Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 20 december 2018, gewijzigd bij besluit van 7 februari 2019, heeft het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden besloten het verzoek van de Stichting Groen Kempenland om intrekking van de omgevingsvergunning van onder meer de veehouderij op het perceel [locatie 1] in Reusel, niet in behandeling te nemen. De stichting heeft het college bij brief van 26 oktober 2018 verzocht om de op 6 november 2012 aan de veehouderij [locatie 1] te Reusel verleende omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen en milieu, met toepassing van artikel 2.33, tweede lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in te trekken. Op grond van deze vergunning bestaat het recht om in de bestaande stal 2 1152 vleesvarkens te houden en in een nieuw te bouwen stal 3 1980 vleesvarkens. Volgens de stichting zijn er in de inrichting gedurende meer dan drie jaren geen handelingen verricht met gebruikmaking van de vergunning. Zij heeft zich daarbij gebaseerd op de jaarlijkse registratie van het aantal stuks vee dat in de inrichting wordt gehouden door middel van de Landbouwtelling, ook wel meitelling genoemd, in de jaren 2010 tot en met 2015.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2142
- Datum uitspraak
- 22 mei 2024
- Hoger beroep
- Milieu - Overige
- Vee e.a. dieren
Bij besluit van 10 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bladel het verzoek van de stichting afgewezen om de omgevingsvergunning beperkte milieutoets die op 16 februari 2016 is verleend aan [partij] voor het houden van een veehouderij aan de [locatie] te Bladel gedeeltelijk in te trekken. In het proefbedrijf De Raamloop dat is gevestigd op het perceel vindt reguliere dierlijke productie plaats. Daarnaast vindt onderzoek plaats naar de ontwikkeling van producten en concepten die bijdragen aan verduurzaming van de varkenshouderij. Het bedrijf wordt gebruikt voor praktijkproeven, onderwijs, demonstraties en trainingen. De stichting Groen Kempenland heeft bij het college een verzoek ingediend tot het (gedeeltelijk) intrekken van deze omgevingsvergunning voor zover daarbij volgens haar gedurende drie jaren geen (volledig) gebruik is gemaakt van deze omgevingsvergunning. Het college heeft dit verzoek afgewezen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2139
- Datum uitspraak
- 22 mei 2024
- Hoger beroep
- Milieu - Overige
- Vee e.a. dieren
Op 5 april 2017 heeft de Inspectie Leefomgeving en Transport ingestemd met het verlichtingsplan voor het Windpark N33. Het geschil gaat over het antwoord op de vraag of de instemmingen van de ILT van 5 april 2017 en 3 april 2019 besluiten zijn in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht. Volgens de minister is dit niet het geval. De minister heeft het bezwaar van [wederpartij] daarom niet-ontvankelijk verklaard bij besluit van 23 februari 2021. Daartegen is [wederpartij] in beroep gegaan. De rechtbank heeft in de uitspraak geoordeeld dat de instemmingen van de ILT Awb-besluiten zijn, en de minister daarom het bezwaar tegen deze besluiten ten onrechte om die reden niet-ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank heeft de minister opgedragen een nieuw besluit op het bezwaar van [wederpartij] te nemen. De minister kan zich met de uitspraak niet verenigen en heeft daartegen hoger beroep ingesteld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2136
- Datum uitspraak
- 22 mei 2024
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Overige
Bij besluit van 20 maart 2020 heeft de deken van de Orde van Advocaten Den Haag verzoeken van [appellant] om een advocaat aan te wijzen afgewezen en niet in behandeling genomen. In deze procedure heeft [appellant] twee verzoeken bij de deken gedaan. Het eerste verzoek houdt in dat hij de deken verzoekt om op basis van gefinancierde rechtsbijstand te voorzien in vervangende fungerende rechtsbijstand, omdat de eerder op grond van artikel 13 van de Advocatenwet aangewezen advocaat is uitgeschreven. Het tweede verzoek houdt in dat hij de deken verzoekt een advocaat aan te wijzen die hem kan bijstaan in een op te starten civiele procedure tegen het Openbaar Ministerie. [appellant] betoogt dat hij geen aanvraag heeft gedaan in de zin van artikel 13 van de Advocatenwet.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2055
- Datum uitspraak
- 22 mei 2024
- Hoger beroep
- Rechtsbijstand
Bij besluit van 21 juni 2021 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat het saneringsplan "West-Nederland Zuid - Fase 1" vastgesteld en een aantal geluidproductieplafonds verlaagd. Het saneringsplan heeft betrekking op geluidhinder bij diverse wegvakken van verschillende rijkswegen, met name in Zuid-Holland. Het bevat bronmaatregelen en afschermende maatregelen die ertoe leiden dat de geluidproductieplafonds op de referentiepunten langs een aantal van de in het plan genoemde rijkswegen moeten worden verlaagd. [appellant sub 1], [appellant sub 2], [appellant sub 3] en [appellant sub 4] en anderen wonen allen parallel aan of in de omgeving van de rijksweg A44. Zij kunnen zich om uiteenlopende redenen niet verenigen met het saneringsplan. [appellant sub 1] woont aan de [locatie 1] in Sassenheim. Die weg loopt parallel aan de rijksweg A44. In het besluit wordt voorzien in geluidsarm asfalt ter hoogte van de woning van [appellant sub 1]. Verder is zijn woning aangewezen als object waar nader onderzoek naar de binnenwaarden kan plaatsvinden, wat mogelijk kan leiden tot het nemen van geluidwerende maatregelen aan de gevel. [appellant sub 1] vreest dat de maatregelen niet voldoende effectief zullen zijn.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2143
- Datum uitspraak
- 22 mei 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- RO - Geluid
Bij afzonderlijke besluiten van 11 januari 2018 heeft de minister van Buitenlandse Zaken de aanvragen van [appellant A] en [appellant B] om een Nederlands paspoort niet in behandeling genomen. Bij afzonderlijke besluiten van 6 april 2018 heeft de minister van Buitenlandse Zaken de door [appellant A] en [appellant B] daartegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard. [appellant A] is geboren op [geboortedatum] 1969 in Turkije. Op 26 april 1994 heeft hij het Nederlanderschap verkregen en op 12 maart 1996 is hij getrouwd met [echtgenoot]. [appellant A] heeft voor het laatst op 12 mei 2005 een Nederlands paspoort verkregen, dat geldig was tot 12 mei 2010. Hij heeft van 20 oktober 2006 tot en met 20 oktober 2016 onafgebroken hoofdverblijf gehad in Turkije. [appellant B] is geboren op [geboortedatum] 2007 en is de dochter van [appellant A] en [moeder]. Haar ouders zijn niet getrouwd en zij heeft door haar geboorte de Turkse nationaliteit verkregen. Zij heeft nooit de Nederlandse nationaliteit verkregen en heeft ook nooit in Nederland gewoond.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2122
- Datum uitspraak
- 22 mei 2024
- Hoger beroep
- Paspoort
Bij e-mailbericht van 17 maart 2020 heeft de deken van de Orde van Advocaten Midden-Nederland verzoeken van [appellant] om advocaten aan te wijzen afgewezen. In deze procedure heeft [appellant] twee verzoeken bij de deken gedaan. Bij het eerste verzoek heeft [appellant] de deken verzocht een vervangende advocaat aan te wijzen, omdat de advocaat die hem eerder bijstond per 1 januari 2017 van het tableau is uitgeschreven. Bij het tweede verzoek heeft [appellant] de deken verzocht een advocaat aan te wijzen voor het starten dan wel voortzetten van een vorderingsprocedure tegen een advocaat. De rechtbank heeft geoordeeld dat de deken geen dwangsom verschuldigd is aan [appellant], omdat hij het besluit van 26 juni 2020 heeft genomen op de laatste dag van de termijn van twee weken na de dag waarop hij in gebreke is gesteld. Verder heeft de rechtbank geoordeeld dat tegen een beslissing op grond van artikel 13 van de Advocatenwet alleen beklag kan worden gedaan bij het Hof van Discipline.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2056
- Datum uitspraak
- 22 mei 2024
- Hoger beroep
- Rechtsbijstand
Bij brief, ingekomen op 30 april 2024, heeft [verzoeker] verzocht om wraking van de staatsraden mr. J.M. Willems, voorzitter, mr. C.M. Wissels en mr. J. Schipper-Spanninga, leden van de meervoudige kamer belast met de behandeling van de zaak nrs. 202200463/1/A3 en 202204543/1/A3. Op verzoek van een partij kan ingevolge artikel 8:15 van de Awb elk van de rechters die een zaak behandelt, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarnaast voert [verzoeker] ten tweede aan dat de staatsraden vooringenomen zijn, omdat ze zijn uitstelverzoek hebben afgewezen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2119
- Datum uitspraak
- 22 mei 2024
- Wraking
- Openbaarheid
Bij besluit van 26 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Roerdalen beslist op een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. [appellant] heeft op 16 januari 2020 gevraagd om bepaalde informatie te verstrekken, wat het college na overleg met [appellant] heeft opgevat als verzoek om openbaarmaking op grond van de Wob. Het gaat om documenten over het "Project herontwikkeling Bosweg" en over handhaving tegen [appellant] wegens een loods/garage in zijn tuin aan de Bosweg. Bij het verzoek is ook gevraagd naar de contacten tussen de gemeente en Stichting Wonen Limburg. Het college heeft het verzoek gedeeltelijk ingewilligd. De gevraagde documenten, voor zover die bestaan, zijn verstrekt, maar bepaalde informatie daarin is mede naar aanleiding van een zienswijze van Stichting Wonen Limburg weggelakt. Volgens het college kon openbaarmaking van bepaalde passages in de gevraagde documenten onder meer geweigerd worden op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob. Stichting Wonen Limburg heeft bepaalde informatie in vertrouwen gedeeld met het college.
- Datum uitspraak
- 22 mei 2024
- Hoger beroep
- Openbaarheid
Bij besluit van 24 februari 2022 heeft de raad van de gemeente Vlaardingen het bestemmingsplan "Blankenburgverbinding A15/A20 (tracébesluit)" vastgesteld. Het plan beoogt uitvoering te geven aan het tracébesluit "Blankenburgverbinding" van 28 maart 2016 voor het deel dat binnen het grondgebied van de gemeente Vlaardingen valt. [appellant sub 1] is eigenaar en bewoner van de woning op het perceel [locatie] in Vlaardingen. Hij is het niet eens met het plan omdat hij vreest voor geluidoverlast van de A20 bij zijn woning. Het plan beoogt uitvoering te geven aan het tracébesluit "Blankenburgverbinding" van 28 maart 2016 voor het deel dat binnen het grondgebied van de gemeente Vlaardingen valt. [appellant sub 1] is eigenaar en bewoner van de woning op het perceel [locatie] in Vlaardingen. Hij is het niet eens met het plan omdat hij vreest voor geluidoverlast van de A20 bij zijn woning. Gasunie kan zich niet verenigen met het plan vanwege het op de verbeelding van het plan ontbreken van de aardgastransportleidingen en de hierbij behorende bestemming "Leiding - Gas" en de warmtetransportleidingen en de dubbelbestemming "Leiding - Warmtetransportleiding".
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2144
- Datum uitspraak
- 22 mei 2024
- Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
- RO - Zuid-Holland