Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.940
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202206362/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3727
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206362/1/V3

202206448/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3728
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206448/1/V3

202206643/2/V3

Bij besluit van 15 augustus 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3794
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206643/2/V3

202206672/1/V3

Bij besluit van 21 september 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3798
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206672/1/V3

202206674/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3765
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206674/1/V3

201807685/4/R2

Bij tussenuitspraak van 17 maart 2021 heeft de Afdeling de raad van de gemeente Oisterwijk opgedragen om binnen 26 weken na verzending van de tussenuitspraak de geconstateerde gebreken in het besluit van 28 juni 2018 te herstellen. De Afdeling heeft in overweging 6.2 van de tussenuitspraak van 17 maart 2021 overwogen dat, gelet op het feit dat de gronden met de aanduiding "weg" en met de aanduiding "parkeerterrein" erfverhardingen zijn en daarmee voorzieningen, het bouwperceel, gelet op artikel 1.22 van de Verordening Ruimte Noord-Brabant, ook deze gronden bevat. Het bouwperceel, inclusief deze gronden, had een omvang van meer dan 1,5 ha, wat in strijd is met artikel 7.11, eerste lid, van de Verordening Ruimte Noord-Brabant. In overweging 10.2 van de tussenuitspraak is verder overwogen dat, hoewel niet kan worden uitgesloten dat de wegbreedte van de Berktweg uiteindelijk voldoende zal zijn voor een veilige verkeersafwikkeling, deze verwachting van de raad niet met verkeerskundig onderzoek is onderbouwd. Ook is in 10.2 overwogen dat niet duidelijk is waarop de verwachting is gebaseerd dat vrachtwagens in de meeste gevallen op geschikte plaatsen op elkaar kunnen wachten. Gelet hierop heeft de raad onvoldoende inzichtelijk gemaakt dat de Berktweg breed genoeg is voor de veilige afwikkeling van het verkeer.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3735
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201807685/4/R2

201900991/2/R1 en 201900992/2/R1

Bij tussenuitspraak van 2 december 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2872, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Haarlemmermeer opgedragen de geconstateerde gebreken in het besluit van 15 november 2018 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Badhoevedorp Schuilhoeve" te herstellen. Het plan maakt maximaal 700 woningen mogelijk in de wijk Schuilhoeve ten noorden van Schiphol. KLM is het niet eens met het plan en de hogere waarden. Zij vreest dat haar bedrijfsvoering zal worden belemmerd, omdat bij de woningen geen sprake zal zijn van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat als gevolg van het proefdraaien en het grondgeluid van haar vliegtuigen. De gemeenteraad heeft naar aanleiding van de tussenuitspraak aanvullend akoestisch onderzoek laten verrichten door Royal HaskoningDHV en het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum. De raad heeft naar aanleiding daarvan in het tweede herstelbesluit het plan gewijzigd vastgesteld door daarin te bepalen dat op meer locaties een zogenoemde dove gevel moet worden gerealiseerd dan in het oorspronkelijke plan was voorzien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3755
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201900991/2/R1 en 201900992/2/R1

201909073/1/R3

Bij besluit van 15 oktober 2019 heeft de raad van de gemeente Hof van Twente het bestemmingsplan "Buitengebied Hof van Twente, Blokstegenweg 3/3a" vastgesteld. Het plan maakt op het perceel Blokstegenweg 3/3a te Ambt Delden de exploitatie van een opslag van windmolenonderdelen en een aannemersbedrijf, de verbouwing van een bedrijfswoning en de bouw van een schuur mogelijk. Twentevis exploiteerde ter plaatse een viskwekerij in de aanwezige bedrijfsbebouwing. Nadat [partij] eigenaar van het perceel was geworden, heeft hij de daarover met Twentevis gesloten huurovereenkomst beëindigd. Omdat Twentevis haar bedrijfsvoering op het perceel wil hervatten, heeft zij civiele procedures tegen [partij] in gang gezet. Twentevis en de stichting en anderen kunnen zich niet verenigen met het plan. Twentevis wil voorkomen dat met het plan de mogelijkheid voor de exploitatie van een viskwekerij op het perceel vervalt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3751
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak201909073/1/R3

202006784/1/R3

Bij besluit van 6 november 2020 heeft de raad van de gemeente Rijssen-Holten het bestemmingsplan "Buitengebied Rijssen-Holten, rood voor rood [locatie 1] en Oude Deventerweg ongenummerd" vastgesteld. Aan de [locatie 1] in Holten was voorheen een agrarisch bedrijf gevestigd. Volgens de plantoelichting is de uitvoering van dit bedrijf enkele jaren geleden beëindigd, waardoor de op dat perceel staande agrarische bedrijfsbebouwing niet meer als zodanig in gebruik is. [partij] is eigenaar van het perceel kadastraal bekend Holten, sectie H, nummer 1703, gelegen aan de Oude Deventerweg in Holten. [partij] wil blijkens de plantoelichting 851 m² van de voornoemde agrarische bedrijfsbebouwing aan de Espelodijk slopen en, in het kader van de zogeheten Rood-voor-Rood regeling, daarvoor in de plaats een woning (hierna: compensatiewoning) oprichten op zijn perceel aan de Oude Deventerweg ongenummerd. De bedrijfswoning en een kapschuur op het perceel [locatie 1] blijven wel behouden. Het plan voorziet in deze ontwikkelingen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3629
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202006784/1/R3

202100009/1/V3

Bij besluit van 15 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd. De vreemdeling heeft de Albanese nationaliteit en geen verblijfsrecht in Nederland. In Italië heeft hij een verblijfsrecht voor onbepaalde tijd. De vreemdeling is op 21 maart 2019 door de meervoudige strafkamer van de rechtbank Amsterdam veroordeeld tot 42 maanden gevangenisstraf voor het bezit van harddrugs en het treffen van voorbereidingshandelingen voor de handel daarin. De staatssecretaris heeft een terugkeerbesluit genomen en een inreisverbod voor de duur van tien jaar uitgevaardigd, omdat de vreemdeling een daadwerkelijk en actueel gevaar voor de openbare orde vormt en Nederland en de EU onmiddellijk moet verlaten. Op 15 oktober 2020 heeft de staatssecretaris een overlegprocedure met Italië opgestart en op 26 november 2020 is de vreemdeling naar Albanië vertrokken. De Italiaanse autoriteiten hebben tot op heden niet in de overlegprocedure gereageerd en inmiddels verblijft de vreemdeling weer in Italië.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3580
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202100009/1/V3

202100221/1/R2

Bij besluit van 25 september 2018 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap Limburg een verzoek van [appellant] om handhavend op te treden afgewezen. [appellant] was op dat moment eigenaar van een woning, gelegen aan de [locatie] te Bergen. [appellant] heeft op 20 juni 2018 het dagelijks bestuur verzocht handhavend op te treden tegen het ophogen van een dijk en daarbij behorende dijkovergang ter plaatse van zijn woning en bovengenoemde percelen. De dijk inclusief dijkovergang zouden op basis van het projectplan "Dijkversterking Bergen - Aijen" met 45 cm verhoogd worden, maar zijn door werkzaamheden in ieder geval 85 cm hoger geworden, waardoor volgens [appellant] sprake is van een overtreding van het projectplan. [appellant] heeft het dagelijks bestuur verzocht om handhavend op te treden en te gelasten dat alle werkzaamheden worden gestaakt en alle afwijkingen van het projectplan ongedaan worden gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3757
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202100221/1/R2

202100236/1/R3

Bij besluit van 17 november 2020 heeft de raad van de gemeente Krimpenerwaard het bestemmingsplan "Kadijk 4a-6 Bergambacht" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de uitbreiding van de bedrijfsbestemming op de locatie Kadijk 4a-6 in Bergambacht. Aan de gronden van het plangebied was in het vorige bestemmingsplan overwegend een agrarische bestemming toegekend. Het bestreden plan voorziet grotendeels in de bestemming "Bedrijf", waardoor een buitenopslag bij de ter plaatse aanwezige timmerwerkplaats mogelijk wordt gemaakt. [partij] is de eigenaar van het bedrijf en de initiatiefnemer van het plan. [appellant] woont ten zuiden van het plangebied, op de [locatie] in Bergambacht. Zijn beroep richt zich vooral tegen de manier waarop het plan tot stand is gekomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3764
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202100236/1/R3

202100730/1/R4

Bij besluit van 1 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht [appellant] onder oplegging van een eenmalige dwangsom van € 5.000,00 gelast om vóór 1 april 2018 de geconstateerde gebreken in het pand aan de [locatie] te Utrecht te herstellen en hersteld te (doen) houden. [appellant] is eigenaar van het pand aan de [locatie] te Utrecht. Het pand heeft meerdere kamers die worden verhuurd. Na inspecties op 12 december 2016 en 6 april 2017 heeft het college bij besluit van 4 mei 2017 aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd vanwege overtreding van artikel 1b, tweede lid, van de Woningwet. Het pand was volgens het college in een staat die niet voldoet aan voorschriften van het Bouwbesluit 2012, met name op het gebied van brandveiligheid. Bij besluit van 31 mei 2018 is het daartegen door [appellant] gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 16 april 2019 heeft de rechtbank het door [appellant] ingestelde beroep gegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3729
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202100730/1/R4

202101634/1/A2

Bij besluit van 30 december 2014 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de voorschotten zorgtoeslag en huurtoeslag van [appellant] over 2014 herzien en vastgesteld op nihil. De Belastingdienst/Toeslagen heeft de definitieve berekening van de zorg- en huurtoeslag van [appellant] over de berekeningsjaren 2012 en 2013 bij afzonderlijke besluiten van 6 januari 2015 herzien en vastgesteld op nihil, en bepaald dat [appellant] over 2012 een bedrag van € 838,00 onderscheidenlijk € 501,00 aan teveel ontvangen zorg- en huurtoeslag moet terugbetalen, en over het jaar 2013 een bedrag van € 1.081,00 onderscheidenlijk € 507,00 aan teveel ontvangen zorg- en huurtoeslag moet terugbetalen. De Belastingdienst/Toeslagen heeft de voorschotten zorg- en huurtoeslag over het jaar 2014 bij besluit van 30 december 2014 herzien en eveneens vastgesteld op nihil. Aan de besluiten ligt ten grondslag dat [appellant] volgens de Belastingdienst/Toeslagen niet rechtmatig in Nederland verbleef of dat zijn verblijfsstatus geen recht gaf op toeslag. Het door [appellant] hiertegen ingediende bezwaar is door de Belastingdienst/Toeslagen bij afzonderlijke besluiten van 19 januari 2019 niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaar te laat is ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3737
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202101634/1/A2

202101844/2/R1

Bij tussenuitspraak van 19 januari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:136, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Medemblik opgedragen om binnen 16 weken na verzending van de tussenuitspraak het geconstateerde gebrek in zijn besluit van 21 januari 2021 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Transformatie recreatieparken De Maar, De Kogge 1 en De Kogge 3" te herstellen. Om aan de opdracht in de tussenuitspraak te voldoen, heeft de raad zoals gezegd het plan bij het herstelbesluit opnieuw en gewijzigd vastgesteld. Hij heeft in artikel 15.1, onder b, van de planregels de zinsnede ‘De in de beleidsregels opgenomen afwijkingsmogelijkheden kunnen bij deze beoordeling worden betrokken.’ toegevoegd en paragraaf 4.6.2 van de plantoelichting gewijzigd. Daarin staat nu onder meer dat voor het Bungalowpark De Kogge Oostwoud een parkeernorm van 1,7 parkeerplaatsen per woning wordt gehanteerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3758
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202101844/2/R1

202102291/1/R4

Bij besluit van 2 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Berkelland aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het uitbreiden, veranderen en in werking hebben van een melkrundveehouderij op het perceel [locatie A] in Borculo. [vergunninghouder] exploiteert op het perceel een melkrundveehouderij. Op het perceel staan meerdere stallen, die in de stukken zijn aangeduid met A, B, C, F, G, H en J. [appellant] en anderen zijn, behalve de Stichting Leefbaar Buitengebied, omwonenden. Zij wonen op een afstand tussen ongeveer 150 m en 240 m van de nieuw te bouwen ligboxenstal. Zij vrezen dat hun woon- en leefklimaat zal worden aangetast door de uitbreiding van de melkrundveehouderij van [vergunninghouder]. Stichting Leefbaar Buitengebied is gelet op haar statutaire doelstellingen en feitelijke werkzaamheden tevens belanghebbende in deze zaak. [vergunninghouder] exploiteert op het perceel een melkrundveehouderij. Op het perceel staan meerdere stallen, die in de stukken zijn aangeduid met A, B, C, F, G, H en J.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3741
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Milieu - Overige
  • Natuurbescherming
  • Vee e.a. dieren
  • uitspraakin de zaak202102291/1/R4

202102300/1/R4

Bij besluit van 2 juli 2019 heeft het college aan [bedrijf] een omgevingsvergunning verleend voor het uitbreiden, veranderen en in werking hebben van een melkrundveehouderij op het perceel [locatie 5] in Borculo. [bedrijf] exploiteert op het perceel een melkrundveehouderij. Op het perceel staan meerdere stallen, die in de stukken zijn aangeduid met A, B, C, F, G, H en J. Bij besluit van 1 maart 2006 heeft het college een milieuvergunning op grond van de Wet milieubeheer verleend op grond waarvan op het perceel 92 melk- en kalfkoeien, 15 melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar, 60 stuks vrouwelijk jongvee, 207 vleeskalveren tot 8 maanden oud, 60 fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar en 20 legkippen mogen worden gehouden. [appellant] betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat de inrit waarvan het gebruik ervan lawaai veroorzaakt, ten onrechte niet bij het bestreden besluit is betrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3736
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202102300/1/R4

202102371/1/A3

Bij besluit van 7 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Purmerend geweigerd aan [wederpartij] een vergunning te verlenen voor het vormen van drie woonruimten in de woning op het adres [locatie] in Purmerend. [wederpartij] heeft op 8 juli 2019 een aanvraag ingediend voor het verbouwen van de eengezinswoning op het adres [locatie] in Purmerend tot drie woonruimten. Het college heeft de beslistermijn op 29 augustus 2019 verlengd met zes weken tot en met 14 oktober 2019. Op 14 oktober 2019 heeft het college telefonisch overleg gehad met [wederpartij] over het opschorten van de beslistermijn. [wederpartij] is daar mondeling mee akkoord gegaan. Het college heeft diezelfde dag bij e-mailbericht aan [wederpartij] verzocht om schriftelijk in te stemmen met de opschorting van de beslistermijn tot en met 11 november 2019. [wederpartij] heeft bij e-mailbericht van 15 oktober 2019 te kennen gegeven dat hij daarmee instemt. Vervolgens heeft het college de aanvraag afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3762
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202102371/1/A3

202102611/1/V3

Bij besluit van 12 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd. Deze uitspraak gaat over de vraag hoe de staatssecretaris gebruik moet maken van zijn bevoegdheid om een terugkeerbesluit te nemen en een inreisverbod uit te vaardigen tegen een vreemdeling die een verblijfsrecht in een andere EU-lidstaat heeft. De vreemdeling heeft de Nigeriaanse nationaliteit en geen verblijfsrecht in Nederland. In Luxemburg heeft hij een verblijfsrecht als familielid van een Unieburger. De vreemdeling is door de meervoudige strafkamer van de rechtbank Amsterdam op 17 oktober 2019 veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf voor het bezit van harddrugs, het treffen van voorbereidingshandelingen voor de handel daarin en witwassen. Die feiten zijn gepleegd in de periode van 13 september 2018 tot en met 8 november 2018.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3581
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202102611/1/V3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202102611/1/V3

202102785/1/A2

Bij besluit van 21 september 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het voorschot zorg- en huurtoeslag van [appellant] over 2018 herzien en vastgesteld op nihil. De Belastingdienst/Toeslagen heeft het voorschot zorg- en huurtoeslag van [appellant] herzien en vastgesteld op nihil omdat zijn geschatte toetsingsinkomen is gewijzigd. [appellant] is het niet eens met de hoogte van zijn geschatte inkomen en is in bezwaar gegaan. De Belastingdienst/Toeslagen heeft [appellant] bij brief van 8 december 2018 en na de hoorzitting in bezwaar op 4 februari 2019 in de gelegenheid gesteld stukken aan te leveren waaruit zijn inkomen over de periode 1 januari 2018 tot en met 30 november 2018 blijkt. Bij besluit van 25 februari 2019 verklaart de Belastingdienst/Toeslagen het bezwaar ongegrond omdat de dienst geen loongegevens heeft ontvangen en gezien de hoogte van het geschatte inkomen niet kan beoordelen of [appellant] recht heeft op zorg- en huurtoeslag. [appellant] is het niet eens met dit besluit en is hiertegen in beroep gegaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3738
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202102785/1/A2

202103241/1/A3

Bij besluit van 29 oktober 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Zeeland het verzoek van [appellant] om hem op grond van de Wet openbaarheid van bestuur informatie te verstrekken, afgewezen. [appellant] heeft op 9 september 2019 een Wob-verzoek bij het college ingediend over de sanering van het terrein van de voormalige fosforfabriek Thermphos in Vlissingen-Oost. Hij heeft onder meer verzocht om documenten over de specifieke uitgaven aan Van Citters Beheer B.V. door de provincie Zeeland en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3812
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202103241/1/A3

202103268/1/A3 en 202103269/1/A3

[wederpartij] heeft beroep ingesteld wegens het niet tijdig beslissen door de minister van Justitie en Veiligheid op zijn verzoek om op grond van de Wet openbaarheid van bestuur informatie openbaar te maken. Bij uitspraak van 9 april 2021 heeft de rechtbank, voor zover van belang, het beroep gegrond verklaard en de minister opgedragen alsnog een besluit op het Wob-verzoek te nemen. [wederpartij] heeft op grond van de Wob verzocht om informatie over aan hem opgelegde verkeersboetes. Met die informatie wil hij de verkeersboetes aanvechten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3814
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202103268/1/A3 en 202103269/1/A3

202104246/1/V1

Bij brief van 28 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling meegedeeld dat hij de termijn voor de overdracht aan Italië heeft verlengd met twaalf maanden, tot 14 april 2022. De vreemdeling heeft op 14 september 2020 een asielaanvraag ingediend in Nederland. Bij besluit van 20 november 2020 heeft de staatssecretaris de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan. Het besluit geldt tevens als overdrachtsbesluit. Het staat in rechte vast met de uitspraak van 15 maart 2021, waarbij de rechtbank het beroep van de vreemdeling tegen dat besluit ongegrond heeft verklaard. De overdracht van de vreemdeling aan Italië stond gepland op 14 april 2021, maar de staatssecretaris heeft de termijn met twaalf maanden verlengd tot 14 april 2022, omdat de vreemdeling zou zijn ondergedoken. Deze uitspraak geeft antwoord op de vraag of de rechtbank terecht heeft overwogen dat de verlenging van de overdrachtstermijn een besluit is waartegen beroep openstaat en dat de staatssecretaris de overdrachtstermijn mocht verlengen omdat de vreemdeling zou zijn ondergedoken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3630
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104246/1/V1

202104264/1/R3

Bij besluit van 22 april 2021 heeft de raad van Tytsjerksteradiel het bestemmingsplan "Sanjesfjild" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de mogelijkheid van een lokaal bedrijventerrein met een omvang van 2,5 ha aan de Sanjesreed te Oentsjerk. Het plan maakt daar een lichte vorm van bedrijvigheid (milieucategorie 1 en 2) en het realiseren van een aantal bedrijfswoningen mogelijk. [appellant sub 1] en anderen wonen in de nabijheid van het plangebied en vrezen aantasting van hun woonomgeving als gevolg van het plan. Zij stellen dat landschappelijke inpassing van een bedrijventerrein met een omvang van 2,5 ha in dit gebied niet goed mogelijk is en het plan zoals het nu voorligt daarom onwenselijk is. Praktijkboerderij is gevestigd aan de Sanjesreed 4-6 in de nabijheid van het plangebied. Praktijkboerderij exploiteert een melkrundveehouderij met daarnaast een kennisplatform voor melkveehouders. Praktijkboerderij vreest beperking van haar bedrijfsvoering als gevolg van het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3754
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202104264/1/R3

202104507/1/A3

Bij besluit van 12 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waalwijk de aanvraag voor een omzettingsvergunning voor de woning aan de [locatie 1] te Waalwijk buiten behandeling gelaten. [appellante sub 2] heeft twee woningen aan de [locatie 2] en [locatie 1], die zij kamersgewijs wil gaan verhuren aan arbeidsmigranten. Ook haar echtgenoot, [naam], heeft een rol in deze procedure en is betrokken bij de verhuur van de twee woningen. Voor de woning aan de [locatie 1] heeft [appellante sub 2] op 5 oktober 2018 een aanvraag ingediend voor een omzettingsvergunning op grond van de Huisvestingsverordening Waalwijk 2018-2021. Zij wil de woning verhuren aan vijf personen. Het college heeft [appellante sub 2] daarop een brief gestuurd met het verzoek om de nog ontbrekende stukken en gegevens over te leggen. Omdat zij niet alle verzochte stukken en gegevens tijdig naar het college heeft gestuurd, heeft het college bij besluit van 12 december 2018 besloten om de aanvraag niet inhoudelijk te behandelen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3753
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202104507/1/A3

202104734/1/V1

Op 14 april 2021 heeft het Centraal Orgaan opvang asielzoekers in de Basisvoorziening vreemdelingen melding gemaakt dat de vreemdeling ‘met onbekende bestemming is vertrokken’. Het COa heeft op 14 april 2021 bij de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel gemeld dat de vreemdeling ‘met onbekende bestemming is vertrokken’. Daarop heeft de AVIM de vreemdeling in de BVV geregistreerd als ‘met onbekende bestemming vertrokken’. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de vreemdeling hierover bij brief van 28 april 2021 geïnformeerd. Daarbij heeft de staatssecretaris vermeld dat hij de overdracht aan Italië, die gepland stond op 14 april 2021, heeft geannuleerd, omdat de vreemdeling niet meewerkte aan zijn uitzetting. De vreemdeling kan zich niet vinden in de MOB-melding. Deze uitspraak gaat over de vraag of een MOB-melding een besluit is als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht dan wel een feitelijke handeling.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3631
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Opvang asielzoekers
  • uitspraakin de zaak202104734/1/V1

202105506/1/R3

Bij besluit van 24 juni 2021 heeft de raad van de gemeente Rijssen-Holten het "Chw Omgevingsplan buitengebied Rijssen-Holten" vastgesteld. Met het plan beoogt de raad een actuele planologische regeling te geven voor het buitengebied van de gemeente Rijssen-Holten. Het plan is een zogenoemd "bestemmingsplan met verbrede reikwijdte". Dit betekent dat de raad gebruik heeft gemaakt van extra mogelijkheden voor de inrichting van het bestemmingsplan op basis van artikel 2.4 van de Crisis- en herstelwet in verbinding met artikel 7c van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet. De raad wil hiermee anticiperen op de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Het plan ziet op het gehele buitengebied van de gemeente zoals dat in het voorgaande bestemmingsplan "Buitengebied Rijssen-Holten" (2012) was opgenomen. Op een aantal plekken vindt er een correctie plaats qua planbegrenzing. De raad heeft het plan op een aparte website (namelijk http://Omgevingsplan buitengebied Rijssen-Holten (vastgesteld) - Omgevingsplan (planoview.nl) geplaatst. De Chw biedt daarvoor op grond van artikel 7c, negende lid, aanhef en onder a, onderdeel 1, van het Bu Chw de mogelijkheid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3734
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202105506/1/R3

202105601/1/A3

Bij besluit van 4 augustus 2017 heeft de minister een verzoek van [appellant] om informatie openbaar te maken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur afgewezen. Het verzoek van [appellant] van 6 september 2016, gericht aan het Centraal Justitieel Incassobureau, houdt verband met dwangbevelen die opgelegd kunnen worden met toepassing van artikel 26 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften. Het verzoek luidt: "Met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) verzoek ik om openbaarmaking van alle (gespreks)verslagen, memo’s, notities, notulen, samenvattingen, berichten, e-mails, schriftelijke correspondentie (brief en fax), rapportages, studies, evaluaties, communicatie, verzoeken, adviezen, instructies, aanwijzingen, opdrachten, besluiten, beleidsstukken, en/of andere informatie/documenten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3745
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202105601/1/A3

202105698/1/A3

Bij besluit van 15 december 2020 heeft de burgemeester van Nijmegen de aanvraag van [appellant] om verlening van een exploitatievergunning voor de vennootschap afgewezen. De vennootschap is opgericht door [appellant] en [persoon]. Zij waren beiden bestuurders en beheerders van de vennootschap. [appellant] heeft namens de vennootschap een exploitatievergunning bij de burgemeester aangevraagd voor de horeca-inrichtingen aan de [locatie 1] en aan de [locatie 2] en [locatie 3] in Nijmegen. Deze locaties behoren tot het gebouw dat is gelegen op de hoek van deze twee straten. Binnen dat gebouw zijn de verschillende locaties onderling bereikbaar. De exploitatievergunning is aangevraagd vanwege de overname van een bestaand bedrijf van [persoon]. Op 11 februari 2021 is [persoon] uit het bestuur van de vennootschap getreden. De burgemeester heeft de aanvraag afgewezen en de afwijzing in het besluit op bezwaar gehandhaafd. De burgemeester stelt zich op het standpunt dat [appellant] niet voldoet aan de eis dat hij niet in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3750
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak202105698/1/A3

202105771/1/A2

Bij twee afzonderlijke besluiten van 20 mei 2019 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand een eerder aan de maatschap toegekende vergoeding voor rechtsbijstand ingetrokken en een andere aan de maatschap toegekende vergoeding herzien. Op 18 april 2016 heeft mr. B.B. van Meersbergen-Zebregs, destijds werkzaam voor de maatschap, een toevoeging aangevraagd voor het instellen van hoger beroep namens [persoon] tegen een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 24 maart 2016. Deze zaak betreft een maatregel die het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: UWV) [persoon] in het kader van de Ziektewet heeft opgelegd. Bij besluit van 22 april 2016 heeft de raad een toevoeging met het kenmerk 1HN1319 verleend op grond van zijn zogenoemde High Trust-programma. Uitgangspunt van dit programma is dat de vraag of een zaak in aanmerking komt voor een toevoeging niet langer door de raad naar aanleiding van een aanvraag om toevoeging, maar door de rechtsbijstandverlener voorafgaand aan het indienen van de aanvraag wordt beoordeeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3740
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202105771/1/A2

202106208/1/R1

Bij besluit van 18 december 2017 hebben provinciale staten van Noord-Holland de Luchthavenregeling Middenmeer vastgesteld. De luchthavenregeling heeft betrekking op de luchthaven Middenmeer (hierna: de luchthaven) en wijzigt de Luchthavenregeling MLA Middenmeer, zoals vastgesteld op 4 februari 2013. Op grond van de Luchthavenregeling MLA Middenmeer uit 2013 mocht de luchthaven uitsluitend worden gebruikt voor vluchten met Micro Light Aircrafts. [exploitant], exploitant van de luchthaven, heeft provinciale staten verzocht om in de luchthavenregeling ook twee nieuwe categorieën lichte vliegtuigen op te nemen, namelijk Light Sport Aircrafts en Very Light Aircrafts. Daarnaast is de gebiedskaart voor het luchthavengebied aangepast, omdat de oude kaart niet het werkelijke luchthavengebied weergaf. [appellant sub 1] woont op een boerderij op het perceel [locatie A] te Wieringerwerf. [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] wonen op een veeboerderij op het perceel [locatie B] te Wieringerwerf. Appellanten kunnen zich niet met de wijziging van de luchthavenregeling verenigen, omdat zij onder meer vrezen voor toename van geluidsoverlast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3756
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Luchtvaart
  • uitspraakin de zaak202106208/1/R1

202106585/1/R1

Bij besluit van 10 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam geweigerd aan [appellant sub 2] een omgevingsvergunning te verlenen ten behoeve van het perceel [locatie] in Amsterdam. [appellant sub 2] is eigenaar van het perceel waarop een voormalige noodwoning aanwezig was. De noodwoning op het perceel is gesloopt en op het bouwvlak zal een nieuwe woning worden gebouwd. Voor de woning is door het college bij besluit van 6 april 2018 een omgevingsvergunning verleend. Een toezichthouder van de gemeente Amsterdam heeft op 20 september 2019 en op 18 oktober 2019 geconstateerd dat [appellant sub 2] in afwijking van de verleende omgevingsvergunning voor de woning op het perceel een extra funderingsbalk heeft aangebracht, palen buiten het bouwvlak heeft ingeslagen en de fundering hoger heeft aangebracht dan het aangrenzende maaiveld. Volgens het college is het maken van een gebouwd terras ten behoeve van de woning binnen de enkelbestemming "Agrarisch met waarden" niet toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3763
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202106585/1/R1

202106652/1/A3

Bij besluit van 8 oktober 2019 heeft de korpschef van politie een onkostenvergoeding van € 60,- geheven voor de verlenging van de geldigheidsduur van [appellant]’ wapenverlof. Bij besluit van 19 mei 2020 heeft de minister van Justitie en Veiligheid het door [appellant] daartegen ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. Op 8 oktober 2019 heeft de korpschef van politie de geldigheidsduur van [appellant]’ wapenverlof verlengd. Op grond van artikel 41 van de Wet wapens en munitie (hierna: Wwm) en artikel 50a, eerste lid, aanhef en onder b, van de Regeling wapens en munitie (hierna: Rwm) heeft de korpschef van politie bij de verlenging een onkostenvergoeding van € 60,- geheven. [appellant] is het niet eens met deze onkostenvergoeding, ook wel ‘leges’ genoemd. [appellant] voert aan dat de rechtbank ten onrechte de Rwm niet exceptief getoetst heeft, terwijl dat beter passend zou zijn omdat de heffing van de leges een inbreuk op zijn eigendomsrecht is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3730
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Wapens en munitie
  • uitspraakin de zaak202106652/1/A3

202107189/1/A3

Bij besluit van 26 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nissewaard beslist op het verzoek van [appellant] om op grond van de Wet openbaarheid van bestuur informatie openbaar te maken. [appellant] heeft op 26 juli 2019 een verzoek op grond van de Wob ingediend. Hij heeft daarbij het college verzocht om openbaarmaking van de geluidsopnames die zijn gemaakt tijdens de hoorzittingen van de Werkgevercommissie waarbij hij en het college zijn gehoord. Het college heeft besloten de geluidsopnames openbaar te maken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3815
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202107189/1/A3

202107266/1/R1

Bij besluit van 7 oktober 2021 heeft de raad van de gemeente Amsterdam van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan "Grondwaterneutrale Kelders" vastgesteld. De raad wil met het bestemmingsplan negatieve (cumulatieve) effecten van aanleg van kelders op de stand en de stroom van het grondwater in Amsterdam voorkomen door in het plangebied alleen nog de aanleg van grondwaterneutrale kelders toe te staan en de aanleg van kelders die niet grondwaterneutraal zijn, te verbieden. Het bestemmingsplan is een zogeheten parapluplan. Met dit parapluplan worden geldende bestemmingsplannen binnen de gehele gemeente Amsterdam, uitgezonderd IJburg, gedeeltelijk herzien. De gedeeltelijke herziening van de geldende bestemmingsplannen voorziet in een aanvullende/vervangende regeling voor kelderbouw, waarbij de eis van grondwaterneutraal bouwen van kelders is ingevoerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3733
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202107266/1/R1

202107441/1/A3

Bij besluit van 13 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellant] voor een urgentieverklaring afgewezen. [appellant] heeft chronische stoornissen, waaronder epilepsie, waardoor hij een verminderde fysieke en psychische belastbaarheid heeft. Hij is beperkt in zijn mobiliteit, stresstolerantie en maatschappelijk functioneren. Hij wordt hiervoor specialistisch behandeld. Hij woont alleen in een woning met twee verdiepingen en een trap. [appellant] heeft vanwege zijn medische situatie moeite met traplopen. Een traplift zou in zijn woning niet mogelijk zijn omdat de trap te steil is. Daarom heeft hij een urgentieverklaring aangevraagd. Het college heeft de Gemeentelijke Gezondheidsdienst gevraagd om een medisch advies. De GGD heeft op 10 februari 2020 geadviseerd dat op grond van objectieve medische gegevens geen medische urgentie bestaat voor een gelijkvloerse woning. Het college heeft de aanvraag daarom afgewezen

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3752
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202107441/1/A3

202107838/1/R4

Bij besluit van 28 oktober 2021 heeft de raad van de gemeente Bronckhorst het bestemmingsplan "Stedelijk gebied; veegplan 2021-2" vastgesteld. De raad heeft met het voorliggende bestemmingsplan onder meer willen voorzien in de mogelijkheid om op de gronden aan de [locatie 1] in Keijenborg een multifunctioneel sportcomplex te realiseren bestaande uit bebouwing en open sportvelden. Op de gronden zijn nu een aantal open sportvelden, een clubgebouw en parkeervoorzieningen aanwezig. Om realisatie van het sportcomplex mogelijk te maken is het bouwvlak, ten opzichte van het voorgaande bestemmingsplan "Stedelijk gebied Bronckhorst" zoals vastgesteld bij besluit van 31 maart 2016, vergroot en verplaatst naar het noorden. [appellant] woont in de woning aan de [locatie 2] te Keijenborg, in de directe nabijheid van het sportcomplex. Hij vreest door de realisering en het gebruik van het sportcomplex voor aantasting van zijn woon- en leefklimaat, onder meer door een toename van geluid- en verkeershinder.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3739
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202107838/1/R4

202107845/1/V6 en 202107847/1/V1

Bij besluiten van 15 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het Nederlanderschap van [appellant] ingetrokken krachtens artikel 14, vierde lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap en hem ongewenst verklaard krachtens artikel 67, eerste lid, aanhef en onder c en e, van de Vw 2000. [appellant] is geboren op [geboortedatum] 1986 in Den Haag en heeft vanaf zijn geboorte de Marokkaanse nationaliteit. Op [datum] 2005 heeft hij de Nederlandse nationaliteit door optie verkregen. Op [datum] 2013 is hij uitgeschreven uit de basisregistratie personen wegens vertrek uit Nederland. De staatssecretaris heeft het Nederlanderschap van [appellant] krachtens artikel 14, vierde lid, van de RWN ingetrokken, omdat hij zich heeft aangesloten bij een organisatie die deelneemt aan een internationaal gewapend conflict en hij een bedreiging vormt voor de nationale veiligheid. De staatssecretaris heeft ter onderbouwing verwezen naar het individueel ambtsbericht. Daarin staat dat [appellant] vanaf begin 2013 in Syrië verbleef en na [datum] 2017 tot in ieder geval eind 2017 werd gelokaliseerd in gebieden die op dat moment beheerst werden door Hay’at Tahrir al-Sham.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3759
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202107845/1/V6 en 202107847/1/V1

202107897/1/R1

Bij besluit van 11 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Texel [appellant] lasten onder dwangsom opgelegd voor meerdere overtredingen op het perceel [locatie] in Den Burg. In 2016 heeft [appellant] het perceel gekocht. Op dit perceel staat een schapenboet die is aangewezen als gemeentelijk monument. [appellant] houdt een paddenstoelenkwekerij in de schapenboet. Het perceel heeft op grond van het bestemmingsplan "Buitengebied Texel 2013" de bestemming "Agrarisch - Oude Land", de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie 3" en geen bouwvlak. Op de gronden waarop de schapenboet staat, ligt de functieaanduiding "Specifieke vorm van agrarisch - schapenboet". Op het perceel hebben op 8 augustus 2017, 21 mei 2019, 3 december 2019 en 13 januari 2020 controles door toezichthouders van de gemeente plaatsgevonden. Tijdens die controles is onder meer geconstateerd dat op het perceel een maaimachine en twee aanhangers stonden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3742
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202107897/1/R1

202107913/1/R1

Bij besluit van 2 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen vastgesteld dat op het gemeentelijk terrein tussen de Weurtseweg, Bronsgeeststraat en Biezenstraat in Nijmegen en op de adressen Biezenstraat 16 t/m 32, Bronsgeeststraat 7 t/m 69, Weurtseweg 37 t/m 71 en Krayenhofflaan 10 sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Voor alleen het perceel Biezenstraat 16 en het aangrenzende zuidelijke deel van het gemeentelijk terrein is spoedige sanering noodzakelijk. Voor het perceel Biezenstraat 16 en het aangrenzende zuidelijke deel van het gemeentelijk terrein heeft het college vastgesteld dat er sprake is van een risico voor de menselijke gezondheid. Daarom is volgens het college voor dat perceel en het zuidelijk deel van het gemeentelijk terrein spoedige sanering als bedoeld in artikel 37 van de Wet bodembescherming noodzakelijk. [appellant] woont op het adres [locatie]. Hij gebruikt met diverse omwonenden het middendeel van perceel 2758 als volkstuin. De gemeente gedoogt dit gebruik.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3743
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak202107913/1/R1

202108036/1/A3

Bij besluit van 3 april 2020 heeft de inspecteur van Cocensus het verzoek van [appellant] om hem informatie te verstrekken niet-ontvankelijk verklaard. Bij besluit van 20 april 2020 heeft de inspecteur het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3817
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202108036/1/A3

202108108/1/A3

Bij besluit van 30 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven aan [wederpartij] een last onder dwangsom opgelegd. Het college heeft [wederpartij] gelast om geen inbrekerswerktuigen te vervoeren of bij zich te hebben op een openbare plaats in de gemeente Eindhoven onder oplegging van een dwangsom van € 2.500,00 per geconstateerde overtreding met een maximum van € 10.000,00. Hieraan heeft het college een op ambtseed opgemaakte bestuurlijke rapportage van de politie van 16 oktober 2020 ten grondslag gelegd. De rechtbank heeft overwogen dat het college kon aannemen dat bij [wederpartij] inbrekerswerktuigen zijn aangetroffen. [wederpartij] is alleen niet op een openbare plaats, als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening Eindhoven aangetroffen met inbrekerswerktuigen, maar op een voor het publiek afgesloten terrein. De bevindingen bieden onvoldoende feitelijke grondslag voor de stelling van het college dat [wederpartij] met die werktuigen eerder op een openbare plaats is geweest.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3731
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202108108/1/A3

202200139/1/A2

Bij besluit van 11 maart 2020 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand de eerder door hem vastgestelde vergoeding voor door [wederpartij] aan [partij] verleende rechtsbijstand ingetrokken. [partij] heeft voor een openstaande schuld een betalingsregeling getroffen met het college van burgemeester en wethouders van Groningen. Bij besluit van 5 september 2012 heeft het college aan [partij] bericht dat het aflossingsbedrag is berekend op € 163,39 per maand. Bij besluit van 2 oktober 2013 heeft het college de hoogte van het aflossingsbedrag van de betalingsregeling met ingang van oktober 2013 gewijzigd vastgesteld op € 375,58 per maand. [partij] heeft bezwaar gemaakt tegen deze wijziging. Het college heeft dit bezwaar bij besluit van 17 maart 2014 ongegrond verklaard. [partij] heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en de rechtbank verzocht een voorlopige voorziening te treffen. [partij] werd bij het voeren van deze procedures bijgestaan door [wederpartij].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3744
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202200139/1/A2

202200143/1/R1

Bij besluit van 3 december 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leiden de locatie ter hoogte van de kruising Kastanjekade/Lammenschansweg (locatie TW032R) aangewezen als locatie voor een ondergrondse perscontainer huishoudelijk restafval voor de nieuwe bewoners van 'De Ananas'. Bij de keuze van een afvalinzamelmiddel alsmede de locatie daarvan moet het college een afweging maken van alle belangen die betrokken zijn bij de vaststelling van het besluit. Daarbij heeft het college beleidsruimte. De Afdeling beoordeelt, aan de hand van de beroepsgronden, of de nadelige gevolgen van de aanwijzing van het middel en de locatie niet onevenredig zijn in verhouding tot de met de aanwijzing te dienen doelen. Daarbij beoordeelt zij of het college de locatie geschikt heeft mogen achten voor de plaatsing van de ondergrondse perscontainer. [appellant A] en [appellant B] betogen dat de aangewezen locatie niet geschikt is voor de plaatsing van een ondergrondse perscontainer. Om de nieuwbouw aan de Mangoweg te faciliteren, is de afvalverwerking die daar voorheen was gevestigd, verwijderd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3761
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202200143/1/R1

202200341/1/R1

Bij besluit van 7 december 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk de locatie met het nummer XJ40, tegenover [locatie 1], aangewezen voor de plaatsing van ondergrondse containers voor huishoudelijk afval. [appellant] woont op het adres [locatie 1]. Zij heeft mede namens de bewoners van [zes locaties] beroep ingesteld. Op de aangewezen locatie zijn twee ondergrondse containers voorzien, één voor PMD en één voor oud papier en karton. [appellant] en anderen kunnen zich niet met het besluit van 7 december 2021 verenigen omdat zij vrezen dat de aanwezigheid van de ondergrondse containers tot aantasting van hun woon- en leefklimaat leidt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3746
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202200341/1/R1

202200467/1/A2

Bij besluit van 20 augustus 2020 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de huurtoeslag van [appellant] met ingang van 1 juni 2020 stopgezet. De Belastingdienst/Toeslagen heeft dat gedaan omdat vanaf diezelfde datum de eigenaresse van de woning die [appellant] huurt, op hetzelfde adres als [appellant] staat ingeschreven. De rechtbank heeft geoordeeld dat [appellant] met ingang van 1 juni 2020 geen huurder is in de zin van de Wet op de huurtoeslag. Hiervoor acht de rechtbank van belang dat [appellant], doordat hij op hetzelfde adres woont als de eigenaresse van de woning, invloed kan uitoefenen op de huurprijs. Zo maken zij beiden gebruik van de voorzieningen waarvoor vaste lasten moeten worden betaald en bestaat tussen beiden een afhankelijkheidsrelatie. Dat de huurprijs feitelijk gelijk is gebleven doet hier niet aan af. Voldoende is dat [appellant] gelet op de omstandigheden invloed heeft kunnen uitoefenen op zijn huurprijs. De rechtbank concludeert dat [appellant] vanaf 1 juni 2020 geen recht heeft op huurtoeslag omdat hij met ingang van 1 juni 2020 geen huurder is in de zin van de Wht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3749
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202200467/1/A2

202200708/1/A2

Bij besluit van 24 december 2020 heeft de Belastingdienst/Toeslagen een aanvraag van [appellante] om kindgebonden budget afgewezen. Op 4 november 2020 dient [appellante] een aanvraag om kindgebonden budget in. Deze aanvraag wordt door de Belastingdienst/Toeslagen bij besluit van 24 december 2020, gehandhaafd bij besluit van 6 augustus 2021, afgewezen omdat op grond van artikel 2, eerste lid, van de Wet op het kindgebonden budget, in samenhang bezien met artikel 18 van de Algemene Kinderbijslagwet, alleen aanspraak kan worden gemaakt op kindgebonden budget indien iemand kinderbijslag ontvangt, en [appellante] in de periode voor 1 oktober 2020 geen kinderbijslag ontving. Tegen het besluit van 6 augustus 2021 heeft [appellante] beroep ingesteld bij de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3748
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202200708/1/A2

202200747/1/A2

Bij besluit van 9 december 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [appellante] ten behoeve van haar zoon [naam] de voorziening begeleid openbaar vervoer toegekend door verstrekking van twee abonnementen voor het openbaar vervoer voor de periode van 4 januari 2021 tot en met 31 juli 2021. [appellante] heeft op 16 oktober 2020 een verzoek ingediend voor bekostiging van leerlingenvervoer voor haar zoon [naam] op basis van taxivervoer van zijn thuisadres naar basisschool [school] aan de [locatie] in Rotterdam. Dit is een basisschool voor speciaal onderwijs. De toekenning is gebaseerd op de hardheidsclausule zoals opgenomen in artikel 24 van de Verordening leerlingenvervoer Rotterdam 2015. In artikel 10 staat namelijk dat bekostiging van openbaar vervoerskosten alleen mogelijk is als de school op een afstand van meer dan 6 km van de woning ligt. Niet in geschil is dat de school dichterbij ligt, zodat aan dit vereiste niet is voldaan. Op grond van het beleid zoals opgenomen in artikel 6 van het Besluit toepassing Verordening leerlingenvervoer Rotterdam 2020 heeft het college echter met toepassing van de hardheidsclausule toch een voorziening toegekend omdat het inkomen van [appellante] en haar echtgenoot lager is dan het minimumloon.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3732
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Onderwijs
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202200747/1/A2

202201388/1/A2

Bij besluit van 26 november 2020 heeft de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen verklaard dat [appellant] niet rijgeschikt is voor het besturen van motorrijtuigen van de categorieën B, BE en T. Omdat zijn rijbewijs al zeven jaar was verlopen, heeft [appellant] het CBR verzocht om een verklaring van geschiktheid en daartoe een gezondheidsverklaring aan het CBR opgestuurd. In de gezondheidsverklaring heeft [appellant] onder meer aangegeven dat hij ADHD en een bipolaire stoornis heeft. Daarom heeft het CBR hem voor een onderzoek naar zijn rijgeschiktheid verwezen naar dr. C.C. Kan, psychiater. Het onderzoek heeft vanwege COVID-19 plaatsgevonden via een Skype-verbinding. In het naar aanleiding daarvan opgemaakte keuringsrapport met ontvangstdatum 25 november 2020 wordt als advies vermeld dat [appellant] ongeschikt is voor rijbewijzen van groep 1 en 2, genoemd in artikel 1, eerste lid, van de Regeling eisen geschiktheid 2000.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3760
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202201388/1/A2

202204940/1/R4

Bij besluit van 30 mei 2022 heeft de raad van de gemeente Heerde het bestemmingsplan "Stationsstraat 9-11, Heerde" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt het realiseren van 15 appartementen mogelijk. De termijn voor het instellen van beroep tegen het besluit liep tot en met 3 augustus 2022. Het beroepschrift van [appellante] is op 5 augustus 2022 afgegeven op het gemeentehuis en vervolgens door de raad op grond van artikel 6:15 van de Awb aan de Afdeling gezonden. Het beroep is daarom buiten de termijn ingesteld. [appellante] heeft betoogd dat de termijnoverschrijding in dit geval verschoonbaar moet worden geacht. In dat verband heeft zij aangevoerd dat zij ziek was en niet in staat het beroepschrift eerder te overhandigen. Verder heeft zij aangevoerd dat zij op 3 en 4 augustus in het gemeentehuis is geweest om haar beroepschrift te overhandigen, maar dat zij vanwege haar gezondheid naar huis is gestuurd met de mededeling dat zij zou worden teruggebeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3747
Datum uitspraak
14 december 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202204940/1/R4

202104389/1/V1

Bij besluit van 17 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3694
Datum uitspraak
13 december 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202104389/1/V1

202204087/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3695
Datum uitspraak
13 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204087/1/V3

202204240/1/V1

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3696
Datum uitspraak
13 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204240/1/V1

202205213/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3697
Datum uitspraak
13 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205213/1/V3

202205688/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3698
Datum uitspraak
13 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205688/1/V3

202205732/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3699
Datum uitspraak
13 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205732/1/V3

202205733/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3700
Datum uitspraak
13 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205733/1/V3

202205735/1/V3

De vreemdelingen hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvragen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3701
Datum uitspraak
13 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205735/1/V3

202206106/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3704
Datum uitspraak
13 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206106/1/V3

202206390/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3706
Datum uitspraak
13 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206390/1/V3

202206519/1/V2 en 202206519/2/V2

Bij besluit van 6 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3710
Datum uitspraak
13 december 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206519/1/V2 en 202206519/2/V2

202206579/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3705
Datum uitspraak
13 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206579/1/V3

202206600/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3703
Datum uitspraak
13 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206600/1/V3

202206662/1/V1

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3702
Datum uitspraak
13 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206662/1/V1

202206869/1/V3 en 202206869/2/V3

Bij besluit van 17 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3717
Datum uitspraak
13 december 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206869/1/V3 en 202206869/2/V3

202206983/2/V3

Bij besluit van 24 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3714
Datum uitspraak
13 december 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206983/2/V3

202207069/2/V2

Bij besluit van 24 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3719
Datum uitspraak
13 december 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202207069/2/V2

202204287/1/V2

Bij besluit van 2 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3677
Datum uitspraak
12 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204287/1/V2

202204861/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluit van 23 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van de vreemdeling ingewilligd, zonder daarbij vast te stellen dat hij aan de vreemdeling een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3678
Datum uitspraak
12 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204861/1/V3

202204862/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluit van 18 mei 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van de vreemdeling ingewilligd, zonder daarbij vast te stellen dat hij aan de vreemdeling een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3679
Datum uitspraak
12 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204862/1/V3

202204864/1/V3

De vreemdelingen hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvragen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluiten van 24 mei 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvragen van de vreemdelingen ingewilligd, zonder daarbij vast te stellen dat hij aan de vreemdelingen een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3680
Datum uitspraak
12 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204864/1/V3

202204874/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluit van 23 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van de vreemdeling ingewilligd, zonder daarbij vast te stellen dat hij aan de vreemdeling een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3681
Datum uitspraak
12 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204874/1/V3

202204875/1/V3

De vreemdelingen hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvragen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluiten van 13 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvragen van de vreemdelingen ingewilligd, zonder daarbij vast te stellen dat hij aan de vreemdelingen een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3682
Datum uitspraak
12 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204875/1/V3

202204878/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluit van 21 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van de vreemdeling ingewilligd, zonder daarbij vast te stellen dat hij aan de vreemdeling een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3683
Datum uitspraak
12 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204878/1/V3

202205604/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluit van 28 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van de vreemdeling ingewilligd, zonder daarbij vast te stellen dat hij aan de vreemdeling een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3684
Datum uitspraak
12 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205604/1/V3

202205687/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluit van 19 mei 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van de vreemdeling ingewilligd, zonder daarbij vast te stellen dat hij aan de vreemdeling een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3685
Datum uitspraak
12 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205687/1/V3

202206062/1/V3

Bij besluit van 29 september 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3686
Datum uitspraak
12 december 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202206062/1/V3

202206196/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluit van 24 augustus 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van de vreemdeling ingewilligd, zonder daarbij vast te stellen dat hij aan de vreemdeling een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3687
Datum uitspraak
12 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206196/1/V3

202206207/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluit van 12 augustus 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van de vreemdeling ingewilligd, zonder daarbij vast te stellen dat hij aan de vreemdeling een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3688
Datum uitspraak
12 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206207/1/V3

202206280/1/V3

Bij besluit van 6 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3667
Datum uitspraak
12 december 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202206280/1/V3

202206386/1/V1

Bij besluit van 24 augustus 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3689
Datum uitspraak
12 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206386/1/V1

202206387/1/V3

Bij besluit van 11 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3668
Datum uitspraak
12 december 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202206387/1/V3

202206676/1/V1

Bij besluit van 24 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3690
Datum uitspraak
12 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206676/1/V1

202206739/1/V3 en 202206739/2/V3

Bij besluit van 3 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3691
Datum uitspraak
12 december 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206739/1/V3 en 202206739/2/V3

202206876/1/V3

Bij besluit van 11 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3673
Datum uitspraak
12 december 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202206876/1/V3

202206887/1/V3 en 202206887/2/V3

Bij besluit van 31 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3675
Datum uitspraak
12 december 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206887/1/V3 en 202206887/2/V3

202103715/1/V1

Bij besluit van 19 mei 2016 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen, geweigerd om krachtens artikel 64 van de Vw 2000 ambtshalve te bepalen dat uitzetting van de vreemdelingen achterwege blijft en tegen de vreemdelingen een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3658
Datum uitspraak
9 december 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202103715/1/V1

202105538/1/V1

Bij besluit van 5 augustus 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3632
Datum uitspraak
9 december 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202105538/1/V1

202105541/1/V1

Bij besluit van 5 augustus 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3633
Datum uitspraak
9 december 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202105541/1/V1

202105542/1/V1

Bij besluit van 5 augustus 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3634
Datum uitspraak
9 december 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202105542/1/V1

202106402/2/V2

Bij besluit van 15 augustus 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3659
Datum uitspraak
9 december 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202106402/2/V2

202202640/1/V3

Bij besluit van 18 maart 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3660
Datum uitspraak
9 december 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202202640/1/V3

202202962/2/R2

Bij besluit van 8 maart 2022 heeft de raad van de gemeente 's-Hertogenbosch het bestemmingsplan "De Groote Wielen - Broekland - Indigoweg" vastgesteld. Bij besluit van 14 maart 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van zeven nieuwe woningen. Deze besluiten zijn gecoördineerd voorbereid. Het voorliggende plan en de daarmee gecoördineerd verleende omgevingsvergunning voorzien op een nu onbebouwd perceel aan de Indigoweg te Rosmalen in de realisering van maximaal zeven woningen, waarvan één vrijstaande woning en zes twee-onder-een-kapwoningen. [verzoeker] woont op een nabijgelegen perceel aan de [locatie]. Hij vreest dat als gevolg van het voorliggende plan zijn woon- en leefklimaat op onaanvaardbare wijze zal worden aangetast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3657
Datum uitspraak
9 december 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202202962/2/R2

202203469/1/V3

Bij besluit van 14 mei 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3693
Datum uitspraak
9 december 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202203469/1/V3

202204426/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3661
Datum uitspraak
9 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204426/1/V3

202205204/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3662
Datum uitspraak
9 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205204/1/V3

202205220/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3663
Datum uitspraak
9 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205220/1/V3

202205542/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3664
Datum uitspraak
9 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205542/1/V3

202205548/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3665
Datum uitspraak
9 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205548/1/V3

202206096/1/V3

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3666
Datum uitspraak
9 december 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206096/1/V3
vorige pagina1...145146147...1.210volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon