Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 16 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor vijf "short stay" appartementen in een loods aan de [locatie 1] in Amsterdam. [appellant] is eigenaar van het perceel en heeft een aanvraag gedaan voor een omgevingsvergunning voor het splitsen van een loods om daarin vijf short-stay-appartementen te maken. Het college heeft geweigerd de omgevingsvergunning te verlenen. Hieraan heeft het college ten grondslag gelegd dat het bouwplan in strijd is met artikel 23, eerste lid onder c van het geldende bestemmingsplan "Landelijk Noord", omdat de loods een bijgebouw is, zodat de ontwikkeling niet kan worden toegestaan zonder een afwijkingsomgevingsvergunning. Het college heeft aangegeven niet mee te willen werken aan afwijking van het bestemmingsplan, omdat het bouwplan in strijd is met het Overnachtingsbeleid Amsterdam en de Omgevingsverordening Noord-Holland 2020. Bakker woont aan de [locatie 2] ten zuidoosten van het perceel en wenst dat de weigering in stand blijft.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1613
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Hoger beroep
- Bouwen
Bij besluit van 1 februari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen (NH) aan Staatsbosbeheer een omgevingsvergunning verleend voor het aanleggen van een nieuw tracé voor een mountainbikeroute in de "Schoorlse Duinen" te Schoorl. Met het besluit van 1 februari 2021, zoals dat later is gewijzigd bij besluit van 20 januari 2022, is ten behoeve van een te realiseren mountainbikeroute (ter gedeeltelijke wijziging van een al bestaande route) een omgevingsvergunning verleend voor het "uitvoeren van een werk" (aanleg route) als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo. Tevens is een omgevingsvergunning verleend voor een activiteit die van invloed kan zijn op de fysieke leefomgeving als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder i, van de Wabo, de zogenoemde natuurtoestemming. In verband met de omgevingsvergunning voor laatstgenoemde activiteit heeft het college van gedeputeerde staten op 8 december 2020 een verklaring van geen bedenkingen afgegeven inzake soortenbescherming in de zin van de Wet natuurbescherming. De vergunde activiteiten vinden plaats in het Natura 2000-gebied "Schoorlse Duinen".
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1614
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Hoger beroep
- Bouwen
Bij besluit van 16 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Kampen een aanlijn- en muilkorfgebod voor onbepaalde tijd opgelegd voor Kaj, de hond van [appellant]. Bij een ongedateerd besluit heeft het college van burgemeester en wethouders van Kampen het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Deze zaak gaat over het opleggen van een aanlijn- en muilkorfgebod voor Kaj, de hond van [appellant]. De rechtbank heeft de besluitvorming van het college in stand gelaten. De Afdeling heeft op zitting vastgesteld dat in hoger beroep alleen nog in geschil is of het college een muilkorfgebod mocht opleggen voor Kaj op grond van artikel 2.4.19, eerste lid, aanhef en onder b, van de Algemene plaatselijke verordening Kampen 2001.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1605
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij besluit van 10 februari 2021 heeft de burgemeester van Bloemendaal een aanlijn- en muilkorfgebod voor onbepaalde tijd opgelegd voor Sjef, de hond van [appellant]. Bij besluit van 9 augustus 2021 heeft de burgemeester van Bloemendaal het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Deze zaak gaat over het opleggen van een aanlijn- en muilkorfgebod voor Sjef, de hond van [appellant]. In hoger beroep is in geschil of de burgemeester het aanlijn- en muilkorfgebod mocht opleggen op grond van artikel 2:59, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening van Bloemendaal 2019. De rechtbank heeft geoordeeld dat de burgemeester zich redelijkerwijs op het standpunt heeft gesteld dat Sjef gevaarlijk is in de zin van artikel 2:59, eerste lid, van de APV. De burgemeester heeft het besluit terecht gebaseerd op de op 5 januari 2021 door de politie opgemaakte rapportage. Uit deze rapportage blijkt dat Sjef verwondingen heeft toegebracht aan mens en dier, wat niet valt onder normaal hondengedrag, aldus de rechtbank.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1606
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij besluit van 27 juli 2021 heeft de raad de aanvragen van [appellant] om vergoeding van extra uren rechtsbijstand ten behoeve van [persoon] afgewezen. [appellant] is advocaat en heeft [persoon] bijgestaan in een strafrechtelijke procedure. [persoon] is door de rechtbank Amsterdam voor negen strafbare feiten bij vonnis van 28 juli 2020 veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, met aftrek van het voorarrest, en tot oplegging van de maatregel terbeschikkingstelling met dwangverpleging. [appellant] heeft in de hoger beroepsprocedure onder meer een bewijsverweer gevoerd en bepleit dat het bij de aanhouding door de politie verrichte geweld aanleiding zou moeten zijn voor strafvermindering. [appellant] heeft daarnaast een strafmaatverweer gevoerd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1594
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Hoger beroep
- Rechtsbijstand
Verzoek om herziening (artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) van de uitspraak van de Afdeling van 14 september 2022, in zaak nr. ECLI:NL:RVS: 2022:2677. Bij uitspraak van 14 september 2022, ECLI:NL:RVS: 2022:2677, heeft de Afdeling het beroep van [partij] tegen het besluit van 16 september 2021 van de raad van de gemeente Hollands Kroon gegrond verklaard en dat besluit vernietigd. Bij besluit van 16 september 2021 heeft de raad de aanvraag van [partij] om een bestemmingsplan vast te stellen voor het perceel [locatie 1] te Lutjewinkel, afgewezen. Dat bestemmingsplan zou voorzien in de bouw van een tweede vrijstaande woning op het perceel van [partij] ten zuiden van de bestaande woonboerderij. De raad heeft geweigerd het bestemmingsplan vast te stellen omdat de beoogde ontwikkeling een mogelijke belemmering vormt voor de bedrijfsactiviteiten van het naastgelegen bedrijf van [verzoeker] op het perceel [locatie 2]. [partij] heeft tegen dit besluit beroep ingesteld. De Afdeling heeft op dit beroep beslist zoals hiervoor onder "Procesverloop" is vermeld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1620
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Herziening
- RO - Noord-Holland
[appellant] en andere hebben beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit van het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant op hun handhavingsverzoek van 10 augustus 2021. [appellant] en andere ondervinden grondwateroverlast op hun percelen door weglekkende kwelstromen uit het Natura 2000-gebied "Deurnsche Peel & Mariapeel" gelegen direct naast hun percelen aan de Dorperpeelweg. Bij brief van 10 augustus 2021 hebben [appellant] en andere daarom verzocht om handhavend op te treden tegen overtredingen van artikel 6 van de Habitatrichtlijn in het natuurgebied. Het college heeft hierop niet gereageerd. Bij brief van 12 november 2021 hebben [appellant] en andere het college in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op hun handhavingsverzoek van 10 augustus 2021. Op 24 mei 2022 hebben [appellant] en andere beroep ingesteld wegens het niet tijdig nemen van een besluit op hun handhavingsverzoek van 10 augustus 2021, en de rechtbank verzocht de hoogte van de door het college verbeurde dwangsom vast te stellen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1598
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 18 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Bilt [appellant A] gelast de overtreding van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, artikel 2.3, aanhef en onder b, en artikel 2.3a, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht te beëindigen en beëindigd te houden. Als hij dat niet doet, verbeurt hij een dwangsom. [appellant A] is eigenaar van het perceel met woning aan de [locatie 1] in Bilthoven. Op 21 oktober 2020 is aan hem een omgevingsvergunning verleend waarmee hij in afwijking van het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Bilthoven Zuid 2009" een eerder door hem gesloopte garage op zijn perceel kan herbouwen. Op 13 juli 2021 heeft een toezichthouder van de gemeente De Bilt een controle verricht. Daarbij is vastgesteld dat in de garage een keuken met fornuis en oven, een badkamer met douche en toilet, een wasruimte, een zitkamer met bank en tv, en een tweepersoonsbed aanwezig waren. Op 21 juli 2021 hebben de buren een verzoek om handhaving gedaan. De garage zou worden bewoond.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1590
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 18 oktober 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag het definitief plaatsingsplan gewijzigde en aanvullende locaties ondergrondse restafvalcontainers (hierna: ORAC’s) voor de wijk Statenkwartier II (buurt 7) in het stadsdeel Scheveningen in Den Haag vastgesteld. Daarbij is onder meer de locatie 07-42C in de Viviënstraat ter hoogte van huisnummer 29 aangewezen voor de plaatsing van twee ORAC’s. Bij besluit van 14 juni 2020 heeft het college het "Definitief plaatsingsplan ondergrondse restafvalcontainers Statenkwartier (buurt 7), Scheveningen, Den Haag" vastgesteld. Hierin zijn locaties voor de plaatsing van ORAC’s aangewezen, waaronder locatie 07-42B ter hoogte van de overzijde van Viviënstraat 84. De Afdeling heeft in haar uitspraak van 21 juli 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1680, het in die zaak bestreden besluit onder meer vernietigd voor zover het deze locatie betreft. [appellant] en anderen wonen in de directe nabijheid van de aangewezen locatie. Zij zijn het niet eens met de nieuwe locatie, met name vanwege de loopafstandsvoorwaarde die volgens hen wordt overschreden.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1621
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Afval
Bij besluit van 18 oktober 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag het Definitief plaatsingsplan gewijzigde en aanvullende locaties ondergrondse restafvalcontainers (hierna: ORAC’s) voor de wijk Statenkwartier II (buurt 7) in het stadsdeel Scheveningen in Den Haag ) vastgesteld. Daarbij is onder meer de locatie 07-65B in de Frankenstraat ter hoogte van huisnummer 18 aangewezen voor de plaatsing van twee ORAC’s. Bij besluit van 14 juni 2020 heeft het college het ‘Definitief plaatsingsplan ondergrondse restafvalcontainers Statenkwartier (buurt 7), Scheveningen, Den Haag’ vastgesteld. Hierin zijn locaties voor de plaatsing van ondergrondse afvalcontainers aangewezen, waaronder locatie 07-65A aan de lange zijde van het plantsoen ter hoogte van de Van Oldenbarneveltlaan 90. Bij uitspraak van 28 juli 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1680, heeft de Afdeling dat besluit vernietigd voor zover dat ziet op de locaties 07-42B, 07-40B, 07-44B, 07-65A en 07-61A. [appellant] en anderen wonen in de directe nabijheid van de bestreden locatie en zijn het om verschillende redenen niet eens met de aanwijzing van deze locatie.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1624
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Afval