Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 12 april 2023 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu een verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen het ophogen met asbestvervuilde grond uit de weg Park de Horn te Dirkshorn van gronden naast het perceel Park de Horn 749 afgewezen. [appellant] is eigenaar van het perceel [locatie] in Dirkshorn. Hij heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schagen op 13 december 2022 verzocht om handhavend op te treden tegen het ophogen van gronden naast zijn loods op het perceel [locatie] te Dirkshorn. Op die gronden zijn 4 parkeerplaatsen aanwezig. [appellant] schrijft in zijn verzoek dat die parkeerplaatsen zijn opgehoogd met asbestvervuilde grond van de weg Park de Horn. Het college heeft het verzoek om handhavend op te treden bij brief van 28 december 2022 doorgezonden aan de staatssecretaris.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:619
- Datum uitspraak
- 19 februari 2025
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 11 september 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 31 augustus 2023 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een kartonnen A4-envelop die op 31 augustus 2023 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Sumatrastraat 166 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de envelop verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn naam en adres op het adreslabel op de envelop staan. [appellant] betwist dat de envelop van hem afkomstig is. Hij voert als eerste aan dat het college in het besluit op bezwaar niet is ingegaan op belangrijke argumenten die hij in bezwaar heeft aangevoerd ter onderbouwing van zijn betoog dat het niet aannemelijk is dat hij de overtreder zou zijn, in het bijzonder zijn verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 10 februari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:278.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:621
- Datum uitspraak
- 19 februari 2025
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Afval
Bij besluit van 7 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaltbommel een invorderingsbesluit genomen. Bij besluit van 12 maart 2021 heeft het college Agro Heritage B.V. en Agro Estate Holding B.V. gelast de huisvesting van arbeidsmigranten in het kantoor Molenkampsweg 12 in Brakel en de loods aan de zijde van de bedrijfswoning aan de Molenkampsweg 14 in Brakel (hierna: de percelen) te (laten) beëindigen en beëindigd (laten) houden. Aan de last is een dwangsom verbonden van € 30.000,00 ineens. De last onder dwangsom is opgelegd wegens het in strijd met de op grond van het inpassingsplan "Tuinbouw Bommelerwaard" op de percelen geldende bestemming "Agrarisch-Tuinbouw", op de percelen huisvesten van tijdelijke arbeidskrachten. In het besluit staat verder dat het college, in verband met het tijdig indienen van "een ontvankelijke (complete) aanvraag" om een omgevingsvergunning door Agro Heritage B.V. en Agro Estate Holding B.V., de handhaving kan opschorten tot het moment dat er op deze aanvraag is beslist.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:643
- Datum uitspraak
- 19 februari 2025
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 23 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oegstgeest een aanvraag van [appellant A] en [appellante B] om vergoeding van planschade afgewezen. Het college heeft bij besluit van 8 november 2016 het wijzigingsplan "Oranje Nassau, wijzigingsplan Duivenvoordestraat" vastgesteld. Het wijzigingsplan voorziet in het realiseren van woningen op het voormalige sportterrein van de sportvereniging Ajax-Sportman-Combinatie, gelegen ten noorden van de Duivenvoordestraat, tussen de Juffermansstraat en de Spaargarenstraat, in Oegstgeest. De gemeente Oegstgeest is met Provastgoed overeengekomen dat Provastgoed de tegemoetkomingen in planschade als gevolg van het wijzigingsplan voor haar rekening neemt. [appellant A] en [appellante B] zijn eigenaren van de woning aan de [locatie] in Oegstgeest, die zij in 1977 hebben gekocht. De woning is gelegen naast het voormalige sportterrein. [appellant A] en [appellante B] hebben bij brief van 10 augustus 2020 op grond van artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening verzocht om tegemoetkoming in planschade die zij stellen te hebben geleden als gevolg van de inwerkingtreding van het wijzigingsplan.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:659
- Datum uitspraak
- 19 februari 2025
- Hoger beroep
- Schadevergoeding
Bij besluit van 17 augustus 2022 heeft de minister van Financiën geweigerd een private schuld van [appellante] over te nemen. In hoofdstuk 4 van de Wht is geregeld onder welke voorwaarden gedupeerden in aanmerking komen voor het overnemen en betalen van private schulden. [appellante] is een gedupeerde van de toeslagenaffaire. Zij heeft verzocht om overname van een schuld. Met betrekking tot het toeslagjaar 2008 heeft [appellante] € 12.160,00 aan kinderopvangtoeslag ontvangen. Dit bedrag heeft de Dienst Toeslagen van haar teruggevorderd. [gastouderbureau] heeft de terugvordering in 2013, volgens [appellante] zonder dat zij dit wist, namens haar terugbetaald aan de Dienst Toeslagen. [gastouderbureau] heeft in een brief van 28 december 2021 aan [appellante] gevraagd om een bedrag van € 12.160,00 aan haar terug te betalen, omdat [appellante] na een integrale beoordeling bij besluit van 15 september 2021 met betrekking tot toeslagjaar 2008 dit bedrag van de Dienst Toeslagen heeft teruggekregen in het kader van de ontvangen compensatie. [appellante] heeft daarop de minister verzocht om schuldovername van een bedrag van € 13.244,89, het door [gastouderbureau] van haar teruggevraagde bedrag aan kinderopvangtoeslag inclusief rente en kosten.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:630
- Datum uitspraak
- 19 februari 2025
- Hoger beroep
- Geld
Bij besluit van 1 februari 2024 heeft de raad van de gemeente Lingewaard het bestemmingsplan "Angeren, Kampsestraat 1" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van 9 woningen op een perceel op de hoek van de Kampsestraat met de Lodderhoeksestraat in Angeren. Het perceel wordt nu nog agrarisch gebruikt. [appellant] en anderen wonen aan de Kampsestraat tegenover het plangebied. Zij kunnen zich niet verenigen met het plan. [appellant] en anderen hebben er bezwaar tegen dat door het plan hun vrije uitzicht zal verdwijnen. Zij stellen daarbij dat de Afdeling in 2015 heeft besloten dat het plangebied agrarisch zou moeten blijven. De raad erkent dat het uitzicht vanuit de woning van [appellant] en anderen zal veranderen, maar wijst erop dat ook in de huidige situatie het uitzicht niet volledig vrij is, omdat er op het te bebouwen perceel nu ook al een forse veldschuur staat en er ook zicht is op bedrijfsbebouwing aan de Lodderhoeksestraat.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:642
- Datum uitspraak
- 19 februari 2025
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Gelderland
Bij besluit van 1 juni 2023 heeft het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen het rijbewijs van [appellant] ongeldig verklaard met ingang van 8 juni 2023. Het CBR heeft het rijbewijs van [appellante] ongeldig verklaard na twee medische onderzoeken die beide als uitslag hadden dat zij niet meer geschikt is om te rijden. Uit het eerste onderzoek door een psychiater is gebleken dat sprake is van schizofrenie zonder adequate behandeling en daarbij ziekte-inzicht, bij het tweede onderzoek door een psychiater is gebleken dat er sprake is van onbehandelde schizofrenie. In hoger beroep voert [appellante] aan dat zij het niet eens is met de ongeldigverklaring van haar rijbewijs op basis van een diagnose die is vastgesteld door het CBR aangestelde medisch specialisten. [appellante] verzoekt om door tussenkomst van een nieuwe huisarts alsnog een nieuw onderzoek door een zelf benoemd medisch specialist te laten uitvoeren om te bewijzen dat de vastgestelde diagnose onjuist is.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:648
- Datum uitspraak
- 19 februari 2025
- Hoger beroep
- Wegenverkeerswet
Bij besluit van 6 september 2022 heeft de minister van Financiën geweigerd een private schuld van [appellante] over te nemen. Deze uitspraak gaat over een besluit op grond van de regeling voor overneming en betaling van private schulden die is opgenomen in de Wet hersteloperatie toeslagen. [appellante] is een gedupeerde van de toeslagenaffaire. Zij heeft verzocht om overname van een schuld. Deze schuld bedroeg ten tijde van de aanvraag € 163.485,55. Dit geld is geleend in Guinese frank. [appellante] heeft over deze schuld aangegeven dat zij vanaf 2011 tweewekelijks tot maandelijks geld geleend heeft van [persoon A], die in Guinee woont, via een tussenpersoon, eerst [persoon B] en daarna [persoon C]. Zij heeft deze bedragen steeds contant ontvangen. Toen de omvang van de schuld opliep, heeft zij op 19 oktober 2017 in Guinee de lening vastgelegd in een attestation de reconnaissance. [appellante] stelt dat zij een vordering op de woning van haar overleden vader, die aan haar gecedeerd is, aan [persoon A] als onderpand voor de lening heeft gegeven. [appellante] is de schulden aangegaan omdat zij door de teruggevorderde toeslagen niet in staat was om in het onderhoud van haar en haar kinderen te voorzien. Initieel was afgesproken dat zij vanaf 2014 de lening, in bedragen van € 200,00 per maand, zou terugbetalen. Op 4 mei 2021 heeft zij vanuit de zogenoemde Catshuisregeling een bedrag van € 30.000,00 ontvangen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:628
- Datum uitspraak
- 19 februari 2025
- Hoger beroep
- Geld
Bij besluit van 27 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van [appellant] om hem het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. [appellant] stelt afkomstig te zijn uit Rusland en geboren te zijn op [geboortedatum] 1983. [appellant] heeft een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd in het kader van de Regeling afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet. De staatssecretaris heeft het verzoek afgewezen, omdat hij twijfelt aan de identiteit en nationaliteit van [appellant]. De staatssecretaris heeft deze twijfel gebaseerd op een leeftijdsonderzoek dat in een eerdere door [appellant] gevoerde asielprocedure heeft plaatsgevonden. Uit het verslag van het leeftijdsonderzoek van 5 april 2001 volgt dat [appellant] ten tijde van zijn asielaanvraag van 11 maart 2000 meerderjarig moet zijn geweest en niet minderjarig zoals hij stelde. Op verzoek van de staatssecretaris heeft het Nederlands Forensisch Instituut in deze procedure een herbeoordeling van het leeftijdsonderzoek verricht.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:639
- Datum uitspraak
- 19 februari 2025
- Hoger beroep
- Nederlanderschap
Bij besluit van 8 november 2022 heeft de minister van Defensie een aanvraag van [appellant] om op enige wijze zijn overkomst naar Nederland te faciliteren, afgewezen. [appellant] heeft de Afghaanse nationaliteit en verblijft in Afghanistan. Hij heeft op 19 september 2022 gevraagd om hem vanuit Afghanistan naar Nederland over te brengen. Hij stelt dat hij tussen 2006 en 2010 heeft gewerkt als bewaker van Afghan Security Guard voor de Nederlandse krijgsmacht in Uruzgan, Afghanistan. De minister heeft de aanvraag afgewezen, omdat [appellant] niet valt onder de bij de brief van 11 oktober 2021 getroffen speciale voorziening (de Kamerbrief). Onder die speciale voorziening vallen twee groepen vreemdelingen. Niet in geschil is dat [appellant] niet is genomineerd door een niet-gouvernementele organisatie in het kader van de speciale voorziening en hij dus niet onder de eerste groep van de speciale voorziening valt. De minister heeft zich in het besluit op het standpunt gesteld dat [appellant] ook niet onder de tweede groep valt, omdat hij niet voorkomt in de database van het Ministerie van Defensie met meldingen van Nederlandse veteranen en hulpverzoeken die voor 11 oktober 2021 zijn gedaan.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:629
- Datum uitspraak
- 19 februari 2025
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Overige