Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.382
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202404493/1/A3

Bij besluit van 15 juni 2023 heeft de burgemeester van Eindhoven het verzoek van [appellant sub 1] om openbaarmaking van informatie op grond de Wet open overheid afgewezen en zich op het standpunt gesteld dat er geen strijd is met de Algemene Verordening Gegevensverwerking bij de koppeling van een melding aan het adres van [appellant sub 1]. Op 8 oktober 2022 heeft [appellant sub 1] de burgemeester op grond van de Woo verzocht om informatie over een vermeend buurtonderzoek aan de Lorrainelaan in Eindhoven. Zij wil weten wat de uitkomst daarvan is geweest. Ook wil zij meldingen ontvangen die over haar zijn gedaan vanuit bewoners van de Lorrainelaan en weten wat er met die meldingen is gebeurd. Naar aanleiding hiervan heeft een medewerker van de gemeente een overzicht ‘Meldingen woonoverlast 9 juni 2020 en 15 en 21 juli 2021’ aan [appellant sub 1] verstrekt, waarbij gegevens die herleidbaar zijn naar de melder(s) zijn geanonimiseerd. Volgens [appellant sub 1] is de vermelding [locatie] in het overzicht Meldingen in strijd met de AVG, omdat haar adres een persoonsgegeven is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3561
Datum uitspraak
30 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202404493/1/A3

202404702/1/R4

Bij besluit van 27 februari 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Blaricum aan [bouwbedrijf] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van zeven eengezinswoningen aan de Eerste Molenweg 1a, 1b en 1c en het Kerkpad 4a, 4b, 4c, en 4d in Blaricum. Tussen de Eerste Molenweg en het Kerkpad in Blaricum bevindt zich de locatie van een oude melkfabriek. Het bouwbedrijf wil daar zeven eengezinswoningen realiseren, bestaande uit vier twee-onder-een kapwoningen aan het Kerkpad en drie rijwoningen aan de Eerste Molenweg. Bij het besluit van 27 februari 2023 heeft het college voor de bouw van deze woningen een omgevingsvergunning verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wabo, waarbij het is afgeweken van de op grond van de bestemmingsplannen "Blaricum Dorp 2018" en "Blaricum Dorp, herziening 2020" voor de locatie geldende bedrijfsbestemming.[appellante] woont aan de [locatie] in Blaricum. Zij stelt dat de woningen haar woon- en leefklimaat zullen aantasten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3591
Datum uitspraak
30 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202404702/1/R4

202405026/1/A2

Bij besluit van 5 januari 2021 heeft het college aan [appellant] een tegemoetkoming in planschade toegekend van € 80.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente. [appellant] was tot 1 februari 2022 eigenaar van de percelen aan Het [locatie 1] en [locatie 2] in Nistelrode. [appellant] woonde op Het [locatie 1], en zijn bedrijf was gevestigd op [locatie 2]. [appellant] heeft op 8 november 2019 verzocht om tegemoetkoming in planschade die hij heeft geleden door de inwerkingtreding op 3 oktober 2013 van het op 27 juni 2013 vastgestelde bestemmingsplan bedrijventerrein Bernheze. Bij dit nieuwe bestemmingsplan is de bestemming van het perceel Het [locatie 1] gewijzigd van "Vrijstaande eengezinshuizen, klasse A2 met bijbehorende erven", "Voorerf" en "Achtertuin", naar "Bedrijf", met de aanduiding "bouwvlak", de functieaanduiding "bedrijf tot en met categorie 2" en (gedeeltelijk) "bedrijfswoning". Er is daarbij één bedrijfswoning toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3589
Datum uitspraak
30 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202405026/1/A2

202405230/1/A2

Bij besluit van 19 april 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van IJsselstein twee parkeerplaatsen aan de Praagsingel in IJsselstein, ter hoogte van de [locatie], aangewezen voor het opladen van elektrische personenauto’s. [appellant] woont aan de [locatie] in IJsselstein. In het besluit van 19 april 2022 heeft het college het belang om het gebruik van de laadpaal te garanderen uitsluitend afgewogen tegen de lokale parkeerdruk. Het college is niet op andere punten ingegaan, omdat die verband houden met de keuze van de locatie van de laadpaal. Volgens het college is die locatie in het kader van dit verkeersbesluit een vaststaand gegeven en niet iets om in de belangenafweging te betrekken. Bij besluit van 18 oktober 2022 heeft het college het door [appellant] tegen het besluit van 19 april 2022 gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 14 december 2023 heeft de rechtbank Midden-Nederland het door [appellant] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 18 oktober 2022 vernietigd en het college opgedragen een nieuw besluit op het bezwaar van [appellant] te nemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3556
Datum uitspraak
30 juli 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202405230/1/A2

202405243/1/A2

Bij besluit van 22 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van IJsselstein twee parkeerplaatsen op het Herteveld in IJsselstein aangewezen voor het opladen van elektrische personenauto’s. [appellant sub 1] woont aan het [locatie 1] in IJsselstein. [appellant sub 2A] woont aan het [locatie 2] in IJsselstein. In het besluit van 22 januari 2021 heeft het college opgesomd welke belangen met het verkeersbesluit worden gediend. Dit zijn het waarborgen van de optimale benutting van de openbare oplaadvoorziening, het waarborgen van de bruikbaarheid van de weg, het beperken van de door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder en schade en gevolgen voor het milieu en het bevorderen van een doelmatig of zuinig energieverbruik. Het college is niet op andere punten ingegaan. [appellant sub 1] en [appellant sub 2A] betogen dat het college de besluiten van 9 juli 2024 onzorgvuldig heeft voorbereid. Zij voeren aan dat het college geen gedegen onderzoek heeft gedaan naar de parkeerdruk. De resultaten van het onderzoek naar de parkeerdruk in 2023 zijn onvoldoende inzichtelijk. Omdat dit onderzoek in een vakantieperiode is uitgevoerd, is het geen representatief onderzoek.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3554
Datum uitspraak
30 juli 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202405243/1/A2

202405340/1/R4

Bij besluit van 4 juli 2024 heeft de raad van de gemeente Apeldoorn het bestemmingsplan "Oranjerie" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de herontwikkeling van het winkelcentrum ‘Oranjerie’ in het centrum van Apeldoorn mogelijk. Het plangebied ligt ingeklemd tussen de Hoofdstraat, de Mariastraat, de Nieuwstraat en de Brinklaan. Het bestemmingsplan voorziet in de realisering van een nieuw stadspark en geclusterde bebouwing met detailhandel, 450 woningen, een hotel en overige centrumvoorzieningen, zoals horecavoorzieningen, maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening, cultuur en ontspanning, kleinschalige bedrijvigheid en sportvoorzieningen. [appellant] woont aan de [locatie]. Vanuit zijn woning heeft hij direct zicht op het plangebied. Het bestemmingsplan maakt meer bouwlagen en daarmee meer woningen in de bebouwing direct tegenover zijn appartement mogelijk dan dat er op grond van het voorheen geldende bestemmingsplan konden worden gerealiseerd. Ook kan de bebouwing op kortere afstand van zijn appartement worden gerealiseerd. [appellant] vreest dat zijn woon- en leefklimaat onevenredig wordt aangetast als gevolg van het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3586
Datum uitspraak
30 juli 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202405340/1/R4

202405912/1/R1

[appellant] heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de raad van 17 juli 2024, waarbij het bestemmingsplan "Purmerweg 46" is vastgesteld. In het plan wordt de bestemming voor het perceel aan de Purmerweg 46 gewijzigd van "Maatschappelijke voorzieningen" naar "Wonen" en "Tuin". Het voormalige GGD-gebouw zal worden gesloopt. Het plan maakt nieuwbouw mogelijk van minimaal 15 en maximaal 17 sociale huurwoningen. [appellant] komt hiertegen als omwonende in beroep en betoogt met name dat het plan leidt tot een aantasting van de cultuurhistorische waarden van het Rijksbeschermd stadsgezicht van Amsterdam-Noord.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3590
Datum uitspraak
30 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202405912/1/R1

202406230/1/A2

Bij besluit van 13 juli 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Limburg een aanvraag van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellant] woont aan de [locatie] in [woonplaats]. Hij heeft bij het college een aanvraag om een tegemoetkoming in schade als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening ingediend. Deze aanvraag houdt verband met het Provinciaal Inpassingsplan Buitenring Parkstad Limburg 2012 dat op 11 maart 2015 in werking is getreden. De schade bestaat volgens [appellant] uit waardevermindering per peildatum van zijn woning en het betreffende perceel. De onroerende zaak ligt op een afstand van ongeveer 400 meter van de inmiddels gerealiseerde Buitenring Parkstad Limburg. Het college heeft de aanvraag afgewezen en deze afwijzing in bezwaar gehandhaafd. De nog van belang zijnde reden hiervoor is volgens het college dat de waardevermindering van de onroerende zaak volledig onder het normale maatschappelijke risico valt, waarbij het college is uitgegaan van een drempel van 3% van de waarde van de onroerende zaak op de peildatum onder het oude planologische regime.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3552
Datum uitspraak
30 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202406230/1/A2

202406736/1/A3

Bij besluit van 5 oktober 2022 heeft de minister van Buitenlandse Zaken de aanvraag voor een paspoort van [appellant] niet in behandeling genomen. [appellant] heeft zijn hele leven gewerkt in Nederland en was in het bezit van zowel de Turkse als de Nederlandse nationaliteit. Na zijn werkzame leven is [appellant] teruggegaan naar Turkije waar hij sinds 24 juni 1996 woont. [appellant] heeft op 5 september 2022 een aanvraag gedaan voor een Nederlands paspoort. De minister heeft bij besluit van 5 oktober 2022 kenbaar gemaakt aan [appellant] dat hij deze aanvraag niet in behandeling heeft genomen nu [appellant] niet meer in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit. Tegen dit besluit heeft [appellant] op 29 oktober 2023 bezwaar gemaakt. De minister heeft dit bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat dit bezwaarschrift bijna één jaar na afloop van de bezwaartermijn, en dus niet tijdig, is ingediend. Niet gebleken is van bijzondere omstandigheden die leiden tot een verschoonbare termijnoverschrijding, aldus de minister.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3592
Datum uitspraak
30 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202406736/1/A3

202406786/1/A2

Bij besluit van 28 april 2023 heeft de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven aan [appellante] een uitkering van € 2.500,00 uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven toegekend. [appellante] heeft op 16 januari 2023 bij de CSG een uitkering uit het schadefonds aangevraagd. Daarbij heeft zij toegelicht dat zij slachtoffer is geworden van bedreiging met geweld. Het gaat om brandstichtingen op 22 november 2022 en op 27 november 2022 bij haar toenmalige woning. Zij heeft daaraan psychisch letsel overgehouden. De CSG heeft bij besluit van 28 april 2023, gehandhaafd bij besluit van 16 augustus 2024, een tegemoetkoming van € 2.500,00, behorend bij letselcategorie 2, toegekend. De CSG heeft het aannemelijk geacht dat [appellante] slachtoffer is geworden van de op 22 november 2022 opzettelijk gepleegde brandstichting. Omdat [appellante] in de nacht van 27 november 2022 niet aanwezig was in haar woning, was er geen direct levensgevaar of gevaar voor ernstig fysiek letsel, zodat deze brandstichting niet kan worden aangemerkt als een tegen haar opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3543
Datum uitspraak
30 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202406786/1/A2

202406936/1/A2

Bij besluit van 1 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leudal aan [appellant] een tegemoetkoming in planschade toegekend van € 4.350,00, te vermeerderen met wettelijke rente. [appellant] is sinds 5 mei 1982 eigenaar van een woning aan het [locatie] in Haelen. [appellant] verzoekt om een tegemoetkoming in planschade omdat zijn woning in waarde is gedaald als gevolg van de gewijzigde bestemming van het Landgoed Leudal. Het bestemmingsplan "Landgoed Leudal" heeft tot doel de camping aan de Roggelseweg 54 te Haelen om te vormen naar Landgoed Leudal, alwaar verblijfsaccommodaties zijn gebouwd ten behoeve van groepsverblijf, outdoor activiteiten en (zakelijke) trainingen. Het perceel van [appellant] grenst aan dit landgoed. Partijen zijn verdeeld over de vraag van welke planologische regimes moet worden uitgegaan bij de planvergelijking.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3584
Datum uitspraak
30 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202406936/1/A2

202406956/1/R1

Bij besluit van 24 september 2024 heeft de raad van de gemeente Schagen het bestemmingsplan "Muggenburg Zuid" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de realisatie van maximaal 750 woningen en een basisschool mogelijk in een agrarisch gebied in het zuiden van Schagen. Ook voorziet het plan in een nieuwe aansluiting op de provinciale weg N245. Ten noorden van het plangebied ligt de bestaande woonwijk Muggenburg. [appellant] woont aan de [locatie] in die wijk op een afstand van ongeveer 30 m van het plangebied. Hij stelt dat de uitvoering van het plan zijn woon- en leefklimaat schaadt, omdat de beoogde ontsluiting van het plangebied volgens hem leidt tot een toename van verkeer op de Zuiderweg. [appellant] betoogt dat het plan nadelige gevolgen heeft voor zijn woon- en leefklimaat. Hij stelt dat de beoogde enige ontsluiting van het plangebied zal leiden tot een onaanvaardbare toename van verkeer op de Zuiderweg. Dit is volgens [appellant] problematisch, omdat de Zuiderweg de enige ontsluitingsweg is vanuit de bestaande woonwijk Muggenburg waar hij woont.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3576
Datum uitspraak
30 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202406956/1/R1

202407851/1/A2

Bij besluit van 29 juli 2021 heeft het college van gedeputeerde staten van Fryslân het handhavingsverzoek van [appellant] in verband met de gestelde overtreding van artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming door de geiten- en rundveehouderij van zijn (over)buurman afgewezen. Bij besluit van 29 juli 2021 heeft het college het handhavingsverzoek van [appellant] afgewezen, omdat volgens het college concreet zicht op legalisatie bestaat. Het college heeft in dit kader uiteengezet dat inmiddels een ontwerpbesluit tot verlening van een natuurvergunning aan de geiten- en rundveehouderij ter inzage is gelegd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de door [appellant] ingeroepen norm kennelijk niet tot de bescherming van zijn belangen strekt, zodat het relativiteitsvereiste uit artikel 8:69a van de Algemene wet bestuursrecht er aan in de weg staat dat [appellant] zich in dit geval op die norm kan beroepen. Dit betekent dat de beroepsgronden van [appellant] niet tot vernietiging van het bestreden besluit kunnen leiden. De rechtbank heeft om die reden afgezien van een bespreking van die gronden en het beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3545
Datum uitspraak
30 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202407851/1/A2

202501708/1/A2

Bij besluit van 15 oktober 2024 heeft de examencommissie van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam de door [appellant] gemaakte opdracht Jurisprudentie- en Literatuuronderzoek van het vak Amsterdam Law Firm 2.1 wegens fraude ongeldig verklaard en hem uitgesloten van de eerste-kans tentamens van de vakken Goederenrecht en Europees recht. [appellant] volgt de bachelor Rechtsgeleerdheid aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam. Voor het vak Amsterdam Law Firm 2.1 moest hij in groepsverband de opdracht Jurisprudentie- en Literatuuronderzoek maken. De werkgroepdocent heeft geconstateerd dat de in de opdracht gebruikte bronnen 2 tot en met 5 niet bestaan. [appellant] heeft op navraag van de docent te kennen gegeven deze bronnen te hebben toegevoegd aan de lijst van de geannoteerde bibliografie. Nadat de docent [appellant] te kennen heeft gegeven dat zij de bronnen niet kon vinden, heeft hij later op de dag links naar alternatieve bronnen aangeleverd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3585
Datum uitspraak
30 juli 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202501708/1/A2

202502193/1/A2

Bij besluit van 12 november 2024 heeft de examencommissie van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam de door [appellante] gemaakte schrijfopdracht voor het vak Staats- en bestuursrecht in een samengestelde rechtsorde wegens fraude ongeldig verklaard en haar uitgesloten van alle tentamens voor de periode van 3 februari 2025 tot en met 17 juli 2025. Bij besluit van 8 april 2025 heeft het College van beroep voor de examens het door [appellante] hiertegen ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. [appellante] volgt de master Staats- en bestuursrecht aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam. Voor het vak Staats- en bestuursrecht in een samengestelde rechtsorde (hierna: het vak) heeft [appellante] een schrijfopdracht moeten maken. De examinator heeft geconstateerd dat in de schrijfopdracht bronnen zijn gebruikt die niet kloppen en die lijken te duiden op ongeoorloofd gebruik van kunstmatige intelligentie (hierna: AI). Daarom heeft de examinator op 30 oktober 2024 een melding van vermoeden van fraude bij de examencommissie gedaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3551
Datum uitspraak
30 juli 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202502193/1/A2

202502255/1/A2

Bij beslissing van 28 augustus 2024 heeft de examencommissie van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit Amsterdam het verzoek van [appellante] om een nieuwe tentamengelegenheid voor het vak Contractenrecht toegewezen. [appellante] volgt het doorstroomprogramma van de Vrije Universiteit Amsterdam en de Hogeschool van Amsterdam. Bij dit programma combineren studenten onderwijs van HBO-Rechten met het onderwijs op de VU, met als doel direct toelaatbaar te zijn tot de master Rechtsgeleerdheid van de VU. Een van de vakken van het doorstroomprogramma is het vak Contractenrecht; een vak dat wordt gegeven aan de VU. De examencommissie had in studiejaar 2023-2024 aangegeven dat studenten bij het tentamen van dat vak, afgenomen op 27 oktober 2023, enkel gebruik mochten maken van een digitale wettenbundel. Een medestudent had daartegen administratief beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3547
Datum uitspraak
30 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202502255/1/A2

202502922/1/A2

Bij beslissing van 28 februari 2025 heeft de Raad van Bestuur van het ROC van Amsterdam-Flevoland [appellant] per 1 maart 2025 verwijderd van de opleiding tot gespecialiseerd pedagogisch medewerker, niveau 4. [appellant] staat met ingang van 15 januari 2024 ingeschreven bij MBO College West (hierna: het MBO-college), onderdeel van het ROC Amsterdam-Flevoland voor de opleiding tot gespecialiseerd pedagogisch medewerker, niveau 4. Op 14 februari 2025 heeft zich op het terrein van het MBO-college een fysiek geweldsincident voorgedaan tussen [appellant] en een andere betrokkene (hierna: X). In verband met dit incident is [appellant] met ingang van 25 februari 2025 gedurende vier dagen geschorst. De Raad van Bestuur is daarna overgegaan tot de verwijdering van het MBO-college omdat het gedrag dat [appellant] tijdens het incident heeft vertoond niet past bij het volgen van de opleiding. [appellant] mag zich tevens gedurende een jaar niet opnieuw bij het MBO-college inschrijven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3575
Datum uitspraak
30 juli 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202502922/1/A2

202503489/1/R1

Bij besluit van 9 januari 2025 heeft het college vastgesteld dat sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging in de woonwijk De Bleekerij te Boekelo, dat spoedige sanering voor de clusters 1 tot en met 10 noodzakelijk is en ingestemd met een door projectgroep PFAS ten aanzien daarvan ingediend saneringsplan. [appellant A] en [appellant B] hebben beroep ingesteld tegen de weigering van het college om uitvoering te geven aan dit besluit. [appellant A] en [appellant B] hebben nadere stukken ingediend. Daarbij hebben zij alsnog ook beroep ingediend tegen het besluit van 9 januari 2025. De Afdeling heeft op 22 juli 2025 een regiezitting gehouden voor het geven van inlichtingen zoals bedoeld in artikel 8:44 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb), waar [appellant A] en [appellant B] en het college, vertegenwoordigd door mr. ing. M.G. Stienstra, R.H.J. Siers en A. Dijkmans, zijn verschenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3596
Datum uitspraak
30 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak202503489/1/R1

202302688/1/V2

Bij besluit van 13 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 20 april 2023 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. M. Spapens, advocaat in Haarlem, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3505
Datum uitspraak
29 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202302688/1/V2

202501568/1/V2

Bij besluit van 10 september 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3524
Datum uitspraak
29 juli 2025
  • Herziening
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501568/1/V2

202501738/1/V2

Bij besluit van 26 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3527
Datum uitspraak
29 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501738/1/V2

202502938/2/R3

Openbare zitting gehouden op 29 juli 2025 om 11:00 uur. Verschenen: [verzoeker]; het college van burgemeester en wethouders van Groningen, vertegenwoordigd door mr. G.J. Tingen en mr. H. Blokzijl; K. de Plaa h.o.d.n. Dirtpark Groningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3541
Datum uitspraak
29 juli 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Groningen
  • uitspraakin de zaak202502938/2/R3

202503744/1/V3

Bij besluiten van 26 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie. aanvragen van appellanten om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3526
Datum uitspraak
29 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503744/1/V3

202503805/2/V3

Bij besluit van 21 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen als kennelijk ongegrond.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3525
Datum uitspraak
29 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503805/2/V3

202504173/1/V2 en 202504173/2/V2

Bij besluit van 4 september 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3523
Datum uitspraak
29 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202504173/1/V2 en 202504173/2/V2

BRS.25.000341

Bij besluit van 19 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3491
Datum uitspraak
29 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000341

BRS.25.000390

Bij besluit van 24 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3495
Datum uitspraak
29 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000390

BRS.25.000438

Bij besluit van 6 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3493
Datum uitspraak
29 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000438

BRS.25.000457

Bij besluit van 27 augustus 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3492
Datum uitspraak
29 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000457

BRS.25.000487

Bij besluit van 26 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3500
Datum uitspraak
29 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000487

BRS.25.000594

Bij besluit van 19 december 2024 heeft de minister een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 14 mei 2025 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak. Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3499
Datum uitspraak
29 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000594

BRS.25.000606

Bij besluit van 9 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3497
Datum uitspraak
29 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000606

BRS.25.000618

Bij besluit van 24 december 2024 heeft de minister een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 20 mei 2025 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3498
Datum uitspraak
29 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000618

BRS.25.000707

Bij besluit van 18 september 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3496
Datum uitspraak
29 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000707

BRS.25.000850

Bij besluit van 2 juni 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3501
Datum uitspraak
29 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000850

BRS.25.000900 en BRS.25.000901

Bij besluit van 10 juni 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3522
Datum uitspraak
29 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000900 en BRS.25.000901

202402078/1/V1

Appellanten hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op aanvragen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij uitspraak van 6 maart 2024 heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen deze uitspraak hebben appellanten, vertegenwoordigd door mr. P.Th. van Alkemade, advocaat in 's-Hertogenbosch, hoger beroep ingesteld. Bij besluiten van 21 mei 2025 en 22 mei 2025 heeft de minister de aanvragen van appellanten afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3511
Datum uitspraak
28 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202402078/1/V1

202402616/1/V1

Bij besluit van 3 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 4 april 2024 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak. Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3510
Datum uitspraak
28 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202402616/1/V1

202403443/1/V3

Bij besluit van 21 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid appellant een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. Bij uitspraak van 4 juni 2024 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. H. Loth, advocaat in Amsterdam, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3508
Datum uitspraak
28 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202403443/1/V3

202407300/1/V3

Bij besluit van 5 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een inreisverbod tegen appellant uitgevaardigd. Bij uitspraak van 7 november 2024 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. S.C. van Paridon, advocaat in Rotterdam, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3519
Datum uitspraak
28 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202407300/1/V3

202407329/1/V2

Bij besluit van 20 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 28 november 2024 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak. Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3515
Datum uitspraak
28 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407329/1/V2

202407642/1/V2

Bij besluit van 12 november 2024 heeft de minister een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 13 december 2024 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak. Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld. Betrokkene, vertegenwoordigd door mr. C.T.W. van Dijk, advocaat in Utrecht, heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3514
Datum uitspraak
28 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407642/1/V2

202407668/1/V2

Bij besluit van 26 augustus 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 13 december 2024 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak. Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3513
Datum uitspraak
28 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407668/1/V2

202500848/1/V2

Bij besluit van 31 juli 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 5 februari 2025 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3506
Datum uitspraak
28 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500848/1/V2

202503272/1/V2

Bij besluit van 19 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 14 mei 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. M. Grigorjan, advocaat in 's-Hertogenbosch, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3507
Datum uitspraak
28 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503272/1/V2

202503812/1/V3

Bij besluit van 13 juni 2025 heeft de minister appellant in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 1 juli 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. J. Ruijs, advocaat in Amsterdam, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3518
Datum uitspraak
28 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202503812/1/V3

202503955/1/V2

Bij besluit van 28 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een inreisverbod tegen appellant uitgevaardigd. Bij uitspraak van 12 juli 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door D.J. Groenwold, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3512
Datum uitspraak
28 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202503955/1/V2

202503974/1/V3 en 202503974/2/V3

Bij besluit van 2 april 2025 heeft de minister een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 4 juli 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. G. Ocak, advocaat in Utrecht, hoger beroep ingesteld. Ook heeft zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3517
Datum uitspraak
28 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503974/1/V3 en 202503974/2/V3

202503975/1/V3 en 202503975/2/V3

Bij besluit van 2 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 4 juli 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. G. Ocak, advocaat in Utrecht, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3520
Datum uitspraak
28 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503975/1/V3 en 202503975/2/V3

202504012/1/V2 en 202504012/2/V2

Bij besluit van 4 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3516
Datum uitspraak
28 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202504012/1/V2 en 202504012/2/V2

202504049/1/V2 en 202504049/2/V2

Bij besluit van 21 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3509
Datum uitspraak
28 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202504049/1/V2 en 202504049/2/V2

BRS.25.000598

Bij besluit van 18 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3468
Datum uitspraak
28 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000598

BRS.25.000607

Bij besluiten van 10 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie aanvragen van betrokkenen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3476
Datum uitspraak
28 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000607

202306333/1/V1

Bij besluit van 1 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om betrokkene een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 31 maart 2023, aangevuld op 8 augustus 2023, heeft de staatssecretaris het daartegen door betrokkene gemaakte bezwaar opnieuw ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 12 september 2023 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 31 maart 2023 vernietigd en de staatssecretaris opgedragen om een nieuw besluit op het bezwaar te nemen met inachtneming van deze uitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3483
Datum uitspraak
25 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202306333/1/V1

202400415/1/V3

Bij besluit van 15 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 25 oktober 2022 heeft de staatssecretaris het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 21 december 2023 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. B. Aydin, advocaat in Amsterdam, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3484
Datum uitspraak
25 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202400415/1/V3

202402209/1/V3

Bij besluit van 5 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 6 juni 2023 heeft de staatssecretaris het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 13 maart 2024 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3485
Datum uitspraak
25 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202402209/1/V3

202402769/1/V3

Bij besluit van 9 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 10 januari 2023 heeft de staatssecretaris het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 4 april 2024 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3486
Datum uitspraak
25 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202402769/1/V3

202407471/1/V1

Referent, vertegenwoordigd door mr. T.M. van der Wal, advocaat in Heerenveen, heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, van 11 december 2024 in zaak nr. NL24.41011.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3490
Datum uitspraak
25 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202407471/1/V1

202407473/1/V1

Referent, vertegenwoordigd door mr. T.M. van der Wal, advocaat in Heerenveen, heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, van 21 november 2024 in zaak nr. NL24.36208. De minister van Asiel en Migratie heeft een nader stuk ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3487
Datum uitspraak
25 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202407473/1/V1

202407497/1/V2

Bij besluit van 3 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 5 december 2024 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. P.L.M. Stieger, advocaat in 's-Hertogenbosch, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3488
Datum uitspraak
25 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407497/1/V2

202407870/1/V3

Bij uitspraak van 17 december 2024 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, de opheffing van de maatregel van bewaring met ingang van die dag bevolen en schadevergoeding toegekend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3939
Datum uitspraak
25 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407870/1/V3

202503081/1/V2 en 202503081/2/V2

Bij besluit van 8 januari 2025 heeft de minister een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 23 mei 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. V.M. Oliana, advocaat in Amsterdam, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3502
Datum uitspraak
25 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503081/1/V2 en 202503081/2/V2

202503540/2/V3

Bij besluit van 16 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 16 juni 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3503
Datum uitspraak
25 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503540/2/V3

202503984/1/V2 en 202503984/2/V2

Bij besluit van 3 december 2024 heeft de minister een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 10 juli 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. D.H. Yabasun, advocaat in Amsterdam, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3489
Datum uitspraak
25 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503984/1/V2 en 202503984/2/V2

BRS.24.000373

Bij besluit van 8 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3442
Datum uitspraak
25 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000373

BRS.25.000466

Bij besluit van 22 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3452
Datum uitspraak
25 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000466

BRS.25.000635

Bij besluit van 18 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3451
Datum uitspraak
25 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000635

BRS.25.000675

Bij besluit van 4 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3450
Datum uitspraak
25 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000675

BRS.25.000733

Bij besluit van 10 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3454
Datum uitspraak
25 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000733

202303261/2/A3

De minister van Justitie en Veiligheid heeft de vertrouwelijke versie van gedingstukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken. De minister heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van het stuk kennis zal nemen. Die redenen zijn volgens de minister de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van personen die worden genoemd in de stukken en het voorkomen van onevenredige benadeling van die personen. Ook het belang van opsporing en vervolging en het belang van de veiligheid van de staat zijn redenen voor de beperkte kennisneming van de stukken, aldus de minister.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3458
Datum uitspraak
25 juli 2025
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202303261/2/A3

202304211/1/V3

Bij besluit van 14 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 6 juni 2023 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak. Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3465
Datum uitspraak
24 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202304211/1/V3

202307383/2/V1

Bij besluit van 8 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om betrokkene een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 3 juni 2021, waarvan hij de motivering heeft aangevuld op 28 december 2022, heeft de staatssecretaris het daartegen door betrokkene gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 2 november 2023 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris binnen acht weken na de dag van verzending van de uitspraak een nieuw besluit op het gemaakte bezwaar neemt met inachtneming van de uitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3471
Datum uitspraak
24 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202307383/2/V1

202405316/1/V3

Bij besluit van 30 december 2022 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3358
Datum uitspraak
24 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202405316/1/V3

202500850/1/V2

Bij besluit van 25 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 5 februari 2025 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak. Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3463
Datum uitspraak
24 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500850/1/V2

202501545/4/A3

Bij besluit van 25 juni 2024 heeft de burgemeester van Apeldoorn de aan [verzoeker sub 2] verleende gedoogverklaring voor de verkoop van softdrugs in [coffeeshop] en de vergunning voor het bedrijfsmatig verstrekken van alcoholvrije dranken in een openbare inrichting, ingetrokken. [verzoeker sub 2] exploiteert [coffeeshop] in Apeldoorn. Hiervoor beschikte hij over een gedoogverklaring en een vergunning alcoholvrij bedrijf. De burgemeester heeft besloten de gedoogverklaring en vergunning in te trekken. Tevens heeft de burgemeester de door [verzoeker sub 2] gevraagde wijzigingen van de gedoogverklaring en de vergunning alcoholvrij bedrijf in verband met een wijziging in de leidinggevenden van de coffeeshop afgewezen en de aanvraag om een nieuwe gedoogverklaring afgewezen. [verzoeker sub 2] heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling verzocht om een voorlopige voorziening te treffen waardoor de coffeeshop weer open kan totdat in hoger beroep over de gedoogverklaring en vergunning alcoholvrij bedrijf is beslist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3378
Datum uitspraak
24 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Drank en horeca
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202501545/4/A3

202501712/1/V2

Bij besluit van 21 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3462
Datum uitspraak
24 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501712/1/V2

202502349/1/V3

Bij besluit van 16 januari 2025 heeft de minister een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 17 april 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. A. Jhingoer, advocaat in Rotterdam, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3472
Datum uitspraak
24 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502349/1/V3

202502543/1/V2

Bij besluit van 10 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen opnieuw afgewezen en ambtshalve geweigerd hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen. Bij uitspraak van 2 april 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. S.A.S. Jansen, advocaat in Apeldoorn, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3469
Datum uitspraak
24 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502543/1/V2

202502685/2/A3

Bij besluit van 26 juli 2023 heeft de burgemeester van Rotterdam de aanvraag van De Zeebries om een exploitatievergunning en een alcoholwetvergunning voor een horeca-inrichting op het strandperceel Zeekant 111 in Hoek van Holland, afgewezen. De Zeebries huurde sinds 2009 het strandperceel Zeekant 111 in Hoek van Holland van de gemeente Rotterdam. De Zeebries exploiteerde daar met vergunning een horecabedrijf. [werknemer], werknemer bij De Zeebries had de wens om de exploitatie van het horecabedrijf over te nemen en voort te zetten, waarover beide partijen contact hebben gehad met de gebiedsadviseur horeca bij de gemeente Rotterdam. Op 31 mei 2023 heeft [werknemer] namens De Zeebries een aanvraag voor een exploitatievergunning ingediend. De burgemeester heeft de aanvraag om een exploitatievergunning afgewezen, omdat [werknemer] geen beschikking heeft over het strandperceel. De Zeebries heeft de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen waardoor zij wordt behandeld als ware de door haar gevraagde exploitatievergunning verleend, zodat de exploitatie hervat kan worden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3459
Datum uitspraak
24 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Drank en horeca
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202502685/2/A3

202503192/2/A3

Bij besluit van 24 augustus 2023 heeft de burgemeester van Tilburg aan De Baron een exploitatievergunning en een alcoholwetvergunning voor een horeca-inrichting aan de Schoorstraat 37 te Udenhout verleend. De burgemeester heeft aan De Baron een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 38 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Tilburg en een alcoholwetvergunning als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet te verleend voor een horeca-inrichting op het adres Schoorstraat 37 te Udenhout. Daar was tot 2023 Brasserie De Kat gevestigd. De exploitatievergunning is verleend voor een brasserie/restaurant van 90 m2 met twee terrassen: een terras van 185 m2 aan de voor- en zijkant en een terras van 115 m2 aan de achterkant, grenzend aan het tuinpad. Ook een speeltuin van 200 m2 hoort bij deze horeca-inrichting. De omwonenden hebben bezwaren tegen de exploitatievergunning omdat zij overlast ervaren van de horeca-inrichting. De rechtbank heeft het beroep van de omwonenden gegrond verklaard. Volgens de rechtbank heeft de burgemeester niet het juiste gewicht heeft toegekend aan de belangen van de omwonenden in het kader van de afweging die hij op grond van artikel 41, tweede en derde lid, van de APV moet maken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3460
Datum uitspraak
24 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Drank en horeca
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202503192/2/A3

202503319/1/V3

Bij brief van 4 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in kennis gesteld van haar besluit om de overdrachtstermijn met twaalf maanden te verlengen (hierna: het verlengingsbesluit).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3357
Datum uitspraak
24 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202503319/1/V3

202503480/2/V3

Bij besluit van 20 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 17 juni 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3466
Datum uitspraak
24 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503480/2/V3

202503860/2/V2

Bij besluit van 2 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 30 juni 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3464
Datum uitspraak
24 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503860/2/V2

202504061/2/A3

Het verzoek richt zich tegen de uitspraak van 18 juni 2025 van de rechtbank Amsterdam. De minister van Justitie en Veiligheid heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat de minister van Justitie en Veiligheid uiterlijk binnen tien weken gevolg moet geven aan de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 18 juni 2025 in zaak nr. 23/2050, door opnieuw op het bezwaar van [wederpartij] te beslissen en bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat de minister van Justitie en Veiligheid het advies niet feitelijk openbaar hoeft te maken voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3478
Datum uitspraak
24 juli 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202504061/2/A3

202504132/2/V2

Bij besluit van 22 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 14 juli 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Verzoeker heeft nadere stukken ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3473
Datum uitspraak
24 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202504132/2/V2

202504207/2/V1

Bij besluit van 17 april 2025 heeft de minister een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 16 juli 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3504
Datum uitspraak
24 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202504207/2/V1

BRS.25.000781

Bij besluit van 21 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3351
Datum uitspraak
24 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000781

BRS.25.000818

Bij besluit van 20 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3349
Datum uitspraak
24 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000818

202303321/1/A2

de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (nu: de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp). Openbare zitting gehouden op 24 juli 2025 om 10:30 uur.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3611
Datum uitspraak
24 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Mondelinge uitspraak
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202303321/1/A2

202304744/1/V1

Uitspraak op het verzoek van verzoeker om om proceskostenveroordeling in geval van intrekking van het hoger beroep (artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht; hierna: de Awb).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3362
Datum uitspraak
23 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202304744/1/V1

202404254/1/A2 en 202404254/2/A2

Bij besluit van 16 februari 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen een aanvraag van [appellante] om een urgentieverklaring voor een woning afgewezen. Op 25 november 2022 heeft [appellante] op grond van artikel 11a, eerste lid, van de Huisvestingsverordening Bergen 2019 (de verordening) een urgentieverklaring aangevraagd in verband met hypothyreoïdie en hyperreactiviteitsklachten waardoor zij slecht tegen luchtvochtigheid kan, terwijl haar woning volgens haar een vochtprobleem heeft. Het college heeft zich in het besluit van 16 februari 2023, aangevuld in het besluit op bezwaar van 13 juni 2023, op het standpunt gesteld dat de door [appellante] geschetste woonomstandigheden geen grond bieden om haar een urgentieverklaring te geven. Verder heeft [appellante] niet of onvoldoende wegen en procedures benut om het door haar gestelde woonprobleem op te kunnen lossen. Bovendien heeft zij niet aangetoond dat zij niet zelf in staat is binnen zes maanden andere passende woonruimte te vinden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3281
Datum uitspraak
23 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202404254/1/A2 en 202404254/2/A2

202405851/1/V2

Bij besluit van 24 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3363
Datum uitspraak
23 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202405851/1/V2

202406568/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3371
Datum uitspraak
23 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406568/1/V1

202500314/1/V2

Bij besluit van 24 oktober 2024, aangevuld bij besluit van 29 oktober 2024, heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3366
Datum uitspraak
23 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500314/1/V2

202500855/1/V2

Bij besluit van 22 juli 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3364
Datum uitspraak
23 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500855/1/V2

202501093/1/V2

Bij besluit van 23 juli 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3373
Datum uitspraak
23 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501093/1/V2

202501179/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3365
Datum uitspraak
23 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501179/1/V1

202501516/1/V2

Bij besluit van 9 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3372
Datum uitspraak
23 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501516/1/V2

202501542/1/V3

Bij besluit van 13 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 10 maart 2025 heeft de rechtbank het met een kennisgeving vanwege de minister tegen het voortduren van de bewaring aanhangig gemaakte beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. A. Habib-Portier, advocaat in Oss, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3374
Datum uitspraak
23 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501542/1/V3

202501619/1/V2

Bij besluit van 14 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3361
Datum uitspraak
23 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501619/1/V2
vorige pagina1...141516...1.214volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon