Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
202102196/1/R4(uitspraak wordt op woensdag 4 oktober 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 15 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Steenbergen onder meer het verzoek van [appellante] om het stellen van een maatwerkvoorschrift als bedoeld in artikel 2.20, zesde lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) voor haar aardappelgroothandel aan de Havenweg 35-47 in Dinteloord, afgewezen. Op 19 april 2019 heeft [appellante] het college verzocht om bij maatwerkvoorschrift te bepalen dat zij maximaal twaalf dagen per jaar in de avondperiode de op grond van het Activiteitenbesluit geldende geluidgrenswaarde voor het maximale geluidsniveau mag overschrijden om daarmee mogelijk te maken dat er op twaalf avonden in het oogstseizoen tien vrachtwagenbewegingen kunnen plaatsvinden. Het oogstseizoen is, afhankelijk van het weer, in oktober en november. Volgens tabel 7.3 van het akoestisch rapport van Wematech Milieu Adviseurs van 10 april 2019 worden daardoor en door de overige activiteiten in de avondperiode maximale geluidsniveaus van 69 dB(A) tot 74 dB(A) veroorzaakt op de gevels van de dichtstbijzijnde woningen.
- Datum uitspraak
- 4 oktober 2023
- Hoger beroep
- Milieu - Overige
202103025/1/R2(uitspraak wordt op woensdag 4 oktober 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 6 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Cuijk het verzoek van [appellant sub 1] en anderen om handhavend op te treden tegen het planologisch strijdige gebruik van het perceel [locatie 1] te Linden door [appellant sub 2] afgewezen. [appellant sub 1] en anderen zijn eigenaar of vruchtgebruiker van het perceel [locatie 2] te Linden. Het verzoek om handhaving heeft betrekking op het aangrenzende perceel aan de [locatie 1], waarvan [appellant sub 2] eigenaar is. [appellant sub 2] houdt op dit perceel paarden en fokt veulens. Op de twee percelen bevindt zich een langgevelboerderij. Het gedeelte van die boerderij is van [appellant sub 1] en anderen. In het oostelijke gedeelte bevindt zich de agrarische bedrijfswoning van [appellant sub 2]. Volgens [appellant sub 1] en anderen heeft [appellant sub 2] geen bedrijfsmatige paardenhouderij en woont hij in strijd met het bestemmingsplan op het perceel. Het college weigert handhavend op te treden, omdat volgens het college sprake is van een bedrijfsmatige paardenhouderij.
- Datum uitspraak
- 4 oktober 2023
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
202103121/1/R2(uitspraak wordt op woensdag 4 oktober 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 5 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Gennep het verzoek van [appellant sub 1] om handhavend op te treden tegen diverse gestelde overtredingen op het perceel [locatie] te Ottersum voor wat betreft de overkapping toegewezen en voor het overige afgewezen. partij] exploiteert op het perceel een agrarisch bedrijf. [appellant sub 1] woont naast het perceel en heeft het college bij brief van 6 november 2018 verzocht om, voor zover relevant, handhavend op te treden tegen het door [partij] in strijd met het bestemmingsplan "Buitengebied Gennep" en zonder omgevingsvergunning aanbrengen van verharding achter de aardappelloods, het kappen van bomen, het egaliseren van het terrein, het verwijderen van een dijk en het opslaan van kuilvoer in de Niersvallei. Het college heeft het verzoek om handhaving van [appellant sub 1] gedeeltelijk afgewezen.
- Datum uitspraak
- 4 oktober 2023
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
202103881/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 4 oktober 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 24 oktober 2019 heeft de korpschef van de politie het verlof tot het voorhanden hebben van wapens en munitie (hierna: het wapenverlof) van [appellant] ingetrokken. [appellant] is op 18 mei 2019 betrokken geweest bij een vechtpartij tijdens een schutterstreffen. De politie heeft van de vechtpartij mutatierapporten opgemaakt, waaruit blijkt dat [appellant] ook als verdachte is aangemerkt. De zaak waarbij [appellant] is aangemerkt als verdachte is op 16 september 2019 geseponeerd wegens gebrek aan bewijs. Naar aanleiding van de rol van [appellant] bij de vechtpartij heeft de korpschef het wapenverlof van [appellant] ingetrokken op grond van artikel 7, tweede lid, aanhef en onder b, van de Wwm. Volgens de korpschef bestaat er geringe twijfel dat aan [appellant] het onder zich hebben van wapens of munitie niet langer kan worden toevertrouwd. Bij besluit van 4 juni 2020 heeft de minister het administratief beroep van [appellant] ongegrond verklaard. De minister heeft zich daarbij gebaseerd op de mutatierapporten van de politie.
- Datum uitspraak
- 4 oktober 2023
- Hoger beroep
- Wapens en munitie
202106136/1/R3(uitspraak wordt op woensdag 4 oktober 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 14 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de verzoeken van [appellant] om handhavend op te treden tegen het gebruik van een houtkachel door de bewoners van de [locatie 1] en hun een gedragsaanwijzing op te leggen afgewezen. In 2016, 2018 en 2019 heeft het gemeentebestuur meldingen van [appellant] ontvangen over door hem ervaren rook- en geuroverlast als gevolg van houtstook door de bewoners van de [locatie 1] te Den Haag. [appellant] heeft verzocht om handhavend op te treden wegens strijd met artikel 7.22 van het Bouwbesluit 2012 en daarnaast om een gedragsaanwijzing op te leggen als bedoeld in artikel 2:40 van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag. Bij besluit van 14 maart 2019 heeft de burgemeester het verzoek om handhaving afgewezen. De burgemeester heeft aan de afwijzing ten grondslag gelegd dat geen sprake is van een overtreding van het Bouwbesluit 2012. De burgemeester heeft dit gedaan onder verwijzing naar een rapport van een op 6 februari 2019 door een inspecteur van de dienst Stedelijke Ontwikkeling, afdeling Haagse pandbrigade, uitgevoerde inspectie in en rondom het pand aan de [locatie 1].
- Datum uitspraak
- 4 oktober 2023
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
202106396/1/R3(uitspraak wordt op woensdag 4 oktober 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 26 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Midden-Groningen geweigerd om aan Welkoop Winkel B.V. (hierna: Welkoop) een omgevingsvergunning te verlenen voor de bouw van een winkel aan de Van Spilbergenkade 2 te Hoogezand. Bij besluit van 26 maart 2019 heeft het college de gevraagde omgevingsvergunning geweigerd. Volgens het college is het beoogde gebruik van het aangevraagde bouwwerk als winkel in strijd met het bestemmingsplan en is een nieuwe detailhandelsfunctie op die locatie in strijd met de goede ruimtelijke ordening. Daarom wil het college geen omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan verlenen. Een beroep op het overgangsrecht kan volgens het college niet slagen, omdat het met het bestemmingsplan strijdige gebruik bijna twee jaar lang onderbroken is geweest. Het hiertegen gemaakte bezwaar van Welkoop is bij besluit van 24 maart 2020, in afwijking van het advies van de commissie bezwaarschriften, ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het daartegen door Welkoop ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit op bezwaar van 24 maart 2020 vernietigd en het college opgedragen een nieuw besluit op bezwaar te nemen met inachtneming van de uitspraak. Het college is het daar niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld.
- Datum uitspraak
- 4 oktober 2023
- Hoger beroep
- Bouwen
202106564/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 4 oktober 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 26 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Soest een verzoek van [appellanten sub 1] om schadecompensatie afgewezen. [appellanten sub 1] zijn van 1998 tot 2017 bewoners geweest van de woning op het perceel aan de [locatie 1] te Soest. Niet in geschil is dat zij het perceel hebben gebruikt in strijd met de daarop rustende bestemming ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan Landelijk Gebied 1994 en dat op het perceel zonder de daartoe benodigde vergunningen een woning en diverse andere bouwwerken zijn opgericht. Bij besluit van 13 december 2011 heeft het college een verzoek van [exploitant], exploitant van een dierenpension op het perceel aan de [locatie 2] te Soest, om handhavend optreden tegen de overtredingen op het perceel afgewezen en besloten de op het perceel aanwezige uitbouw, garage, overkapping en tuinkas te gedogen totdat een nieuw ontwerpbestemmingsplan Landelijk Gebied is vastgesteld. Het college heeft verder besloten het gebruik van de op het perceel aanwezige woning ten behoeve van het beroep of bedrijf van [appellanten sub 1] te gedogen en niet handhavend op te treden.
- Datum uitspraak
- 4 oktober 2023
- Hoger beroep
- Geld
202107102/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 4 oktober 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 26 mei 2020 heeft de minister voor Medische Zorg aan [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd van € 16.750,- wegens overtreding van voorschriften voor het bewaren van recepten van opiumwetmiddelen. [appellante] was als apotheker werkzaam bij [apotheek] te [plaats]. Op 29 januari 2019 heeft een inspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd onder verantwoordelijkheid van de minister een bezoek gebracht aan de apotheek. Daarbij heeft de inspecteur onderzocht of recepten op de voorgeschreven wijze worden bewaard. De inspecteur heeft gevraagd of hij opiumwetrecepten kon inzien, gesorteerd op naam van de voorschrijver, het middel en de datum van aflevering. Dat overzicht kon [appellante] niet tonen. Zij bewaarde de recepten gesorteerd op naam van het ziekenhuis of instelling. Tussen die recepten werden ook andere dan opiumwetrecepten bewaard. De inspecteur heeft daarom in zijn op 3 februari 2020 opgemaakte boeterapport opgenomen dat [appellante] artikel 3c, tweede lid, van de Opiumwet, in samenhang gelezen met artikel 5, eerste lid, van het Opiumwetbesluit, heeft overtreden.
- Datum uitspraak
- 4 oktober 2023
- Hoger beroep
- Boete
202107150/1/R2(uitspraak wordt op woensdag 4 oktober 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 28 september 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Roermond aan de gemeente Roermond een omgevingsvergunning verleend voor het vellen van 12 bomen op het perceel aan de Minister Bongaertsstraat. De omgevingsvergunning gaat over het kappen van 9 bomen, waaronder een moeraseik, het verplaatsen van 2 bomen en het snoeien van 1 boom, te weten de rode esdoorn. Deze bomen worden geveld om uitvoering te kunnen geven aan het bestemmingsplan "Herontwikkeling Minister Bongaertsstraat". Het college heeft aan Stichting Wonen Zuid een omgevingsvergunning verleend voor de activiteiten bouwen en handelen in strijd met het bestemmingsplan. Tegen deze twee besluiten hebben onder meer [appellant sub 1] en anderen en [appellanten sub 2] beroep ingesteld. Naar aanleiding daarvan heeft de Afdeling op 12 april 2023 een einduitspraak voor onder meer [appellant sub 1] en een tussenuitspraak voor [appellanten sub 2] gedaan, ECLI:NL:RVS:2023:1445. Na de tussenuitspraak hebben [appellanten sub 2] hun beroep ingetrokken. Het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning zijn dus inmiddels onherroepelijk.
- Datum uitspraak
- 4 oktober 2023
- Eerste aanleg - meervoudig
- Kapvergunningen
202107672/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 4 oktober 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 18 juni 2020 heeft het college de kosten van de toepassing van de (spoed)bestuursdwang, bestaande uit het in beslag nemen van de hond van [appellant sub 2], vastgesteld op € 4.854,74 en bij [appellant sub 2] in rekening gebracht. Op 28 augustus 2018 heeft het college [hond] in beslag genomen na een aantal bijtincidenten. Bij besluit van 27 december 2018 heeft college het bezwaar van [appellant sub 2] tegen de schriftelijke vastlegging van het besluit tot inbeslagname ongegrond verklaard en dat besluit gehandhaafd. Bij uitspraak van de Afdeling van 19 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:514, zijn deze besluiten onherroepelijk geworden. De periode waarin [hond] werd bewaard en waarvan de kosten in rekening zijn gebracht is van 28 augustus 2018 tot 24 mei 2019.
- Datum uitspraak
- 4 oktober 2023
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom