Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.294
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202401826/1/V1 en 202401826/2/V1

Bij besluiten van 18 februari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1413
Datum uitspraak
4 april 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202401826/1/V1 en 202401826/2/V1

202401880/1/V3

Bij besluit van 16 februari 2024 heeft de de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 18 maart 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1435
Datum uitspraak
4 april 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401880/1/V3

202401880/2/V3

Bij besluit van 16 februari 2024 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 18 maart 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1443
Datum uitspraak
4 april 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401880/2/V3

202401995/2/V1

Bij besluit van 28 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 5 maart 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1442
Datum uitspraak
4 april 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401995/2/V1

202402085/2/V3

Bij besluit van 7 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie binnen 28 dagen na 4 maart 2024 te verlaten. Bij uitspraak van 27 maart 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1434
Datum uitspraak
4 april 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402085/2/V3

202402093/1/V3, 202402093/2/V3 en 202402098/1/V3

Bij besluit van 21 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie binnen 28 dagen na 4 maart 2024 te verlaten. Bij uitspraak van 27 maart 2024 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank het verzoek van de vreemdeling om een voorlopige voorziening te treffen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1441
Datum uitspraak
4 april 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402093/1/V3, 202402093/2/V3 en 202402098/1/V3

202402099/2/V3

Bij besluit van 7 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie binnen 28 dagen na 4 maart 2024 te verlaten. Bij uitspraak van 27 maart 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1433
Datum uitspraak
4 april 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402099/2/V3

202202255/1/V3

Bij besluit van 17 december 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken. Bij besluit van 28 mei 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1342
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202202255/1/V3

202206268/1/V3

Bij besluit van 18 augustus 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, buiten behandeling gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1415
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206268/1/V3

202206918/3/R4

Bij besluit van 13 oktober 2022 heeft de raad van de gemeente Nieuwegein het bestemmingsplan "Politiebureau" gewijzigd vastgesteld. Tegen dit besluit heeft [verzoekster] beroep ingesteld. [verzoekster] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1329
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202206918/3/R4

202307485/2/R4

Bij besluit van 20 september 2023 heeft de raad van de gemeente Zevenaar het bestemmingsplan "Dorpsstraat 71-85, Angerlo" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] ieder voor zich beroep ingesteld. [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] hebben samen de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1304
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202307485/2/R4

202400009/2/R4

Bij besluit van 13 december 2023 heeft de raad van de gemeente Barneveld het bestemmingsplan "De Eendracht" vastgesteld. Het plangebied bevindt zich ten noorden van Terschuur. Het plangebied wordt aan de noord- en westzijde begrenst door agrarische gronden en aan de oostzijde door de Eendrachtstraat. Ten zuiden van het plangebied bevinden zich het sportpark "Overbeek" en de woningen aan de Sandersstraat. Het plan voorziet in de ontwikkeling van een woongebied met 160 woningen en een schoolgebouw met kinderopvang. Verder wordt voorzien in de bijbehorende groen-, verkeer- en waterstructuren. Om deze ontwikkeling mogelijk te maken worden de agrarische bedrijven in het plangebied, aan de Eendrachtstraat 29-33 en 35 in Terschuur, beëindigd. De bijbehorende agrarische bebouwing wordt gesloopt. In het plan is ook het bouwvlak van de Maatschap op het perceel [locatie] in Zwartbroek opgenomen. De functieaanduiding "intensieve veehouderij" die op deze gronden rust op grond van het vorige bestemmingsplan "Buitengebied 2012" is in het plan geschrapt, zodat een intensieve veehouderij niet langer mogelijk is op dit perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1369
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202400009/2/R4

202400717/2/A3

Bij besluit van 13 februari 2019 heeft de minister van Algemene Zaken beslist op het door [wederpartij] ingediende verzoek om op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) documenten openbaar te maken. [wederpartij] heeft de minister op grond van de Wob verzocht om openbaarmaking van documenten over de benoemingen van mr. J.P.H. Donner en mr. T.C. de Graaf tot vice-president van de Raad van State in februari 2012 onderscheidenlijk oktober 2018. De minister heeft op dit verzoek beslist en daarbij besloten een deel van de documenten, te weten de notulen van de ministerraad, niet openbaar te maken. In het besluit op bezwaar heeft de minister het besluit van 13 februari 2019 gehandhaafd. De minister vraagt de voorzieningenrechter om bij wijze van voorlopige voorziening de uitspraak van de rechtbank te schorsen zolang niet op het hoger beroep is beslist. De minister heeft ter toelichting op het verzoek zich op het standpunt gesteld dat het hoger beroep zinledig wordt indien het gevolg moet geven aan de uitspraak van de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1367
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202400717/2/A3

202401874/1/V1 en 202401874/2/V1

Bij besluit van 30 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1359
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401874/1/V1 en 202401874/2/V1

201908078/1/A3

Bij besluit van 30 november 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Roermond aan [vergunninghouder A] en [vergunninghouder B] (hierna: [vergunninghouder]) een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een koffie- en wijnbar aan de [locatie] in Roermond. Het gaat in deze procedure om de verlening van een omgevingsvergunning, exploitatievergunning en een Drank- en horecawetvergunning voor de inrichting aan de [locatie] in Roermond. De exploitatie- en Drank- en horecawetvergunning waren nodig voor de exploitatie van koffie- en wijnbar ‘[naam]’. De omgevingsvergunning is aangevraagd voor een inpandige verbouwing en voor het realiseren van de koffie- en wijnbar, die in strijd is met het bestemmingsplan. [appellanten] zijn het niet eens met de verlening van deze vergunningen. De rechtbank heeft het beroep van [appellant A] tegen de exploitatie- en Drank- en horecawetvergunning ongegrond verklaard. Het beroep tegen de omgevingsvergunning heeft de rechtbank gegrond verklaard wegens twee motiveringsgebreken. De rechtbank heeft de omgevingsvergunning vernietigd en het college opgedragen om een nieuw besluit te nemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1297
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak201908078/1/A3

202005877/1/R2

Bij besluit van 14 augustus 2020 heeft het college van GS van Gelderland aan de gemeente Harderwijk voor de periode tot 31 december 2050 een ontheffing verleend van de verbodsbepalingen in de artikelen 3.1 en 3.5 van de Wnb voor de in het besluit genoemde vogel- en vleermuissoorten. De ontheffing is verleend ten behoeve van de bouw en exploitatie van drie windturbines in de gemeente Harderwijk. Bij besluit van 1 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Harderwijk het bestemmingsplan "Lorentz - Partiële herziening windmolens" vastgesteld. Bij besluit van 15 oktober 2020 heeft het college van B&W aan de gemeente Harderwijk een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht verleend voor de bouw en de ingebruikname van drie windturbines op de percelen Lorentzstraat 5-01 te Harderwijk en Lorentzdijk 5 en 25 te Harderwijk. Het project windpark Lorentz maakt de oprichting en exploitatie mogelijk van een inrichting voor het opwekken van energie door middel van wind.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1401
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bouwen
  • Natuurbescherming
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202005877/1/R2

202006501/1/R2

Bij besluit van 8 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Boekel het bestemmingsplan "Omgevingsplan: Veegplan 6" vastgesteld. Het plan voorziet in een wijziging van de planregels van het "Omgevingsplan Buitengebied 2016" (hierna: het moederplan) met betrekking tot de maximale waarden van geuremissies als gevolg van veehouderijen. Het plan heeft betrekking op veehouderijen binnen het deelgebied "De Elzen". Als gevolg van het plan bedraagt de maximale achtergrondbelasting op geurgevoelige objecten binnen De Elzen 20 ouE/m3 en de maximale voorgrondbelasting 5 ouE/m3. [appellant sub 1] exploiteert een (fok)varkensbedrijf op de gronden aan de [locatie A] in Boekel. Molenbrand exploiteert varkensbedrijven op gronden aan de Molenbrand 5-9, Molenakker 3-5 en Neerbroek 27-29 in Boekel. Zij vrezen door het plan te worden beperkt in de uitbreidingsmogelijkheden voor hun bedrijven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1409
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202006501/1/R2

202100305/2/R4

Bij uitspraak van 31 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2106, heeft de Afdeling het onderzoek in de zaak heropend ter voorbereiding van een nadere uitspraak omtrent de gevorderde schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De Afdeling heeft de Staat der Nederlanden (minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) aangemerkt als partij in deze procedure. [verzoeker] heeft de Afdeling in een nader stuk in zaak nr. 202100305/1/R4 verzocht om een schadevergoeding in verband met de overschrijding van de redelijke termijn, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1411
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202100305/2/R4

202106073/1/R2

Bij besluit van 24 juni 2021 heeft de raad van de gemeente Someren het bestemmingsplan "Buitengebied Someren - Deelgebied 3" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de actualisering van het voorheen geldende bestemmingsplan "Buitengebied Someren (2011)". Het buitengebied van Someren is in zeven deelgebieden verdeeld. Dit bestemmingsplan heeft betrekking op deelgebied 3. De raad heeft voorafgaand aan de vaststelling van het bestemmingsplan alle bedrijven en woningen in deelgebied 3 bezocht en gekeken of de bestaande situatie overeenkomt met het bestemmingsplan. Voor elke strijdigheid die daarbij aan het licht is gekomen, heeft de raad bepaald of legalisatie mogelijk is. Alle herzieningen zijn samengevoegd in dit bestemmingsplan. Een aantal bewoners is het niet eens met het bestemmingsplan. In deze uitspraak gaat de Afdeling in op de vraag of de raad het bestemmingsplan in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening heeft vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1386
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202106073/1/R2

202200549/1/A3

Bij besluit van 19 maart 2019 heeft de burgemeester van Amsterdam een exploitatievergunning van [appellante] voor een raamprostitutiebedrijf ambtshalve gewijzigd. Deze uitspraak gaat over een ambtshalve wijziging van de vergunning van [appellante] voor het exploiteren van een raamprostitutiebedrijf. Aan deze vergunning zijn voorschriften verbonden. De vraag die in deze uitspraak voorligt is of één van deze voorschriften aan de vergunning had mogen worden verbonden. Deze zaak heeft een relevante voorgeschiedenis. Na de opheffing van het bordeelverbod in het jaar 2000 heeft de raad van de gemeente Amsterdam een vergunningsplicht opgelegd aan exploitanten van raamprostitutie. In artikel 151a van de Gemeentewet is opgenomen dat de raad de bevoegdheid heeft om een verordening vast te stellen waarin voorschriften worden gesteld met betrekking tot het bedrijfsmatig geven van gelegenheid tot het verrichten van seksuele handelingen tegen betaling. De raad heeft vervolgens van deze bevoegdheid gebruik gemaakt, een vergunningenstelsel in het leven geroepen en daarbij bepaald dat de burgemeester bevoegd is om dergelijke vergunningen te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1402
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202200549/1/A3

202200758/1/A3

Bij besluit van 11 september 2019 heeft de burgemeester van Roermond aan Fitlife Dennenmarken B.V. een vergunning verleend voor de exploitatie van een horecabedrijf. Bij besluit van 24 april 2020 heeft de burgemeester van Roermond het door [appellant A] en [appellant B] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. De burgemeester heeft op 11 september 2019 voor de exploitatie van [Café] in het pand aan [locatie] te Roermond aan Fitlife Dennenmarken een exploitatievergunning verleend. [appellant A] en [appellant B] hebben tegen de exploitatievergunning bezwaar gemaakt, waarna zij beroep hebben ingesteld bij de rechtbank. Hangende het beroep is Fitlife Dennenmarken failliet verklaard. De burgemeester heeft wegens dit faillissement op 25 september 2020 de exploitatievergunning ingetrokken. Tegen dit besluit hebben [appellant A] en [appellant B] geen bezwaar gemaakt of beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1298
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202200758/1/A3

202200761/1/A3

[appellanten] hebben, naar aanleiding van nieuwe bebording en handelsreclame aan het pand aan de [locatie] te Roermond, op 11 maart 2020 bezwaar gemaakt tegen een eventueel nieuw verleende vergunning. Vervolgens hebben zij op 8 en 15 april 2020 de burgemeester van Roermond in gebreke gesteld omdat nog geen besluit was genomen op het bezwaarschrift. Vervolgens hebben zij, wegens het uitblijven van een besluit op het bezwaar, beroep ingesteld bij de rechtbank. [appellanten] betogen dat de rechtbank ten onrechte het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk heeft verklaard. Ook had de rechtbank moeten vaststellen dat de burgemeester een dwangsom aan hen moet betalen. Daarnaast verzoeken zij de Afdeling om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Ook verzoeken zij om vergoeding van andere schade, omdat zij kosten hebben moeten maken voor het voeren van deze procedures.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1299
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202200761/1/A3

202200762/1/A3

Bij afzonderlijke besluiten van 9 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Roermond de afzonderlijke verzoeken van [appellant A] en [appellant B] om handhavend op te treden tegen de inrichting gevestigd aan [locatie] in Roermond afgewezen. Bij afzonderlijke besluiten van 23 juli 2020 hebben het college en de burgemeester van Roermond, ieder voor zover bevoegd, beslist op de bezwaren van [appellant A] en [appellant B]. De burgemeester heeft de bezwaren ongegrond verklaard. Het college heeft de bezwaren gegrond verklaard, maar is na heroverweging en nadere onderbouwing van de beslissing bij afwijzing van de handhavingsverzoeken gebleven. [appellant A] en [appellant B] hebben in 2018 ieder voor zich het college verzocht om handhavend op te treden tegen de inrichting aan [locatie] in Roermond. Het college heeft die verzoeken afgewezen. [appellant A] en [appellant B] hebben daar bezwaar tegen gemaakt. Het college en de burgemeester zijn, ieder voor zover bevoegd, bij de afwijzing van de handhavingsverzoeken gebleven in hun beslissingen op bezwaar. [appellant A] en [appellant B] hebben daartegen beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1300
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202200762/1/A3

202200769/1/A3

Bij besluit van 9 november 2018 hebben de burgemeester van Roermond en het college van Roermond een verzoek van [appellante] om handhavend op te treden tegen de exploitatie van een horecazaak in het pand van de [locatie] te Roermond afgewezen. Bij brief van 19 juli 2018 heeft [appellante] verzocht om handhaving ten aanzien van het pand [locatie] en [café]. Bij besluit van 9 november 2018 hebben de burgemeester en het college dit verzoek afgewezen omdat geen overtredingen zijn geconstateerd. Het daartegen gemaakte bezwaar hebben de burgemeester en het college bij besluit van 10 augustus 2020 ongegrond verklaard. [appellante] heeft haar standpunt uitgebreid uiteengezet. De Afdeling wijst erop dat uit de artikelen 8:69 en 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) niet volgt dat de Afdeling in haar uitspraak op alle aangevoerde argumenten afzonderlijk moet ingaan. Hoewel de Afdeling alle argumenten heeft bezien, zal zij zich hierna beperken tot de kern van de door [appellante] naar voren gebrachte gronden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1301
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202200769/1/A3

202200775/1/A3

[appellant A] en [appellant B] hebben de rechtbank Limburg verzocht om herziening van de uitspraak van de rechtbank van 4 september 2020 en vergoeding van de door hen geleden schade. Voor de overzichtelijkheid van deze uitspraak zet de Afdeling eerst in stappen uiteen wat er in deze procedure is gebeurd. Vervolgens zal de Afdeling het hoger beroep van [appellant A] en [appellant B] tegen de uitspraak van de rechtbank van 15 september 2021 beoordelen. [appellant A] en [appellant B] hebben het college verzocht om handhavend op te treden tegen de inrichting aan [locatie] in Roermond. Het college heeft dat verzoek afgewezen. [appellant A] en [appellant B] hebben daar bezwaar tegen gemaakt. Zij hebben vervolgens bij de rechtbank beroep ingesteld omdat het college volgens hen niet op tijd een besluit op hun bezwaar heeft genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1302
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202200775/1/A3

202200776/1/A3

[appellanten] hebben de rechtbank Limburg verzocht om herziening van de uitspraak van de rechtbank Limburg van 17 juni 2019 en vergoeding van de door hen geleden schade. [appellanten] hebben het college verzocht om handhavend op te treden tegen de inrichting aan de [locatie] in Roermond. Het college heeft dat verzoek afgewezen. [appellanten] hebben daar bezwaar tegen gemaakt en het college verzocht om in te stemmen met rechtstreeks beroep. Het college heeft daarmee ingestemd. [appellanten] betogen dat de rechtbank het verzoek om herziening had moeten toewijzen. Als reden daarvoor hebben zij gewezen op de lange doorlooptijd van de besluitvorming en rechtspraak. Daarnaast hebben zij verzocht om vergoeding van geleden immateriële schade en geleden en nog te lijden materiële schade.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1303
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202200776/1/A3

202201051/2/R1

Bij tussenuitspraak van 13 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3477, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Gemert-Bakel opgedragen om binnen 16 weken na verzending van de tussenuitspraak, met inachtneming van wat onder 6.2, 7.1 en 8.1 is overwogen, het besluit van 11 november 2021 te herstellen. Bij besluit van 14 december 2023 heeft de raad ter uitvoering van de tussenuitspraak de bestemmingsplannen "Reparatie Gemert-Bakel Buitengebied 2021" en "Reparatie Gemert-Bakel Buitengebied december 2018" gewijzigd vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1399
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202201051/2/R1

202201976/1/R3

Bij besluit van 3 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden [appellant] onder oplegging van dwangsom gelast de uitbreiding van de werktuigenberging, de veestalling en de hooiopslag, zoals deze in het rood zijn aangegeven op de bijlage bij het besluit, voor 1 september 2020 te verwijderen en verwijderd te houden. [appellant] heeft op 26 september 2017 een aanvraag om verlening van een omgevingsvergunning voor het uitbreiden van een werktuigberging en een veestalling en het bouwen van een hooiopslag op zijn perceel ingediend. Het college heeft die aanvraag afgewezen. De afwijzing van de aanvraag is met de uitspraak van de Afdeling van 22 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1114, in stand gebleven. [appellant] is het niet eens met de opgelegde last onder dwangsom.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1407
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202201976/1/R3

202202054/1/R3

Bij besluit van 27 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Almelo aan Beter Wonen een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van 10 woningen op de percelen aan de Bavinkstraat 1a t/m 1a9 en Grotestraat 170 te Almelo. Het college heeft bij besluit van 27 mei 2019 aan Beter Wonen een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van 10 woningen op het perceel. Deze omgevingsvergunning heeft het college bij besluit van 31 augustus 2020 gewijzigd. De wijzigingen betreffen het smaller maken van twee woningen en wijzigingen in de gevelkozijnen van de vergunde woningen. Op 25 september 2020 heeft [appellant] bezwaar gemaakt. Op 9 oktober 2020 heeft hij zijn bezwaar aangevuld. Het college heeft bij besluit van 1 maart 2021 zijn bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Daarmee kan [appellant] zich niet verenigen en hij heeft daarom beroep ingesteld. In de uitspraak heeft de rechtbank geoordeeld dat het college het bezwaar tegen het besluit van 27 mei 2019 terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Volgens de rechtbank kan [appellant] de overschrijding van de bezwaartermijn worden aangerekend. [appellant] kan zich daarmee niet verenigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1406
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202202054/1/R3

202202512/1/A3

Bij besluit van 26 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren gereageerd op een verzoek van [verzoeker] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Bij brief van 2 februari 2018 heeft [verzoeker] onder verwijzing naar de Wet openbaarheid van bestuur bij het college informatie opgevraagd over integriteit van gemeentelijk personeel, in het bijzonder van [partij]. Onder de documenten die het college heeft aangetroffen bevinden zich documenten die betrekking hebben op de Stichting Reclame Commissie Echter Kermis. De RCEK is in 2009 opgericht en is een maatschappelijk initiatief. Zij bestaat uit onder meer kermisexploitanten en plaatselijke ondernemers ter promotie en sponsoring van de kermis in de gemeente Echt-Susteren. De voorzitter van de RCEK was destijds de wethouder in de gemeente Echt-Susteren die kermisactiviteiten in zijn portefeuille had. [partij] was de penningmeester van de RCEK. Hij was de marktmeester en ambtenaar voor kermiszaken in de gemeente Echt-Susteren. Op 9 juni 2016 is de RCEK in een stichting omgezet, waarbij een controle heeft plaatsgevonden van haar financiën.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1404
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202202512/1/A3

202202739/1/R1

Bij besluit van 21 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van de functie van stalling/garage naar creatieve industrie van de loods op de locatie [locatie] in Amsterdam. Het project voorziet in wijziging van het gebruik van een bedrijfsruimte op een binnenterrein aan de [locatie] ten behoeve van creatieve industrie. De bedrijfsruimte was in gebruik als parkeergarage en het is de bedoeling om deze te transformeren naar een bedrijfsverzamelgebouw voor verschillende creatieve bedrijven. De bedrijfsruimte is alleen toegankelijk vanaf de Middenweg. Ter plaatse van het voorste gedeelte van de bedrijfsruimte, aan de zijde Middenweg, geldt de bestemming "Gemengd-1". [partij A] en anderen en [partij B] en anderen wonen in de directe nabijheid van de loods waarvoor de omgevingsvergunning is verleend. De achterkant van hun woningen grenst aan het binnenterrein. Zij verzetten zich tegen de vergunde functiewijziging van het bedrijfspand, omdat zij vrezen dat dit hun woon- en leefklimaat zal aantasten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1410
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202202739/1/R1

202203231/1/R1

Bij besluit van 20 mei 2019 heeft het college aan Stichting Resurrection Power and Living Bread Ministries (hierna: Replib) omgevingsvergunning verleend voor het oprichten van een kerkgebouw op de locatie Leksmondplein 5 te Amsterdam. [appellant sub 1] en anderen en BVN en anderen zijn omwonenden van de locatie waar het kerkgebouw zal worden gerealiseerd in de wijk Nellestein. Deze grond is in eigendom van de aanvrager Replib. Volgens [appellant sub 1] en anderen is de locatie gelegen in een parkachtige wijk met veel groen die autovrij is en alleen fiets- en voetpaden heeft. [appellant sub 1] en anderen vrezen dat hun woon- en leefklimaat onevenredig zal worden aangetast door het gebruik van het kerkgebouw, dat volgens hen niet past in een rustige woonwijk met alleen fiets- en voetpaden. [appellant sub 1] en anderen betogen dat de rechtbank heeft miskend dat op een drietal punten, te weten het behoud van het open en groene karakter van de omgeving, de hoogte van het bouwplan en de parkeervraag door het college niet is gemotiveerd waarom wordt teruggekomen van het besluit van 20 november 2014, waarbij de aanvraag van Replib voor een kerkgebouw op deze locatie is geweigerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1408
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202203231/1/R1

202203360/1/R2

Bij besluit van 14 mei 2019 heeft het college het verzoek van Leefmilieu om handhavend op te treden tegen BECC wegens overtreding van de Wet natuurbescherming afgewezen. De Bio Energie Centrale Cuijk is een energiebedrijf dat in 1999 is begonnen met de productie van groene stroom in een biomassa-energiecentrale. De BECC gebruikt momenteel voornamelijk resten snoeihout uit de omgeving, aangevuld met sloophout en papierslib, die worden verbrand in een verbrandingsketel. Deze ketel produceert ongeveer 20 megawatt elektriciteit (voldoende voor ongeveer 35.000 huishoudens) en levert 20 megawatt stoom en heet water aan bedrijven op het industrieterrein "Haven Cuijk". De warmtelevering is in 2017 mogelijk gemaakt door de aanleg van een stoomnet. Voor de BECC zijn vanaf de oprichting verschillende vergunningen op grond van de Wet milieubeheer en omgevingsvergunningen voor de activiteit milieu op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht verleend. BECC heeft geen natuurvergunning voor de exploitatie van de BECC. In deze zaak is de vraag aan de orde of BECC voor haar bedrijfsvoering een natuurvergunning nodig heeft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1375
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202203360/1/R2

202203436/1/A3

Bij besluit van 19 juni 2020 heeft de burgemeester van Elburg een aanvraag van Vischpoort B.V. voor een Drank- en horecawetvergunning en een exploitatievergunning voor een terras, gedeeltelijk afgewezen. Op 19 juni 2020 heeft de burgemeester een Drank- en horecawetvergunning en een exploitatievergunning voor het uitoefenen van een horecabedrijf met terras ten behoeve van het horecabedrijf Restaurant De Herberg in Elburg, gedeeltelijk geweigerd. Het gedeelte van de weigering dat in geschil is, betreft de exploitatie van een terrastuin aan het Havendijkje 2 in Elburg. Dit perceel is onderdeel van het bestemmingsplan Beschermd Stadsgezicht en heeft de bestemming ‘Tuin’. In de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Elburg (hierna: APV) is opgenomen dat een dergelijke vergunning moet worden geweigerd, als de exploitatie in strijd is met het bestemmingsplan. De burgemeester heeft daarom de gevraagde exploitatievergunning geweigerd, onder verwijzing naar die weigeringsgrond. Volgens de burgemeester kan alleen worden afgeweken van het bestemmingsplan met een omgevingsvergunning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1384
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak202203436/1/A3

202203841/1/A3

Bij besluit van 8 juli 2019 heeft de burgemeester van Brielle (thans: de burgemeester van Voorne aan Zee) het verzoek van Prenovo B.V. om verruiming van de openingstijd van Club The Mix in Brielle afgewezen. Prenovo B.V. exploiteert een openbare inrichting, Club The Mix, als discotheek. De discotheek is gelegen binnen de historische vesting van de gemeente Brielle en mag in de nacht van vrijdag op zaterdag en in de nacht van zaterdag op zondag geopend zijn tot 3:30 uur. Prenovo B.V. heeft de burgemeester verzocht om verruiming van de openingstijd voor de voornoemde nachten naar 4:30 uur, onder nader te bepalen voorwaarden en al dan niet in de vorm van een pilot. Prenovo B.V. heeft de burgemeester vervolgens op 11 maart 2020 verzocht om op grond van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht een nieuw besluit te nemen, omdat volgens Prenovo B.V. sprake zou zijn van nieuwe politiegegevens die een ander licht werpen op het advies van de politie van 25 augustus 2019.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1403
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202203841/1/A3

202204191/1/R2

Bij besluit van 5 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Uden aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een bouwwerk aan [locatie 1] te Volkel. Bij besluit van 8 december 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Uden het door [appellante A] daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard en het door [appellant B] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [vergunninghouder] exploiteert aan [locatie 1] te Volkel een groot- en detailhandel in onder andere hout, plaatmateriaal en dakbedekking. Op het perceel zijn verschillende bedrijfsloodsen aanwezig waarin onder meer houtbewerking en opslag van hout plaatsvinden. Ook bevinden zich op het terrein stellingen waar opslag plaatsvindt. Het college heeft bij het besluit van 5 juni 2020 een omgevingsvergunning verleend aan [vergunninghouder] voor het bouwen van een loods met een oppervlakte van 677 m2 aan [locatie 1]. Deze loods dient ter vervanging van de bestaande (romney)loods 7 en stelling 1. De bestaande (romney)loods heeft een oppervlakte van 663 m2, een ronde constructie en een maximale hoogte van 6 m. De nieuwe loods heeft rechte muren tot 5 meter hoog en een nokhoogte van 7,7 m.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1392
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202204191/1/R2

202205146/1/R1

Bij besluit van 24 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer het verzoek van [appellant B] om handhaving tegen de sloopwerkzaamheden van [partij] op het perceel [locatie 1] in Hoofddorp, afgewezen. [appellanten] wonen aan de [locatie 2] in Hoofddorp. [partij] is hun buurman en woont op [locatie 1]. Bij brief van 24 mei 2020 hebben [appellanten] het college verzocht om preventief aan [partij] een bouw- en/of sloopstop op te leggen. Zij vrezen dat [partij], nu in zijn tuin een container is geplaatst, grootschalige sloopwerkzaamheden in zijn tuin zal verrichten met als gevolg geluidsoverlast, trillingen en bouwstof. Een toezichthouder van de gemeente heeft op 27 mei 2020 en 10 juni 2020 het perceel van [partij] bezocht en daarvan verslagen gemaakt. Hij heeft geconstateerd dat er werkzaamheden worden verricht: de tuin wordt opnieuw aangelegd, er wordt een zwembad geplaatst, een betonnen vijverbak wordt dichtgemaakt en deels gesloopt. De rechtbank heeft het beroep van [appellant B] niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij geen procesbelang meer zou hebben, aangezien de sloop- en bouwactiviteiten van [partij] waren afgerond.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1405
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202205146/1/R1

202205186/1/A3

Bij besluit van 15 juli 2020 heeft de burgemeester van Utrecht de aanvraag van New York Pizza voor een exploitatievergunning afgewezen. Met de besluiten van 22 oktober 2018 en 20 mei 2019 heeft de burgemeester de exploitatievergunning van New York Pizza ingetrokken, omdat niet is voldaan aan de eis dat leidinggevenden van een horecabedrijf niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn, zoals neergelegd in artikel 7, eerste lid, aanhef en onder b, van de Horecaverordening gemeente Utrecht 2018 (hierna: de Horecaverordening). New York Pizza heeft hiertegen beroep en uiteindelijk hoger beroep ingesteld. De Afdeling heeft in de uitspraak van 1 juni 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1560, het hoger beroep ongegrond verklaard, waardoor de intrekking van de exploitatievergunning onherroepelijk is geworden. Sinds de intrekking exploiteert New York Pizza een bezorgrestaurant waar afhalen niet mogelijk is. Zij heeft op 1 april 2020 een aanvraag gedaan voor een nieuwe exploitatievergunning om afhalen en het ter plaatse eten mogelijk te maken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1385
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202205186/1/A3

202205811/1/A3

Bij besluit van 29 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland het verzoek van [appellant] om openbaarmaking van documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur van 15 juli 2020 gedeeltelijk toegewezen. Bij besluit van 23 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en het besluit van 29 oktober 2020 in zoverre herroepen dat het nog enkele andere documenten openbaar zal maken. [appellant] heeft op 5 september 2017 telefonisch contact gehad met een medewerker van de gemeente Steenwijkerland over de planologische gebruiksmogelijkheden van het perceel [locatie] in Scheerwolde (hierna: het perceel). [appellant] heeft deze medewerker op 7 september 2017 een e-mail gestuurd waarin hij verwijst naar dit gesprek en waarin hij kenbaar maakt dat hij geïnteresseerd is in het exploiteren van het perceel en vraagt of hij hierover op korte termijn een gesprek kan hebben. Terwijl [appellant] op een antwoord wachtte, is het perceel aan een ander verkocht. [appellant] heeft op 9 februari 2018 een klacht bij de gemeente ingediend over deze gang van zaken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1388
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202205811/1/A3

202205841/1/A2

Bij besluit van 10 september 2020 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand de aanvraag van [appellant] om een toevoeging voor rechtsbijstand afgewezen. [appellant] was van 24 december 2010 tot 10 december 2013 enig bestuurder en enig aandeelhouder van [bedrijf]. Op 4 januari 2011 heeft [appellant] een geldleningsovereenkomst gesloten met [bedrijf]. Naar aanleiding van een geschil hierover heeft de civiele rechter bij vonnis van 8 maart 2017 [bedrijf] opgedragen de geldleningsovereenkomst na te komen. [appellant] heeft op grond hiervan de civiele rechter verzocht om [bedrijf] in staat van faillissement te verklaren. Bij beschikking van 26 mei 2020 heeft de civiele rechter het verzoek van [appellant] afgewezen. Hiervoor heeft [appellant] een toevoeging aangevraagd bij de raad.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1393
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202205841/1/A2

202206917/1/R1

Bij besluit van 26 oktober 2022 (hierna: het bestreden besluit) heeft het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn de locatie aan de Havikstraat ter hoogte van nummer 19 aangewezen voor het plaatsen van ondergrondse afvalcontainers. Bij het bestreden besluit is de locatie aan de Havikstraat aangewezen voor de plaatsing van ondergrondse containers voor de inzameling van glas, oud papier en karton en PMD-afval. Deze containers dienen ter vervanging van een aantal bovengrondse containers aan de 2e Johannastraat, schuin tegenover de ingang van een supermarkt (de Dekamarkt). Het college beoogt met het bestreden besluit uitvoering te geven aan de beleidsnota "Recycleservice 2025", zoals vastgesteld door de raad van de gemeente op 6 juli 2017. In die beleidsnota wordt, voor zover hier van belang, een voorkeur uitgesproken voor het inzamelen van afval via ondergrondse containers. Omdat het college de bestaande locatie aan de 2e Johannastraat niet geschikt vindt voor het plaatsen van ondergrondse afvalcontainers, heeft het de locatie aan de Havikstraat aangewezen. Bij die locatie bevindt zich al een ondergrondse restafvalcontainer.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1389
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202206917/1/R1

202206918/1/R4

Bij besluit van 13 oktober 2022 heeft de raad van de gemeente Nieuwegein het bestemmingsplan "Politiebureau" gewijzigd vastgesteld. Het plan maakt de realisatie van een nieuw politiebureau voor het eenheidsbureau Nieuwegein mogelijk. Als het nieuwe politiebureau in gebruik wordt genomen, wordt het bestaande politiebureau in het centrum van Nieuwegein aan de Schakelstede 75 opgeheven. Het plangebied ligt in de oksel van de afrit Nieuwegein, direct aan de rijksweg A2 aan de zuidwestzijde van Nieuwegein. Het plangebied wordt omsloten door de rijksweg A2, afslag 10 van die rijksweg en de Zandveldseweg. [appellant sub 2] woont aan de [locatie 1] in Nieuwegein. Haar woning ligt nabij het plangebied. [appellant sub 1] woont aan de [locatie 2] in Nieuwegein op minder dan 200 m afstand van het bestaande politiebureau aan de Schakelstede 75. [appellant sub 1] woont op ongeveer 3 km afstand van het plangebied. [appellant sub 1] betoogt dat de raad onvoldoende rekening heeft gehouden met de gevolgen van het plan voor de natuur, de geluidsoverlast en de luchtkwaliteit in en bij het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1325
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202206918/1/R4

202207178/1/R3

Bij besluit van 20 oktober 2022 heeft de raad van de gemeente Lisse het bestemmingsplan "Frans Halsstraat 6, Lisse" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de ontwikkeling van maximaal 50 sociale huurwoningen mogelijk op het perceel Frans Halsstraat 6 in Lisse. Tot de bestemmingsplanwijziging fungeerde het perceel als locatie voor de voormalige Rembrandtschool. Het plangebied bevindt zich tussen gestapelde bebouwing aan het Rembrandtplein en grondgebonden woningen aan de Frans Halsstraat. Woonstichting Stek heeft het voornemen om de nog in het plangebied aanwezige school te slopen. Op de locatie zullen 50 sociale huurwoningen in een appartementengebouw gesitueerd worden. Dit appartementengebouw heeft een maximale bouwhoogte van deels 10 m aan de zijde van de Frans Halsstraat, en deels 19 m aan de zijde van het Rembrandtplein. [appellant] en anderen wonen in de directe omgeving aan de Frans Halsstraat en de Mesdagstraat. Zij zijn het niet eens met het bestemmingsplan voor zover dit ziet op de maximaal toegestane hoogte van het appartementengebouw. Hun belangrijkste bezwaar tegen de ontwikkeling is dat hun woon- en leefklimaat zal worden aangetast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1381
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202207178/1/R3

202207197/1/R3

Bij besluit van 19 oktober 2022 heeft de raad van de gemeente Westland het bestemmingsplan "Wilgenbuurt" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de realisatie van woningen ten oosten van het centrum van De Lier. De Vreeburchlaan vormt de westelijke begrenzing van het plangebied. Ten noorden grenst het plangebied aan de Veilingweg en aan de oostzijde aan de Oostelijke Randweg. Ten zuiden van het plangebied ligt de Laan tussen land en tuin. [appellante] woont direct ten westen van het plangebied aan [locatie] in De Lier. Ter plaatse van haar perceel geldt het bestemmingsplan "Liermolen". Dit kent aan haar perceel voor zover daar de Vreeburchlaan overheen loopt, de bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied" toe. [appellante] kan zich niet met het bestemmingsplan verenigen omdat zij vreest dat dit zal leiden tot verkeersoverlast in de omgeving van het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1394
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202207197/1/R3

202300382/1/R1

Bij besluit van 5 april 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Vijfheerenlanden het "Definitief locatieplan ondergrondse containers Vianen Deel II & III" vastgesteld. Daarbij is onder meer de locatie Brederodestraat, tegenover de garage van nummer […] aangewezen voor de plaatsing van een ondergrondse restafvalcontainer. Bij het bestreden besluit is de locatie aan de Brederodestraat aangewezen voor de plaatsing van een ORAC. [appellant] en anderen wonen in de directe nabijheid van de aangewezen locatie. Zij zijn het niet eens met de plaatsing van de ORAC op deze locatie. Volgens [appellant] en anderen is de aangewezen locatie niet geschikt en zijn er alternatieve locaties die geschikter zijn. Bij de keuze van een locatie voor een ORAC moet het college een afweging maken van alle belangen die betrokken zijn bij de vaststelling van het locatieplan. Daarbij heeft het college beleidsruimte. De Afdeling beoordeelt, aan de hand van de beroepsgronden, of de nadelige gevolgen van de aanwijzing van de locatie niet onevenredig zijn in verhouding tot de met de aanwijzing te dienen doelen. Daarbij beoordeelt zij of het college de locatie geschikt heeft mogen achten voor de plaatsing van de ORAC.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1390
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202300382/1/R1

202300544/1/V6

Bij besluit van 8 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van [wederpartij] om hem het Nederlanderschap te verlenen, afgewezen. [wederpartij] heeft de Marokkaanse nationaliteit. De staatssecretaris heeft zijn verzoek om naturalisatie afgewezen, omdat er een ernstig vermoeden bestaat dat [wederpartij] een gevaar vormt voor de openbare orde (artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Rijkswet op het Nederlanderschap; hierna de RWN). De reden hiervoor is dat [wederpartij] op 25 oktober 2019 door de politierechter is veroordeeld tot een geldboete van € 800,00, subsidiair zestien dagen hechtenis, en twaalf maanden voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid met een proeftijd van twee jaar wegens rijden onder invloed. Nadat [wederpartij] zijn zienswijze tegen het voornemen tot afwijzen heeft ingediend, heeft een medewerker van de IND op 25 maart 2021 met [wederpartij] contact opgenomen met het voorstel om de procedure voor zes maanden aan te houden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1400
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202300544/1/V6

202300719/1/R4

Bij besluit van 13 oktober 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "Nieuwegein - Structuurbaan" vastgesteld. Het plan heeft betrekking op de gronden van een voormalige bedrijfslocatie aan de [adres] in Nieuwegein. Het voorziet in de ontwikkeling van 25 grondgebonden woningen en een appartementengebouw, bestaande uit 27 woningen en verdeelt over 5 woonlagen. De Beeckhof B.V. is initiatiefnemer van het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1398
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202300719/1/R4

202301144/1/V3

Bij besluit van 25 januari 2023 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld. De staatssecretaris heeft de vreemdeling in bewaring gesteld krachtens artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw 2000. Vlak na de inbewaringstelling wilde een ambtenaar van de AVIM haar mobiele telefoon doorzoeken om te kijken of daar foto’s van identiteitsdocumenten op stonden. Omdat de vreemdeling heeft geweigerd om zelf haar mobiele telefoon te ontgrendelen, heeft die ambtenaar de telefoon met gezichtsherkenning ontgrendeld door die zonder haar toestemming voor haar gezicht te houden. De ambtenaar heeft de telefoon daarna handmatig doorzocht, maar daarop geen identiteitsdocumenten gevonden. Gebleken is dat het in de praktijk ook voorkomt dat mobiele telefoons van in bewaring gestelde vreemdelingen met behulp van speciale software worden ‘uitgelezen’. De mobiele telefoon van de vreemdeling is niet uitgelezen. De staatssecretaris heeft toegelicht dat mobiele telefoons van vreemdelingen die in bewaring zijn gesteld, handmatig worden onderzocht wanneer het niet mogelijk is de identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke status vast te stellen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1387
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202301144/1/V3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202301144/1/V3

202301819/1/R3 en 202301822/1/R3

Bij besluit van 18 oktober 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer op grond van artikel 110a van de Wet geluidhinder hogere waarden vastgesteld ten behoeve van het bestemmingsplan "Eleanor Rooseveltlaan 3-29". Met het bestemmingsplan wordt de bouw van maximaal 354 woningen mogelijk gemaakt met aan huis verbonden beroep of bedrijf. De woningen zijn verdeeld over vier bouwvlakken met de bestemming "Wonen". Binnen de bouwvlakken zijn bouwhoogtes toegestaan variërend tussen de 67 en 7,5 m. Op verschillende plaatsen binnen de bouwvlakken is de aanduiding "gemengd" opgenomen. Op gronden met deze aanduiding zijn ook kantoren, dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen en daaraan gerelateerde ondergeschikte horeca toegestaan. Dit mag daar uitsluitend op de begane grond en eerste verdieping, tot een maximum oppervlakte van 500 m2 bruto vloeroppervlakte in totaal. Daarnaast voorziet het bestemmingsplan in een bestemming "Verkeer-Verblijfsgebied" aan de westzijde van het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1397
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Geluid
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202301819/1/R3 en 202301822/1/R3

202302890/1/R1

Bij besluit van 1 november 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maastricht aan MVJ een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van 123 wooneenheden in het voormalig kloostercomplex Calvariënberg op het perceel Abtstraat 2 te Maastricht. Op 3 november 2021 is door MVJ een aanvraag ingediend voor de herontwikkeling van het voormalige kloostercomplex Calvariënberg te Maastricht. Ten tijde van de aanvraag bestond het gebouwencomplex uit een kloosterkapel, twee kloostervleugels en een kanunnikenhuis. Het gebouwencomplex is als rijksmonument aangewezen. MVJ is de projectontwikkelaar. Het college heeft een omgevingsvergunning verleend voor de activiteiten zoals omschreven in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, c, f en h, van de Wabo. Voor het bouwplan is een ruimtelijke onderbouwing opgesteld. Omwonenden kunnen zich niet verenigen met het besluit. Zij stellen zich onder meer op het standpunt dat het bouwplan in strijd is met een goede ruimtelijke ordening, omdat dit inbreuk maakt op de leefbaarheid van de buurt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1383
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202302890/1/R1

202302970/1/R4

Bij besluit van 24 februari 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug, verweerder zijn beslissing om op 20 februari 2023 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016 van de gemeente Utrechtse Heuvelrug aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 150,00, voor rekening van [appellante] komen. Bij besluit van 6 april 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug, verweerder het door [appellante] hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellante] betwist niet dat zij de huisvuilzak naast de orac heeft geplaatst. Volgens [appellante] werkte de orac niet op 19 februari 2023. [appellante] betoogt dat de gemeente Utrechtse Heuvelrug er zorg voor dient te dragen dat de afvalcontainers werken. Vanwege knieproblemen, waarvoor zij op 20 februari 2023 een operatie heeft moeten ondergaan, was het voor [appellante] niet mogelijk om haar afval bij een verderop gelegen afvalcontainer aan te bieden. Zij was daarvoor te slecht ter been.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1377
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202302970/1/R4

202303104/1/R4

Bij besluit van 28 juli 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tilburg zijn beslissing om op 27 juli 2022 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening gemeente Tilburg 2019 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een huisvuilzak die op 27 juli 2022 in Tilburg is aangetroffen naast een afvalbak aan de [locatie 3] ter hoogte van [locatie 1]. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de huisvuilzak verkeerd heeft aangeboden, omdat daarin een doos is aangetroffen met daarop zijn naam en toenmalige adres. [appellant] betoogt dat hij geen overtreding heeft begaan. Hij wijst er op dat hij beschikte over een eigen container, zodat er geen reden was om afval achter te laten in de [locatie 3] waar hij zelden kwam. Verder heeft [appellant] van andere bewoners uit de [locatie 2] waar hij destijds woonde vernomen dat er overlast is van personen zonder woon- of verblijfplaats die zakken uit containers in de wijk halen en deze vervolgens meenemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1379
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202303104/1/R4

202303998/1/R3

Bij besluit van 8 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Groningen het verzoek om handhaving van [appellant sub 1] afgewezen. Bij besluit van 7 maart 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Groningen het door [appellant sub 1] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellant sub 1] woont op het perceel [locatie] in Groningen. [partij] woont op het perceel [locatie 2] in Groningen. [appellant sub 1] voert aan dat zij hinder ondervindt van de activiteiten die door [partij] worden verricht op het perceel in het kader van zijn bedrijf in zonwering, raamdecoratie en rolluiken. [appellant sub 1] heeft daarom op 19 augustus 2021 een verzoek om handhaving ingediend bij het college. Het college heeft het verzoek om handhaving afgewezen, omdat het van mening is dat er geen sprake is van strijd met het voor het perceel geldende bestemmingsplan "Beijum". Hoewel er een bedrijf is gevestigd op het perceel, is de ruimtelijke uitstraling niet zodanig dat dit niet passend is binnen de aan het perceel toegekende bestemming "Wonen". Daarnaast zijn er tijdens verschillende inspectiemomenten op het perceel geen activiteiten geconstateerd, waarop in beginsel zou moeten worden gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1395
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202303998/1/R3

202304272/1/R4

Bij besluit van 7 maart 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Schiedam zijn beslissing om op 27 februari 2023 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Schiedam 2013 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 150,00, voor rekening van [appellante] komen. Bij besluit van 26 juni 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Schiedam het door [appellante] hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van twee brieven die op 27 februari 2023 zijn aangetroffen in Schiedam ter hoogte van de ondergrondse afvalcontainer aan de Boomgaardstraat. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de brieven verkeerd heeft aangeboden, omdat daarop haar adresgegevens zijn aangetroffen. [appellante] betwist dat zij haar huisvuil naast de container heeft aangeboden. De aangetroffen brieven betreffen een stempas op naam van haar zoon en een beschikking van het UWV.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1378
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202304272/1/R4

202304417/1/R4

Bij besluit van 2 mei 2022 heeft het college besloten tot invordering van de door [appellant] verbeurde dwangsom van in totaal € 25.000,-. [appellant] was tot en met maart 2022 eigenaar van het perceel aan de [locatie] in Soesterberg. Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "Landelijk Gebied". Volgens het bestemmingsplan rusten op het perceel de bestemmingen "Bos-Tuin" en "Recreatie-Verblijfsrecreatie-Jachthuis". Het bestemmingsplan staat maximaal 31 recreatiewoningen toe binnen de bestemming "Recreatie-Verblijfsrecreatie-Jachthuis". Ten tijde van het besluit van 19 maart 2020 waren meer dan 31 recreatiewoningen aanwezig op het perceel en om die reden heeft het college [appellant] gelast om het aantal recreatiewoningen op het perceel binnen de bestemming "Recreatie-Verblijfsrecreatie-Jachthuis" terug te brengen tot maximaal 31. Als dat niet tijdig gebeurt, verbeurt [appellant] een eenmalige dwangsom van € 25.000,-. Op 3 december 2021 is tijdens een controle geconstateerd dat niet aan de opgelegde last is voldaan. Op 5 januari 2022 heeft het college aan [appellant] het voornemen bekend gemaakt om € 25.000,- in te vorderen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1391
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202304417/1/R4

202306192/1/R4

Bij besluit van 22 juli 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 10 juli 2023 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 10 juli 2023 in Den Haag is aangetroffen naast een aangewezen inzamelvoorziening op de Los Angelesstraat ter hoogte van [locatie]. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat op de doos een adreslabel is aangetroffen met daarop haar naam en adres. [appellant] betwist niet dat zij de doos naast de inzamelvoorziening heeft geplaatst. [appellant] wijst er op dat zij een afspraak had gemaakt om grofvuil op te laten halen op 14 juli 2023. Vanwege haar werk en omdat zij niet beschikt over eigen vervoer, was het volgens [appellant] niet mogelijk om het grofvuil een dag voor de afspraakdatum aan te bieden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1376
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202306192/1/R4

202306604/1/R4

Bij besluit van 26 januari 2023 heeft het college HorseStables, onder oplegging van een dwangsom van € 10.000,00 per maand met een maximum van € 40.000,00, gelast om de bedrijfsactiviteiten in strijd met het bestemmingsplan op het perceel aan Jan Steegweg 3 en 3a in Batenburg (hierna: het perceel), te beëindigen. Bij besluit van 4 juli 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wijchen het door HorseStables daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard, het besluit van 26 januari 2023 herroepen, en HorseStables, onder oplegging van een dwangsom van € 10.000,00 ineens, gelast het exploiteren van een timmerbedrijf op het perceel te beëindigen en beëindigd te houden. HorseStables exploiteert een timmerbedrijf voor paardenstallen op het perceel. Dit is volgens het college in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Het college heeft HorseStables op enig moment een tijdelijke omgevingsvergunning verleend, die het haar tot 1 maart 2022 toestond om het timmerbedrijf op het perceel uit te oefenen. HorseStables betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geconcludeerd dat de exploitatie van een timmerbedrijf op het perceel in strijd is met het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1396
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202306604/1/R4

202307185/1/A2

Bij beslissing van 14 september 2023 heeft de examencommissie Mens en Maatschappij zich op het standpunt gesteld dat twee examens van [appellante] terecht niet inhoudelijk zijn beoordeeld (resultaat: ‘poging vergeven’) en dat zij terecht een onvoldoende heeft gekregen voor haar beroepspraktijkvorming. Bij beslissing van 2 november 2023 heeft de commissie van beroep voor de examens van het VISTA College het door [appellante] hiertegen ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard.[appellante] volgt de opleiding Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker BOL Niveau 4. Voor haar derde en laatste studiejaar moest zij stage lopen bij een erkend leerbedrijf. Nadat voortzetting van de stage bij het leerbedrijf waar zij in september 2022 was begonnen niet wenselijk bleek, is zij in december 2022 overgestapt naar leerbedrijf Humankind, vestiging Heerlerbaan. Dit is een kinderdagverblijf met daarnaast buitenschoolse opvang.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1380
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202307185/1/A2

202307485/1/R4

Bij besluit van 20 september 2023 heeft de raad van de gemeente Zevenaar het bestemmingsplan "Dorpsstraat 71-85, Angerlo" vastgesteld. Het plan voorziet in de realisatie van 20 woningen. Het plangebied heeft een oppervlakte van ongeveer 7.240 m² en ligt ongeveer 550 m ten oosten van de kern Angerlo in de gemeente Zevenaar. De zuidzijde van het plangebied grenst aan de Dorpsstraat. De woningen aan de Dorpsstraat 71-85 maken plaats voor de geplande nieuwbouw. Deze ontwikkeling maakt deel uit van de grotere ontwikkeling Kolkwijk. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] wonen aan de [locatie 1] onderscheidenlijk [locatie 2] in Angerlo. Hun achtertuinen grenzen aan het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1233
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202307485/1/R4

202400076/1/A2

Bij beslissing van 14 september 2023 heeft de examencommissie van de Faculteit Onderwijs en Opvoeding Tweedegraads van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de examencommissie) het verzoek van [appellante] om een vrijstelling voor het studieonderdeel Werkplekleren 2 afgewezen. [appellante] is overgestapt van de tweedegraads lerarenopleiding natuur- en scheikunde naar de tweedegraads lerarenopleiding wiskunde. Tijdens de eerste opleiding heeft [appellante] het studieonderdeel Werkplekleren 2 behaald en daarom heeft zij verzocht om een vrijstelling voor dit studieonderdeel in haar tweede opleiding. Het verzoek is door de examencommissie afgewezen omdat de vakken qua inhoud, omvang en niveau niet in voldoende mate overeenstemmen. Het CBE heeft in administratief beroep die beslissing in stand gelaten. [appellante] betoogt dat de onderwijseenheden in beide opleidingen hetzelfde zijn. Dat blijkt uit de Handleiding Werkplekleren Voltijd en deeltijd 2023-2024, want de opdrachten zijn identiek geformuleerd. Daarnaast hebben natuur- en scheikunde en wiskunde veel gemeenschappelijke raakvlakken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1382
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202400076/1/A2

202400782/2/A2

Tijdens de zitting op 3 april 2024 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraad mr. C.J. Borman als lid van de Afdeling belast met de behandeling van de zaak nr. 202400782/1/A2. De wrakingsgrond van [verzoeker] is erin gelegen dat hem vanaf het begin van de zitting niet voldoende gelegenheid is gegeven om zijn standpunten toe te lichten zo uitvoerig als hij nodig vond, gelet op de complexiteit van de zaak en de vrees om later in de beslissing tegengeworpen te krijgen dat hij zijn standpunten niet voldoende heeft toegelicht. [verzoeker] betoogt dat het aan hem is om te bepalen wanneer de behandeling voltooid is en niet aan de voorzitter.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1456
Datum uitspraak
3 april 2024
  • Wraking
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202400782/2/A2

202205056/1/V3

Bij besluit van 1 november 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1343
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205056/1/V3

202300976/1/V2

Bij besluit van 26 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen. Bij besluit van 2 mei 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1345
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202300976/1/V2

202302728/1/V3

Bij besluit van 23 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1346
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202302728/1/V3

202302792/1/V3

Bij besluit van 23 februari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1347
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202302792/1/V3

202302794/1/V3

Bij besluit van 6 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1349
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202302794/1/V3

202303846/2/R1

Bij besluit van 12 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Noord-Beveland het verzoek van De Banjaard en anderen om intrekking van de omgevingsvergunning voor de bouw van drie windturbines aan het adres Jacobahaven 5, 6 en 7 in Kamperland afgewezen. De omgevingsvergunning is als gevolg van de uitspraak van de Afdeling van 25 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2821, onherroepelijk geworden. Naar aanleiding van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 25 juni 2020, ECLI:EU:C:2020:503 (het Nevele-arrest), hebben De Banjaard en anderen het college verzocht om de omgevingsvergunning in te trekken, omdat de omgevingsvergunning volgens hen in strijd met de richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en de raad van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s (L 197/30) tot stand is gekomen. Het college heeft het verzoek om de omgevingsvergunning in te trekken, afgewezen. De Banjaard en anderen willen voorkomen dat, in afwachting van de uitspraak op de hoger beroepen, de windturbines worden gebouwd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1338
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202303846/2/R1

202305388/2/R1

Bij besluit van 28 juni 2023 heeft de raad van de gemeente Venlo het bestemmingsplan "Supermarkt Kaldenkerkerweg - Kraanvogelstraat" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de verplaatsing van een Lidl-supermarkt aan de Kraanvogelstraat 36 te Venlo naar het perceel Kaldenkerkerweg - Groenveldsingel te Venlo. Naast de toekomstige locatie is een bestaande Albert Heijn-supermarkt gelegen. De Lidl-supermarkt op de toekomstige locatie wordt groter dan de huidige Lidl-supermarkt aan de Kraanvogelstraat, zo staat in de toelichting op het bestemmingsplan. Op de locatie aan de Kraanvogelstraat zal de aanduiding "supermarkt" komen te vervallen. Het verzoek van Ahold strekt tot schorsing van het bestemmingsplan totdat uitspraak is gedaan in de bodemprocedure gericht tegen de vaststelling van het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1339
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202305388/2/R1

202306112/1/V2

Bij besluit van 23 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1350
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202306112/1/V2

202400780/2/A3

Bij besluit van 25 november 2021 heeft de minister van Justitie en Veiligheid het verzoek van Amnesty International om op grond van de Wet openbaarheid van bestuur documenten openbaar te maken afgewezen. Amnesty International heeft de minister op grond van de Wob verzocht om openbaarmaking van documenten die verband houden met demonstraties en protesten. Meer in het bijzonder gaat het om documenten van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid. De minister heeft het verzoek afgewezen en de afwijzing in bezwaar gehandhaafd. De rechtbank heeft in haar uitspraak van 10 november 2022 geoordeeld dat de minister het verzoek van Amnesty International te beperkt heeft opgevat en dat de verrichte zoekslag onzorgvuldig is geweest en onvoldoende inzichtelijk is gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1340
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202400780/2/A3

202400997/1/V2 en 202400997/2/V2

Bij besluit van 22 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1351
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400997/1/V2 en 202400997/2/V2

202401200/3/A3

Bij besluiten van 20 januari 2022 en 4 maart 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nunspeet een aantal documenten al dan niet gedeeltelijk openbaar gemaakt. Het college heeft de openbaarmaking van de memo bestemmingsplan Veelhorsterweg 21/23 geweigerd. [wederpartij] heeft verzocht om openhaarmaking van de stukken die betrekking hebben op het bestemmingsplan Veelhorsterweg 21/23. In hoger beroep gaat het alleen nog om de memo. De memo is opgesteld door een ambtenaar van de gemeente en gericht aan de verantwoordelijke wethouder en de projectleider. De memo gaat over omissies die in het ontwerpbestemmingsplan aanwezig waren en hoe die in het vervolg van de planprocedure kunnen worden hersteld. Het college heeft openbaarmaking van de memo geweigerd op grond van artikel 5.2 van de Wet open overheid. Volgens de rechtbank heeft het college onvoldoende gemotiveerd dat de memo in zijn geheel kan worden aangemerkt als persoonlijke beleidsopvatting. In de memo zijn feiten opgenomen die geen persoonlijke beleidsopvattingen zijn en ook heeft een deel van de informatie een overwegend objectief karakter.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1337
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202401200/3/A3

202401228/3/V2

Bij besluit van 15 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1352
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401228/3/V2

202401345/1/V3

Bij besluiten van 9 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten, een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd en hem in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1353
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202401345/1/V3

202401478/1/V3

Bij besluit van 1 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1355
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401478/1/V3

202401493/1/V2

Bij besluit van 23 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1332
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401493/1/V2

202401564/1/V2 en 202401564/2/V2

Bij besluit van 10 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1333
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401564/1/V2 en 202401564/2/V2

202401619/1/V2 en 202401619/2/V2

Bij besluit van 9 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1334
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401619/1/V2 en 202401619/2/V2

202401674/1/V3

Bij besluit van 27 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1335
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202401674/1/V3

202401679/1/V3

Bij besluit van 24 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1336
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401679/1/V3

202401797/1/V2

Bij besluit van 29 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1356
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401797/1/V2

202401937/1/V3 en 202401937/2/V3

Bij besluit van 8 februari 2024 heeft de staatssecretarisstaatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1416
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401937/1/V3 en 202401937/2/V3

202401971/1/V3 en 202401971/2/V3

Bij besluit van 21 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie binnen 28 dagen na 4 maart 2024 te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1365
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202401971/1/V3 en 202401971/2/V3

202402011/3/V3

Bij besluit van 7 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie binnen 28 dagen na 4 maart 2024 te verlaten. De vreemdeling heeft de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat hij niet wordt uitgezet en dat hij zal worden behandeld alsof het recht op tijdelijke bescherming op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming en de daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluiten, op hem van toepassing blijft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1366
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402011/3/V3

202402012/2/V3

Bij besluit van 23 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat de vreemdeling geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022. De staatssecretaris heeft dit besluit op 31 januari 2024 ingetrokken. Bij besluit van 21 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie binnen 28 dagen na 4 maart 2024 te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1368
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402012/2/V3

202402013/2/V3

Bij besluit van 1 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat de vreemdeling geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022. De staatssecretaris heeft dit besluit op 31 januari 2024 ingetrokken. Bij besluit van 4 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie na die dag binnen 28 dagen te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1370
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402013/2/V3

202402016/2/V3

Bij besluit van 28 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat de vreemdeling geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022. De staatssecretaris heeft dit besluit op 9 februari 2024 ingetrokken. Bij besluit van 7 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie binnen 28 dagen na 4 maart 2024 te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1371
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402016/2/V3

202402020/2/V3

Bij besluit van 7 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie binnen 28 dagen na 4 maart 2024 te verlaten. De vreemdeling heeft de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat hij niet wordt uitgezet en dat hij zal worden behandeld alsof het recht op tijdelijke bescherming op grond van Richtlijn 2001/55/EG en de daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluiten (EU) 2022/382 van 4 maart 2022 en (EU) 2023/2409 van 19 oktober 2023, op hem van toepassing blijft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1373
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402020/2/V3

202402030/2/V3

Bij besluit van 7 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie binnen 28 dagen na 4 maart 2024 te verlaten. De vreemdeling heeft de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat hij niet wordt uitgezet en dat hij zal worden behandeld alsof het recht op tijdelijke bescherming op grond van Richtlijn 2001/55/EG en de daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluiten (EU) 2022/382 van 4 maart 2022 en (EU) 2023/2409 van 19 oktober 2023, op hem van toepassing blijft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1374
Datum uitspraak
2 april 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402030/2/V3

202101355/1/V3

Bij besluit van 18 april 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van de vreemdeling om opheffing van zijn ongewenstverklaring ingewilligd en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1327
Datum uitspraak
29 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202101355/1/V3

202202351/1/V1

Bij besluit van 15 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 2 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het daartegen door de vreemdelingen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1326
Datum uitspraak
29 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202202351/1/V1

202305771/1/V3

Bij besluit van 24 juli 2023 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1328
Datum uitspraak
29 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202305771/1/V3

202401439/1/V3 en 202401439/2/V3

Bij besluiten van 30 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1331
Datum uitspraak
29 maart 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401439/1/V3 en 202401439/2/V3

202401872/2/V3

Bij besluit van 7 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1358
Datum uitspraak
29 maart 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401872/2/V3

202401933/2/V3

Bij besluit van 3 januari 2024 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1360
Datum uitspraak
29 maart 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401933/2/V3

202401974/2/V1

Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers heeft de vreemdeling aangezegd dat zij hem vanaf 25 maart 2024 niet langer als alleenstaande minderjarige vreemdeling zal opvangen, maar als meerderjarige.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1348
Datum uitspraak
29 maart 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Opvang asielzoekers
  • uitspraakin de zaak202401974/2/V1

202402011/2/V3

Bij besluit van 7 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie binnen 28 dagen na 4 maart 2024 te verlaten. De vreemdeling heeft de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat hij niet wordt uitgezet en dat hij zal worden behandeld alsof het recht op tijdelijke bescherming op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming op hem van toepassing blijft. De afgelopen weken hebben bestuursrechters in verschillende zittingsplaatsen van de rechtbank Den Haag hun oordeel gegeven over de vraag of de tijdelijke bescherming aan deze derdelanders die uit Oekraïne naar Nederland zijn gevlucht, van rechtswege eindigt op 4 maart 2024. Zij komen tot uiteenlopende uitkomsten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1341
Datum uitspraak
29 maart 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Terugkeerbesluit
  • uitspraakin de zaak202402011/2/V3

202203341/1/V1

Bij besluit van 9 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de Vw 2000, waaruit duurzaam rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen. Bij besluit van eveneens 9 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat de vreemdeling geen rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan in Nederland heeft gehad. Bij besluit van 28 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de tegen de besluiten van 9 april 2020 door de vreemdeling gemaakte bezwaren opnieuw ongegrond verklaard. Bij besluit van 16 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat de vreemdeling rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan heeft sinds 6 december 2021.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1306
Datum uitspraak
28 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202203341/1/V1

202204457/1/V3

Bij besluit van 18 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1305
Datum uitspraak
28 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204457/1/V3

202206582/1/V3

Bij besluit van 11 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen. Bij besluit van 4 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1238
Datum uitspraak
28 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202206582/1/V3
vorige pagina1...747576...1.203volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon