Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.422
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202407134/1/V2

Bij besluit van 19 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3047
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407134/1/V2

202500090/1/V3

Bij besluit van 16 december 2024 heeft de minister appellant van Asiel en Migratie een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3048
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500090/1/V3

202501247/1/V3

Bij besluit van 21 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3060
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501247/1/V3

202501728/1/V2

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd (hierna: de asielaanvraag) te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3066
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501728/1/V2

202501792/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3059
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501792/1/V1

202502282/2/R2

Bij besluit van 6 februari 2025 heeft de raad van de gemeente Sint-Michielsgestel het "TAM-imro-omgevingsplan, hoofdstuk 22a Veldstraat ong. Den Dungen" als wijziging van het omgevingsplan van de gemeente Sint-Michielsgestel vastgesteld. Het besluit tot wijziging maakt de bouw van maximaal 24 woningen mogelijk bij de Veldstraat in Den Dungen. De voormalige basisschool op de locatie is gesloopt en het terrein ligt braak. [verzoeker] en anderen wonen naast of dichtbij de locatie. Zij kunnen zich niet vinden in het besluit tot wijziging omdat de grote toename van het aantal woningen, het tekort aan parkeerplaatsen, het ontbreken van klimaatadaptieve maatregelen en het verdwijnen van groen volgens hen zullen leiden tot een aanzienlijke verslechtering van het woon- en leefklimaat. [verzoeker] en anderen betogen dat het bouwvolume te groot is. Er zijn volgens hen te veel woningen op een te klein oppervlak voorzien. Een massief appartementencomplex past volgens hen niet in een straat met individuele woningbouw en ruime kavels.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3035
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202502282/2/R2

202503055/1/V3

Bij besluit van 4 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3058
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202503055/1/V3

202503102/1/V2 en 202503102/2/V2

Bij besluit van 30 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3056
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503102/1/V2 en 202503102/2/V2

202503408/1/V3

Bij besluit van 26 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3057
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202503408/1/V3

202503435/1/V3

Bij uitspraak van 13 juni 2025 heeft de rechtbank het met een kennisgeving vanwege de minister daartegen aanhangig gemaakte beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3055
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202503435/1/V3

202503457/1/V2 en 202503457/2/V2

Bij besluit van 4 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3054
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503457/1/V2 en 202503457/2/V2

202503492/2/V2

Bij besluit van 24 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3053
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503492/2/V2

202503511/1/V3

Bij besluit van 31 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3051
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202503511/1/V3

202503512/1/V3

Bij besluit van 25 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3050
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202503512/1/V3

202503806/1/A2

Het verzoek richt zich tegen de beslissing van 3 juli 2025, waarbij de Teamexamencommissie het door [verzoeker] gemaakte examen P6-K1-3 Voert marktonderzoeken uit deel 1 ongeldig heeft verklaard vanwege fraude. De kern van de beslissing van de Teamexamencommissie is dat een surveillant, tevens haar vakdocent, tijdens het afleggen van het examen op 28 mei 2025 heeft geconstateerd dat [verzoeker] een browservenster met generatieve AI open had staan, te weten het programma ChatGPT. Van die verklaring is echter geen schriftelijk bewijs opgemaakt, althans niet overgelegd. Verder is er geen duidelijke verklaring gegeven over wat de surveillant tijdens het examen zou hebben gezien en onder welke omstandigheden, en ook is [verzoeker] niet tijdens of onmiddellijk na het examen aangesproken op het gebruik van het niet toegestane hulpmiddel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3204
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202503806/1/A2

BRS.25.000637

Bij besluit van 17 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3028
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000637

BRS.25.000731 en BRS.25.000732

Bij besluit van 23 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3030
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000731 en BRS.25.000732

BRS.25.000744

Bij besluit van 19 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om betrokkene een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3011
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000744

BRS.25.000748

Bij besluit van 19 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3020
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000748

202503815/1/V3.

Bij besluit van 16 juni 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3649
Datum uitspraak
6 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202503815/1/V3.

202407261/1/R2 en 202407261/2/R2

Bij besluit van 12 september 2024 heeft de raad het "Bestemmingsplan gebiedsuitwerking FHeijdenstraat-noord (FvdHeijdenstraat-Schotelven-Hoenderberg)" (hierna: het bestemmingsplan) vastgesteld. Tegen dit besluit heeft [verzoeker] beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De raad heeft een verweerschrift ingediend. [verzoeker] heeft een nader stuk ingediend. [partij A] en [partij B] hebben een nader stuk ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3529
Datum uitspraak
6 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202407261/1/R2 en 202407261/2/R2

202402446/1/V1

Bij besluit van 15 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3034
Datum uitspraak
4 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202402446/1/V1

202403482/1/V1

Bij besluit van 8 juli 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3033
Datum uitspraak
4 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202403482/1/V1

202407908/1/V1

Bij besluit van 17 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3032
Datum uitspraak
4 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407908/1/V1

202502380/1/R2 en 202502380/2/R2

Bij besluit van 13 juni 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom aan tennisvereniging Smash Bergen op Zoom een omgevingsvergunning verleend voor het aanleggen van vier padelbanen en het verleggen van een tennisbaan. Het college heeft de omgevingsvergunning aan Smash verleend voor het aanleggen van vier padelbanen en het verleggen van een tennisbaan op het terrein van Smash in Bergen op Zoom aan de Beukenlaan 12. De locatie ligt in het noordelijke deel van het sportpark Rozenoord. [verzoekster] woont ten zuiden van dit sportpark, aan de [locatie] in Bergen op Zoom. Zij vreest voor overlast ten gevolge van de omgevingsvergunning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3014
Datum uitspraak
4 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202502380/1/R2 en 202502380/2/R2

BRS.25.000709

Bij besluit van 25 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3010
Datum uitspraak
4 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000709

BRS.25.000791

Bij besluit van 15 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, buiten behandeling gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3031
Datum uitspraak
4 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000791

202300231/2/A3

Ten aanzien van zaak nr. 202300231/1/A3, die op 7 juli 2025 op zitting zal worden behandeld, heeft staatsraad mr. E.J. Daalder, die als voorzitter van de meervoudige kamer belast is met de behandeling van deze zaak, op 4 juli 2025 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen. De staatsraad heeft te kennen gegeven dat bij de voorbereiding van de zitting in bovenvermelde zaak is gebleken dat de door de Afdeling in persoon opgeroepen directeur-generaal van de Belastingdienst drs. P.H. Smink zal worden bijgestaan door mr. R.W. Veldhuis. Mr. Veldhuis is werkzaam op het kantoor Pels Rijcken, waar hij in het verleden ook aan verbonden is geweest.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3062
Datum uitspraak
4 juli 2025
  • Verschoning
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202300231/2/A3

202302321/1/V3

Bij besluit van 15 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2936
Datum uitspraak
3 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202302321/1/V3

202304916/1/V3

Bij besluit van 8 juli 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3021
Datum uitspraak
3 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202304916/1/V3

202403487/1/V3

Bij besluit van 20 april 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van appellant tot het opheffen van het tegen hem uitgevaardigde inreisverbod, afgewezen, en de aanvraag van appellant tot het verlenen van een verblijfsvergunning op grond van het Terugtrekkingsakkoord tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3022
Datum uitspraak
3 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202403487/1/V3

202403655/1/V3

Bij besluit van 17 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3017
Datum uitspraak
3 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202403655/1/V3

202500876/1/V3

Bij besluit van 3 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3025
Datum uitspraak
3 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500876/1/V3

202502808/1/V3

Bij besluit van 1 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3023
Datum uitspraak
3 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202502808/1/V3

202502809/1/V3

Bij besluit van 28 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3024
Datum uitspraak
3 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202502809/1/V3

202502835/1/V3

Bij besluit van 30 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3026
Datum uitspraak
3 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202502835/1/V3

202503275/1/V3 en 202503275/2/V3

Bij besluit van 25 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3019
Datum uitspraak
3 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503275/1/V3 en 202503275/2/V3

202503468/2/V1

Bij besluit van 21 juli 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan betrokkene verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken en een aanvraag om hem een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen of een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3018
Datum uitspraak
3 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202503468/2/V1

202503577/1/V2 en 202503577/2/V2

Bij besluit van 22 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3016
Datum uitspraak
3 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503577/1/V2 en 202503577/2/V2

202502601/1/A2

Het beroep richt zich tegen het besluit van het college van bestuur van de Universiteit van Amsterdam van 25 maart 2025, waarbij het college het bezwaar van [appellant] niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het geschil betreft de vraag of het college het bezwaar van [appellant] terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard vanwege het ontbreken van procesbelang. [appellant] heeft een verzoek tot inschrijving ingediend voor de bacheloropleiding Fiscaal recht aan de Universiteit van Amsterdam. Het college heeft dit verzoek aanvankelijk op 12 september 2024 afgewezen, omdat hij niet had aangetoond het collegegeld te hebben betaald. [appellant] heeft bezwaar gemaakt en daarbij gewezen op een afgegeven machtiging voor de incasso van het collegegeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3162
Datum uitspraak
3 juli 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202502601/1/A2

202202776/2/V3

Bij verwijzingsuitspraak van 30 augustus 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3275, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak het Hof van Justitie verzocht om in een prejudiciële beslissing uitspraak te doen over de door haar gestelde vragen over de behandeling van asielverzoeken van personen die door Griekenland zijn erkend als vluchteling. De Afdeling heeft daarbij de behandeling van het hoger beroep geschorst tot het Hof uitspraak heeft gedaan en iedere verdere behandeling aangehouden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2866
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202202776/2/V3

202407800/1/V2 en 202407800/2/V2

Bij besluit van 27 augustus 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 13 december 2024 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. A.C. Pool, advocaat in Arnhem, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2933
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407800/1/V2 en 202407800/2/V2

202407873/1/V3

Bij besluit van 20 november 2024 heeft de minister betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. Bij uitspraak van 23 december 2024 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep, voor zover gericht tegen de tenuitvoerlegging van de maatregel, gegrond verklaard en voor het overige ongegrond, de wijziging van de tenuitvoerlegging van de maatregel met ingang van die dag bevolen en de minister opgedragen betrokkene schadeloos te stellen. Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld. Betrokkene, vertegenwoordigd door mr. M.M. Volwerk, advocaat in Leiden, heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2932
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407873/1/V3

202502124/1/V2

Bij besluiten van 21 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en een verzoek van appellant om opheffing van het tegen hem uitgevaardigde inreisverbod, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2929
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502124/1/V2

202502385/2/A3

Bij besluit van 16 maart 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Soest een verzoek van [wederpartij] tot rectificatie van zijn persoonsgegevens in de basisregistratie personen afgewezen. Bij besluit van 19 december 2023 heeft het college het door [wederpartij] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [wederpartij] heeft in 2016 en 2019 een verzoek om rectificatie van zijn gegevens in de brp bij het college ingediend. Het gaat om zijn voornaam, geslachtsnaam, nationaliteit, geboorteplaats en geboorteland. Het college heeft beide verzoeken afgewezen. Tegen de beslissing op het tweede verzoek, waarbij hij verschillende bewijsstukken heeft ingebracht, heeft [wederpartij] bezwaar en beroep ingesteld. Het beroep heeft de rechtbank bij uitspraak van 16 februari 2021 ongegrond verklaard. [wederpartij] heeft daartegen geen hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2927
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202502385/2/A3

202502441/3/A3

Bij brief van 27 juni 2025, ingekomen op 28 juni 2025, hebben [verzoeker] en anderen verzocht om wraking van mr. N. Verheij (hierna: de staatsraad) als voorzieningenrechter van de Afdeling belast met de behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening in zaak nr. 202502441/2/A3.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3013
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Wraking
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202502441/3/A3

202503301/1/V3

Bij besluiten van 7 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie aanvragen van appellanten om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 5 juni 2025 heeft de rechtbank de daartegen door appellanten ingestelde beroepen ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak hebben appellanten, vertegenwoordigd door mr. R. Deniz, advocaat in Breda, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2931
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503301/1/V3

202503329/2/V2

Bij besluit van 21 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 6 juni 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2930
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503329/2/V2

BRS.25.000717

Bij besluit van 7 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om afgifte van een document als bedoeld artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2917
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000717

BRS.25.000721

Bij besluit van 20 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2905
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000721

BRS.25.000724

Bij besluit van 10 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2907
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000724

201809540/4/R2

Bij uitspraak, onderscheidenlijk tussenuitspraak van 23 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:580, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Bladel opgedragen om binnen 20 weken na verzending van de tussenuitspraak de daarin genoemde gebreken in het besluit van 20 september 2018 te herstellen met inachtneming van wat over die gebreken in de tussenuitspraak is overwogen. Bij besluit van 20 september 2018 heeft de raad het bestemmingsplan "KBP Zuidoost Hapert" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben [appellante sub 1] en [appellant sub 2] beroep ingesteld. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling onder 8.1 overwogen dat de raad ter zitting heeft erkend dat in artikel 4.3.1 van de planregels abusievelijk is verwezen naar artikel 4.2.1, onder c, van de planregels en dat is beoogd om te verwijzen naar artikel 4.2.1, onder d, van de planregels. De Afdeling overwoog dat in zoverre sprake is van een kennelijke verschrijving. De raad heeft ter uitvoering van de tussenuitspraak onder andere de afwijkingsmogelijkheid met betrekking tot de maximale hoogte van de parkeergarage geschrapt, zodat de parkeergarage maximaal 6 meter hoog kan worden en heeft 2 voorwaardelijke verplichtingen met betrekking tot de aanleg en de instandhouding van de drie geluidswallen in het bestemmingsplan opgenomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2942
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201809540/4/R2

202108151/1/R4

Bij besluit van 20 april 2020 heeft het college geweigerd aan [appellant A] een omgevingsvergunning te verlenen voor het gebruiken van de woning aan het [locatie] in Utrecht ten behoeve van kamerverhuur. [appellant A] is eigenaar van de woning. [appellant B] is haar dochter en is sinds 1 april 2021 voor 10% mede-eigenaar. [appellant A] heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor het gebruik van vijf kamers in de woning voor kamerverhuur. Het college heeft geweigerd daarvoor een omgevingsvergunning te verlenen, omdat het toestaan van kamerverhuur volgens hem leidt tot een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat van omwonenden, zoals is bedoeld in artikel 5.2, onder b, van de regels van het bestemmingsplan "Chw Algemene regels over bouwen en gebruik". [partij A] en [partij B] zijn omwonenden en zijn het eens met de weigering. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college mocht weigeren om de omgevingsvergunning voor kamerverhuur te verlenen. [appellant A] en [appellant B] zijn het daar niet mee eens en hebben daarom hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2964
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202108151/1/R4

202202472/1/A3

Bij besluit van 17 december 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Fryslân aan Faunabeheereenheid Fryslân opdracht gegeven voor het uitvoeren van beheermaatregelen in het werkgebied van Faunabeheereenheid Fryslân. Bij besluit van 18 augustus 2020, heeft het college het door de vereniging daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Het college heeft het bezwaar van de vereniging tegen dat besluit niet-ontvankelijk verklaard omdat, naar het college stelt, de vereniging geen belanghebbende is, als bedoeld in artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verenging wel belanghebbende is. Gelet op de statutaire doelstelling wordt zij door het besluit getroffen in een belang dat zij in het bijzonder behartigt, aldus de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2977
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Flora en fauna
  • uitspraakin de zaak202202472/1/A3

202202760/1/A3

Bij besluit van 28 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Almere het verzoek van [appellant A] om inzage in persoonsgegevens deels afgewezen. Het college heeft het verzoek van [appellant A] om inzage in persoonsgegevens deels ingewilligd en een overzicht verstrekt met persoonsgegevens van [appellant B] en hem. Bij het besluit van 23 maart 2020 heeft het college dit overzicht aangevuld. In beroep en hoger beroep is met name aan de orde de beperking van het recht op inzage door het college in verwerkte persoonsgegevens van [appellant A] en [appellant B] in het dossier over de voormalige huurster (urgentieverklaring) en in het Wet maatschappelijke ondersteuning/beschermd wonen-dossier van de zoon van [appellant A] en [appellant B].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2997
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202202760/1/A3

202202776/2/V3

Bij verwijzingsuitspraak van 30 augustus 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3275, heeft de Afdeling het Hof van Justitie verzocht om in een prejudiciële beslissing uitspraak te doen over de door haar gestelde vragen over de behandeling van asielverzoeken van personen die door Griekenland zijn erkend als vluchteling. De Afdeling heeft daarbij de behandeling van het hoger beroep geschorst tot het Hof uitspraak heeft gedaan en iedere verdere behandeling aangehouden. In de uitspraak van vandaag, ECLI:NL:RVS:2025:2865, heeft de Afdeling onder 7-7.3 aan de hand van het arrest QY uiteengezet hoe de minister moet omgaan met asielaanvragen van personen die door Griekenland zijn erkend als vluchteling, maar die niet naar Griekenland kunnen terugkeren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2866
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202776/2/V3

202203031/2/V3

Bij verwijzingsuitspraak van 30 augustus 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3275, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak het Hof van Justitie verzocht om in een prejudiciële beslissing uitspraak te doen over de door haar gestelde vragen over de behandeling van asielverzoeken van personen die door Griekenland zijn erkend als vluchteling. Deze uitspraak gaat over de vraag hoe de minister moet omgaan met asielaanvragen van personen die door een andere lidstaat zijn erkend als vluchteling. In deze zaak was Griekenland de statusverlenende lidstaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2865
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203031/2/V3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202203031/2/V3

202203102/1/A3

Bij besluit van 21 december 2020 heeft Normec Certification B.V. het procescertificaat asbestverwijdering van VSM voor een termijn van dertig dagen onvoorwaardelijk geschorst. VSM is een bedrijf dat asbest verwijdert. Om dat te mogen doen heeft zij een procescertificaat asbestverwijdering van Normec. Op 1 oktober 2020 was VSM bezig om asbesthoudend dakleer van een bedrijfshal te verwijderen. Zij deed dat met de grijper/knijper van een torenkraan. Een toezichthouder van de Omgevingsdienst regio Utrecht die die dag langs kwam, vond deze manier van verwijderen niet volgens de regels. Deze toezichthouder heeft het werk van VSM stilgelegd en Normec hierover ingelicht. Normec heeft vervolgens onderzoek gedaan en is tot de conclusie gekomen dat VSM was afgeweken van de regels. Er zijn drie afwijkingen die behoren tot de zogenoemde categorie II. Normec heeft daarom het procescertificaat van VSM onvoorwaardelijk geschorst voor 30 dagen. Volgens de rechtbank mocht Normec dat doen. VSM is het daar niet mee eens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2995
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202203102/1/A3

202203309/1/R2

Bij besluit van 27 juni 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Overijssel aan [appellante sub 2] een vergunning op grond van artikel 2.7 van de Wet natuurbescherming verleend voor het wijzigen van een varkenshouderij aan de [locatie] in Agelo. [appellante sub 2] exploiteert een varkenshouderij aan de [locatie] in Agelo. Voor de uitbreiding en exploitatie van de varkenshouderij is op 11 december 2015 een natuurvergunning verleend. Deze natuurvergunning heeft betrekking op het houden van varkens in meerdere stallen, genummerd als stallen 2, 3, 4, 5, 6a, 6b, 7, 8, 9a en 9b. De stallen 7, 8, 9a en 9b zijn nooit gerealiseerd. In 2017 is het bedrijf getroffen door een brand, waarbij de stallen 6a en 6b zijn verwoest. [appellante sub 2] wil deze stallen op een iets andere plaats herbouwen, deze voorzien van biologische combiluchtwassers in plaats van chemische luchtwassers, en de dieraantallen op het bedrijf aanpassen. [appellante sub 2] heeft op 20 februari 2018 een natuurvergunning aangevraagd voor de oprichting van de stallen 6a en 6b en de exploitatie van het bedrijf na deze wijzigingen. Die exploitatie heeft betrekking op het houden van varkens in de stallen 2, 3, 4, 5, 6a (nieuw) en 6b (nieuw).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2963
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202203309/1/R2

202203824/1/A2

Bij besluit van 1 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlem bekostiging van de stichting voor renovatie en uitbreiding van een school vastgesteld op een bedrag van € 3.186.847,00 en het verzoek om aanvullende bekostiging van een bedrag van € 142.244,00 afgewezen. De stichting is het bevoegd gezag van meerdere scholen in Haarlem in het primair en speciaal onderwijs. Zij heeft een aanvraag tot bekostiging gedaan om het gebouw aan de Cruquiusweg 2, te Haarlem, te renoveren en uit te breiden om een nieuwe basisschool te vestigen. Na goedkeuring van het bouwplan en de begroting van de stichting heeft het college bij besluit van 22 augustus 2019 bekostiging verleend voor een bedrag van € 3.078.000,00. Daarin is onder meer opgenomen dat de stichting voortgangsrapportages moet indienen en melding moet doen van wijzigingen ten opzichte van de begroting en/of het bestek van de bouwplannen. De rechtbank heeft overwogen dat de zorgplicht van het college voor de huisvesting van scholen in het primair onderwijs, als bedoeld in de artikelen 91 en 92 van de Wet op het primair onderwijs, niet zover strekt dat het alle kosten die de stichting heeft gemaakt integraal moet vergoeden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2959
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak202203824/1/A2

202204443/1/R4

Bij besluit van 29 november 2019 heeft het college aan van burgemeester en wethouders van Nijmegen [bedrijf] een omgevingsvergunning verleend voor het gebruiken van het perceel [locatie] in Nijmegen ten behoeve van de bedrijfsactiviteiten van [bedrijf] voor een periode van zes jaar. [appellante] is eigenaresse van het perceel en verhuurt dat aan [bedrijf]. [bedrijf] wil het perceel gebruiken voor zijn bedrijf. Omdat het op het moment van de besluitvorming geldende bestemmingsplan "Nijmegen Zuid 2017" geen bedrijfsactiviteiten toestond, heeft [bedrijf] het college verzocht om hem een omgevingsvergunning te verlenen voor het gebruiken van het perceel in strijd met het bestemmingsplan voor een periode van zes jaar. Het college heeft de verzochte vergunning bij het besluit van 29 november 2019 verleend. Bij het besluit op bezwaar van 17 augustus 2020 heeft het college de verleende vergunning herroepen, omdat [bedrijf] volgens het college geen belanghebbende is en daarom geen aanvraag kan indienen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2940
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202204443/1/R4

202204567/1/R2

Bij besluit van 15 juni 2022 heeft de raad van de gemeente Breda het bestemmingsplan "Princenhage, Tuinzigtlaan 12" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in een herontwikkeling van het voormalige schoolgebouw De Rooi Pannen aan de Tuinzigtlaan 12 tot een appartementencomplex met 236 woningen en een bouwhoogte van maximaal 17 meter. [appellant] kan zich als bewoner van het naastliggende appartementencomplex Easy Street niet verenigen met de voorziene herontwikkeling. Hij vreest een aantasting van zijn woon- en leefklimaat, onder meer door parkeeroverlast, verminderde bezonning en een aantasting van zijn privacy.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3003
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202204567/1/R2

202204988/1/R4 en 202205160/1/R4 en 202205161/1/R4

Bij besluit van 26 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Berkelland [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast om een aanbouw, een serre, een tuinmuur aan een bestaande schuur en een toegangspoort op het perceel [locatie] in Beltrum te verwijderen en verwijderd te houden. [appellant] is op het perceel het [bedrijf] gaan exploiteren. Daarvoor heeft hij rond 2019 op het perceel een aanbouw, een serre, een tuinmuur en een toegangspoort gerealiseerd. Volgens het college van burgemeester en wethouders van Berkelland ontbreken de hiervoor vereiste omgevingsvergunningen. Het college van burgemeester en wethouders van Berkelland heeft [appellant] daarom gelast om deze bouwwerken te verwijderen en verwijderd te houden. [appellant] is het daar niet mee eens. Volgens hem is er voor deze bouwwerken al eerder een omgevingsvergunning van rechtswege ontstaan. Zekerheidshalve heeft [appellant] voor de bouwwerken alsnog omgevingsvergunningen gevraagd. Het college van burgemeester en wethouders van Berkelland heeft die geweigerd. [appellant] is het ook met die weigering niet eens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2956
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202204988/1/R4 en 202205160/1/R4 en 202205161/1/R4

202205428/2/V3

Bij verwijzingsuitspraak van 30 augustus 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3275, heeft de Afdeling het Hof van Justitie verzocht om in een prejudiciële beslissing uitspraak te doen over de door haar gestelde vragen over de behandeling van asielverzoeken van personen die door Griekenland zijn erkend als vluchteling. De Afdeling heeft daarbij de behandeling van het hoger beroep geschorst tot het Hof uitspraak heeft gedaan en iedere verdere behandeling aangehouden. In de uitspraak van vandaag, ECLI:NL:RVS:2025:2865, heeft de Afdeling onder 7-7.3 aan de hand van het arrest QY uiteengezet hoe de minister moet omgaan met asielaanvragen van personen die door Griekenland zijn erkend als vluchteling, maar die niet naar Griekenland kunnen terugkeren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2867
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205428/2/V3

202205572/1/R4

Bij besluit van 4 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn aan [vergunninghouder] omgevingsvergunning verleend voor het overschrijden van het bouwvlak op het perceel [locatie 1 en locatie 2] in Uddel. [vergunninghouder] is, samen met anderen, bewoner van de bestaande dubbele woning aan de [locatie 1 en locatie 2] in Uddel. Voor de bouw van deze woning is in 2014 omgevingsvergunning verleend. De woning is echter in afwijking van deze vergunning gebouwd buiten het bouwvlak. Met het oog op het legaliseren van die overtreding heeft het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning voor het overschrijden van het bouwvlak verleend, met toepassing van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid. [appellant] en anderen zijn eigenaren van het perceel [locatie 3 en locatie 4]. Het college heeft in 2016 omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een dubbele woning op dat perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2991
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202205572/1/R4

202206078/1/R4

Bij besluit van 25 september 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hollands Kroon aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend om bebouwing op het perceel [locatie] in Wieringerwerf, gemeente Hollands Kroon (hierna: het perceel), permanent te gebruiken voor de tijdelijke huisvesting van maximaal 40 arbeidsmigranten. [vergunninghoudster] is eigenaar van het perceel. Het perceel ligt op een bedrijventerrein. Op het perceel staat bebouwing die [vergunninghoudster] wil gebruiken als logiesverblijf voor de tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten. Dat gebruik is niet toegestaan op grond van het geldende bestemmingsplan "Wieringerwerf". De bedrijfspercelen van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] liggen op hetzelfde bedrijventerrein in de directe omgeving van het perceel. Het college heeft de omgevingsvergunning verleend met toepassing van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c en artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2o van de Wabo.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2943
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bouwen
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202206078/1/R4

202206340/1/R3

Bij besluit van 17 augustus 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk het verzoek van Drinxx Noordwijk B.V. en 31 anderen om handhavend op te treden tegen het opheffen van parkeerplaatsen aan de Maarten Kruytstraat in Noordwijk afgewezen. Degger kappers en anderen zijn ondernemers die zijn gevestigd in de omgeving van de geblokkeerde parkeerplaatsen. Zij vrezen dat klanten niet meer in de buurt van hun onderneming kunnen parkeren en dat zij hun onderneming niet meer goed kunnen bevoorraden. Op 31 mei 2021 hebben zij het college verzocht om handhavend op te treden tegen de blokkades en de parkeerplaatsen weer vrij te geven, omdat het plaatsen ervan volgens hen in strijd is met het bestemmingsplan "Zeewaardig" en de Algemene Plaatselijke Verordening Noordwijk 2021. Daarbij hebben zij erop gewezen dat voor het onttrekken van parkeerplaatsen aan de openbaarheid een besluit moet worden genomen als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wegenwet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2986
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202206340/1/R3

202206342/1/R3

Bij besluit van 15 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk aan Hoorne Vastgoed B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een winkelruimte, 42 appartementen en een ondergrondse parkeergarage aan de Maarten Kruytstraat in Noordwijk en voor het aanleggen van een uitweg op de Abraham van Royenstraat. Op 27 oktober 2020 heeft Hoorne Vastgoed B.V. een omgevingsvergunning aangevraagd voor een complex aan de Maarten Kruytstraat in Noordwijk. Het complex bestaat uit een ondergrondse parkeerkelder, een winkelruimte, een parkeerdek en 42 woningen. In de ondergrondse parkeergarage zullen 96 parkeerplaatsen worden gerealiseerd. De winkelruimte op de begane grond bedraagt 2.350 m² en bestaat uit een supermarkt met een bruto vloeroppervlak (bvo) van 1.393 m² en overige detailhandel (versmarkt) met een bvo van 552 m². Boven de winkelruimte worden 42 appartementen gerealiseerd met eigen parkeergelegenheid (54 parkeerplaatsen). De inrit van de ondergrondse parkeergarage, het parkeerdek en de entree van de expeditie van de supermarkt en versmarkt zijn voorzien aan de Abraham van Royenstraat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2984
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202206342/1/R3

202207316/1/A3

Bij besluit van 23 december 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen het door [appellant] gemaakte bezwaar tegen het uitblijven van een besluit op zijn verzoek om verstrekking van informatie niet-ontvankelijk verklaard. Op 2 mei 2018 heeft [appellant] aan het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen verzocht om op grond van de Wet openbaarheid van bestuur informatie over (uitzonderings)regels voor bussen aan hem te verstrekken. Zijn verzoek houdt verband met een gestelde mededeling van de politie dat bussen van busmaatschappij ‘Breng’ met defecte koplampen mogen rijden. De rechtbank heeft het door [appellant] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard en dat besluit vernietigd. De rechtbank heeft overwogen dat in het emailbericht en de brief niet wordt ingegaan op het Wob-verzoek. Daarin wordt [appellant] kort gezegd alleen geïnformeerd over hoe er met hem gecommuniceerd gaat worden omdat de zogenaamde ‘veelschrijversregeling’ wordt toegepast. De rechtbank ziet daarin geen beslissing op het Wob-verzoek.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3001
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202207316/1/A3

202207506/1/R2

Bij besluit van 1 april 2021 heeft het college het verzoek van Stichting Brabantse Milieufederatie om de vergunning van DOVO B.V. van 16 januari 2016 op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 gedeeltelijk in te trekken op grond van artikel 5.4, tweede lid, van de Wet natuurbescherming, afgewezen. BMF heeft het college verzocht om de natuurvergunning van DOVO B.V., gevestigd aan de Larestraat 2a in Esbeek, in te trekken voor wat betreft stal 3, omdat deze nog niet is gerealiseerd. Daarbij heeft BMF betoogd dat in het Natura 2000-gebied "Kempenland-West" al sprake is van een overschrijding van de kritische depositiewaarde en er een verslechtering dreigt. Daarom zijn volgens BMF passende maatregelen nodig, zoals bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Habitatrichtlijn, waarnaar wordt verwezen in artikel 5.4, tweede lid, van de Wnb.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2969
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202207506/1/R2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202207506/1/R2

202300802/1/A3

Bij besluit van 4 augustus 2020 heeft de burgemeester van Oosterhout de aanvraag van [wederpartij] om een exploitatievergunning voor een horecabedrijf afgewezen. Bij het besluit van 4 augustus 2020, gehandhaafd bij het besluit van 1 april 2021, heeft de burgemeester de aanvraag van [wederpartij] om een exploitatievergunning voor een horecabedrijf aan de [locatie] in Oosterhout afgewezen. De burgemeester heeft daaraan ten grondslag gelegd dat [wederpartij] van slecht levensgedrag is. De rechtbank heeft de burgemeester in de tussenuitspraak in de gelegenheid gesteld een gebrek dat zij in het besluit van 1 april 2021 heeft geconstateerd te herstellen. De burgemeester heeft deze gelegenheid gebruikt om een nieuw besluit te nemen, te weten het besluit van 11 juli 2022. In de einduitspraak heeft de rechtbank geoordeeld dat de burgemeester ook met dit besluit niet voldoende heeft gemotiveerd waarom de aanvraag van [wederpartij] moet worden afgewezen. De rechtbank heeft het besluit van 1 april 2021 en de aanvullende motivering van 11 juli 2022 daarbij getoetst aan de drie voorwaarden die worden opgesomd in de uitspraak van de Afdeling van 25 mei 2022.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2979
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202300802/1/A3

202300853/1/A3

Bij besluit van 11 mei 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar naar aanleiding van een verzoek van [appellant] om openbaarmaking van informatie een aantal documenten gedeeltelijk openbaar gemaakt. [appellant] huurde voor zijn tandartspraktijk een ruimte in het pand aan de [locatie] in Stompetoren dat eigendom is van de gemeente Alkmaar. In dat pand heeft, in opdracht van de gemeente, een verbouwing plaatsgevonden ten behoeve van een Centrum voor Jeugd en Gezin en een huisarts. Tijdens de verbouwing was een directievoerder aanwezig die de werkzaamheden coördineerde. Deze directievoerder handelde in opdracht van de gemeente als eigenaar van het pand en eventueel in opdracht van een toekomstige huurder. [appellant] heeft het college verzocht om aan hem op grond van de Wet openbaarheid van bestuur alle documenten te verstrekken die betrekking hebben op de verbouwing van dit pand vanaf 1 januari 2019.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2976
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202300853/1/A3

202301381/1/R2

Bij besluit van 23 juli 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland het verzoek van de stichting van 1 augustus 2019 om de vergunning van 7 december 2015 op grond van de Wet natuurbescherming van [bedrijf] in te trekken op grond van artikel 5.4, eerste lid onder b, en het tweede lid, van de Wnb, geweigerd. De stichting heeft verzocht om de natuurvergunning van de geitenhouderij aan de [locatie] in Hurwenen van 7 december 2015 gedeeltelijk in te trekken op grond van artikel 5.4, eerste lid en onder b, en het tweede lid, van de Wnb. Daartoe heeft de stichting aangevoerd dat het niet mogelijk is om 5510 geiten te houden in vier stallen. Bij toepassing van de normen in het "Handboek Geitenhouderij" kunnen er maximaal 3609 geiten worden gehouden. De stichting heeft dan ook verzocht om de natuurvergunning in te trekken in zoverre dat er maximaal 3609 geiten mogen worden gehouden. Ook worden volgens de stichting onvoldoende passende maatregelen genomen om verslechtering of verstoring te voorkomen van de natuurwaarden in het Natura 2000-gebied Rijntakken. Het college heeft overwogen dat er andere passende maatregelen kunnen worden getroffen om verslechtering te voorkomen en daarom intrekking niet nodig is als passende maatregel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2973
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202301381/1/R2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202301381/1/R2

202302025/1/R2

Bij besluit van 31 januari 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel het wijzigingsplan "Hoogstraat naast nr. 102 te Berlicum" vastgesteld. Het plan wijzigt het bestemmingsplan "Actualisatieplan Kommen Berlicum en Middelrode" wat betreft het perceel kadastraal bekend als gemeente Berlicum, sectie H, nummer 4986, gelegen naast het perceel Hoogstraat 102 in Berlicum. Het plan maakt de bouw van vier twee-onder-een-kap woningen aan de Fonteinkruid mogelijk. De woningen zullen ten zuidwesten van de Hoogstraat, die haaks staat op de Fonteinkruid, worden gerealiseerd. De voorziene woningen staan in de wijk [bedrijf]. [appellant] woont aan de [locatie] in Berlicum. Hij is het niet eens met het wijzigingsplan. Hij is van oordeel dat met het plan niet wordt voldaan aan de wijzigingsvoorwaarden in artikel 27.5 van de regels van het moederplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2944
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202302025/1/R2

202302154/1/R1

Bij besluit van 15 februari 2023 heeft de raad van de gemeente Weert het bestemmingsplan "Grotesteeg 8A en 29", vastgesteld. Het plangebied omvat de percelen aan de Grotesteeg 8A en 29 in Altweerterheide in de gemeente Weert. In het vorige bestemmingsplan "Buitengebied 2011" had deze locatie de enkelbestemming "Agrarisch - Agrarisch bedrijf" en de enkelbestemming "Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden". Ook de locatie aan de Grotesteeg 29 had deze enkelbestemmingen. De beide locaties waren door middel van figuur "relatie" aan elkaar gekoppeld. In dit bestemmingsplan ontbreekt deze koppeling en wordt op het perceel aan de Grotesteeg 8A de realisatie van een zonnepark en een bedrijfswoning mogelijk gemaakt. [appellant A] en [appellant B] wonen aan de [locatie A], direct ten zuidwesten van het plangebied, en kunnen zich niet verenigen met het bestemmingsplan. [appellant A] en [appellant B] voeren aan dat met het bestemmingsplan aan de Grotesteeg 8A een intensieve schapenhouderij mogelijk wordt gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3004
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202302154/1/R1

202302214/1/A3

Bij vier afzonderlijke besluiten van 18 september 2019 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan [appellante] respectievelijk een bestuurlijke boete van € 38.500,00 opgelegd wegens overtreding van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, een last onder dwangsom opgelegd wegens het niet betalen van achterstallig loon en vakantiebijslag, een waarschuwing preventieve stillegging van werk gegeven en een bestuurlijke boete van € 54.000,00 opgelegd wegens overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen. [appellante] heeft een tuinbouwbedrijf, gericht op de teelt van en handel in tuinbouwzaden en andere gewassen. [appellante] heeft, met tussenkomst van [partij], stageovereenkomsten gesloten met tien studenten van een Poolse en een Oekraïense universiteit om werkzaamheden op het bedrijf te verrichten. Na een inspectie op de hoofdvestiging van [appellante] heeft de Inspectie SZW op 15 oktober 2018 een boeterapport opgemaakt. Naar aanleiding daarvan heeft de minister twee bestuurlijke boetes op grond van de Wml en Wav opgelegd, een waarschuwing preventieve stillegging van werk gegeven en een last onder dwangsom opgelegd wegens het niet betalen van achterstallig loon en vakantiebijslag, omdat volgens de minister geen sprake was van stages maar van arbeidsovereenkomsten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2960
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202302214/1/A3

202302442/3/R2

Bij tussenuitspraak van 4 september 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3590 heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 16 weken na verzending van de tussenuitspraak het daarin geconstateerde gebrek in het besluit van 16 maart 2023, tot vaststelling van het bestemmingsplan "Binnenstad, Marksingel 1", te herstellen. Bij besluit van 4 december 2024 heeft de raad ter uitvoering van de tussenuitspraak het bestemmingsplan "Binnenstad, Marksingel 1" gewijzigd vastgesteld. [appellant] heeft, daartoe in de gelegenheid gesteld, een zienswijze naar voren gebracht. Het plan voorziet in de herontwikkeling van een bestaand kantoorgebouw tot een appartementengebouw in de binnenstad van Breda. Beoogd is om op de verdiepingen in totaal maximaal 33 woonappartementen te realiseren en om op de begane grond te voorzien in plintfuncties, zoals bijvoorbeeld detailhandel en dienstverlening. De in het plan toegestane functies voor de begane grond worden niet uitgebreid ten opzichte van het vorige bestemmingsplan. Het plan staat de toevoeging van een extra bouwlaag toe. [appellant] is eigenaar van een perceel dat grenst aan de noordzijde van het plangebied, hij vreest voor aantasting van het woon- en leefklimaat op zijn perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2967
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202302442/3/R2

202302486/1/A3

Bij besluit van 24 juni 2021 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat beslist op een verzoek van [appellant] om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur en documenten openbaar gemaakt. Bij e-mailbericht van 2 december 2020 heeft [appellant] verzocht om openbaarmaking op grond van de Wob van informatie over de door de Inspectie Leefomgeving en Transport opgestelde publicatie ‘Staat van Schiphol 2019’ en de totstandkoming ervan. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de minister, bij de weigering met toepassing van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob om reacties van bij de Staat van Schiphol betrokken partijen in documenten 29, 31, 32, 33 en 53a openbaar te maken, het belang van een goede samenwerking van deze partijen en de daarmee samenhangende informatievoorziening en eventuele besluitvorming redelijkerwijs zwaarder heeft kunnen laten wegen dan het algemeen belang van openbaarmaking. Hierbij voert [appellant] aan dat de rechtbank heeft miskend dat van afgesproken vertrouwelijkheid tussen de ILT en de betrokken partijen niet is gebleken, dat een goede samenwerking vanzelfsprekend zou moeten zijn, dat niet duidelijk is waarom door openbaarmaking de besluitvorming wordt gehinderd en dat reacties van belanghebbenden op concept-rapporten bij andere bestuursorganen standaard openbaar worden gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2988
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202302486/1/A3

202302492/1/A2

Bij besluit van 10 december 2019 heeft de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG) aan [appellant] een schadevergoeding van € 19.734,46, inclusief wettelijke rente en bijkomende kosten, toegekend. [appellant] is sinds 2000 eigenaar van een woonboerderij met schuren aan de [locatie] te Garnwerd. Het woonhuis is gesloopt en herbouwd in 2010 en de schuren stammen uit 1880. [appellant] heeft op 9 oktober 2018 een aanvraag om vergoeding van bouwkundige schade ingediend bij de TCMG. Het Instituut heeft bij het besluit van 10 december 2019, gehandhaafd bij besluit van 13 april 2021, geen schadevergoeding toegekend voor scheuren in de buitengevels en het wijken van geveldelen van twee schuren (schades 8, 10, 15, 17 en 23). In hoger beroep is in geschil of het Instituut voor de schades het bewijsvermoeden heeft weerlegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2947
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202302492/1/A2

202302630/1/A2

Bij besluit van 29 juli 2022 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een aanvraag van [appellante] voor erkenning van haar beroepskwalificatie om te mogen werken als gastouder afgewezen. [appellante] heeft in 2002 het diploma Verzorgende AG niveau 3 behaald en werkt sinds 2004 als gastouder. In 2010 is zij geregistreerd in het nieuw ingestelde Landelijk Register Kinderopvang. Zij heeft gewerkt als gastouder bij gezinnen in Bilthoven, De Bilt, Den Dolder en Utrecht. Voorafgaand aan elke start bij een nieuw gezin is door of namens haar de daarvoor verplichte aanvraag ingediend. De GGD regio Utrecht is telkens tot de conclusie gekomen dat haar diploma aan de kwalificaties voldeed om als geregistreerde gastouder aan het werk te gaan bij de gezinnen, waarna het college toestemming aan [appellante] heeft verleend om als gastouder te werken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2978
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak202302630/1/A2

202302644/1/A3

Bij mailbericht van 17 september 2021 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gereageerd op een verzoek van de stichting. Bij besluit van 4 november 2021 heeft de minister het door de stichting daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Bij brief van 3 september 2021 heeft de stichting een verzoek bij de minister ingediend genaamd ‘WOB Verzoek Verificatie NSL’. In deze brief staat het volgende: ‘Dit WOB 3 verzoek betreft slotvragen die beogen meer zekerheid te verschaffen over verschillende aspecten van het NSL waar wij ons over verbazen. […] De navolgende verificatie vragen betreffen allereerst de drie constateringen in het overzicht PM10 gevolgd door daarmee samenhangende vragen. […].’ Bij mailbericht van 17 september 2021 heeft de minister aan de stichting medegedeeld dat het verzoek vragen bevat die rechtsreeks door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (hierna: het RIVM) beantwoord kunnen worden en dat een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) daarom niet mogelijk is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2983
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202302644/1/A3

202302646/1/A3

Bij besluiten van 12 augustus 2021 en 16 augustus 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Vught beslissingen genomen op verzoeken van de stichting om openbaarmaking van informatie. In verband met het plan van het college om de rijksweg N65 tussen Vught en Helvoirt te reconstrueren, heeft de stichting in drie afzonderlijke brieven op grond van de Wet openbaarheid van bestuur verzocht om verstrekking van informatie. Bij brief van 21 juli 2021 heeft de stichting verzocht om informatie over de bij de ‘Verkeerstellingen‘ en ‘Kruispuntenanalyse’ gebruikte invoercijfers, modelvariabelen en output van het gebruikte ‘Vissum model’ voor drie ovondes. Bij besluit van 12 augustus 2021 en besluiten van 16 augustus 2021 heeft het college drie afzonderlijke beslissingen genomen op de verzoeken en informatie openbaar gemaakt. Daaronder bevindt zich het onderlinge e-mailverkeer met Ra Infra BV en de door Ra Infra BV gemaakte kostenramingen voor de realisatie van een tunnel. Het college heeft geen aanleiding gezien om documenten op te vragen bij RA Infra BV omdat de Wob alleen voorziet in openbaarmaking van documenten die onder het bestuursorgaan berusten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2980
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202302646/1/A3

202303032/1/R1

Bij besluit van 17 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wageningen een omgevingsvergunning voor het tijdelijk gebruik van de benedenverdieping van het pand aan de [locatie] in Wageningen als woonruimte geweigerd. Bij besluit van 28 oktober 2021 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard en de weigering van de omgevingsvergunning in stand gelaten. Bij uitspraak van 4 april 2023 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2966
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202303032/1/R1

202303389/1/A3

Bij besluit van 29 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heerlen het verzoek van Metroprop om op grond van de Wet openbaarheid van bestuur documenten openbaar te maken, geweigerd. De gemeente Heerlen, NS Poort Ontwikkeling B.V. en [belanghebbende] hebben op 23 februari 2010 de Ontwikkelings- en realisatieovereenkomst Maankwartier (ORO) gesloten en op 4 januari 2012 de daarbij behorende Uitwerkingsovereenkomst (UO). Hierin zijn afspraken neergelegd over de verdere ontwikkeling en realisering van het Maankwartier. [belanghebbende] zal daar bouwactiviteiten ondernemen. In het besluit van 18 april 2023 heeft het college zich op het standpunt gesteld dat ter zake de bijlages 17a en 17b bij de UO op grond van het inmiddels vervallen artikel 25 van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2982
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202303389/1/A3

202303523/1/A2

Bij besluit van 30 maart 2021 heeft de Dienst Toeslagen aan wijlen [appellante] een compensatiebedrag van € 26.610,00 toegekend. Deze uitspraak gaat over de door de erven van [appellante] gevraagde compensatie in het kader van de hersteloperatie toeslagen. Het gaat daarbij in het bijzonder om de vraag of de Dienst Toeslagen op de juiste wijze is omgegaan met een bedrag van € 18.920,00 dat wijlen [appellante] als gevolg van een schuldsaneringstraject niet heeft terugbetaald aan de Dienst Toeslagen. Wijlen [appellante] is aangemerkt als een gedupeerde ouder van de toeslagenaffaire. Zij heeft recht op compensatie over de toeslagjaren 2008 tot en met 2010. De Dienst Toeslagen heeft bij besluit van 30 maart 2021 aan wijlen [appellante] een compensatiebedrag van € 26.610,00 toegekend. Wijlen [appellante] heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Naar aanleiding daarvan heeft de Dienst Toeslagen bij besluit van 2 juni 2023 het compensatiebedrag herzien en dit bedrag verhoogd naar € 40.399,00.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2972
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202303523/1/A2

202304080/1/R3

Bij besluit van 31 augustus 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg een omgevingsvergunning verleend voor het splitsen van een woning op de percelen [locatie 1 en locatie 2] te Dedemsvaart. Op het perceel [locatie 1] in Dedemsvaart exploiteert [bedrijf] een loonbedrijf. Op dit perceel is een bedrijfswoning gevestigd. Op 31 oktober 2018 is een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het splitsen van deze bedrijfswoning met inwoning naar twee zelfstandige bedrijfswoningen. Deze vergunning is vervolgens, met toepassing van artikel 2.10, eerste lid en artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3˚, van de Wabo, verleend. [appellant] kan zich niet met dit besluit verenigen. [appellant] voert aan dat de rechtbank ten onrechte het kaderstellend beleid "Woningsplitsing bij inwoning" van toepassing heeft geacht. [appellant] onderbouwt dit door aan te voeren dat in het beleid de term "bedrijfswoning" niet voorkomt en niet expliciet van toepassing is verklaard. Zij vindt dat "woning" en "bedrijfswoning" verschillende begrippen zijn, en nu "bedrijfswoning" niet in het beleid voorkomt, niet duidelijk is dat dit beleid tevens geldt voor bedrijfswoningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2989
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202304080/1/R3

202304197/1/A2

Bij besluit van 1 juli 2021 heeft de Dienst Toeslagen aan [appellante] een compensatiebedrag van € 61.783,00 toegekend. [appellante] is een gedupeerde ouder van de toeslagenaffaire. [appellante] heeft recht op compensatie over de toeslagjaren 2008, 2009 en 2010 omdat er sprake is geweest van groepsgewijze institutionele vooringenomenheid bij het onderzoek naar fraude bij [gastouderbureau], waar [appellante] cliënt was. Gedurende de looptijd van de hersteloperatie heeft de Dienst Toeslagen op basis van verschillende herstelregelingen compensatie toegekend. Met ingang van 5 november 2022 is de Wet hersteloperatie toeslagen van kracht. Op grond van het overgangsrecht worden compensatiebeschikkingen die in het kader van de hersteloperatie toeslagen zijn genomen vóór de inwerkingtreding van de Wht, aangemerkt als beschikkingen die zijn gegeven krachtens de Wht. Dat geldt dus ook voor besluiten van de Dienst Toeslagen die in deze zaak aan de orde zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2864
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202304197/1/A2

202305484/1/A2

Bij besluit van 22 juni 2021 heeft de Belastingdienst/Toeslagen (thans en hierna: Dienst Toeslagen) aan [appellante] een compensatiebedrag van € 45.725,00 toegekend. [appellante] is een gedupeerde ouder van de toeslagenaffaire. [appellante] heeft recht op compensatie over de toeslagjaren 2008 en 2009, omdat sprake is geweest van groepsgewijze institutionele vooringenomenheid bij het onderzoek naar fraude bij [gastouderbureau], waar [appellante] cliënt was. Gedurende de looptijd van de hersteloperatie heeft de Dienst Toeslagen op basis van verschillende herstelregelingen compensatie toegekend. Met ingang van 5 november 2022 is de Wet hersteloperatie toeslagen van kracht. Op grond van het overgangsrecht worden compensatiebeschikkingen die in het kader van de hersteloperatie toeslagen zijn genomen vóór de inwerkingtreding van de Wht, aangemerkt als beschikkingen die zijn gegeven krachtens de Wht. Dat geldt dus ook voor de besluiten van de Dienst Toeslagen die in deze zaak aan de orde zijn. De rechtbank heeft overwogen dat het betoog van [appellante], dat haar immateriële schade groter is en dat de Dienst Toeslagen had moeten afwijken van de forfaitaire bedragen, ertoe strekt dat de Dienst Toeslagen afwijkt van de Wht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2990
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202305484/1/A2

202305996/1/R2

Bij besluit van 7 september 2021 heeft het college aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor het ophogen van landbouwgrond aan Het Loo in Haps (hierna: het perceel). Bij afzonderlijke besluiten van 8 februari 2022 heeft het college de door [appellant A] en [appellant B] daartegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard. [partij] is vergunninghoudster en eigenaar van de landbouwgrond aan Het Loo in Haps. Het perceel is kadastraal bekend als voormalige gemeente Cuijk, sectie K, nummer 3587. [partij] wil het perceel ophogen. Het perceel heeft in het bestemmingsplan "Haps", vastgesteld door de raad van de (voormalige) gemeente Cuijk op 31 oktober 2011 (voortgezet op 1 november 2011) de bestemming "Groen" en de dubbelbestemming "Waarde-Archeologie 5". [appellant A] en [appellant B] wonen direct naast het perceel, respectievelijk aan De [locatie 1] en aan Het [locatie 2]. Zij hebben beroep ingesteld bij de rechtbank tegen de twee beslissingen op bezwaar waarbij verleende omgevingsvergunning in stand is gebleven. Volgens [appellant A] en [appellant B] is de omgevingsvergunning in strijd met de groenbestemming op het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3006
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202305996/1/R2

202306039/1/A2

Bij besluit van 11 oktober 2021 heeft de Dienst Toeslagen aan [appellante] een compensatiebedrag toegekend van € 53.645,00 voor de toeslagjaren 2008 en 2009. [appellante] is een gedupeerde van de toeslagenaffaire. [appellante] heeft recht op compensatie over de toeslagjaren 2008 en 2009, omdat er sprake is geweest van institutioneel vooringenomen handelen. Gedurende de looptijd van de hersteloperatie heeft de Dienst Toeslagen op basis van verschillende herstelregelingen compensatie toegekend. Met ingang van 5 november 2022 is de Wet hersteloperatie toeslagen van kracht. Op grond van het overgangsrecht worden compensatiebeschikkingen die in het kader van de hersteloperatie toeslagen zijn genomen vóór de inwerkingtreding van de Wht, aangemerkt als beschikkingen die zijn gegeven krachtens de Wht. [appellante] stelt zich op het standpunt dat zij onvoldoende is gecompenseerd voor het leed dat zij ten tijde van de toeslagenaffaire heeft moeten ondergaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2987
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202306039/1/A2

202307905/1/R1

Bij besluit van 16 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rheden aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van diverse bouwwerken in de achtertuin bij de woning op het perceel aan de [locatie 1] in Dieren, gemeente Rheden, en voor het gebruik van gronden in strijd met het bestemmingsplan ten aanzien van een aantal van die bouwwerken. [partij] en [persoon] wonen aan de [locatie 1]. Omdat de poort en de erfafscheiding hoger zijn dan de in het bestemmingsplan toegestane maximale bouwhoogte, heeft het college de omgevingsvergunning ook verleend voor het gebruik van de gronden in strijd met het bestemmingsplan. Met de omgevingsvergunning is beoogd de bestaande situatie te legaliseren. [appellant] woont aan de [locatie 2] in Dieren. Zijn perceel grenst aan dat van [partij] en [persoon]. [appellant] stelt hinder te ondervinden van het gebruik van de vergunde bouwwerken en heeft daarom rechtsmiddelen aangewend tegen de verlening van de omgevingsvergunning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2965
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202307905/1/R1

202307916/1/A2

Bij uitspraak van 14 november 2023 heeft de rechtbank het verzoek van Stichting Administratiekantoor DKO en [appellant] om schadevergoeding op grond van artikel 8:88, eerste lid, van de Awb afgewezen. DKO en [appellant] zijn mede-eigenaren van het pand aan de [locatie] te Den Haag. Het pand bestaat uit één parterrewoning en een bovenwoning. Volgens DKO en [appellant] is rond 1995 de bovenwoning door voormalige eigenaren (bouwkundig) gesplitst in twee woningen zonder dat hiervoor een omgevingsvergunning is verleend. Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag heeft bij besluit van 11 januari 2018 een last onder dwangsom opgelegd aan DKO om de splitsing van de woning ongedaan te maken binnen zes weken, dan wel alsnog de vereiste omgevingsvergunning aan te vragen. Bij besluit van 30 maart 2018 heeft het college een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het splitsen van de bovenwoning afgewezen. Bij besluiten van 20 juli 2018 heeft het college de bezwaren tegen beide besluiten ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2971
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202307916/1/A2

202400292/1/R3

Bij besluit van 30 november 2023 heeft de raad van de gemeente Den Haag het bestemmingsplan "Kop Assumburgweg 2023" vastgesteld. Het plan voorziet in de herontwikkeling van het terrein van de voormalige brandweerkazerne aan de Assumburgweg en van een daaraan grenzend woonblok uit de jaren 1960 in Moerwijk-Oost. De kazerne doet dienst als bedrijfsverzamelgebouw tot het plan kan worden uitgevoerd. De herontwikkeling beoogt de bouw mogelijk te maken van 548 woningen, bestaande uit 142 sociale huurwoningen en 406 middeldure/vrije-sector-huurwoningen. Verder is voorzien in maximaal 4.500 m² bruto vloeroppervlakte aan bedrijvigheid en/of commerciële ruimte, zoals horeca, zorg, welzijn en kantoren. De Afdeling heeft in die uitspraak overwogen dat de raad onvoldoende inzichtelijk had gemaakt dat er voldoende parkeergelegenheid was. [appellant A] en [appellant C] wonen op het adres [locatie] te Den Haag. Duinstad en [appellant C] exploiteren een autobedrijf in de voormalige brandweerkazerne. De tijdelijke huurovereenkomst met Duinstad en [appellant C] is beëindigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2994
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202400292/1/R3

202400358/1/A3

Bij besluit van 25 november 2022 heeft de minister van Defensie het verzoek van [appellant] om inzage in over hem verwerkte politiegegevens toegewezen. [appellant] heeft een verzoek om inzage in zijn persoonsgegevens bij de Koninklijke Marechaussee ingediend. De aanleiding voor dit verzoek is onder meer dat hij problemen ondervindt met (buitenlandse) autoriteiten als hij zich buiten Nederland verplaatst. Hij is onderworpen aan extra grenscontroles en ook is hem toegang tot landen geweigerd. Volgens [appellant] komt dit mede doordat de KMar ten onrechte uitvoering heeft gegeven aan een signalering in het Schengen Informatie Systeem-II ("SIS-II"). De minister heeft het verzoek van [appellant] behandeld als een verzoek op grond van artikel 25 van de Wet politiegegevens en inzage verleend in twaalf mutaties met een omschrijving van hun inhoud. In de tweede en de daaropvolgende mutaties is vermeld dat op [appellant] een signalering in het SIS-II van toepassing is. In de elfde mutatie is die vermelding gecorrigeerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2941
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202400358/1/A3

202400793/1/A2

Bij besluit van 8 maart 2022 heeft het college van gedeputeerde staten van Groningen (hierna: het college) de subsidieaanvraag van [appellant] afgewezen. Op 10 november 2021 heeft [appellant] op grond van de subsidieregeling Groot Onderhoud en Restauratie Rijksmonumenten provincie Groningen subsidie aangevraagd voor groot onderhoud en restauratie van het rijksmonument [locatie] (hierna: het monument). Bij de aanvraag had [appellant] onder meer een Restauratieplan van Dijkoraad van 20 januari 2020 gevoegd. De rechtbank heeft het beroep van [appellant] ongegrond verklaard. De rechtbank heeft overwogen dat het college terecht stelt dat niet is voldaan aan artikel 12, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 6, aanhef en onder m, van de Subsidieregeling, nu het restauratieplan geen beschrijving van het gehele monument bevat. Nu deze weigeringsgrond de afwijzing zelfstandig kan dragen, heeft de rechtbank de beroepsgronden van [appellant] die gaan over artikel 12, aanhef en onder e, van de Subsidieregeling niet beoordeeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2962
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202400793/1/A2

202400919/1/R2 en 202403066/1/R2

Bij besluit van 31 oktober 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Boxtel voor het bestemmingsplan "[locatie 1] te Boxtel" hogere grenswaarden als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder vastgesteld voor de nieuwe woningen aan de Oude Boomgaard. Het plan is vastgesteld op initiatief van [partij], eigenaar van de gronden in het plangebied, en voorziet in de volledige sanering van de perkplantenkwekerij met daarbij behorende kassen op het perceel [locatie 1] in Boxtel (hierna ook: het perceel). Daarvoor in de plaats komen twee zogeheten ruimte-voor-ruimtewoningen. Ook wordt met het plan een bestaande bedrijfswoning omgezet naar een burgerwoning met een (bestaand) bijgebouw van 250 m². Het plangebied ligt in de geluidszones van vier wegen, waaronder de Rijksweg A2. Met de in het plan voorziene twee ruimte-voor-ruimtewoningen kan niet worden voldaan aan de op grond van de Wgh geldende voorkeursgrenswaarde, vanwege de geluidsbelasting afkomstig van de Rijksweg A2. Het college heeft daarom hogere grenswaarden vastgesteld voor deze woningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2952
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Geluid
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202400919/1/R2 en 202403066/1/R2

202400929/1/R1

Bij brief van 27 januari 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hoorn medegedeeld dat het verzoek van [appellant] voor het plaatsen van een walstroomkast op de locatie [locatie] te Hoorn niet in behandeling wordt genomen. [appellant] heeft een varend woonschip met een permanente ligplaats aan de [locatie] in Hoorn. Hij heeft op 3 januari 2023 een verzoek gedaan voor het plaatsen van een walstroomkast op de grond gelegen voor zijn woonschip. Tot op heden neemt hij stroom af van de gemeentelijke haven. Het college heeft het verzoek van [appellant] niet in behandeling genomen omdat dit naar zijn mening geen aanvraag in de zin van artikel 1:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is, omdat [appellant] geen belanghebbende is als bedoeld in artikel 1:2 van de Awb. De grond waarop de walstroomkast zou moeten komen, is eigendom van de gemeente, en de gemeente wil niet meewerken aan plaatsing van particuliere walstroomkasten op de kade. Het bezwaar van [appellant] tegen de reactie van het college is niet-ontvankelijk verklaard omdat die reactie volgens het college geen besluit is in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2981
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202400929/1/R1

202400957/1/R1

Bij besluit van 1 november 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Castricum aan [belanghebbende] een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een woning aan de [locatie A] te Akersloot. Het college heeft aan [belanghebbende] een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een woning en het ten behoeve daarvan afwijken van het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Akersloot". [appellanten] wonen op het naastgelegen perceel en kunnen zich niet verenigen met die vergunning. De rechtbank heeft het besluit tot verlening van de omgevingsvergunning vernietigd, maar heeft bepaald dat de rechtsgevolgen in stand blijven. [appellanten] betogen in hoger beroep dat participatie in onvoldoende mate heeft plaatsgevonden. [appellanten] betogen dat het bouwplan voorziet in een woning op een deel van het achtererf van de [locatie B], waar op grond van het bestemmingsplan geen bouwvlak aanwezig is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2985
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202400957/1/R1

202401024/1/R3

Bij besluit van 20 december 2023 heeft raad het bestemmingsplan ‘Meander Noord’ gewijzigd vastgesteld. Tegen dit besluit hebben [appellant A] en [appellant B] beroep ingesteld. Het bestemmingsplan maakt de bouw van 110 woningen in het woongebied Meander Noord mogelijk. Een bijlage bij de toelichting van het bestemmingsplan is het Groenplan "Dalmeden". Dat plan ziet op het tot grotere en bredere eenheden bundelen van smalle strookjes ‘groen’ in de omgeving van het plangebied. Een deel van het perceel van [appellant A] en [appellant B] was in dat groenplan opgenomen. Het college van burgemeester en wethouders heeft dit gedeelte inmiddels verwijderd uit het groenplan. [appellant A] en [appellant B] betogen dat zij als gevolg van het groenplan worden beperkt in hun gebruiksmogelijkheden. Zij voeren aan dat het groenplan een foutieve weergave van de situatie bevat, doordat hun perceel ten onrechte gedeeltelijk daarin is opgenomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2945
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202401024/1/R3

202401245/1/A2

Bij besluit van 20 juni 2022 heeft de Dienst Toeslagen de aanvraag van [appellant] om geldschulden over te nemen op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen afgewezen. De echtgenote van [appellant] is een gedupeerde van de toeslagaffaire. [appellant] heeft de toeslagschulden van zijn echtgenote voldaan en de minister van Financiën verzocht de schulden die hij daarvoor heeft gemaakt, over te nemen. Het gaat om een schuld van € 30.000,00 bij [bedrijf A] en een schuld van € 42.000,00 bij [bedrijf B] De minister van Financiën heeft de twee schulden niet overgenomen. De rechtbank heeft overwogen dat de minister de schulden terecht niet heeft overgenomen, omdat niet is gebleken dat de schuld bij [bedrijf A] vóór 1 juni 2021 opeisbaar is geworden en de schuld bij [bedrijf B] een schuld is bij een onderneming waarvan [appellant] zelf 100% aandeelhouder is. Volgens de rechtbank hoefde de minister in de omstandigheden van [appellant] geen aanleiding te zien om de hardheidsclausule toe te passen. [appellant] stelt dat de rechtbank ten onrechte maar één van de twee schulden heeft beoordeeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2939
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202401245/1/A2
vorige pagina1...91011...1.205volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon