Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.285
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202404753/3/V3

Bij besluit van 25 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1546
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202404753/3/V3

202406199/2/R1

Bij besluit van 23 december 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad het verzoek van [verzoeker sub 1] om handhavend op te treden tegen de dakopbouw op de [locatie 1] in Zaandam, afgewezen. [verzoeker sub 2A] en [verzoeker sub 2B] wonen aan de [locatie 1] (hierna: het perceel) in Zaandam. [verzoeker sub 1] woont in de woning ernaast, [locatie 2]. Zij heeft het college verzocht om handhavend op te treden tegen de dakopbouw op het perceel. Een toezichthouder van de gemeente Zaanstad heeft naar aanleiding van het handhavingsverzoek een controle uitgevoerd en geconstateerd dat de dakopbouw 3 cm in afwijking van de verleende vergunning is gebouwd. Het college heeft zich in de besluiten van 23 december 2022 en 4 mei 2023 op het standpunt gesteld dat handhavend optreden onevenredig is in verhouding tot de daarmee te dienen belangen. De rechtbank heeft geoordeeld dat handhavend optreden niet onevenredig is. Het college heeft om gevolg te geven aan de uitspraak van de rechtbank alsnog een last onder dwangsom opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1553
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202406199/2/R1

202406985/1/A2, 202500574/1/A2 en 202500574/2/A2

Bij formulier, gedateerd 16 oktober 2023, heeft [verzoeker] een verzoek ingediend om als student te worden ingeschreven voor de masteropleiding Chemical Engineering aan de Technische Universiteit Eindhoven. Op 15 november 2023 heeft [verzoeker] bij de rechtbank Oost-Brabant beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op zijn verzoek. [verzoeker] heeft in 2018 voor het eerst een verzoek ingediend om te worden ingeschreven voor de masteropleiding. Bij besluit van 16 november 2018 heeft de ESA dit verzoek niet in behandeling genomen, omdat [verzoeker] onvoldoende informatie bij zijn aanvraag heeft verstrekt en die informatie ook niet heeft verstrekt na herhaalde verzoeken daarom van de ESA. Bij uitspraak van 6 mei 2019 heeft het college het door [verzoeker] daartegen gerichte administratief beroep ongegrond verklaard. [verzoeker] heeft daartegen geen beroep ingesteld. Sindsdien probeert [verzoeker] steeds opnieuw zich in te schrijven voor de masteropleiding.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1534
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202406985/1/A2, 202500574/1/A2 en 202500574/2/A2

202407489/1/V3

Bij besluit van 23 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1547
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407489/1/V3

202407492/1/V3

Bij besluit van 22 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1549
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407492/1/V3

202407726/1/V3

Bij besluit van 13 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1550
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407726/1/V3

202407729/1/V3

Bij besluit van 14 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1551
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407729/1/V3

202407730/1/V3

Bij besluit van 23 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1552
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407730/1/V3

202407731/1/V3

Bij besluit van 23 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1554
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407731/1/V3

202407734/1/V3

Bij besluit van 23 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1555
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407734/1/V3

202407837/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1556
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407837/1/V1

202500956/1/V2

Bij besluit van 12 april 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om haar een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1557
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202500956/1/V2

202501242/1/V3

Bij besluit van 10 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1532
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501242/1/V3

202501306/1/V3

Bij besluit van 10 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 20 februari 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. S. Guman, advocaat in Amsterdam, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1525
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501306/1/V3

202501314/2/V2

Bij besluit van 11 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen en een verzoek van betrokkene om bestuurlijke heroverweging van het besluit van 21 maart 2013, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1558
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501314/2/V2

202501482/1/V2 en 202501482/2/V2

Bij besluiten van 24 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie aanvragen van appellanten om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1559
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501482/1/V2 en 202501482/2/V2

202501744/1/V1 en 202501744/2/V1

Bij besluit van 27 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1560
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501744/1/V1 en 202501744/2/V1

202502048/2/V2

Bij besluit van 20 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1621
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502048/2/V2

202101508/1/R2

Bij besluit van 13 september 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland het verzoek om handhavend optreden van 19 juli 2019 van de stichting tegen verschillende handelingen in strijd met verleende ontheffingen en de Wet natuurbescherming, afgewezen. GEM ontwikkelt een nieuwe woonwijk "Weespersluis" met 2750 woningen en bijbehorende voorzieningen en ontsluitingen in de Bloemendalerpolder. Ten behoeve van de bouw van de woonwijk zijn meerdere ontheffingen op grond van de Wnb verleend. De stichting heeft verzocht om handhavend optreden, omdat GEM in strijd zou handelen met deze ontheffingen en de Wnb. Hieronder volgt een overzicht van de verleende ontheffingen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1573
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202101508/1/R2

202203063/1/R2 en 202203145/1/R2

Bij besluit van 10 februari 2022 heeft de raad van de gemeente Roosendaal et bestemmingsplan “De Bulkenaar” vastgesteld. Bij besluit van 10 februari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Roosendaal hogere grenswaarden vastgesteld als bedoeld in artikel 83 van de Wet geluidhinder. Het plan voorziet in de bouw van een nieuw ziekenhuis aan de rand van Roosendaal, de landschappelijke inpassing daarvan en een verbindingsweg parallel aan de A58. Naast het ziekenhuis wordt een landschapspark aangelegd dat als een groen uitloopgebied moet fungeren tussen het bestaande woongebied en het ziekenhuis. Het plangebied wordt aan de noord- en oostzijde begrensd door de Bulkenaarsestraat en aan de zuidzijde door de Huijbergseweg. Bravis is initiatiefnemer. Ten behoeve van het plan is voor een aantal woningen hogere grenswaarden vastgesteld voor wegverkeer. De gronden waarop het ziekenhuis is voorzien, zijn “Maatschappelijk" bestemd. Aan het landschapspark is de bestemming “Groen – Landschapspark” toegekend. Aan de verbindingsweg vanaf de A58 is de bestemming “Verkeer" toegekend. Diverse inwoners van Roosendaal zijn het niet eens met het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1593
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202203063/1/R2 en 202203145/1/R2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202203063/1/R2 en 202203145/1/R2

202203745/1/R3

Bij besluit van 26 april 2022 heeft de raad van de gemeente Hoeksche Waard het bestemmingsplan "Laan van Heemstede (naast 60) Puttershoek" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt onder meer de bouw van een woning op een perceel agrarisch grasland in het verlengde van bestaande bebouwing aan de Laan van Heemstede in Puttershoek mogelijk. De raad heeft verder toepassing gegeven aan een ruimte voor ruimte-regeling. Daarom omvat het bestemmingsplan ook de verderop gelegen percelen Oud Bonaventurasedijk 83 in Maasdam, Derde Kruisweg 1 in 's-Gravendeel en de Derde Kruisweg (ong.) in Strijen. Dit zijn saneringslocaties waar voormalige agrarische bedrijfsbebouwing wordt afgebroken en wordt wegbestemd. Bij het besluit tot vaststelling van het plan heeft de raad ook de sanering van het perceel Hoeksedijk 58 in Maasdam betrokken, dat geen deel uitmaakt van dit bestemmingsplan. [partij] is de initiatiefnemer van de mogelijk gemaakte woning. [appellant] en anderen zijn omwonenden van het perceel waarop deze woning mogelijk wordt gemaakt. Zij kunnen zich niet verenigen met het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1574
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202203745/1/R3

202204276/1/A2

Bij besluit van 15 april 2020 heeft de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een aanvraag van SGK om subsidie op grond van de Subsidieregeling Collectieve erkenning van Indisch en Moluks Nederland afgewezen. Op 8 juni 2018 is de Subsidieregeling Collectieve erkenning van Indisch en Moluks Nederland vastgesteld. Op grond van de Subsidieregeling kan een projectsubsidie worden verstrekt aan activiteiten die bijdragen aan de collectieve erkenning van Indisch en Moluks Nederland. Op 14 februari 2020 heeft SGK een aanvraag ingediend voor subsidie voor het project ‘Genetical Roots Music’. In de aanvraag heeft SGK toegelicht dat [voorzitter] van SGK, met het project nieuwe multidisciplinaire muziek wil componeren, met invloeden van de Indische muziekcultuur en andere culturen die hiermee zijn verweven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1566
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202204276/1/A2

202204487/1/A3

Op 19 maart 2020 heeft een landmeter, werkzaam onder de bewaarder, een grensreconstructie gemaakt van de grens tussen de percelen kadastraal bekend als gemeente Almere, sectie B, nummers 5418 en 5419. Hiervan is een relaas van bevindingen opgemaakt. Op 27 en 28 juli 2020 hebben [appellanten] een e-mail gestuurd naar het Kadaster, waarin zij stellen dat de grens onjuist is ingemeten. [appellanten] verzoeken om de grensreconstructie, gedaan op 19 maart 2020, in lijn te brengen met de originele aanduiding van de kavelgrens op de oorspronkelijke bouwtekeningen. De grens op die tekeningen is volgens hen anders dan de kadastrale grens die leidend was bij de grensreconstructie. Na overleg met de bewaarder hebben [appellanten] op 5 augustus 2020 deze klacht neergelegd in een schriftelijk verzoek om herziening van het rapport van bevindingen van 19 maart 2020. De bewaarder heeft deze brief van 5 augustus 2020 opgevat als een bezwaarschrift tegen de grensreconstructie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1396
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202204487/1/A3

202204490/1/A3

Bij besluit van 8 oktober 2020 heeft de bewaarder het verzoek van [appellanten] tot herstel van gegevens in de Basisregistratie Kadaster op grond van artikel 7t van de Kadasterwet afgewezen. [appellanten] zijn het niet eens zijn met hoe de grens is weergegeven. Volgens hen is de grens die in de BRK staat niet juist. Daarom hebben [appellanten] op 20 september 2020 een herstelverzoek ingediend van de gegevens in de BRK. Bij het besluit van 8 oktober 2020 heeft de bewaarder het verzoek tot herstel afgewezen, omdat er geen sprake is van een onjuiste bijhouding van de BRK. Het geschil in deze zaak gaat over de grens tussen perceel nummer 5418 en perceel nummer 5419, die is opgenomen in de BRK. De vraag is of het verzoek tot herstel van de grens in de BRK op grond van artikel 7t van de Kadasterwet, zoals de rechtbank heeft geoordeeld, inderdaad terecht is afgewezen. De vraag of de bewaarder de brief van 5 augustus 2020 ook al had moeten opvatten als een dergelijk verzoek om herstel is onderwerp van de uitspraak van vandaag in de zaak nr. 202204487/1/A3 (ECLI:NL:RVS:2025:1396).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1397
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202204490/1/A3

202205789/1/R3

Bij afzonderlijke besluiten van 26 augustus 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Groningen [wederpartij A] en [wederpartij B] onder oplegging van een dwangsom gelast het gebruik van het pand op het perceel [locatie] in Groningen in strijd met het bestemmingsplan "Schildersbuurt" op te heffen en opgeheven te houden. [wederpartij] is eigenaar van het pand op het perceel. Het pand wordt gebruikt voor kamerverhuur aan studenten. Op 25 februari 2021 heeft de Belangenvereniging Derde Schilderskwartier een verzoek tot handhaving ingediend. Volgens haar wonen er meer studenten dan is toegestaan in het pand. Naar aanleiding van het handhavingsverzoek hebben twee inspecteurs van de gemeente op 22 maart 2021 een bezoek gebracht aan het pand. Zij hebben geconstateerd dat dertien slaapkamers zijn gerealiseerd die worden bewoond. Volgens het college is de kamerverhuur geïntensiveerd na de peildatum van 22 december 2016, wat op grond van de geldende planregels niet is toegestaan. Dit levert volgens het college een overtreding op van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1592
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202205789/1/R3

202205790/1/A3

Bij besluit van 19 april 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Helmond het verzoek van [appellant] op grond van artikel 2.58 van de Wet basisregistratie personen om zijn adresgegevens te corrigeren, afgewezen. [appellant] is in 2015 als asielzoeker vanuit Syrië naar Nederland gekomen. Hij heeft zich per 1 januari 2019 in de Basisregistratie personen laten inschrijven op het adres [locatie] in Helmond. Het college is kort daarna een adresonderzoek gestart om te onderzoeken of hij daar daadwerkelijk woonde. Bij ambtshalve besluit van 23 april 2019 heeft het college besloten de bijhouding van de gegevens van [appellant] in de Brp per 26 februari 2019 te beëindigen. [appellant] heeft daartegen geen rechtsmiddelen aangewend. Wel heeft hij zich per 14 juni 2019 weer aan de [locatie] in de Brp laten inschrijven. [appellant] heeft verzocht om de registratie ‘vertrek naar onbekend’ in de periode van 26 februari 2019 tot 14 juni 2019 ongedaan te maken. Volgens het college geeft het correctieverzoek geen inzichten die afdoen aan het ambtshalve besluit tot uitschrijving uit de Brp.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1576
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202205790/1/A3

202206338/1/R3

Bij besluit van 4 oktober 2022 heeft de raad van de gemeente Losser het bestemmingsplan "De Lutte, partiële herziening doortrekking Ambachtstraat De Lutte" vastgesteld. Met het bestemmingsplan is aan een strook grond tussen de Ambachtstraat en de Ertsmolen de bestemming "Verkeer-Verblijf" toegekend. Hiermee wordt een ontsluiting mogelijk vanaf de Ambachtstraat naar de Ertsmolen in het Luttermolenveld. In de plantoelichting staat hierover dat de wijk Luttermolenveld op dit moment bereikbaar is vanaf de Dorpsstraat en vanaf de Bentheimerstraat (N375). De gemeente Losser acht het wenselijk om de ontsluiting van het Luttermolenveld te verbeteren, zo staat in de toelichting. Met het doortrekken van de Ambachtstraat naar de Ertsmolen in het Luttermolenveld wordt er een extra ontsluiting gecreëerd. Hiermee wordt het Luttermolenveld ook vanuit zuidelijke richting goed bereikbaar en kan het verkeer zich meer verspreiden. [appellant sub 1] en anderen wonen langs het Haerpad, op korte afstand van het plangebied. Zij zijn het niet eens met het plan, in het bijzonder omdat de beoogde ontsluiting er volgens hen toe leidt dat een aantal bomen tenietgaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1590
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202206338/1/R3

202206823/1/R2

Bij besluit van 31 mei 2022 heeft de raad van de gemeente Eersel het bestemmingsplan “Buitengebied 2017, tweede herziening” vastgesteld. [appellant] woont op het perceel [locatie] te Vessem (hierna: het perceel). Op 30 augustus 2017 is voor die locatie het bestemmingsplan “Buitengebied herziening Donk 2-4” vastgesteld. In dat bestemmingsplan was op verzoek van [appellant] met gebruikmaking van de ruimte-voor-ruimte regeling als bedoeld in het provinciaal beleid van Noord-Brabant, zijn voormalige intensieve veehouderij herbestemd tot een woonbestemming voor drie woningen. Daarnaast was het de bedoeling dat de bouw van nog twee woningen zou worden mogelijk gemaakt door middel van een wijzigingsbevoegdheid. Toen het bestemmingsplan “Buitengebied 2017” werd vastgesteld, is deze wijzigingsbevoegdheid echter niet juist opgenomen. Als gevolg hiervan heeft het college voor de bouw van één van die twee woningen op kavel 4 van het perceel een omgevingsvergunning verleend. [appellant] heeft beroep ingesteld, omdat hij vindt dat deze omgevingsvergunning niet op de juiste wijze is geïmplementeerd in het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1594
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202206823/1/R2

202206891/1/R3

Bij besluit van 23 augustus 2022 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland besloten om de raad van de gemeente Lansingerland een aanwijzing te geven als bedoeld in artikel 4.2, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening. Deze aanwijzing houdt in dat de raad voor de locatie Driehoek Noordpolder binnen één jaar na de bekendmaking van de proactieve aanwijzing een bestemmingsplan vast moet stellen, zodat op die locatie minimaal 50 sociale woningen mogelijk worden gemaakt. Op 23 januari 2019 is door het Samenwerkingsverband Wonen regio Rotterdam, bestaande uit de gezamenlijke gemeenten uit de regio Rotterdam, waaronder de gemeente Lansingerland, en woningcorporaties het regioakkoord "Nieuwe Woningmarktafspraken Regio Rotterdam 2018-2030" vastgesteld. In dit regioakkoord zijn regionale doelstellingen opgenomen om voldoende woningen te realiseren en de sociale woningvoorraad te verspreiden. Het regioakkoord is door het samenwerkingsverband aangeboden aan het college.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1567
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202206891/1/R3

202300219/1/A3

Bij besluit van 29 juli 2021 heeft de korpschef de aanvraag van [appellant] voor een jachtakte afgewezen. De korpschef heeft de aanvraag van [appellant] voor een jachtakte afgewezen, omdat hij vindt dat er vrees voor misbruik bestaat. De korpschef heeft zich daarbij gebaseerd op feiten en omstandigheden die zich hebben voorgedaan op 26 en 31 augustus 2020, die hebben geleid tot een veroordeling door de rechtbank Rotterdam voor vernieling. De minister heeft het tegen dit besluit ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard en heeft zich in zijn besluit gebaseerd op een in hoger beroep gewezen uitspraak van het Gerechtshof Den Haag. Daarin is [appellant] veroordeeld voor het met een graafmachine weghalen van een door de buurman geplaatste beschoeiing in een sloot, maar heeft het Hof aanleiding gezien om geen straf op te leggen. Zowel dit feit als de psychische gesteldheid van [appellant] zijn volgens de minister voldoende om vrees voor misbruik aan te nemen. De reden voor het weghalen van de beschoeiing was dat [appellant] en zijn vader vonden dat de beschoeiing op het eigendom van vader was geplaatst.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1578
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Wapens en munitie
  • uitspraakin de zaak202300219/1/A3

202300299/1/R2

Bij besluit van 1 december 2022 heeft de raad van de gemeente Breda het bestemmingsplan "Buitengebied Zuid 2013, Mastdreef naast nr. 20" gewijzigd vastgesteld. Het plan maakt het mogelijk om twee woningen te bouwen ten zuiden van de Mastdreef 20 in Breda. De planlocatie ligt in het buitengebied. De raad heeft toepassing gegeven aan de Ruimte-voor-ruimteregeling uit de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant. Voor de eerste woning is een certificaat aangekocht van de Ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor ruimte II CV. Het titelnummer van dat certificaat is 20170458. Voor de tweede woning is een toetsingsformulier gebruikt. Daaruit zou blijken dat in ruil voor deze woning 1.000 m² aan bedrijfsgebouwen van een veehouderij aan de [locatie] in Achtmaal is gesloopt en 3.500 kg fosfaatrechten zijn ingeleverd. [partij] is de initiatiefnemer van het plan en de eigenaar van de gronden. Hij exploiteert een tuinbouwbedrijf en wil op twee van zijn landbouwpercelen woningen bouwen. Zijn dochter zal in de toekomst in één van de twee woningen gaan wonen. De vereniging en de praktijk, die is gevestigd naast het plangebied, vrezen dat het plan leidt tot onnodige verdichting van het buitengebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1568
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202300299/1/R2

202301052/1/A2

Bij besluit van 16 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Krimpenerwaard een aanvraag van [appellante] om tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellante] is eigenaresse van de percelen met opstallen aan [locatie] in Krimpen aan de Lek, kadastraal bekend Krimpen aan de IJssel, sectie A, nrs. 8347, 9757 en 9759 (hierna: de percelen). In deze zaak is tussen partijen in geschil of [appellante] directe planschade (schade als gevolg van een planologische verandering op de gronden van de desbetreffende aanvrager) en indirecte planschade (schade als gevolg van een planologische verandering op gronden van een derde) heeft geleden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1569
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202301052/1/A2

202301197/1/A3

Bij besluit van 2 november 2021 heeft het Centrum Indicatiestelling Zorg het inzageverzoek van [appellant] afgewezen. [appellant] heeft op 13 oktober 2021 het CIZ verzocht hem een kopie van het gecombineerde aanvraagformulier Wet langdurige zorg en Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten van zijn zus te verstrekken. Dat aanvraagformulier is ingediend op 19 maart 2021 toen [appellant] nog medisch gevolmachtigde was van zijn zus. Het CIZ heeft het verzoek van [appellant] opgevat als een inzageverzoek op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming. Het CIZ heeft het verzoek afgewezen, omdat [appellant] ten tijde van het verzoek geen medisch gevolmachtigde meer was. Het CIZ heeft daarbij erop gewezen dat in de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming is bepaald dat als ten behoeve van de betrokkene een mentorschap is ingesteld, de toestemming van zijn wettelijk vertegenwoordiger is vereist. De rechtbank heeft overwogen dat in de Wlz en Wzd geen grondslag bestaat op grond waarvan [appellant] een verzoek om inzage kan doen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1588
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202301197/1/A3

202301268/1/R4

Bij besluit van 10 maart 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zeist een omgevingsvergunning verleend voor de nieuwbouw van een appartementengebouw met 25 zorgwoningen op het perceel Dwarsweg 11A in Zeist. Bij het besluit van 10 maart 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zeist een omgevingsvergunning verleend voor de nieuwbouw van een appartementengebouw met 25 zorgwoningen op het perceel. De adressering wordt Anne de Vrieslaan 1A t/m 1G2. Het bouwplan is in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Zeist Centrum e.o.". Op het perceel was voorheen een supermarkt aanwezig. De omgevingsvergunning is verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3°, van de Wabo. Van het besluit om omgevingsvergunning te verlenen maakt een ruimtelijke onderbouwing deel uit. [appellant] en anderen wonen in de directe omgeving van het perceel en vrezen voor nadelige gevolgen van het woongebouw voor onder meer hun woon- en leefklimaat en de parkeersituatie. De woningbouwstichting is de initiatiefnemer van het bouwplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1565
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202301268/1/R4

202301602/1/R1

Bij besluit van 6 oktober 2003 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland vastgesteld dat op en rond de percelen aan de [locatie 1] en de [locatie 2] in Hilversum sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging dat vanwege de grondwaterverontreiniging met urgentie moet worden gesaneerd. appellante] is eigenaar van de percelen aan de [locatie 1] en [locatie 2] in Hilversum. Op deze percelen was tot 1983 een chemische wasserij/ververij gevestigd. De bebouwing op deze percelen wordt op dit moment gebruikt voor diverse maatschappelijke doeleinden, waaronder een moskee. Vanaf 1988 zijn diverse onderzoeken gedaan naar aanleiding van het vermoeden dat de bodem van de percelen ernstig verontreinigd is. Met het besluit van 6 oktober 2003 heeft het college vastgesteld dat ter plaatse een geval van ernstige bodemverontreiniging is ontstaan dat met spoed moet worden gesaneerd. De benodigde sanering heeft sindsdien niet plaatsgevonden. In de loop der jaren heeft overleg plaatsgevonden tussen het provinciebestuur, [appellante] en andere betrokken partijen. Dit overleg heeft niet geleid tot overeenstemming over de aanpak van de sanering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1585
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak202301602/1/R1

202301729/1/R1

Bij besluit van 13 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam geweigerd aan [appellante] een omgevingsvergunning te verlenen voor het gebruik van het pand [locatie] in Amsterdam als tandartsenpraktijk. [appellante] is eigenaar van de begane grond van het pand aan het [locatie] in Amsterdam. Zij wil op de locatie een tandartsenpraktijk vestigen. Op grond van het ten tijde van de aanvraag en de besluitvorming geldende bestemmingsplan "Westerpark Zuid" rust op het pand de bestemming "Gemengd-3". Binnen deze bestemming zijn horeca, detailhandel en consumentverzorgende dienstverlening in de eerste bouwlaag toegestaan en woningen in de tweede en hoger gelegen bouwlagen. Maatschappelijke voorzieningen zoals een tandartsenpraktijk, zijn niet bij recht toegestaan. Wel is in dit plan een bevoegdheid voor het college opgenomen om de geldende bestemming onder voorwaarden te wijzigen in een maatschappelijke bestemming.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1391
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202301729/1/R1

202302282/1/A2

Bij besluit van 8 april 2021 heeft de raad oor rechtsbijstand de vergoeding voor een toevoeging met kenmerk 1JA7491 ingetrokken. [appellant sub 1] heeft [appellant sub 2] als advocaat bijgestaan in de procedure tot het verkrijgen van een verblijfsvergunning asiel. Daarvoor heeft [appellant sub 1] meerdere toevoegingen aangevraagd en gedeclareerd bij de raad. De eerste toevoeging met kenmerk 1IV8326 is verstrekt voor het verlenen van rechtsbijstand in een bezwaarprocedure bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst in de Dublinprocedure. De raad heeft op 6 april 2020 de vergoeding voor de toevoeging 1IV8326 vastgesteld. Op 16 juli 2020 heeft de raad een tweede toevoeging met kenmerk 1JA7491 verstrekt voor het instellen van beroep tegen het besluit van de IND van 10 juli 2020 tot afwijzing van het verzoek om toegang tot de nationale asielprocedure vanwege de overschrijding van de Dublin-overdrachtstermijn. De rechtbank heeft het beroepschrift doorgestuurd naar de IND, omdat de bezwaarfase nog moest worden doorlopen. De IND heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1580
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202302282/1/A2

202302284/1/A2

Bij besluit van 29 juli 2021 heeft de raad voor rechtsbijstand de vergoeding voor een toevoeging met kenmerk 1JB7194 ingetrokken. [appellant sub 1] heeft [appellant sub 2] als advocaat bijgestaan in de procedure om een verblijfsvergunning te krijgen. Daarvoor heeft [appellant sub 1] meerdere toevoegingen aangevraagd en gedeclareerd bij de raad. Op 2 september 2020 heeft de raad een tweede toevoeging met kenmerk 1JB7194 verstrekt voor het instellen van beroep tegen de beslissing op bezwaar tot afwijzing van het verzoek om toegang tot de nationale asielprocedure. De toevoeging voor deze procedure heeft de raad op 29 juli 2021 ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1582
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202302284/1/A2

202302643/1/R2

Bij besluit van 2 februari 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "[locatie 1] en [locatie 2] e.o. [plaats]" vastgesteld. [wederpartij] exploiteert een rundveebedrijf aan de [locatie 1] en [locatie 2] in [plaats]. Het plan voorziet in de mogelijkheid om dit bedrijf te saneren en ter compensatie vier woonkavels te realiseren bestaande uit twee voormalige bedrijfswoningen aan de [locatie 1] en [locatie 2] en twee nieuwe compensatiewoningen aan de Nieuwevaart en de 1e Wittedijk. Daarnaast wordt er nieuwe natuur aangelegd. [wederpartij] exploiteert een rundveebedrijf aan de [locatie 1] en [locatie 2] in Sprang‑Capelle. Het plan voorziet in de mogelijkheid om dit bedrijf te saneren en ter compensatie vier woonkavels te realiseren bestaande uit twee voormalige bedrijfswoningen aan de [locatie 1] en [locatie 2] en twee nieuwe compensatiewoningen aan de Nieuwevaart en de 1e Wittedijk. Daarnaast wordt er nieuwe natuur aangelegd. [appellant] woont aan de [locatie 3]. Zijn bezwaren zien op het bestemmen van de compensatiewoning aan de 1e Wittedijk. Hij vreest voor zijn woongenot en waardevermindering van zijn woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1572
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202302643/1/R2

202302985/1/R1

Bij besluit van 20 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Arnhem geweigerd aan [appellante] een omgevingsvergunning te verlenen voor het wijzigen van het gebruik van het gebouw op het perceel [locatie 1] in Arnhem naar zelfstandige woning. [appellante] is eigenaar van het perceel aan de [locatie 1] in Arnhem, kadastraal bekend als N 8185. Op dit perceel staat een gebouw, ook bekend onder de naam "[…]". Op het naastgelegen perceel dat is gelegen aan de Sloetstraat in Arnhem, kadastraal bekend als N 8184, staat een woongebouw dat is gesplitst in drie appartementsrechten. [appellante] is eigenaar van een appartementsrecht dat recht geeft op het gebruik van de woning op de begane grond van het woongebouw met het adres [locatie 2]. [appellante] heeft een aanvraag ingediend voor het wijzigen van het gebruik van het gebouw naar zelfstandige woning. De aanvraag ziet op de activiteit "het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan", als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1589
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202302985/1/R1

202303317/1/R1

Bij besluit van 5 april 2023 heeft de raad van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan "Westerpark Zuid" vastgesteld. Het bestemmingsplan heeft betrekking op een gebied ten zuiden van de Haarlemmerweg in Amsterdam. Tot het plangebied behoren de Staatsliedenbuurt en de Frederik Hendrikbuurt, met uitzondering van een deel van het Frederik Hendrikplantsoen. Het plan is een actualisering en herziening van de bestaande bestemmingsplannen binnen de plangrens. Verder zijn in het plan locaties opgenomen waarvoor tot dan nog geen bestemmingsplan van kracht was, zogenoemde "witte vlekken". Het bestemmingsplan is overwegend conserverend van aard. Morgan en Mees exploiteert een boetiekhotel, restaurant en café aan de Tweede Hugo de Grootstraat 2 tot en met 8 in Amsterdam. Zij voert aan dat de raad het bestemmingsplan naar aanleiding van haar zienswijze weliswaar gewijzigd heeft vastgesteld, maar dat de wijzigingen op de verbeelding niet correct zijn doorgevoerd in de planregels. [appellant sub 2] is eigenaar van houtzaagmolen De Otter en een aantal andere opstallen op het molenterrein aan de Gillis van Ledenberchstraat in Amsterdam. Zij wil de molen weer permanent laten draaien en het terrein herstellen en verduurzamen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1392
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202303317/1/R1

202304187/1/R4

Bij besluit van 11 mei 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "Hitteschild 2 en 4" vastgesteld. Met het bestemmingsplan is beoogd de voormalige schoollocatie Hitteschild 2-4 te herontwikkelen tot woningbouwlocatie. Er wordt ingezet op de bouw van 28 beneden- en bovenwoningen in twee bouwblokken van 10 m hoog voor starters en senioren in het middenhuursegment. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] wonen in de omgeving van het plangebied en verwachten nadelige gevolgen van het plan te ondervinden. Keystone is de ontwikkelaar van het plan. [appellant sub 2] voert aan dat er geen draagvlak voor het plan bestaat en dat er geen deugdelijke participatie heeft plaatsgevonden. Dat het plan voor de woningen zou doorgaan, stond bij voorbaat vast. De toezegging van de wethouder dat iets met de signalen uit de inspraak moet worden gedaan, heeft tot niets geleid. [appellant sub 2] wijst er verder op dat door het besluit over het voorbereidingskrediet en de gevolgde uitbestedingsprocedure voorafgaand aan de vaststelling van het bestemmingsplan geen ruimte meer bestond voor een zinvolle participatie en inspraak door omwonenden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1586
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202304187/1/R4

202400133/1/R4

Bij besluit van 15 juni 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Roermond de verzoeken van [appellant] om handhavend op te treden tegen het achterlaten van afval in de buurt van zijn woning op het perceel [locatie] in Roermond afgewezen. [appellant] heeft het college verzocht handhavend op te treden tegen het achterlaten van afval nabij zijn woning. Volgens hem is dit een overtreding van de Afvalstoffenverordening gemeente Roermond 2017, van artikel 10.1 en artikel 1.1a van de Wet milieubeheer, van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en van artikel 16.1, onder d, van de planregels van het bestemmingsplan "Vrij Lommerveld". Het college heeft geweigerd handhavend op te treden omdat sprake is van een bijzonder geval. De bewoners van het appartementencomplex 307 van waaruit het afval afkomstig is, hebben volgens het college namelijk veel individuele hulp en begeleiding nodig. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat het opleggen van een last onder dwangsom voor deze groep geen passende en effectieve manier is om het onjuist aanbieden van afval te voorkomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1581
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202400133/1/R4

202400326/1/R3

Bij besluit van 18 december 2023 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland aan Larendael Participaties B.V. een ontgrondingenvergunning verleend voor het uitvoeren van ontgrondingswerkzaamheden voor het op diepte brengen van het watergedeelte en het ontgraven van de landbodem van het perceel K-4493, aan de Hornweg 26 in Amsterdam. Larendael heeft een ontgrondingenvergunning aangevraagd om het in- en uitvaren van (super)jachten in het droogdok van hal 3 van haar scheepswerf mogelijk te maken. Volgens het aanvraagformulier moet daarvoor de voorliggende landbodem op het perceel K-4493, aan de Hornweg 26 in Amsterdam worden ontgraven en de waterbodem plaatselijk worden verdiept. De waterbodem zal tot -10,4 NAP worden gebracht. De oppervlakte van het te ontgronden gebied is 15.000 m². In totaal wordt ongeveer 53.660 m³ ontgraven. Een deel van de gronden die liggen naast het te ontgronden gebied is in erfpacht bij het Havenbedrijf. Het Havenbedrijf vreest dat de ontgronding nadelige gevolgen heeft voor zijn grond en de daarop aanwezige bebouwing; deze zal namelijk door de ontgronding in het water glijden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1591
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Ontgrondingen
  • uitspraakin de zaak202400326/1/R3

202400569/1/A3

Bij besluit van 24 juni 2022 heeft de burgemeester van Den Haag een evenementenvergunning verleend aan Westwood Exploitatie B.V. voor het Club Westwood Festival. Op 3 februari 2022 heeft Club Westwood een evenementenvergunning aangevraagd voor het evenement ‘Club Westwood Festival’. Bij besluit van 24 juni 2022 heeft de burgemeester de evenementenvergunning verleend en aan die vergunning diverse voorschriften verbonden. Het openluchtevenement werd op 2 juli 2022 gehouden in Club Westwood. De burgemeester heeft het besluit tot verlening van de vergunning in bezwaar gehandhaafd. [appellant] woont in de buurt van Club Westwood en is het niet eens met de verlening van de evenementenvergunning, omdat het festival volgens hem geluids- en verkeersoverlast veroorzaakt. De rechtbank heeft geoordeeld dat de burgemeester de evenementenvergunning mocht verlenen. De rechtbank heeft overwogen dat het festival enige geluidshinder veroorzaakt voor omwonenden, maar dat het niet gaat om onduldbare geluidshinder.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1571
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202400569/1/A3

202401099/1/R2

Bij besluit van 16 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Land van Cuijk een omgevingsvergunning verleend aan [partij A] voor het bouwen van een bijbehorend bouwwerk en afwijken van het bestemmingsplan "Buitengebied Mill en Sint Hubert, Herziening 2018" aan de [locatie] in Mill. [partij A] wil een bijbehorend bouwwerk met een oppervlakte van 165 m² bij haar bestaande woonboerderij bouwen. [appellante] woont aan de overkant en kan zich daarmee niet verenigen. Zij betoogt dat niet aan de voorwaarde van 130 m² gesloopte bebouwing wordt voldaan en dat het bijbehorend bouwwerk stedenbouwkundig en landschappelijk niet aanvaardbaar is. Het college heeft een omgevingsvergunning verleend waarbij binnenplans wordt afgeweken van het bestemmingsplan "Buitengebied Mill en Sint Hubert, Herziening 2018". Dit is volgens het college mogelijk, omdat een bijbehorend bouwwerk met een oppervlakte van 165 m² is voorzien, terwijl ter plaatse 361 m² aan bestaande bebouwing is gesloopt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1583
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202401099/1/R2

202401738/1/R4

Op 15 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zeist geweigerd [appellant A] en [appellant B] een nadere termijn te geven voor het aanvullen van hun zienswijze over de ontwerpomgevingsvergunning voor de bouw van een appartementengebouw op het perceel Dwarsweg 11A in Zeist. [appellant A] en [appellant B] betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het college het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard en dat zij het beroep tegen dat besluit ten onrechte ongegrond heeft verklaard. Zij voeren aan dat de beslissing om de zienswijzetermijn niet te verlengen hen rechtstreeks in hun belangen treft en dat daar daarom bezwaar tegen gemaakt kon worden. Door het ontbreken van stukken konden zij geen goed onderbouwde zienswijze naar voren brengen en bestond het risico dat aan hen de beperkingen op grond van de Crisis- en herstelwet zouden worden tegengeworpen. De zienswijzetermijn mocht daarom nog niet beginnen te lopen althans het college had de mogelijkheid om een zienswijze naar voren te brengen moeten verlengen, zo betogen zij.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1564
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202401738/1/R4

202402240/1/R3

Bij besluit van 18 oktober 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Emmen aan Vodafone Libertel B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het oprichten van een antenne-opstelpunt op het perceel Duurkampenweg nabij huisnummer 50 in Emmen. Het college heeft bij besluit van 18 oktober 2022 aan Vodafone Libertel B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het oprichten van een antenne-opstelpunt op het perceel nabij de Duurkampenweg 50 in Emmen. [appellant] is eigenaar van het perceel naast het perceel waarop het antenne-opstelpunt mag worden geplaatst. Op 8 december 2022 heeft hij bezwaar gemaakt tegen de verleende omgevingsvergunning. Het college heeft het bezwaar van [appellant] bij besluit van 7 februari 2023 vanwege een niet verschoonbare termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft het beroep van [appellant] ongegrond verklaard. Volgens de rechtbank is de te late indiening van het bezwaarschrift door [appellant] niet verschoonbaar. Er bestaat volgens de rechtbank geen grond voor het oordeel dat de kennisgeving in het Gemeenteblad onjuist is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1584
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202402240/1/R3

202402424/1/V6

Bij brief van 6 april 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aan [appellant] laten weten dat hij geen gehoor geeft aan zijn verzoek om de besluitvorming over de intrekking van zijn Nederlanderschap aan te houden. De staatssecretaris heeft [appellant] op 18 januari 2023 laten weten dat hij voornemens is zijn Nederlanderschap in te trekken. De reden hiervoor is dat [appellant] onherroepelijk is veroordeeld wegens een terroristisch misdrijf als bedoeld in artikel 83 van het Wetboek van Strafrecht. Uit artikel 14, tweede lid, aanhef en onder b, van de Rijkswet op het Nederlanderschap volgt dat de staatssecretaris in zo’n geval het Nederlanderschap kan intrekken. De staatssecretaris kan het Nederlanderschap echter niet intrekken wanneer dit leidt tot staatloosheid van de betrokkene. Dit volgt uit artikel 14, achtste lid, van de RWN. In zijn zienswijze en in een e-mail van 28 maart 2023 heeft [appellant] de staatssecretaris verzocht de besluitvorming over de intrekking van het Nederlanderschap aan te houden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1575
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202402424/1/V6

202403550/1/A2

Bij besluit van 2 november 2022 heeft de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven aan [appellant] een uitkering van € 2,500.- uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven toegekend. De CSG kent uit het fonds uitkeringen toe aan een ieder die door een in Nederland opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf ernstig lichamelijk of geestelijk letsel heeft opgelopen. [appellant] heeft op 22 juni 2022 een uitkering uit het schadefonds aangevraagd. In de aanvraag heeft [appellant] vermeld dat door een klap met een metalen voorwerp op zijn achterhoofd zijn reuk- en smaakfuncties blijvend zijn aangetast. Bij het besluit van 2 november 2022, zoals gehandhaafd bij het besluit van 7 juli 2023, heeft de CSG aan [appellant] een uitkering van € 2.500,00, behorend bij letselcategorie 2, toegekend. De rechtbank heeft geoordeeld dat de CSG zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat [appellant] niet in aanmerking komt voor een hogere uitkering op basis van letselcategorie 3.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1579
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202403550/1/A2

202403595/1/A2

Bij besluit van 11 januari 2023 heeft de Dienst Toeslagen (hierna: de Dienst) het kindgebonden budget van [appellante] over het jaar 2021 herzien, definitief vastgesteld op nihil en het aan haar uitgekeerde voorschot inclusief rente teruggevorderd. [appellante] heeft over het jaar 2021 een voorschot kindgebonden budget ten bedrage van € 2.992,00 ontvangen. Dit voorschot is gebaseerd op haar geschatte jaarinkomen. Op 19 oktober 2022 heeft de Dienst een melding uit de Basisregistratie Inkomen ontvangen dat het toetsingsinkomen van [appellante] over het jaar 2021 € 47.082,00 bedraagt en dat zij een rendementsgrondslag heeft van € 127.679,00. De Dienst heeft op grond van deze melding op 11 januari 2023 het kindgebonden budget van [appellante] herzien en definitief vastgesteld op nihil. Het vermogen van [appellante] is namelijk te hoog om in aanmerking te komen voor het kindgebonden budget. De Dienst heeft daarom het ontvangen kindgebonden budget van € 3.055,00 (inclusief wettelijke rente à € 63,00) teruggevorderd. Bij besluit van 30 mei 2023 heeft de Dienst de herziening en terugvordering in stand gelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1577
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202403595/1/A2

202403950/1/R4

Bij besluit van 23 maart 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht besloten over te gaan tot invordering van een volgens het college door [appellant] verbeurde dwangsom van € 5.000,00. Bij besluit van 19 januari 2022 heeft het college [appellant] als eigenaar van de woning aan [locatie in Utrecht, onder oplegging van een dwangsom van € 5.000,00 ineens, gelast om een overtreding van de artikelen 1a en 1b van de Woningwet te beëindigen door vóór 1 mei 2022 de geconstateerde gebreken aan de kozijnen in de achterzijde van de woning te herstellen. Dit besluit is onherroepelijk geworden, omdat daartegen geen rechtsmiddel is ingesteld. Op 2 mei 2022 heeft een toezichthouder van de gemeente geconstateerd dat [appellant] geen uitvoering heeft gegeven aan de last. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat hij niet betwist heeft dat de kozijnen niet in orde waren. [appellant] voert aan dat hij heeft gesteld dat de staat van de achtergevel correct was en hij nooit klachten van huurders of buren heeft ontvangen over de staat van de kozijnen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1595
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202403950/1/R4

202405066/1/V6

Bij besluit van 27 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van [appellant] om hem het Nederlanderschap te verlenen, afgewezen. [appellant] stelt afkomstig te zijn uit Soedan en geboren te zijn op [geboortedatum] 1977. Hij heeft in 2000 een asielaanvraag ingediend. In 2009 is hem een verblijfsvergunning verleend in het kader van de Regeling afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet (Ranov). Sinds 30 mei 2018 is hij in het bezit van een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen. De staatssecretaris heeft het verzoek afgewezen, omdat hij twijfelt aan de identiteit en nationaliteit van [appellant]. De staatssecretaris heeft deze twijfel gebaseerd op een taalanalyse die door Bureau Taalanalyse is uitgevoerd in de eerdere door [appellant] gevoerde asielprocedure. Uit het rapport taalanalyse van 7 september 2001 volgt dat [appellant] eenduidig niet te herleiden is tot de spraak- en cultuurgemeenschap binnen Soedan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1570
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202405066/1/V6

202405596/1/A2

Bij besluit van 23 maart 2023 heeft het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen aan [appellant] een Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer opgelegd. Het CBR heeft bij het besluit van 23 maart 2023 naar aanleiding van de schriftelijke mededeling van de politie eenheid Noord-Holland van 2 maart 2023 aan [appellant] een EMG opgelegd. In die mededeling is vermeld dat het vermoeden bestaat dat [appellant] niet langer beschikt over de vereiste rijvaardigheid dan wel over de lichamelijke of geestelijke geschiktheid voor het besturen van motorrijtuigen waar zijn rijbewijs voor is afgegeven. Dit vermoeden is gebaseerd op een mutatierapport van 2 maart 2023. Hierin staat dat [appellant] op verscheidene wegen met een hogere snelheid reed dan ter plaatse is toegestaan en dan het overige verkeer, dat hij onvoldoende afstand heeft gehouden van zijn voorligger en dat hij meermaals geen gebruik heeft gemaakt van zijn richtingaanwijzer. Het CBR heeft zich op het standpunt gesteld dat met voldoende mate van zekerheid vaststaat dat [appellant] herhaaldelijk gedragingen heeft vertoond als genoemd in de bij de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid 2011 behorende bijlage 1, onder A, onderdeel III, rijgedrag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1587
Datum uitspraak
9 april 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202405596/1/A2

202305179/3/R2

Bij besluit van 20 juni 2023 heeft de raad van de gemeente Helmond het bestemmingsplan "’t Hout –De Hoefkens" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de bouw van 31 rijwoningen en levensloopbestendige patiowoningen mogelijk. De Hoefkens Ontwikkel B.V. is initiatiefnemer van het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan beperkt de maximaal toegestane milieucategorie voor de bedrijfspercelen ten noorden en ten zuiden van de gronden waarop de woningen zijn geprojecteerd. De Hoefkens Invest B.V. is eigenaar van de meest noordelijke percelen in het plangebied. Zij kan zich niet met het bestemmingsplan verenigen. Zij stelt dat het plan een ontwikkeling mogelijk maakt die niet in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening en zij vreest door de verlaging van de maximaal toegestane milieucategorie te worden belemmerd in haar bedrijfsvoering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1533
Datum uitspraak
8 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202305179/3/R2

202306123/4/R2

Bij besluit van 29 juni 2023 heeft de raad van de gemeente Sint-Michielsgestel het bestemmingsplan "Buitengebied Sint-Michielsgestel, 3e actualisatie" vastgesteld. Het plan voorziet in een actualisatie voor het buitengebied van de gemeente Sint-Michielsgestel. Het beroep van [verzoeker] en anderen richt zich tegen het plandeel dat ziet op het perceel [locatie] in Berlicum. Op dat perceel wordt een rundveehouderij geëxploiteerd. Ook zijn op het perceel bedrijfsgebouwen voor de opslag en stalling van machines en materialen aanwezig. [partij] heeft een teeltbedrijf op een andere locatie en is eigenaar van het perceel. Ten behoeve van de bloembollenteelt wil hij op het perceel een spoelinstallatie, waterbassins en opslag van teeltmateriaal realiseren. Het plan maakt dit mogelijk door het bouwvlak van 1,1 hectare naar 1,5 hectare te vergroten. De woningen van [verzoeker] en anderen zijn gelegen op afstanden variërend tussen de 45 en 400 m van de [locatie]. [verzoeker] en anderen maken zich zorgen over de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen en de risico’s daarvan voor hun woon- en leefklimaat als gevolg van de door het bestemmingsplan mogelijk gemaakte opslag en het spoelen van bloembollen op het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1513
Datum uitspraak
8 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202306123/4/R2

202306668/1/V1

Referent heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om betrokkene een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen. Bij uitspraak van 2 oktober 2023 heeft de rechtbank dat beroep gegrond verklaard, het met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit vernietigd, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid opgedragen om alsnog een besluit te nemen, dwangsommen vastgesteld en opgelegd en de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten tot een bedrag van € 209,25.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1519
Datum uitspraak
8 april 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202306668/1/V1

202406863/2/R3

Bij besluit van 10 september 2024 heeft de raad van de gemeente Zuidplas het bestemmingsplan "Groenblauwe zone" vastgesteld. Het plangebied ligt ten zuiden van Westergouwe. Dit is een in aanbouw zijnde woonwijk in de gemeente Gouda waar in de periode tot 2034 naar verwachting in totaal ongeveer 4.500 woningen worden gerealiseerd. Het plan voorziet in uitbreiding van recreatieve mogelijkheden binnen het plangebied. De vereniging vreest voor ecologische schade aan het gebied als wordt overgegaan tot herinrichting van het gebied. Zij heeft om deze reden beroep ingesteld. Om onomkeerbare gevolgen voor de aanwezige natuurwaarden te voorkomen heeft zij de voorzieningenrechter gevraagd een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1514
Datum uitspraak
8 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202406863/2/R3

202501042/1/V3

Bij besluit van 11 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1531
Datum uitspraak
8 april 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501042/1/V3

202501716/1/A2

Het verzoek richt zich tegen de beslissing van 27 maart 2025, waarbij het college van bestuur van de Radboud Universiteit aan [verzoekster] met ingang van die dag voor drie maanden een campus- en onderwijsverbod aan de Radboud Universiteit heeft opgelegd. [verzoekster] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Naar aanleiding van het verzoek heeft de voorzieningenrechter op de zitting met partijen gesproken en vastgesteld dat met hen een afspraak kan worden gemaakt. De voorzieningenrechter zal daarom tot de datum waarop op het bezwaarschrift wordt beslist de volgende voorlopige voorziening treffen. Het in het besluit van 27 maart 2025 aan [verzoekster] opgelegde campus- en onderwijsverbod wordt met onmiddellijke ingang geschorst.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1601
Datum uitspraak
8 april 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202501716/1/A2

202207061/4/R2

Ten aanzien van zaak nrs. 202207061/2/R2 en 202207061/3/R2 heeft staatsraad mr. J.F. de Groot, die als lid van de enkelvoudige kamer belast is met de behandeling van deze zaak, op 4 april 2025 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen. In artikel 8:15 is bepaald dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. In deze zaak is op 2 oktober 2024 tussenuitspraak gedaan in een geding over een beroep tegen het besluit van de raad van de gemeente Boxtel tot vaststelling van het bestemmingsplan "Uilenbroek 4 te Boxtel".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1536
Datum uitspraak
8 april 2025
  • Verschoning
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202207061/4/R2

202402957/1/V3

Bij besluit van 21 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid appellant een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1512
Datum uitspraak
7 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202402957/1/V3

202407661/1/V3

Bij besluit van 24 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. Bij uitspraak van 17 december 2024 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep, voor zover gericht tegen de tenuitvoerlegging van de maatregel, gegrond verklaard en voor het overige ongegrond, de wijziging van de tenuitvoerlegging van de maatregel met ingang van die dag bevolen en de minister opgedragen betrokkene schadeloos te stellen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1520
Datum uitspraak
7 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407661/1/V3

202407663/1/V3

Bij besluit van 23 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. Bij uitspraak van 17 december 2024 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep, voor zover gericht tegen de tenuitvoerlegging van de maatregel, gegrond verklaard en voor het overige ongegrond, de wijziging van de tenuitvoerlegging van de maatregel met ingang van die dag bevolen en de minister opgedragen betrokkene schadeloos te stellen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1522
Datum uitspraak
7 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407663/1/V3

202501226/1/R3 en 202501226/2/R3

Bij besluit van 10 november 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wassenaar aan DR Wassenaar B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het, voor zover hier van belang, verbouwen van de St. Jozefkerk aan de Parklaan 28/Van Cranenburchlaan 31 in Wassenaar tot een gezondheidscentrum. De St. Jozefkerk in Wassenaar is een gemeentelijk monument. De kerk staat al enkele jaren leeg. DR Wassenaar B.V. heeft het voornemen om de St. Jozefkerk te verbouwen tot een gezondheidscentrum. Het gezondheidscentrum zal ruimte bieden aan meerdere huisartsen, een apotheek, een laboratorium en andere medische specialisten uit de eerste en tweedelijns zorg. Om de vestiging van het gezondheidscentrum mogelijk te maken zijn onder meer bouwwerkzaamheden in en aan de St. Jozefkerk nodig. De pastorie, die bestaat uit één bouwlaag, zal worden gesloopt en vervangen door drielaagse nieuwbouw. [verzoeker] en anderen betogen in hoger beroep dat zij van mening blijven dat gelet op artikel 11.1, onder b, van de planregels een gezondheidscentrum uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding "gezondheidszorg".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1515
Datum uitspraak
7 april 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202501226/1/R3 en 202501226/2/R3

202501228/2/A3

Bij besluit van 23 december 2024 heeft de burgemeester van Purmerend besloten om de woning op het perceel [locatie] in Purmerend voor de duur van één maand te sluiten. [verzoekster] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen die ertoe strekt dat het besluit van de burgemeester om haar woning voor de duur van één maand te sluiten wordt geschorst totdat op het hoger beroep is beslist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1504
Datum uitspraak
7 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202501228/2/A3

202501364/1/V3

Bij besluit van 17 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1511
Datum uitspraak
7 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501364/1/V3

202501367/1/V3

Bij besluit van 17 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1510
Datum uitspraak
7 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501367/1/V3

202501617/1/V2 en 202501617/2/V2

Bij besluiten van 10 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie aanvragen van appellanten om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 11 maart 2025 heeft de rechtbank de daartegen door appellanten ingestelde beroepen ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak hebben appellanten, vertegenwoordigd door mr. R.S. Frickus, advocaat in Zoetermeer, hoger beroep ingesteld. Ook hebben zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1521
Datum uitspraak
7 april 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501617/1/V2 en 202501617/2/V2

202501690/1/V3

Bij besluit van 26 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1526
Datum uitspraak
7 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501690/1/V3

202501696/1/V3

Bij besluit van 26 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1523
Datum uitspraak
7 april 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202501696/1/V3

202501789/2/V2

Bij besluit van 31 juli 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1518
Datum uitspraak
7 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501789/2/V2

BRS.25.000029

Bij besluit van 23 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1496
Datum uitspraak
7 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000029

BRS.25.000127

Bij besluit van 4 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1474
Datum uitspraak
7 april 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000127

202201491/1/V1

Bij besluit van 25 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1505
Datum uitspraak
4 april 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202201491/1/V1

202301739/1/V1

Bij besluit van 18 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om appellant een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: een mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1506
Datum uitspraak
4 april 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202301739/1/V1

202302852/1/V1

Bij besluit van 6 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1507
Datum uitspraak
4 april 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202302852/1/V1

202500197/1/V3

Bij besluit van 25 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1508
Datum uitspraak
4 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500197/1/V3

202500479/1/V3

Bij besluiten van 4 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene de toegang tot Nederland geweigerd en hem een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1509
Datum uitspraak
4 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500479/1/V3

202501760/2/V2

Bij besluit van 28 augustus 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1517
Datum uitspraak
4 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501760/2/V2

202501874/1/V3 en 202501874/2/V3

Bij besluit van 3 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1516
Datum uitspraak
4 april 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501874/1/V3 en 202501874/2/V3

202500213/4/A2

Ten aanzien van zaak nr. 202500213/4/A2, die op 8 april 2025 op zitting zal worden behandeld, heeft staatsraad mr. B.P. Vermeulen, die als lid van de meervoudige kamer belast is met de behandeling van deze zaak, op 3 april 2025 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1498
Datum uitspraak
4 april 2025
  • Verschoning
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202500213/4/A2

202201630/1/V3

Bij besluit van 30 juli 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van referent om [betrokkenen A], [betrokkenen B], [betrokkenen C] en wijlen [betrokkenen D](hierna samen: betrokkenen) een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: een mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1489
Datum uitspraak
3 april 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202201630/1/V3

202304016/1/V1

Bij besluit van 7 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om betrokkene een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: een mvv) te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 1 december 2022 heeft de staatssecretaris het daartegen door betrokkene gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1487
Datum uitspraak
3 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202304016/1/V1

202306703/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen. Bij uitspraak van 17 oktober 2023 heeft de rechtbank dat beroep gegrond verklaard en bepaald dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid binnen vier weken na de dag van verzending van de uitspraak alsnog een besluit op de aanvraag bekendmaakt, en aan appellant een dwangsom verbeurt van € 100,00 voor elke dag dat hij die termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500,00. De rechtbank heeft de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten tot een bedrag van € 209,25.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1486
Datum uitspraak
3 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202306703/1/V1

202403960/1/V1

Veiligheid een aanvraag om appellant een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 28 november 2023 heeft de staatssecretaris het daartegen door appellant gemaakte bezwaar opnieuw ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 31 mei 2024 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1488
Datum uitspraak
3 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202403960/1/V1

202500112/1/A2 en 202500112/2/A2

Bij besluit van 10 juni 2024 heeft Bij besluit van 10 juni 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen de aanvraag van [appellant A] en [appellant B] om een urgentieverklaring afgewezen. de aanvraag van [appellant A] en [appellant B] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellant A] en [appellant B] woonden tot 27 januari 2023 met hun twee kinderen in de gemeente Nijmegen. Nadat [appellant A] in Abu Dhabi een baan had gevonden, is het gezin in januari 2023 geëmigreerd naar de Verenigde Arabische Emiraten. Eenmaal in Abu Dhabi heeft [appellant B] psychische klachten ontwikkeld omdat zij niet kon wennen aan het leven in Abu Dhabi. Uiteindelijk zagen [appellant A] en [appellant B] geen andere mogelijkheid dan in november 2023 terug naar Nederland te verhuizen. Eenmaal terug in Nederland heeft het gezin een half jaar ingewoond bij een bevriend gezin. Omdat deze woonsituatie niet langer houdbaar was, is deze huurovereenkomst op 14 mei 2024 beëindigd. [appellant A] en [appellant B] hebben vervolgens een urgentieverklaring aangevraagd. Het college heeft deze aanvraag afgewezen omdat het woonprobleem is ontstaan door verwijtbaar handelen van [appellant A] en [appellant B].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1495
Datum uitspraak
3 april 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202500112/1/A2 en 202500112/2/A2

202500791/1/V3

Bij besluit van 12 december 2024 heeft de minister een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 31 januari 2025 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1490
Datum uitspraak
3 april 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500791/1/V3

202500946/2/R1

Bij besluit van 27 november 2024 heeft de raad van de gemeente Amstelveen onder meer het exploitatieplan "De Scheg Midden" vastgesteld. [verzoekster] heeft daartegen beroep ingesteld en heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Op de zitting is vastgesteld dat [verzoekster] ten tijde van de vaststelling van het plan en tijdens de beroepstermijn geen eigenaar was van gronden in het plangebied en geen grondexploitatieovereenkomst heeft gesloten. Zij heeft ook geen vestiging in de omgeving van het plangebied. Daarom is zij geen belanghebbende bij het bestreden besluit. De voorzieningenrechter verwacht dat het beroep van [verzoekster] niet-ontvankelijk wordt verklaard, omdat zij geen belanghebbende is en ook geen zienswijze tegen het ontwerp exploitatieplan naar voren heeft gebracht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1548
Datum uitspraak
3 april 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202500946/2/R1

202501243/1/V2

Bij besluit van 5 juli 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en haar opgedragen Nederland binnen vier weken te verlaten. Ook heeft zij geweigerd appellant ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen. Bij uitspraak van 3 februari 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1485
Datum uitspraak
3 april 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501243/1/V2

202501245/1/V2

Bij besluit van 5 juli 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en haar opgedragen Nederland binnen vier weken te verlaten. Ook heeft zij geweigerd appellant ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen. Bij uitspraak van 3 februari 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1484
Datum uitspraak
3 april 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501245/1/V2

202501571/2/V3

Bij besluit van 9 januari 2025 heeft de minister een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 11 maart 2025 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1491
Datum uitspraak
3 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501571/2/V3

202501662/2/V1

Bij besluit van 24 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1492
Datum uitspraak
3 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501662/2/V1

202501698/1/V2 en 202501698/2/V2

Bij besluit van 11 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 19 maart 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. R.J. Schenkman, advocaat in Amstelveen, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1493
Datum uitspraak
3 april 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501698/1/V2 en 202501698/2/V2

BRS.25.000216

Bij besluit van 27 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1395
Datum uitspraak
3 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000216

BRS.25.000298

Bij besluit van 5 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1390
Datum uitspraak
3 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000298

BRS.25.000324

Bij besluit van 10 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1393
Datum uitspraak
3 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000324

202300862/1/V3

Bij besluit van 23 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1410
Datum uitspraak
2 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202300862/1/V3

202303980/1/V2

Bij besluit van 1 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd. Bij uitspraak van 14 juni 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. L.J. Meijering, advocaat in Assen, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1412
Datum uitspraak
2 april 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202303980/1/V2

202404288/1/V3

Bij besluit van 26 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1408
Datum uitspraak
2 april 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202404288/1/V3
vorige pagina1...212223...1.203volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon