Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.352
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202401884/1/A2

Bij besluit van 23 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Vught een verzoek van [appellant] om een verkeersbesluit te nemen afgewezen. [appellant] is bewoner en eigenaar van de woning aan de [locatie] in Vught. Bij brief van 19 januari 2021 heeft hij het college verzocht om een verkeersbesluit te nemen ten behoeve van het verwijderen van twee verkeerspaaltjes aan de noordzijde van de Groenewouddreef en het plaatsen van een vast verkeerspaaltje ten zuiden van de kruising tussen de Groenewouddreef en het Cromvoirtsepad. [appellant] doet een beroep op het vertrouwensbeginsel onder verwijzing naar een besluit van 5 oktober 2017. Uit dat besluit blijkt van een toezegging van het college dat de Groenewouddreef ter hoogte van de N65 een fysieke afsluiting krijgt. Volgens [appellant] is de weigering om het gevraagde verkeersbesluit te nemen in strijd met deze toezegging.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2445
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202401884/1/A2

202402354/1/A2

Bij besluit van 3 augustus 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de Karperdaal en de Steurendaal in Den Haag aangewezen als (woon-)erf (hierna: het verkeersbesluit), met daarbij een parkeerregeling voor de duur van twee jaar waarbij parkeren voor de eigen garage of berging onder voorwaarden is toegestaan (hierna: de pilot). Het college heeft het uit oogpunt van de verkeersveiligheid wenselijk geacht de Karperdaal en de Steurendaal aan te wijzen als (woon-)erf. Op grond van artikel 46 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990) mag op een erf alleen worden geparkeerd op de daarvoor aangegeven plaatsen. Het college heeft die plaatsen aangeduid met een P-tegel in het wegdek. Daarnaast heeft het college het door middel van de pilot voor de bewoners van de Karperdaal en de Steurendaal mogelijk gemaakt om te parkeren voor de ingang van de eigen garage/berging. Die plaatsen zijn aangeduid met een wit steentje.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2435
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202402354/1/A2

202402355/1/A2

Bij besluit van 3 augustus 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de Karperdaal en de Steurendaal in Den Haag aangewezen als (woon-)erf (hierna: het verkeersbesluit), met daarbij een parkeerregeling voor de duur van twee jaar waarbij parkeren voor de eigen garage of berging onder voorwaarden is toegestaan (hierna: de pilot). Het college heeft het uit oogpunt van de verkeersveiligheid wenselijk geacht de Karperdaal en de Steurendaal aan te wijzen als (woon-)erf. Op grond van artikel 46 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990) mag op een erf alleen worden geparkeerd op de daarvoor aangegeven plaatsen. Het college heeft die plaatsen aangeduid met een P-tegel in het wegdek. Daarnaast heeft het college het door middel van de pilot voor de bewoners van de Karperdaal en de Steurendaal mogelijk gemaakt om te parkeren voor de ingang van de eigen garage/berging. Die plaatsen zijn aangeduid met een wit steentje.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2434
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202402355/1/A2

202402382/1/R3

Bij besluit van 30 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westland aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het oprichten van een schuur met overkapping op de [locatie] te Honselersdijk. De omgevingsvergunning maakt de bouw van een tijdelijke schuur met overkapping op het perceel van [vergunninghouder] mogelijk in afwijking van het bestemmingsplan. [appellant] woont naast dit perceel. De schuur was al op het perceel aanwezig voordat de omgevingsvergunning werd verleend. Voorafgaand aan de afgifte van de omgevingsvergunning heeft [appellant] een handhavingsverzoek gedaan vanwege de aanwezigheid van de toentertijd illegale schuur. Dit heeft geleid tot de oplegging van een last onder dwangsom aan [vergunninghouder] en een invorderingsbeschikking. Nadien heeft [vergunninghouder] ter legalisatie een omgevingsvergunning aangevraagd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2469
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202402382/1/R3

202402488/1/A2

Bij besluit van 3 augustus 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de Karperdaal en de Steurendaal in Den Haag aangewezen als (woon-)erf (hierna: het verkeersbesluit), met daarbij een parkeerregeling voor de duur van twee jaar waarbij parkeren voor de eigen garage of berging onder voorwaarden is toegestaan (hierna: de pilot). Het college heeft het uit oogpunt van de verkeersveiligheid wenselijk geacht de Karperdaal en de Steurendaal aan te wijzen als (woon-)erf. Op grond van artikel 46 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990) mag op een erf alleen worden geparkeerd op de daarvoor aangegeven plaatsen. Het college heeft die plaatsen aangeduid met een P-tegel in het wegdek. Daarnaast heeft het college het door middel van de pilot voor de bewoners van de Karperdaal en de Steurendaal mogelijk gemaakt om te parkeren voor de ingang van de eigen garage/berging. Die plaatsen zijn aangeduid met een wit steentje.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2433
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202402488/1/A2

202402550/1/A2

Bij besluit van 15 november 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een aanvraag van [appellante] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellante] heeft een urgentieverklaring aangevraagd, omdat zij met haar vier kinderen in de tweekamerwoning van haar zus verblijft en haar zus heeft laten weten dat zij daar niet langer kunnen verblijven. Het college heeft de aanvraag afgewezen wegens het van toepassing zijn van twee algemene weigeringsgronden. Inwoning en een voor het huishouden te kleine woning worden namelijk op grond van artikel 2.6.5, eerste lid en onder b, van de Huisvestingsverordening en paragraaf 3, onder ad b) punt 2 en 5, van de Nadere Regels Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 niet als een urgent huisvestingsprobleem aangemerkt. Verder voldoet [appellante] niet aan de in artikel 2.6.5, eerste lid en onder i, van de Huisvestingsverordening gestelde voorwaarde, omdat zij voorafgaand aan de aanvraag nog geen twee jaar in Amsterdam woonde. Ook heeft het college geen aanleiding gezien om een urgentieverklaring te verlenen op grond van de hardheidsclausule.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2427
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202402550/1/A2

202404020/1/V6

Bij besluit van 3 september 2021 heeft de staatssecretaris een verzoek van [appellant] om hem het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. [appellant] heeft de staatssecretaris op 1 december 2020 verzocht om hem het Nederlanderschap te verlenen. De staatssecretaris heeft het verzoek afgewezen op grond van artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Rijkswet op het Nederlanderschap (hierna: de RWN), omdat ernstige vermoedens bestaan dat [appellant] een gevaar vormt voor de openbare orde. De reden hiervoor is dat de politierechter hem op 6 april 2020 heeft veroordeeld tot het betalen van een geldboete van € 850,00 voor handelen in strijd met artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: de WVW). De zogenoemde rehabilitatietermijn van vijf jaar, als bedoeld in de Handleiding RWN, paragraaf 5 van het beleid voor artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, van de RWN was ten tijde van het verzoek nog niet verstreken. Volgens de staatssecretaris doen zich geen bijzondere omstandigheden voor die maken dat hij in afwijking van het beleid in de Handleiding RWN het Nederlanderschap aan [appellant] zou moeten verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2452
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202404020/1/V6

202405302/1/V6

Bij besluit van 24 april 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van [appellante] om haar het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. [appellante] stelt afkomstig te zijn uit de Democratische Republiek Congo en geboren te zijn op [geboortedatum] 1967. Zij is sinds maart 2000 in Nederland. [appellante] heeft een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd in het kader van de Regeling afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 10 februari 2023 een voornemen tot afwijzing van het verzoek uitgebracht. Hij heeft toegelicht dat in een eerdere door [appellante] gevoerde asielprocedure onderzoek is verricht naar de door haar verstrekte gegevens. In deze procedure is uit een individueel ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken van 4 januari 2001 (hierna: het individueel ambtsbericht) gebleken dat [appellante] niet bekend is op het door haar opgegeven Congolese adres. Ook het door [appellante] doorgegeven Congolese adres van haar werk bleek niet te kloppen. Daar komt bij dat haar familie in Kinshasa haar heeft geïdentificeerd als ‘[naam]’. Dit heeft geleid tot twijfels bij de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de identiteit en nationaliteit van [appellante].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2453
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202405302/1/V6

202405637/1/A2

Bij besluit van 13 juli 2023 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand een aan [appellant] toegekende vergoeding voor het verlenen van rechtsbijstand ingetrokken. Op 6 juli 2022 heeft [appellant] het bestuur van de raad voor rechtsbijstand verzocht om afgifte van een toevoeging voor rechtsbijstand aan een rechtzoekende voor het maken van bezwaar tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Katwijk van 17 juni 2022, waarbij het college aan de rechtzoekende een persoonsgebonden budget voor 7 uur begeleiding per week heeft toegekend voor de periode van 1 juli 2022 tot en met 31 juli 2022. Bij besluit van 27 juli 2022 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand de toevoeging verleend onder kenmerk 3LQ2104. Bij besluit van 10 december 2022 heeft de raad aan [appellant] een vergoeding voor de in de procedure 3LQ2104 verrichte werkzaamheden toegekend ter hoogte van € 1.170,17.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2428
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202405637/1/A2

202406828/1/A2

Bij besluit van 18 augustus 2023 heeft het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen het rijbewijs van [appellant] met ingang van 25 augustus 2023 ongeldig verklaard. Voor de voorgeschiedenis van deze zaak verwijst de Afdeling naar de uitspraak van vandaag in zaak nr. 202306872/1/A2. In die uitspraak is geoordeeld dat het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen aan [appellant] een onderzoek naar zijn drugsgebruik mocht opleggen en dat het sepot in de strafzaak niet tot een ander oordeel leidt. Het CBR heeft het rijbewijs van [appellant] ongeldig verklaard omdat in twee psychiatrische onderzoeken naar zijn drugsgebruik, uitgevoerd op 13 januari 2023 en 21 juli 2023, de diagnose drugsmisbruik is gesteld. Volgens paragraaf 8.8 van de bijlage bij de Regeling eisen geschiktheid 2000 moet het CBR het rijbewijs in dat geval ongeldig verklaren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2441
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202406828/1/A2

202407114/1/A2

Bij uitspraak van 5 juni 2024,ECLI:NL:RVS:2024:2328, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak het beroep van Digeketen tegen het besluit van het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant van 24 januari 2023 ongegrond verklaard. Digeketen heeft bij het college een subsidieaanvraag ingediend. Het college heeft die aanvraag afgewezen en die afwijzing in bezwaar gehandhaafd. Het beroep daartegen heeft de rechtbank ongegrond verklaard. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft bij uitspraak van 3 november 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2439, het besluit op bezwaar van het college vernietigd, omdat het advies van de adviescommissie onzorgvuldig tot stand was gekomen. Het college heeft daarna op 24 januari 2023 een nieuw besluit op bezwaar genomen. Tegen dat besluit heeft Digeketen beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak ingesteld. Bij uitspraak van 5 juni 2024, waarvan Digeketen nu om herziening verzoekt, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak dat beroep ongegrond verklaard. Digeketen heeft verzocht om herziening van de uitspraak van 5 juni 2024, omdat de Afdeling niet alle stukken heeft betrokken bij de beoordeling en dat zij nagelaten heeft zelf nader onderzoek te doen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2455
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Herziening
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202407114/1/A2

202407351/1/A2

Bij beslissing van 8 februari 2024 hebben de examinatoren het afstudeerproject van [appellant] met een ‘NVD’ beoordeeld. Bij beslissing van 4 november 2024 heeft het college van beroep voor de examens van Zuyd Hogeschool het door [appellant] daartegen ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. [appellant] is op 1 maart 2023 begonnen aan zijn afstudeerproject voor de bacheloropleiding HBO-ICT. Dit afstudeerproject is een 20 weken durend onderdeel van het vierde jaar van de studie, waarvoor 30 ECTS kunnen worden verkregen. Het blok waarbinnen het afstuderen ingeroosterd was, begon formeel enkele weken later. Aanleiding voor [appellant]’ vroege start was een deadline bij het stagebedrijf, die op 20 april 2023 stond ingepland. De startdatum voor de afstudeerprojecten was formeel 24 april 2023, dus na die deadline. [appellant] is zonder officiële toestemming van de opleiding aan zijn afstudeerproject begonnen. Wel heeft hij contact gezocht met de docentbegeleider en op 30 mei 2023 alsnog een officiële ‘GO’ voor zijn afstudeerproject gekregen. Bij het eerste inlevermoment in november 2023 was zijn afstudeerproject dusdanig onvoldoende dat het niet beoordeeld werd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2474
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202407351/1/A2

202408092/1/A2

Bij beslissing van 30 juli 2024 heeft de examencommissie de verzoeken van [appellant] om een extra herkansing van het tentamen voor het vak Applied Econometrics for Business (hierna: AEB) en het vak Investment and Portfolio Theory 2 afgewezen. [appellant] zit in het laatste jaar van de bachelor Business Administration van de faculteit Economie & Bedrijfskunde van de Universiteit van Amsterdam. Op 9 juli 2024 heeft zij deelgenomen aan het hertentamen van het vak IPT 2. De examinator van het vak heeft dit hertentamen beoordeeld met een 4,5. Op 12 juli 2024 heeft zij deelgenomen aan het hertentamen van het vak AEB. De examinator heeft dit hertentamen beoordeeld met een 2,5. Dat cijfer is later aangepast naar een 3,0. Om de vakken af te ronden, moet zij minimaal een 5,0 halen. [appellant] heeft voor beide vakken om een extra herkansing gevraagd. [appellant] betoogt dat zij geen eerlijke kans heeft gekregen om het vak AEB af te ronden. Zij vindt dat zij om deze reden een extra herkansing voor het vak AEB had moeten krijgen en dat het - nu nog openstaande - vak AEB voor de toekenning van het verzochte extra hertentamen voor het vak ITP 2 daarom niet zou mogen meetellen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2459
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202408092/1/A2

202500010/1/A2

Bij beslissing van 13 juni 2024 hebben de examinatoren van de bacheloropleiding Werktuigbouwkunde Duaal het afstudeerproject van [appellant] met een ‘NVD’ beoordeeld. Bij beslissing van 19 november 2024 heeft het college van beroep voor de examens van De Haagse Hogeschool het hiertegen door [appellant] ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. [appellant] is in augustus 2023 begonnen aan zijn afstudeerproject voor de bacheloropleiding Werktuigbouwkunde Duaal. Het afstuderen bestaat uit drie onderdelen: de afstudeerscriptie, de scriptieverdediging en het praktisch werk. De scriptie bestaat weer uit vijf subonderdelen die om te kunnen afstuderen gemiddeld met een 5,5 moeten worden beoordeeld. De eerste versie van de scriptie hebben de examinatoren met een onvoldoende beoordeeld. [appellant] heeft feedback gekregen en een gesprek met de begeleider over die feedback gehad. [appellant] heeft de feedback verwerkt, extra aandacht aan schrijfvaardigheid besteed en een aantal gesprekken met een andere docent gevoerd. Hij heeft zijn herkansing op 17 mei 2024 ingeleverd. De examinatoren hebben de herkansing met een onvoldoende beoordeeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2475
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202500010/1/A2

202501271/1/A2

Bij beslissing van de examencommissie van 2 juli 2024 heeft een docent van het vak Consumer Insights van de bacheloropleiding Commerciële economie de herkansing van de adviespresentatie van [appellant] voor dat vak met een 5,2 herbeoordeeld. [appellant] heeft in januari 2024 het vak Consumer Insights gevolgd. Het vak bestaat uit verschillende toetsonderdelen, waaronder een adviespresentatie. De adviespresentatie van [appellant] is met een 4,7 beoordeeld en de aangepaste adviespresentatie in de herkansing met een 5,2. [appellant] heeft administratief beroep ingesteld tegen de beoordeling van de herkansing van 5 april 2024. Het college heeft [appellant] en de examencommissie een termijn gesteld om de mogelijkheid van een schikking te onderzoeken. De examencommissie heeft aan [appellant] twee routes voorgesteld. Route 1 bestaat uit het nogmaals laten beoordelen van de herkansing door een onafhankelijk examinator onder de voorwaarde dat [appellant] zijn administratief beroep tegen de beslissing van 5 april 2024 intrekt. Mocht hij het niet eens zijn met de herbeoordeling, dan kan hij vervolgens opnieuw administratief beroep instellen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2442
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202501271/1/A2

202501533/1/A2

Bij beslissing van 1 oktober 2024 heeft de examencommissie van de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences het verzoek van [appellante] om toepassing van de compensatieregeling Bachelor-2 van Bijlage II van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2021-2022 afgewezen. [appellante] volgt de bacheloropleiding Psychologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zij heeft op 30 augustus 2024 de examencommissie verzocht om de compensatieregeling toe te passen op het vak ‘Psychometrics: An Introduction’. De compensatieregeling houdt in dat binnen een kenniscluster of vaardighedencluster aan vakken bij een clustergemiddelde van een 6.0, onvoldoende cijfers van minimaal een 4.0 kunnen worden gecompenseerd. De compensatieregeling is als onderdeel van een curriculum-wijziging per 1 september 2022 afgeschaft. Onder de nieuwe regeling dienen studenten voor elk vak afzonderlijk minimaal een voldoende (5,5) te halen. [appellante] heeft zeven pogingen gedaan, maar het is haar niet gelukt om voor het vak Psychometrics een cijfer van minimaal een 5,5 te halen. Het vak Psychometrics is het enige vak dat zij nog dient te halen om haar bachelor Psychologie af te ronden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2440
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202501533/1/A2

202502172/2/A2

[appellant] heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van 2 april 2025, op het door hem gemaakte bezwaar tegen het besluit van het college van 29 november 2024. Het college heeft de vertrouwelijke versies van een aantal gedingstukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken. [appellant] vindt beperking van de kennisneming van de stukken niet gerechtvaardigd, omdat daarmee zijn recht op een gelijke proceskans wordt beperkt terwijl daar volgens hem geen gewichtige redenen voor zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2483
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202502172/2/A2

202502492/1/V3 en 202502492/2/V3

Bij besluit van 12 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2419
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202502492/1/V3 en 202502492/2/V3

202304845/1/V2

Bij besluit van 26 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen om betrokkenen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2408
Datum uitspraak
27 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202304845/1/V2

202407016/3/V1

Bij besluiten van 22 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van verzoekers om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2407
Datum uitspraak
27 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407016/3/V1

202407137/1/V1

Bij besluit van 8 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om appellanten een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2409
Datum uitspraak
27 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202407137/1/V1

202500167/1/V3

Bij besluit van 23 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2397
Datum uitspraak
27 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500167/1/V3

202500169/1/V3

Bij besluit van 24 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2398
Datum uitspraak
27 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500169/1/V3

202500189/1/V3

Bij uitspraak van januari 2025 heeft de rechtbank het tegen het voortduren van de maatregel door betrokkene ingestelde beroep, voor zover gericht tegen de tenuitvoerlegging van de maatregel, gegrond verklaard en voor het overige ongegrond en de minister opgedragen betrokkene schadeloos te stellen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2399
Datum uitspraak
27 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500189/1/V3

202500308/2/R4

Bij besluit van 26 november 2024 heeft de raad van de gemeenteraad van Lopik het bestemmingsplan "BP Woningbouwlocatie Zeldenrust, Benschop" vastgesteld. Het plangebied bevindt zich aan de noordzijde van de kern Benschop. Het plan maakt de ontwikkeling van 13 appartementen en 29 woningen mogelijk. Het plangebied wordt ontsloten op de weg het Dorp. Ten westen van de percelen waar de woningen zijn voorzien bevindt zich een kerk met naastgelegen agrarische gronden die als parkeerplaats voor de kerk worden gebruikt. Met het plan wordt dit parkeerterrein positief bestemd. [verzoekster] woont in de directe nabijheid van het plangebied op het adres [locatie]. [verzoekster] betoogt dat het plan leidt tot een toename van de stikstofdepositie op het nabijgelegen natuurgebied. [verzoekster] betoogt dat onvoldoende in beeld is gebracht dat het plan voorziet in een goede verkeersafwikkeling. Ter onderbouwing hiervan voert zij aan dat het plan zorgt voor meer verkeer op de weg het Dorp, terwijl dit nu al een drukke weg is. Bovendien is volgens haar geen rekening gehouden met de verkeersbewegingen van bezoekers van de kerk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2410
Datum uitspraak
27 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202500308/2/R4

202501809/1/V3

Bij besluit van 3 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2418
Datum uitspraak
27 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501809/1/V3

202502225/1/V3

Bij besluit van 27 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2405
Datum uitspraak
27 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202502225/1/V3

202502570/2/V3

Bij besluit van 24 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie verzoeker opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2406
Datum uitspraak
27 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202502570/2/V3

202502619/2/V2

Bij besluit van 24 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 29 april 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2485
Datum uitspraak
27 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502619/2/V2

BRS.25.000299

Bij besluit van 16 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2367
Datum uitspraak
27 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000299

BRS.25.000518

Bij besluit van 2 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2378
Datum uitspraak
27 mei 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000518

202304498/1/V1

Bij besluit van 10 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2384
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202304498/1/V1

202401139/1/V1.

Bij besluiten van 30 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van appellanten om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2394
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401139/1/V1.

202403127/1/V3.

Bij besluit van 29 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2395
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202403127/1/V3.

202405962/1/V2

Bij besluit van 14 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2396
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202405962/1/V2

202500244/1/V1

Bij besluit van 29 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2400
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500244/1/V1

202502116/1/V3

Bij besluit van 17 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2374
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502116/1/V3

202502405/1/V3

Bij besluit van 6 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2376
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202502405/1/V3

202502595/1/V2

Het geschil betreft een om herziening van de uitspraak van de Afdeling van 30 april 2025, ECLI:NL:RVS:2025:1911.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2401
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Herziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202502595/1/V2

202502621/2/V1

Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2375
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502621/2/V1

202502623/2/V2

Bij besluit van 1 september 2023, aangevuld bij besluit van 17 september 2024, heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2402
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502623/2/V2

202502797/1/V2 en 202502797/3/V2

Bij besluit van 10 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2386
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502797/1/V2 en 202502797/3/V2

202502801/1/V3

Bij besluit van 13 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2387
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502801/1/V3

202502821/2/V1

Bij besluit van 10 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2385
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502821/2/V1

BRS.25.000493

Bij besluit van 11 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2366
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000493

BRS.25.000557

Bij besluit van 13 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2368
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000557

202203014/6/R1

Bij besluit van 5 mei 2022 met kenmerk D323092 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van het slopen van bestaande bebouwing en het realiseren van nieuwbouw met 20 woningen, detailhandel met horeca en een ondergrondse parkeergarage met 46 parkeerplekken op het Plein (sectie C2309) in Bergen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2364
Datum uitspraak
23 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202203014/6/R1

202205569/1/V2

Bij besluit van 28 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2371
Datum uitspraak
23 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205569/1/V2

202500730/1/V3

Bij besluit van 19 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2372
Datum uitspraak
23 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500730/1/V3

202502104/1/V3 en 202502104/2/V3

Bij besluit van 21 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2382
Datum uitspraak
23 mei 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502104/1/V3 en 202502104/2/V3

202502409/1/V2

Bij besluit van 14 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan appellant verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken en een aanvraag tot het wijzigen van de beperking van die verblijfsvergunning afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2373
Datum uitspraak
23 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502409/1/V2

202502816/1/V1

Bij besluit van 2 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om appellant een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2370
Datum uitspraak
23 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502816/1/V1

202502825/1/V2 en 202502825/2/V2

Bij besluit van 26 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2383
Datum uitspraak
23 mei 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502825/1/V2 en 202502825/2/V2

BRS.24.000029

Bij besluit van 24 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid betrokkene in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2349
Datum uitspraak
23 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000029

BRS.25.000496

Bij besluit van 13 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om betrokkene een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2350
Datum uitspraak
23 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000496

BRS.25.000500

Bij besluit van 23 augustus 2023, aangevuld bij besluit van 4 oktober 2023, heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2352
Datum uitspraak
23 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000500

202402441/1/V3

Bij besluit van 28 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat betrokkene geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022. De staatssecretaris heeft dit besluit op 13 februari 2024 ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2358
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402441/1/V3

202404034/2/R3

Bij besluit van 21 juni 2021 heeft het college aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het veranderen van een voormalig schoolgebouw aan de Zeezwaluwstraat 4 in Den Haag in 16 appartementen, en voor het realiseren van een in- of uitrit. De aanvraag van 7 december 2020 is gedaan voor het veranderen van het voormalige schoolgebouw op het perceel in 16 appartementen en het realiseren van een in- of uitrit. Blijkens de aanvraag en de daarbij behorende tekeningen zijn op het perceel 12 parkeerplaatsen voorzien. [verzoeker] woont direct naast het perceel, aan de [locatie]. Hij vreest dat het gebruik van het perceel voor parkeren geluidsoverlast zal veroorzaken in de avond en nacht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2359
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202404034/2/R3

202404488/1/V3

Bij besluit van 6 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2357
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202404488/1/V3

202406146/1/V3

Bij besluiten van 25 augustus 2020 en van 28 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van appellanten om hun een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2356
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202406146/1/V3

202406525/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2355
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406525/1/V1

202406951/3/A3

Bij twee afzonderlijke besluiten van 9 mei 2022 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellante] een boete opgelegd wegens een overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet en een waarschuwing voor preventieve stillegging van werkzaamheden gegeven. [verzoekster]verzoekt de voorzieningenrechter van de Afdeling om het waarschuwingsbesluit te schorsen, omdat de minister bij besluit van 6 maart 2024, dat in deze procedure overigens niet voorligt, preventieve stillegging van de werkzaamheden heeft bevolen. Volgens [verzoekster] heeft stillegging van de werkzaamheden voor haar onomkeerbare financiële gevolgen, zodat een faillissement onafwendbaar is. Bovendien kleven aan het waarschuwingsbesluit zo ernstige procedurele en inhoudelijke gebreken, dat dit geen stand kan houden, aldus [verzoekster].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2274
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202406951/3/A3

202500710/2/R2

Bij besluit van 7 november 2024 heeft de raad van de gemeente Valkenswaard het bestemmingsplan "Eurocircuit" vastgesteld. Het plan voorziet in het planologisch borgen van het Eurocircuit en het toekomstbestendig maken van het circuit. Het Eurocircuit is een rallycrosscircuit voor auto’s en motoren dat wordt gebruikt voor wedstrijden en trainingen door de NRV en de MVV. Daarnaast biedt het terrein ruimte aan een wielervereniging, fietscrossvereniging en een politiehondenvereniging voor trainingen. Groen en Heem en [verzoeker sub 1] en anderen verzoeken om schorsing van het bestemmingsplan voor zover dat meer mogelijk maakt dan het vorige planologisch regime. Op de zitting is toegelicht dat het verzoek alleen ziet op de gronden met de bestemming "Sport-Motorcrossterrein" en "Sport-Autosportterrein". Groen en Heem en [verzoeker sub 1] en anderen voeren beroepsgronden aan over onder andere: welk gebruik is toegestaan onder het overgangsrecht, de toegestane duur van het gebruik van de baan in relatie tot openstelling van het eurocircuit, stikstofdepositie en gevolgen voor Natura 2000-gebieden, geluidhinder, geurhinder, de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant, de watertoets en verkeer.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2275
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202500710/2/R2

202501722/2/R2

Bij besluit van 19 januari 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven aan Springplank040 een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen en uitbreiden van het pand aan de Cyclamenstraat 1 in Eindhoven ten behoeve van huisvesting van voormalige dak- en thuislozen. Springplank040 is een organisatie die zich inzet voor maatschappelijke opvang in Eindhoven van zowel jongeren als volwassenen die zijn vastgelopen in de maatschappij. Mensen die dakloos dreigen te raken of zijn geworden kunnen zich bij deze organisatie melden. Tijdens een intake wordt bekeken welke behoefte bestaat en welke maatwerkoplossing het beste past. De doelgroep van Springplank040 is te verdelen in drie categorieën (A, B en C), variërend van een lichte (categorie A) tot zware problematiek (categorie C). Springplank040 wenst aan de Cyclamenstraat 1 een maatwerkvoorziening tijdelijk wonen bestemd voor dak- en thuislozen in categorieën A en B te realiseren. In een maatwerkvoorziening woont een inwoner tijdelijk zelfstandig in een beheerde omgeving met ambulante begeleiding. [verzoeker sub 1] en anderen wonen in de directe omgeving van de Cyclamenstraat 1. Zij kunnen zich niet met de plannen verenigen en hebben verzocht om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat wordt begonnen met de sloop- en bouwwerkzaamheden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2361
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202501722/2/R2

202501875/1/V3

Bij besluit van 6 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2273
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501875/1/V3

202502416/1/V1

Bij besluit van 28 oktober 2024 heeft het Centraal Orgaan opvang asielzoekers de opvangvoorzieningen van appellant beëindigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2389
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Opvang asielzoekers
  • uitspraakin de zaak202502416/1/V1

202502563/1/V3

Bij besluit van 8 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2369
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202502563/1/V3

BRS.25.000039

Bij besluit van 15 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2264
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000039

BRS.25.000223

Bij besluit van 28 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2265
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000223

BRS.25.000289

Bij besluit van 3 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2260
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000289

BRS.25.000384

Bij besluit van 25 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2261
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000384

BRS.25.000485

Bij besluit van 18 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2262
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000485

202403024/1/A2

Bij besluit van 15 maart 2023 heeft de Stichting Urgentiebepaling Woningzoekenden Rijnmond de aanvraag van [appellant] om een urgentieverklaring afgewezen. Het hiertegen gemaakte bezwaar heeft de SUWR bij besluit van 13 juli 2023 ongegrond verklaard. [appellant] woonde ten tijde van de besluitvorming met zijn echtgenote en drie kinderen in een driekamerappartement in Rotterdam. Inmiddels is één van die kinderen uitwonend. Hij heeft hij op 25 januari 2023 op medische gronden een urgentieverklaring aangevraagd. [appellant] is bekend met slaapapneu waardoor hij in de woonkamer slaapt. Volgens de SUWR voldoet [appellant] niet aan artikel 5.1, aanhef en onder b, van bijlage 1 bij de Verordening Woonruimte bemiddeling regio Rotterdam 2020

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2413
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Mondelinge uitspraak
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202403024/1/A2

202403696/1/A2

Bij besluit van 23 maart 2023 heeft de Stichting Urgentiebepaling Woningzoekenden Rijnmond de aanvraag van [appellant] om een urgentieverklaring afgewezen. Het hiertegen gemaakte bezwaar heeft de SUWR bij besluit van 17 augustus 2023 ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2423
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Mondelinge uitspraak
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202403696/1/A2

202500946/3/R1

[appellante] heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de raad van de gemeente Amstelveen van 27 november 2024 waarbij het bestemmingsplan en het exploitatieplan "De Scheg Midden" zijn vastgesteld. Het onderhavige bestemmingsplan gaat over de realisatie van 457 nieuwe woningen en een nieuwe gebiedsontsluitingsweg, in combinatie met verkeersfuncties, groen(voorzieningen) en water(gangen). Het plangebied kent in de huidige situatie voor het grootste deel agrarische en glastuinbouw percelen. Het bestemmingsplan is grotendeels gelegen ten zuiden van de wijk Westwijk. Het grootste deel van het plangebied is gelegen in het glastuinbouwgebied van de Legmeerpolder en heeft betrekking op de beoogde woonwijk Scheg Midden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2379
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202500946/3/R1

202402012/1/V3

Bij besluit van 23 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat appellant geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022. De staatssecretaris heeft dit besluit op 31 januari 2024 ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2270
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402012/1/V3

202402013/1/V3

Bij besluit van 1 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat appellant geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG (hierna: de Richtlijn Tijdelijke Bescherming) en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022. De staatssecretaris heeft dit besluit op 31 januari 2024 ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2271
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402013/1/V3

202500179/1/V3

Bij besluit van 24 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2272
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500179/1/V3

202500366/2/R1

Bij besluit van 16 december 2024 heeft de raad van de gemeente Noordoostpolder het bestemmingsplan "Ens Oost- fase 4" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft [verzoeker] beroep ingesteld. [verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2242
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Flevoland
  • uitspraakin de zaak202500366/2/R1

202502266/2/V3

Bij besluit van 21 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2269
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502266/2/V3

202502774/1/V3 en 202502774/2/V3

Bij besluit van 31 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2354
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502774/1/V3 en 202502774/2/V3

BRS.25.000371

Bij uitspraak van 1 april 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2253
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000371

202200368/1/A3

Bij besluit van 19 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maastricht een aanvraag van Meysti om op het indelingsplan voor het pleinterras Onze Lieve Vrouweplein te worden geplaatst, buiten behandeling gesteld. Meysti exploiteert horecalokaliteit Bistro De Comedie, gelegen aan het Onze Lieve Vrouwenplein 30b in Maastricht. Meysti heeft een aanvraag ingediend om te worden geplaatst op het indelingsplan van het pleinterras aan het Onze Lieve Vrouweplein. Het college heeft deze aanvraag buiten behandeling gesteld omdat Meysti niet voldoet aan het daartoe gestelde loodlijncriterium. Dat wil zeggen dat de loodlijn van de gevel van de horecalokaliteit van Meysti niet uitkomt op het pleinterras. Meysti betoogt dat het loodlijncriterium ten onrechte is opgenomen in artikel 11, vijfde lid, aanhef en onder c, van de Terrasverordening gemeente Maastricht. Het loodlijncriterium is bepalend voor de vraag of een exploitant in aanmerking kan komen voor plaatsing op het indelingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2343
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202200368/1/A3

202200600/1/A3

Bij besluit van 1 maart 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Breda een aanvraag voor een omgevingsvergunning van [appellant] afgewezen op grond van artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. [appellant] heeft een omgevingsvergunning gevraagd voor het slopen van schuren en bergingen op het landgoed [naam landgoed] en voor de nieuwbouw, op dezelfde locatie, van een zwembad met badhuisje, een schuur en een garage. Het college heeft de vergunning geweigerd omdat er ernstig gevaar is dat de vergunning mede zal worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen, op geld waardeerbare, voordelen te benutten of mede zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen. Het college heeft aan de weigering een advies van het Landelijk Bureau Bibob van 4 juni 2015 ten grondslag gelegd. Dit advies is op verzoek van het college uitgebracht naar aanleiding van een vergunningaanvraag van de Stichting Volkshuisvesting Utrecht voor de verbouwing van panden aan de [locatie 1]-[locatie 2] te Breda.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2294
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Wet Bibob
  • uitspraakin de zaak202200600/1/A3

202201900/1/R2 en 202201916/1/R2

Bij besluit van 16 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Breda voor het bestemmingsplan "Ulvenhout, [locatie A]" hogere grenswaarden als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder vastgesteld voor nieuwe woningen aan de [locatie A]. Bij besluit van 20 januari 2022 heeft de raad van de gemeente Breda het bestemmingsplan "Ulvenhout, [locatie A]" vastgesteld. Het bestemmingsplan wijzigt de bestemming deels naar "Wonen" om drie woningen met parkeervoorzieningen en tuinen te kunnen realiseren op het perceel. Het perceel aan de [locatie A] is eigendom van [belanghebbende]. Daar is een oude schuur aanwezig en de gronden worden gebruikt voor kleinschalige teeltactiviteiten. [appellant sub 2], [appellanten sub 1] en [appellant sub 3A] en [appellant sub 3B] wonen (schuin) tegenover de [locatie A] en zijn het niet eens met de gewijzigde bestemming. De milieuvereniging zet zich in voor de bescherming van het milieu in Breda en aangrenzende gemeenten en is het ook niet eens met de gewijzigde bestemming.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2341
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Geluid
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202201900/1/R2 en 202201916/1/R2

202201926/1/R4

Bij besluit van 22 februari 2022 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat het saneringsplan "West-Nederland Noord 3" vastgesteld en geluidproductieplafonds verlaagd. Het saneringsplan heeft betrekking op diverse wegvlakken van de A1, A7, A10 en N200 in de provincie Noord-Holland. Het saneringsplan bevat bronmaatregelen en afschermende maatregelen die ertoe leiden dat de geluidproductieplafonds op meerdere referentiepunten langs een aantal van de genoemde rijkswegen moeten worden verlaagd. Een geluidproductieplafond is de toegestane geluidproductie op een referentiepunt. [appellant] woont aan de [locatie] in Benningbroek nabij de rijksweg A7. Zijn woning is als saneringsobject aangemerkt. In het saneringsplan wordt voorzien in de aanleg van stiller asfalt, zogenoemd tweelaags zeer open asfaltbeton, ter hoogte van de woning van [appellant].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2329
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Geluid
  • uitspraakin de zaak202201926/1/R4

202202126/2/R3

Bij besluit van 1 februari 2022 heeft de raad van de gemeente Pekela het bestemmingsplan "[locatie] te Nieuwe Pekela" vastgesteld. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak onder 12.3 en 12.4, kort samengevat en voor zover hier relevant, geoordeeld dat de raad, anders dan hij heeft beoogd, in artikel 3.5 van de planregels niet heeft geregeld wat hij daarmee beoogde. Met deze planregeling is in dit concrete geval een inrichting als erf namelijk niet verboden. Weliswaar geldt dat bepaalde gronden op grond van artikel 3.5 van de planregels niet als achtererfgebied zijn aan te merken, maar dat doet er niet aan af dat de inrichting van deze gronden als erf nog steeds mogelijk is. Dit betekent dat op de gronden met de aanduiding "wonen uitgesloten" toch nog omgevingsvergunningvrije bouwwerken met geluidsgevoelige ruimten kunnen worden opgericht. Daarmee is niet uitgesloten dat de bedrijfsvoering van [appellant A] en [appellante B] op het naastgelegen perceel wordt belemmerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2281
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Groningen
  • uitspraakin de zaak202202126/2/R3

202203181/1/A2

Bij besluit van 18 juli 2019 heeft het college van burgemeesters en wethouders van Utrecht [appellante] een schriftelijke aanwijzing gegeven wegens overtreding van de Wet kinderopvang. Bij besluit van 20 augustus 2019 heeft het college [appellante] een bestuurlijke boete ter hoogte van € 73.000,00 opgelegd. [appellante] is houder van verschillende kinderopvangverblijven. Eén van de kinderdagverblijven is [naam], gehuisvest in de [locatie] in Utrecht. Op 4 april en 18 april 2019 hebben toezichthouders van de gemeente Utrecht een onaangekondigd incidenteel onderzoek uitgevoerd bij het kinderdagverblijf. De bevindingen hiervan zijn neergelegd in het inspectierapport van 24 mei 2019 respectievelijk 21 mei 2019. In de inspectierapporten staat dat [appellante] niet voldoet aan alle eisen van de Wko. Het college heeft [appellante] daarom een schriftelijke aanwijzing gegeven en een bestuurlijke boete van € 73.000,00 opgelegd. Bij de beslissing op bezwaar heeft het college de bestuurlijke boete gematigd tot een bedrag van € 65.500,00. [appellante] is het niet eens met de opgelegde boetes en heeft beroep ingesteld bij de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2310
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202203181/1/A2

202203573/1/A3

Bij besluit van 2 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Veere het door [appellant A] ingediende verzoek om handhaving afgewezen. [appellant A] heeft het college verzocht om handhavend op te treden tegen de exploitatie van tien kleinschalige kampeerterreinen door anderen dan degene die daarvoor een kampeervergunning hebben. Het college heeft naar aanleiding hiervan geconstateerd dat bij twee van de tien gevallen de eigendom van de grond niet overeen komt met de tenaamstelling op de kampeervergunning, wat in strijd is met de Kampeerverordening 2015. Het verzoek om handhaving is desondanks afgewezen, omdat het kleinschalig kamperen zou gaan vallen onder een nieuwe kampeerregeling in het bestemmingsplan "3e herziening buitengebied Veere" en de kampeerverordening zou worden ingetrokken. Dat dat nog niet was gebeurd hing samen met het feit dat het bestemmingsplan als gevolg van daartegen ingestelde rechtsmiddelen nog niet onherroepelijk was. Omdat het kamperen onder het bestemmingsplan wel aan de regels voldoet, is handhaven op grond van de in te trekken kampeerverordening door het college onevenredig geacht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2283
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202203573/1/A3

202203584/1/A3

Bij besluit van 25 februari 2021 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geweigerd om een verklaring van geen bezwaar aan [appellante] te verlenen. [appellante] heeft gesolliciteerd naar de vertrouwensfunctie van taal- en cultuurspecialist Russisch c.q. audiobewerker bij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Voor de vervulling van deze functie heeft zij een VGB op veiligheidsmachtigingsniveau A nodig. De AIVD heeft hiertoe een veiligheidsonderzoek verricht. Op basis van dit onderzoek heeft de minister besloten om de VGB te weigeren. [appellante] is het hier niet mee eens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2149
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202203584/1/A3

202205791/1/A3

Bij brief van 3 maart 2020 heeft de minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport NVIG medegedeeld dat hij het door NVIG ingediende handhavingsverzoek niet in behandeling neemt. Bij besluit van 26 juni 2020 heeft de minister het door NVIG daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. NVIG is een onderneming die via haar website lachgas aanbiedt in de vorm van slagroompatronen van 8 gram. De doelgroep van NVIG zijn, blijkens haar eigen bewoordingen, horecagelegenheden en de ‘thuiskok’. NVIG heeft per brief van 17 oktober 2019 de minister verzocht om handhavend op te treden tegen de activiteiten van Bumblebee B.V.. Ten tijde van het handhavingsverzoek importeerde Bumblebee medisch lachgas om het vervolgens te verkopen aan horecazaken in Nederland. Bumblebee verkocht dit lachgas via haar website. De minister heeft op 3 maart 2020 NVIG per brief meegedeeld dat hij het handhavingsverzoek niet in behandeling neemt omdat NVIG geen belanghebbende is en het handhavingsverzoek daarom geen aanvraag is in de zin van artikel 1:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2339
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202205791/1/A3

202207029/1/R3 en 202207068/1/R3

Bij besluit van 19 oktober 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam ten behoeve van het bestemmingsplan "Schiekadeblok" hogere waarden als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder vastgesteld. Het plan maakt de herontwikkeling van het gebied tussen de Schiekade, de Delftsestraat, het Delftseplein en het spooremplacement in Rotterdam mogelijk. Het plan gaat uit van een totale nieuwbouwontwikkeling tussen de 110.000 en 140.000 m² bvo met twee nieuwe woontorens. In de Perrontoren zijn maximaal 200 woningen toegestaan, deze toren mag maximaal 70 m hoog worden. In de Schieblocktoren zijn maximaal 450 woningen toegestaan, deze toren mag maximaal 200 m hoog worden. Daarnaast voorziet het plan in nieuwe detailhandel (ongeveer 2.200 m² bvo), horeca met inbegrip van een poppodium met 24-uurs-horeca, maximaal 45.500 m² aan kantoorruimte, een hotel en de mogelijkheid om een parkeergarage voor 230 voertuigen te realiseren. Ook wordt met het plan in de renovatie en transformatie van een aantal binnen het plangebied aanwezige gebouwen voorzien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2292
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202207029/1/R3 en 202207068/1/R3

202207446/1/R1

Bij besluit van 16 november 2022 heeft het college krachtens artikel 39, tweede lid, eerste volzin, van de Wet bodembescherming geweigerd in te stemmen met het op 28 maart 2022 door Evos ingediend "Raamsaneringsplan historische olieverontreiniging Evos Amsterdam East B.V." van Arcadis van 14 maart 2022 met betrekking tot een geval van verontreiniging ter plaatse van de percelen plaatselijk bekend als Heining 100 te Amsterdam. Op de locatie ligt het werkterrein van Evos. Zij exploiteert een op- en overslagbedrijf voor vloeibare energie en chemische producten. De locatie is vanaf 1975 door de rechtsvoorganger van Evos, Oiltanking Amsterdam B.V., en later door Evos aldus in gebruik geweest en dit gebruik duurt nog steeds voort. De gemeente Amsterdam is bloot eigenaar van de betreffende gronden. Het Havenbedrijf Amsterdam N.V. is economisch eigenaar van die gronden en heeft deze in erfpacht uitgegeven aan Evos. Ten gevolge van de betreffende bedrijfsactiviteiten op de locatie is de bodem op het zuidelijke deel ervan verontreinigd geraakt met minerale olie en vluchtige aromaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2344
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak202207446/1/R1

202300189/1/R2

Bij besluit van 22 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tilburg [appellant] opgedragen de overtreding van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, en artikel 2.3a, eerste lid, van de Wabo aan de [locatie] in Tilburg te beëindigen en beëindigd te houden. Als hij dat niet doet, moet hij een dwangsom betalen van € 1.000,00 per constatering met een maximum van € 5.000,00. [appellant] wil een berging bij zijn woning bouwen en heeft daarvoor de werkzaamheden opgestart. Het college heeft [appellant] opgedragen te stoppen met de bouw, omdat hij geen omgevingsvergunning heeft voor de bouw van de berging. Op dezelfde dag heeft [appellant] bij het Kadaster een verzoek ingediend voor splitsing van zijn perceel in twee kadastrale percelen. Vanaf 9 oktober 2020 heeft het stuk grond waarop de al bestaande berging achteraan het erf staat, een apart kadastraal nummer. Volgens [appellant] heeft hij daarom geen omgevingsvergunning meer nodig, omdat de bouw nu vergunningvrij is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2324
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202300189/1/R2

202300192/1/R4

Bij besluit van 13 oktober 2022 heeft de raad van de gemeente Oldebroek het bestemmingsplan "Buitengebied, [locatie]" (hierna: het bestemmingsplan) vastgesteld. Het bestemmingsplan en het reparatieplan voorzien in een uitwerking van de mogelijkheden voor [appellante] op haar perceel [locatie] met het oog op een nabij voorziene woningbouwlocatie. [appellante] is van mening dat zij door de functieaanduidingen "specifieke vorm van agrarisch uitgesloten - mestopslag" en "specifieke vorm van agrarisch uitgesloten - bedrijfsmatig agrarisch gebruik" wordt beperkt in haar bedrijfsvoering. [appellante] voert aan dat de mestopslag naast de bedrijfswoning op haar perceel rechtmatig aanwezig is wat blijkt uit de uitspraak van de Afdeling van 21 juni 2023.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2226
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202300192/1/R4

202300251/1/A2

Bij besluit van 20 februari 2020 heeft het college van burgemeesters en wethouders van Utrecht aan [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd van € 25.000,00 wegens overtreding van de Wet kinderopvang. [appellante] is houder van verschillende kinderopvangverblijven. Eén van de kinderdagverblijven is [naam], gehuisvest in de [locatie] in Utrecht. Op 12 juli 2019 heeft de toezichthouder van de gemeente Utrecht een onaangekondigd incidenteel onderzoek uitgevoerd bij het kinderdagverblijf. De bevindingen hiervan zijn neergelegd in een inspectierapport van 23 september 2019. In het inspectierapport heeft de toezichthouder vermeld dat [appellante] niet voldoet aan alle eisen van de Wko. Het college heeft [appellante] daarom een bestuurlijke boete opgelegd van € 25.000,00. Bij de beslissing op bezwaar heeft het college de bestuurlijke boete gematigd tot een bedrag van € 10.000,00. [appellante] is het niet eens met de opgelegde boete en heeft beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft overwogen dat het college de bestuurlijke boetes aan [appellante] mocht opleggen en dat er geen aanleiding is om de boetes te matigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2223
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202300251/1/A2

202300780/1/A3

Bij besluit van 5 oktober 2021 heeft de minister van Defensie geweigerd om een verklaring van geen bezwaar aan [appellant] te verlenen. [appellant] heeft gesolliciteerd naar de vertrouwensfunctie van officier inlichtingen en veiligheid - human terrain analist bij het Joint Intelligence, Surveillance, Target Acquisition & Reconnaissance Commando van het Commando Landstrijdkrachten. Voor de vervulling van deze functie heeft hij een VGB op veiligheidsmachtigingsniveau A nodig. De Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst heeft hiertoe een veiligheidsonderzoek verricht. Op basis van dit onderzoek heeft de minister besloten om de VGB te weigeren. [appellant] is het hier niet mee eens. De minister heeft zich in het besluit van 16 mei 2022 op het standpunt gesteld dat er onvoldoende waarborgen aanwezig zijn dat [appellant] onder alle omstandigheden de uit de vertrouwensfunctie voortvloeiende plichten getrouwelijk zal volbrengen, omdat er een risico is op ongewenste beïnvloeding door de Russische overheid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2148
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202300780/1/A3

202301178/1/R3

Bij besluit van 9 februari 2023 heeft het college van gedeputeerde staten van Flevoland aan de gemeente Almere een ontgrondingenvergunning verleend voor het uitvoeren van graafwerkzaamheden voor de aanleg van watergangen, riolering en gemalen voor de ontwikkeling van een nieuwe wijk Nobelhorst 4e fase en Twentse kant. De gemeente heeft het college verzocht de hiervoor bedoelde, aan haar verleende ontgrondingenvergunning in te trekken. Het college heeft die ontgrondingenvergunning op 19 april 2024 ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2290
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Ontgrondingen
  • uitspraakin de zaak202301178/1/R3

202301496/1/A3

Bij besluit van 14 mei 2021 heeft de burgemeester van Den Haag aan Hague 5 een Drank- en Horecawetvergunning, een exploitatievergunning en een permanente ontheffing van de sluitingstijden verleend. Sport- en poolbar Hague 5 was ten tijde van belang gevestigd op het adres Javastraat 132 in Den Haag. Hague 5 valt onder de zogenoemde "zware horeca". Op de locatie waar Hague 5 was gevestigd was op grond van het geldende bestemmingsplan, Archipelbuurt e.o., op dat moment geen "zware horeca" toegestaan. Dit is anders als de locatie eerder al voor "zware horeca" werd gebruikt en dat gebruik niet langer dan een jaar onderbroken is geweest. Dit volgt uit het overgangsrecht, dat is neergelegd in artikel 4.5 van het bestemmingsplan. Hague 5 heeft op 15 maart 2021 een Drank- en Horecawetvergunning, een exploitatievergunning voor de categorie "zware horeca" en een permanente ontheffing van de sluitingstijden aangevraagd. De burgemeester heeft deze vergunningen op 14 mei 2021 verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2295
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak202301496/1/A3

202301538/1/R2

Bij besluit van 13 augustus 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Etten-Leur aan De Ruwenberg Vastgoed B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van teeltondersteunende voorzieningen aan de Liesbosweg 380A in Etten-Leur. Ruwenberg exploiteert een fruitteeltbedrijf op de gronden aan de Liesbosweg 380A in Etten-Leur. Zij heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor het realiseren van tov op een deel van haar gronden ter bescherming van haar frambozenteelt (hierna: de vergunde tov). Het college heeft deze omgevingsvergunning verleend op grond van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo. Op grond van de bestektekening die bij deze vergunning hoort, mogen de vergunde tov 2,9 m hoog zijn en bestaan uit houten plantbedden en palen met daaroverheen kappen van plasticfolie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2340
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202301538/1/R2
vorige pagina1...141516...1.204volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon