Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.510
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202307550/1/V3

Bij besluit van 20 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:200
Datum uitspraak
23 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202307550/1/V3

202307650/1/V3

Bij besluit van 23 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:201
Datum uitspraak
23 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202307650/1/V3

202307925/2/V2

Bij besluit van 8 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:202
Datum uitspraak
23 januari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202307925/2/V2

202307975/1/V3

Bij besluiten van 8 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.de vreemdeling de toegang tot Nederland geweigerd en hem een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:203
Datum uitspraak
23 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202307975/1/V3

202307978/1/V3.

Bij besluiten van 8 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling de toegang tot Nederland geweigerd en hem een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:204
Datum uitspraak
23 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202307978/1/V3.

202307980/1/V3

Bij besluiten van 8 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling de toegang tot Nederland geweigerd en hem een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:206
Datum uitspraak
23 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202307980/1/V3

202307981/1/V3

Bij besluiten van 8 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling de toegang tot Nederland geweigerd en hem een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:205
Datum uitspraak
23 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202307981/1/V3

202400272/2/V2

Bij besluit van 15 juni 2023 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:207
Datum uitspraak
23 januari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400272/2/V2

202400487/2/V1

Bij besluit van 4 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:293
Datum uitspraak
23 januari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400487/2/V1

202107616/1/V2

Bij besluit van 29 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:186
Datum uitspraak
22 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107616/1/V2

202206072/1/V3

Bij besluit van 17 november 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 27 september 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:182
Datum uitspraak
22 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206072/1/V3

202302048/1/V2

Bij besluit van 15 februari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 24 maart 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:181
Datum uitspraak
22 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202302048/1/V2

202305464/1/V3

Bij besluit van 21 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:189
Datum uitspraak
22 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202305464/1/V3

202307261/1/V3

Bij besluit van 8 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 24 november 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:190
Datum uitspraak
22 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202307261/1/V3

202307452/1/R1 en 202307452/2/R1

Bij besluit van 24 januari 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas [verzoeker] lasten onder dwangsom opgelegd ter hoogte van € 50.000,00 en € 20.000,00 ineens om het op het perceel aan de [locatie] in Lottum met het bestemmingsplan strijdige gebruik voor buitenopslag van materialen te beëindigen en de aangebrachte oppervlakteverharding te verwijderen en beëindigd/verwijderd te houden. [verzoeker] is sinds 2016 eigenaar van het perceel aan de [locatie] in Lottum. Voor het perceel gelden op grond van het bestemmingsplan "Buitengebied Horst aan de Maas" van 19 december 2017 de bestemmingen "Wonen" en "Agrarisch met waarden". Hij heeft op dit perceel een bedrijf voor kassenbouw en -onderhoud. Tijdens een controle op 3 november 2022 is geconstateerd dat op het perceel sprake is van een buitenopslag van materialen en een oppervlakte is verhard (in de vorm van korrelmix). Bij uitspraak van 7 november 2023 heeft de rechtbank - kort gezegd - geoordeeld dat sprake is van overtredingen, omdat het perceel wordt gebruikt voor buitenopslag buiten het bouwvlak en de verharding is aangebracht zonder de benodigde vergunning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:183
Datum uitspraak
22 januari 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202307452/1/R1 en 202307452/2/R1

202307595/1/V3 en 202307595/2/V3

Bij besluit van 18 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:281
Datum uitspraak
22 januari 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202307595/1/V3 en 202307595/2/V3

202307730/1/V2

Bij besluiten van 24 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:192
Datum uitspraak
22 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202307730/1/V2

202307748/1/V3 en 202307748/2/V3

Bij besluit van 15 mei 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:195
Datum uitspraak
22 januari 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202307748/1/V3 en 202307748/2/V3

202307802/1/V3

Bij besluit van 18 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 18 december 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:194
Datum uitspraak
22 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202307802/1/V3

202307872/1/V3

Bij besluit van 5 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 20 december 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:193
Datum uitspraak
22 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202307872/1/V3

202307903/3/V1

Bij besluit van 12 juni 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:188
Datum uitspraak
22 januari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202307903/3/V1

202400024/2/V3

Bij besluit van 2 december 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:187
Datum uitspraak
22 januari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400024/2/V3

202400419/1/V2 en 202400419/2/V2

Bij besluiten van 6 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5289
Datum uitspraak
22 januari 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400419/1/V2 en 202400419/2/V2

BRS.23.000023

Bij besluit van 14 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:167
Datum uitspraak
22 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.23.000023

202103008/1/V1

Bij besluit van 18 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:171
Datum uitspraak
19 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202103008/1/V1

202106580/1/V3

Bij besluit van 6 maart 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 17 september 2020 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:173
Datum uitspraak
19 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202106580/1/V3

202107700/1/V2

Bij besluit van 9 februari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:164
Datum uitspraak
19 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107700/1/V2

202204780/1/V2

Bij besluit van 22 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:174
Datum uitspraak
19 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204780/1/V2

202205855/1/V2

Bij besluit van 21 juli 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:175
Datum uitspraak
19 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205855/1/V2

202306744/2/R4

Bij besluit van 19 september 2023 heeft de raad van de gemeente Buren het bestemmingsplan "Eck en Wiel, [locatie 1], [locatie 2], [locatie 3] en [locatie 4]" vastgesteld. Aan de zuidelijke oever van de Neder-Rijn bij het dorp Eck en Wiel in de gemeente Buren bevindt zich de [camping]. Voorheen was op dit terrein een steenfabriek gevestigd. De camping beschikt over vrije standplaatsen en zogenoemde "lodges". Op het terrein zijn verder een zwembad, kleine aanleghaven en een parkeerterrein voor campingbezoekers aanwezig. De centrale voorzieningen zijn gevestigd in het gebouw van de voormalige steenfabriek. [partij] is de exploitant van de camping en wil deze herinrichten. Het plan maakt dit mogelijk door onder meer te voorzien in maximaal 106 recreatiewoningen. Het plan voorziet in het noordelijke deel, direct aan de rivier, in een kampeerterrein waar maximaal 28 zogenoemde "glampingtenten" zijn toegelaten uitsluitend in de periode tussen 1 april en 31 oktober. Voor de centrale voorzieningen van de camping wordt nieuwe bebouwing mogelijk gemaakt. De voormalige steenfabriek wordt gesloopt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:170
Datum uitspraak
19 januari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202306744/2/R4

202307874/1/V3

Bij besluit van 16 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de termijn van de aan de vreemdeling opgelegde bewaringsmaatregel verlengd met ten hoogste twaalf maanden. Bij uitspraak van 18 december 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:176
Datum uitspraak
19 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202307874/1/V3

202307877/1/V3 en 202307877/2/V3

Bij besluiten van 7 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 20 december 2023 heeft de rechtbank de daartegen door de vreemdelingen ingestelde beroepen ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:177
Datum uitspraak
19 januari 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202307877/1/V3 en 202307877/2/V3

202307970/1/V3 en 202307970/2/V3

Bij besluit van 5 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:180
Datum uitspraak
19 januari 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202307970/1/V3 en 202307970/2/V3

202400075/2/V2

Bij besluit van 26 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:179
Datum uitspraak
19 januari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400075/2/V2

202400187/1/V2 en 202400187/2/V2

Bij besluit van 9 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 15 december 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:178
Datum uitspraak
19 januari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400187/1/V2 en 202400187/2/V2

202300708/1/V2

Bij besluit van 26 augustus 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:158
Datum uitspraak
18 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202300708/1/V2

202301392/1/V3 en 202301397/1/V3

Bij besluiten van 6 februari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 28 februari 2023 heeft de rechtbank het beroep in zaak nr. NL23.3830 ongegrond verklaard, het beroep in zaak nr. NL23.3829 gegrond verklaard en schadevergoeding toegekend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:162
Datum uitspraak
18 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202301392/1/V3 en 202301397/1/V3

202303786/1/V3

Bij besluit van 26 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:160
Datum uitspraak
18 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202303786/1/V3

202304722/2/V3

Bij besluit van 5 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:172
Datum uitspraak
18 januari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202304722/2/V3

202305469/2/R2

Bij besluit van 15 juni 2023 heeft de raad van de gemeente Roosendaal het bestemmingsplan "Partiële herziening bestemmingsplan Bulkstraat" vastgesteld. Het bestemmingsplan is een herziening van het bestemmingsplan "Bulkstraat", dat is vastgesteld op 24 maart 2016. De [verzoeker] en anderen wonen in het plangebied. Zij vinden dat het plan in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Daarom hebben zij beroep ingesteld tegen de vaststelling van het bestemmingsplan en gevraagd de voorlopige voorziening te treffen dat het bestemmingsplan wordt geschorst, zolang de Afdeling nog niet op het beroep heeft beslist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:159
Datum uitspraak
18 januari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202305469/2/R2

202307507/1/V3

Bij besluit van 24 april 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:165
Datum uitspraak
18 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202307507/1/V3

202307643/2/V2

Bij besluit van 27 december 2022, aangevuld bij besluit van 10 augustus 2023, heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen, ambtshalve geweigerd de vreemdeling een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te nemen en hem opgedragen om Nederland binnen vier weken te verlaten

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:166
Datum uitspraak
18 januari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202307643/2/V2

202307657/3/V3

Bij besluit van 28 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:163
Datum uitspraak
18 januari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202307657/3/V3

202307739/1/V3

Bij besluit van 9 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:161
Datum uitspraak
18 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202307739/1/V3

202400395/2/V1

Bij besluit van 3 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:185
Datum uitspraak
18 januari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400395/2/V1

202205933/1/V2

Bij besluiten van 20 juli 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:108
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205933/1/V2

202305164/1/V3

Bij besluit van 28 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:109
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202305164/1/V3

202305168/1/V3

Bij besluit van 29 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:111
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202305168/1/V3

202305229/2/R2

Bij besluit van 25 mei 2023 heeft de raad van de gemeente Valkenswaard het bestemmingsplan "Maastrichterweg 249-255" gewijzigd vastgesteld. Op de Maastrichterweg 249 is een hippisch sportcentrum gevestigd. Het bestemmingsplan "Maastrichterweg 249-255" maakt met name de ontwikkeling van een verblijfsaccommodatie mogelijk op de aangrenzende gronden aan de Maastrichterweg 255. De vereniging heeft beroep ingesteld tegen het bestemmingsplan en gevraagd de voorlopige voorziening te treffen. Zij vreest dat het plan significante effecten zal hebben op omliggende Natura 2000-gebieden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:101
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202305229/2/R2

202306458/2/R2

Bij besluit van 4 juli 2023 heeft de raad van de gemeente Boxtel het bestemmingsplan "Achter den Eijngel 2022" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de bouw van 87 woningen mogelijk. Bij besluit van 5 september 2023 heeft het college een omgevingsvergunning voor de bouw van 65 woningen verleend. Het Groene Hart maakt zich zorgen over het behoud van de aanwezige natuur en de cultuurhistorische waarde van het gebied. Daarom heeft zij beroep ingesteld tegen de vaststelling van het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning en gevraagd de voorlopige voorziening te treffen dat het bestemmingsplan wordt geschorst, zolang de Afdeling nog niet op het beroep heeft beslist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:102
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202306458/2/R2

202306576/1/V3

Bij besluit van 27 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:110
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202306576/1/V3

202307347/1/V3 en 202307347/2/V3

Bij besluit van 27 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:105
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202307347/1/V3 en 202307347/2/V3

202307591/1/V3

Bij besluit van 21 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:107
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202307591/1/V3

202307893/2/A2

Bij beslissing van 30 augustus 2023 heeft de decaan van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen aan [verzoekster] een bindend negatief studieadvies gegeven voor de bacheloropleiding Civiele Techniek. Bij beslissing van 24 november 2023 heeft het college het door [verzoekster] daartegen ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. Tegen deze beslissing heeft [verzoekster] beroep bij de Afdeling ingesteld en de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:294
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202307893/2/A2

202400300/2/V1

Bij besluit van 20 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:106
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400300/2/V1

201906618/1/A3

Bij besluit van 18 januari 2016 heeft de Autoriteit Persoonsgegevens het handhavingsverzoek van Vrijbit afgewezen. Bij besluit van 16 december 2021 heeft de AP het bezwaar van Vrijbit gegrond verklaard voor zover het gaat om de verwerking van gegevens door de minister van VWS voor de risicovereveningsbijdrage en aan de minister handhavende maatregelen opgelegd. De rechtbank vindt dat de AP opnieuw moet kijken naar de verwerking van de persoonsgegevens door de minister. Dat heeft de AP na de uitspraak van de rechtbank gedaan. Naar aanleiding daarvan heeft de AP een maatregel opgelegd aan de minister. In deze zaak gaat het om gegevens uit het zogenoemde Diagnose Informatiesysteem. Het DIS is een databank waarin de gegevens staan die zorgaanbieders verzamelen in hun zogenoemde minimale dataset. De zorgaanbieders sturen de MDS gepseudonimiseerd naar de stichting ZorgTTP. Deze stichting pseudonimiseert de gegevens nog een keer. Daarmee ontstaat een uniek nummer waarmee gegevens over zorggebruik kunnen worden gekoppeld aan één patiënt. Die gegevens levert de stichting ZorgTTP daarna aan de NZa.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:149
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201906618/1/A3

201908317/3/R1

Bij tussenuitspraak van 6 januari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:7, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 26 weken na de verzending daarvan de gebreken in het besluit van 9 oktober 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Oud Valkeveen e.o. 2019" te herstellen. Het bestemmingsplan heeft betrekking op het speelpark Oud Valkeveen. Dat wordt aan de zuidzijde begrensd door de Oud Huizerweg/Meentweg en aan de noordzijde begrensd door het Gooimeer. Het speelpark ligt op korte afstand van het Natura 2000-gebied Eemmeer & Gooimeer Zuidoever en het gebied Gooise Noordflank dat onderdeel is van het Natuurnetwerk Nederland. Het plan maakt de voortzetting en uitbreiding van het speelpark mogelijk. Het speelpark heeft onder meer een buiten- en binnenspeeltuin, een strand, horecavoorzieningen en een theater. Verspreid over het park bevinden zich een aantal gebouwen en ongeveer 40 speel- en attractietoestellen. Aan de zuid- en zuidoostzijde van het park bevindt zich een parkeerterrein met ongeveer 500 parkeerplaatsen. Vanwege parkeerproblemen is in 2018 een omgevingsvergunning verleend voor het gebruik van een weiland aan de westzijde van het park.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:146
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201908317/3/R1

202002087/1/A2

Bij besluit van 9 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen geweigerd aan [wederpartij] een vergunning te verlenen voor het omzetten van de zelfstandige woonruimte aan de [locatie] in Nijmegen in zes onzelfstandige woonruimten, te bewonen door zes personen. [wederpartij] is eigenaar van de woonruimte aan de[locatie[ in Nijmegen. Hij heeft bij het college een aanvraag ingediend voor een vergunning voor het omzetten van deze zelfstandige woonruimte in zes onzelfstandige wooneenheden, te bewonen door zes personen. Het college heeft de aanvraag geweigerd omdat niet wordt voldaan aan de in artikel 3 van de Beleidsregels omzetting en onttrekking van zelfstandige woonruimte Nijmegen 2018 B neergelegde leefbaarheidstoets. Bij besluit van 10 september 2019 heeft het college het door [wederpartij] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard en de weigering in stand gelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:115
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202002087/1/A2

202003123/2/R4

Bij uitspraak van 31 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2077, heeft de Afdeling heeft de Staat der Nederlanden het onderzoek in de zaak heropend ter voorbereiding van een nadere uitspraak omtrent de gevorderde schadevergoeding vanwege overschrijding van de redelijke termijn. [verzoeker] heeft de Afdeling in een nader stuk in zaak nr. 202003123/1/R4 verzocht om een schadevergoeding in verband met overschrijding van de redelijke termijn, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:150
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202003123/2/R4

202003129/2/V2

Bij verwijzingsuitspraak van 16 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:505, heeft de Afdeling het Hof van Justitie verzocht om in een prejudiciële beslissing uitspraak te doen over de gestelde vragen over de uitleg van artikel 10, eerste lid, aanhef en onder e, van de Kwalificatierichtlijn. De Afdeling heeft daarbij de behandeling van de hoger beroepen geschorst tot het Hof uitspraak zal hebben gedaan en iedere verdere behandeling aangehouden. De vreemdeling komt uit Soedan en is op 21 januari 2012 in Nederland aangekomen. Zij heeft aan haar vierde asielaanvraag onder meer ten grondslag gelegd dat zij niet kan terugkeren naar Soedan, omdat zij door haar in Nederland ontplooide activiteiten bij terugkeer naar Soedan door de Soedanese autoriteiten zal worden vervolgd om haar politieke overtuiging. De vreemdeling wenst haar politieke overtuiging bij terugkeer naar Soedan te uiten. Zij verricht in Nederland activiteiten voor de Umma Partij, een Soedanese politieke partij die geïntegreerd was in de 'forces of freedom and change'-alliantie en de Soedanese revolutie in 2019 coördineerde, en voor de Darfur Vereniging Nederland (DVN), een organisatie die zich inzet voor de regio Darfur.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:63
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003129/2/V2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202003129/2/V2

202004875/3/V2

Bij verwijzingsuitspraak van 16 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:505, heeft de Afdeling het Hof van Justitie verzocht om in een prejudiciële beslissing uitspraak te doen over de gestelde vragen over de uitleg van artikel 10, eerste lid, aanhef en onder e, van de Kwalificatierichtlijn. De Afdeling heeft daarbij de behandeling van het hoger beroep geschorst tot het Hof uitspraak zal hebben gedaan en iedere verdere behandeling aangehouden. De vreemdeling komt uit Soedan en is op 20 juli 2011 in Nederland aangekomen. Hij is pas na afwijzing van zijn eerste asielaanvraag politiek actief geworden in Nederland en heeft voor zijn vertrek uit Soedan geen politieke activiteiten verricht. Hij is niet wegens een politieke overtuiging uit Soedan vertrokken. Voor zover de vreemdeling aan zijn eerste asielaanvraag ten grondslag heeft gelegd dat hij voor zijn vertrek uit Soedan werd verdacht van vermeende betrokkenheid bij een Soedanese oppositiepartij en daarom is gearresteerd, gedetineerd en gemarteld, heeft de rechtbank in de eerste asielprocedure geoordeeld dat de staatssecretaris dit niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:138
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004875/3/V2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202004875/3/V2

202105040/4/A3

Bij tussenuitspraak van 31 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2533 (hierna: de tussenuitspraak), heeft de Afdeling de minister opgedragen om binnen acht weken na verzending van de tussenuitspraak de daarin onder overwegingen 9.1 en 10.1 omschreven gebreken in het besluit van 6 januari 2022 te herstellen. Het gaat in deze uitspraak over een verzoek van de Stichting om openbaarmaking van documenten. Voor een weergave van de relevante feiten en het relevante juridische kader verwijst de Afdeling naar de tussenuitspraak van 31 augustus 2022. Deze einduitspraak sluit aan op de tussenuitspraak. De Stichting heeft de Afdeling verzocht om terug te komen van de tussenuitspraak. Zij voert aan dat, anders dan in de tussenuitspraak is overwogen, zij wel concrete feiten en omstandigheden heeft aangevoerd die aannemelijk maken dat er documenten zijn waarin alleen voor Lelystad Airport een berekening is gemaakt van de ontwikkelingsruimte. De Stichting verwijst daartoe naar de aanvullende gronden van het hoger beroep in haar brief van 31 augustus 2021.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:135
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202105040/4/A3

202105065/1/A3

Bij besluit van 24 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maastricht een verzoek van [appellant] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur afgewezen. [appellant] heeft het college op 20 juli 2018 op grond van de Wob verzocht om documenten met betrekking tot een eventuele radicalisering van [appellant] openbaar te maken. Het college heeft in zijn besluit van 24 januari 2019 te kennen gegeven dat één e-mail met betrekking tot eventuele radicalisering van [appellant] is aangetroffen en dat het college de openbaarmaking van deze e-mail gelet op artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob weigert. De e-mail kan volgens het college niet zodanig geanonimiseerd worden dat de daarin opgenomen gegevens niet te herleiden zouden zijn tot individuele personen. Openbaarmaking van deze e-mail zou inbreuk kunnen maken op de persoonlijke levenssfeer en de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer weegt zwaarder dan het belang van de openbaarheid van overheidsinformatie. Het college heeft het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar bij besluit van 9 juli 2019 ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:143
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202105065/1/A3

202200200/1/A3

Bij besluit van 20 februari 2020 heeft het college het verzoek van [appellant] om wijziging van zijn persoonsgegevens in de basisregistratie personen (hierna: brp) afgewezen. [appellant] staat sinds 2008 in de brp ingeschreven onder de geslachtsnaam [appellant], [voornaam A], [geboortedatum ] 1960 en geboorteplaats Dongyang in China. Hij heeft op 18 juni 2019 het college verzocht zijn voornaam te wijzigen in [voornaam B], de geboortedatum te wijzigen naar [geboortedatum] 1958, en de geboorteplaats te wijzigen naar Wenzhou in China. De rechtbank heeft geoordeeld dat [appellant] geen notarieel certificaat als bedoeld onder 1 van de ‘Circulaire legalisatie en verificatie buitenlandse bewijsstukken’ heeft overgelegd, omdat de aangeleverde notariële verklaring over de verwantschap met nummer 2384 geen geboorteplaats bevat. [appellant] heeft daarmee niet voldaan aan de vereisten die gelden voor een uittreksel van een geboorteakte uit China. De overgelegde gewaarmerkte kopieën van een hukou en PSB-verklaringen zijn daarvoor onvoldoende volgens de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:121
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202200200/1/A3

202200381/1/R3

Bij besluit van 24 november 2021 heeft de raad van de gemeente Hengelo het bestemmingsplan "Broek, Noordrand" gewijzigd vastgesteld. Het plan maakt de realisatie van woningen mogelijk in de noordrand van de wijk Broek in Hengelo. Ter hoogte van de Waterjuffer voorziet het plan in een strook tussen de Bijenkorf en de Duizendpoot met de bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied". Deze strook dient als een tweede ontsluitingsweg voor de woningen aan de Bijenkorf waar gemotoriseerd verkeer mag rijden. Het ontwerpplan voorzag niet in deze ontsluitingsweg, maar enkel in een fiets/voetpad ter plaatse van de strook. Naar aanleiding van zienswijzen van bewoners van de Bijenkorf, heeft de raad besloten om alsnog de bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied" aan de strook toe te kennen. [appellant] woont op het perceel aan de [locatie], tegenover de aansluiting van de beoogde ontsluitingsweg. Hij is het niet eens met de wijziging van de raad naar aanleiding van de zienswijzen van de bewoners van de Bijenkorf. Hij verzet zich nadrukkelijk niet tegen het daar eerder geplande fiets-/voetpad, maar tegen de toegang van gemotoriseerd verkeer op de strook.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:144
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202200381/1/R3

202200612/1/A3

VVT heeft op 3 juli 2020 bij de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een verzoek ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Op 3 juli 2020 heeft VVT bij de minister een verzoek ingediend op grond van de Wob. Het verzoek ziet, kort gezegd, op informatie over asbestsanering op hoogte. De minister heeft op 27 juli 2020 de beslistermijn verdaagd tot 31 augustus 2020. Vanwege het uitblijven van een beslissing heeft VVT op 18 september 2020 een ingebrekestelling gestuurd. In december 2020 heeft de Wob-coördinator van het ministerie aan VVT bevestigd dat een planning was gemaakt en dat naar verwachting eind januari 2021 een eerste besluit zou worden genomen. Op 25 januari 2021 heeft de minister die beslistermijn verlengd tot 8 februari 2021. Op 19 februari 2021 heeft de minister meegedeeld dat het eerste deelbesluit op dat moment in concept gereed was, maar dat nog enige input nodig was van de beleidsdirectie. Op 18 juni 2021 heeft VVT bij de rechtbank beroep ingesteld tegen de minister wegens het niet tijdig nemen van een besluit. Het beroep is op 8 november 2021 op zitting behandeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:136
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202200612/1/A3

202200990/1/R1

Bij brief van 29 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heerlen de aanvraag van [wederpartij] om een omgevingsvergunning voor een coffeeshop buiten behandeling gelaten. Op 17 juli 2018 deed [wederpartij] een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een coffeeshop aan de [locatie] in Heerlen. Het college heeft de aanvraag buiten behandeling gelaten omdat [wederpartij] geen belang heeft bij de gevraagde omgevingsvergunning. Het hiertegen door [wederpartij] gemaakte bezwaar heeft het college niet-ontvankelijk verklaard, omdat de gronden van het bezwaar niet tijdig waren ingediend. De rechtbank concludeerde dat het college daarbij onzorgvuldig heeft gehandeld. Het college betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het college het bezwaar van [wederpartij] niet-ontvankelijk mocht verklaren. Daarvoor voert het college aan dat het te laat indienen van de gronden van bezwaar toegerekend moet worden aan [wederpartij].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:116
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202200990/1/R1

202201373/1/A2

Bij besluit van 30 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tilburg een omzettingsvergunning verleend voor kamerverhuur aan maximaal vijf personen voor het pand aan de [locatie] te Tilburg. Het college heeft bij besluit van 30 maart 2020 een omzettingsvergunning verleend voor kamerverhuur aan maximaal vijf personen voor het pand aan de [locatie] te Tilburg. Deze vergunning heeft tot gevolg dat een zelfstandige woning wordt opgedeeld in vier onzelfstandige kamers. Verschillende buurtbewoners zijn opgekomen tegen de verleende vergunning. Het college heeft hun bezwaren bij besluit van 14 september 2020 ongegrond verklaard. De omwonenden hebben hierop beroep ingesteld. De rechtbank heeft vooropgesteld dat op grond van artikel 4, eerste lid, aanhef en onder d, van de Huisvestingsverordening Tilburg 2018 een omzettingsvergunning kan worden geweigerd, indien het verlenen van de vergunning zou kunnen leiden tot een onaanvaardbare inbreuk op een geordend woon- en leefmilieu in de omgeving van het betreffende pand.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:147
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202201373/1/A2

202201694/1/A2

Bij onderscheiden besluiten van 12 april 2019 heeft het college aan [appellant] een boete opgelegd van € 20.500,- wegens overtreding van de Huisvestingswet en een last onder dwangsom ter hoogte van € 50.000,- ineens als de overtreding na een week niet is gestaakt. [appellant] is eigenaar van de woning aan de [locatie] in Amsterdam. Hij verhuurde de woning. Met de huurder was hij overeengekomen dat hij in de woning een Bed and Breakfast mocht exploiteren. De huurder, die op het adres stond ingeschreven in de basisregistratie personen, had bij het college gemeld dat hij in de woning een B&B exploiteerde. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat in strijd is gehandeld met artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014, omdat de hotelmatige exploitatie van de woning niet onder een legale vorm van toeristische verhuur kan worden geschaard. Zo wordt niet voldaan aan de voorwaarde(n) van het gemeentelijk beleid dat de hoofdbewoner in de woning aanwezig moet zijn (nachtverblijf houdt) tijdens de verhuur aan gasten en dat de bestemming tot bewoning blijft overheersen (40/60% verhouding), aangezien de gehele woning met zes slaapplaatsen op booking.com ter beschikking wordt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:148
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Boete
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202201694/1/A2

202201768/1/A3

Bij besluit van 26 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Bosch het verzoek van [appellant sub 1] om wijziging van haar persoonsgegevens in de basisregistratie personen afgewezen. [appellant sub 1] staat in de brp ingeschreven als [appellant sub 1], geboren op [geboortedatum] 1983 in He Ming, China. Zij heeft op 8 november 2018 op grond van artikel 2.58 van de Wet brp verzocht om haar persoonsgegevens te wijzigen in [naam], geboren op [geboortedatum] 1977 in Ruian, China. Zij heeft ook verzocht de gegevens van haar ouders in de brp op te nemen. Het college heeft Bureau Documenten van de IND onderzoek laten doen naar de onder a, c, d, e en f genoemde documenten. De PSB-verklaring en de hukou konden niet worden beoordeeld omdat het kopieën zijn en de onderliggende documenten niet zijn verstrekt. Het paspoort, het identiteitsbewijs en de notariële verklaring over de geboorte heeft Bureau Documenten echt bevonden. Het college heeft zich in de besluiten van 26 april 2019 en 14 november 2019 op het standpunt gesteld dat niet duidelijk is of de documenten op [appellant sub 1] betrekking hebben en niet onomstotelijk vaststaat dat de te wijzigen gegevens feitelijk onjuist zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:127
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202201768/1/A3

202201821/1/A2

Bij onderscheiden besluiten van 12 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellant] een boete opgelegd van € 20.500,- wegens overtreding van de Huisvestingswet en een last onder dwangsom ter hoogte van € 50.000,- ineens als de overtreding na een week niet is gestaakt. [appellant] huurde de woning aan de [locatie] in Amsterdam (hierna: de woning) en stond ook op dit adres ingeschreven in de basisregistratie personen. De woning is gelegen boven een winkel en bestaat uit drie etages. Op de eerste etage bevinden zich de keuken, de woonkamer en de wc. Op de tweede etage bevinden zich twee slaapkamers en een badkamer. Op de derde etage bevindt zich een slaapkamer, een badkamer en een washok. [appellant] heeft bij het college gemeld dat hij in de woning een Bed and Breakfast exploiteerde. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat [appellant] in strijd heeft gehandeld met artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014, omdat de hotelmatige exploitatie van de woning niet onder een legale vorm van toeristische verhuur kan worden geschaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:79
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Boete
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202201821/1/A2

202201862/1/R1

Bij besluit van 10 december 2019, verzonden op 17 december 2019, heeft het college van burgemeester en wethouders van Beverwijk een verzoek van Vereniging van eigenaars gebouw De Eik om handhaving ten aanzien van het gebruik van het parkeerterrein op de hoek van de Eikenstraat en Cypresstraat te Beverwijk afgewezen. Het college heeft op 12 juni 2017 twee omgevingsvergunningen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht verleend aan [appellante] De eerste omgevingsvergunning ziet op de activiteit ‘bouwen’, namelijk het realiseren van het appartementencomplex De Eik en een parkeerterrein (een a-vergunning). De tweede omgevingsvergunning ziet op de activiteit ‘handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening’ (een c-vergunning). [appellante] is ook de eigenaar van het pand aan de [locatie], waarin een Vomar supermarkt is gevestigd. Na de hiervoor vermelde vergunningverlening voor het appartementencomplex De Eik zijn in de achtergevel van het pand aan de [locatie] schuifdeuren, die bedoeld zijn als een tweede ingang voor de Vomar supermarkt, gerealiseerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:140
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202201862/1/R1

202202051/1/R1

Bij besluit van 4 februari 2022 hebben provinciale staten van Noord-Brabant op grond van artikel 8.43 van de Wet luchtvaart de verordening "Tweede wijzigingsverordening Verordening luchthavenbesluit luchthaven Seppe Noord-Brabant" vastgesteld. De luchthaven Breda International Airport (voorheen: luchthaven Seppe) ligt aan de Pastoor van Breugelstraat 93 te Bosschenhoofd. De luchthaven is een burgerluchthaven van regionale betekenis, bestemd voor zakelijke en recreatieve vluchten en opleidingsvluchten. Provinciale staten hebben bij besluit van 17 mei 2013 een luchthavenbesluit genomen door de verordening "Verordening luchthavenbesluit luchthaven Seppe Noord-Brabant" (hierna: het luchthavenbesluit) vast te stellen. Het luchthavenbesluit ziet op het opstijgen en het landen van luchtvaartuigen en de daarmee verband houdende bewegingen van luchtvaartuigen op de grond.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:134
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Luchtvaart
  • uitspraakin de zaak202202051/1/R1

202202252/1/R4

Bij besluit van 29 april 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht een omgevingsvergunning aan [partij] verleend voor het bouwen van een woning op het perceel [locatie] in Tienhoven. [partij] is eigenaar van het perceel en wil een woning op het perceel bouwen. Daarvoor heeft zij een omgevingsvergunning aangevraagd. Het perceel ligt op het Zwaluwpark, een voormalig recreatiepark. Op grond van artikel 3 van de regels van het wijzigingsplan zijn de regels van het bestemmingsplan "Maarsseveense Plassen e.o." (hierna: het bestemmingsplan) van overeenkomstige toepassing. Het college heeft aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van de woning. Omdat de woning hoger wordt dan op grond van de regels van het bestemmingsplan is toegestaan, heeft het college de vergunning verleend voor het afwijken van het bestemmingsplan. [appellant] woont op het naastgelegen perceel. Hij is het niet eens met de verleende omgevingsvergunning. Hij stelt onder meer dat de bouw van de woning tot een brandonveilige situatie zal leiden en dat zijn woon- en leefklimaat zal worden aangetast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:112
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202202252/1/R4

202202320/1/R2

Bij besluit van 14 december 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Roosendaal aan de rechtsvoorganger van ZV Beheer B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van zeven appartementen op het perceel Roosendaalsestraat 18 in Wouw. Op 20 mei 2019 heeft de rechtsvoorganger van ZV Beheer B.V. (hierna: de initiatiefneemster) een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor de bouw van zeven appartementen op het perceel. Op grond van het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Wouw" (hierna: het bestemmingsplan) rusten op het perceel de bestemming "Detailhandel" en de dubbelbestemmingen "Archeologisch waardevol gebied" en "Cultuurhistorisch waardevol". Het bouwplan is, naar ook niet in geschil is, in strijd met het bestemmingsplan, omdat deels buiten het bouwvlak wordt gebouwd en de maximale goot- en bouwhoogte worden overschreden. [appellant] is het oneens met de omgevingsvergunning, omdat de bouw van de appartementen de op het perceel aanwezige gierzwaluwen verstoort. Daarnaast vreest hij voor een aantasting van de cultuurhistorische waarden van Wouw als gevolg van het bouwplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:142
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202202320/1/R2

202202820/1/R3

Bij besluit van 17 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Eemsdelta aan [appellant] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een bijgebouw op het perceel [locatie 1] te Westeremden. [appellant] is eigenaar van de woning aan de [locatie 1] te Westeremden en het perceel met het kadastrale nummer 1477. Het perceel is gelegen achter de woning van [appellant] en de woningen aan de [locatie 2] en [locatie 3]. Op 18 juli 2018 heeft [appellant] een omgevingsvergunning aangevraagd voor het bouwen van een bijgebouw met een oppervlakte van 80 m2 op het perceel. Het college heeft bij besluit van 17 oktober 2018 de omgevingsvergunning verleend. De schuur is inmiddels gerealiseerd. [partij] woont aan de [locatie 2] te Westeremden. Hij is het onder meer niet eens met de ligging en de omvang van het bijgebouw, stelt dat verlening van de omgevingsvergunning in strijd is met artikel 7.1 van de planregels bij het bestemmingsplan "Cultureel Erfgoed gemeente Loppersum" ter bescherming van het beschermd dorpsgezicht van Westeremden en vindt in dat verband dat het college in ieder geval nadere eisen had moeten stellen op grond van artikel 7.3 van deze planregels.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:128
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202202820/1/R3

202203165/1/R4

Bij besluit van 19 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bernheze [appellant] verschillende lasten onder dwangsom opgelegd om, voor zover in hoger beroep van belang, het gebruik van een deel van zijn bedrijfsloods op het perceel [locatie] in Nistelrode als woning te beëindigen en beëindigd te houden. [appellant] is eigenaar van het perceel [locatie] in Nistelrode. Hij exploiteerde hier tot ongeveer 2011 een konijnenhouderij. Op het perceel staat een loods, waarvan een deel is ingericht als woning. Ten tijde van het besluit van 19 november 2020 woonde [appellant] in deze woning. De rest van de loods is onderverdeeld in zes afzonderlijke bedrijfsruimten. [appellant] verhuurde deze aan derden. Verder is op het perceel [bedrijf], een containerreinigingsbedrijf, gevestigd. Op 11 juni 2020 en 22 juni 2020 hebben toezichthouders van de gemeente samen met de politie en de Omgevingsdienst Brabant-Noord controles gehouden op het perceel. Daarbij is onder andere geconstateerd dat in strijd met het bestemmingsplan "Buitengebied Bernheze" een deel van de loods als woning wordt gebruikt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:117
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202203165/1/R4

202203958/1/A2

Bij besluit van 27 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellant] een boete opgelegd van € 20.500,- voor, voor zover thans nog van belang, het onttrekken of onttrokken houden van de woning aan de [locatie 1] te Amsterdam aan de woningvoorraad. [appellant] was tot 1 november 2019 huurder van de woning aan de [locatie 1] in Amsterdam (hierna: de woning). De Stichting Pensioenfonds Rabobankorganisatie is eigenaar van de woning. De woning bestaat uit drie bouwlagen en heeft vier slaapkamers. In de basisregistratie personen (hierna: de brp) stond op het adres naast [appellant] ook [persoon A] ingeschreven. Op 30 april 2019 heeft de gemeente Amsterdam een melding ontvangen dat er vier mensen in de woning verblijven. Naar aanleiding van deze melding hebben toezichthouders de woning op 3 juni 2019 bezocht. Van dit bezoek is een rapport van bevindingen gemaakt. Uit dit rapport blijkt, zakelijk weergegeven, het volgende. De toezichthouders troffen in de woning [persoon A] aan, die heeft verklaard dat hij € 500,- per maand aan huur betaalt en dat in de woning ook [persoon B] woont, evenals een man van wie hij de naam niet kent.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:62
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202203958/1/A2

202205461/1/R1

Bij besluit van 12 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Aalsmeer [appellant] een last onder dwangsom opgelegd om de overtredingen met betrekking tot het bouwen en in stand houden en het gebruiken van het bouwwerk op het perceel [locatie] in Aalsmeer te beëindigen en beëindigd te houden. [appellant] is sinds 1995 eigenaar van het perceel. Ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Hornmeer", heeft het perceel de bestemming "Bedrijventerrein". Volgens het college handelt [appellant] in strijd met artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met artikel 5 van de planregels door het pand te gebruiken als (bedrijfs)woning. Het college wenst geen medewerking te verlenen aan het legaliseren van (het gebruiken van het pand als) een bedrijfswoning op het perceel, omdat volgens het ruimtelijk beleid van de gemeente de bestaande bedrijventerreinen optimaal moeten worden benut en een te hoge personendichtheid moet worden tegengegaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:113
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202205461/1/R1

202205875/1/R4

Bij besluit van 21 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dronten een omgevingsvergunning aan [bedrijf] verleend voor het bouwen van een fustenopslag op het perceel [locatie 1] in Swifterbant. [bedrijf] is eigenaar van het perceel. Zij wil een fustenopslag op haar perceel bouwen en heeft een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wabo ingediend. Het college heeft de gevraagde omgevingsvergunning verleend. [appellante] woont op het naastgelegen perceel aan de [locatie 2] in Swifterbant. Het perceel van [bedrijf] grenst grotendeels aan het perceel van [appellante]. [appellante] is het niet eens met de verleende omgevingsvergunning. Zij vreest dat haar woon- en leefklimaat zal worden aangetast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:114
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202205875/1/R4

202205997/1/R2

Bij besluit van 7 juli 2022 heeft de raad van de gemeente Oss het bestemmingsplan "[locatie 1] Geffen - 2022" vastgesteld (hierna: het plan). Het plan maakt de sanering van een agrarisch bedrijf, de omzetting van een agrarische bedrijfswoning naar een burgerwoning en de bouw van een extra woning mogelijk op het perceel [locatie 1] in Geffen. De in het plangebied aanwezige pluimveestallen van 1.800 m2 zullen worden gesloopt. Het plan kent aan de gronden gedeeltelijk de bestemming "Wonen" toe en gedeeltelijk de bestemming "Agrarisch met waarden - Landschap". Op grond van het voorgaande bestemmingsplan "Buitengebied Oss - 2020" (hierna: het voorgaande bestemmingsplan), vastgesteld door de raad op 16 april 2020, rustte op de gronden de enkelbestemming "Agrarisch met waarden - Landschap". [appellante] exploiteert direct naast het plangebied aan de [locatie 2] in Geffen een gemengd agrarisch bedrijf, bestaande uit een vleeskalverenhouderij en een akkerbouwtak. Zij vreest onder meer voor beperking van haar bedrijfsvoering en van uitbreidingsmogelijkheden door het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:141
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202205997/1/R2

202206022/1/R1

Bij besluit van 18 mei 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlem geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor onder andere het plaatsen van een dakopbouw op het pand aan de [locatie] in Haarlem. [appellant] is eigenaar van het pand aan de [locatie] in Haarlem. Op 8 januari 2021 heeft [appellant] een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het optrekken van de voorgevel en het plaatsen van een dakopbouw met een dakkapel in het voor- en achterdakvlak van het pand. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het college bij een afweging van de betrokken belangen tot zijn besluit mocht komen. Volgens [appellant] had het college gebruik moeten maken van zijn binnenplanse afwijkingsbevoegdheid, omdat het bouwplan past in het huidige straatbeeld dat divers en rommelig is. [appellant] wijst daarbij op andere, gelijke gevallen waarin een omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan is verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:118
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202206022/1/R1

202206424/1/R1

Bij besluit van 16 december 2020 heeft het college [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast om diverse, zonder omgevingsvergunning opgerichte bouwwerken op het perceel [locatie 1] in Bergen te verwijderen en verwijderd te houden. [appellant] is eigenaar van het perceel. Het is een hoekperceel dat aan de voorkant aan de Ruïnelaan en aan de zijkant aan de Studler van Surcklaan ligt. Naar aanleiding van een melding hebben toezichthouders geconstateerd dat op het perceel zonder omgevingsvergunning toegangspoorten, erf- en perceelafscheidingen hoger dan 1 meter en een dakkapel zijn opgericht. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de werkzaamheden van de gemachtigde niet kunnen worden aangemerkt als door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand als bedoeld in artikel 1 van het Besluit proceskosten bestuursrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:119
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202206424/1/R1

202206710/1/R4

Bij besluit van 28 september 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "Nijmegen West-13 (CPO Toekomstmuziek, Kerkstraat)" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de realisatie van een meer-generatie woongebouw voor 10 huishoudens, op een braakliggend perceel aan de Daniëlsweg in de Nijmeegse wijk Hees. [appellant sub 1] en anderen en [appellanten sub 2] kunnen zich niet met dit bestemmingsplan verenigen. Zij vrezen onder meer voor een aantasting van het dorpse en groene karakter van de wijk Hees. Ook voeren zij onder meer aan dat hun woon- en leefklimaat zal worden aangetast. [appellant sub 1] en anderen alsmede [appellanten sub 2] betogen dat er onvoldoende mogelijkheden tot participatie en daadwerkelijke inspraak waren bij de totstandkoming van het plan. Daartoe voeren zij aan dat bewoners alleen geïnformeerd zijn maar niet actief betrokken bij de voorbereiding van het plan. Ter zitting hebben [appellanten sub 2] daarbij erop gewezen dat er geen overleg is geweest met de buurt over wat een passende invulling zou zijn van het plangebied. Verder voeren zij aan dat de raad zich alleen de belangen van de initiatiefnemer heeft aangetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:130
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202206710/1/R4

202206774/1/R2

Bij besluit van 11 juni 2021 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland de aanvraag van [appellante sub 1] voor een vergunning op grond van artikel 2.7 van de Wet natuurbescherming (hierna: natuurvergunning) voor de wijziging van de vleeskalverenhouderij aan de [locatie] in Putten geweigerd, omdat een vergunning niet nodig is. [appellante sub 1] heeft een natuurvergunning aangevraagd voor de wijziging van haar vleeskalverenhouderij. Het betreft een wijziging ten opzichte van de bedrijfssituatie waarvoor op 29 september 2016 een natuurvergunning is verleend. De wijziging heeft betrekking op de herbouw van een stal en de wijziging van de dieraantallen in de stallen. Het aantal vleeskalveren neemt af van 1.490 naar 1.476. Het college heeft vastgesteld dat de aangevraagde bedrijfssituatie niet leidt tot een toename van stikstofdepositie op relevante Natura 2000-gebieden ten opzichte van de referentiesituatie (de geldende natuurvergunning). Daarom is uitgesloten dat de aangevraagde activiteit, gelet op de instandhoudingsdoelstellingen, significante gevolgen kan hebben voor Natura 2000-gebieden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:131
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202206774/1/R2

202206827/1/R1

Bij besluit van 19 september 2022 heeft de raad van de gemeente Noordoostpolder het bestemmingsplan "Emmeloord, tussen Gracht en Vaarten, herziening Zuiderkade 1 t/m 7" vastgesteld. Het herzieningsplan heeft betrekking op de gebouwen aan de Zuiderkade 1 tot en met 7 te Emmeloord. Dit winkelgebied ligt net buiten het centrumgebied en wordt door de raad aangeduid als een wijkcentrum. In het wijkcentrum Zuiderkade zijn twee supermarkten gevestigd. De Lidl aan nr. 1A en de Aldi aan nr. 6A en 6B. [appellant] is eigenaar van een gebouw aan [locatie]. Daar was tot voor kort de Action gevestigd. Ook is een gedeelte van het gebouw van [appellant] in gebruik als magazijn voor de Aldi. Het wijkcentrum Zuiderkade ligt op ongeveer 300 m van het centrumgebied van Emmeloord. De Aldi gaat verhuizen van het wijkcentrum Zuiderkade naar een locatie in het centrumgebied. Om te voorkomen dat het aantal supermarkten na de verhuizing van de Aldi kan toenemen, verwijdert de raad met het herzieningsplan de mogelijkheid om in het wijkcentrum Zuiderkade een nieuwe supermarkt te vestigen. Het moederplan liet aan de Zuiderkade twee supermarkten toe. Het herzieningsplan brengt dat terug tot één supermarkt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:145
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202206827/1/R1

202206839/1/R3

Bij besluit van 29 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag besloten tot invordering van een volgens hem door [appellant] verbeurde dwangsom van € 5.000,00. [appellant] woont op het [locatie] in Den Haag. Op 9 mei 2018 heeft een toezichthouder geconstateerd dat er aan de achterkant van deze woning houten balken van de aanbouw naar houten palen bij het water waren aangebracht. Daartussen waren dwarsbalken geplaatst met de intentie om daarboven transparante platen te leggen. Het college heeft dit aangeduid als overkapping. Het college heeft [appellant] op 17 mei 2018 een bouwstop opgelegd. Bij besluit van 2 mei 2019 heeft het college zich op het standpunt gesteld dat deze bouwwerkzaamheden zonder omgevingsvergunning illegaal zijn en in strijd met het bestemmingsplan "Escamplaan" zijn. Het college heeft [appellant] bij dit besluit gelast om deze overtreding vóór 3 juni 2019 te beëindigen door het bouwwerk te verwijderen of de verbouwing ongedaan te maken en het bouwwerk terug te brengen naar de laatste situatie waarvoor wel een vergunning is verleend. Aan deze last was een eenmalige dwangsom van € 5.000,00 verbonden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:133
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202206839/1/R3

202300009/1/A2

Bij besluit van 18 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellante] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellante] is in 2009 vanuit Somalië naar Nederland gevlucht. Zij is toen opgevangen in een asielzoekerscentrum in Katwijk. Van 2011 tot augustus 2016 heeft zij in een huurappartement in Gorinchem gewoond. Zij is vervolgens naar Engeland vertrokken. In februari 2018 is [appellante] weer teruggekeerd naar Nederland waar zij tot augustus 2019 ingeschreven heeft gestaan op verschillende adressen in Amsterdam. Sinds augustus 2019 verblijft [appellante] in verschillende locaties van de gemeentelijke daklozenopvang van Amsterdam. Op 7 september 2020 heeft [appellante] een aanvraag om een urgentieverklaring gedaan omdat zij wil uitstromen uit de gemeentelijke daklozenopvang, psychische klachten heeft en niet in staat is om op eigen kracht huisvesting te vinden. [appellante] heeft een baan in de schoonmaakbranche. Volgens het college is er geen sprake van een urgent huisvestingsprobleem omdat [appellante] kan verblijven in de gemeentelijke daklozenopvang.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:151
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202300009/1/A2

202300571/1/R1

Bij besluit van 18 december 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad aan [appellante] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van 12 appartementen op het perceel aan de Noorderhoofdstraat 149 te Krommenie. [appellante] heeft op 11 maart 2020 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het bouwen van drie wooneenheden en daarin 12 appartementen op het perceel Noorderhoofdstraat 149 te Krommenie. Aan het perceel is op grond van het bestemmingsplan "Krommenie" de bestemming "Gemengd" toegekend. Volgens het college is het bouwplan in strijd met het bestemmingsplan, omdat een fietsenberging voor de voorgevelrooilijn is ingetekend. Het college heeft medewerking aan het bouwplan verleend door af te wijken van het bestemmingsplan. Omwonenden, onder wie [partij A], [partij B] en [partij C], hebben tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Bij het besluit op bezwaar van 15 september 2021 heeft het college het besluit van 18 december 2020 herroepen en de omgevingsvergunning alsnog geweigerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:132
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202300571/1/R1

202300665/1/R2

Bij besluit van 12 juli 2021 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant de aanvraag van [appellanten] voor een vergunning op grond van artikel 2.7 van de Wet natuurbescherming voor de exploitatie van de pluimveehouderij aan de [locatie] in Vinkel geweigerd, omdat een vergunning niet nodig is. [appellanten] heeft een natuurvergunning aangevraagd voor het exploiteren van een pluimveehouderij met 68.000 vleeskuikens. Het college heeft vastgesteld dat de aangevraagde bedrijfssituatie ten opzichte van de referentiesituatie niet leidt tot een toename van stikstofdepositie op de betrokken Natura 2000-gebieden. Daarom is uitgesloten dat de gevraagde activiteiten, gelet op de instandhoudingsdoelstellingen, significante gevolgen kunnen hebben voor Natura 2000-gebieden. Dat betekent dat, gelet op artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming, voor het aangevraagde project geen natuurvergunning nodig is. Het college heeft de aanvraag daarom geweigerd. Dit wordt een positieve weigering genoemd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:129
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202300665/1/R2

202300722/1/A2

Bij besluit van 22 april 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [appellant] € 55.550,- aan nadeelcompensatie toegekend. [appellant] exploiteerde [bedrijf] (verder: de snackbar) aan de [locatie] op het bedrijventerrein Noord-West in Rotterdam. Vanaf juni 2017 tot april 2019 hebben op het bedrijventerrein in de directe nabijheid van de snackbar in opdracht van het college riool- en wegwerkzaamheden plaatsgevonden ten behoeve van het project Bedrijventerrein Noord-West en de werkzaamheden aan de Oost-Abtsbrug-Matlingeweg. Op 8 maart 2019 heeft [appellant] het college verzocht om vergoeding van inkomensschade als gevolg van de werkzaamheden. Het college heeft bij besluit van 12 april 2019 onder verwijzing naar een advies van de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ) van 11 maart 2021 aan [appellant] € 55.550,- aan nadeelcompensatie toegekend. In het advies is vermeld dat de schade die voortvloeit uit het berekende omzetverlies is gecorrigeerd met de niet gemaakte personeelskosten (€ 108.159,-).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:124
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202300722/1/A2

202302107/1/R4

Bij besluit van 3 maart 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk zijn beslissing om op 1 maart 2023 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de "Afvalstoffenverordening voor de gemeente Rijswijk 2011" aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 159,05, voor rekening van [appellant] komen. [appellant] betwist niet dat hij de huisvuilzak naast de container heeft geplaatst. [appellant] heeft toegelicht dat hij op 27 februari 2023 de huisvuilzak in de container wilde deponeren. Omdat de container op dat moment vol was, heeft hij de huisvuilzak weer mee naar huis genomen en bij Avalex melding gemaakt van de niet werkende container. Op 1 maart 2023 heeft [appellant] Avalex zowel gemaild als gebeld met de mededeling dat het probleem nog niet was verholpen. De medewerker van Avalex heeft volgens [appellant] aangegeven dat het probleem die dag zou worden opgelost. [appellant] heeft vervolgens de huisvuilzak naast de container geplaatst. Hij stelt dat hij er alles aan heeft gedaan om zijn huisvuil op de juiste wijze aan te bieden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:126
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202302107/1/R4

202302370/1/R1

Bij uitspraak van 23 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3406, heeft de Afdeling het hoger beroep van de stichting gegrond verklaard, de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 1 oktober 2021 in zaak nr. 21/1214 vernietigd, het beroep van de stichting tegen het besluit van het dagelijks bestuur van het Waterschap Noorderzijlvest van 10 maart 2021 alsnog gegrond verklaard en dat besluit vernietigd. Verder heeft de Afdeling met toepassing van artikel 8:113, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht bepaald dat tegen het door het dagelijks bestuur nieuw te nemen besluit op bezwaar slechts bij haar beroep kan worden ingesteld. De stichting is eigenaresse van Smederij 24 tot en met 34 te Appingedam, kadastraal bekend als gemeente Appingedam, sectie D, nummer 2875. Haar rechtsvoorgangster, Patrimonium, heeft het perceel, destijds onderdeel van het perceel kadastraal bekend gemeente Appingedam, sectie D, nummer 2782, bij akte van 9 juli 1986 geleverd gekregen van de rechtsvoorgangster van de gemeente Eemsdelta. Het perceel is onderdeel van het zogenoemde Borga-terrein.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:153
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202302370/1/R1

202302574/1/R4

Bij besluit van 28 februari 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maasdriel het wijzigingsplan "Buitengebied wijziging 2022, [locatie 1]" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben [appellant en anderen] beroep ingesteld. Het wijzigingsplan voorziet in een omzetting van een deel van de agrarische bestemming van het perceel [locatie 1] in Hurwenen in de woonbestemming om hiermee een burgerwoning met bijgebouwen mogelijk te maken. Het college heeft gebruik gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan "Buitengebied herziening 2016", zoals herzien met het op 13 oktober 2022 vastgestelde bestemmingsplan "Buitengebied herziening 2022, Reparatieplan" (hierna samen: het bestemmingsplan). [appellant en anderen] gaat het om het opnieuw aanbrengen van een drift afschermende haag tussen de agrarische gronden en hun woonpercelen aan de Marshallweg.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:120
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202302574/1/R4

202302959/1/R4

Bij besluit van 21 december 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad zijn beslissing om op 19 december 2022 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Zaanstad 2010 van de gemeente Zaanstad aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen een afvalzak die op 19 december 2022 is aangetroffen naast de container met containernummer 70558 aan de Leverkruidweg in Zaandam. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de afvalzak verkeerd heeft aangeboden, omdat in de afvalzak een kassabon is aangetroffen met daarop haar naam en adresgegevens. [appellante] betwist dat zij degene is geweest die de afvalzak verkeerd heeft aangeboden. Volgens [appellante] heeft zij de afvalzak op 19 december 2022 meegenomen naar de kelderbox in haar appartementencomplex. Zij heeft zakken met plastic en papier uit haar kelderbox meegenomen en heeft de afvalzak achtergelaten op de algemeen toegankelijke gang voor haar kelderbox.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:125
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202302959/1/R4

202304151/1/R4

Bij besluit van 19 februari 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 9 februari 2023 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 199,57, voor rekening van [appellante] komt. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 9 februari 2023 is aangetroffen naast een aangewezen inzamelvoorziening ter hoogte van de Hertenrade 524 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat daarop een adreslabel is aangetroffen met haar naam en adres erop. [appellante] betoogt dat zij de aangetroffen doos niet verkeerd heeft aangeboden. Zij weet niet hoe de doos naast de inzamelvoorziening terecht is gekomen. Volgens [appellante] kan de doos er bij het legen van de containers naast zijn gevallen. [appellante] stelt dat zij haar afval altijd weer mee naar huis neemt als de containers geblokkeerd zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:123
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202304151/1/R4

202304589/1/A2

Bij beslissing van 24 november 2022 hebben de examinatoren van het vak EU Institutional Law and General Principles of EU Law van de masteropleiding rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden het deeltentamen Assignment 2 van [appellante] beoordeeld met het cijfer 1, het deeltentamen Assignment 3 met het cijfer 2,5 en het vak als geheel met het cijfer 3. [appellante] heeft in het studiejaar 2022-2023 onderwijs gevolgd voor de masteropleiding rechtsgeleerdheid, specialisatie ‘European Law’. Het vak EU Institutional Law and General Principles of EU Law kent drie opdrachten voor studenten, waarbij het eindcijfer het gemiddelde is van die drie opdrachten. [appellante] is het niet eens met de cijfers voor de deelopdrachten 2 en 3 en met haar eindcijfer. Het college heeft in de beslissing van 14 juni 2023 overwogen dat de uitwerking van Assignment 2 geen enkel juridisch hout sneed en dat hieraan nul punten kon worden toegekend. De uitwerking van [appellante] van Assignment 3 was volgens de examinatoren ook zeer ondermaats.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:139
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202304589/1/A2

202304723/1/R4

Bij besluit van 9 juni 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk zijn beslissing om op 23 mei 2023 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening voor de gemeente Rijswijk 2021 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat de kosten van de toepassing van spoedeisende bestuursdwang, te weten € 159,05, voor rekening van [appellant] komen. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 23 mei 2023 is aangetroffen in Rijswijk naast de ondergrondse containers op de Dr. Augustijnlaan, ter hoogte van de kruising met de Cromhoutlaan. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellant] betwist niet dat hij de doos naast de papiercontainer heeft gezet. Volgens [appellant] was de container zo vol dat hij niet de mogelijkheid had om de doos daar in te doen. In het besluit op bezwaar staat volgens [appellant] ten onrechte dat de container niet vol zat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:122
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202304723/1/R4

202304904/1/A2

Bij beslissing van 2 februari 2023 heeft de examencommissie van de Tilburg Law School vastgesteld dat de studieresultaten van drie vakken waren verlopen en dat [appellant] voor het behalen van de graad ‘meester in de rechten’ aan aanvullende eisen moest voldoen. [appellant] is in 2014-2015 begonnen met de masteropleiding fiscaal recht. In dat studiejaar heeft hij bijna alle vakken behaald, met uitzondering van de masterscriptie met de bijbehorende verdediging. In het studiejaar 2022-2023 is hij tot afronding van die scriptie gekomen en heeft hij een mondelinge verdediging aangevraagd. Hij heeft zijn scriptie op 30 januari 2023 succesvol verdedigd. Op dat moment heeft hij echter niet zijn masterdiploma gekregen. Op 2 februari 2023 laat de examencommissie hem weten dat de, eerder aangekondigde, afweging over de geldigheid van zijn (verlopen) studieresultaten nadelig voor hem uitpakt. Daarom worden aanvullende eisen opgelegd waaraan hij moet voldoen voordat aan hem een graad wordt verleend. [appellant] stelt in beroep dat hij met het afleggen van de mondelinge verdediging van zijn masterscriptie ook tegelijk het masterexamen heeft afgelegd. Dat betekent dat hij deze op 30 januari 2023 succesvol heeft behaald.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:152
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202304904/1/A2

202305538/1/A2

Bij beslissing van 26 januari 2023 is het verzoek van [appellante] tot restitutie van al het betaalde collegegeld voor het studiejaar 2022-2023 afgewezen. [appellante] stond voor het studiejaar 2022-2023 ingeschreven voor de masteropleiding rechtsgeleerdheid, specialisatie ‘European Law’. Uit onvrede over de opleiding verzoekt zij op 23 januari 2023 om restitutie van het door haar betaalde collegegeld. Het verzoek wordt afgewezen. Op 6 februari 2023 beëindigt zij haar inschrijving. Het college restitueert het betaalde collegegeld voor de periode maart tot en met augustus 2023. [appellante] maakt hiertegen bezwaar. Zij meent dat het collegegeld van het volledige jaar gerestitueerd moet worden. Het college verklaart dat bezwaar ongegrond. [appellante] stelt vervolgens beroep in. [appellante] betoogt dat niet een gedeelte maar het gehele door haar betaalde bedrag aan collegegeld aan haar moet worden terugbetaald. Zij stelt dat zij als buitenlandse student door het onderwijzend kader onheus is bejegend en dat het onderwijs dat zij heeft gevolgd van onvoldoende niveau was.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:137
Datum uitspraak
17 januari 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202305538/1/A2
vorige pagina1...888990...1.206volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon