
19 juni 2024
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202204724/1/R1

202204978/1/A3

Bij besluit van 9 maart 2021 heeft de burgemeester van Rotterdam geweigerd een exploitatievergunning en een Drank- en Horecawetvergunning te verlenen aan [appellante]. [appellante] heeft tot 22 februari 2018 een horecabedrijf, te weten een snookercentrum, geëxploiteerd op de [locatie] in Rotterdam. Zij had daarvoor een exploitatievergunning voor de duur van vijf jaren. Op 16 februari 2018 heeft [appellante] zowel een voorlopige, als een reguliere exploitatievergunning aangevraagd. Op 23 februari 2018 heeft de burgemeester de aanvraag voor een nieuwe, voorlopige exploitatievergunning afgewezen, vanwege een lopend onderzoek in het kader van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. De aanvraag om een reguliere exploitatievergunning heeft [appellante] ingetrokken op 11 december 2018. De exploitatie van het snookercentrum is vervolgens gestaakt. De burgemeester heeft de Drank- en Horecawetvergunning geweigerd op grond van artikel 27, eerste lid, aanhef en onder b, van de Drank- en Horecawet. Gelet op de weigering van de exploitatievergunning kan het horecabedrijf feitelijk niet als bedoeld in artikel 3 van de DHW worden uitgeoefend, aldus de burgemeester.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2499
Datum uitspraak
19 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202204978/1/A3

202205802/1/A3

Bij besluit van 21 september 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen het door [appellant] gemaakte bezwaar gericht tegen het niet beslissen op het verzoek om informatie openbaar te maken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur van 16 november 2020 niet-ontvankelijk verklaard. [appellant] heeft op 16 november 2020 een Wob-verzoek ingediend bij het college. Het college heeft niet tijdig op dit verzoek beslist. [appellant] heeft bezwaar ingediend wegens het uitblijven van een beslissing op zijn Wob-verzoek. Na het indienen van dit bezwaar heeft [appellant] het Wob-verzoek ingetrokken. Het college heeft hierop het bezwaar van [appellant] niet-ontvankelijk verklaard, omdat [appellant] het Wob-verzoek heeft ingetrokken en daarom geen procesbelang meer heeft. Het college voelt zich hierin gesteund door de rechtspraak van de Afdeling, bijvoorbeeld haar uitspraak van 29 januari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:291. Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld. In beroep heeft [appellant] zich op het standpunt gesteld dat hij wel procesbelang heeft bij een vergoeding van de in bezwaar gemaakte proceskosten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2508
Datum uitspraak
19 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202205802/1/A3

202206449/1/A3

Bij besluit van 30 juni 2022 heeft de korpschef het verzoek van [appellant] om correctie en verwijdering van gegevens afgewezen. [appellant] is op 10 december 2021 door twee hoofdagenten van de politie, Eenheid Midden-Nederland, op de Zuiderloswal te Hilversum gecontroleerd op de naleving van de Wegenverkeerswet 1994, omdat hij twijfelend rijgedrag vertoonde. De agenten roken bij [appellant] een cannabisgeur, namen waar dat hij trilde en dat hij bloeddoorlopen ogen en een vergrote pupil had. Een afgenomen speekseltest gaf een indicatie aan voor cannabis. [appellant] is hierna aangehouden op verdenking van overtreding van artikel 8 van de WVW 1994. Deze informatie is opgenomen in het proces-verbaal dat onder registratienummer [...] is opgemaakt. Het proces-verbaal is op grond van artikel 130 van de WVW 1994 aan het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen verstrekt, omdat de hoofdagenten een vermoeden hadden dat [appellant] niet langer beschikte over de vereiste rijvaardigheid of lichamelijke of geestelijke geschiktheid. Uit een nader bloedonderzoek is gebleken dat het bloed een gehalte van 5,7 microgram/liter THC bevatte, bijna twee keer zo hoog als is toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2509
Datum uitspraak
19 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202206449/1/A3

202207011/1/R4

Bij besluit van 21 juli 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen de aanleg van een moestuin en de aanplant van bomen op het perceel [locatie] te Amerongen afgewezen. [partij] heeft op 20 juli 2019 een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor het plaatsen van een veldopstelling zonnepanelen langs de schutting en het vellen van één paardenkastanje en 13 populieren. Op het perceel rust op grond van het bestemmingsplan "Buitengebied Overberg, Maarn, Maarsbergen, Amerongen", de bestemming "Agrarisch met waarden". Bij besluit van 17 oktober 2019 heeft het college de omgevingsvergunning verleend. [appellant] heeft op 26 mei 2021 het college verzocht om handhavend op te treden tegen de aanleg van een moestuin en de aanplant van bomen op het perceel in strijd met het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2503
Datum uitspraak
19 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202207011/1/R4

202207134/1/R1

Bij besluit van 15 september 2022 heeft de raad van de gemeente Hollands Kroon het bestemmingsplan "Uitbreiding Agriport A7, deelgebied B1" gewijzigd vastgesteld. Het plan is vastgesteld met het oog op de uitbreiding van Agriport A7. Het voornemen is op de gronden in het noorden van het plangebied een datacenter te realiseren. Deze gronden hebben een oppervlakte van circa 50 hectare. Dit gedeelte van het plangebied wordt aangeduid als deelgebied B1 en had een agrarische bestemming. De gronden in het zuiden van het plangebied zijn van Microsoft Data Center Netherlands B.V. dan wel Microsoft B.V. Deze gronden hadden al een bedrijfsbestemming en daarop wordt al een datacenter gerealiseerd. Dat gedeelte van het plangebied wordt aangeduid als Venster-West en wordt met het plan grotendeels conserverend bestemd. Verder is er een geluidszone rondom de gronden opgenomen. Agriport is de initiatiefnemer van de ontwikkeling. Stichting Red de Wieringermeer kan zich niet met het plan verenigen. Zij vreest vooral voor de landschappelijke gevolgen en de gevolgen voor de leef- en omgevingskwaliteit.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2502
Datum uitspraak
19 juni 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202207134/1/R1

202207140/1/A2

Bij besluit van 3 mei 2021 heeft het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier bepaald dat de Zuiderdijk en de Schellinkhouterdijk tussen Zuiderdijk 1 in Venhuizen en de Protonweg in Hoorn zijn verboden voor motorfietsen in het weekend van 1 april tot en met 31 oktober. Op 18 juni 2020 heeft het college het verkeersbesluit ‘Pilot tijdelijk afsluiten Zuiderdijk voor motorfietsen in weekenden’ genomen. Dit besluit houdt in dat de Zuiderdijk en de Schellinkhouterdijk tussen Zuiderdijk 1 in Venhuizen en de Protonweg in Hoorn verboden zijn voor motorfietsen in de weekenden voor de duur van de pilotperiode van 1 augustus 2020 tot en met 30 september 2020. In het besluit is vermeld dat door bewoners van de Zuiderdijk meermaals is geklaagd over overlast van motorverkeer. De overlast betreft voornamelijk geluidsoverlast, de aantallen motorfietsen, de snelheid ervan en gevaarlijke verkeerssituaties met motorfietsen. De overlast wordt met name in de weekenden en op feestdagen ervaren, omdat het dan het drukst is op de Zuiderdijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2500
Datum uitspraak
19 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202207140/1/A2

202302748/3/R2

Bij tussenuitspraak van 27 december 2023, ECLI:NL:RVS:2023:4798, heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het college van burgemeester en wethouders van Altena opgedragen om de gebreken in het besluit van 10 januari 2022 te herstellen met inachtneming van wat onder 9.2, 10.1 en 12.1 van die uitspraak is overwogen. De voorzieningenrechter heeft in zijn tussenuitspraak van 27 december 2023 overwogen dat de rechtbank terecht heeft overwogen dat [appellant] in strijd met de artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wabo heeft gehandeld door een nieuwe woning te realiseren zonder dat daartoe een omgevingsvergunning was verleend. Bij herstelbesluit van 2 februari 2024 heeft het college het primaire besluit van 22 juni 2021 gewijzigd, in die zin dat de aan [appellant] opgelegde last onder dwangsom voor het verwijderen en het verwijderd houden van de woonvoorzieningen in het gedeelte van het pand aan de [locatie] niet verder strekt dan de op 23 juli 2002 vergunde situatie. [appellant] betoogt dat het college in het herstelbesluit niet goed ingaat op de door hem overlegde omgevingsvergunningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2454
Datum uitspraak
19 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202302748/3/R2

202303637/1/A2

Bij besluit van 10 september 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellant] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellant] staat sinds 2016 als woonachtig op het adres [locatie] in Amsterdam in de Basisregistratie Personen ingeschreven en is lange tijd als mantelzorger opgetreden van de eigenaar van die woning. In zijn aanvraag van 30 augustus 2021 stelt hij dat hij de woning moet verlaten omdat de dochter van de eigenaar zijn taken als mantelzorger heeft overgenomen en bij haar vader is ingetrokken. [appellant] vreest dakloos te worden. Verder stelt hij dat zijn - inmiddels - 15 jarige zoon bij hem wil komen wonen omdat de verstandhouding met zijn moeder, waar hij hoofdzakelijk bij verblijft, ernstig is verstoord. Ook wil [appellant] graag zijn partner uit het buitenland naar Nederland halen om, samen met zijn twee minderjarige kinderen, gezamenlijk gezinsleven te hebben. Het college heeft zich verder op het standpunt gesteld dat [appellant] ook niet in aanmerking komt voor een urgentieverklaring op grond van medische of sociale redenen, zoals genoemd in artikel 2.6.8, eerste lid, aanhef en onder b, van de Huisvestingsverordening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2495
Datum uitspraak
19 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202303637/1/A2

202304956/1/R1

Bij uitspraak van 22 maart 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1143, heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak het beroep van [verzoekster] tegen het besluit van de raad van de gemeente Maastricht van 28 september 2021 ongegrond verklaard. [verzoekster] is eigenaar van het perceel [locatie 1]-[locatie 2]. Voor dit perceel gold ten tijde van de uitspraak van 22 maart 2023 het bestemmingsplan "Maastricht-West" dat was vastgesteld door de raad op 18 september 2012. Het perceel had de bestemming "Gemengd" en onder andere de functieaanduiding "specifieke vorm van detailhandel-meubelzaak". Op grond van artikel 7.1, aanhef en onder g, van de planregels mocht het perceel gebruikt worden voor detailhandel in volumineuze goederen, te weten meubels. Volgens [verzoekster] heeft zich voorafgaand aan de uitspraak van 22 maart 2023 een omstandigheid voorgedaan die, indien die bij hem bekend was geweest en hij die naar voren had kunnen brengen, tot een andere uitspraak zou hebben geleid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2493
Datum uitspraak
19 juni 2024
  • Herziening
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202304956/1/R1

202400492/1/A2

Bij beslissing van 17 juli 2023 heeft de examencommissie van de faculteit Technology, Innovation & Science, namens het instellingsbestuur, aan [appellant] een bindend negatief studieadvies gegeven. [appellant] is in het studiejaar 2020/2021 begonnen met de driejarige bacheloropleiding Chemical Engineering - English stream aan De Haagse Hogeschool. In dit studiejaar is [appellant] vanwege de lockdown als gevolg van de coronapandemie naar Zuid-Korea teruggekeerd en heeft hij de opleiding zoveel mogelijk online gevolgd. Aan het einde van dit studiejaar heeft het instellingsbestuur besloten om in verband met de pandemie het uitbrengen van een studieadvies aan alle studenten voor dat jaar uit te stellen. [appellant] heeft in dit studiejaar 12 studiepunten behaald. Aan het einde van het studiejaar 2021/2022 heeft het instellingsbestuur bij beslissing van 14 juli 2022 het studieadvies aan [appellant] opnieuw uitgesteld. [appellant] had op dat moment 45 studiepunten van de propedeuse behaald. Aan dit tweede uitstel zijn voorwaarden verbonden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2497
Datum uitspraak
19 juni 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202400492/1/A2

202401822/2/A2

Op 18 januari 2024 heeft de minister besloten de bekostiging van de Isaac Beeckman Academie (hierna: de IBA) met ingang van 1 augustus 2024 te beëindigen. De IBA is een middelbare school in Kapelle die onderdeel is van de Stichting PVO. Het onderwijs wordt gekarakteriseerd door kleinschalig, persoonlijk onderwijs. In oktober 2023 heeft de minister geconstateerd dat voor het derde jaar op rij te weinig leerlingen stonden ingeschreven bij de IBA. Op verzoek van het bevoegd gezag heeft de minister de beëindiging van de bekostiging uitgesteld onder twee voorwaarden: 1) de kwaliteit van het onderwijs moet in het eerstvolgende herstelonderzoek van de Inspectie voldoende zijn, en 2) het bestuur moet aannemelijk maken dat de school per 1 oktober 2025 voldoende leerlingen zal hebben. Omdat naar het oordeel van de minister niet aan de voorwaarden is voldaan, heeft hij in januari 2024 besloten om de bekostiging vanaf 1 augustus 2024 te beëindigen. De medezeggenschapsraad heeft als vertegenwoordiger van de gehele schoolgemeenschap van de IBA, bestaande uit de MR, ouders en docenten, bezwaar gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2453
Datum uitspraak
19 juni 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Geld
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak202401822/2/A2

202402314/1/A2

Bij beslissing van 29 augustus 2023 heeft de examencommissie van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden een verzoek van [appellant] om het predicaat 'cum laude' te verlenen voor het bachelordiploma Rechtsgeleerdheid afgewezen. Bij beslissing van 24 augustus 2022 heeft de examencommissie een verzoek van [appellant] om het predicaat 'cum laude' te verlenen voor het bachelordiploma Rechtsgeleerdheid afgewezen. Bij uitspraak van 31 mei 2023 heeft de Afdeling het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Op 11 juli 2023 heeft [appellant] de examencommissie opnieuw verzocht om het predicaat ‘cum laude’ te verlenen. Volgens [appellant] volgt uit de uitspraak van 31 mei 2023 dat zijn werkzaamheden voor het zogenoemde huurteam een onderscheidend karakter hebben. Daarom moeten deze werkzaamheden als een bijzondere omstandigheid als bedoeld in de Onderwijs en examenregeling van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid 2021-2022 van de Universiteit Leiden worden aangemerkt, op grond waarvan het predicaat ‘cum laude’ moet worden toegekend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2513
Datum uitspraak
19 juni 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202402314/1/A2

202207465/1/V2

Bij besluit van 19 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2474
Datum uitspraak
18 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202207465/1/V2

202303645/1/V1

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2475
Datum uitspraak
18 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202303645/1/V1

202400662/3/A2

Bij besluit van 13 april 2023 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Silver voor de periode van één jaar aangewezen als opleidingsinstelling voor gezondheidspsychologen. Silver is een aanbieder van psychologische zorg. Zij heeft de minister verzocht om aangewezen te worden als opleidingsinstelling voor gezondheidspsychologen, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Besluit gezondheidspsychologen (hierna: het Besluit). Dit heeft uiteindelijk geleid tot het besluit van 13 april 2023 waarbij Silver voor de periode van één jaar is aangewezen als opleidingsinstelling. Als Silver na afloop van dat jaar zou voldoen aan de vereisten van het Besluit, dan zou de minister de aanwijzing omzetten naar een aanwijzing voor onbepaalde tijd. Bij besluit van 16 januari 2024 is deze termijn verlengd tot 1 juli 2024. Voor een beoordeling of een opleidingsinstelling voldoet aan de eisen uit het Besluit, vraagt de minister op grond van artikel 6, tweede lid, van het Besluit advies aan de Commissie Registratie en Toezicht van de FGzPt. In haar brief aan de minister van 30 april 2024 heeft de CRT geconcludeerd dat Silver op verschillende domeinen niet of slechts gedeeltelijk voldoet aan de eisen uit het Besluit.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2467
Datum uitspraak
18 juni 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Gezondheidszorg
  • uitspraakin de zaak202400662/3/A2

202401517/2/R3

Bij besluit van 12 december 2023 heeft de raad van de gemeente Hoeksche Waard het bestemmingsplan "Vrijstaande woning Schenkeldijk ong. Strijen" vastgesteld. Het plan voorziet in een vrijstaande woning met tuin aan de Schenkeldijk (ong) in Strijen. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] wonen naast de locatie waar de woning is voorzien. Zij zijn van mening dat het plan leidt tot een aantasting van het landschap en dat het negatieve gevolgen heeft voor hun woon- en leefklimaat. Daarom hebben zij beroep ingesteld tegen de vaststelling van het plan en gevraagd de voorlopige voorziening te treffen dat het plan wordt geschorst totdat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de bodemzaak. [partij] wil een omgevingsvergunning aanvragen voor de bouw van de woning die het plan mogelijk maakt. Gelet hierop is de voorzieningenrechter van oordeel dat met het verzoek een spoedeisend belang is gemoeid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2468
Datum uitspraak
18 juni 2024
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202401517/2/R3

202401751/1/R4 en 202401751/2/R4

Bij brief van 22 december 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wageningen aan de Nationale Maatschappij tot Restaureren & Herbestemmen van cultureel Erfgoed B.V. (BOEI) meegedeeld dat aan haar van rechtswege een omgevingsvergunning is verleend voor het verbouwen van de voormalige aula van de Wageningen University & Research aan de Generaal Foulkesweg 1 in Wageningen. Op het perceel Generaal Foulkesweg 1 in Wageningen geldt het bestemmingsplan "Wageningen, 2e herziening" en rusten de bestemmingen "Maatschappelijk" en "Waarde-Archeologie". Daarnaast geldt op het perceel het "Parapluplan parkeren en duurzaam bouwen". Op grond van artikel 3, lid 3.2, van het parapluplan dient bij functieverandering van een gebouw tenminste te worden voldaan aan het gemeentelijke beleid ten aanzien van parkeernormen. [appellant] woont op het [locatie], op 45 meter afstand van het perceel Generaal Foulkesweg 1. [appellant] heeft de hoger beroepsgrond dat de rechtbank niet heeft onderkend dat 45 parkeerplaatsen zijn voorzien voor auto’s, terwijl de parkeerbehoefte 50 parkeerplaatsen is, op de zitting ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2470
Datum uitspraak
18 juni 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202401751/1/R4 en 202401751/2/R4

202403401/1/V1 en 202403401/2/V1

Bij besluit van 12 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2473
Datum uitspraak
18 juni 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202403401/1/V1 en 202403401/2/V1

202403437/1/V2 en 202403437/2/V2

Bij besluit van 23 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2472
Datum uitspraak
18 juni 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202403437/1/V2 en 202403437/2/V2

202403516/1/V3 en 202403516/2/V3

Bij besluit van 18 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2482
Datum uitspraak
18 juni 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202403516/1/V3 en 202403516/2/V3

202403682/3/V3

Bij besluit van 27 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2483
Datum uitspraak
18 juni 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202403682/3/V3

BRS.24.000135

Bij besluit van 21 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2442
Datum uitspraak
18 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000135

202202671/1/V3

Bij besluit van 10 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2465
Datum uitspraak
17 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202671/1/V3

202305863/1/V2

Bij besluit van 26 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2462
Datum uitspraak
17 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202305863/1/V2

202306030/1/V3

Bij besluit van 28 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en geweigerd de vreemdeling ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2452
Datum uitspraak
17 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202306030/1/V3

202306032/1/V3

Bij besluit van 28 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en geweigerd de vreemdeling ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2451
Datum uitspraak
17 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202306032/1/V3

202306868/1/V2

Bij besluit van 1 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2463
Datum uitspraak
17 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202306868/1/V2

202307197/1/V2

Bij besluit van 9 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2461
Datum uitspraak
17 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202307197/1/V2

202307343/1/V2

Bij besluit van 29 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2459
Datum uitspraak
17 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202307343/1/V2

202403018/1/V3

Bij besluit van 24 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2464
Datum uitspraak
17 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202403018/1/V3

202403224/1/V2 en 202403224/2/V2

Bij besluit van 16 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2447
Datum uitspraak
17 juni 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202403224/1/V2 en 202403224/2/V2

202403415/1/V3 en 202403415/2/V3

Bij besluit van 18 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2460
Datum uitspraak
17 juni 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202403415/1/V3 en 202403415/2/V3

202403517/2/V1

Bij besluit van 7 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2471
Datum uitspraak
17 juni 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202403517/2/V1

202403593/2/V3

Bij besluit van 8 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2481
Datum uitspraak
17 juni 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202403593/2/V3

202305189/1/A2

Bij besluit van 27 september 2022 heeft het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen het rijbewijs van [appellant] geschorst en aan hem een onderzoek opgelegd naar zijn drugsgebruik.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2489
Datum uitspraak
17 juni 2024
  • Mondelinge uitspraak
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202305189/1/A2

202107614/1/V2

Bij besluit van 29 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2449
Datum uitspraak
14 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202107614/1/V2

202207453/1/V1

Bij besluit van 20 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2450
Datum uitspraak
14 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202207453/1/V1

202401231/1/V2

Bij besluit van 25 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2448
Datum uitspraak
14 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202401231/1/V2

202403080/1/R2 en 202403080/2/R2

Bij brief van 16 april 2024 heeft het Centraal Orgaan opvang asielzoekers beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Cranendonck op haar aanvraag om omgevingsvergunning voor het voortzetten van de opvang van asielzoekers in de voormalige Nassau-Dietzkazerne te Budel. Uit de ruimtelijke onderbouwing van ingenieursbureau Witteveen en Bos van 9 april 2024 blijkt over de huidige situatie op het asielzoekerscentrum het volgende. Het azc is sinds 2014 gevestigd in de voormalige Nassau-Dietzkazerne aan de Randweg-Oost 32 in Budel. Het biedt opvang aan 1500 bewoners. Het is een gemeenschappelijke Vreemdelingenlocatie. Asielzoekers melden zich eerst bij het aanmeldcentrum van de IND in het azc, waar een aanmeldgehoor plaatsvindt. Zij verblijven op dat moment in de zogenoemde centrale ontvangstlocatie (col), ook aangeduid als de ‘aanmeldstraat’. Hier worden de asielzoekers geïdentificeerd, geregistreerd en door de GGD medisch gescreend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2443
Datum uitspraak
14 juni 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202403080/1/R2 en 202403080/2/R2

202403657/2/V2

Bij besluit van 16 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2466
Datum uitspraak
14 juni 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202403657/2/V2

202304866/2/A3

[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Noord­Holland van 21 juni 2023 in zaak nr. 22/1158. Daarin heeft de rechtbank geoordeeld dat de verklaring van geen bezwaar op veiligheidsmachtigingsniveau B ingetrokken blijft. De minister van Defensie heeft de vertrouwelijke versie van één gedingstuk overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van dit stuk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2444
Datum uitspraak
14 juni 2024
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202304866/2/A3

202207254/1/V3

Bij besluit van 4 november 2022, aangevuld bij besluit van 18 november 2022, heeft de staatssecretaris van justitie en veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 14 december 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, die besluiten vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2425
Datum uitspraak
13 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202207254/1/V3

202300105/1/V1

Bij besluit van 9 april 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 23 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2430
Datum uitspraak
13 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202300105/1/V1

202302207/1/V1

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2432
Datum uitspraak
13 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202302207/1/V1

202306826/1/V3

Bij besluit van 17 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2435
Datum uitspraak
13 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202306826/1/V3

202307310/1/V3

Bij besluit van 24 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een aanvullend terugkeerbesluit opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2437
Datum uitspraak
13 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202307310/1/V3

202400377/1/V2

Bij besluit van 25 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat de vreemdelingen geen verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan in Nederland hebben gehad en hen opgedragen Nederland binnen vier weken te verlaten. Bij besluit van 7 juli 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het daartegen door de vreemdelingen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2438
Datum uitspraak
13 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202400377/1/V2

202401181/2/R1

[verzoekers] hebben beroep ingesteld tegen het besluit van de raad van de gemeente Veere van 8 november 2023, waarbij het bestemmingsplan "De Biezenweie" is vastgesteld. Ook hebben zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2490
Datum uitspraak
13 juni 2024
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202401181/2/R1

202401448/1/V2

Bij besluit van 17 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen. Bij besluit van 24 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2440
Datum uitspraak
13 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202401448/1/V2

202401732/2/R4

Bij besluit van 5 februari 2024 heeft de raad van de gemeente Elburg het bestemmingsplan "De Nieuwe Haven" vastgesteld. Het plangebied bevindt zich ten noorden van de historische kern van Elburg en bestaat uit het zuidelijkste gedeelte van het bedrijventerrein Kruismaten. Binnen het plangebied is bebouwing aanwezig waarin onder meer een palingrokerij was gevestigd. Het plan voorziet in de mogelijkheid om maximaal 56 woonappartementen voorzien van commerciële functies op de begane grond te realiseren. Daarvoor wijzigt het plan de bedrijfs- en verkeersbestemming op de gronden van het plangebied naar de bestemmingen "Gemengd", "Wonen" en "Verkeer - Verblijfsgebied". Elburg Foods en [verzoeker sub 2A] zijn dan wel exploiteren een bedrijf in de omgeving van het plangebied. Elburg Foods is gevestigd aan de J.P. Broekhovenstraat 6 in Elburg. [verzoeker sub 2A] is eigenaar van de percelen direct grenzend aan de noordzijde van het plangebied, kadastraal bekend als sectie A, perceelnummers 3483 en 3484. [verzoeker sub 2A] exploiteert daar zijn bedrijf. Ook zij vrezen voor een beperking van hun bedrijfsactiviteiten en van hun gebruiksmogelijkheden door de komst van de woningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2383
Datum uitspraak
13 juni 2024
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202401732/2/R4

202402545/1/V3 en 202402545/3/V3

Bij besluit van 7 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2441
Datum uitspraak
13 juni 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202402545/1/V3 en 202402545/3/V3

202402644/1/R1 en 202402644/2/R1

Het beroep richt zich tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Vlissingen van 16 april 2024, waarbij het college het "spreidingsplan locaties afvalinzamelvoorzieningen Paauwenburg-omgekeerd inzamelen" heeft vastgesteld. Daarbij is onder meer de locatie aan de Chopinlaan nabij het kruispunt aan de Mozartlaan aangewezen voor het plaatsen van 5 afvalcontainers.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2512
Datum uitspraak
13 juni 2024
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202402644/1/R1 en 202402644/2/R1

202402691/1/V3

Bij besluit van 21 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 23 april 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.M. Seth Paul, advocaat te Amsterdam, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2439
Datum uitspraak
13 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202402691/1/V3

202402721/1/V3

Bij besluiten van 29 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten, een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd en hem in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 24 april 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.H.K. van Middelkoop, advocaat te Haarlem, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2436
Datum uitspraak
13 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202402721/1/V3

202403157/2/R1

Het beroep richt zich tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Vlissingen van 16 april 2024, waarbij het college het "spreidingsplan locaties afvalinzamelvoorzieningen Paauwenburg-omgekeerd inzamelen" heeft vastgesteld. Daarbij is onder meer de locatie aan de Abraham Kuyperstraat ter hoogte van de Abraham Kuyperstraat 23 aangewezen voor de plaatsing van 1 container.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2515
Datum uitspraak
13 juni 2024
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202403157/2/R1

202403232/1/V3 en 202403232/2/V3

Bij besluit van 8 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard. Bij uitspraak van 17 mei 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.S. Dunant Maurits, advocaat te Leeuwarden, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2434
Datum uitspraak
13 juni 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202403232/1/V3 en 202403232/2/V3

202403250/2/V3

Bij besluit van 26 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 17 mei 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2433
Datum uitspraak
13 juni 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202403250/2/V3

202403298/1/V2 en 202403298/2/V2

Bij besluit van 29 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 28 mei 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A. Akhiat, advocaat te Den Haag, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2431
Datum uitspraak
13 juni 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202403298/1/V2 en 202403298/2/V2

202403358/1/V2 en 202403358/2/V2

Bij besluit van 16 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2446
Datum uitspraak
13 juni 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202403358/1/V2 en 202403358/2/V2

202403419/2/V3

Bij besluit van 18 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 27 mei 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2429
Datum uitspraak
13 juni 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202403419/2/V3

BRS.24.000103

Bij besluit van 21 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2378
Datum uitspraak
13 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000103

202204022/1/V1

Bij besluit van 17 december 2021 heeft het het Centraal Orgaan opvang asielzoekers een aanvraag van de vreemdeling om vergoeding van buitengewone kosten opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2379
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202204022/1/V1

202301501/1/V1

Bij besluit van 9 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2382
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202301501/1/V1

202305691/1/V1

Bij besluit van 30 maart 2022 heeft het Centraal Orgaan opvang asielzoekers voor de duur van vier weken € 5,00 per week ingehouden van het aan de vreemdeling op de voet van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 toegekende leefgeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2384
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202305691/1/V1

202306064/1/V1

Bij besluit van 21 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken. Bij besluit van 7 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2385
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202306064/1/V1

202400308/1/R1 en 202400308/2/R1

Bij besluit van 30 november 2023 heeft de raad van de gemeente Purmerend het bestemmingsplan "Meeuwstraat 2-2023" vastgesteld. Bij besluit van 12 december heeft het college van burgemeester en wethouders van Purmerend een omgevingsvergunning verleend voor het oprichten van een appartementengebouw met 12 appartementen. Vastgoedmaatschappij Het Groene Land B.V. is initiatiefnemer van deze ontwikkeling. [appellante] en anderen zijn omwonenden van het plangebied en vrezen voor aantasting van hun woon- en leefklimaat door de ontwikkelingen die het plan mogelijk maakt.[appellante] en anderen hebben tijdens de zitting toegelicht dat hun gronden alleen tegen het plan zijn gericht. [appellante] en anderen voeren aan dat de participatie ontoereikend was. Er zijn slechts twee bijeenkomsten georganiseerd. Bij de eerste presentatie waren de plannen volgens hen al tot in detail uitgewerkt. Verder worden in het verslag van de informatiebijeenkomst de zwaarwegende argumenten die toen naar voren zijn gebracht niet genoemd. Er is door de omwonenden ook een handtekeningenactie opgestart, waaraan 63 bewoners hebben deelgenomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2351
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Bouwen
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202400308/1/R1 en 202400308/2/R1

202402837/1/V3

Bij besluit van 23 mei 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2386
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202402837/1/V3

202402856/1/V2 en 202402856/2/V2

Bij besluit van 12 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2387
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202402856/1/V2 en 202402856/2/V2

202402867/1/V2 en 202402867/2/V2

Bij besluit van 23 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2388
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202402867/1/V2 en 202402867/2/V2

202402874/1/V3

Bij besluit van 7 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2389
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202402874/1/V3

202402925/1/V2

Bij besluit van 8 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 24 april 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A. Alkir, advocaat te Eindhoven, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2391
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202402925/1/V2

202403196/1/V3 en 202403196/2/V3

Bij besluit van 9 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2445
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202403196/1/V3 en 202403196/2/V3

202403205/1/V3 en 202403205/2/V3

Bij besluit van 12 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 17 mei 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. J.J. Bronsveld, advocaat te Bergen op Zoom, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2426
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202403205/1/V3 en 202403205/2/V3

202403234/1/V3 en 202403234/2/V3

Bij besluit van 9 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2390
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202403234/1/V3 en 202403234/2/V3

BRS.24.000174

Bij besluit van 18 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2369
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000174

BRS.24.000177

Bij besluit van 17 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2371
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000177

BRS.24.000196

Bij besluit van 3 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 21 mei 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M. Pater, advocaat in Assen, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2372
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000196

202103549/1/R4

[appellant] heeft op grond van artikel 8:55f van de Algemene wet bestuursrecht beroep ingesteld tegen het uitblijven van de bekendmaking van een volgens hem van rechtswege verleende omgevingsvergunning. [appellant] was tot 30 juni 2022 eigenaar van het perceel [locatie] in Weesp. Het perceel is gelegen aan de Vecht in een bebouwingslint ten zuidoosten van de kern van Weesp. Op grond van het bestemmingsplan "Landelijk gebied Weesp" rust op het perceel de enkelbestemming "Wonen". Op het perceel staat geen woning, maar alleen een bijgebouw, omdat het perceel is afgesplitst van een ander perceel waarop wel een woning staat. Op 16 januari 2020 heeft [appellant] een omgevingsvergunning aangevraagd om in strijd met het bestemmingsplan het bijgebouw op het perceel als recreatieverblijf te kunnen gebruiken. Bij brief van 22 mei 2020 heeft [appellant] het college te kennen gegeven dat de door hem aangevraagde omgevingsvergunning inmiddels van rechtswege is verleend. Bij die brief heeft [appellant] het college ook in gebreke gesteld, omdat het college die verlening van rechtswege in strijd met artikel 4:20d, eerste lid, van de Awb nog niet bekend heeft gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2401
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202103549/1/R4

202105717/1/A2

Bij besluit van 7 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellant] een boete van € 20.500,00 opgelegd vanwege de onttrekking van een woning aan de woningvoorraad. Bij besluit van 7 mei 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam dit besluit deels gewijzigd, het bezwaar gegrond verklaard en de boete verlaagd naar € 11.600,00. De woning aan [locatie 1]-[locatie 2] in Amsterdam is bij de gemeente als Bed en Breakfast aangemeld. [appellant] staat in de basisregistratie personen op dit adres ingeschreven. Hij is de huurder van de woning. [bedrijf] is de eigenaar. Naar aanleiding van een melding over overlast van verhuur van de woning aan toeristen in 2018 is het college een onderzoek gestart naar het feitelijk gebruik van deze woning. Op 13 september 2018 hebben toezichthouders van de gemeente Amsterdam een bezoek gebracht aan de woning en hun bevindingen neergelegd in het op ambtseed/belofte gemaakte rapport van bevindingen (hierna: het rapport). Volgens dit rapport heeft de woning drie slaapkamers. Twee kamers op de tweede verdieping en één kamer op de eerste verdieping.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2394
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Boete
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202105717/1/A2

202105722/1/A2

Bij besluit van 7 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan de B.V. een boete van € 20.500,00 opgelegd vanwege de onttrekking van een woning aan de woningvoorraad. Bij besluit van 21 augustus 2019 heeft het college het door de B.V. daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. De B.V. is sinds december 2017 eigenaar van de woning aan [locatie] in Amsterdam. [partij] is huurder van deze woning en staat in de basisregistratie personen op dit adres ingeschreven. De woning is bij de gemeente als Bed en Breakfast aangemeld. Naar aanleiding van een melding over overlast van verhuur van de woning aan toeristen in 2018 is het college een onderzoek gestart naar het feitelijk gebruik van deze woning. Op 13 september 2018 hebben toezichthouders van de gemeente Amsterdam een bezoek gebracht aan de woning en hun bevindingen neergelegd in het op ambtseed/belofte gemaakte rapport van bevindingen. Volgens dit rapport heeft de woning drie slaapkamers. Twee kamers op de tweede verdieping en één kamer op de eerste verdieping. De twee kamers op de tweede verdieping werden door drie in de woning aangetroffen Belgische toeristen gebruikt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2393
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Boete
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202105722/1/A2

202202618/1/R4

Bij besluit van 3 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam het verzoek van [appellant A] om handhavend op te treden wegens geur- en geluidsoverlast afgewezen. [appellant A] woont op het adres [locatie] te Amsterdam. [appellant A] heeft op 21 juni 2018 het college verzocht om handhavend op te treden tegen de geur- en geluidsoverlast die hij ondervindt van de voedselbereidende en cateringbedrijven in de directe nabijheid van zijn woning. Toezichthouders van de gemeente hebben naar aanleiding van het verzoek om handhaving in 2018 controles uitgevoerd. Bij besluit van 3 juli 2019 heeft het college het verzoek om handhavend optreden afgewezen, omdat ten aanzien van geur- en geluidsoverlast geen overtredingen zijn vastgesteld. [appellant A] heeft hiertegen bezwaar gemaakt en wegens het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaar op 25 januari 2021 een ingebrekestelling aan het college gestuurd. Ook heeft hij beroep ingesteld bij de rechtbank omdat het college volgens hem een dwangsom is verschuldigd wegens het niet tijdig beslissen op zijn bezwaar. Bij uitspraak van 20 mei 2021 heeft de rechtbank het beroep niet tijdig beslissen gegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2402
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202202618/1/R4

202202743/1/R2

Bij besluit van 27 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Boxmeer aan stichting B.I.E.B. Holthees een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van vier half vrijstaande woningen en het aanleggen van vier uitwegen op de locatie Horstenweg 12a, 14, 16 en 16a te Holthees. Het college heeft de uniforme openbare voorbereidingsprocedure gevolgd en het ontwerpbesluit ter inzage gelegd. [appellanten sub 1] hebben naar aanleiding van het ontwerpbesluit een zienswijze naar voren gebracht. Bij besluit van 27 mei 2020 heeft het college de gevraagde omgevingsvergunning verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3˚, van de Wabo. [appellanten sub 1] wonen aan de [locatie] in Holthees, vlakbij de percelen. Zij kunnen zich niet verenigen met het bouwplan. De rechtbank heeft geoordeeld dat, doordat de ruimtelijke onderbouwing niet gelijktijdig met het ontwerpbesluit ter inzage heeft gelegen, niet is voldaan aan artikel 3:11 van de Algemene wet bestuursrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2416
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202202743/1/R2

202203304/2/R3

Bij tussenuitspraak van 24 januari 2024, ECLI:NL:RVS:2024:224, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Tytsjerksteradiel opgedragen om binnen 16 weken na de verzending van de tussenuitspraak het daarin omgeschreven gebrek in het besluit van 3 maart 2022 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Gytsjerk-Mûnein 2021" te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak, onder 5.3 en 5.4, overwogen dat de raad niet heeft gemotiveerd waarom een afstand van minder dan 10 m tussen een milieugevoelige functie en de gronden van het kadastrale perceel Gytsjerk, sectie F, nummer 2179 met de bestemming "Bedrijf 1" en de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - opslag hoveniersbedrijf", ruimtelijk aanvaardbaar is. De Afdeling heeft de raad in de gelegenheid gesteld dit gebrek te herstellen. De tussenuitspraak verplicht, gelet op artikel 8:51d, in samenhang gelezen met artikel 8:51a, tweede lid, van de Awb, de raad om het geconstateerde gebrek te herstellen binnen de daartoe gestelde termijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2409
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202203304/2/R3

202203792/1/R3

Bij besluit van 24 mei 2022 heeft de raad van de gemeente Smallingerland het bestemmingsplan "Drachten, Zwembad de Welle" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van een nieuw gemeentelijk zwembad aan de Sportlaan in Drachten. [appellant A] en [appellant B] zijn eigenaren van het Fries congres- en paardencentrum Drachten (hierna: het FCD) gelegen op het perceel Oprijlaan 3 in Drachten. Zij willen dat het terrein van het FCD in aanmerking komt voor de bouw van het nieuwe zwembad in plaats van de locatie aan de Sportlaan waar de raad voor heeft gekozen. Daarom zijn zij opgekomen tegen het plan. [appellant A] en [appellant B] hebben geen zienswijzen naar voren gebracht over het ontwerpplan. [appellant A] en [appellant B] betogen, onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 14 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:786, dat hun beroep ontvankelijk is. Zij stellen belanghebbenden te zijn omdat het terrein van het FCD een geschikte locatie is voor de bouw van het zwembad. Dit blijkt volgens [appellant A] en [appellant B] uit een locatieonderzoek uit 2010. Zij hebben de locatie in 2019 per brief aan de raad voorgedragen en later nog een keer bij een rondetafelgesprek in 2020.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2410
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202203792/1/R3

202204081/1/A3

Bij besluit van 27 september 2019 heeft de commissie bezwaarschriften van de gemeente Waalwijk aan Sportvereniging Capelle meegedeeld dat de behandeling van haar bezwaarschrift tegen het opleggen van een bestuurlijke boete op de hoorzitting van 19 september 2019 is aangehouden, omdat [appellant] niet als woordvoerder of vertegenwoordiger van Sportvereniging Capelle kan optreden. Het geschil gaat over de weigering van de commissie om [appellant] te laten optreden als vertegenwoordiger of woordvoerder van Sportvereniging Capelle op de hoorzitting van 19 september 2019. In die hoorzitting werd het bezwaar van Sportvereniging Capelle tegen het opleggen van een bestuurlijke boete op grond van de Drank- en Horecawet behandeld. De commissie heeft [appellant] als vertegenwoordiger van Sportvereniging Capelle geweigerd, omdat hij lid is van de raad van de gemeente Waalwijk. Het optreden als vertegenwoordiger is een verboden handeling, als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Gemeentewet. Gelet daarop bestaan tegen [appellant] ernstige bezwaren in de zin van artikel 2:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, aldus de commissie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2406
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202204081/1/A3

202204671/1/A3

Bij besluit van 1 augustus 2019 heeft de burgemeester van 's-Hertogenbosch aan [appellant] een drank- en horecawetvergunning en een exploitatievergunning verleend voor de horeca-inrichting [eetcafé] aan de [locatie] in ‘s-Hertogenbosch. [appellant] heeft op 20 maart 2019 een drank- en horecawetvergunning en een exploitatievergunning aangevraagd voor zijn horeca-inrichting [eetcafé]. De burgemeester heeft deze vergunningen bij besluit van 1 augustus 2019 verleend. De exploitatievergunning is daarbij verleend voor de duur van één jaar. Verder is er een aantal aanvullende voorschriften en beperkingen verbonden aan de exploitatievergunning, waaronder de voorwaarde dat het aanbieden en/of laten roken van shisha in de horeca-inrichting niet is toegestaan. De rechtbank heeft in haar uitspraak van 6 april 2021 geoordeeld dat de burgemeester in het besluit van 6 januari 2020 niet heeft kunnen verwijzen naar toekomstige wet- en regelgeving om vast te houden aan het verbod op het gebruik van shisha in de horeca-inrichting.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2422
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202204671/1/A3

202204696/1/A3

Bij brieven van 10 mei 2021 heeft de minister van Buitenlandse Zaken medegedeeld dat [wederpartij A], [wederpartij B] en [wederpartij C] niet over het Nederlanderschap beschikken en dat daarom hun Nederlandse paspoorten van rechtswege zijn vervallen en worden ingetrokken. Bij besluit van 20 juli 2021 heeft de minister van Buitenlandse Zaken het voor [wederpartij A], [wederpartij B] en [wederpartij C] daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Bij brieven van 10 mei 2021 heeft de minister medegedeeld dat [wederpartij A], [wederpartij B] en [wederpartij C] niet over het Nederlanderschap beschikken en dat daarom hun Nederlandse paspoorten van rechtswege zijn vervallen en worden ingetrokken. Daarbij wordt hen opgedragen de paspoorten zo spoedig mogelijk in te leveren. De minister heeft het bezwaar van [wederpartij A], [wederpartij B] en [wederpartij C] niet-ontvankelijk verklaard omdat de mededeling niet op rechtsgevolg gericht is en daartegen dus geen bezwaar kan worden gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2396
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • Paspoort
  • uitspraakin de zaak202204696/1/A3

202205166/1/R3

Bij besluit van 4 februari 2020 heeft het college een omgevingsvergunning verleend aan Luzac Onderwijs B.V. voor het tijdelijk vestigen van een school op het perceel Willem Ruyslaan 75 in Rotterdam. Het college heeft bij besluit van 4 februari 2020 een omgevingsvergunning verleend aan Luzac voor de tijdelijke vestiging van een school op het perceel. Tuda Fruta exploiteert een coffeeshop op de Chris Bennekerslaan 47 A/B. De vestiging van de school betekent dat de openingstijden van de coffeeshop op grond van het Rotterdamse coffeeshopbeleid 2013 (hierna: het coffeeshopbeleid) beperkt moeten worden. Deze uitspraak gaat over de vraag of het bezwaar wel of niet ontvankelijk is. Het besluit is op 5 februari 2020 bekend gemaakt, wat betekent dat de bezwaartermijn van 6 februari 2020 tot en met 18 maart 2020 liep. Tuda Fruta heeft op 7 april 2020 bezwaar gemaakt tegen het besluit. Het college heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaarschrift te laat is ingediend. De rechtbank heeft geoordeeld dat geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding en dat het college het bezwaar van Tuda Fruta daarom terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2399
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202205166/1/R3

202300224/1/A2

Bij brief van 3 maart 2017 heeft de korpschef van politie het verzoek van [appellant] om schadevergoeding afgewezen. Bij besluit van 10 mei 2022 heeft de korpschef het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. [appellant] heeft op 26 juli 2014 een verzoek om schadevergoeding ingediend bij de korpschef. [appellant] stelt dat hij schade heeft geleden doordat een hoofdagent van de politie zich onprofessioneel jegens hem heeft gedragen. Op 31 augustus 2012 is hij gearresteerd wegens het verzilveren van valse reischeques. [appellant] stelt mishandeld te zijn tijdens het vervoer naar het arrestantencomplex. De onderliggende reden van de mishandeling is volgens [appellant] dat hij vanaf 1993 bij de politie ten onrechte geregistreerd staat als iemand die zich structureel schuldig maakt aan bedreiging, vernieling en het plegen van valsheid in geschrifte. De rechtbank heeft overwogen, voor zover van belang, dat het verzoek om schadevergoeding ziet op feitelijk handelen van de politie en dat de brief van 3 maart 2017 niet kan worden gezien als een besluit waartegen beroep bij de bestuursrechter kan worden ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2395
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202300224/1/A2

202300556/1/R1

Op 11 maart 2020 heeft [appellante] een verzoek om handhaving ingediend over de woning [locatie A] in Wervershoof. Op 28 april 2020 heeft [appellante] het college van burgemeester en wethouders van Medemblik in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op haar verzoek van 11 maart 2020. Op 4 juni 2020 heeft [appellante] beroep ingesteld wegens het niet tijdig nemen van een besluit op haar verzoek van 11 maart 2020 en de rechtbank verzocht de hoogte van de door het college verbeurde dwangsom vast te stellen. De rechtbank heeft overwogen dat het college op het verzoek om handhaving van [appellante] alleen een besluit hoeft te nemen als dat verzoek is aan te merken als een aanvraag als bedoeld in artikel 1:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht .

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2417
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202300556/1/R1

202301035/1/A2

Bij besluit van 6 juni 2018 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand (hierna: de raad) de toevoeging met kenmerk 1HQ0489 ingetrokken. Bij uitspraak van 5 januari 2023 heeft de rechtbank het door [wederpartij] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard en het besluit van 22 januari 2021 vernietigd. [wederpartij] heeft rechtsbijstand verleend aan rechtzoekende in een echtscheidingsprocedure. Die procedure is geëindigd met de beschikking van 30 mei 2017 van de rechtbank Limburg, waarin de echtscheiding tussen rechtzoekende en haar - toenmalige - partner (hierna: ex-partner) is uitgesproken. In geschil is of de raad zorgvuldig heeft vastgesteld dat het resultaat dat rechtzoekende van de zaak heeft, het drempelbedrag niet overschrijdt. Daarbij is de vraag aan de orde hoe ver de onderzoeksplicht van de raad reikt om het resultaat vast te stellen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2407
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202301035/1/A2

202301748/1/A2

Bij besluit van 18 februari 2022 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand de aanvraag van [appellante] om een toevoeging afgewezen. Bij besluit van 2 augustus 2022 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. In deze zaak is in geschil of de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de raad terecht het bezwaar van [appellante] niet-ontvankelijk heeft verklaard omdat [appellante] geen procesbelang meer heeft. [appellante] heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam (hierna: het college) verzocht om inzage in de verwerking van haar persoonsgegevens. Tegen het besluit van het college op haar verzoek heeft [appellante] bezwaar gemaakt, waarvoor zij een toevoeging bij de raad heeft aangevraagd. De raad heeft die aanvraag bij besluit van 14 januari 2021 afgewezen en het daartegen gemaakte bezwaar bij besluit van 3 juni 2021 ongegrond verklaard. [appellante] heeft tegen het besluit van 3 juni 2021 beroep ingesteld. Hiervoor heeft [appellante] een toevoeging aangevraagd, waar deze zaak op ziet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2400
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202301748/1/A2

202301892/1/A2

Bij besluit van 18 november 2021 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand de aanvraag van [appellant] om een toevoeging met kenmerk […] afgewezen. Bij besluit van 2 maart 2022 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. [appellant] heeft een toevoeging (hierna: een reguliere toevoeging) aangevraagd voor een procedure in hoger beroep. De Afdeling heeft op dat hoger beroep uitspraak gedaan op 11 mei 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1351. De raad heeft de aanvraag om een reguliere toevoeging bij besluit van 18 november 2021 afgewezen omdat een advocaat volgens de raad niet noodzakelijk is. Daarbij heeft de raad erop gewezen dat [appellant] mogelijk wel in aanmerking komt voor een adviestoevoeging zelfredzaamheid na een diagnose van het Juridisch Loket. Na de diagnose van het Juridisch Loket van 23 november 2021 heeft de raad de aanvraag van [appellant] om een Atz bij besluit van 29 november 2021 toegekend. Bij besluit van 3 februari 2022 heeft de raad de verleende Atz omgezet in een Toevoeging zelfredzaamheid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2397
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202301892/1/A2

202302117/1/R1

Bij besluit van 24 januari 2020 heeft het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe besloten tot invordering van een dwangsom van € 8.000,00, vanwege het niet naleven van een last onder dwangsom, opgelegd in verband met een vergunningvoorschrift over het aanbrengen van infiltratiekratten met een waterbergend vermogen van minimaal 150 m3. Jabé Vastgoed B.V. is eigenaar van het perceel Anthonie Fokkerstraat 89 in Barneveld. Aan haar rechtsvoorganger Lammert Wilbrink B.V. is op 13 september 2017 een watervergunning verleend die onder meer voorziet in het uitbreiden van een verharding op het perceel. Aan die vergunning zijn voorschriften verbonden waarin onder andere staat dat er infiltratiekratten met een waterbergend vermogen van minimaal 150 m3 onder de verharding moeten worden aangebracht. Jabé Vastgoed B.V. heeft het perceel gekocht. Bij besluit van 23 april 2019 heeft het college aan haar een last onder dwangsom opgelegd, omdat in strijd met de watervergunning geen infiltratiekratten zijn aangebracht onder de verharding.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2418
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202302117/1/R1

202303311/1/R3

Bij besluit van 4 april 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dinkelland het wijzigingsplan "Denekamp, Berghumerstraat" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van een vrijstaande woning met bijgebouw op het perceel Berghumerstraat ong. te Denekamp. Het perceel is kadastraal bekend sectie O, nummers 5104, 5293 en 5294. Het perceel ligt ten oosten van het perceel Berghumerstraat 32 in de kern van Denekamp. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] wonen in de omgeving van het perceel. Zij vrezen dat de met het plan mogelijk gemaakte bouw van een woning met bijgebouw inbreuk zal maken op hun woon- en leefklimaat en dat die bouw de natuurlijke kwaliteit van de bosstructuur aan zal tasten. Zij hebben ook aangevoerd dat het perceel geen zelfstandige ontsluiting heeft. [appellante sub 3] verzet zich tegen het wijzigingsplan, omdat zij niet wil dat haar terrein wordt gebruikt als ontsluiting voor het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2419
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202303311/1/R3

202303702/1/A2

Bij uitspraak van 24 mei 2023 heeft de rechtbank een verzoek van [appellant] om het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen te veroordelen tot schadevergoeding afgewezen. In geschil is of de rechtbank het verzoek om schadevergoeding van [appellant] terecht heeft afgewezen omdat het besluit van 5 april 2022 van het CBR niet onrechtmatig is. Bij dit besluit heeft het CBR [appellant] niet rijgeschikt verklaard. Meer in het bijzonder gaat deze zaak over de vraag of het CBR zich voor dat besluit mocht baseren op het rapport van een psychiater waarin is geconcludeerd dat er geen sprake is van een recidiefvrije periode van meer dan een jaar en dat het drugsgebruik niet in langdurige of volledige remissie is. [appellant] heeft de rechtbank verzocht het CBR te veroordelen tot het betalen van vergoeding van de schade die hij stelt te hebben geleden als gevolg van het besluit van 5 april 2022. De schade bestaat uit de kosten van het herkeuringsrapport van Vinkers. Volgens [appellant] had het CBR het keuringsrapport van Barbier niet aan het besluit van 5 april 2022 ten grondslag mogen leggen. Dit rapport is onzorgvuldig, omdat de psychiater geen gebruik had mogen maken van het urineonderzoek van 9 maart 2022.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2420
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202303702/1/A2

202303956/1/A2

Bij besluiten van 20 juni 2022 heeft de raad voor rechtsbijstand de aanvragen van [appellant] om een toevoeging voor rechtsbijstand afgewezen. [appellant] heeft twee toevoegingen aangevraagd voor rechtsbijstand voor een hoorgesprek met de officier van justitie over het voornemen om twee strafbeschikkingen op te leggen. [appellant] was twee keer aangehouden voor een overtreding. Het hoorgesprek heeft plaatsgevonden op 25 mei 2022. De raad heeft beide aanvragen afgewezen omdat een advocaat volgens de raad niet noodzakelijk is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2398
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202303956/1/A2

202304791/1/V2

Bij besluit van 1 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. De vreemdeling is een Pakistaanse man en behoort tot de ahmadi’s. Aanhangers van deze religieuze stroming vormen een minderheid in Pakistan en kunnen daar worden blootgesteld aan discriminatie en vervolging. De staatssecretaris heeft de asielaanvraag van de vreemdeling niet in behandeling genomen, omdat hij eerder in Oostenrijk een asielaanvraag heeft ingediend en dat land op grond van de Dublinverordening verantwoordelijk is voor zijn asielaanvraag. De vreemdeling vreest bij overdracht aan Oostenrijk echter voor indirect refoulement. Hij stelt dat de Oostenrijkse autoriteiten geen effectieve bescherming tegen vervolging bieden aan ahmadi’s en hem gedwongen zullen uitzetten naar Pakistan. Daarom vindt hij dat Nederland zijn asielaanvraag moet beoordelen. In hoger beroep is in geschil of er voor Pakistaanse ahmadi’s tussen Nederland en Oostenrijk sprake is van een evident en fundamenteel verschil in beschermingsbeleid, in de zin van de uitspraak van de Afdeling van 6 juli 2022.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2359
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202304791/1/V2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202304791/1/V2

202305205/1/A2

Bij besluit van 16 augustus 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag het verzoek van Altro om nadeelcompensatie en haar aanvraag om tegemoetkoming in planschade afgewezen. Altro exploiteerde van 28 februari 2007 tot 26 augustus 2018 een restaurant aan het Deltaplein 605 in Den Haag. Het restaurant was gelegen langs de strandboulevard in Kijkduin, in de nabijheid van verschillende andere horeca-inrichtingen. Voor de verwezenlijking van het bestemmingsplan heeft het college ingestemd met voorbereidende werkzaamheden. Bij besluit van 20 november 2017 heeft het college ingestemd met het verwijderen en verplaatsen van de laag- en middenspanning en lagedruk gasnet ter hoogte van Deltaplein 1 in Den Haag. Bij een ander besluit van 20 november 2017 heeft het college ingestemd met het plaatsen van bouwhekken rondom een bouwplaats voor het bouwen van een ondergrondse parkeergarage en appartementen ter hoogte van het Deltaplein 401 in Den Haag. De voorbereidende werkzaamheden zijn begonnen in november 2017, waarbij onder meer hekken zijn geplaatst, looproutes zijn gewijzigd en bushaltes zijn verplaatst.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2411
Datum uitspraak
12 juni 2024
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202305205/1/A2
vorige pagina1...656667...1.204volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon