Nieuws - Zoekresultaten
Zoeken in de index

De minister van Asiel en Migratie heeft nog altijd de zogenoemde discretionaire bevoegdheid om een verblijfsvergunning te verlenen. Dat betekent dat de minister nog altijd zelf een verblijfsvergunning mag verlenen in schrijnende gevallen. Dat oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een uitspraak van vandaag (27 augustus 2025).

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in een verwijzingsuitspraak van vandaag (27 augustus 2025) zogenoemde prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie in Luxemburg. Zij wil van het Europese Hof weten of de minister van Asiel en Migratie een terugkeerbesluit mag nemen als hij de feitelijke uitzetting van de vreemdeling vervolgens uitstelt vanwege het risico dat hij bij terugkeer naar zijn land van herkomst onmenselijk wordt behandeld (om het ‘beginsel van non-refoulement’ te waarborgen).

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in een verwijzingsuitspraak van vandaag (16 juli 2025) zogenoemde prejudiciële vragen gesteld aan het Europese Hof van Justitie in Luxemburg. Zij wil in een rechtszaak over de Brit David Icke van het Europese Hof weten of de minister van Asiel en Migratie hem mag weren uit het Schengengebied, omdat hij een potentiële bedreiging voor de openbare orde zou zijn.

De staatssecretaris van Participatie en Integratie mocht een Eritrese man geen boete opleggen omdat hij niet op tijd zijn inburgeringsexamen had gehaald. Dat oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een uitspraak van vandaag (9 juli 2025).

De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op verzoek van het ministerie van Asiel en Migratie haar reactie gegeven op het wetsvoorstel Uitvoerings- en implementatiewet EU Asiel- en Migratiepact 2026. Volgens haar vraagt de uitvoering van het Europese Asiel- en Migratiepact vanaf juni 2026 een enorme inspanning van de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de rechtspraak. Het pact betekent een grootscheepse herijking van het asielrecht. Processen moeten opnieuw worden ingericht, termijnen worden korter, nieuwe rechtsvragen moeten worden beantwoord.

Het Hof van Justitie in Luxemburg heeft in een arrest van vandaag (4 februari 2025) antwoord gegeven op zogenoemde prejudiciële vragen van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij wilde van het Europese Hof weten of het Nederlandse inburgeringsstelsel voldoet aan de Europese Kwalificatierichtlijn. Deze richtlijn verplicht EU-lidstaten om asielstatushouders toegang te bieden tot integratieprogramma’s. De Afdeling bestuursrechtspraak stelde de vragen in maart 2023 in een concrete rechtszaak rondom de inburgering van een man uit Eritrea.

Hoewel asielzoekers in het Justitieel Complex Schiphol (JCS) in november en december 2024 meer werden beperkt in hun vrijheid dan normaal, maakt dat de grensdetentie niet onrechtmatig. Het JCS is ook dan nog aan te merken als zogenoemde gespecialiseerde bewaringsaccommodatie in de zin van de Europese Opvangrichtlijn. Dat oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een uitspraak van vandaag (29 januari 2025).

Ondanks dat de minister van Asiel en Migratie de mobiele telefoons van drie asielzoekers zonder hun toestemming heeft onderzocht, leidt dit niet tot onrechtmatige grensdetentie. Dat oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een uitspraak van vandaag (22 januari 2025).

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in een verwijzingsuitspraak van vandaag (18 december 2024) zogenoemde prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie in Luxemburg. Zij wil van het Europese Hof weten of de minister van Asiel en Migratie terugkeerbesluiten kan uitvaardigen tegen vreemdelingen die hier illegaal verblijven, maar door een levenslange of langdurige gevangenisstraf Nederland niet kunnen verlaten en niet kunnen worden uitgezet.

De minister van Asiel en Migratie mag bij de beoordeling van het reële risico op ernstige schade, een verblijf in Syrië na eerder vertrek uit dat land meewegen. Maar niet elke terugkeer naar Syrië betekent dat er geen reëel risico meer is. Dat hangt af van de omstandigheden van het geval. Het beleid van de minister over de zogenoemde teruggekeerde Syriërs wijkt niet af van de gebruikelijke bewijslastverdeling en past binnen de wijze waarop de minister asielverzoeken beoordeelt. Dat oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in twee uitspraken van vandaag (14 augustus 2024).
Persvoorlichters
Ben je journalist en heb je een vraag? Onze persvoorlichters staan je graag te woord.