Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.285
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202100024/1/R3

Bij besluit van 11 november 2020 heeft de raad van de gemeente Leeuwarden het bestemmingsplan "Leeuwarden - Partiële herziening Archeologie" vastgesteld. Het plan "Leeuwarden - Partiële herziening Archeologie" beoogt de bescherming van het archeologische erfgoed voor het hele grondgebied van de gemeente Leeuwarden op dezelfde wijze te regelen. Uit paragraaf 1.1 van de plantoelichting volgt dat de archeologische situatie in het plangebied is bekeken en dat vervolgens de archeologische verwachtingswaarden zijn omgezet in archeologische dubbelbestemmingen, zoals "Waarde - Archeologie 1" en "Waarde - Archeologie 2". Deze dubbelbestemmingen hebben in samenhang met de planregels tot gevolg dat een regeling ter bescherming van archeologische waarden geldt voor de activiteiten bouwen en het uitvoeren van een werk en werkzaamheden indien bodemingrepen noodzakelijk zijn. De regeling geldt alleen indien de in de desbetreffende planregel aangegeven oppervlakte en diepte wordt overschreden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:396
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202100024/1/R3

202100057/1/R3

Bij besluit van 19 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag geweigerd aan [partij] een omgevingsvergunning te verlenen voor het veranderen van de voorgevel van het pand aan de [locatie] te Den Haag door het plaatsen van een airco-unit op de luifel. Op 7 maart 2018 heeft [partij] een omgevingsvergunning aangevraagd voor het veranderen van de voorgevel van het pand op het perceel aan de [locatie] te Den Haag door het plaatsen van een airco-unit op de luifel. Bij het besluit op bezwaar van 23 oktober 2018 heeft het college voor de activiteiten genoemd in artikel 2.1, eerste lid, onder a en f, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de omgevingsvergunning - alsnog - verleend. De stichting heeft volgens haar statuten ten doel het behoud, de versterking en de reconstructie van het gewaardeerd stadsgezicht in het algemeen en dat van de stad Den Haag in het bijzonder.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:394
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202100057/1/R3

202100080/1/R3

Bij besluit van 30 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Fryske Marren [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast het innemen van een ligplaats nabij het perceel [locatie] te Boornzwaag te staken en gestaakt te houden. [appellant] is mede-eigenaar van het perceel [locatie]. Op 6 april 2018 heeft een toezichthouder van de gemeente geconstateerd dat [appellant] daar een boot had aangemeerd. Staatsbosbeheer heeft deze constatering ook gedaan en het college op 10 april 2018 verzocht daartegen handhavend op te treden. Bij brief van 24 april 2018 heeft het college [appellant] laten weten voornemens te zijn handhavend te gaan optreden. In zijn besluit van 30 oktober 2018 heeft het college dat gedaan. [appellant] is het niet eens met het handhavend optreden. Volgens hem is het college niet bevoegd om handhavend op treden of, als het wel bevoegd is, had het van handhavend optreden moeten afzien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:418
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202100080/1/R3

202100632/1/R1

Bij besluit van 2 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlem geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor 'het legaliseren van een woning op de begane grond en het maken van een dakterras op de eerste verdieping op het perceel [locatie 1] te Haarlem. [appellant] is eigenaar van het pand op de locatie [locatie 2] in Haarlem. Dit pand is gesplitst in drie woningen. Bij besluit van 2 augustus 2019 heeft het college geweigerd om aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen. Dit besluit heeft betrekking op verschillende onderdelen, namelijk het legaliseren van een bestaande aanbouw, het gebruik van de parterre van het pand voor bewoning, het realiseren van een dakterras, de plaatsing van een afvoerpijp van een cv-ketel en parkeren. Het gaat nu in hoger beroep alleen nog over het legaliseren van de bestaande aanbouw. De aanbouw staat aan het einde van de achtertuin en is bereikbaar via een doorgang die de aanbouw met het hoofdgebouw verbindt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:390
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202100632/1/R1

202100803/1/R3

[appellant] heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de raad van de gemeente Den Haag op zijn verzoek tot herziening van het bestemmingsplan "Regentesse / Valkenboskwartier (eerste herziening)". [[appellant] woont op het perceel aan de [locatie] te Den Haag. [appellant] wil een dakopbouw op zijn woning realiseren. Aan het perceel van [appellant] is in het bestemmingsplan de bestemming "Wonen - 1" en de gebiedsaanduiding "overige zone - gemeentelijk beschermd stadsgezicht" toegekend. De aanduiding "specifieke bouwaanduiding - dakopbouw" ontbreekt voor zijn perceel. Dit betekent dat gelet op artikel 23.2.1, aanhef en onder c, van de planregels geen dakopbouw mag worden gebouwd. Hij wenst daarom dat de raad het bestemmingsplan "Regentesse-/Valkenboskwartier (Integrale herziening)" voor zijn perceel wijzigt. De raad heeft het verzoek van [appellant] afgewezen, omdat hij - kort gezegd - een dakopbouw op de woning van [appellant] niet passend vindt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:393
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202100803/1/R3

202101688/1/R4

Bij besluit van 28 januari 2021 heeft de raad van de gemeente Harderwijk het bestemmingsplan "Zuidelijke Stadsrand" vastgesteld. [appellante] woont op het perceel [locatie 1] in Harderwijk. Dit perceel grenst aan het perceel dat kadastraal bekend is als sectie F, nummer 2157, te Harderwijk. Dit perceel is in eigendom bij [partij]. Het voorliggende bestemmingsplan "Zuidelijke Stadsrand" heeft onder andere betrekking op het perceel. De raad heeft beoogd op perceel 2157 in ruil voor de sloop van 640 m2 aan verouderde voormalige agrarische bijgebouwen te voorzien in de mogelijkheid bijgebouwen tot een maximale oppervlakte van 250 m2 ten behoeve van de woonfunctie te realiseren. Dit is volgens de raad in lijn met de zogeheten ‘rood-voor-rood-regeling’ die voor grote delen van het buitengebied van de gemeente geldt en heeft als doel de ruimtelijke kwaliteit te bevorderen. Volgens de raad is bebouwing op perceel 2157 wel mogelijk, doordat dit perceel middels een koppelteken wordt gekoppeld aan perceel [locatie 2].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:392
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202101688/1/R4

202101821/1/A3

Bij besluit van 13 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een aanvraag van [appellant] om verlening van een omzettingsvergunning voor de woning aan [locatie] in Amsterdam ingewilligd. Bij besluit van 16 februari 2021 heeft het college het besluit van 13 september 2018 ingetrokken, geweigerd een omzettingsvergunning te verlenen en opnieuw het bezwaar van Bewonersvereniging Het Breed ongegrond verklaard. Het college heeft bij besluit van 13 september 2018 aan [appellant] een vergunning verleend voor het omzetten van zelfstandige woonruimte naar maximaal vier onzelfstandige woonruimten in de woning. Aanvankelijk was de woning een zelfstandige woonruimte. Deze is omgezet in vier onzelfstandige woonruimten met een gemeenschappelijke verblijfsruimte, een keuken en een badkamer. Tegen het besluit van 13 september 2018 is door de Bewonersvereniging bezwaar gemaakt. Dit heeft uiteindelijk geleid tot de uitspraak van de Afdeling van 18 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:277.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:408
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202101821/1/A3

202101912/1/A3

Bij besluit van 13 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nissewaard geweigerd om aan [appellant] een urgentieverklaring als woningzoekende te verlenen. [appellant] woont in Spijkenisse bij een kennis in een woning op de achttiende verdieping. Hij heeft bij het college een urgentieverklaring als woningzoekende aangevraagd omdat deze woonsituatie in combinatie met zijn hoogtevrees bij hem leidt tot gezondheidsklachten, waaronder hart- en psychische klachten. Het college heeft de aanvraag afgewezen omdat [appellant] inwonend is en daarmee niet voldoet aan een voorwaarde om in aanmerking te komen voor een urgentieverklaring, te weten het hebben van een zelfstandige woning. In het bestreden besluit heeft het college daaraan toegevoegd dat [appellant] niet voldoende heeft gedaan om zelf andere woonruimte te vinden. In het bestreden besluit staat verder dat uit zorgvuldigheidsoverwegingen advies is gevraagd aan een onafhankelijk medisch deskundige.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:398
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202101912/1/A3

202101915/1/A3

Bij besluit van 26 april 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders aan Logejo B.V. een vergunning verleend voor de exploitatie van een kamerverhuurbedrijf voor onbepaalde tijd in het pand aan de Oversteeg 15-17 in De Steeg. Het college heeft, voordat het dat besluit nam, aan Logejo B.V. op 4 mei 2016 eenzelfde vergunning verleend, maar dan voor de duur van een jaar. Tegen deze vergunning had onder meer [appellant sub 2] ook rechtsmiddelen ingesteld. Dit leidde tot de uitspraak van de Afdeling van 3 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2018:3222. De Afdeling oordeelde toen dat de exploitatie in strijd was met het bestemmingsplan ‘De Steeg 2015’, omdat op het moment van vergunningverlening op de planverbeelding die op ruimtelijkeplannen.nl was geplaatst niet de aanduiding ‘kamerverhuur’ voor het perceel Oversteeg 15-17 was weergegeven. De Afdeling oordeelde dat de verbeelding op ruimtelijkeplannen.nl doorslaggevend is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:421
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202101915/1/A3

202101951/1/A3

Bij besluit van 27 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Almere een aanvraag van [appellante] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellante] heeft een aanvraag ingediend voor een urgentieverklaring. Haar dochter [dochter] heeft narcolepsie en kataplexie. Het eerste is een slaapstoornis, waarbij het dagelijkse ritme onregelmatig is. Het tweede is een aandoening waardoor [dochter] het gevoel in haar spieren verliest, stuiptrekkingen krijgt of neervalt. Daardoor moet [dochter] gedurende de dag meerdere keren medicatie gebruiken en rustmomenten aanhouden. Het huidige appartement is volgens [appellante] ongeschikt voor haar gezin, omdat het van belang is dat [dochter] een eigen slaapkamer heeft waar ze in alle rust kan verblijven. Er is in het appartement slechts één slaapkamer die onder andere ook wordt gebruikt als kledingkamer. [appellante] slaapt nu in de woonkamer. De badkamer is alleen te betreden via de slaapkamer.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:414
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202101951/1/A3
vorige pagina1...1.7171.7181.719...12.029volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon