Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.694
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202505141/1/V3

Bij besluit van 27 augustus 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 18 september 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. S. Jankie, advocaat in Hoofddorp, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5013
Datum uitspraak
20 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202505141/1/V3

202505251/2/V2

Bij besluit van 26 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 19 september 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Verzoeker heeft een nader stuk ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5014
Datum uitspraak
20 oktober 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202505251/2/V2

202505264/2/V3

Bij besluit van 21 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard. Bij uitspraak van 22 september 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5020
Datum uitspraak
20 oktober 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202505264/2/V3

BRS.25.000664

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5001
Datum uitspraak
20 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000664

BRS.25.001431

Bij besluit van 6 augustus 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4999
Datum uitspraak
20 oktober 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001431

BRS.25.001505

Bij besluit van 5 maart 2025 heeft de minister een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 12 september 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. I.M. Zuidhoek, advocaat in Gieten, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5029
Datum uitspraak
20 oktober 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001505

202304402/1/V3

Bij besluit van 19 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid betrokkene in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 5 juli 2023 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, de opheffing van de maatregel van bewaring met ingang van die dag bevolen en schadevergoeding toegekend. Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld. Betrokkene, vertegenwoordigd door mr. E.J.P. Cats, advocaat in Emmen, heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5019
Datum uitspraak
17 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202304402/1/V3

202406700/1/V1

Appellanten hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4966
Datum uitspraak
17 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202406700/1/V1

202407899/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4968
Datum uitspraak
17 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202407899/1/V1

202502186/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging voorlopig verblijf te verlenen. Bij uitspraak van 28 februari 2025 heeft de rechtbank dat beroep gegrond verklaard, het met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit vernietigd en bepaald dat de minister voor 1 april 2026 alsnog een besluit op de aanvraag bekendmaakt. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. T.M. van der Wal, advocaat in Heerenveen, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5009
Datum uitspraak
17 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502186/1/V1

202502187/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen. Bij uitspraak van 18 maart 2025 heeft de rechtbank dat beroep gegrond verklaard, het met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit vernietigd en bepaald dat de minister voor 30 december 2026 alsnog een besluit op de aanvraag bekendmaakt. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. T.M. van der Wal, advocaat in Heerenveen, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5011
Datum uitspraak
17 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502187/1/V1

202503538/2/R3

Bij besluit van 17 april 2025 heeft de raad van de gemeente Heerenveen het bestemmingsplan "Nes - Pean 1" vastgesteld. Het plan heeft ten eerste als doel de legalisatie van twaalf al gebouwde recreatiechalets en voorziet daarnaast in de vervangende nieuwbouw van een bedrijfswoning op het noordelijke gedeelte van het terrein van het recreatiebedrijf Pean B.V. Ter plaatse wordt door Pean B.V. onder meer een zeilschool geëxploiteerd. Het plan biedt ook een juridisch kader voor de activiteiten (waaronder horeca en nachtverblijf) die horen bij de zeilschool. De stichting en anderen kunnen zich niet met het plan verenigen vanwege de overlast die volgens hen optreedt door de exploitatie van de zeilschool. Stichting Iepen Lânskip om 'e Botmar komt op voor het bevorderen van een duurzaam beheer van flora, fauna en milieu voor het gebied rond de Botmar en voor het creëren van een open landschap met een evenwichtige mix tussen wonen, werken, recreatie, natuur en rust. De andere indieners van het verzoek zijn eigenaren van recreatiewoningen in de omgeving van de zeilschool.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5010
Datum uitspraak
17 oktober 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202503538/2/R3

BRS.25.000456

Bij besluiten van 16 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie aanvragen van betrokkenen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4965
Datum uitspraak
17 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000456

BRS.25.000842

Bij besluit van 19 juni 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4978
Datum uitspraak
17 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000842

BRS.25.001372

Bij besluit van 26 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om betrokkene een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4964
Datum uitspraak
17 oktober 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001372

BRS.25.001525

Bij besluit van 8 augustus 2024 heeft de minister een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 6 oktober 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5018
Datum uitspraak
17 oktober 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001525

202505374/1/A2

Het beroep is gericht tegen een besluit van 3 oktober 2025, waarbij het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, voor zover hier van belang, een aanvraag van [appellante] om haar te registreren als kiesgerechtigde voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, heeft afgewezen. [appellante] is ingevolge artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht voor het door haar ingestelde beroep griffierecht verschuldigd. Een beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard, indien storting of bijschrijving van het griffierecht niet heeft plaatsgevonden binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling waarin de indiener van een beroepschrift is gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. Ingevolge artikel D 8, tweede lid, van de Kieswet kan de voorzitter een kortere termijn stellen, waarbinnen de bijschrijving of storting van het verschuldigde bedrag dient plaats te vinden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5112
Datum uitspraak
17 oktober 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202505374/1/A2

202203429/1/V1

Bij besluit van 29 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt (hierna: een artikel 9-document), afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4984
Datum uitspraak
16 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202203429/1/V1

202305675/1/V2

Bij besluit van 21 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om appellanten een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4912
Datum uitspraak
16 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202305675/1/V2

202407424/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: een mvv) te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4987
Datum uitspraak
16 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202407424/1/V1

202407759/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: een mvv) te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4989
Datum uitspraak
16 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202407759/1/V1

202501727/1/V1

Betrokkenen hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4990
Datum uitspraak
16 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202501727/1/V1

202503793/1/V1

Bij besluit van 8 mei 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat appellant geen verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan in Nederland meer heeft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4991
Datum uitspraak
16 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202503793/1/V1

202505072/2/R4

Bij besluit van 23 januari 2025 heeft het college aan Comfort Parcs Ochten B.V. een last onder dwangsom opgelegd. De lasten zijn opgelegd vanwege het gebruik van gebouwen op recreatiepark Rivierendal in Ochten voor het huisvesten van arbeidsmigranten en voor permanente bewoning. Niet in geschil is dat dit gebruik niet is toegestaan op grond van het bestemmingsplan "Witte vlekken", dat deel uitmaakt van het tijdelijke deel van het omgevingsplan van de gemeente Neder-Betuwe, zodat sprake is van overtreding van artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet. Ook is niet in geschil dat verzoekers als overtreder kunnen worden aangemerkt. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt en beroep en hoger beroep ingesteld, omdat zij de opgelegde lasten onevenredig vinden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4913
Datum uitspraak
16 oktober 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202505072/2/R4

202505096/1/V3

Bij besluit van 19 augustus 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4992
Datum uitspraak
16 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202505096/1/V3

202505110/1/V3

Bij besluit van 19 augustus 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4993
Datum uitspraak
16 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202505110/1/V3

202505248/2/V2

Bij besluit van 26 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4994
Datum uitspraak
16 oktober 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202505248/2/V2

202505249/2/V2

Bij besluit van 23 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4995
Datum uitspraak
16 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202505249/2/V2

202505250/2/V2

Bij besluit van 23 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4996
Datum uitspraak
16 oktober 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202505250/2/V2

202505295/1/V2 en 202505295/2/V2

Bij besluit van 17 juli 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4997
Datum uitspraak
16 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202505295/1/V2 en 202505295/2/V2

BRS.25.001367

Bij besluit van 25 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat verzoeker geen verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan in Nederland meer heeft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4958
Datum uitspraak
16 oktober 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001367

BRS.25.001539

Bij besluit van 8 augustus 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5006
Datum uitspraak
16 oktober 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001539

202203860/4/R4

Ten aanzien van zaak nr. 202203860/1/R4, die op 17 oktober 2025 op zitting zal worden behandeld, heeft staatsraad mr. P.H.A. Knol, die als lid van de enkelvoudige kamer belast is met de behandeling van deze zaak, op 15 oktober 2025 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen. De staatsraad heeft te kennen gegeven dat hem bij de voorbereiding van bovenvermelde zaak is gebleken dat hij een in deze zaak getroffen voorlopige voorziening heeft opgeheven naar aanleiding van een inmiddels uitgebracht advies door de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4985
Datum uitspraak
16 oktober 2025
  • Verschoning
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202203860/4/R4

202402056/1/V1

Bij besluit van 26 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om appellant een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: een mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4915
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202402056/1/V1

202402904/1/V1

Bij ‘kennisgevingen gewijzigde identiteitsgegevens’ (hierna: de kennisgevingen) van 28 juli 2023, 28 september 2023 en 5 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aan de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel laten weten de geboortedata van betrokkenen te hebben gewijzigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4916
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402904/1/V1

202404508/1/V1

Bij besluit van 17 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4917
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202404508/1/V1

202405777/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4920
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202405777/1/V1

202405778/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4961
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202405778/1/V1

202407760/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: een mvv) te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4967
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202407760/1/V1

202407912/1/V1

Appellanten hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4963
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202407912/1/V1

202408108/1/V3

Bij brief van 8 november 2024 heeft de minister betrokkene in kennis gesteld van haar besluit om de overdrachtstermijn met twaalf maanden te verlengen (hierna: het verlengingsbesluit).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4969
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202408108/1/V3

202500085/1/V1

Appellanten hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4919
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202500085/1/V1

202501732/1/V1

Betrokkenen hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4970
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202501732/1/V1

202502046/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: een mvv) te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4971
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502046/1/V1

202502050/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4972
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502050/1/V1

202502795/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4973
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502795/1/V1

202502957/1/V1

Appellanten hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4974
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502957/1/V1

202504311/1/V1

Bij besluit van 23 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4975
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202504311/1/V1

202504609/2/R2

Bij besluit van 30 september 2024 heeft het college aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van 42 woningen met bergingen aan de Catharinahoeve in Veghel. Bij het besluit van 30 september 2024 heeft het college aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van 42 woningen met bergingen aan de Catharinahoeve, plaatselijk bekend Veghels Buiten SBA 3200 Veghel. Om deze ontwikkeling mogelijk te maken is op 23 mei 2024 het bestemmingsplan "Veghels Buiten, deelgebied Erpseweg-Zuid, 1e herziening" vastgesteld. Het bouwplan is passend binnen dat bestemmingsplan. [verzoeker] heeft verzocht om een voorlopige voorziening omdat hij wil voorkomen dat, voordat uitspraak is gedaan in de bodemprocedure, onomkeerbare gevolgen ontstaan doordat gebruik wordt gemaakt van de omgevingsvergunning. Vergunninghoudster heeft verklaard dat zij zo snel mogelijk uitvoering wil geven aan de omgevingsvergunning en met de bouwwerkzaamheden wil starten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4911
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202504609/2/R2

202504714/1/V1

Bij besluit van 23 juni 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4976
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202504714/1/V1

202504785/1/V3

Bij besluit van 2 augustus 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 22 augustus 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. J.P. van Mulken, advocaat in Nuth, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4943
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202504785/1/V3

202504844/2/R4 en 202504848/2/R4

Bij het besluit van 10 oktober 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van burgemeester en wethouders van Maasdriel, naast een omgevingsvergunning voor bouwen, een zogenoemde omgevingsvergunning beperkte milieutoets verleend. In dat verband heeft het college van burgemeester en wethouders beslist dat voor de aangevraagde verandering van de geitenhouderij geen milieueffectrapport hoeft te worden gemaakt. Daarbij is het college van burgemeester en wethouders ervan uitgegaan dat de nieuwe stal niet leidt tot meer stikstofdepositie op een Natura 2000-gebied dan de bestaande stal, waarvoor in 2013 een natuurvergunning is verleend. Bij het besluit van 2 april 2025 heeft het college van gedeputeerde staten geweigerd om handhavend op te treden tegen het zonder natuurvergunning bouwen van de nieuwe stal.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4906
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202504844/2/R4 en 202504848/2/R4

202504977/2/V3

Bij besluit van 30 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard, haar opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen haar uitgevaardigd. Bij uitspraak van 1 september 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5008
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202504977/2/V3

202505031/2/R1

Bij besluit van 8 oktober 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas aan [verzoekster] een last onder dwangsom opgelegd wegens het illegaal huisvesten van arbeidsmigranten in het pand aan het [locatie] in Meijel, gemeente Peel en Maas. Het pand aan [locatie] in Meijel wordt gehuurd door [verzoekster]. [verzoekster] gebruikt het pand voor de huisvesting van arbeidsmigranten die in de regio worden tewerkgesteld bij aan haar verbonden ondernemingen. Naar aanleiding van een verzoek om handhaving van een ondernemer in het naastgelegen gebouw, heeft het college bij besluit van 1 maart 2021 aan [verzoekster] een last onder dwangsom opgelegd. Volgens [verzoekster] kan de last onder dwangsom niet in stand blijven. Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht om de voorlopige voorziening te treffen dat de last onder dwangsom, het besluit op bezwaar en het besluit van 13 augustus 2025 worden geschorst, totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4914
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202505031/2/R1

202505145/2/A3

Bij besluit van 4 oktober 2024 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland het verzoek van [wederpartij] op grond van de Wet open overheid buiten behandeling gesteld wegens misbruik van recht. [wederpartij] heeft het college verzocht om openbaarmaking van alle documenten die gaan over de wegwerkzaamheden aan de N211 in de periode van 1 januari 2015 tot en met 9 juli 2024. Het college heeft dit verzoek op grond van artikel 4.6 van de Woo buiten behandeling gesteld omdat sprake zou zijn van misbruik van recht. Het daartegen gemaakte bezwaar heeft het college niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft het beroep van [wederpartij] gegrond verklaard. Volgens de rechtbank kan niet worden vastgesteld dat het college onverwijld, nadat is gebleken dat sprake zou zijn van misbruik van recht, het verzoek buiten behandeling heeft gesteld. [wederpartij] stelt dat het college misbruik maakt van de bevoegdheid om een voorlopige voorziening te vragen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4898
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202505145/2/A3

BRS.25.001377 en BRS.25.001378

Bij besluit van 15 juli 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4918
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001377 en BRS.25.001378

202002711/2/R2

Bij tussenuitspraak van 26 maart 2025, ECLI:NL:RVS:2025:1201, heeft de Afdeling het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden opgedragen om binnen 20 weken na de verzending van de tussenuitspraak de daarin geconstateerde gebreken in de besluiten van 3 maart 2020 (omgevingsvergunning voor de windturbines) en 15 maart 2022 (wijzigingsbesluit omgevingsvergunning) te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak drie gebreken vastgesteld in de besluiten van 3 maart 2020 (omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, c en e van de Wabo, voor de bouw, het afwijken van het bestemmingsplan en het oprichten, veranderen of in werking hebben van een windpark met elf windturbines) en 15 maart 2022 (wijziging van de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, voor het oprichten, veranderen of in werking hebben van een windpark met elf windturbines). [appellant sub 1], de stichtingen, de omwonenden en Windpark Agro-Wind hebben naar aanleiding van het herstelbesluit een zienswijze ingediend. Volgens [appellant sub 1] en de omwonenden heeft de Afdeling in de tussenuitspraak ten onrechte geconcludeerd dat de besluiten niet zijn genomen in strijd met de gemeentelijke omgevingsvisie. Volgens de stichtingen is ook met het herstelbesluit de monitoring van het compensatieplan onvoldoende geborgd. Windpark Agro-Wind heeft aangegeven dat zij kan instemmen met het herstelbesluit, zodat geen beroep van rechtswege als bedoeld in artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht is ontstaan waarop nog dient te worden beslist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4938
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202002711/2/R2

202200170/1/R2

Bij besluit van 15 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meierijstad aan Stichting Area een omgevingsvergunning verleend voor het kappen van twee bomen en het verplaatsen van één boom aan de Zeven Eikenlaan ongenummerd in Veghel. Stichting Area heeft op 8 februari 2021 en 26 maart 2021 twee aanvragen ingediend voor het kappen van drie bomen op het perceel. Het college heeft aan Stichting Area eerder al een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van 15 appartementen en het aanleggen van een uitweg op deze locatie. Om dit bouwplan te realiseren is het nodig om de bomen te kappen. [belanghebbende] woont aan de [locatie] in Veghel, tegenover het perceel. Hij kan zich niet verenigen met de kap van de bomen, omdat hij vreest voor een aantasting van zijn woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4940
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Kapvergunningen
  • uitspraakin de zaak202200170/1/R2

202201372/1/A2

Bij besluit van 8 mei 2021 heeft de Belastingdienst/Toeslagen een bedrag van € 4.375,00 teruggevorderd in verband met onverschuldigd betaalde voorschotten kindgebonden budget over het jaar 2020. Op 27 december 2019 heeft [appellant] voor het jaar 2020 een voorschot van € 4.375,00 op een kindgebonden budget voor haar zoons [kind 1] en [kind 2] ontvangen. Op 1 maart 2021 is [appellant] getrouwd en met haar zoons verhuisd naar het adres van haar echtgenoot in [woonplaats], België. De Dienst heeft het voorschot teruggevorderd omdat dat [appellant] voor het jaar 2020 voor haar zoons ook recht had op gezinsbijslag van de Belgische overheid. De Dienst verwijst naar de artikelen 68 en 84 van de Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (hierna: de Verordening). Deze Verordening beoogt ongewenste cumulatie van uitkeringen uit verschillende lidstaten te voorkomen. [appellant] heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt, de Dienst heeft het besluit na bezwaar gehandhaafd. [appellant] heeft daartegen beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4942
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202201372/1/A2

202204246/1/R3

Bij besluit van 18 augustus 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Fryske Marren aan [appellante sub 1] een omgevingsvergunning verleend voor het vernieuwen en uitbreiden van de aanlegsteigers op de locatie [locatie] in Terherne. appellante sub 1] is een van de eigenaren en exploitanten van [bedrijf], een restaurant aan de Sâltpoel, een onderdeel van het Sneekermeer. Bij besluit van 18 augustus 2021 heeft het college aan [appellante sub 1] een omgevingsvergunning verleend voor het vernieuwen en uitbreiden van de aanlegsteigers nabij het restaurant op de locatie [locatie] in Terherne. [appellant sub 2] en anderen zijn eigenaren van recreatiewoningen in het recreatiecomplex "Waterpark Zoutpoel", dat ten westen van het restaurant ligt. [appellant sub 2] en anderen hebben bezwaar gemaakt tegen de verleende omgevingsvergunning en hebben de voorzieningenrechter van de rechtbank verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het college onvoldoende gemotiveerd dat er is voldaan aan de eisen die de planvoorschriften stellen om op de gronden steigers te realiseren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4952
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202204246/1/R3

202204690/1/A3

Bij besluit van 25 januari 2019 heeft de burgemeester van Schiedam een aanvraag van [appellante] om een exploitatievergunning en een drank- en horecavergunning geweigerd. [persoon A] heeft op 14 december 2017 namens [appellante] een aanvraag gedaan voor een exploitatievergunning en een drank- en horecavergunning voor het horecabedrijf [café] aan [locatie] in Schiedam. Na een negatief advies van de politie aan de burgemeester heeft [persoon A] de aanvraag ingetrokken. Vervolgens heeft [persoon B] op 8 februari 2018 een gelijkluidende aanvraag namens [appellante] gedaan. De burgemeester heeft bij het besluit van 25 januari 2019 de aanvraag geweigerd, omdat [persoon B], door mee te werken aan een schijnconstructie, van slecht levensgedrag is. Volgens de burgemeester is het niet [persoon B], maar [persoon A] die als daadwerkelijke exploitant van [café] moet worden gezien. De burgemeester heeft de weigering bij het besluit van 30 oktober 2019 gehandhaafd. De burgemeester heeft de aanvraag van [persoon B] afgewezen, omdat [persoon B] volgens hem heeft meegewerkt aan een schijnconstructie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4925
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak202204690/1/A3

202205717/1/A3

Bij besluit van 22 maart 2021 heeft het college [appellant] meegedeeld dat het geen persoonsgegevens over hem heeft verwerkt. [appellant] heeft het college op 17 november 2020 verzocht om inzage in alle persoonsgegevens die de gemeente Den Haag over hem heeft verwerkt. Uit het besluit van 22 maart 2021 volgt dat het college het verzoek van [appellant] heeft uitgezet bij verschillende afdelingen en diensten van de gemeente. Uit de terugkoppeling daarvan is gebleken dat de persoonsgegevens van [appellant] niet bekend zijn in de systemen van de gemeente. Het college heeft daarom geconcludeerd dat de gemeente Den Haag geen persoonsgegevens van [appellant] heeft verwerkt, zodat er geen aanleiding is voor het verschaffen van inzage. Met het besluit van 12 mei 2021 heeft het college het besluit van 22 maart 2021 gehandhaafd. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de burgemeester het besluit van 12 mei 2021 op goede gronden heeft genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4944
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202205717/1/A3

202206089/1/R3

Bij besluit van 2 februari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waadhoeke aan Stichting Keunstwurk een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van recreatieve voorzieningen op het perceel Nieuwebildtdijk 428 in Sint Jacobiparochie. Het college heeft aan Stichting Keunstwurk een omgevingsvergunning verleend voor het project "Nacht aan het Wad", dat voorziet in de realisatie van verschillende recreatieve voorzieningen ten zuiden van de camperparkeerplaats op het perceel Nieuwebildtdijk 428 in Sint Jacobiparochie. Het project omvat het bouwen van een gebouw met vijf trekkershutten, een sterrenobservatorium en expositieruimte, de aanleg van een bruggetje en een nachtbelevingstuin en het gebruik van een parkeerterrein. Omdat het project niet in overeenstemming is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Bestemmingsplan Bildtdijken", en dit bestemmingsplan niet voorziet in een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid, heeft het college de omgevingsvergunning verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onderdeel a, onder 3°, van de Wabo.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4927
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202206089/1/R3

202207200/2/R3

Bij tussenuitspraak van 15 januari 2025, ECLI:NL:RVS:2025:119 , heeft de Afdeling het college van burgemeester en wethouders van Oldenzaal opgedragen om binnen twaalfweken na verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 28 oktober 2021, waarbij het besluit tot verlening van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een mast voor telecommunicatiedoeleinden, het plaatsen van een perceelafscheiding en het kappen van twee bomen op het perceel nabij het perceel Schipleidelaan 3 in Oldenzaal onder aanvulling van de motivering in stand is gelaten, te herstellen. Onder 4 heeft de Afdeling vervolgens overwogen dat artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2°, van de Wabo, gelezen in samenhang met artikel 4, aanhef en onderdeel 5, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht, wel een toereikende grondslag biedt om zowel in afwijking van het gebruiks- als het bouwvoorschrift een omgevingsvergunning voor een antennemast te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4931
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202207200/2/R3

202300290/1/R3

Bij besluit van 10 oktober 2022 heeft de raad van de gemeente Kaag en Braassem het exploitatieplan "Braassemerland 2019" vastgesteld. Met het oog op de met het bestemmingsplan mogelijk gemaakte bouwplannen en het verhaal van daarbij aan de orde komende exploitatiekosten is bij besluit van 27 mei 2019 eveneens het exploitatieplan vastgesteld. Het exploitatieplan heeft betrekking op een kleiner gebied dan het bestemmingsplan. Op 24 november 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2645, heeft de Afdeling uitspraak gedaan in de procedure over dat exploitatieplan, waarbij het tegen dat plan ingestelde beroep gegrond is verklaard. Hierbij is de raad opgedragen met inachtneming van wat in die uitspraak is overwogen een nieuw besluit te nemen. Met het voorliggende besluit heeft de raad beoogd uitvoering te geven aan de opdracht uit de uitspraak van de Afdeling van 24 november 2021. Dit heeft de raad gedaan door de inbrengwaarden van de gronden van het plangebied opnieuw vast te stellen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4950
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202300290/1/R3

202300591/1/R3

Op 29 juli 2019 heeft het college aan Klop Beheer B.V. bekendgemaakt dat van rechtswege een omgevingsvergunning is gegeven voor het verbouwen van een kantoorpand aan de Touwbaan 11 in Gorinchem tot een fitnessclub.De aanvraag van 21 december 2018 is gedaan voor de herontwikkeling van een voormalig kantoorpand aan de Touwbaan 11 in Gorinchem tot een fitnessclub met een oppervlakte van 1.500 m². Het is de bedoeling dat een fitnessclub van Basic Fit zich hier gaat vestigen. Bij besluit van 15 juli 2020 heeft het college de van rechtswege verleende omgevingsvergunning in stand gelaten. Vida en Inspire Fitness Club exploiteren twee fitnessclubs in Gorinchem. Basic Fit richt zich op dezelfde markt en de beoogde vestiging ligt in hetzelfde verzorgingsgebied als dat van Vida en Inspire Fitness Club. De sportschool Health Works Fitness is gevestigd op het perceel Franklinweg 5, op ruim 4 km afstand van het perceel Touwbaan 11. De afstand tussen het perceel Touwbaan 11 en Inspire Fitness Club op het perceel Kennelweg 10 bedraagt ongeveer 1,7 km.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4956
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202300591/1/R3

202300609/1/A3

Bij besluit van 22 juli 2021 heeft de minister een verzoek van [appellant] om inzage in over hem verwerkte persoonsgegeven deels ingewilligd. Op 24 juni 2021 heeft [appellant] bij de minister op grond van artikel 25 van de Wet politiegegevens het volgende verzoek ingediend: "Ik wil mijn complete dossier ontvangen (rapporten, mutaties, e-mails, appjes, audio/video-opnames etc). Echt alles dus! Tevens wil ik weten van wie de gegevens gekomen zijn en aan wie verstrekt. En ik wil weten na hoeveel tijd mijn persoonsgegevens worden vernietigd." Met het besluit van 22 juli 2021 heeft de minister meegedeeld dat hij naar aanleiding van het verzoek van [appellant] de hem ter beschikking staande systemen heeft geraadpleegd. Daaruit zijn twee mutaties naar voren gekomen die de minister heeft weergegeven in een overzicht. In de eerste mutatie, van 19 maart 2020, is vastgelegd dat [appellant] naar aanleiding van een signalering op die datum op de luchthaven door de BrigadeGrensbewaking op grond van de Vreemdelingenwet 2000 aan een uitreiscontrole is onderworpen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4945
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202300609/1/A3

202301439/1/R2

Bij besluit van 13 januari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven de aan [appellante] verleende omgevingsvergunning van 3 november 2015 voor de bouw van een kantoor met magazijn aan de [locatie] in Eindhoven ingetrokken. [appellante] is eigenaar van een perceel waarop zij een kantoor met magazijn wil bouwen. Op 10 juli 2003 heeft zij hiervoor een omgevingsvergunning gekregen. Op 3 november 2015 heeft zij een omgevingsvergunning gekregen voor een wijziging van de eerdere omgevingsvergunning. Zij is op enig moment begonnen met de bouw: in het inspectierapport van 16 oktober 2019 staat dat er een fundatie is gemaakt en een gedeelte van de stalen constructie is gemonteerd en dat deze situatie al meer dan vijf jaar zo bestaat. Het college heeft daarna geconstateerd dat er al vijf jaar niet verder wordt gebouwd en heeft daarom de omgevingsvergunning ingetrokken. [appellante] is het hier niet mee eens, omdat zij het kantoor en magazijn toch nog wil afbouwen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4789
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202301439/1/R2

202301580/1/R2

Bij besluit van 29 juli 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Meierijstad aan Stichting Area een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van 15 appartementen en het maken van een uitweg aan de Zeven Eikenlaan ongenummerd in Veghel. Op 24 december 2020 heeft stichting Area een aanvraag ingediend voor het bouwen van 15 appartementen aan de Zeven Eikenlaan in Veghel en het maken van een uitweg naar de Zeven Eikenlaan. [appellant sub 3] woont aan de [locatie 1] in Veghel. [appellant sub 2] woont aan de [locatie 2] in Veghel. Zij kunnen zich niet verenigen met het bouwplan, omdat zij vrezen voor toenemende parkeerdruk en een aantasting van hun woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4939
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202301580/1/R2

202302141/1/R4

Bij besluit van 26 januari 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "IKC Nunspeet Oost" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1], [appellant sub 2] en anderen en [appellant sub 3] beroep ingesteld. Deze zaak gaat over een bestemmingsplan waarmee mogelijk wordt gemaakt dat op een perceel naast de Oosteinderweg 70 in Nunspeet een Integraal Kind Centrum wordt gerealiseerd. Beoogd is om in het IKC twee basisscholen en twee kinderopvangorganisaties te huisvesten. Om realisatie van het IKC mogelijk te maken heeft het plangebied de enkelbestemming "Maatschappelijk" met een bouwvlak gekregen. Op grond van het voorheen geldende bestemmingsplan "Nunspeet Noord en Oost" uit 2013 had het plangebied de enkelbestemming "Agrarisch". Het plangebied bestaat in de huidige situatie uit onbebouwd grasland. [appellant sub 1] woont in de woning op een perceel naast het plangebied. [appellant sub 2] en anderen zijn bewoners van de woonwijk die ten westen van het plangebied ligt. [appellant sub 3] woont in de woning op een perceel tegenover het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4954
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202302141/1/R4

202304085/1/A2

Bij afzonderlijke besluiten van 1 maart 2022 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellante] een schriftelijke ‘waarschuwing preventieve stillegging van werk’ gegeven en een bestuurlijke boete opgelegd van in totaal € 10.800,- wegens overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet respectievelijk het Arbeidsomstandighedenbesluit. [appellante] is een gecertificeerd saneringsbedrijf dat gespecialiseerd is in de professionele verwijdering van asbest. Op 23 juli 2021 werden door werknemers van [appellante] asbestwerkzaamheden op het dak van een pand aan de [locatie] in Gilze verricht. Op die dag heeft een arbeidsinspecteur van de Nederlandse Arbeidsinspectie op die locatie een inspectie gehouden. Hij heeft tijdens deze inspectie geconstateerd dat drie werknemers van [appellante] zich op het dak van het pand, een asbest-werkgebied, bevonden terwijl zij geen adembeschermingsmiddelen droegen. Deze bevindingen zijn vastgelegd in een boeterapport.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4949
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202304085/1/A2

202304385/1/A3

Bij besluit van 18 juni 2018 heeft de minister van Buitenlandse Zaken geweigerd om de aanvraag van [appellant] voor een Nederlands paspoort in behandeling te nemen. [appellant] is geboren op [geboortedatum] 1987 in Suriname en heeft voor het laatst op 7 maart 2008 een Nederlands paspoort verstrekt gekregen. Op 24 mei 2018 heeft hij een aanvraag ingediend voor een nieuw Nederlands paspoort bij de Nederlandse ambassade in Suriname. De minister heeft geweigerd om deze aanvraag in behandeling te nemen. In de verklaringen van het Surinaamse Centraal Bureau voor Burgerzaken van 14 juni 2018 en 12 augustus 2021 staat dat [appellant] ingevolge artikel 5, eerste lid, van de Surinaamse Wet op nationaliteit en het ingezetenschap sinds 22 januari 2005 de Surinaamse nationaliteit bezit. Vanaf dat moment bezat [appellant] volgens de minister zowel de Nederlandse als de Surinaamse nationaliteit.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4923
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202304385/1/A3

202304503/1/A3

Bij besluit van 10 december 2021 heeft de minister voor Rechtsbescherming de aanvraag van [appellant] om afgifte van een verklaring omtrent het gedrag afgewezen. [appellant] heeft op 14 juni 2021 verzocht om afgifte van een VOG voor de functie van ‘gezichtsbepalend persoon en voorzitter van de stichting Viruswaarheid.nl’ met als doel dat die stichting door de Belastingdienst kan worden aangewezen als een algemeen nut beogende instelling. De minister heeft de aanvraag afgewezen. Hij heeft zich daarbij gebaseerd op de Beleidsregels VOG-NP-RP 2018 en het algemene screeningsprofiel met het risicogebied ‘aansturen organisatie’. Uit het Justitieel Documentatiesysteem is naar voren gekomen dat [appellant] binnen de terugkijktermijn van vier jaren bij strafbeschikking van 14 april 2021 een boete heeft gekregen voor overtreding van de Wet openbare manifestaties, en er daarnaast een strafzaak loopt waarin hij wordt verdacht van opruiing op 10 oktober 2020. De rechtbank heeft het tegen de in bezwaar gehandhaafde afwijzing ingestelde beroep van [appellant] ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4922
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak202304503/1/A3

202305610/1/A3

Bij besluit van 28 oktober 2022 heeft de burgemeester van Roosendaalaan [appellant] een last onder bestuursdwang opgelegd. [appellant] verblijft zonder bekende vaste woonplaats in Roosendaal. Hij speelt daar, ook in de avond en nacht, in de binnenstad op zijn trompet. Wegens klachten over het gebruik van de trompet heeft de burgemeester [appellant] eerder gewaarschuwd dat sprake is van overtreding van artikel 2:9 van de Algemene Plaatselijke Verordening van Roosendaal. Omdat de burgemeester heeft geconstateerd dat de waarschuwing niet heeft geholpen, heeft hij eerder aan [appellant] bij besluiten van 27 mei 2022 en 22 juli 2022 lasten onder bestuursdwang opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4936
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202305610/1/A3

202305703/1/A3

Bij besluit van 27 juni 2022 heeft het college de aanvraag voor een exploitatievergunning van een seksbedrijf voor [bedrijf] afgewezen. [appellant] heeft in de periode van 26 februari 2014 tot en met 30 januari 2017 strafbare feiten gepleegd, door het niet (volledig) voldoen van de omzetbelasting en loonheffing over 2014 tot en met 2016. Ook heeft hij op 21 juli 2017 een onjuiste aangifte inkomstenbelasting over 2016 ingediend. De strafbare feiten zijn na een boekenonderzoek in 2019 aan het licht gekomen. [appellant] heeft op 24 december 2019 een aanvraag voor verlenging van een exploitatievergunning van zijn seksbedrijf [bedrijf] in Heerhugowaard ingediend. Deze heeft hij aangevuld op 15 maart 2021. Het college heeft de aanvraag, voor zover hier van belang, afgewezen op grond van artikel 3, eerste lid, aanhef en onder a en b, en artikel 7 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. Volgens het college bestaat er ernstig gevaar dat de vergunning mede zal worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten of om strafbare feiten te plegen. Het college heeft deze afwijzing gebaseerd op het Bibob-advies van het Landelijk Bureau Bibob.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4955
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Wet Bibob
  • uitspraakin de zaak202305703/1/A3

202305786/1/R1

Bij besluit van 1 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen het verzoek van [appellante] en andere om handhavend op te treden tegen de eigenaren en gebruikers van woonboten aan de Oostkanaaldijk in Nijmegen afgewezen. Aan de Oostkanaaldijk ter hoogte van nummers 307 tot en met 325 liggen op het gezoneerde industrieterrein Oostkanaalhaven woonboten. [appellante] en andere zijn bedrijven die gevestigd zijn op het industrieterrein, en een bedrijvenvereniging die onder meer het bevorderen van de economische ontwikkelingen van het gebied als doel heeft. Zij hebben het college verzocht om handhavend op te treden tegen de eigenaren en bewoners van de woonboten wegens strijd met het bestemmingsplan. [partijen] zijn eigenaren van een van die woonboten en wonen daar. De rechtbank heeft het beroep van [appellante] en andere tegen het besluit van 30 maart 2021 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft overwogen dat de gemeentelijke Haven- en Kadeverordening 2016 niet van toepassing is, dat de tekst van artikel 8.2a, tweede lid, van de Wabo duidelijk is en dat het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de woonboten onder de werking van deze bepaling vallen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4953
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202305786/1/R1

202305985/1/R1

Bij besluit van 14 april 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Medemblik geweigerd een omgevingsvergunning te verlenen voor het in afwijking van het bestemmingsplan realiseren van een woning op het perceel met de kadastrale aanduiding 250 nabij [locatie A] in Twisk. Aan de weigering heeft het college, naast andere redenen voor weigering, ten grondslag gelegd dat niet wordt voldaan aan de uitgangspunten van de beleidsnota "Generiek Afwegingskader voor initiatieven van 1 tot 100 woningen in alle kernen". Een woning op het perceel voldoet volgens het college niet aan de ruimtelijke kaders van het beleid. De rechtbank heeft overwogen dat het college de omgevingsvergunning heeft mogen weigeren alleen al omdat een woning op het perceel in strijd met het beleid leidt tot verdichting van het dorpslint en het college dit een verslechtering van de ruimtelijke kwaliteit heeft mogen achten. Daarmee kan [appellant] zich niet verenigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4957
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202305985/1/R1

202307029/1/A3

Bij besluit van 23 juni 2022 heeft de Autoriteit Persoonsgegevens een door [appellante] op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming ingediende klacht over International Card Services B.V. afgewezen. [appellante] is van mening dat ICS de AVG overtreedt door haar te vragen een foto van zichzelf op te sturen ter verificatie van haar identiteit. Daarover heeft zij een klacht ingediend bij de AP. De AP heeft die klacht afgewezen, omdat nader onderzoek nodig zou zijn om een overtreding vast te kunnen stellen en de klacht volgens de AP niet voldoet aan de prioriteringscriteria voor klachtenonderzoek, zoals opgenomen in de Beleidsregels prioritering klachtenonderzoek AP, Stcrt. 2018, 54287. De rechtbank heeft geoordeeld dat de AP haar werkwijze voldoende heeft gemotiveerd. Daarbij heeft de rechtbank geoordeeld dat die werkwijze, waarbij eerst wordt getoetst aan de eisen van de Awb en de AVG voordat een bureauonderzoek wordt uitgevoerd op basis van de prioriteringscriteria, eventueel gevolgd door een uitgebreid onderzoek alvorens tot handhaving over te gaan, gelet op de rechtspraak niet onredelijk is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4921
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202307029/1/A3

202307277/1/A3

Bij besluit van 4 mei 2021 heeft de minister van Buitenlandse Zaken geweigerd de aanvraag van [appellante] voor een Nederlands paspoort in behandeling te nemen. [appellante] is geboren op [datum] 1998 in de Dominicaanse Republiek. Zij heeft bij geboorte de Dominicaanse nationaliteit verkregen. Zij stelt automatisch het Nederlanderschap te hebben verkregen door erkenning door haar vader. Haar vader zou op zijn beurt het Nederlanderschap hebben verkregen door erkenning en wettiging. Op 15 april 2021 heeft [appellante] een aanvraag voor een Nederlands paspoort ingediend bij de Nederlandse ambassade in de Dominicaanse Republiek. De minister heeft geweigerd deze aanvraag in behandeling te nemen omdat hem niet is gebleken dat [appellante] over de Nederlandse nationaliteit beschikt. Volgens de minister bezit haar vader niet het Nederlanderschap wat betekent dat zij niet door erkenning het Nederlanderschap heeft verkregen. Ook is het biologisch vaderschap niet binnen een jaar na haar erkenning aangetoond met een DNA-rapport. De minister heeft zijn besluit in bezwaar gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4959
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202307277/1/A3

202400120/1/A3

Bij besluit van 14 februari 2022 heeft de raad van de gemeente De Bilt een verzoek van [appellant] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur afgewezen. [appellant] heeft op 21 januari 2022 onder verwijzing naar de Wob een verzoek om openbaarmaking en daarmee een verzoek tot opheffing van de geheimhouding ingediend ten aanzien van het document ‘Gemeentelijke indicatieve financiële raming ontwikkeling Utrechtseweg 341’. Het document betreft een interne financiële raming van de ontwikkeling van een terrein in De Bilt van het college van burgemeesters en wethouders, die ertoe diende een inschatting te maken van enkele stellingen van de projectontwikkelaar over het raadsvoorstel van het bestemmingsplan voor die locatie. De financiële raming is alleen bestemd voor intern gebruik om de onderhandelingspositie in te kunnen schatten. Op 20 januari 2022 had de gemeenteraad besloten de verplichting tot geheimhouding van dit document op grond van het voormalige artikel 25 van de Gemeentewet te bekrachtigen, omdat openbaarmaking gevolgen kan hebben voor de financiële belangen van de gemeente.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4934
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202400120/1/A3

202400427/1/A3

Op 28 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Asten gereageerd op twee verzoeken om informatie van [appellant]. Het college heeft het bezwaar van [appellant] bij het besluit van 4 juli 2022 niet-ontvankelijk verklaard, omdat dit bezwaar niet is gericht tegen een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Volgens het college kan het verzoek om informatie van [appellant] niet als een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur worden aangemerkt, maar als een algemeen verzoek om informatie dat betrekking heeft op gegevens uit bestemmingsplannen en regelgeving die al actief openbaar zijn gemaakt. Tegen een reactie op een algemeen verzoek om informatie, zoals die in de brief van 28 oktober 2021, staat volgens het college geen rechtsmiddel op grond van de Awb open. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat zijn verzoek om informatie moet worden aangemerkt als een algemeen informatieverzoek en niet als een Wob-verzoek.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4935
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202400427/1/A3

202400720/1/A2

Bij besluit van 30 augustus 2022 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de tegemoetkoming van DVS'33 Ermelo voor de periode april tot en met juni 2021 op grond van de Beleidsregel tegemoetkoming amateurorganisaties en verhuurders sportaccommodaties COVID-19 vastgesteld op nihil en het verstrekte voorschot van € 21.000,- van DVS'33 Ermelo teruggevorderd. DVS’33 Ermelo is een voetbalvereniging met volledige rechtsbevoegdheid. De stichting Businessclub DVS’33 Ermelo is aan DVS’33 Ermelo gelieerd. Zij heeft volgens haar statuten het doel om binnen het verband van DVS’33 Ermelo de voetbalsport op het hoogst mogelijke amateurniveau te bevorderen en een gezonde financiële huishouding van DVS’33 Ermelo te bevorderen en ondersteunen. Dit doel probeert de stichting onder meer te bereiken door het eerste seniorenelftal van DVS’33 Ermelo financieel te adopteren en daartoe contracten aan te gaan met spelers. Op grond van deze contracten krijgen de spelers, wegens de zomerstop in juni en juli, betaald voor de maanden augustus tot en met mei. De stichting en DVS’33 Ermelo stellen jaarlijks een geconsolideerde jaarrekening op.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4930
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202400720/1/A2

202401443/1/R2

Bij besluit van 16 maart 2023 heeft het college de aan [appellant] verleende omgevingsvergunning van 10 juli 2003 en de daarmee verband houdende omgevingsvergunningen van 15 januari 2004, 13 mei 2004 en 15 november 2004 voor het wijzigen van de omgevingsvergunning van 10 juli 2003 voor de bouw van een kantoor met magazijn op het perceel aan de [locatie] in Eindhoven ingetrokken. [appellant] is eigenaar van een perceel waarop zij een kantoor met magazijn wil bouwen. Op 10 juli 2003 heeft zij hiervoor een omgevingsvergunning gekregen. In 2004 heeft het college drie omgevingsvergunningen verleend voor het wijzigen van deze omgevingsvergunning. [appellant] is op enig moment begonnen met de bouw: in het inspectierapport van 16 oktober 2019 staat dat er een fundatie is gemaakt en een gedeelte van de stalen constructie is gemonteerd en dat deze situatie al meer dan vijf jaar zo bestaat. Het college heeft daarna geconstateerd dat dat er al vijf jaar niet verder wordt gebouwd en heeft daarom de omgevingsvergunningen ingetrokken. [appellant] is het hier niet mee eens, omdat zij het kantoor en magazijn toch nog wil afbouwen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4937
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202401443/1/R2

202401798/1/A3

Bij besluit van 21 april 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk naar aanleiding van een verzoek van Diahome om openbaarmaking van informatie de gevraagde documenten gedeeltelijk openbaar gemaakt. Diahome heeft op 26 augustus 2021 verzocht om openbaarmaking van documenten die betrekking hebben op de omgevingsvergunning Bronckhorststraat 69 in Noordwijk. Het college heeft een aantal documenten gedeeltelijk openbaar gemaakt. In het besluit op bezwaar heeft het college bepaalde documenten na een aanvullende zoekslag alsnog verstrekt. Het geschil gaat alleen nog over de vraag of het college de bijlage bij een e-mail van 10 november 2015, bestaande uit een tekening die volgens Diahome relevant kan zijn bij een langslepende bouwvergunningsprocedure, in gedigitaliseerde vorm heeft en daarom ook zou moeten verstrekken. Diahome heeft een afschrift van de e-mail en de bijlage ontvangen in gescande vorm, maar die zijn slecht tot niet leesbaar en daarmee niet behulpzaam bij het nagaan van de geschetste grootte van de parkeerplaatsen op het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4933
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202401798/1/A3

202401948/1/A2

Bij besluit van 20 februari 2023 heeft de minister van Financiën geweigerd een private schuld van [appellant] over te nemen. Bij besluit van 8 september 2023 heeft de minister het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellant] is een gedupeerde van de toeslagenaffaire. Zij heeft verzocht om overname van een schuld van € 38.682,00 aan [persoon], haar ex-schoonzus. Haar ex-schoonzus heeft jarenlang de huur voor [appellant] voorgeschoten en deze voor [appellant] rechtstreeks aan de verhuurder overgemaakt. De minister heeft bij besluit van 20 februari 2023 de aanvraag afgewezen. Bij besluit van 8 september 2023 heeft de minister het daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Hij heeft daaraan ten grondslag gelegd dat de schuld niet is vastgelegd in een notariële akte. De rechtbank heeft geoordeeld dat de minister terecht heeft beoordeeld of de schuld voldoet aan de vereisten van artikel 4.1, derde lid, van de Wht, omdat deze vereisten als limitatieve nadere eisen moeten worden bezien, naast de algemene voorwaarden van het tweede lid van de bepaling. In wat [appellant] heeft aangevoerd heeft de minister geen aanleiding hoeven zien om de hardheidsclausule toe te passen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4928
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202401948/1/A2

202403598/1/A3

Bij besluit van 20 december 2022 heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit naar aanleiding van een verzoek van [appellant] om openbaarmaking van informatie documenten gedeeltelijk openbaar gemaakt. [appellant] exploiteerde de onderneming ‘[bedrijf]’. Hij heeft om informatie verzocht over het inspectiebezoek van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit op 9 maart 2018 bij zijn bedrijf. De minister heeft zeventien documenten gedeeltelijk openbaar gemaakt. Delen van informatie uit de documenten heeft hij geweigerd openbaar te maken wegens vertrouwelijk aan de overheid verstrekte bedrijfs- en fabricagegegevens, het belang van inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen en eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, voorkomen van onevenredige benadeling en wegens persoonlijke beleidsopvattingen in documenten voor intern beraad. In het besluit op bezwaar heeft hij bepaalde informatie, vooral over persoonlijke beleidsopvattingen bestemd voor intern beraad, alsnog in niet tot personen herleidbare vorm openbaar gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4932
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202403598/1/A3

202403817/1/R3

Bij besluit van 22 april 2024 heeft de raad van de gemeente Albrandswaard het bestemmingsplan "[locatie 1] Poortugaal" vastgesteld. Het plan maakt het mogelijk om op het perceel [locatie 1] in Poortugaal een eengezinswoning te bouwen. In het voorheen geldende plan was het toevoegen van een woning op deze locatie niet toegestaan. [appellant] woont op het adres [locatie 2], dat grenst aan het plangebied. Hij is het niet eens met de mogelijkheid voor een woning op het perceel [locatie 1], omdat hij vreest dat deze woning leidt tot een aantasting van zijn woon- en leefklimaat. [partijen] willen de woning bouwen die het plan mogelijk maakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4951
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202403817/1/R3

202404372/1/A2

Bij afzonderlijke besluiten van 7 maart 2023 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellante] een schriftelijke ‘waarschuwing preventieve stillegging van werk’ gegeven en een bestuurlijke boete opgelegd van in totaal € 79.000,- vanwege overtredingen van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag respectievelijk het Besluit minimumloon en minimumvakantiebijslag. [appellante] houdt zich onder meer bezig met het schoonmaken van een aantal McDonaldsvestigingen op Schiphol. Naar aanleiding van een melding op 5 augustus 2020 van een ex-werknemer van [appellante] zijn arbeidsinspecteurs van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid een onderzoek gestart. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft de Arbeidsinspectie een boeterapport Wml, een boeterapport Atw en een aanvullend boeterapport Wml opgesteld. De minister heeft aan [appellante] boetes opgelegd vanwege overtredingen van de Wml en de Atw en aan haar een schriftelijke waarschuwing gegeven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4948
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202404372/1/A2

202404947/1/A2

Bij besluit van 5 juli 2023 heeft de minister van Financiën, namens deze de Programmadirecteur Schulden de aanvraag van [appellante] om compensatie voor een afgeloste geldschuld gedeeltelijk afgewezen. Deze uitspraak gaat over compensatie voor afgeloste private schulden in het kader van de hersteloperatie toeslagen. Deze regeling is onderdeel van de regeling voor overneming en betaling van private schulden die is opgenomen in de Wet hersteloperatie toeslagen. [appellante] is een gedupeerde ouder van de toeslagenaffaire. Zij heeft, op basis van de zogenoemde Catshuisregeling, op 9 januari 2023 een bedrag van € 30.000,00 ontvangen. [appellante] heeft een aanvraag gedaan om compensatie voor afgeloste schulden, zoals bedoeld in artikel 4.3 van de Wht. Het gaat om een bedrag van € 2.998,42 dat zij verschuldigd was aan Eneco en een bedrag van € 1.782,48 dat zij verschuldigd was aan [kinderopvang]. Op de dag dat [appellante] het bedrag van € 30.000,00 ontving, heeft zij haar schulden meteen betaald. Ten tijde van de toeslagenaffaire heeft [appellante] veel moeite gedaan om haar schulden af te lossen en betalingsregelingen af te spreken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4929
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202404947/1/A2

202404960/1/A2

Bij besluit van 11 oktober 2022 heeft de minister van Financiën, namens deze de Programmadirecteur Schulden geweigerd een schuld van [appellante] over te nemen. Deze uitspraak gaat over een besluit op grond van de regeling voor overneming en betaling van private schulden die is opgenomen in de Wet hersteloperatie toeslagen. [appellante] is een gedupeerde van de toeslagenaffaire. Zij heeft verzocht om overname van een aantal schulden. In hoger beroep is in geschil of een schuld aan Shop2Max B.V. van € 8.159,03 moet worden overgenomen. De schuld zie op een huurovereenkomst voor een auto, die [appellante] heeft afgesloten op 1 januari 2019 met Shop2Max B.V. [appellante] heeft deze auto gehuurd omdat zij een auto nodig had, maar haar eigen auto niet langer kon financieren door schuldenproblematiek als gevolg van de toeslagenaffaire. De minister heeft bij besluit van 11 oktober 2022 de aanvraag afgewezen. Bij besluit van 14 april 2023 heeft de minister het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Hij heeft daaraan ten grondslag gelegd dat de schuld niet is vastgelegd in een notariële akte, wat is vereist bij een informele schuld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4926
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202404960/1/A2

202405261/1/R4

Bij besluit van 27 juni 2024 heeft de raad van de gemeente Druten het bestemmingsplan "Roodhekkenpas West Druten" gewijzigd vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de realisatie van 36 grondgebonden woningen in Druten. Het plangebied bevindt zich aan de westzijde van de kern Druten. Aan de noordzijde wordt het plangebied begrensd door de Heersweg, aan de oostzijde door de Roodhekkenpas en aan de westzijde door het bedrijventerrein Westerhout. Het plangebied heeft in de bestaande situatie een agrarische enkelbestemming. Het plangebied maakt onderdeel uit van de Groene ontwikkelingszone van de provincie Gelderland. [partij] is initiatiefnemer van het bestemmingsplan. [appellant] en anderen wonen ten oosten van het plangebied. Hun woonpercelen grenzen aan de Roodhekkenpas. [appellant] en anderen zijn het niet eens met het bestemmingsplan, onder meer omdat de ontwikkeling volgens hen leidt tot meer verkeer en tot geluid- en wateroverlast bij hun woningen. Ook vrezen zij voor aantasting van de Groene ontwikkelingszone.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4947
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202405261/1/R4

202405284/1/A2

Bij besluit van 13 maart 2023 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland een subsidieaanvraag van de vereniging voor het project "Bodemsanering golfbaan Watersportweg 100 te Midden-Delfland en Vlaardingen" afgewezen. Het college heeft een subsidieaanvraag van de vereniging afgewezen. De aanvraag had betrekking op de kosten voor saneringswerkzaamheden in verband met het uitvoeren van een renovatie/herinrichting van de golfbaan Watersportweg 100 in Midden-Delfland en Vlaardingen. Het college heeft die aanvraag afgewezen en het daartegen ingestelde bezwaar ongegrond verklaard. De vereniging was het hier niet mee eens. De rechtbank heeft het beroep van de vereniging echter niet inhoudelijk beoordeeld. Zij heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat het niet tijdig was ingediend en omdat dit aan de vereniging kon worden toegerekend. De vereniging voert in hoger beroep aan dat de rechtbank het beroep van de vereniging ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4946
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202405284/1/A2

202406478/1/V6

Bij besluit van 24 april 2023 heeft de minister van Buitenlandse Zaken een verzoek van appellanten om op enige wijze hun overkomst naar Nederland te faciliteren, afgewezen. Appellanten, [appellant] en zijn gezin, hebben de Afghaanse nationaliteit. Op 18 juli 2022 heeft [appellant] verzocht om hem en zijn gezin naar Nederland over te brengen. [appellant] stelt dat hij tussen 1 oktober 2009 en 31 oktober 2010 heeft gewerkt als bewaker van Afghan Security Guard voor de Nederlandse krijgsmacht in Uruzgan, Afghanistan. Het gezin verblijft in Afghanistan. Tijdens het hoger beroep is gebleken dat [appellant] in Nederland verblijft. De minister heeft het verzoek afgewezen, omdat [appellant] niet valt onder de bij de brief van 11 oktober 2021 getroffen speciale voorziening (Kamerstukken II 2021/22, 27 925, nr. 860; de Kamerbrief). Onder die speciale voorziening vallen twee groepen vreemdelingen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4960
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202406478/1/V6

202500706/1/A2

Bij besluit van 6 november 2023 heeft het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen een derde verzoek van [wederpartij] om herziening van het besluit van 24 januari 2022, waarin staat dat [wederpartij] onderzoek moet laten doen naar zijn alcoholgebruik, afgewezen. Aan [wederpartij] is bij besluit van 17 september 2020 een educatieve maatregel alcohol en verkeer (hierna: EMA) opgelegd, omdat hij op 23 augustus 2020 geweigerd heeft om mee te werken aan een alcoholcontrole. Hij heeft vervolgens de cursus gevolgd en afgerond. Vervolgens is hij op 9 januari 2022 aangehouden met teveel alcohol op. Bij besluit van 24 januari 2022 heeft het CBR besloten dat [wederpartij] een onderzoek moet laten doen naar zijn rijgeschiktheid omdat hij niet in aanmerking komt voor nog een EMA. Vervolgens heeft [wederpartij] twee keer, namelijk op 22 juli 2022 en op 3 oktober 2022, verzoeken om herziening van het besluit van 24 januari 2022 ingediend. Aan die verzoeken heeft hij ten grondslag gelegd dat hij door de politierechter was vrijgesproken van het feit op 23 augustus 2020. Die verzoeken hebben niet geleid tot een andere uitkomst. Vervolgens heeft hij op 19 oktober 2023 opnieuw om herziening van het besluit van 24 januari 2022 gevraagd. Het CBR heeft dit verzoek afgewezen, omdat geen sprake is van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4941
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202500706/1/A2

202504459/1/A2

Bij beslissing van 12 september 2024 heeft de Centrale Studentenadministratie, namens het college van bestuur van de Universiteit van Amsterdam, het verzoek van [appellante] om per 1 september 2024 te worden ingeschreven voor de masteropleiding Publiekrecht aan de Universiteit van Amsterdam afgewezen. Bij beslissing van 23 juni 2025 heeft het college het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellante] stond in het studiejaar 2023-2024 ingeschreven voor de opleiding. Zij heeft het college verzocht haar per 1 september 2024 in te schrijven voor de opleiding voor het studiejaar 2024-2025. Het verzoek is bij beslissing van 12 september 2024 afgewezen. Het college heeft de afwijzing in bezwaar, onder verwijzing naar het advies van de geschillenadviescommissie, gehandhaafd. Volgens het college heeft [appellante] niet tijdig aan de voorwaarden voor inschrijving voldaan. Eén van die voorwaarden is dat de openstaande vordering met betrekking tot het collegegeld vóór 1 september moet zijn voldaan. Volgens het college voldeed [appellante] niet aan die voorwaarde, omdat zij het verschuldigde bedrag aan collegegeld over het studiejaar 2023-2024 pas op 9 oktober 2024 heeft betaald.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4924
Datum uitspraak
15 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202504459/1/A2

202305122/1/V1

Bij besluit van 9 november 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4910
Datum uitspraak
14 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202305122/1/V1

202501681/1/V3

Bij besluit van 26 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4900
Datum uitspraak
14 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202501681/1/V3

202504695/2/R2

Bij besluit van 17 juli 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Laarbeek het verzoek van [partij] om handhavend op te treden tegen de activiteiten wonen/overnachten op het weiland [locatie 1] in Beek en Donk, afgewezen. Het perceel [locatie 1] in Beek en Donk heeft in het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Bosscheweg (deelgebied Wellestraat-West)", dat sinds 1 januari 2024 deel uitmaakt van het tijdelijke deel van het omgevingsplan van de gemeente Laarbeek, de bestemming "Bedrijventerrein". [verzoekster] exploiteert op het perceel een internationaal transportbedrijf. [partij] woont aan de [locatie 2] in Beek en Donk. Het perceel heeft de bestemming "Bedrijventerrein". Hij heeft een verzoek om handhaving gedaan, omdat volgens hem op het perceel [locatie 1], in strijd met het omgevingsplan en het bestemmingsplan, de activiteiten wonen/overnachten plaatsvinden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4899
Datum uitspraak
14 oktober 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202504695/2/R2

202505004/1/V3

Bij besluit van 21 augustus 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant de toegang tot Nederland geweigerd en hem een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4901
Datum uitspraak
14 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202505004/1/V3

BRS.25.001172 en BRS.25.001373

Bij besluit van 14 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4881
Datum uitspraak
14 oktober 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001172 en BRS.25.001373
vorige pagina1...456...1.217volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon