Reactie Afdeling bestuursrechtspraak op voorstel implementatie Asiel- en Migratiepact

Gepubliceerd op 24 februari 2025

De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op verzoek van het ministerie van Asiel en Migratie haar reactie gegeven op het wetsvoorstel Uitvoerings- en implementatiewet EU Asiel- en Migratiepact 2026. Volgens haar vraagt de uitvoering van het Europese Asiel- en Migratiepact vanaf juni 2026 een enorme inspanning van de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de rechtspraak. Het pact betekent een grootscheepse herijking van het asielrecht. Processen moeten opnieuw worden ingericht, termijnen worden korter, nieuwe rechtsvragen moeten worden beantwoord. Om de doelen van het Asiel- en Migratiepact te bereiken is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de uitvoerende instanties en de rechtspraak hun werk zorgvuldig kunnen doen en niet overbelast worden, aldus de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak in haar consultatiereactie die vandaag (24 februari 2025) is gepubliceerd.

Europees Asiel- en Migratiepact

In het Europese Asiel- en Migratiepact zijn verordeningen en een richtlijn opgenomen die ervoor moeten zorgen dat de instroom van asielzoekers naar Nederland en andere Europese lidstaten wordt beperkt en de lasten tussen EU-lidstaten beter worden verdeeld. De nieuwe regels gaan vanaf 12 juni 2026 gelden. Kern van het pact is het versterken van de Europese buitengrenzen door het invoeren van een screening van vreemdelingen en een versnelde grensprocedure voor asielzoekers die afkomstig zijn uit landen met weinig perspectief op verblijf.

Keuzes bij implementatie

Het Europese Asiel- en Migratiepact moet worden geïmplementeerd in Nederlandse wetgeving. Daarvoor dient dit wetsvoorstel. Maar in het wetsvoorstel heeft de minister ook keuzes gemaakt. Verschillende keuzes leiden tot een verzwaring van de belasting voor de uitvoering en de rechtspraak, zonder dat de noodzaak daarvan direct uit het Asiel- en Migratiepact volgt. Het wetsvoorstel halveert bijvoorbeeld de termijnen voor beroep in de standaardprocedure voor asiel en legt kortere termijnen vast voor het doen van uitspraken in meer bewaringszaken dan waar het pact toe verplicht. De toelichting bij het wetsvoorstel kondigt bovendien aan dat wordt gewerkt aan het afschaffen van gesubsidieerde rechtsbijstand. Alles bij elkaar kunnen deze maatregelen een ontwrichtend effect hebben op het functioneren van de rechtspraak en daarmee de rechtsbescherming.

Beperken tot wat dwingend uit pact voortvloeit

De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak geeft de minister in haar consultatiereactie dan ook in overweging om het wetsvoorstel voor de implementatie te beperken tot wat het Europese Asiel- en Migratiepact dwingend voorschrijft en elke keuze daarbovenop die tot verzwaring leidt, te heroverwegen, nu niet in te voeren of deze in een later stadium, gefaseerd in te voeren.

Consultatiereactie is geen advies van de Afdeling advisering

De minister van Asiel en Migratie zal de definitieve versie van het wetsvoorstel na verwerking van alle consultatiereacties te zijner tijd voor advies voorleggen aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Dat advies staat los van deze reactie van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak op het consultatieverzoek.


Lees hier de brief van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak met de consultatiereactie.