Uitspraak 202207437/1/R1


Volledige tekst

202207437/1/R1.
Datum uitspraak: 16 augustus 2023

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1.       [appellant sub 1], wonend te Egmond-Binnen, gemeente Bergen (NH),

2.       [appellant sub 2], wonend te Egmond-Binnen, gemeente Bergen (NH),

3.       [appellant sub 3] en [appellante sub 3] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 3]), beiden wonend te Egmond-Binnen, gemeente Bergen (NH),

appellanten,

en

de raad van de gemeente Bergen (NH),

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 10 november 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "Kerkplein 25-27 te Egmond-Binnen" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1], [appellant sub 2] en [appellant sub 3] beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 11 juli 2023, waar [appellant sub 1], [appellant sub 2], [appellant sub 3] en de raad, vertegenwoordigd door drs. S. Plezier, zijn verschenen. Verder is ter zitting

SKA Projectmanagement B.V., vertegenwoordigd door [gemachtigde], als partij gehoord.

Overwegingen

Inleiding

1.       Bij besluit van 10 november 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "Kerkplein 25-27 te Egmond-Binnen" (hierna: het plan) vastgesteld. Op dit plan is de Crisis- en herstelwet van toepassing. Het plan voorziet in de bouw van een nieuw appartementengebouw van maximaal 10 meter hoog met 55 woningen op de locatie aan het Kerkplein 25-27 te Egmond-Binnen. In het plangebied staat momenteel de Rooms-Katholieke Heilige Adelbertuskerk. Het kerkgebouw zal worden gesloopt. Met het plan worden aan het plangebied de bestemmingen "Wonen - 1" en "Verkeer- Verblijfsgebied" toegekend. Het plangebied had op basis van het voorgaande bestemmingsplan "Kernen Egmond" onder andere de bestemming "Maatschappelijk".

2.       [appellant sub 1] woont aan de [locatie A], ten westen van het plangebied en vreest voor schaduwhinder ten gevolge van het plan. [appellant sub 2] en [appellant sub 3] wonen aan respectievelijk de [locatie B] en het [locatie C]. Zij vrezen voor onder andere de verkeersveiligheid en parkeerproblemen. SKA Projectmanagement B.V. is eigenaar van de grond en ontwikkelaar van de voorziene woningen.

Toetsingskader

3.       Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling oordeelt niet zelf of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. Daarbij kan aan de orde komen of de nadelige gevolgen van het plan onevenredig zijn in verhouding tot de met het plan te dienen doelen.

Gronden van het beroep

Bezonning

4.       [appellant sub 1] voert aan dat de maximale bouwhoogte van 10 m zal leiden tot schaduwhinder in haar tuin. Het zonlicht wordt momenteel volgens [appellant sub 1] niet al tegengehouden door de kerk, zoals de raad stelt. De kerk staat namelijk op een andere plek dan waar de appartementen zijn voorzien. Volgens [appellant sub 1] komen de appartementen precies op de plaats vanwaar de zon ’s ochtends in haar tuin schijnt. De raad had daarom een bezonningsonderzoek moeten laten uitvoeren.

4.1.    Voor bezonning van woningen bestaan geen wettelijke normen. Dat neemt niet weg dat in het kader van de vaststelling van een bestemmingsplan een afweging dient plaats te vinden van alle bij het gebruik van de gronden betrokken belangen, waaronder het belang van omwonden bij een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Uit het door de raad overgelegde bezonningsdiagram komt naar voren dat er mogelijk alleen in de ochtend gedurende een korte periode sprake is van schaduwwerking ten gevolge van het plan. Er zijn geen aanknopingspunten om aan de juistheid daarvan te twijfelen. Het plangebied ligt op 21 m ten oosten van de woning van [appellant sub 1] en er staan al bomen die voor enige schaduwwerking zorgen. Een afstand van 21 m tussen bebouwing in samenhang met een bouwhoogte van 10 m is niet ongebruikelijk in dorpskernen. Dat er mogelijk in de ochtend gedurende een korte periode enige schaduwwerking zal zijn in de tuin van [appellant sub 1], geeft dus geen aanleiding voor het oordeel dat de raad om deze reden het plan niet mocht vaststellen.

Het betoog slaagt niet.

Parkeerplaatsen

5.       [appellant sub 3] en [appellant sub 2] voeren aan dat het plan tot parkeerproblemen zal leiden. Hiertoe voeren zij aan dat er als gevolg van het plan parkeerplaatsen aan het Kerkplein zullen vervallen en hiermee geen rekening is gehouden. Verder is de telling volgens hem niet actueel door verjonging en verhuizing.

5.1.    Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen, bijvoorbeeld in de uitspraak van 18 januari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:194, dient bij de beoordeling of een bestemmingsplan in voldoende parkeergelegenheid voorziet om in de parkeerbehoefte ervan te kunnen voorzien alleen rekening te worden gehouden met de toename van de parkeerbehoefte die het bestemmingsplan genereert. Een eventueel bestaand tekort kan als regel buiten beschouwing worden gelaten. De te realiseren appartementen vallen onder de categorie: ""huur, huis < 95m2". Hiervoor geldt op grond van bijlage 2 bij de Nota Parkeernormen 2020 Gemeente Bergen (hierna: de parkeernota) een parkeernorm van 1,4. Deze norm en het op basis daarvan aan te leggen parkeerplaatsen is niet in geschil. De raad heeft zich op deze parkeernorm gebaseerd en daaruit volgt dat er voor 55 woningen 77 parkeerplaatsen gerealiseerd dienen te worden. De raad heeft verder rekening gehouden met de parkeerplaatsen op onder meer het Kerkplein die als gevolg van het plan zullen vervallen. Er zijn geen aanknopingspunten om aan te nemen dat de uitgevoerde parkeertelling niet meer actueel is. De laatste telling is recentelijk uitgevoerd op 2 juni 2022 en hieruit volgde dat er maximaal 21 auto’s op het Kerkplein geparkeerd stonden op het maatgevende moment. Volgens de telling van een bewoner stonden er op een uitzonderlijk moment 31 parkeerplaatsen op het Kerkplein. De raad heeft ervoor gekozen om van dit scenario uit te gaan voor het bepalen van het aantal te realiseren parkeerplaatsen. Verder heeft de raad ook rekening gehouden met de 10 dwars-parkeerplaatsen aan het Kerkplein Zuid die met het plan vervallen en worden met het plan 118 parkeerplaatsen gerealiseerd. Hoewel er een aantal parkeerplaatsen vervalt, heeft de raad zich op het standpunt mogen stellen dat met 118 parkeerplaatsen in voldoende mate in de parkeerbehoefte van het plan wordt voorzien en voor het bestaande gebruik van de parkeerplaatsen op het Kerkplein wordt gecompenseerd. Daarom is er geen reden voor de conclusie dat de parkeerdruk als gevolg van dit plan onevenredig zal toenemen.

Het betoog slaagt niet.

Ruimte in de dorpskern

6.       [appellant sub 3] en [appellant sub 2] voeren aan dat de voorziene appartementen niet passen in de omgeving. Het appartementencomplex is volgens hen te groot en past niet in de kleinschalige dorpskern. Verder zal er groen verdwijnen ten gevolge van het plan.

6.1.    Het appartementengebouw is voorzien op een locatie waar eerder de Adelbertuskerk stond. Op basis van het vorige bestemmingsplan mocht ongeveer 1.725 m² bebouwd worden ten behoeve van de bestemming "Maatschappelijk". Op basis van het plan wordt ongeveer 2.000 m² bebouwd ten behoeve van de bestemming "Wonen". Daarbij heeft de raad rekening gehouden met de stedenbouwkundige opzet door een maximale bouwhoogte van 10 m en maximale goothoogte van 6 m voor de voorziene woningen in het plan op te nemen, waardoor de woningen niet hoger zijn dan de omringende woningen. Ook is rekening gehouden met de stedenbouwkundige opzet door de woningen in een U-vorm te realiseren en ruimte te houden aan de Westerkroft. Wat betreft het gestelde verdwijnen van groen heeft de raad in de beantwoording van de zienswijze toegelicht dat er zeven bomen verdwijnen en er negen zullen worden terug geplant. Verder worden diverse hagen geplant. De raad heeft daarmee voldoende gemotiveerd dat de ontwikkeling past in de omgeving en in zoverre strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.

Het betoog slaagt niet.

Verkeer

7.       [appellant sub 2] voert aan dat met het plan de verkeersveiligheid wordt aangetast, omdat de wegen volgens hem niet zijn berekend op een grote toename van auto’s.

7.1.    Ten aanzien van de toename van het verkeer is in paragraaf 4.6.1 van de plantoelichting opgenomen dat met het plan de verkeersgeneratie neerkomt op 248 voertuigbewegingen per etmaal. De omliggende wegen zijn erftoegangswegen, waarvoor een maximale intensiteit geldt van 4.000/5.000 motorvoertuigen per etmaal. Tussen partijen is niet in geschil dat de omliggende wegen nog voldoende capaciteit hebben. Ter zitting is verder vast komen te staan dat het verkeer niet langs de woningen van [appellant sub 3] en [appellant sub 2] aan respectievelijk het [locatie C] en de [locatie B] komt. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de raad zich op het standpunt mogen stellen dat wat betreft verkeer sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

Het betoog slaagt niet.

Conclusie

8.       De beroepen zijn ongegrond.

9.       De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

verklaart de beroepen ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. A. ten Veen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Boer, griffier.

w.g. Ten Veen
lid van de enkelvoudige kamer

w.g. Boer
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 16 augustus 2023

745-1036