Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
202204602/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 16 oktober 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 16 november 2020 hebben Provinciale Staten van Noord-Holland het Natuurbeheerplan 2021 (hierna: het natuurbeheerplan) vastgesteld. Het natuurbeheerplan beschrijft de beleidsdoelen en subsidiemogelijkheden voor de ontwikkeling van natuur en beheer van (agrarisch) natuur en landschapselementen en vormt het inhoudelijk toetsingskader voor het beoordelen van subsidieaanvragen. Het natuurbeheerplan bestaat uit drie kaarten: de beheertypekaart, de ambitiekaart en de vaarlandtoeslagkaart. [wederpartij sub 3] is enig aandeelhouder van Ilperzigt B.V.. Ilperzigt B.V. is eigenaar van het perceel met het kenmerk LMR02N1125, gelegen nabij de Kanaalweg 29 te Landsmeer. [appellant sub 1] is eigenaar van het perceel met het kenmerk [...] aan de [locatie] te Landsmeer. Zowel het perceel van Ilperzigt B.V. als het perceel van [appellant sub 1] is opgenomen in de beheertypekaart en heeft de aanduiding ‘Leefgebied open grasland’. [wederpartij sub 3] en [appellant sub 1] hebben in beroep aangevoerd dat zij door de vaststelling van het natuurbeheerplan worden belemmerd in de ontwikkeling van ruimtelijke activiteiten, zoals woningbouw, op hun percelen.
- Datum uitspraak
- 16 oktober 2024
- Hoger beroep
- Flora en fauna
- Natuurbescherming
- Provinciale verordening
202205070/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 16 oktober 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 15 maart 2021 heeft et bestuur van de raad voor rechtsbijstand de aan [appellante] verleende toevoeging ingetrokken. Op 25 januari 2018 heeft Van Damme namens [appellante] bij de raad een aanvraag ingediend om een toevoeging voor rechtsbijstand voor de echtscheidingsprocedure van [appellante]. Bij besluit van 1 februari 2018 heeft de raad deze aanvraag ingewilligd. Bij beschikking van 24 juli 2019 heeft de rechtbank Noord-Holland, voor zover hier van belang, de echtscheiding uitgesproken en de wijze van verdeling van de gemeenschap van goederen gelast, waarbij zij onder andere heeft bepaald dat de echtelijke woning wordt verkocht en de overwaarde wordt verdeeld tussen [appellante] en haar ex-partner. Bij aanvraag van 25 januari 2021 heeft Van Damme de raad verzocht om vergoeding van de door hem verleende rechtsbijstand aan [appellante] en daarbij een financieel resultaat vermeld van € 58.229,00.
- Datum uitspraak
- 16 oktober 2024
- Hoger beroep
- Rechtsbijstand
202206290/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 16 oktober 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 30 november 2020 heeft het Instituut Mijnbouwschade Groningen aan [appellant] een schadevergoeding van € 8.252,00, inclusief wettelijke rente, voor waardedaling van haar woning toegekend. Op 2 juli 1999 heeft [appellante] samen met haar toenmalige echtgenoot de eigendom van de woning aan [locatie] te Adorp verkregen. Beiden beschikten voor 50% over de eigendom van de woning. Sinds 25 maart 2011 heeft [appellante] de volledige eigendom van de woning. [appellante] heeft op 23 oktober 2020 een aanvraag om vergoeding van schade, bestaande uit de waardedaling van haar woning, ingediend bij het Instituut. Het Instituut heeft bij besluit van 30 november 2020 een schadevergoeding van € 7.944,33, te vermeerderen met de wettelijke rente (€ 307,67), toegekend voor de waardedaling van de woning. Dit besluit heeft het Instituut bij besluit van 9 februari 2021 gehandhaafd.
- Datum uitspraak
- 16 oktober 2024
- Hoger beroep
- Schadevergoeding
202206903/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 16 oktober 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 7 oktober 2022 heeft de burgemeester van Schiedam aan [wederpartij] ingevolge artikel 2 van de Wet tijdelijk huisverbod een huisverbod voor de duur van tien dagen opgelegd, met ingang van 7 oktober 2022 om 21:16 uur tot 17 oktober 2022 om 21:16 uur. Ten tijde van het besluit van 7 oktober 2022 woonde [wederpartij] samen met zijn toenmalige partner en twee kinderen in Schiedam. Op 7 oktober 2022 heeft de broer van achterblijfster een melding gedaan van huiselijk geweld. Naar aanleiding van deze melding zijn door het Centrum voor Dienstverlening en de politie in totaal drie Risicotaxatie-instrumenten Huiselijk Geweld opgesteld. Op basis daarvan heeft de burgemeester een huisverbod aan [wederpartij] opgelegd voor de duur van tien dagen. Ondanks dat de verklaringen van [wederpartij] en achterblijfster niet overeenkomen, zou een huisverbod de noodzakelijke rust kunnen bieden tussen beiden, aldus de burgemeester. De rechtbank heeft geconstateerd dat er alleen vaststaat dat er sprake is van ruzies tussen partijen sinds een maand. Naar het oordeel van de rechtbank is dit op zichzelf onvoldoende voor een huisverbod.
- Datum uitspraak
- 16 oktober 2024
- Hoger beroep
- Huisverbod
202207009/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 16 oktober 10:15 uur gepubliceerd)
Bij twee afzonderlijke besluiten van 2 december 2020 heeft de minister van Justitie en Veiligheid [appellant sub 1] ingeschreven als tolk op B2-niveau en het verzoek van [appellant sub 1] tot hernieuwde inschrijving als tolk op C1-niveau afgewezen. De minister heeft het verzoek van [appellant sub 1] om herinschrijving in het Register beëdigde tolken en vertalers als tolk op C1-niveau in de talen Nederlands-Arabisch (Syrisch-Libanees), Nederlands-Arabisch (Palestijns-Jordaans) en Nederlands-Arabisch (Irakees) afgewezen. In plaats daarvan heeft de minister [appellant sub 1] in deze talen ingeschreven als tolk op B2-niveau. Volgens de minister voldoet [appellant sub 1] niet aan de voorwaarden om als tolk op C1-niveau ingeschreven te worden. [appellant sub 1] heeft niet objectief aangetoond de taalvaardigheid van het Nederlands op C1-niveau te beheersen. De minister baseert zich in zijn besluit op het advies van de Commissie beëdigde tolken en vertalers van 24 november 2020.
- Datum uitspraak
- 16 oktober 2024
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Overige
202300238/1/R1(uitspraak wordt op woensdag 16 oktober 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 30 april 2020 heeft het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier aan [vergunninghouder] een watervergunning verleend voor het plaatsen van een beschoeiing langs een waterloop bij het perceel [locatie 1] in Breezand. De watervergunning is verleend voor een oeverbescherming die gedeeltelijk bestaat uit betonnen elementen en gedeeltelijk uit hardhout. Voor de beschoeiing moest een deel van de waterloop worden gedempt. De maatschap exploiteert een bloembollenkwekerij aan de [locatie 2] in Breezand. Zij is eigenaar van een perceel aan de overzijde van de waterloop. Zij vreest dat haar perceel door de beschoeiing zal afkalven en dat het door haar uit te voeren onderhoud van de waterloop wordt bemoeilijkt.
- Datum uitspraak
- 16 oktober 2024
- Hoger beroep
- Waterwet
202300876/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 16 oktober 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 24 december 2021 heeft de korpschef van politie de toestemming onthouden aan Nederlandse Veiligheidsgroep B.V. om [appellant] beveiligingswerkzaamheden te laten verrichten. [appellant] heeft op 15 februari 2021 een strafbeschikking van € 200,- opgelegd gekregen wegens bedreiging. [appellant] heeft de strafbeschikking voldaan. De bedreiging bestond uit het sturen van bedreigende berichten aan een verkoper via Marktplaats naar aanleiding van de koop van een iPhone, die volgens [appellant] ondeugdelijk was. De korpschef heeft daarom aan Nederlandse Veiligheidsgroep de toestemming onthouden om [appellant] beveiligingswerkzaamheden te laten verrichten. De korpschef acht [appellant] niet betrouwbaar om beveiligingswerkzaamheden te verrichten. Juist als beveiligingsmedewerker zou [appellant] moeten instaan voor de veiligheid van personen en goederen.
- Datum uitspraak
- 16 oktober 2024
- Hoger beroep
- Beveiligingswerkzaamheden
202301660/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 16 oktober 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 14 april 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag bestuursdwang toegepast door het voertuig van [appellant] met kenteken [...] weg te slepen en in bewaring te stellen en de kosten hiervan op [appellant] te verhalen. Op 8 april 2022 heeft het college aan de Mr. P. Droogleever Fortuynweg borden laten plaatsen met daarop de mededeling dat een parkeerverbod geldt en een wegsleepregeling van kracht is. Het parkeerverbod is ingegaan op 14 april 2022 en geëindigd op 22 april 2022. Na het plaatsen van de borden heeft het college een kentekenlijst laten opstellen van de motorvoertuigen die stonden geparkeerd in de zone waarin het parkeerverbod zou gaan gelden. Op die kentekenlijst is het kenteken van het voertuig niet aanwezig. Op 14 april 2022 heeft een buitengewoon opsporingsambtenaar van de gemeente geconstateerd dat het voertuig in de zone van het tijdelijk parkeerverbod is geparkeerd. Naar aanleiding daarvan is het besluit van 14 april 2022 genomen.
- Datum uitspraak
- 16 oktober 2024
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
- Wegenverkeerswet
202301752/1/R1(uitspraak wordt op woensdag 16 oktober 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 6 juli 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Weesp de aanvraag van Crystal Vastgoed B.V. om een omgevingsvergunning voor het realiseren van een hotel op de tweede verdieping van het bedrijfspand gelegen aan de Pampuslaan 42 in Weesp buiten behandeling gelaten. Omdat de aanvraag volgens het college onvolledig was en Crystal Vastgoed B.V. op verzoek van het college niet tijdig alle gevraagde gegevens alsnog had overgelegd, heeft het college de aanvraag niet in behandeling te nemen. Naar aanleiding van het bezwaar van Crystal Vastgoed B.V. heeft het college de gevraagde vergunning geweigerd. De reden hiervoor is een negatief stedenbouwkundig advies over het hotelconcept. Het college is niet bereid een hotel toe te staan op een bedrijventerrein waar bedrijven met een milieucategorie 3.1 zijn toegestaan. Volgens Crystal Vastgoed B.V. was het college niet bevoegd de omgevingsvergunning te weigeren omdat zij op 29 juli 2021 al een vergunning van rechtswege heeft verkregen. De rechtbank is het op dit punt niet eens met Crystal Vastgoed B.V..
- Datum uitspraak
- 16 oktober 2024
- Hoger beroep
- Bouwen
202302052/1/R1(uitspraak wordt op woensdag 16 oktober 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 14 juni 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heerlen aan [appellante A] een last onder dwangsom opgelegd. [appellante A] is eigenaar van het pand aan de [locatie] in Heerlen (hierna: het pand). In het pand verblijven arbeidsmigranten. In het dwangsombesluit heeft het college gesteld dat het gebruik van het pand in strijd is met het op 26 januari 2022 door de raad vastgestelde voorbereidingsbesluit ter voorbereiding van het paraplubestemmingsplan "Woningsplitsing en kamerbewoning" en met artikel 2.1, eerste lid aanhef en onder c, van de Wabo. Het college heeft [appellante A] onder oplegging van een dwangsom opgedragen het strijdige gebruik te beëindigen. Bij het besluit op bezwaar heeft het college de motivering van het dwangsombesluit aangepast. Het college is tot de conclusie gekomen dat het gebruik van het pand moet worden aangemerkt als het verstrekken van logies in plaats van kamerverhuur. Omdat het gebruik voor logies in strijd is met het bestemmingsplan, heeft het college geen reden gezien om in het besluit op bezwaar in te gaan op de bezwaren van [appellante A] tegen het moeten beëindigen van het gebruik van het pand voor kamerverhuur.
- Datum uitspraak
- 16 oktober 2024
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom