Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 13 november 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Almelo het verzoek van [appellant] om compensatie van nadeel afgewezen. Het college heeft onder verwijzing naar het advies van Thorbecke van 15 juni 2018 aan de afwijzing van het verzoek ten grondslag gelegd dat niet was voldaan aan het vereiste van de speciale last. Bij besluit van 22 januari 2019 is de afwijzing gehandhaafd. De rechtbank Overijssel heeft bij uitspraak van 16 augustus 2019 het hiertegen door [appellant] ingestelde beroep ongegrond verklaard. [appellant] exploiteerde, onder de naam [bedrijf], aan de [locatie] te Almelo een banketbakkerij, die zich toelegde op de productie en verkoop van vlaaien. [appellant] heeft op 27 december 2017 het college verzocht om nadeelcompensatie voor schade die voortvloeit uit omzetderving door (weg)werkzaamheden in het kader van de herontwikkeling van het centrum van Almelo.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:3623
- Datum uitspraak
- 27 september 2023
- Eerste aanleg - meervoudig
- Schadevergoeding
Bij besluit van 20 april 2022 heeft de raad van de gemeente Venlo het bestemmingsplan "Martinushof" vastgesteld. Bij besluit van 20 april 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Venlo aan Martinushof B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van twee supermarkten en 21 appartementen en het maken van inritten/uitwegen aan de Gasthuisstraat en de Raadhuislaan in Tegelen. Met het plan vervalt de supermarktfunctie van de locatie Kerkstraat 42. Met het plan beoogt de raad te voorzien in de verplaatsing en uitbreiding van supermarkt Jan Linders en de vestiging van een zogenoemde discountsupermarkt. [appellant C], [appellant D] en [appellant E] zijn eigenaren van winkelpanden aan de [locatie 1] en [locatie 2] en [locatie 3] in Tegelen. Deze winkelpanden bevinden zich op een afstand van ongeveer 32 m en 75 m van het plangebied. De [familie appellant C, D en E] vreest dat het plan zal leiden tot een toename van leegstand en tot parkeeroverlast in het centrum van Tegelen. [appellante A] exploiteert een supermarkt aan de [locatie 4] in de wijk Op de Heide in Tegelen. Plus Vastgoed is eigenaar van het gebouw aan de [locatie 4].
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:3614
- Datum uitspraak
- 27 september 2023
- Eerste aanleg - meervoudig
- Bouwen
- RO - Limburg
Bij besluit van 30 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tilburg de aangevraagde omzettingsvergunning voor kamerverhuur door [appellante] voor het pand aan de [locatie] te Tilburg geweigerd. [appellante] heeft op 4 september 2020 een omzettingsvergunning voor kamerverhuur aangevraagd voor het pand aan de [locatie] te Tilburg (hierna: het pand). Het pand is tussen 2009 en 2018 bewoond door medewerkers van het bedrijf Cofco BBCA Chemical. De woning is hierbij aangemerkt als bedrijfswoning. Vanaf medio februari 2018 tot eind mei 2020 is het pand verhuurd en gebruikt als woning, niet zijnde bedrijfswoning. Het pand is vanaf 26 mei 2021 wederom verhuurd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:3628
- Datum uitspraak
- 27 september 2023
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij besluit van 14 juni 2022 heeft de raad van de gemeente Hof van Twente het bestemmingsplan "Buitengebied Hof van Twente, Herziening [locatie 1] Markelo" vastgesteld. [partij] is eigenaar van het perceel [locatie 1] in Markelo. Het bestemmingsplan maakt het op zijn initiatief mogelijk op dit perceel een camping te realiseren met daarop ten hoogste 25 kampeermiddelen. [appellant] woont aan de [locatie 2]. Hij woont op ongeveer 75 m afstand van de in het plangebied voorziene camping. [appellant] kan zich niet verenigen met het bestemmingsplan, omdat dit volgens hem in strijd met de Omgevingsverordening Overijssel 2017 (hierna: de Omgevingsverordening) is vastgesteld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:3615
- Datum uitspraak
- 27 september 2023
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Overijssel
Bij besluit van 28 februari 2020 heeft het college van het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort aan Circuit Park Zandvoort Beheer B.V een omgevingsvergunning verleend voor het ten behoeve van het Circuit Park Zandvoort in strijd met het bestemmingsplan gebruiken van gronden en het maken van een uitweg. CPZB voert beheer over het Circuit Park Zandvoort. In december 2019 heeft CPZB een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend voor het realiseren van een uitweg tussen een aan de noordwestzijde van het circuitterrein gelegen parkeerplaats enerzijds en de provinciale weg N200, Boulevard Barnaart, ter hoogte van km 25,3 anderzijds. Deze uitweg is volgens CPZB nodig naast de al bestaande uitweg voor gemotoriseerd verkeer aan de zuidzijde van het circuitterrein aan de Burgemeester van Alphenstraat; de hoofdingang. De aanvraag, die is onderbouwd met diverse rapporten, heeft betrekking op het gebruik van de uitweg ten tijde van de Dutch Grand Prix (Formule 1) en de daarvoor benodigde aanpassingen op provinciaal terrein, het gebruik van deze uitweg buiten de Dutch Grand Prix voor hulpdiensten bij calamiteiten op het circuit(terrein) en het gebruik van de uitweg buiten de Dutch Grand Prix (gedurende het hele jaar) voor het parkeren tijdens maximaal 50 overige evenementendagen voor maximaal 550 voertuigen per evenementdag.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:3618
- Datum uitspraak
- 27 september 2023
- Hoger beroep
- Bouwen
Deze uitspraak gaat over de door [appellante] gevraagde compensatie en aanvullende compensatie voor werkelijk geleden schade in het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag. [appellante] heeft in de jaren 2006 tot en met 2010 gebruik gemaakt van kinderopvang voor haar zoon. De Belastingdienst/Toeslagen heeft hiervoor de voorschotten kinderopvangtoeslag in eerste instantie vastgesteld op in totaal € 38.334,00. Later heeft de dienst de hoogte van de (voorschotten) kinderopvangtoeslag lager vastgesteld, omdat volgens de Belastingdienst/Toeslagen de opvangorganisatie waarvan [appellante] gebruik maakte niet geregistreerd was in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK). Voor het toeslagjaar 2006 heeft de dienst het recht op kinderopvangtoeslag op € 5.544,00 vastgesteld en voor de jaren 2007 tot en met 2010 heeft de dienst besloten dat [appellante] in het geheel geen recht op kinderopvangtoeslag heeft. De eerder betaalde voorschotten heeft de Belastingdienst/Toeslagen teruggevorderd en ingevorderd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:3620
- Datum uitspraak
- 27 september 2023
- Hoger beroep
- Geld
[verzoeker] was sinds 2015 eigenaar van [recreatiepark] en de daarop gelegen recreatiewoningen aan de [locatie] te Soesterberg. Jachthuis Exploitatie B.V. (hierna: Jachthuis) exploiteerde vanaf die tijd het recreatiepark. Op het perceel stonden ten tijde van de uitspraak van de Afdeling van 17 februari 2021 ongeveer 40 recreatiewoningen. De recreatiewoningen werden verhuurd aan onder meer personen die afkomstig waren uit het buitenland en in Nederland werk hadden. Bij besluit van 17 juni 2019 heeft het college aan [verzoeker] een last onder dwangsom opgelegd wegens het niet-recreatieve gebruik van de recreatiewoningen, waarbij is gelast dat gebruik te staken en gestaakt te houden. [verzoeker] en Jachthuis hebben tegen dit besluit bezwaar gemaakt, beroep ingesteld tegen de ongegrondverklaring van hun bezwaar en vervolgens hoger beroep ingesteld tegen de ongegrondverklaring van hun beroep. Tot in hoger beroep is de opgelegde last in stand gebleven.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:3621
- Datum uitspraak
- 27 september 2023
- Herziening
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 24 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Best aan [belanghebbende A] en [belanghebbende B] (hierna gezamenlijk en in enkelvoud: [belanghebbende A]) een tegemoetkoming in planschade toegekend van € 31.250.00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 september 2019 tot de dag van uitbetaling, en bepaald dat het door [belanghebbende A] betaalde behandelrecht van € 500,00 wordt teruggestort. Bij dat besluit heeft het college ook bepaald dat de schade wordt verhaald op Kapelbeemd op grond van de met Kapelbeemd gesloten exploitatieovereenkomst. [belanghebbende A] is sinds 25 juni 1979 eigenaar van de woning op het perceel aan de Veldweg 3 te Best (hierna: de woning). Hij heeft bij brief van 2 september 2019, ontvangen op 3 september 2019, een aanvraag om tegemoetkoming in planschade ingediend.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:3613
- Datum uitspraak
- 27 september 2023
- Hoger beroep
- Schadevergoeding
Bij besluit van 27 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Best aan [partij] een tegemoetkoming in planschade toegekend van € 36.400.00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 augustus 2019 tot de dag van uitbetaling, en bepaald dat het door [partij] betaalde behandelrecht van € 500,00 wordt teruggestort. Bij dat besluit heeft het college ook bepaald dat de schade wordt verhaald op Kapelbeemd op grond van de met Kapelbeemd gesloten exploitatieovereenkomst. [partij] is sinds 11 april 1994 eigenaar van de woning op het perceel aan de [locatie 1] te Best. Hij heeft bij brief van 19 augustus 2019, ontvangen op 20 augustus 2019, een aanvraag om tegemoetkoming in planschade ingediend. Aan deze aanvraag heeft hij ten grondslag gelegd dat de inwerkingtreding van het bestemmingsplan Gezondheidscentrum en maatschappelijke voorzieningen Veldweg van 17 juni 2019 het mogelijk heeft gemaakt om op het tegenover de woning gelegen plangebied een gezondheidscentrum en maatschappelijke voorzieningen te realiseren en dat dit tot waardevermindering van de woning heeft geleid.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:3612
- Datum uitspraak
- 27 september 2023
- Hoger beroep
- Schadevergoeding
Bij tussenuitspraak van 28 april 2023, in zaak nr. 22/2463T, heeft de rechtbank Noord-Nederland op grond van art. 16 van de Tijdelijke wet Groningen prejudiciële vragen aan de Afdeling gesteld. De zaak bij de rechtbank Noord-Nederland, waarin de prejudiciële vragen zijn gesteld, gaat over de intrekking van een begunstigend besluit door het Instituut Mijnbouwschade Groningen. Het besluit betreft de toekenning aan [appellant] van een vergoeding wegens schade aan een woning als gevolg van gaswinning uit het Groningenveld. [appellant] was tot 22 april 2021 eigenaar van de woning aan de Wiedbosweg 5 te Yde. Vanaf die datum zijn [partij A] en [partij B] eigenaar van de woning. De koopovereenkomst tussen enerzijds [appellant] en anderzijds [partij A] en [partij B] is gesloten op 19 augustus 2020. In de overeenkomst is vermeld dat de akte van levering gepasseerd zal worden op 1 mei 2021 of zoveel eerder of later als partijen tezamen nader overeenkomen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:3617
- Datum uitspraak
- 27 september 2023
- Prejudiciële beslissing
- Schadevergoeding