Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.940
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202206426/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3669
Datum uitspraak
9 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206426/1/V3

202206535/2/V3

Bij besluit van 25 augustus 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3670
Datum uitspraak
9 december 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206535/2/V3

202206599/1/V3 en 202206599/2/V3

Bij besluit van 19 september 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3671
Datum uitspraak
9 december 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206599/1/V3 en 202206599/2/V3

202103093/1/V3

Bij besluit van 18 juli 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van referent om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3570
Datum uitspraak
8 december 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202103093/1/V3

202107524/1/V2

Bij besluit van 4 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3635
Datum uitspraak
8 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107524/1/V2

202107939/1/V1

Bij besluit van 8 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: een mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3578
Datum uitspraak
8 december 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202107939/1/V1

202201128/3/R3

Het beroep richt zich tegen het besluit van de raad van de gemeente Dantumadiel van 30 november 2021, waarbij het bestemmingsplan "Mûnetilleterrein Damwâld" is vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3724
Datum uitspraak
8 december 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202201128/3/R3

202203125/1/V3

Bij besluit van 22 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3637
Datum uitspraak
8 december 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202203125/1/V3

202203374/1/V1

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3638
Datum uitspraak
8 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203374/1/V1

202203620/1/V1

Bij besluit van 3 november 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3640
Datum uitspraak
8 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203620/1/V1

202203628/1/V1

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3642
Datum uitspraak
8 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203628/1/V1

202203664/1/V1

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3643
Datum uitspraak
8 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203664/1/V1

202203734/1/V1

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3644
Datum uitspraak
8 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203734/1/V1

202204983/2/R2

Bij besluit van 9 juni 2022 heeft de raad van de gemeente Helmond het bestemmingsplan "Buitengebied - [locatie 1]" vastgesteld. Het plan voorziet in een juridisch-planologisch kader voor de reeds bestaande paardenhouderij en de verdere ontwikkeling van de paardenhouderij op de gronden, gelegen aan de [locatie 1] te Helmond. Aan de gronden is de bestemming "Agrarisch - Productiegerichte paardenhouderij" toegekend. [verzoeker] woont aan de [locatie 2]. [verzoeker A] is eigenaar van het bedrijf [bedrijf], een kwekerij, gevestigd aan de [locatie 2]. [verzoekster B] is eigenaar van twee percelen, kadastraal bekend gemeente Helmond, sectie L, nrs. 2786 en 2788. Het perceel met nr. 2788 is gelegen direct ten zuiden van het plangebied. Het perceel met nr. 2786 ligt direct ten zuiden van het perceel met nr. 2788.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3647
Datum uitspraak
8 december 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202204983/2/R2

202205740/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3645
Datum uitspraak
8 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205740/1/V3

202205812/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3648
Datum uitspraak
8 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205812/1/V3

202205920/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3649
Datum uitspraak
8 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205920/1/V3

202205922/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3650
Datum uitspraak
8 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205922/1/V3

202205932/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3652
Datum uitspraak
8 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205932/1/V3

202206046/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3654
Datum uitspraak
8 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206046/1/V3

202206048/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3655
Datum uitspraak
8 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206048/1/V3

202206186/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3656
Datum uitspraak
8 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206186/1/V3

202206482/1/V3

De vreemdelingen hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvragen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3653
Datum uitspraak
8 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206482/1/V3

202206538/1/V2 en 202206538/2/V2

Bij besluit van 30 september 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3651
Datum uitspraak
8 december 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206538/1/V2 en 202206538/2/V2

202206542/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3646
Datum uitspraak
8 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206542/1/V3

202206848/2/V3

Bij besluit van 25 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ambtshalve geweigerd krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat uitzetting van de vreemdeling achterwege blijft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3672
Datum uitspraak
8 december 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202206848/2/V3

202105174/1/V2

Bij besluit van 3 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3573
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202105174/1/V2

202205249/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluit van 18 juli 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van de vreemdeling ingewilligd, zonder daarbij vast te stellen dat hij aan de vreemdeling een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3576
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205249/1/V3

202205739/2/R2

Bij besluit van 12 augustus 2021 heeft het college een omgevingsvergunning verleend aan Albatros 2.0 B.V. voor het plaatsen van vier parasols op een drijvend terras bij een horecagelegenheid bij een schip aan de Piuskade 1b te Tilburg. Albatros is de vergunninghouder voor het plaatsen van vier parasols op een drijvend terras bij een horecagelegenheid bij een schip aan de Piushaven 1b in Tilburg. [partij] en anderen zijn omwonenden. De rechtbank heeft overwogen dat het college in het besluit van 15 december 2021 niet is ingegaan op het bezwaar van [partij] en anderen dat zij hinder ondervinden van de parasols die na sluitingstijd niet worden ingeklapt. De rechtbank heeft het belang van [partij] en anderen bij het inklappen van de parasols na sluitingstijd en het uitzicht dat hen wordt ontnomen bij het voortdurend opengeklapt houden van de parasols, zwaarder laten wegen dan het belang van Albatros bij het opengeklapt houden van de parasols na sluitingstijd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3532
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202205739/2/R2

202205813/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3583
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205813/1/V3

202205923/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluit van 21 juli 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van de vreemdeling ingewilligd, zonder daarbij vast te stellen dat hij aan de vreemdeling een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3584
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205923/1/V3

202206129/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluit van 28 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van de vreemdeling ingewilligd, zonder daarbij vast te stellen dat hij aan de vreemdeling een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3579
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206129/1/V3

202206359/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluit van 4 augustus 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van de vreemdeling ingewilligd, zonder daarbij vast te stellen dat hij aan de vreemdeling een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3577
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206359/1/V3

202206363/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluit van 16 augustus 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van de vreemdeling ingewilligd, zonder daarbij vast te stellen dat hij aan de vreemdeling een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3575
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206363/1/V3

202206539/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluit van 8 augustus 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van de vreemdeling ingewilligd, zonder daarbij vast te stellen dat hij aan de vreemdeling een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3582
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206539/1/V3

202206762/2/V2

Bij besluit van 16 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3641
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206762/2/V2

202206817/1/V3

Bij besluit van 6 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3639
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206817/1/V3

202206835/2/V2

Bij besluit van 31 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3572
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206835/2/V2

202206853/2/V2

Bij besluit van 31 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3574
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206853/2/V2

202206858/2/V3

Bij besluit van 23 september 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3636
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206858/2/V3

202003420/1/R3

Bij besluit van 20 april 2020 heeft de raad van de gemeente Kaag en Braassem het bestemmingsplan "Dyckhof" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt het mogelijk dat op de gronden achter het perceel Zuidweg 33 te Rijpwetering elf woningen worden gebouwd. De ontsluiting van de woningen naar de openbare weg (de Zuidweg) wordt in het plan mogelijk gemaakt via de Ripse Schans. Deze straat loopt door de gelijknamige wijk Ripse Schans. [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B], [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B], [appellant sub 3A] en [appellant sub 3B], [appellant sub 4A] en [appellant sub 4B], [appellant sub 5A] en [appellant sub 5B] wonen aan de Ripse Schans. [appellant sub 6A] en [appellant sub 6B] wonen aan de Zuidweg, naast het perceel Zuidweg 33. Zij zijn het niet eens met het bestemmingsplan. Zij vrezen voor een aantasting van hun woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3598
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202003420/1/R3

202003995/1/A2

Bij besluit van 28 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Boekel een aanvraag van [appellant sub 3B] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. Van 1 januari 2013 tot 27 juni 2018 exploiteerde [appellant sub 3B] als eenmanszaak aan de [locatie] te Boekel een autobedrijf, bestaande uit een tankstation, garagewerkplaats, autoshowroom, carwash en shop. De bebouwing huurde [appellant sub 3B] van een derde. Vanaf 27 juni 2018 is [appellante sub 1] de exploitant van het autobedrijf. De Julianastraat was de route voor het doorgaande verkeer door Boekel uit noordelijke en zuidelijke richting. Op 24 augustus 2017 is het bestemmingsplan "Randweg Boekel" in werking getreden. Het nieuwe bestemmingsplan maakt de aanleg van een randweg ten westen van de bebouwde kom van Boekel mogelijk. [appellant sub 3B] heeft bij brief van 4 september 2018 een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het nieuwe bestemmingsplan, omdat realisering van de westelijke randweg de hoeveelheid verkeer langs zijn bedrijf zal verminderen, waardoor hij omzetverlies en inkomensschade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3602
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202003995/1/A2

202004544/1/R2

Bij besluit van 11 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Breda aan de rechtsvoorgangster van [bedrijf A], bedrijf B], een omgevingsvergunning verleend voor het in strijd met het bestemmingsplan gebruiken van het pand op het perceel aan de [locatie 1] in Breda voor horeca 2, het gebruik van het binnenterrein van het pand als terras ten behoeve van horeca 2 en het bouwen van een filterinstallatie in strijd met de maximale bouwhoogte van 3 m. [bedrijf A] exploiteert een restaurant met een terras op het binnenterrein van het pand op het perceel [locatie 1] in Breda. Op 5 december 2018 heeft haar rechtsvoorgangster bedrijf B] een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor het in strijd met het bestemmingsplan gebruiken van het pand voor horeca 2 (restaurant) en het gebruik van het binnenterrein van het perceel als terras voor horeca 2. Op 9 januari 2019 heeft bedrijf B] de aanvraag aangevuld zodat deze ook ziet op het bouwen van een filterinstallatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3591
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004544/1/R2

202006088/2/R3

Bij tussenuitspraak van 12 januari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:68, heeft de Afdeling het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden opgedragen om binnen 12 weken na de verzending van die uitspraak de gebreken in het besluit van 15 januari 2020 te herstellen. Bij besluit van 15 januari 2020 heeft het college aan Paihia B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen, wijzigen en gebruiken van het rijksmonument op het perceel Oostersingel 38 t/m 62, 62a en 62b te Leeuwarden. Aan het besluit is onder meer het advies van JM Ecologie van 11 september 2019 ten grondslag gelegd. In dat advies zijn de resultaten neergelegd van een onderzoek naar de aanwezigheid van, voor zover van belang, vleermuizen in het pand op het perceel. In het advies is geconcludeerd dat er door de uit te voeren werkzaamheden geen negatieve effecten optreden op de aangetroffen beschermde soorten als de in het advies opgenomen maatregelen worden opgevolgd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3593
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202006088/2/R3

202006582/1/R2

Bij besluit van 20 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maastricht aan [partij A] en [partij B] een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van aluminium kozijnen in de voorgevel van het bijgebouw aan de [locatie 1] in Maastricht. Vergunninghouders zijn eigenaar van het perceel [locatie 1] in Maastricht. De woning die hier aanwezig was, is verwijderd en vergunninghouders willen hier een nieuwe woning oprichten. Totdat de nieuwe woning is gerealiseerd, willen vergunninghouders in het, eerder al gerenoveerde, bijgebouw wonen. Daartoe is een tijdelijke omgevingsvergunning verleend en ook is een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van nieuwe kozijnen in de voorgevel van het bijgebouw. [appellanten] (hierna samen en in enkelvoud: [appellant]) zijn gezamenlijk eigenaar van de naast het perceel gelegen woning aan de [locatie 2]. [appellant A] woont in deze woning. [appellante B] woont ergens anders. Zij zijn het niet eens met de aan vergunninghouders verleende vergunningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3596
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202006582/1/R2

202007032/1/R2

Bij besluit van 30 augustus 2018 heeft college van burgemeester en wethouders van Breda het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen bouwwerken op het perceel aan de [locatie 1] te Bavel afgewezen. [appellant] is eigenaar van het perceel aan de [locatie 2] te Bavel. Op 15 augustus 2018 heeft [appellant] het college verzocht handhavend op te treden tegen de zonder omgevingsvergunning gebouwde aanbouw op het aangrenzende perceel aan de [locatie 1]. Bij besluit van 30 augustus 2018 heeft het college het handhavingsverzoek afgewezen. In het besluit van 28 mei 2020 heeft het college opnieuw beslist op het bezwaar van [appellant] tegen de afwijzing van zijn handhavingsverzoek, nadat het Kadaster metingen heeft gedaan om de ligging van de bouwperceelgrens te bepalen. Het Kadaster heeft vastgesteld dat de aanbouw aan de voorzijde op 30 cm van de bouwperceelgrens is gerealiseerd en aan de achterzijde op 34 cm van de bouwperceelgrens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3600
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202007032/1/R2

202101342/1/R2

Bij besluit van 27 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouder van Waalwijk geweigerd om aan [appellant sub 1] een omgevingsvergunning te verlenen voor het kamergewijs huisvesten van negentien personen op het adres [locatie 1] en [locatie 2] te Waalwijk. [appellant sub 1] is eigenaar van de panden aan de Sint [locatie 1], [locatie 3] en [locatie 2] te Waalwijk. Bij besluit van 28 juni 2016 heeft hij een omgevingsvergunning gekregen voor het gebruik van het pand met nummer 6 voor kamergewijze verhuur van vier personen. Op 26 juli 2019 heeft [appellant sub 1] een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het kamergewijs huisvesten van negentien personen in de panden [locatie 1] en [locatie 2]. De gevraagde vergunning is geweigerd, omdat kamerbewoning in strijd is met de ter plaatse geldende beheersverordening "Woonwijken (incl. kamerbewoning)" (hierna: de beheersverordening). Het college wil daar niet van afwijken. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat de aanvraag niet voldoet aan de vereisten in de derde wijziging van de "Beleidsregels huisvesting arbeidsmigranten, vergunninghoudende vluchtelingen en overige personen die geen huishouden vormen gemeente Waalwijk".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3594
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202101342/1/R2

202101468/1/R3

Bij besluit van 6 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem aan [vergunninghouder] omgevingsvergunning verleend voor het in afwijking van het bestemmingsplan verbouwen van een woning aan de [locatie 1] in Woubrugge. De omgevingsvergunning die het college aan [vergunninghouder] heeft verleend maakt de (al gerealiseerde) verbouwing van de woning van [vergunninghouder] mogelijk. Deze verbouwing bestaat uit het bouwen van een dakopbouw aan de noordelijke kant van de woning en een overkapping aan de zuidelijke kant van de woning. Ook is een uitbouw aan de westelijke kant van de woning gebouwd. [wederpartij] woont aan de [locatie 2], op korte afstand van de verbouwde woning van [vergunninghouder]. Hij is het niet eens met de verlening van de omgevingsvergunning en heeft daartegen bezwaar gemaakt. Tegen het besluit van het college in bezwaar om de omgevingsvergunning in stand te laten, is [wederpartij] in beroep gegaan. Hij keert zich tegen het toestaan van de overkapping en de uitbouw.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3589
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202101468/1/R3

202101890/1/R3

Bij besluit van 26 januari 2021 heeft de raad van de gemeente Wassenaar het bestemmingsplan "Ammonslaantje naast 39" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt één woning mogelijk op gronden tussen de percelen Ammonslaantje 39 en 41 in Wassenaar. Het plangebied ligt ten noordoosten van Wassenaar. [partij] is de initiatiefnemer van het plan. [appellante sub 1] exploiteert een melkveehouderij op het perceel [locatie 1], nabij het plangebied. [appellante sub 1] wil voorkomen dat hij als gevolg van het plan in zijn bedrijfsvoering wordt belemmerd. [appellant sub 2] woont naast het plangebied op het perceel [locatie 2]. [appellant sub 3] woont ook nabij het plangebied op het perceel [locatie 3]. [appellant sub 2] en [appellant sub 3] kunnen zich niet met het plan verenigen, onder meer omdat zij vinden dat de bouw van een woning de openheid van dit extensief bebouwde deel van het Ammonslaantje aantast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3616
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202101890/1/R3

202102213/1/R3

Bij besluit van 3 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Súdwest-Fryslân aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het in afwijking van het bestemmingsplan bouwen van een supermarkt op het perceel [locatie] te Sneek. Het bouwplan gaat over de realisatie van een supermarkt met een winkelvloeroppervlakte van ongeveer 1.300 m² die zal worden geëxploiteerd door Jumbo. De bestaande supermarkt van Jumbo in de wijk Tinga heeft een winkelvloeroppervlakte van ongeveer 800 m² en de nieuwe supermarkt dient ter vervanging hiervan. Tussen partijen is niet in geschil dat het bouwplan in strijd is met het voor het perceel geldende bestemmingplan "Tinga", onder meer omdat de gronden de bestemming "Recreatieve doeleinden - sportpark met bijbehorende erven" hebben, waar detailhandel niet is toegestaan. [appellante] kan zich niet verenigen met de omgevingsvergunning. [appellante] is een supermarktexploitant die opkomt voor zijn concurrentiebelang, de Tennishal Sneek die naast het perceel staat en een bewoner van de Koningsspil in Sneek.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3592
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202102213/1/R3

202102373/1/A3

Bij besluit van 28 mei 2019 heeft de bewaarder van het kadaster en de openbare registers geweigerd om een gegeven in de basisregistratie kadaster te wijzigen. [appellante] is sinds 2002 eigenaar van het perceel plaatselijk bekend [locatie] Halsteren. Stadlander is eigenaar van het aan de oostkant daarvan grenzende perceel. Tussen de percelen staat een bankje van de gemeente en daarachter bevindt zich een strook grond waarop bomen stonden. Op 3 januari 2019 heeft een grensreconstructie plaatsgevonden op verzoek van Stadlander. Volgens [appellante] blijkt uit de reconstructie dat de kadastrale grens niet overeenkomt met de gebruikersgrens. Zij heeft bij brief van 9 april 2019 een klacht ingediend bij het Kadaster over de zuidoostgrens van perceel 7811. De bewaarder heeft deze brief opgevat als een verzoek tot herstel in de zin van artikel 7t van de Kadasterwet. De bewaarder heeft het verzoek afgewezen omdat de bijwerking van de basisregistratie kadaster heeft plaatsgevonden overeenkomstig het resultaat, zoals vermeld in de kennisgeving. Er is volgens de bewaarder geen fout gemaakt bij de bijwerking van de basisregistratie kadaster.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3610
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202102373/1/A3

202102517/1/R3

Bij besluit van 16 februari 2021 heeft raad van de gemeente Westland het bestemmingsplan "Verzamelplan Kernen" vastgesteld. Met het plan is beoogd om voor een aantal percelen binnen de gemeente Westland de in eerder vastgestelde bestemmingsplannen gebleken gebreken te herstellen. De bestemming van deze percelen is niet in overeenstemming met de in het verleden verleende omgevingsvergunningen, voorgaande bestemmingsplannen of de daarover gemaakte afspraken. Het nu voorliggende plan voorziet in het herstellen van deze omissie. [appellant] en anderen richten zich in hun beroep tegen het plandeel dat ziet op het perceel [locatie] te De Lier. Aan deze gronden zijn de bestemming "Centrum", met toegestane bouwhoogtes van 8 dan wel 10 m, en de bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied" toegekend. [partij] is eigenaar van het perceel. Zij is voornemens op het perceel appartementen en een winkel te realiseren. [appellant] en anderen zijn eigenaren en/of gebruikers van percelen en panden die in de directe nabijheid van het plangebied liggen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3590
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202102517/1/R3

202102787/1/A3

Bij besluit van 7 november 2019 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een boete opgelegd aan [bedrijf A] en besloten tot openbaarmaking van inspectiegegevens op de website van de Inspectie SZW. Bij besluit van gelijke datum heeft de staatssecretaris [bedrijf A] gelast om aan vier werknemers achterstallig loon te betalen en bepaald dat [bedrijf A] een dwangsom van € 350,00 verbeurt als zij aan de last geen gevolg geeft. Volgens de minister heeft [bedrijf A] in de periode van 24 april 2017 tot en met 22 oktober 2017 minder dan het minimumloon aan vier Poolse werknemers betaald doordat zij niet-toegestane inhoudingen en verrekeningen heeft toegepast, namelijk: - kosten van huisvesting; - premie zorgverzekering; - vervoerskosten; - kosten voor heftruckchauffeursdiploma. Het gaat om [persoon A], [persoon B], [persoon C] en [persoon D]. Zij werden door [bedrijf A] uitgeleend aan [bedrijf B].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3622
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202102787/1/A3

202103272/1/R3

Bij besluit van 19 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waadhoeke het door [appellant] ingediende verzoek om handhaving tegen het gebruik van de bedrijfsloods aan de [locatie A] in Minnertsga afgewezen. [appellant] woont aan de [locatie B] in Minnertsga. Hij heeft het college verzocht handhavend op te treden tegen het huidige gebruik van de bedrijfsloods aan de [locatie A] in Minnertsga. Deze bedrijfsloods wordt door het [autoschade-reparatiebedrijf] gebruikt. De rechtbank heeft in haar uitspraak geoordeeld dat het college niet bevoegd is handhavend op te treden tegen het gebruik van de bedrijfsloods en dat het verzoek om handhaving daarom terecht is afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3621
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202103272/1/R3

202103478/1/R2

Bij besluit van 25 maart 2021 heeft de raad van de gemeente Alphen-Chaam het bestemmingsplan "Centrum-Chaam 2020" gewijzigd vastgesteld. In het bestemmingsplan "Kom Chaam 2005" was de bestemming van de gronden aan de Brouwerij 24-25 in Chaam "Centrumdoeleinden -C-". De bestemming stond onder meer maximaal twee supermarkten toe. De gronden van de locatie zijn in eigendom van [appellant sub 1]. Hij heeft een tegemoetkoming in de door hem geleden planschade als gevolg van de planologische wijziging in het vorige plan aangevraagd. Bij besluit van 6 april 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Alphen-Chaam de aanvraag toegewezen en besloten dat de planschade zal worden gecompenseerd in natura door het vaststellen van een bestemmingsplan waarin het oude planologische regime wordt teruggebracht. [appellant sub 1] kan zich niet vinden in deze compensatie in natura. Lidl, verplaatst van de locatie naar "De Eekelaar", en Coop, gevestigd aan de Brouwerij 40 in Chaam, hebben beroep ingesteld tegen het besluit omdat het doel van de raad om slechts twee supermarkten in het plangebied toe te staan volgens hen niet goed in het plan is geborgd. Een voorwaardelijke verplichting die dat afdwingt, ontbreekt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3624
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202103478/1/R2

202103979/1/R4

Bij besluit van 14 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Druten een handhavingsverzoek van [appellant] afgewezen. [appellant] woont op het adres [locatie] in Puiflijk. Op het aangrenzende perceel is Basisschool ’t Geerke gevestigd. De basisschool valt onder Stichting Groeisaam. De Stichting heeft in februari 2019 aan de rand van het perceel van de basisschool een hekwerk laten plaatsen. Het hek is geplaatst ter vervanging van versterkt prikkeldraad, dat door [appellant] op een bestaand muurtje was aangebracht. Dat muurtje van 60 centimeter hoog diende als erfscheiding tussen de percelen. Het prikkeldraad en later het hekwerk hebben als doel om te voorkomen dat ballen van spelende kinderen vanaf het schoolplein in de tuin van [appellant] belandden. Op 29 maart 2019 heeft [appellant] het college verzocht handhavend op te treden tegen het hekwerk. Het college heeft dit geweigerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3607
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202103979/1/R4

202105826/1/A2

Bij besluit van 12 oktober 2020 heeft het CBR [appellante] een onderzoek naar de rijgeschiktheid opgelegd en de geldigheid van haar rijbewijs geschorst. [appellante] heeft op 21 april 2020, 22 mei 2020, 2 en 6 juli 2020 contact gehad met de politie. De betrokken politieambtenaren hebben hun bevindingen vastgelegd in zogeheten mutatierapporten. Op 26 augustus 2020 heeft een verkeersspecialist van de politie-eenheid Midden-Nederland op basis van deze mutatierapporten namens de korpschef aan het CBR een mededeling gedaan als bedoeld in artikel 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: de WVW) van het vermoeden dat [appellante] niet of niet langer beschikt over de lichamelijke of geestelijke geschiktheid, vereist voor het besturen van een motorrijtuig. Naar aanleiding van die mededeling heeft het CBR [appellante] bij besluit van 12 oktober 2020 een onderzoek naar de rijgeschiktheid opgelegd. Verder heeft het CBR de geldigheid van het rijbewijs van [appellante] geschorst tot het moment waarop naar aanleiding van het onderzoek naar de rijgeschiktheid een besluit is genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3587
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202105826/1/A2

202106167/1/A2

Bij besluit van 9 augustus 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de zorgtoeslag, het kindgebonden budget en de huurtoeslag over 2018 voor [appellante] definitief vastgesteld en de te veel ontvangen voorschotten teruggevorderd. Bij besluit van 22 januari 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de voorschotten zorgtoeslag, kindgebonden budget en huurtoeslag voor [appellante] over 2018 vastgesteld op respectievelijk € 1.139,00, € 5.543,00 en € 4.045,00. De dienst heeft deze bedragen gebaseerd op een toetsingsinkomen van [appellante] van € 15.210,00. Bij het besluit van 9 augustus 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de zorgtoeslag, het kindgebonden budget en de huurtoeslag voor [appellante] over 2018 opnieuw berekend en definitief vastgesteld op onderscheidenlijk € 0,00, € 2.945,00 en € 0,00. De dienst heeft de bedragen van de zorgtoeslag en het kindgebonden budget gebaseerd op een toetsingsinkomen van [appellante] van € 58.936,00 en heeft het bedrag van de huurtoeslag gebaseerd op een gezamenlijk toetsingsinkomen van [appellante] en haar thuiswonende kind van in totaal € 76.729,00.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3588
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202106167/1/A2

202106505/1/A2

Bij besluit van 17 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maastricht geweigerd om het door de Vereniging gevraagde verkeersbesluit te nemen. De Vereniging heeft het college gevraagd een vrachtverkeerverbod in te stellen op de Tongerseweg in Maastricht, omdat omwonenden last hebben van luchtvervuiling, trilling- en geluidoverlast en schade aan hun woning. Ook is het verbod volgens de Vereniging noodzakelijk in het belang van de verkeersveiligheid en bescherming van weggebruikers en omwonenden. De overlast en schade worden volgens de Vereniging veroorzaakt door het vrachtverkeer dat gebruik maakt van de weg. Het college heeft het verzoek in het weigeringsbesluit afgewezen. Aan die weigering heeft het college ten grondslag gelegd dat het gevraagde vrachtwagenverbod de bruikbaarheid van de Tongerseweg als hoofdontsluitingsweg met ook een regionale functie, te veel zou beperken en bovendien in feite een verplaatsing van het probleem teweeg zou brengen. Om tegemoet te komen aan de belangen van de omwonenden, wegens de door hen ervaren overlast en hinder, is gekozen voor een reconstructie van de Tongerseweg. De rechtbank heeft het besluit van het college in stand gelaten. Tegen dat oordeel is de Vereniging in hoger beroep gekomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3605
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202106505/1/A2

202106532/1/A3

Bij besluit van 21 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch een aanvraag van [appellant] om een vergunning voor een standplaats tijdens het carnaval in 2020, 2021 en 2022 in de binnenstad van ’s-Hertogenbosch afgewezen. [appellant] is eigenaar van de eenmanszaak ‘[bedrijf]’. Een van de activiteiten van de onderneming is de exploitatie van een suikerspin- en popcornkraam. [appellant] had jarenlang een standplaatsvergunning voor een kraam tijdens het carnaval in de binnenstad van ’s-Hertogenbosch. In 2019 heeft [appellant] zich ingeschreven voor een standplaats tijdens het carnaval van 2020, 2021 en 2022. Bij haar inschrijving heeft [appellant] een bod gedaan van € 500,00 op een standplaats op de locatie Markt. Het college heeft 14 inschrijvingen voor de locatie Markt ontvangen, terwijl er 8 standplaatsen beschikbaar waren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3606
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202106532/1/A3

202106579/1/R3

Bij besluit van 20 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hof van Twente [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast om verschillende gestelde overtredingen aan de [locatie 1] en de [locatie 2] in Ambt Delden ongedaan te maken. [appellant] is eigenaar het perceel [locatie 1] en exploiteerde voorheen als huurder een viskwekerij op het perceel aan de [locatie 2]. Naar aanleiding van een verzoek om handhaving van een aantal omwonenden, hebben toezichthouders verschillende controles op deze percelen uitgevoerd. De constateringen hebben de burgemeester aanleiding gegeven om in mandaat namens het college handhavend op te treden tegen verschillende gestelde overtredingen van het bestemmingsplan "Buitengebied Hof van Twente". Verder is [appellant] gelast om het reclameobject met de tekst "Twentevis" aan de gevel van het pand aan de [locatie 2] te verwijderen en verwijderd te houden vanwege strijd met redelijke eisen van welstand.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3595
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202106579/1/R3

202107033/1/R1

Bij besluit van 23 april 2021 heeft het algemeen bestuur van het Waterschap Rivierenland op grond van artikel 5.4 van de Waterwet het projectplan "Dijkversterking Tiel-Waardenburg" vastgesteld. Bij besluit van 24 september 2021 heeft het algemeen bestuur het projectplan gewijzigd vastgesteld. Bij besluit van 14 juli 2021 en bij besluit van 12 oktober 2021 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland op basis van artikel 5.7 van de Waterwet goedkeuring verleend aan het projectplan en het nadien vastgestelde wijzigingsplan. Bij besluit van 28 september 2021 heeft de raad van de gemeente West Betuwe het bestemmingsplan "Dijkversterking Tiel-Waardenburg" vastgesteld. [appellant sub 1] woont tegenover het perceel aan de Molenstraat 2 waar de nieuwbouw van twee woningen mogelijk wordt gemaakt. De woning van [appellant sub 1] ligt op ongeveer 28 m afstand van de dijk, nabij dijkvak 11 (deelgebied Ophemert). Het beroep richt zich tegen het goedkeuringsbesluit en het bestemmingsplan Dijkversterking Tiel-Waardenburg van de gemeente West Betuwe.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3619
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • RO - Gelderland
  • Waterschapszaken
  • uitspraakin de zaak202107033/1/R1

202107228/1/R3 en 202107230/1/R3

Bij besluit van 6 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hof van Twente de aanvraag van [appellant] om omgevingsvergunning voor het bouwen van twee bijgebouwen aan de [locatie 1] en [locatie 2] in Ambt Delden buiten behandeling gelaten. Op de locatie staat een woonboerderij die eigendom is van [appellant]. Een gedeelte van deze woonboerderij is in gebruik als afzonderlijke wooneenheid. Hiervoor is in 2010 vergunning verleend. Aan de afzonderlijke wooneenheid is een apart huisnummer toegekend. [appellant] heeft het college op 12 oktober 2019 gevraagd om een omgevingsvergunning om op de locatie twee bijgebouwen met een gezamenlijke oppervlakte van 623 m2 te bouwen. Bij brief van 8 november 2019 heeft het college [appellant] laten weten dat de aanvraag volgens hem onvolledig was. Het college heeft [appellant] gevraagd om de aanvraag binnen acht weken aan te vullen met verschillende nadere gegevens, die volgens het college nodig waren om de aanvraag goed te kunnen beoordelen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3597
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202107228/1/R3 en 202107230/1/R3

202107452/1/R1

Bij besluit van 12 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort onder meer de locatie ter hoogte van Herikerberg 6 (locatie 33833) in Amersfoort aangewezen voor het plaatsen van een ondergrondse restafvalcontainer. Het college heeft met het aanwijzingsbesluit onder andere de locatie aan de overzijde van de Herikerberg 5 aangewezen als locatie voor een ORAC. [appellant sub 1], [appellant sub 2] en [appellanten sub 3] zijn omwonenden en kunnen zich niet verenigen met de aanwijzing van deze locatie. Zij voeren aan dat de locatie niet geschikt is en dat er betere alternatieve locaties beschikbaar zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3618
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202107452/1/R1

202107458/1/R2

Bij besluit van 28 september 2021 heeft de raad van de gemeente Oosterhout het bestemmingsplan "Buitengebied 2013 (inclusief Lint Oosteind), herziening 28 ([locatie] en Steenovensebaan 28)" vastgesteld. Op het perceel Steenovensebaan 28 in Dorst was tot voor kort een varkenshouderij gevestigd met een bedrijfswoning. Dat bedrijf is inmiddels beëindigd en de agrarische opstallen zijn gesloopt. De voormalige bedrijfswoning staat er nog. ORR heeft een groot deel van de gronden in het plangebied aangekocht met het doel om daarop vijf zogeheten ruimte-voor-ruimtewoningen te realiseren en om de voormalige bedrijfswoning op nummer 28 om te zetten naar een burgerwoning. Het plan maakt dit mogelijk. ORR is door de provincie Noord Brabant opgericht en is een 100% deelneming van de provincie. Daarnaast heeft het plan ook betrekking op het perceel [locatie]. In het hiervoor geldende bestemmingsplan "Buitengebied 2013 (incl. Lint Oostereind)" was de woning op dit perceel bestemd als plattelandswoning. Dat wil zeggen dat de woning bij de varkenshouderij behoorde, maar dat de woning door derden mocht worden bewoond. In het plan is de woning als burgerwoning bestemd. [appellant] woont op dit perceel en exploiteert daarop een grondwerkbedrijf. Hij vreest dat hij zijn bedrijf niet meer kan uitbreiden als gevolg van het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3613
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202107458/1/R2

202107628/1/A3

Bij besluit van 17 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam geweigerd het adres [locatie 1] te Rotterdam te registeren in de basisregistratie personen als briefadres van [appellant]. [appellant] stond in de brp ingeschreven met het briefadres [locatie 2] in Rotterdam. Na een adresonderzoek heeft het college hem uitgeschreven uit de brp. Hij heeft daarna gevraagd om het adres [locatie 1] in Rotterdam als briefadres te registreren. Op het aanvraagformulier heeft hij gesteld dat hij de komende tijd op het adres verblijft en dat hij ook zijn privébezittingen daar bewaart. Hij heeft een briefadres aangevraagd omdat hij dit adres, naar eigen zeggen, van de verhuurder niet mocht laten inschrijven als woonadres. Het college heeft bij het besluit van 17 maart 2020 de aanvraag van [appellant] afgewezen, omdat het uit het aanvraagformulier heeft afgeleid dat [appellant] op het adres woont en dus een woonadres heeft. Alleen ingezetenen die geen woonadres hebben, kunnen ingeschreven worden op een briefadres. Bij het besluit van 8 juli 2020 heeft het college het bezwaar van [appellant] ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3603
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202107628/1/A3

202107739/1/V3

Bij besluit van 24 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Deze uitspraak gaat over het vereiste dat uit het iMMO-rapport moet blijken op welke onderdelen van het asielrelaas de beperking van het vermogen om compleet, coherent en consistent te verklaren invloed heeft gehad. De Afdeling zal beoordelen of dit vereiste, in het licht van de leeswijzer bij de iMMO-rapporten, de nadere toelichting van het iMMO en de wetenschappelijke literatuur, nog wel houdbaar is en of dit tot wijziging van de rechtspraak noopt. De beantwoording van de rechtsvraag is relevant voor alle andere zaken waarin een vreemdeling een rapport van het iMMO heeft overgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3615
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107739/1/V3

202107862/1/R1

Bij besluit van 19 mei 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maastricht een melding van Valtris als bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de Wet bodembescherming met betrekking tot het voornemen om op de locatie Ankerkade 111 te Maastricht, kadastraal bekend gemeente Maastricht, sectie I, nummer 3712 de bodem te saneren dan wel handelingen te verrichten ten gevolge waarvan de verontreiniging van de bodem wordt verminderd of verplaatst niet in behandeling genomen. Valtris heeft op 27 januari 2021 een melding als bedoeld in artikel 28, eerste lid van de Wbb gedaan. Valtris had het voornemen om op de locatie de bodem te saneren dan wel handelingen te verrichten ten gevolge waarvan de verontreiniging van de bodem wordt verminderd of verplaatst. Het college heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat de verstrekte gegevens, bedoeld in artikel 28, tweede lid van de Wbb gelezen in samenhang met artikel 39, eerste lid, onvolledig zijn. Daarom heeft het college de aanvraag met toepassing van artikel 4:5 van de Awb niet in behandeling genomen. Het daartegen door Valtris gemaakte bezwaar is door het college ongegrond verklaard. In de kern gaat het om de vraag of de verontreiniging op de locatie al vóór 1 januari 1987 is ontstaan en daarom als een historische verontreiniging moet worden aangemerkt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3601
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak202107862/1/R1

202107865/1/R1

Bij besluit van 24 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hulst geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het legaliseren van een fruitboomgaard op het perceel [locatie] te Hengstdijk. [appellant] heeft op 9 januari 2018 een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend om een perenboomgaard op het perceel [locatie] te Hengstdijk te legaliseren. Op het perceel bevindt zich de boerderij "De Oude Haven". [appellant] is de eigenaar van landwinkel Oude Stoof en beheert de fruitboomgaard. De aangevraagde omgevingsvergunning ziet op de activiteit "gebruiken in strijd met het bestemmingsplan". De fruitboomgaard ligt, in strijd met het bestemmingsplan 'Buitengebied Hulst', binnen een afstand van 50 meter tot gronden met de bestemming "Wonen". De kortste afstand van de buitenste bomenrij tot het perceel met de bestemming "Wonen" bedraagt ongeveer 8 meter. Het college heeft bij besluit van 24 maart 2020, onder verwijzing naar de weigering van raad van de gemeente tot afgifte van de verklaring van geen bedenkingen, geweigerd de omgevingsvergunning te verlenen. De rechtbank heeft het beroep van [appellant] ongegrond verklaard. [appellant] is het niet eens met de uitspraak van de rechtbank en heeft daartegen hoger beroep ingesteld. [partij] woont aan de [locatie] te Hengstdijk en stelt dat het bespuiten van de boomgaard gevaar voor haar gezondheid en de gezondheid van haar kinderen oplevert.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3599
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202107865/1/R1

202107934/1/A2

Bij besluit van 25 januari 2020 heeft de directeur van openbare basisschool [school] in Zwartewaal namens Stichting Onderwijsgroep EduMare [appellant] met ingang van 27 januari 2020 voor vijf schooldagen geschorst. [appellant] is geboren op [geboortedatum] 2010 en woont sinds juni 2015 bij zijn pleegouders [partij A] en [partij B]. Op 30 juli 2021 hebben zij de voogdij over [appellant] gekregen. Het gezin wordt begeleid door een pleegzorginstelling. Daarnaast krijgt [appellant] begeleiding van Stichting Yulius, omdat bij hem een hechtingsstoornis en een posttraumatische stressstoornis is gediagnosticeerd. [appellant] is geschorst tijdens het schooljaar 2019/2020. Hij zat toen in groep 5 van openbare basisschool [school] in Zwartewaal. De stichting is het bevoegd gezag van deze school. Volgens de stichting is [appellant] geschorst, omdat hij op 24 januari 2020 fysiek en verbaal leerlingen in de klas heeft bedreigd en de leerkracht tevergeefs heeft geprobeerd hem te corrigeren. De veiligheid van de leerlingen in de klas was in het geding en de school wilde duidelijk maken dat het gedrag niet acceptabel was.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3626
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak202107934/1/A2

202107954/1/R1

Bij besluit van 2 november 2021 heeft de raad van de gemeente Schagen de bestemmingsplannen "Pallas-plot" en "Partiële herziening PALLAS-reactor, 2021" vastgesteld. De Stichting Voorbereiding Pallas-reactor wil een multifunctionele nucleaire reactor (hierna: Pallas-reactor) realiseren op het terrein van de bestaande Onderzoekslocatie Petten, voor de productie van medische isotopen, industriële isotopen en het uitvoeren van nucleair technologisch onderzoek. Deze reactor dient ter vervanging van de huidige Hoge Flux Reactor in Petten, die 60 jaar operationeel is en tegen het einde van zijn economische levensduur loopt. Op 2 april 2019 heeft de raad daarom het bestemmingsplan "Pallas-reactor" vastgesteld. Het plan "Pallas-plot" is een op zichzelf staand bestemmingsplan dat voorziet in de aanleg van een tijdelijk bouwterrein, de uitbreiding van de bestemming "Bedrijventerrein - Bijzonder bedrijventerrein" en een juridisch-planologisch kader voor het koelwaterleidingsysteem.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3627
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202107954/1/R1

202108028/1/R4

Bij besluit van 9 februari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Renkum aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd om het gebruik als woning, dan wel recreatiewoning van het gebouw [locatie 1] in Wolfheze te beëindigen en beëindigd te houden en de faciliteiten gericht op het gebruik van het gebouw als woning dan wel recreatiewoning, namelijk de keuken, toilet/badruimte, garderobe, vaste trap naar de verdieping, houtkachel, bank, eettafel met stoelen en woonaccessoires, te verwijderen en verwijderd te houden. [appellant] is eigenaar van het perceel [locatie 2] in Wolfheze en het gebouw dat daarop staat. Het gebouw heeft de naam [gebouw] en wordt door [appellant] gebruikt als recreatiewoning. Omwonenden hebben het college verzocht om hiertegen handhavend op te treden. Volgens het college overtreedt [appellant] artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, omdat [gebouw] een bijgebouw is en op grond van artikel 3.3 van het bestemmingsplan "Buunderkamp 2010" het gebruik van bijgebouwen voor (zelfstandige) bewoning als met de bestemming "Wonen" strijdig gebruik wordt begrepen. Het college heeft [appellant] daarom gelast om het gebruik van [gebouw] als woning, dan wel recreatiewoning te beëindigen en beëindigd te houden en de keuken en toilet/badruimte te verwijderen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3628
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202108028/1/R4

202200027/1/A2

Bij besluit van 7 oktober 2020 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand de vergoeding op toevoeging 4NV0613 in samenhang vastgesteld met de vergoeding op toevoeging 4NV0617. [appellant] is advocaat en neemt deel aan het High Trust-programma van de raad. Uitgangspunt van dit programma is dat de vraag of een zaak toevoegingswaardig is niet langer door de raad naar aanleiding van een toevoegingsaanvraag, maar door de rechtsbijstandverlener voorafgaand aan het indienen van de aanvraag wordt beoordeeld. Afgegeven toevoegingen en vastgestelde vergoedingen worden vervolgens achteraf steekproefsgewijs gecontroleerd. De raad heeft aan [appellant] toevoegingen verleend voor rechtsbijstand aan een moeder en haar meerderjarige dochter bij de behandeling van hun asielaanvragen. Zij hebben in Iran dezelfde problemen ondervonden en zijn daarom gevlucht naar Nederland. Zij hebben aan hun asielaanvragen de problemen in Iran en afzonderlijke asielmotieven ten grondslag gelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3611
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202200027/1/A2

202200107/1/V6

Bij besluit van 30 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het verzoek van [appellant] om hem het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. De staatssecretaris heeft het verzoek afgewezen, omdat [appellant] niet als voldoende ingeburgerd in de Nederlandse samenleving kan worden beschouwd als bedoeld in artikel 8, eerste lid, aanhef en onder d, van de Rijkswet op het Nederlanderschap. De staatssecretaris geeft hiervoor als reden dat [appellant] geen diploma van inburgering heeft overgelegd. Het besluit van 16 december 2013 waarin het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg hem heeft ontheven van de inburgeringsplicht acht de staatssecretaris onvoldoende om hem voor vrijstelling van het inburgeringsexamen in aanmerking te laten komen. Volgens de staatssecretaris doen zich verder geen bijzondere feiten of omstandigheden voor als bedoeld in artikel 10 van de RWN, op grond waarvan hij in afwijking van artikel 8, eerste lid, aanhef en onder d, van die wet aan [appellant] het Nederlanderschap zou moeten verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3625
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202200107/1/V6

202200515/1/A2

Bij besluit van 17 april 2020 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand de aanvraag om toevoeging voor het verlenen van rechtsbijstand aan [appellante] afgewezen. Bij besluit van 26 juli 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van [appellante] voor een machtiging tot voorlopig verblijf afgewezen. Bij besluit van 11 december 2018 heeft de staatssecretaris de mvv alsnog verleend. [appellante] heeft beroep ingesteld tegen dat besluit, voor zover dit betrekking heeft op de afwijzing van het verzoek om vergoeding van de kosten in bezwaar. Bij uitspraak van 11 september 2019 heeft de rechtbank geoordeeld dat voor vergoeding van de kosten in bezwaar geen aanleiding bestaat. Hiertegen heeft [appellante] hoger beroep ingesteld. Daarin is zij bijgestaan door mr. A. Habib-Portier. De advocaat heeft een toevoeging aangevraagd voor het hoger beroep. Bij het besluit van 17 april 2020 heeft de raad de aanvraag afgewezen, omdat het financieel belang van de zaak minder is dan € 500,00, wat betekent dat geen toevoeging hoeft te worden verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3586
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202200515/1/A2

202201169/1/A3

Bij besluiten van 16 maart 2020 heeft de burgemeester van 's-Hertogenbosch de drank- en horecavergunning en exploitatievergunning voor de horecabedrijven [naam horecabedrijf A] en [naam horecabedrijf B] ingetrokken. [appellante sub 1A] is eigenaresse van [naam horecabedrijf A] op het adres [locatie 1] in ’s-Hertogenbosch. [appellant sub 1B] is enig bestuurder van [appellante sub 1A] en exploitant en leidinggevende van het [naam horecabedrijf A]. [appellant sub 1B] was tot 9 november 2021 ook eigenaar, exploitant en leidinggevende van [naam horecabedrijf B], op het adres [locatie 2] in ’s-Hertogenbosch. In de nacht van 14 op 15 december 2019 heeft in horecabedrijf [appellante sub 1A] een striptease-act plaatsgevonden zonder een daarvoor vereiste evenementenvergunning. Dit is voor de burgemeester aanleiding geweest om bij besluiten van 16 maart 2020 de horecavergunningen voor de horecabedrijven [naam horecabedrijf A] en [naam horecabedrijf B] in te trekken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3620
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202201169/1/A3

202201224/1/R4

Bij besluit van 23 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Enkhuizen het verzoek van [appellanten] om handhavend op te treden tegen geluidsoverlast afkomstig van de fontein in de vijver van het Snouck van Loosenpark in Enkhuizen afgewezen. [appellanten] wonen op het adres [locatie 1] in Enkhuizen, nabij de vijver in het Snouck van Loosenpark. Zij ervaren geluidsoverlast van de fontein in de vijver. Zij lichten toe dat ze in een rustige woonomgeving wonen met weinig omgevingsgeluid. Daardoor vinden zij het geluid van de fontein extra hinderlijk. Om die reden hebben zij op 20 mei 2019 een handhavingsverzoek ingediend bij het college. Volgens hen veroorzaakt de fontein geluidsoverlast. Omdat deze artikelen geen concrete geluidsnorm kennen, heeft het college aangesloten bij de geluidsnorm uit artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Op 22 juli 2019 heeft de Omgevingsdienst Noord-Holland een geluidsmeting verricht. Daaruit is gebleken dat er geen overschrijding van de geluidsnorm uit artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit was.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3608
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202201224/1/R4

202201408/1/R4

Bij besluit van 8 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Doetinchem het verzoek om handhaving van [appellant] met betrekking tot het houden van dieren en het opslaan, gescheiden houden of verwerken van mest in strijd met het bestemmingsplan op de veehouderij aan de [locatie A] in Doetinchem afgewezen. [partij] exploiteert aan de [locatie A] in Doetinchem een veehouderij. [appellant] woont in de omgeving van de veehouderij. In haar uitspraak van 19 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:498, heeft de Afdeling het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied 2012" vernietigd. Naar aanleiding van deze laatste uitspraak heeft [appellant] het college verzocht om handhavend op te treden tegen de veehouderij.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3623
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Vee e.a. dieren
  • uitspraakin de zaak202201408/1/R4

202201924/1/A2

Bij besluit van 23 augustus 2021 heeft het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen de geldigheid van het rijbewijs van [appellant] geschorst en hem een onderzoek opgelegd naar zijn drugsgebruik. Op 5 juni 2021 is [appellant] als bestuurder van een auto staande gehouden. In het proces-verbaal van de politie van 19 juli 2021 staat dat hij rood doorlopen ogen had en dat een geur van cannabis is waargenomen. De politie heeft een speekseltest afgenomen. [appellant] testte positief op cannabis. Ook is bloed afgenomen voor een bloedonderzoek. Hieruit bleek dat [appellant] 4,1 microgram cannabis per liter in zijn bloed had. Bij het in bezwaar gehandhaafde besluit van 23 augustus 2021 heeft het CBR de geldigheid van het rijbewijs van [appellant] geschorst en hem een onderzoek naar zijn drugsgebruik opgelegd. Daaraan is de mededeling van 19 juli 2021 ten grondslag gelegd. [appellant] is het hier niet mee eens en heeft beroep ingesteld. Volgens hem is hij te laat op de hoogte gesteld van de uitslag van het bloedonderzoek. Daardoor was een tegenonderzoek niet meer mogelijk. Ook voert hij aan dat hij ten onrechte niet is gehoord in bezwaar.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3604
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202201924/1/A2

202201929/1/R1

Bij besluit van 31 januari 2022 heeft de raad van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan "Zuidas Kop Zuidas 2018, 1e herziening" vastgesteld. Het bestemmingsplan "Zuidas Kop Zuidas 2018" (hierna: het moederplan) is vastgesteld op 19 september 2018. Het moederplan voorziet onder meer in de realisatie van woningen, kantoren en voorzieningen, waaronder detailhandels-, maatschappelijke en horecavoorzieningen, in het gebied Kop Zuidas, gelegen in stadsdeel Zuid. Bewonersvereniging de Miranda-Buurt komt op voor de bewoners van de Mirandabuurt, inclusief de bewoners en gebruikers van de Veluwebuurt en die van de Kop Zuidas. Samen met enkele bewoners van de Mirandabuurt, woonachtig dichtbij of op Kop Zuidas, en de Vereniging van Eigenaars "Zuidelijke Wandelweg 93 t/m 123" keren zij zich tegen de voorziene omvang van de woonzorgvoorziening, de broedplaats en het buurtgezondheidscentrum, hoofdzakelijk omdat hun woon- en leefklimaat wordt aangetast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3614
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202201929/1/R1

202202242/1/R2

Bij besluit van 22 februari 2022 heeft de raad van de gemeente Oosterhout het bestemmingsplan "Dorst, herziening 3 (Dorst Oost)" vastgesteld. Het plan maakt ten oosten van Dorst in het landelijk gebied een nieuwe woonwijk, Dorst-Oost, mogelijk met maximaal 165 woningen. In het westelijke deel van het plangebied zijn 130 woningen en in het oostelijke deel 35 woningen mogelijk gemaakt. ORR is de initiatiefnemer van het plan. ORR is door de provincie Noord-Brabant opgericht en is een 100% deelneming van de provincie. Het college van GS heeft naar aanleiding van een verzoek van het gemeentebestuur van Oosterhout op 7 februari 2022 een zogenoemd herbegrenzingsbesluit genomen. [appellanten sub 1] wonen aan De Heiningen 21 in Dorst op korte afstand van het westelijke deel van het plangebied. Zij vrezen dat het plan zal leiden tot een onevenredige aantasting van hun privacy en uitzicht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3612
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202202242/1/R2

202202626/1/A2

Bij besluit van 10 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam bestuursdwang toegepast door de auto van [appellante] weg te slepen en in bewaring te stellen en de kosten daarvan van € 373,00 op [appellante] te verhalen. Op 10 juni 2019 stond de auto van [appellante] geparkeerd op een parkeerplaats aangeduid met een verkeersbord E7 en een onderbord met de tekst "ma t/m vr 09.00-13.00hr". De auto stond op deze laad- en losplek in het genoemde tijdvak. Dit is een overtreding van artikel 24, eerste lid, aanhef en onder f, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990. Daarom heeft het college de auto weggesleept. Verder heeft het college de kosten ten bedrage van € 373,00 op [appellante] verhaald. [appellante] is het hiermee niet eens. In het aanvullend beroep van 16 april 2020 heeft zij, onder verwijzing naar onder meer de uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 9 november 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:9801, toegelicht waarom het college, nu het verkeers- en onderbord zonder verkeersbesluit zijn geplaatst, volgens haar niet bevoegd was haar auto weg te slepen en de kosten daarvan op haar te verhalen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3617
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202202626/1/A2

202203414/1/A2

Bij besluit van 22 juni 2020 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand de aanvraag om een lichte adviestoevoeging voor rechtsbijstand aan [appellant] afgewezen. Bij strafbeschikking van 28 mei 2020 is aan [appellant] een zogenaamde coronaboete opgelegd ter hoogte van € 390,00. [appellant] heeft verzet ingesteld tegen de strafbeschikking, waarin hij is bijgestaan door mr. M.J.G. Schroeder. Op 6 juni 2020 heeft de advocaat een aanvraag voor een LAT ingediend bij de raad. Bij het besluit van 22 juni 2020 heeft de raad de aanvraag afgewezen, omdat het gaat om een probleem waarvoor [appellant] geen advocaat nodig heeft. In het besluit op bezwaar stelt de raad vast dat uit werkinstructie S041 OM-afdoening/strafbeschikking volgt dat voor het instellen van verzet tegen een strafbeschikking geen toevoeging wordt verleend. In geval van zwaarwegende belangen kan hierop een uitzondering worden gemaakt. Volgens de raad is hetgeen in bezwaar is aangevoerd voldoende om aan te nemen dat sprake is van zodanige feitelijke en juridische complexiteit dat bijstand van een advocaat in dit geval noodzakelijk is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3609
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202203414/1/A2

202203539/1/A2

Bij besluit van 14 januari 2021 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand de aanvraag om een toevoeging voor rechtsbijstand aan [appellante] afgewezen. Op 11 mei 2020 heeft [appellante] een verzoek om inzage in haar persoonsgegevens op grond van de AVG ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Bij besluit van 15 juli 2020 heeft het college op dat verzoek beslist. Op 26 augustus 2020 heeft [appellante] bezwaar gemaakt tegen dat besluit. Bij brief van 9 december 2020 heeft het college [appellante] verzocht de gronden van het bezwaar in te dienen. Vervolgens heeft [appellante] het college op 12 december 2020 in gebreke gesteld, aangezien het college niet tijdig heeft beslist op het bezwaar. Het college heeft een hoorzitting gepland op 21 december 2020. [appellante] heeft geprotesteerd tegen die datum, aangezien zij haar gronden nog niet had ingediend. Ook heeft zij de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam verzocht het college te verbieden om de hoorzitting doorgang te laten hebben.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3585
Datum uitspraak
7 december 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202203539/1/A2

202104224/1/V1

Bij besluit van 18 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3561
Datum uitspraak
6 december 2022
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202104224/1/V1

202204788/1/V1

Bij besluit van 14 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3565
Datum uitspraak
6 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204788/1/V1

202204844/1/R3 en 202204844/4/R3

Bij besluit van 27 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast om een zonder omgevingsvergunning gerealiseerde erfafscheiding aan de [locatie] in Woubrugge, voor zover gelegen voor de voorgevelrooilijn, te verwijderen en verwijderd te houden of te verlagen en verlaagd te houden tot een hoogte van maximaal 1 m.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3568
Datum uitspraak
6 december 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202204844/1/R3 en 202204844/4/R3

202206679/2/V2

Bij besluit van 18 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3571
Datum uitspraak
6 december 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206679/2/V2

202300074/3/V3

Bij besluit van 5 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:4010
Datum uitspraak
6 december 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202300074/3/V3

202105833/2/R4

Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 11 november 2022, heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraad mr. E. Helder als lid van de enkelvoudige kamer van Afdeling belast met de behandeling van de zaak nr. 202105833/1/R4. Zaak nr. 202105833/1/R4 is op 28 oktober 2022 ter zitting van de Afdeling behandeld. [verzoeker] heeft de staatsraad gewraakt wegens de gang van zaken zowel voorafgaand aan als op die zitting. Hij had als aanvulling op zijn hogerberoepschrift een USB-stick met een geluidsopname toegezonden waarvan hij wilde dat de Afdeling kennis zou nemen. De staatsraad heeft [verzoeker] voorafgaand aan de zitting schriftelijk laten weten dat de USB-stick vooralsnog niet aan het dossier wordt toegevoegd. Ter zitting heeft de staatsraad [verzoeker] niet in de gelegenheid gesteld om de geluidsopname af te spelen. Hiermee heeft de staatsraad nagelaten om objectief en zorgvuldig kennis te nemen van de feiten in zijn zaak, aldus [verzoeker].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3535
Datum uitspraak
6 december 2022
  • Wraking
  • RO - Overige
  • uitspraakin de zaak202105833/2/R4

202100223/1/V2

Bij besluit van 17 december 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3548
Datum uitspraak
5 december 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202100223/1/V2

202102259/1/V2

Bij besluit van 18 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3549
Datum uitspraak
5 december 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202102259/1/V2

202104525/1/V2

Bij besluit van 20 september 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3550
Datum uitspraak
5 december 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202104525/1/V2

202104969/1/V2

Bij besluit van 9 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3551
Datum uitspraak
5 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104969/1/V2

202105110/1/V1

Bij besluit van 1 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3552
Datum uitspraak
5 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105110/1/V1

202106162/1/V2

Bij besluit van 2 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3553
Datum uitspraak
5 december 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202106162/1/V2

202106754/1/V2

Bij besluit van 15 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3554
Datum uitspraak
5 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106754/1/V2

202108065/1/V2

Bij besluit van 27 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3555
Datum uitspraak
5 december 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202108065/1/V2

202202749/1/V3

Bij besluit van 4 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat de vreemdeling geen verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan in Nederland meer heeft. Ook heeft de staatssecretaris de vreemdeling opgedragen Nederland binnen 28 dagen te verlaten (hierna: het verwijderingsbesluit).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3556
Datum uitspraak
5 december 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202202749/1/V3

202202865/1/V1

Bij besluit van 11 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3557
Datum uitspraak
5 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202865/1/V1
vorige pagina1...146147148...1.210volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon