Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.940
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202107390/1/V2

Bij besluit van 22 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3455
Datum uitspraak
29 november 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202107390/1/V2

202106825/1/V1

Bij besluit van 23 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3435
Datum uitspraak
25 november 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202106825/1/V1

202200777/1/V2

Bij besluiten van 14 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3437
Datum uitspraak
25 november 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200777/1/V2

202206094/3/V2

De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de vertrouwelijke versie van een gedingstuk overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van dit stuk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3431
Datum uitspraak
25 november 2022
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202206094/3/V2

202206453/2/V2

Bij besluit van 30 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3461
Datum uitspraak
25 november 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206453/2/V2

202206644/2/V2

Bij besluit van 16 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3462
Datum uitspraak
25 november 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206644/2/V2

202206677/1/V3 en 202206677/2/V3

Bij besluit van 5 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3472
Datum uitspraak
25 november 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206677/1/V3 en 202206677/2/V3

202206733/2/V3

Bij besluit van 21 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3465
Datum uitspraak
25 november 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206733/2/V3

202105585/1/V2

Bij besluiten van 22 februari 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3434
Datum uitspraak
24 november 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202105585/1/V2

202206105/1/V1

Bij besluiten van 13 en 15 september 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, buiten behandeling gesteld en tegen hen een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3440
Datum uitspraak
24 november 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206105/1/V1

202206109/1/V3

Bij besluit van 10 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3443
Datum uitspraak
24 november 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202206109/1/V3

202206111/1/V3

Bij besluit van 3 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3447
Datum uitspraak
24 november 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202206111/1/V3

202206131/2/V3

Bij besluit van 26 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3446
Datum uitspraak
24 november 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202206131/2/V3

202206135/1/V3

Bij besluit van 5 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3445
Datum uitspraak
24 november 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202206135/1/V3

202206224/1/V3

Bij besluit van 25 september 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3444
Datum uitspraak
24 november 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202206224/1/V3

202206253/1/V3

Bij besluit van 7 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3442
Datum uitspraak
24 november 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202206253/1/V3

202206269/1/V3

Bij besluit van 10 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3441
Datum uitspraak
24 november 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202206269/1/V3

202206321/1/V3

Bij besluit van 15 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3439
Datum uitspraak
24 november 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202206321/1/V3

202206355/1/V2 en 202206355/2/V2

Bij besluit van 2 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3438
Datum uitspraak
24 november 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202206355/1/V2 en 202206355/2/V2

202206375/1/V3 en 202206375/2/V3

Bij besluit van 4 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3436
Datum uitspraak
24 november 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206375/1/V3 en 202206375/2/V3

202206719/2/V2

Bij besluit van 30 september 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3450
Datum uitspraak
24 november 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206719/2/V2

202107683/3/A3

Bij uitspraak van 25 januari 2022, in zaak nr. 202107683/2/A3, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State na vereenvoudigde behandeling het hoger beroep van [opposant] tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 2 september 2021 in zaak nr. 20/5258 niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak van de Afdeling is aangehecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3566
Datum uitspraak
24 november 2022
  • Verzet
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202107683/3/A3

202101793/1/V2

Bij brief van 19 oktober 2022 heeft de vreemdeling het hoger beroep ingetrokken en de Afdeling verzocht de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid te veroordelen in de bij hem opgekomen proceskosten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3429
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202101793/1/V2

202102028/1/V2

Bij brief van 19 oktober 2022 hebben de vreemdelingen het hoger beroep ingetrokken en de Afdeling verzocht de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid te veroordelen in de bij hen opgekomen proceskosten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3426
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202102028/1/V2

202102031/1/V1

Bij besluit van 25 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3367
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202102031/1/V1

202104818/1/V2

Bij besluit van 6 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3364
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104818/1/V2

202105940/1/V2

Bij besluit van 10 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3362
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105940/1/V2

202105979/1/V2

Bij besluit van 4 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3427
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105979/1/V2

202107375/1/V2

Bij besluit van 22 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van de vreemdeling om opheffing van zijn inreisverbod afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3371
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202107375/1/V2

202107806/1/V2

Bij besluit van 6 september 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3369
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202107806/1/V2

202204180/1/R2 en 202204180/2/R2

Bij besluit van 8 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Halderberge aan de gemeente Halderberge een omgevingsvergunning verleend voor met het bestemmingsplan strijdig gebruik en het vellen van een houtopstand, om een verbindingsweg mogelijk te maken tussen de Franciscuslaan en de Baarlebossche te Oudenbosch. De verbindingsweg waarvoor de omgevingsvergunning is verleend, is volgens het college in dat geval noodzakelijk, omdat deze in een alternatieve route moet voorzien voor het verkeer dat komende vanaf de Sint Bernaertsstraat de Baarlebossche en de voorzieningen aldaar wil bereiken. De nieuwe verbindingsweg zal worden uitgevoerd als een 30 km/uur weg. [verzoeker] kan zich niet met het besluit verenigen, omdat de verbindingsweg op korte afstand van zijn woning en zijn tuin is voorzien. Hij vreest dat de weg zijn woon- en leefklimaat in onaanvaardbare mate zal aantasten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3341
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202204180/1/R2 en 202204180/2/R2

202204559/2/R3

Bij besluit van 7 juni 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "Kennispark fase 1" vastgesteld. Hangende de beroepstermijn, op 27 juli 2022, heeft High Tech Center Enschede B.V. de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3366
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202204559/2/R3

202204970/1/V2

Bij besluit van 15 juli 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3424
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204970/1/V2

202205062/2/R1

Bij besluit van 20 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Schagen aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen en in strijd handelen met het bestemmingsplan "[locatie 1] e.o. te Callantsoog". De omgevingsvergunning ziet op het realiseren van een restaurant en kantoor op het perceel [locatie 2] te Callantsoog. [verzoeker] woont op het perceel [locatie 2], tegenover het te bouwen complex. Ten tijde van indienen van het verzoek om voorlopige voorziening waren de bouwwerkzaamheden al gestart. Om die reden heeft [verzoeker] een spoedeisend belang bij het treffen van een voorlopige voorziening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3354
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202205062/2/R1

202205829/1/V3

Bij besluit van 20 september 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3421
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202205829/1/V3

202205871/2/R3 en 202205871/1/R3

Bij besluit van 9 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zuidplas een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een uitbouw aan de zijkant van een woning op het perceel [locatie A] te Nieuwerkerk aan den IJssel. Op 13 januari 2021 heeft [vergunninghouder] een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het bouwen van een zijuitbouw aan zijn woning. Blijkens de bijbehorende bouwtekeningen heeft deze zijuitbouw een breedte van 3 m en een lengte van ongeveer 10 m. De zijuitbouw wordt gerealiseerd naast een openbaar toegankelijke, doodlopend deel van de Hunze, een openbare weg. [verzoeker] woont aan de [locatie B] te Nieuwerkerk aan den IJssel, aan de overzijde van de doodlopende straat. Hij stelt zich op het standpunt dat de zijuitbouw een grove inbreuk maakt op de ruimtelijke kwaliteit en het open karakter van de doodlopende straat en dat zijn woongenot ernstig wordt aangetast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3340
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202205871/2/R3 en 202205871/1/R3

202205883/1/V3

Bij besluit van 19 september 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3370
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202205883/1/V3

202205925/1/V3

Bij besluit van 24 september 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3368
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202205925/1/V3

202205931/1/V3

Bij besluit van 27 september 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3422
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202205931/1/V3

202206195/1/V3 en 202206195/2/V3

Bij besluit van 15 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3425
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202206195/1/V3 en 202206195/2/V3

202206210/2/V2

Bij besluit van 22 juni 2021 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3428
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206210/2/V2

202206301/1/V1

Bij besluit van 5 september 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3423
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206301/1/V1

202206495/2/V3

Bij besluiten van 15 december 2021 en 15 juli 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3452
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206495/2/V3

202206530/1/V2 en 202206530/2/V2

Bij besluit van 8 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3433
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206530/1/V2 en 202206530/2/V2

201904639/1/A2

Bij besluit van 9 september 2014 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oldebroek aan [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] een tegemoetkoming in planschade van € 14.366,56 toegekend. [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] zijn sinds 1998 eigenaar van het perceel [locatie 1] in Oldebroek, waar zij wonen, en sinds 2002 van het naastgelegen perceel [locatie 2], waar [modezaak] is gevestigd. Als gevolg van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan ‘Oldebroek Dorp 2009’ op 4 oktober 2011 (hierna: het nieuwe plan) zijn onder meer de gebruiksmogelijkheden van hun percelen gewijzigd. Volgens [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] zijn hun percelen daardoor in waarde gedaald. Zij hebben het college daarom verzocht om een tegemoetkoming in de schade die zij als gevolg van de inwerkingtreding van het nieuwe plan hebben geleden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3391
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201904639/1/A2

202002507/2/R2

Bij tussenuitspraak van 29 september 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2184, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten opgedragen om binnen 26 weken na verzending van de tussenuitspraak de daarin geconstateerde gebreken in het besluit van 13 februari 2020 te herstellen. Bij de tussenuitspraak heeft de Afdeling de raad het volgende opgedragen: de raad dient met inachtneming van hetgeen is overwogen onder 5.2 in de artikelen 3.1, onder e, en 4.1.1, onder c, van de planregels of anderszins in het plan te borgen dat het daadwerkelijk om een kleinschalige ontwikkeling gaat. Daartoe dient de raad duidelijk te regelen hoeveel bezoekers er op enig moment maximaal tegelijk in het klim-, speel- en educatiebos kunnen verblijven op de gronden met de bestemmingen "Horeca" en "Natuur" en hoeveel bezoekers er gedurende de openingstijden maximaal per dag in het klim-, speel- en educatiebos kunnen verblijven. De raad zal het bestreden besluit in zoverre dienen te wijzigen door een passende planregeling voor dit onderdeel vast te stellen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3413
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202002507/2/R2

202002934/1/A2

Bij afzonderlijke besluiten van 14 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oldambt besloten tot het instellen van gelijkwaardige kruispunten aan de Hoofdweg te Nieuw Beerta en tot het aanleggen van een voetgangersoversteekplaats in de vorm van een zebra op de Hoofdweg te Nieuw Beerta. [appellant sub 2] woont op het adres [locatie] te Nieuw Beerta, op een afstand van ongeveer 40 meter van het kruispunt Hoofdweg/Molenlaan. De verkeersbesluiten voor dit kruispunt zijn genomen in het belang van de verkeersveiligheid als bedoeld in artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994. De verkeersveiligheid is volgens het college gebaat bij lage snelheden. Het college heeft naast de verkeersbesluiten aanvullende maatregelen genomen om de snelheid van de weggebruikers ter hoogte van dit kruispunt af te remmen. Dit betreft aangebrachte wegversmallingen door middel van plateaus in de bestaande infrastructuur, waarvan de Hoofdweg deel uitmaakt. De door [appellant sub 2] gestelde toename van verkeersoverlast vindt zijn oorzaak in de gerealiseerde wegaanpassingen en zal verder toenemen bij uitvoering van de maatregelen bedoeld in de verkeersbesluiten. Hij zal namelijk langer zicht houden op stilstaand verkeer wanneer dat voorrang dient te verlenen aan verkeer komend uit zijstraten of aan overstekende voetgangers op de voetgangersoversteekplaats.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3392
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202002934/1/A2

202002974/3/R4

Bij besluit van 18 februari 2020 heeft de raad van de gemeente Rheden het bestemmingsplan "Landelijk Gebied, locatie Lentsesteeg zuid 2019" vastgesteld. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak van 3 november 2021, onder 8.3, overwogen dat de raad het besluit van 18 februari 2020, waarbij hij het bestemmingsplan "Landelijk Gebied, locatie Lentsesteeg zuid 2019" heeft vastgesteld, niet zorgvuldig heeft genomen. Dit omdat de raad bij de vaststelling van dit plan onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt waarom een groensingel op een afstand van 16 meter tussen de laatste bomenrij van de boomkwekerij van [appellant] en het perceel aan de [locatie] een aanvaardbaar woon- en leefklimaat garandeert. De Afdeling heeft de raad om die reden opgedragen een nieuw locatiespecifiek onderzoek te laten doen. Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad het plan gewijzigd vastgesteld. Om te voldoen aan de opdracht van de Afdeling heeft de raad Adromi B.V. opdracht gegeven een locatiespecifiek onderzoek uit te voeren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3387
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202002974/3/R4

202004369/1/R2

Bij besluit van 4 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oisterwijk [appellant] onder oplegging van een dwangsom van € 20.000,00 gelast om binnen zes maanden de permanente bewoning van de recreatiewoning op het perceel [locatie 1] in het [chaletpark] te Oisterwijk te beëindigen en beëindigd te houden. Ter zitting heeft [appellant] meegedeeld dat hij de recreatiewoning heeft verkocht en het gebruik ervan heeft gestaakt. Bij besluit van 28 april 2022 heeft het college de bij besluit van 4 december 2019 opgelegde last onder dwangsom ingetrokken. Aan dit besluit heeft het ten grondslag gelegd dat [appellant] heeft voldaan aan de last. De recreatiewoning van [appellant] ligt binnen het plangebied van het bestemmingsplan "Verblijfsrecreatieterreinen". Op het perceel rust de bestemming "Recreatie-Verblijfsrecreatie". Gelet op de artikelen 4.1, aanhef en onder a, en 4.4.1, onder a, van de planregels mag de recreatiewoning uitsluitend worden gebruikt voor verblijfsrecreatie en mag die niet permanent worden bewoond. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat [appellant] de recreatiewoning permanent bewoont omdat hij de recreatiewoning gebruikt als hoofdwoonverblijf als bedoeld in artikel 1.49 van de planregels, gelezen in samenhang met artikel 1.38 van de planregels. [appellant] heeft dit standpunt van het college betwist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3393
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202004369/1/R2

202005899/1/A3

Bij besluit van 20 december 2019 heeft de raad van de orde van advocaten in het arrondissement Den Haag goedkeuring onthouden aan [appellant]'s verzoek om goedkeuring stage en wijziging patronaat. [appellant] stond sinds 17 augustus 2016 voorwaardelijk ingeschreven als advocaat op het tableau. Een advocaat-stagiair moet als onderdeel van de beroepsopleiding een stageverklaring krijgen. Daarvoor moet in beginsel voor een periode van drie jaar als advocaat-stagiair stage worden gelopen onder begeleiding van een patroon. Als patroon van [appellant] trad eerst [patroon B] op en later, vanaf 30 april 2019, [patroon A]. De raad in Amsterdam heeft bij besluit van 30 augustus 2019 de stageperiode van [appellant] verlengd met zes maanden tot 17 februari 2020. Tussen [appellant] en [patroon A] is het één en ander voorgevallen, wat voor [patroon A] reden was om de raad van Amsterdam allereerst te verzoeken om bemiddelend op te treden en vervolgens, op 6 november 2019, om goedkeuring om de stage op te zeggen. Dit verzoek heeft de raad van Amsterdam op 30 januari 2020 goedgekeurd, welk besluit door de algemene raad is gehandhaafd (besluit 2). Voor [appellant] was de verstoorde verhouding met [patroon A] reden om te zoeken naar een andere patroon.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3403
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202005899/1/A3

202006426/1/R2

Bij het besluit van 17 september 2020 heeft de raad van de gemeente Vught het bestemmingsplan "De Braacken van Mariënhof" vastgesteld. Het plan voorziet in de realisatie van maximaal 33 woningen op de gronden waar eerder het verzorgingstehuis "De Braacken" en de daarbij gelegen kapel lagen. Het plangebied ligt ten noordwesten van het centrum van Vught, tussen de Loyolalaan aan de westkant, de Aert Heymlaan aan de oostkant en de Helvoirtseweg en de N65 aan de zuidkant. [appellant] woont op het perceel [locatie] ten noordwesten van het plangebied. Hij vreest dat als gevolg van het plan zijn woon- en leefklimaat op onaanvaardbare wijze zal worden aangetast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3412
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202006426/1/R2

202100381/1/A3

Bij besluit van 17 december 2018 heeft de minister voor Rechtsbescherming het verzoek van [appellante] om openbaarmaking van documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur gedeeltelijk toegewezen. [appellante] heeft onder meer verzocht om openbaarmaking van alle documenten die afkomstig zijn van of betrekking hebben op Stichting Kind en Toekomst vanaf het moment dat zij werd opgericht in 1977 tot heden, waaronder ook eventuele inspectiebezoeken of onderzoeken die betrekking hadden op de Stichting. Het verzoek beperkt zich niet tot stukken die op de activiteiten van Stichting Kind en Toekomst in Sri Lanka zien, maar alle stukken die betrekking hebben op deze stichting. De minister heeft in de zoekslag naar aanleiding van het verzoek 32 documenten aangetroffen. Deze documenten heeft hij op een inventarislijst vermeld. De minister besloot documenten 1 tot en met 4, 7, 20 en 23 in het geheel openbaar te maken. Hij heeft besloten documenten 5, 6, 8 tot en met 19, 21, 22, en 24 tot en met 32 gedeeltelijk openbaar te maken. De openbaarmaking daarvan is gedeeltelijk geweigerd gelet op het bepaalde in artikel 10, eerste lid, aanhef en onder d (bijzondere persoonsgegevens) en/of artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e (persoonlijke levenssfeer) van de Wob.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3410
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202100381/1/A3

202100602/1/R2

Bij besluit van 24 november 2020 heeft de raad van de gemeente Eersel het bestemmingsplan "Kom Duizel-Noord, tweede fase" vastgesteld. De afgelopen jaren is het plan Duizel-Noord ontwikkeld. Om te voorzien in voldoende woningaanbod heeft de raad nu een bestemmingsplan voor een tweede fase vastgesteld. Daarin wordt verspreid over een aantal gebieden de bouw van 61 woningen mogelijk gemaakt. De bezwaren van [appellant] richten zich alleen tegen het plandeel ten zuiden van de weg Kleine Rul, dat grenst aan het perceel van [appellant]. In dat gebied maakt het bestemmingsplan de bouw van maximaal acht woningen mogelijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3420
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202100602/1/R2

202101021/1/R3

Bij brief van 28 augustus 2019 heeft [appellant] bij de raad een verzoek ingediend met betrekking tot het perceel [locatie 1] en [locatie 2] te Haastrecht. De raad heeft op 20 april 2021 besloten het bestemmingsplan "Landelijk Gebied (voormalige gemeente Vlist)" niet te herzien voor de percelen gelegen naast [locatie 1] te Haastrecht. [appellant] heeft eind 2000 mondelinge overeenstemming bereikt over de aankoop van een perceel aan de Provincialeweg te Haastrecht met daarop twee aaneengebouwde woningen. In 2001 is hij eigenaar geworden van het perceel. Deze twee woningen zijn inmiddels gesloopt. Op het perceel [locatie 1] is een vrijstaande woning gebouwd. Op het perceel daarnaast (hierna: [locatie 2]) wil [appellant] ook een vrijstaande woning bouwen. Ten tijde van de aankoop van de percelen gold het bestemmingsplan "Landelijk Gebied Haastrecht, derde herziening". Op grond van dat bestemmingsplan was op de percelen gezamenlijk de bouw van één woning toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3379
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202101021/1/R3

202103531/1/A3

Bij besluit van 27 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de aanvraag van [appellante] om een urgentieverklaring afgewezen. Op 28 augustus 2019 heeft [appellante] een urgentieverklaring aangevraagd. In haar aanvraag heeft zij vermeld dat zij de huur niet meer kan opbrengen. Ten tijde van het indienen van de aanvraag huurde [appellante] samen met haar toenmalige partner, inmiddels ex-partner, een aantal kamers van een woning in Den Haag. Nadat haar ex-partner gedetineerd raakte, is [appellante] bij haar vader ingetrokken. Zij geeft aan dat zij een woning wil die in verhouding staat tot haar inkomen. Verder geeft zij aan dat zij de volledige zorg heeft over haar kinderen. Het college heeft de aanvraag afgewezen, omdat [appellante] niet aan de voorwaarden van de Huisvestingsverordening Den Haag 2019 voldoet. [appellante] heeft niet eerst direct voorafgaand aan de aanvraag drie maanden zelf aantoonbaar gereageerd op het beschikbare woningaanbod en huurt een onzelfstandige woonruimte. Er is verder geen sprake van een urgent huisvestingsprobleem en er bestaat geen aanleiding om de hardheidsclausule toe te passen. Dit besluit heeft het college in bezwaar gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3397
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202103531/1/A3

202104091/1/R2

Bij besluit van 20 april 2021 heeft de raad van de gemeente Leudal het bestemmingsplan “Woningbouwplan Noenevershof" gewijzigd vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de bouw van zestien gasloze, levensloopbestendige woningen mogelijk in het gebied tussen de Holstraat, de Bergstraat en de Noenever in Buggenum. Het bestemmingsplan geeft ook regels voor de inrichting van het openbare gebied rond de woningen. [partij] is de initiatiefnemer van het plan. [appellant A] woont direct ten noorden van het plangebied. Zij kan zich niet met het plan verenigen. Zij vreest voor een aantasting van haar woon- en leefklimaat. Volgens [appellant A] zijn de bij het plan betrokken belangen niet op een juiste manier afgewogen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3396
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202104091/1/R2

202104200/1/R2

Bij besluit van 22 april 2021 heeft de raad van de gemeente Land van Cuijk het bestemmingsplan "Den Dries, Ledeacker" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van twaalf woningen in het westelijke deel van Ledeacker in de kern Sint Anthonis. In de bestaande situatie is het plangebied een onbebouwd terrein, gelegen tussen bestaande bebouwing in een woonwijk. Het voorheen geldende plan "Ledeacker, Den Dries" voorzag ter plaatse in een woonbestemming voor maximaal acht woningen. Met het voorliggende plan wordt het aantal maximaal toegestane woningen met vier stuks uitgebreid en tevens is voorzien in een parkeervoorziening. De plantoelichting vermeldt dat het gaat om twaalf levensloopbestendige woningen voor senioren rondom een hofje, waar ook kan worden geparkeerd. [appellant sub 1] en anderen en [appellante sub 2] en anderen wonen allen in de nabijheid het plangebied. Zij kunnen zich niet met het plan verenigen. Volgens hen wordt door de toename van het aantal woningen de wijk tot op de laatste vierkante meter volgebouwd. Dit doet afbreuk aan de ruime opzet van het dorp.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3395
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202104200/1/R2

202104557/1/A3

Bij besluit van 8 januari 2021 heeft de burgemeester van Nijmegen gelast het bedrijfspand aan de [locatie] in Nijmegen met ingang van 1 februari 2021 voor de duur van één jaar te sluiten. [appellante] exploiteert onder de handelsnaam [bedrijf] een bedrijf. Op 23 september 2020 heeft de Omgevingsdienst Regio Nijmegen een milieucontrole in het bedrijfspand aan de [locatie] in Nijmegen uitgevoerd, waar het bedrijf destijds was gevestigd. Aan de buitenzijde van het bedrijfspand is de handelsnaam niet vermeld noch een andere aanduiding dat daar goederen worden verkocht. De politie heeft naar aanleiding van een melding waarnemingen rondom het pand verricht en aan de controle van de omgevingsdienst deelgenomen. De verbalisanten hebben tijdens de controle geconstateerd dat in het bedrijfspand grote hoeveelheden voorwerpen en stoffen aanwezig zijn die veelal gebruikt worden in hennepkwekerijen. Zij hebben geconcludeerd dat er sprake is van het faciliteren van grootschalige illegale hennepteelt. Hun bevindingen hebben zij neergelegd in een bestuurlijke rapportage van 11 november 2020.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3378
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202104557/1/A3

202104572/1/R4

Bij besluit van 24 juni 2021 heeft de raad van de gemeente Doetinchem het bestemmingsplan "Stedelijk gebied - 2021" vastgesteld. Het plan is de laatste stap van het plan van de gemeente Doetinchem om de bestemmingsplannen voor het stedelijk gebied binnen haar grondgebied te actualiseren. De eerste twee stappen betroffen de plannen "Stedelijk gebied - najaar - 2019" en "Stedelijk gebied - voorjaar - 2020". Tegen deze plannen heeft [appellant] eveneens beroep ingesteld. De Afdeling heeft die beroepen bij uitspraak van 10 februari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:255, onderscheidenlijk niet-ontvankelijk en ongegrond verklaard. [appellant] woont aan de [locatie] in Gaanderen. Zijn perceel ligt binnen het plangebied en grenst aan drie zijden aan een bedrijventerrein. Hij verzet zich tegen het plandeel met de bestemming "Bedrijventerrein" van het plan "Stedelijk gebied - 2021". [appellant] kan zich niet verenigen met de huidige situatie, waarin de open omgeving van vroeger plaats gemaakt heeft voor een bedrijventerrein achter zijn eigen perceel. Hij ervaart hiervan overlast en vreest voor een verdere aantasting van zijn woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3381
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202104572/1/R4

202105146/1/R3

Bij besluit van 23 september 2020 heeft de raad van de gemeente Harlingen het verzoek van Ludinga tot het wijzigen van het bestemmingsplan "Harlingen-Ludinga", dat is vastgesteld op 15 april 2015, afgewezen. Op 1 mei 2020 heeft Ludinga de raad verzocht om het college van burgemeester en wethouders op te dragen een nieuw bestemmingsplan voor het gebied van het bestemmingsplan dan wel een wijziging daarvan voor te bereiden en in het nieuwe bestemmingsplan de maximering van het aantal woningen op te heffen. De raad heeft dat geweigerd. Daarmee is Ludinga het niet eens. Ludinga betoogt dat het bestreden besluit in strijd is met het vertrouwensbeginsel. Volgens Ludinga heeft de raad tijdens de zitting van de Afdeling van 21 december 2015 over het plan "Harlingen-Ludinga" bij de behandeling van beroepen tegen het besluit tot vaststelling van dat bestemmingsplan toegezegd dat vóór 2020 een nieuw bestemmingsplan zal worden vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3382
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202105146/1/R3

202105764/1/A2

De Belastingdienst/Toeslagen heeft bij besluit van 2 oktober 2020 het recht op huurtoeslag van [appellant] voor 2019 definitief berekend en vastgesteld op € 1.696,00 en een bedrag van € 928,00 teruggevorderd vanwege teveel betaalde voorschotten. De dienst heeft bij besluit van 21 mei 2019 aan [appellant] een voorschot huurtoeslag voor 2019 verstrekt ter hoogte van € 2.624,00. De dienst is daarbij uitgegaan van een geschat jaarinkomen van € 16.902,00. De dienst heeft bij besluit van 2 oktober 2020 het recht op huurtoeslag voor 2019 definitief berekend en vastgesteld op € 1.696,00. De dienst is daarbij uitgegaan van het inkomensgegeven van € 19.823,00. De dienst heeft bij het besluit van 2 oktober 2020 een bedrag van € 928,00 aan teveel betaalde huurtoeslag teruggevorderd. De dienst heeft bij besluit van 3 december 2020 het door [appellant] daartegen ingestelde bezwaar kennelijk ongegrond verklaard. Tussen partijen is in geschil of een in januari 2019 betaalde WW-uitkering bij het inkomen dat de dienst heeft gehanteerd over 2019 mag worden geteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3380
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202105764/1/A2

202106206/1/R3

Bij besluit van 22 juni 2021 heeft de raad van de gemeente Hillegom het bestemmingsplan "Omgevingsplan Buitengebied en de Zanderij" vastgesteld. Het plan heeft betrekking op het gehele buitengebied van de gemeente Hillegom inclusief het gebied De Zanderij. Het plangebied wordt globaal begrensd door de kern van Hillegom, de Ringvaart in het oosten en de gemeentegrenzen van Bloemendaal, Noordwijk en Lisse. Het plan is een zogenoemd "bestemmingsplan met verbrede reikwijdte." Volgens de plantoelichting is het omgevingsplan een doorvertaling van de in 2018 door de raad vastgestelde Omgevingsvisie Hillegom. [appellant] en anderen zijn eigenaren van de percelen gelegen aan de [locatie 1] en [locatie 2] te Hillegom. Zij kunnen zich niet verenigen met het plan, voor zover daarin op de locatie achter hun percelen bouwmogelijkheden zijn opgenomen voor het bouwen van een bedrijfsgebouw (loods).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3388
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202106206/1/R3

202106807/1/A2

Bij besluit van 20 oktober 2020 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand een aanvraag van [appellant sub 2] om een toevoeging voor rechtsbijstand ten behoeve van [appellant sub 1] afgewezen. Bij brieven van 24 augustus 2018 en 16 september 2018 heeft [appellant sub 1] het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam verzocht om een besluit te nemen over zijn aanvraag om woonkostentoeslag 2013. Bij besluit van 1 november 2018 heeft het college aan [appellant sub 1] meegedeeld dat het zich niet gehouden voelt om een besluit te nemen, omdat er een einde is gekomen aan het geschil tussen hem en [appellant sub 1] met de vaststellingsovereenkomst die het op 8 juni 2016 met [appellant sub 1] heeft gesloten. Bij besluit van 5 maart 2019 heeft het college het door [appellant sub 1] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellant sub 1] heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 5 maart 2019. Bij uitspraak van 31 maart 2020 heeft de rechtbank het beroep van [appellant sub 1] ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3383
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202106807/1/A2

202107007/1/R1

Bij besluit van 6 mei 2020 heeft het dagelijks bestuur het verzoek van de Stichting Christelijke Woongroep Marenland afgewezen om tot handhaving over te gaan ten aanzien van het onderhoud van de damwand aan het Nieuwe Diep in Appingedam ter hoogte van Smederij 24 tot en met 34 te Appingedam. Het dagelijks bestuur van het Waterschap Noorderzijlvest heeft daarbij overwogen dat de stichting herstellingen dient te verrichten aan die damwand. De stichting is eigenaresse van Smederij 24 tot en met 34 te Appingedam. Haar rechtsvoorgangster, Patrimonium, heeft het perceel, destijds onderdeel van het perceel kadastraal bekend gemeente Appingedam, sectie D, nummer 2782, bij akte van 9 juli 1986 geleverd gekregen van de rechtsvoorgangster van de gemeente Eemsdelta. Het perceel is onderdeel van het zogenoemde Borga-terrein. Het perceel van de stichting is gelegen langs het Nieuwe Diep, met dien verstande dat zich tussen het Nieuwe Diep en dat perceel een strook van ongeveer anderhalve meter grond bevindt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3406
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Waterschapszaken
  • uitspraakin de zaak202107007/1/R1

202107299/1/R1

Bij besluit van 13 oktober 2021 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland van gedeputeerde staten geweigerd een ontheffing te verlenen aan het college van burgemeester en wethouders van Aalsmeer om af te wijken van de Omgevingsverordening NH2020 voor het perceel tussen [locatie A] en [locatie B] te Aalsmeer. Het wijzigingsplan voorziet in de ontwikkeling van twee woningen tussen de percelen [locatie A] en [locatie B] in Aalsmeer. [appellant] en anderen voeren aan dat het college van gedeputeerde staten het college van burgemeester en wethouders en [appellant] geen gelegenheid heeft geboden hun zienswijze naar voren te brengen. Daarom is het besluit niet met de vereiste zorgvuldigheid tot stand gekomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3411
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Provinciale verordening
  • uitspraakin de zaak202107299/1/R1

202107491/1/R2

Bij besluit van 13 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Helmond een verzoek om handhaving van [appellant] afgewezen. [appellant] woont aan de [locatie 1] in Helmond. Zijn buurman [partij], die aan de [locatie 2] woont, heeft [appellant] laten weten dat hij voornemens is om een uitbouw op zijn perceel te realiseren. [appellant] heeft het college hierover ingelicht en verzocht om meer informatie over het bouwplan van zijn buurman. Bij brief van 7 mei 2020 heeft [appellant] het college laten weten dat zijn buurman is gestart met het realiseren van de uitbouw en het college verzocht om handhavend op te treden tegen de uitbouw. Hij stelt dat de uitbouw niet mag worden gerealiseerd zonder vergunning. Het college stelt zich echter op het standpunt dat de uitbouw vergunningvrij kan worden gerealiseerd. De voorgenomen uitbouw is volgens het college namelijk niet in strijd met het bestemmingsplan "Stiphout" en voldoet aan de criteria van artikel 3, onderdeel 1, van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3377
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202107491/1/R2

202107515/1/A3

Bij besluit van 11 april 2019 heeft de burgemeester van Ouder-Amstel het gebouw aan de [locatie] te Duivendrecht gesloten voor een periode van zes maanden. [appellante] verhuurt personenauto’s en lichte bedrijfsauto’s. Zij was ten tijde van de besluitvorming van de burgemeester gevestigd aan de Industrieweg te Duivendrecht. Inmiddels heeft zij haar bedrijfsactiviteiten, zoals ter zitting van de Afdeling is gebleken, tijdelijk gestaakt in afwachting van de uitspraak op haar hoger beroep. Op 19 december 2018 hebben een inspecteur van politie en een hoofdinspecteur van politie, beiden van het basisteam Diemen Ouder-Amstel een bestuurlijke rapportage opgemaakt en aan de burgemeester gestuurd. In deze rapportage staat dat bij de politie verschillende gebeurtenissen bekend zijn die betrekking hebben op [appellante]. Het gaat om registraties over een aantal jaren waarbij huurauto’s van [appellante] zijn gecontroleerd en waarbij is gebleken dat inzittenden antecedenten hebben. Het gaat volgens de rapporteurs in totaal om 78 personen die samen 4.739 politieregistraties hebben. Deze registraties zijn niet beperkt tot de geanalyseerde periode van 1 juni 2017 tot 15 augustus 2018.

Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202107515/1/A3

202107564/1/A3

Bij besluit van 30 augustus 2019 heeft de raad van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam de stage van [appellant] ten behoeve van de beroepsopleiding voor de advocatuur voor de duur van zes maanden verlengd. [appellant] stelt dat hij tegen dit besluit op 8 november 2019 administratief beroep heeft ingesteld bij de algemene raad en dat hij op 24 december 2019 een herinnering heeft gestuurd omdat een reactie uitbleef. In een brief van 28 juni 2020 heeft [appellant] de algemene raad verzocht alsnog te beslissen op het administratieve beroep. De algemene raad stelt dat hij alleen de brief van 28 juni 2020 heeft ontvangen. Dan zou [appellant] te laat administratief beroep hebben ingesteld. [appellant] heeft ter onderbouwing dat hij al op 8 november 2019 administratief beroep heeft ingesteld een track en trace overgelegd. Hieruit blijkt dat het poststuk waarop de track and trace ziet op 11 november 2019 is bezorgd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3401
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202107564/1/A3

202107742/1/A3

Bij e-mail van 25 april 2019 heeft [mentor], destijds mentor van [appellant] en lid van de raad van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam, [appellant] gevraagd naar de stand van zaken ten aanzien van de begeleiding van zijn stage. Op 25 april 2019 heeft [mentor] aan [appellant] gemaild: "Geachte confrère, na mijn e-mail van 4 april jl. (hieronder) heb ik op 11 april een telefoontje van mr. Huisman gehad die zei namens u op te treden. Vandaag bereikt mij het bericht dat [patroon A] afziet van zijn voornemen uw patroon te worden. Ik ontvang graag een update van de huidige situatie. Bent u nog in gesprek met [patroon B]? Wordt u nog begeleid door [patroon C]? En zo ja, waaruit bestaat deze begeleiding? Ik wijs u erop dat zo lang u niet feitelijk wordt begeleid uw stage is opgeschort. U mag slechts onder begeleiding van een patroon praktijk uitoefenen. Ik hoor graag per omgaande." [appellant] heeft tegen deze e-mail bezwaar gemaakt. De raad van Amsterdam heeft dit niet-ontvankelijk verklaard, omdat volgens hem geen sprake is van een besluit.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3404
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202107742/1/A3

202108015/2/R3

Bij tussenuitspraak van 8 juni 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1615, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de raad van de gemeente Borne opgedragen om binnen 16 weken na verzending van de tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 16 november 2021 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Algemene herziening Borne, Hertme, Zenderen, herziening scholen Bornsche Maten" te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak onder 6.3 over het besluit van 16 november 2021 overwogen dat het plandeel met de bestemming "Maatschappelijk" is voorbereid in strijd met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid, omdat de raad niet inzichtelijk heeft gemaakt waarom hij een globale bestemming heeft toegekend ten behoeve van het gebruik als school en niet inzichtelijk heeft gemaakt wat de gevolgen van deze globale bestemming voor de omgeving kunnen zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3414
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202108015/2/R3

202108075/1/R1

Bij besluit van 2 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal het wijzigingsplan "[locatie 1]" vastgesteld. Aan de [locatie] in Overveen zijn twee voormalige dienstwoningen aanwezig, die voorheen behoorden tot het landgoed Elswout. Inmiddels hebben deze dienstwoningen een woonbestemming en is het gebouw met de voormalige dienstwoningen aangewezen als Rijksmonument. Het college heeft op 25 oktober 2017 aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een aanbouw aan de voormalige dienstwoningen. Deze aanbouw heeft een oppervlakte van in totaal 160 m² en een goot- en bouwhoogte van respectievelijk 3 m en 6 m. [partij] wenst de vergunde aanbouw bij nader inzien op een andere wijze dan zoals vergund te realiseren, waardoor het oppervlak van de aanbouw met 16 m2 zal toenemen en de goot- en bouwhoogten ervan zullen worden verhoogd naar respectievelijk 3,30 m en 6,60 m.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3384
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202108075/1/R1

202108197/1/A3

Bij e-mail van 25 juni 2020 heeft de raad van de orde van advocaten in het arrondissement Den Haag aan [wederpartij] medegedeeld dat zijn verzoek om afgifte van de stageverklaring niet in behandeling wordt genomen. [wederpartij] liep tot en met 17 februari 2020 stage ten behoeve van de beroepsopleiding voor de advocatuur. Deze stage is geëindigd zonder stageverklaring. Met ingang van 3 juni 2020 is [wederpartij] geschrapt van het tableau. [wederpartij] is van mening dat hij zijn stage met gunstig gevolg heeft voltooid en heeft op 21 juni 2020 de raad van Den Haag verzocht om een stageverklaring af te geven. De raad van Den Haag heeft per e-mail geantwoord dat er nog procedures lopen en het verzoek niet in behandeling kan worden genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3400
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202108197/1/A3

202108198/1/A3

Bij brief van 10 juli 2020 heeft de raad van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam aan [wederpartij] medegedeeld dat niet zal worden gereageerd op zijn verzoek om afgifte van de stageverklaring. [wederpartij] liep tot en met 17 februari 2020 stage ten behoeve van de beroepsopleiding voor de advocatuur. Deze stage is geëindigd zonder stageverklaring. Met ingang van 3 juni 2020 is [wederpartij] geschrapt van het tableau. [wederpartij] is van mening dat hij zijn stage met gunstig gevolg heeft voltooid en heeft op 28 juni 2020 de raad van Amsterdam verzocht om een stageverklaring af te geven. De deken van de raad van Amsterdam heeft per brief geantwoord dat dezelfde kwestie aanhangig is bij de rechtbank en dat daarom niet op het verzoek zal worden gereageerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3399
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202108198/1/A3

202200156/1/A2

Bij besluit van 10 januari 2020 heeft de Belastingdienst/Toeslagen [wederpartij] uitstel van betaling verleend en een betalingsregeling vastgesteld, inhoudende dat zij gedurende 24 maanden € 606,00 per maand terugbetaalt. [wederpartij] heeft verzocht om uitstel van betaling en een persoonlijke betalingsregeling in verband met teruggevorderde huurtoeslag over 2016, 2017 en 2018, teruggevorderde kinderopvangtoeslag over 2017, 2018 en 2019, teruggevorderde zorgtoeslag over 2017 en 2018 en teruggevorderd kindgebonden budget over 2017 en 2018. Aanleiding voor deze terugvorderingen was het feit dat bij de toekenning van de toeslagen geen rekening was gehouden met het inkomen van de partner van [wederpartij]. Het totale bedrag van de terugvordering waarvoor [wederpartij] om een persoonlijke betalingsregeling heeft verzocht bedraagt € 14.534,00. De dienst heeft naar aanleiding van dit verzoek bij het besluit van 10 januari 2020 uitstel van betaling verleend en een standaard betalingsregeling vastgesteld, inhoudende 24 gelijke maandelijkse termijnen van € 606,00.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3394
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202200156/1/A2

202200184/1/A3

Bij besluit van 5 oktober 2020 heeft de burgemeester van Best gelast de woning op het adres [locatie A] in Best te sluiten voor de duur van zes maanden. Bij aanvullend besluit van 26 oktober 2020 heeft de burgemeester een aanvullend besluit genomen waarin hij heeft aangegeven dat de sluiting ook geldt voor de kindstandplaats met nummer [locatie B]. Met "de woning" wordt daarom hierna bedoeld: de woning met het bijbehorende erf op het adres [locatie A] en [locatie B] in Best. [appellanten] wonen met hun drie minderjarige kinderen in de woning. De woning is een woonwagen. Op 14 september 2020 heeft de politie de woning doorzocht. In de woning zijn 32 XTC-pillen en 16,9 g MDMA verpakt in enkele gripzakjes, een boksbeugel, verschillende enveloppen met bankbiljetten met een totaalbedrag van € 10.365,00 en een witte kunststof ton met daarin een groot gewicht aan muntgeld en diverse bankbiljetten aangetroffen. Dit blijkt uit een bestuurlijke rapportage van 23 september 2020.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3402
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202200184/1/A3

202200318/1/R4

Bij besluit van 12 september 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 19 augustus 2021 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het op onjuiste wijze aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 126,00, voor rekening van [appellante] komt. Het college heeft het bezwaar van [appellante] niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaarschrift volgens het college niet binnen de bezwaartermijn is ingediend. [appellante] betwist dit en stelt dat het college het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. Daarom heeft zij beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3386
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202200318/1/R4

202200839/1/R1

Bij besluit van 29 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam [appellant] gelast om de overtreding van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht te beëindigen, door het hotelmatig gebruik van de woning (tuinhuis/bijgebouw) op het adres [locatie A] te staken, te laten staken en gestaakt te houden. Als hij zich daar niet aan houdt, verbeurt hij een dwangsom. [appellant] woont op het adres [locatie A] in Amsterdam. Op zijn perceel staat ook een bijgebouw. In het bestemmingsplan "Landelijk Noord" (hierna: het bestemmingsplan) is aan zijn perceel de bestemming "Wonen" toegekend. Op grond van het bestemmingsplan is het gebruik van de bebouwing op het perceel als bed&breakfast (B&B) niet toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3418
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202200839/1/R1

202200863/1/A3

Bij besluit van 18 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een verzoek van [appellant] om wijziging van zijn geboortedatum in de basisregistratie personen afgewezen. [appellant] heeft zich op 20 februari 1980 met de geboortedatum [geboortedatum] 1960 ingeschreven in de Brp. Een aantal jaren later heeft [appellant] in Turkije zijn geboortedatum laten wijzigen naar [geboortedatum] 1956. In 2014 heeft [appellant] voor het eerst een aanvraag ingediend om zijn aangepaste geboortedatum te laten wijzigen in de Brp, maar zijn aanvraag is bij besluit van 14 maart 2014 afgewezen. Op 30 augustus 2018 heeft [appellant] het college, door middel van een tweede aanvraag, opnieuw verzocht om zijn in de Brp geregistreerde geboortedatum te wijzigen. Volgens hem blijkt uit een vonnis van 5 december 2001 van de rechtbank in Turkije en een uittreksel uit de Turkse burgerlijke stand dat hij op [geboortedatum] 1956 is geboren in plaats van op [geboortedatum] 1960. Bij besluit van 18 september 2018 heeft het college de tweede aanvraag, onder verwijzing naar het eerdere besluit van 14 maart 2014, afgewezen. Het college heeft geconcludeerd dat er geen sprake is van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden. In bezwaar heeft het college dit besluit gehandhaafd. De rechtbank heeft dit rechtmatig geacht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3398
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202200863/1/A3

202200945/1/R1

Bij besluit van 16 december 2021 heeft de raad van de gemeente Edam-Volendam bestemmingsplan "Noordeinde 61" vastgesteld. Aan het Noordeinde 61 in Volendam staat een karakteristieke laat negentiende-eeuwse benedendijkse visserswoning. De woning bestaat uit één bouwlaag met een kelder en een kap. De vrijstaande woning ligt tegen de dijk aan, waarbij alleen de kap boven de kruin van de dijk uitsteekt. Aan de noordzijde van de woning staat een later toegevoegde aanbouw waarop een terras is gerealiseerd. De bestemming als gemeentelijk monument houdt een beperking van de bouwmogelijkheden in en heeft daarom tot een waardevermindering van de onroerende zaak geleid. [partij], eigenaar van het pand, heeft een verzoek om vergoeding van planschade ingediend. Het gemeentebestuur heeft ervoor gekozen om deze planschade in natura te compenseren door de bestemming als beeldbepalend pand te verwijderen. De raad heeft met het oog op de compensatie in natura het in deze procedure bestreden bestemmingsplan vastgesteld. De Stichting Vrienden van Volendams Erfgoed vindt dat de cultuurhistorische waarde van het pand onverminderd aanwezig is en het pand dus onverminderd beschermingswaardig is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3416
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202200945/1/R1

202201027/1/R1

Bij besluit van 23 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Texel een bij besluit van 20 april 2020 aan [appellant A] en [appellant B] opgelegde last onder dwangsom gewijzigd en aangevuld. De aanvulling houdt in dat de doorgang op de begane grond tussen het oude deel van het pand aan de [locatie A] en het nieuwe deel van het pand aan de [locatie B] en [locatie C] moet worden hersteld of in overeenstemming moet worden gebracht met de omgevingsvergunning van 7 december 2017 en daarmee in overeenstemming moet worden gehouden, binnen zes maanden na het besluit, met als dwangsom € 5.000,00 ineens. Het bedrijfsgebouw aan de [locatie A] in Den Burg is eigendom van [appellant A] en [appellant B]. Op 12 juli 2017 hebben zij een omgevingsvergunning aangevraagd voor de bouw van een bedrijfsruimte met woning op de aangrenzende gronden [locatie B] en [locatie C].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3417
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202201027/1/R1

202201239/1/A2

Bij besluit van 15 maart 2021 heeft de RDW een verzoek van [wederpartij] om goedkeuring voor het voeren van kentekenplaten conform model 18.2 op het voertuig met kenteken [..-..-..] afgewezen. Op 31 januari 2021 heeft [wederpartij] de RDW verzocht om goedkeuring voor het voeren van kentekenplaten conform model 18.2 op zijn auto, een Suzuki Cappuccino met kenteken [..-..-..]. Bij het besluit van 15 maart 2021 heeft de RDW dit verzoek afgewezen, omdat de keurmeester van de RDW heeft geconstateerd dat het voertuig van [wederpartij] niet voldoet aan de afwijkende voorschriften als bedoeld in Richtlijn 70/222/EEG. Bij het besluit van 22 juli 2021 heeft de RDW, onder verbetering en aanvulling van de motivering inhoudende dat de Richtlijn niet van toepassing is, het besluit van 15 maart 2021 gehandhaafd. De RDW heeft geconcludeerd dat het voertuig van [wederpartij] is geregistreerd op basis van nationale typegoedkeuring SUZP-1179. In de nationale typegoedkeuring is niets vermeld over kentekenplaat model 18.2 en volgens de RDW heeft [wederpartij] daarom geen recht op die kentekenplaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3389
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202201239/1/A2

202201339/1/R1

Bij besluit van 14 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Texel [partij A] en [partij B] gelast om het gebruik voor bewoning van de in dat besluit genoemde bouwdelen van de woning [locatie 1] in Den Burg binnen 18 weken na verzending van het besluit te staken en gestaakt te houden. [partij A] is eigenaar van het perceel [locatie 1] in Den Burg. Hij heeft een timmerbedrijf op het perceel en woont in de bedrijfswoning. Een deel van bovenverdieping van het complex, met [locatie 2], wordt permanent bewoond door zijn dochter, [partij B]. Zij heeft een bedrijf in dierenverzorging op het perceel. De reden dat aan hen een last onder dwangsom is opgelegd is dat een deel van de bebouwing op het perceel werd gebruikt voor bewoning en daarmee zonder omgevingsvergunning werd afgeweken van het gebruik dat wordt toegelaten in het bestemmingsplan "Buitengebied Texel 2013".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3419
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202201339/1/R1

202201340/1/R1

Bij besluit van 31 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Texel aan [vergunninghouder A] en [vergunninghouder B] een omgevingsvergunning verleend voor de legalisatie van de uitbreiding van de bedrijfswoning op het perceel [locatie 1] in Den Burg. [vergunninghouder A] is eigenaar van het perceel [locatie 2] in Den Burg. Hij heeft een timmerbedrijf op het perceel. Een deel van bovenverdieping van het complex, met huisnummer [locatie 1], wordt permanent bewoond door zijn dochter, [vergunninghouder B]. Zij heeft een bedrijf in dierenverzorging op het perceel. De verleende omgevingsvergunning gaat over de legalisatie van de uitbreiding van haar woning. Deze uitbreiding omvat een deel van de begane grond met huisnummer [locatie 3]. [wederpartij] woont op een aangrenzend perceel aan de [locatie 4]. Volgens hem staat het bestemmingsplan in de weg aan het toevoegen van nieuwe bedrijfswoningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3415
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202201340/1/R1

202201595/1/A2

Bij besluit van 9 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam bestuursdwang toegepast door de auto van [appellant] weg te slepen en in bewaring te stellen en heeft het de kosten daarvan ten bedrage van € 373,00 op [appellant] verhaald. Op 9 juli 2020 heeft het college de elektrische auto van [appellant] met kenteken [..-..-..] weggesleept en in bewaring gesteld. De auto stond op een laadplaats voor elektrische voertuigen op de Johann Siegerstraat in Amsterdam ter hoogte van nummer 22, maar was niet aangesloten op een oplaadpaal. Het college heeft aan het besluit ten grondslag gelegd dat door [appellant] een parkeerovertreding was begaan, nu zijn auto was geparkeerd op een parkeergelegenheid met een ander doel dan de aangegeven wijze en omdat de verwijdering van het voertuig noodzakelijk is in verband met het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen. Bij het besluit van 9 juli 2020 heeft het college tevens de kosten voor het wegslepen en in bewaring stellen van de auto verhaald op [appellant]. [appellant] heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3390
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202201595/1/A2

202201770/1/A3

Bij besluit van 12 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellante] voor een exploitatievergunning voor het vervoeren van passagiers met het bedrijfsvaartuig genaamd [naam] afgewezen. Op 8 november 2016 heeft [appellante] een aanvraag gedaan voor een exploitatievergunning voor het vervoeren van passagiers met de [naam vaartuig]. De [naam vaartuig] valt onder het segment Bemand groot. Dit zijn bemande passagiersvaartuigen groter dan 14 x 3,75 m en kleiner dan of gelijk aan 20 x 4,25 m. Bij het besluit van 12 februari 2018 heeft het college de aanvraag afgewezen, omdat op 13 juni 2017 een vergunningstop was ingesteld. Bij besluit van 13 juni 2018 heeft het college het bezwaar van [appellante] tegen de afwijzing ongegrond verklaard en die afwijzing gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3407
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202201770/1/A3

202201799/1/A3

Bij besluit van 26 april 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [eenmanszaak] voor een exploitatievergunning voor het vervoeren van passagiers met het bedrijfsvaartuig genaamd [naam] afgewezen. Op 2 november 2016 heeft [eenmanszaak] een aanvraag gedaan voor een exploitatievergunning voor het vervoeren van passagiers met [naam vaartuig]. [naam vaartuig] valt onder het segment Bemand groot. Dit zijn bemande passagiersvaartuigen groter dan 14 x 3,75 m en kleiner dan of gelijk aan 20 x 4,25 m. Het college heeft aan die aanvraag het rangnummer 160 toegekend. Omdat dit rangnummer hoger was dan het aantal beschikbare vergunningen is de aanvraag afgewezen. Bij besluit van 13 juni 2018 heeft het college het bezwaar van [eenmanszaak] tegen de afwijzing ongegrond verklaard, omdat op 13 juni 2017 een vergunningstop was ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3408
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202201799/1/A3

202201803/1/A3

Bij besluit van 20 maart 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [eenmanszaak] voor een exploitatievergunning voor het vervoeren van passagiers met diverse bedrijfsvaartuigen afgewezen. Op 8 juni 2017 heeft [eenmanszaak] een aanvraag gedaan voor een exploitatievergunning voor het vervoeren van passagiers met de bedrijfsvaartuigen [naam 1], [naam 2], [naam 3], [naam 4] en [naam 5]. Deze vaartuigen vallen onder het segment Bemand groot. Dit zijn bemande passagiersvaartuigen groter dan 14 x 3,75 m en kleiner dan of gelijk aan 20 x 4,25 m. Bij het besluit van 20 maart 2018 heeft het college de aanvraag afgewezen, omdat op 13 juni 2017 een vergunningstop was ingesteld. Bij besluit van 10 juli 2018 heeft het college het bezwaar van [eenmanszaak] tegen de afwijzing ongegrond verklaard en die afwijzing gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3409
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202201803/1/A3

202202001/1/R4

Bij besluit van 4 januari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad zijn beslissing om op 17 december 2021 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Zaanstad 2010 van de gemeente Zaanstad aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een kartonnen doos die op 17 december 2021 is aangetroffen naast de container aan de Perim in Zaandam. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn adres op het adreslabel op de doos staat. [appellant] betwist dat hij de doos naast de afvalcontainer bij de Perim heeft geplaatst. Op de doos is uitsluitend zijn adres vermeld en niet zijn naam. Volgens [appellant] is dat onvoldoende om de doos tot hem te kunnen herleiden. [appellant] betoogt verder dat hij nog steeds post en pakketten krijgt van de vorige bewoners van zijn woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3376
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202202001/1/R4

202202071/1/R4

Bij besluit van 15 februari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 28 januari 2021 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 28 januari 2021 is aangetroffen in Den Haag naast een aangewezen inzamelvoorziening op de Mozartlaan ter hoogte van huisnummer 272. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat op de doos een adresdrager is aangetroffen met daarop haar naam en adresgegevens. [appellante] betoogt dat het besluit van 24 februari 2022 te laat is genomen en dat het besluit om die reden niet geldt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3373
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202202071/1/R4

202202234/1/R4

Bij besluit van 2 februari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam zijn beslissing om op 24 januari 2022 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Rotterdam 2009 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een grijze huisvuilzak die op 24 januari 2022 is aangetroffen buiten de ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de 1e Balsemienstraat 6 in Rotterdam. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de huisvuilzak verkeerd heeft aangeboden, omdat daarin een bon is aangetroffen met haar naam- en adresgegevens erop. [appellante] betwist niet dat de huisvuilzak van haar afkomstig is, maar betoogt dat zij de zak niet verkeerd heeft aangeboden. [appellante] betoogt dat zij juist altijd afval van anderen opruimt. Zij vermoedt dat anderen het afval uit de container hebben gehaald.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3374
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202202234/1/R4

202202385/1/R4

Bij besluit van 28 januari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 13 januari 2022 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 13 januari 2022 is aangetroffen naast een aangewezen inzamelvoorziening op de Middenweg ter hoogte van huisnummer 129. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat op de doos een adresdrager is aangetroffen met daarop haar naam en adresgegevens. [appellante] betoogt dat zij de doos niet naast de container heeft neergezet. [appellante] stelt dat zij de doos in haar voortuin had geplaatst. Zij vermoedt dat anderen de doos uit haar voortuin hebben gehaald en vervolgens verkeerd hebben aangeboden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3372
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202202385/1/R4

202202633/1/R1

Bij besluit van 10 februari 2022 heeft de raad van de gemeente Haarlemmermeer het bestemmingsplan "Nieuw-Vennep Veldbloemstraat" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van een appartementencomplex met 43 sociale huurwoningen ter plaatse van een voormalige basisschool. Het plangebied ligt in een bestaande woonwijk tussen de Veldbloemstraat, de Dotterbloemstraat en de Madeliefstraat in Nieuw-Vennep. Het vorige bestemmingsplan "Nieuw-Vennep" kende aan de gronden van het plangebied de bestemming "Maatschappelijk" en de bestemming "Groen" toe. Voorliggend plan kent aan de gronden de bestemming "Wonen - gestapeld", de bestemming "Verkeer" en de bestemming "Groen" toe. [appellant] en anderen wonen in de directe nabijheid van het plangebied. Zij kunnen zich niet met het bestemmingsplan verenigen omdat zij vrezen voor een aantasting van hun woon- en leefklimaat. Het plan wordt ontwikkeld door Ymere.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3405
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202202633/1/R1

202203262/1/R4

Bij besluit van 10 april 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 31 maart 2022 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 200,00, voor rekening van [appellante] komt. Bij besluit van 25 april 2022 heeft het college het door [appellante] hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Tegen dit besluit heeft [appellante] beroep ingesteld. Bij besluit van 3 oktober 2022 heeft het college het besluit van 25 april 2022 ingetrokken en het besluit van 10 april 2022 herroepen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3375
Datum uitspraak
23 november 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202203262/1/R4

202104022/1/V2

Bij besluit van 3 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen alsmede geweigerd om haar dochter ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3365
Datum uitspraak
22 november 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104022/1/V2

202104972/1/V2

Bij besluit van 25 september 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een identiteitsbewijs type W2 afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3363
Datum uitspraak
22 november 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202104972/1/V2

202105289/1/V2

Bij besluit van 29 januari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken en een aanvraag om wijziging van de beperking van die verblijfsvergunning afgewezen

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3344
Datum uitspraak
22 november 2022
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202105289/1/V2

202106406/1/V3

Bij besluit van 29 juni 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en geweigerd hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 ambtshalve uitstel van vertrek te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3350
Datum uitspraak
22 november 2022
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202106406/1/V3

202201241/1/V2

Bij besluiten van 28 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en hen opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten (hierna: de terugkeerbesluiten). Tegen vreemdeling 1 en vreemdeling 2 heeft de staatssecretaris inreisverboden uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3361
Datum uitspraak
22 november 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201241/1/V2

202204934/2/R3

Bij besluit van 18 mei 2022 heeft de raad van de gemeente Noordenveld het bestemmingsplan "Langewijk naast 9" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de bouw van twee vrijstaande woningen mogelijk ten oosten van het perceel Langewijk 9 te Nieuw-Roden. Om de bouw van de woningen mogelijk te maken heeft de raad toepassing gegeven aan de zogenoemde ruimte-voor-ruimte regeling van de gemeente. Het plan ziet ook op de vier percelen aan de Langewijk 9 te Nieuw-Roden, Poolswijk 12 en 13 te Nieuw-Roden en Noordseveldweg 4 te Norg, waarop in ruil voor de bouw van de twee vrijstaande woningen bebouwing zal worden afgebroken. [verzoeker] woont aan [locatie 1] te Zevenhuizen en is daarnaast eigenaar van het perceel [locatie 2] te Nieuw-Roden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3347
Datum uitspraak
22 november 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Drenthe
  • uitspraakin de zaak202204934/2/R3

202205809/1/V3

Bij besluit van 2 september 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3360
Datum uitspraak
22 november 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202205809/1/V3
vorige pagina1...148149150...1.210volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon