Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.716
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202102902/1/A3

Bij besluit van 29 juli 2020 heeft het College van procureurs-generaal een reactie gegeven op twee verzoeken om informatie van [appellant]. [appellant] heeft het openbaar ministerie van Midden-Nederland op 11 mei 2020 een e-mail gestuurd. In die e-mail heeft hij het volgende geschreven. "Zal ik alle onderliggende schriftelijke stukken willen ontvangen rond mij als persoon [appellant] te [woonplaats]. Het zijn e-mail en alles wat er onder valt. Een feit is wel dat er bij het openbaar ministerie veel over mij bekent is en ook zeker dat het openbaar ministerie het beleid bepaald rond mij als persoon [appellant]. […]. Het is een feit dat het openbaar ministerie al veel langer een beleid tegen mij heeft. […]." Bij e-mail van 21 mei 2020 heeft [appellant] dit verzoek om informatie herhaald. Hij heeft het verzoek daarnaast uitgebreid in die zin dat hij ook de onderliggende stukken wenst te ontvangen uit de dossiers die op een lijst ‘Dossiers WJSG’ staan die hij van de politie heeft ontvangen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3501
Datum uitspraak
30 november 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202102902/1/A3

202103076/1/R3

Bij besluit van 10 mei 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg aan Dijkencombi B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een inlaatconstructie ten behoeve van de aan te leggen waterberging op het perceel, plaatselijk gemerkt Meerpolder in Stompwijk. In het kader van het project 'De Nieuwe Driemanspolder' wordt de bestaande polder omgevormd van agrarisch gebied naar een waterberging met een functie voor recreatie en natuur. Om dit project mogelijk te maken moet er onder meer een inlaatconstructie worden gerealiseerd. Dijkencombi heeft een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend. Deze aanvraag heeft, naast het bouwen van de inlaatconstructie zelf, ook betrekking op het uitvoeren van verschillende werkzaamheden, waaronder de aanleg van een dam met duiker, die dwars op de inlaatconstructie komt te liggen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3505
Datum uitspraak
30 november 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Verordeningen
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202103076/1/R3

202103081/1/R3

Bij besluit van 31 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg aan Dijkencombi B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van twaalf fiets- en voetgangersbruggen in het kader van de aanleg van de piekwaterberging 'De Nieuwe Driemanspolder'. In het kader van het project 'De Nieuwe Driemanspolder' wordt de bestaande polder omgevormd van agrarisch gebied naar een waterberging met een functie voor recreatie en natuur. In het gebied zullen twaalf fiets- en voetgangersbruggen worden gerealiseerd. Fietsbrug 5 is in strijd met de ter plaatste geldende "Beheersverordening 2017 Leidschendam-Voorburg". Het college heeft voor het realiseren van de bruggen een omgevingsvergunning verleend. De erven van [appellant] zijn het niet eens met de verlening van de vergunning voor zover die is verleend voor twee fietsbruggen (fietsbruggen 3 en 4) die bij hun perceel komen te liggen. Zij vrezen voor geluidsoverlast en een aantasting van hun privacy.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3500
Datum uitspraak
30 november 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202103081/1/R3

202103335/1/A2

Bij besluit van 29 mei 2019 heeft de directie van de Dienst Wegverkeer de tenaamstelling van het voertuig met het kenteken […] vervallen verklaard. Op 10 mei 2019 is het voertuig met kenteken […], dat op naam staat van [appellant], onderzocht door een medewerker van het team voertuigidentificatie van de politie-eenheid Den Haag. Van dit onderzoek is een onderzoeksrapport opgesteld voor het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit. De RDW heeft in het besluit van 29 mei 2019 opgemerkt dat uit dit onderzoeksrapport blijkt dat de onderzoeker niet kan vaststellen dat het kentekenbewijs hoort bij het onderzochte voertuig. De RDW heeft op basis daarvan geconcludeerd dat [appellant] niet de houder, bezitter of eigenaar is van het voertuig waarvoor het kentekenbewijs is afgegeven. De RDW heeft de tenaamstelling van het voertuig met het kenteken […] per 29 mei 2019 vervallen verklaard, waardoor het kentekenbewijs niet meer geldig was. Het door [appellant] ingestelde bezwaar is door de RDW bij het besluit van 2 december 2019 ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3504
Datum uitspraak
30 november 2022
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202103335/1/A2

202103377/1/A3

Bij besluit van 1 april 2019 heeft de burgemeester van Ridderkerk aan Fresh Events verleende evenementenvergunning, voor zover deze ziet op het houden van een braderie op 6 april 2019, ingetrokken. De burgemeester heeft bij besluit van 24 oktober 2018 een evenementenvergunning verleend aan Fresh Events voor het houden van een braderie op 6 april 2019 en 5 oktober 2019. Aan de evenementenvergunning zijn voorschriften verbonden. Voorschrift 29 luidt als volgt: "Een week voor de braderie ontvangt de gemeente een plattegrond met de exacte plaatsen van de kramen voor de braderie." De braderie zou plaatsvinden op 6 april 2019. Fresh Events heeft de plattegrond op maandag 1 april 2019 om 13:41 uur per e-mail bij de burgemeester aangeleverd. Op dezelfde dag heeft de burgemeester de evenementenvergunning gedeeltelijk ingetrokken wegens het niet voldoen aan voormeld voorschrift. De burgemeester heeft dit besluit in bezwaar gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3514
Datum uitspraak
30 november 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202103377/1/A3

202103526/1/A3

Bij besluit van 6 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Groningen een verzoek van [appellante] om haar identiteitsgegevens in de basisregistratie personen te wijzigen, afgewezen. [appellante] staat in de brp ingeschreven als [naam A], geboren op [geboortedatum] 1964 te [geboorteplaats] (China). Deze gegevens zijn ontleend aan een door haar op 29 oktober 1997 onder ede afgelegde verklaring. [appellante] heeft het college op 10 mei 2019 verzocht om haar gegevens te wijzigen in [naam B], geboren op [geboortedatum] 1964 te [geboorteplaats] (China). Zij heeft daartoe documenten overgelegd. [appellante] heeft niet verzocht om wijziging van de geregistreerde ouder- en nationaliteitsgegevens. Omdat zij wel documenten heeft overgelegd waar die gegevens uit naar voren komen, heeft het college ook de nationaliteit en namen van de ouders meegenomen bij de beoordeling van het verzoek. Het college heeft het verzoek afgewezen omdat niet vaststaat dat de overgelegde documenten ook daadwerkelijk aan [appellante] toebehoren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3483
Datum uitspraak
30 november 2022
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202103526/1/A3

202103762/1/R3

Bij besluit van 14 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Groningen besloten tot invordering van een door [appellant] verbeurde dwangsom van € 15.000,00. Bij besluit van 7 juni 2012 heeft het college aan [appellant] een omgevingsvergunning verleend voor het vergroten van het pand aan de [locatie 1], [locatie 2] en [locatie 3] in Groningen. Het bouwplan voorziet in een verbouwing en uitbreiding van de in het pand aanwezige 17 kamers tot 13 woonruimtes met daarin in totaal 28 (onzelfstandige) kamers. De uitbreiding van het pand bestaat uit een toevoeging van een extra bouwlaag, een uitbreiding aan de achterzijde en een nieuwe indeling. Tijdens een controle op 14 mei 2018 heeft een toezichthouder van de gemeente Groningen geconstateerd dat in het pand aan de [locatie 1] en [locatie 2] in afwijking van de omgevingsvergunning zelfstandige woonruimtes in plaats van onzelfstandige woonruimtes worden gebouwd. In het controlerapport staat onder meer dat op de derde verdieping van het pand per kamer sanitair en keukenaansluitingen aanwezig zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3517
Datum uitspraak
30 november 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202103762/1/R3

202103786/1/R3

Bij besluit van 4 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Noardeast-Fryslân geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een open carport tegen de garage/berging op het perceel [locatie] te Westergeest. De woning van [appellant] staat voorop op het perceel. Aan de woning is een aanbouw gebouwd. Achter de woning staat een garage/berging, waarvoor het college bij besluit van 14 maart 2017 een omgevingsvergunning heeft verleend. [appellant] wil tegen deze garage/berging een carport met een oppervlakte van 47,7 m² bouwen. Het perceel ligt in het plangebied van het bestemmingsplan "Westergeest". Op de gronden waarop de woning staat, rust de bestemming "Wonen - 1". Op de gronden waarop de garage/berging en de beoogde carport staan, rust de bestemming "Agrarisch met waarden".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3511
Datum uitspraak
30 november 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202103786/1/R3

202104037/1/A2

Bij besluit van 11 juni 2020 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand de aanvraag van [appellant sub 1] om extra uren voor rechtsbijstand aan [appellant sub 2] afgewezen. Op 26 mei 2020 heeft [appellant sub 1] een aanvraag voor extra uren ingediend op de toevoeging met het kenmerk 4NQ0513. Bij het besluit van 11 juni 2020 heeft de raad de aanvraag van [appellant sub 1] afgewezen omdat de tijdgrens van 21 uur voor deze zaak niet wordt overschreden. Aan het besluit op bezwaar heeft de raad ten grondslag gelegd dat uit het verzoek blijkt dat er tot dusver 8 uren waren besteed en toestemming wordt gevraagd voor het verrichten van 4 uren extra. Daarmee is niet aannemelijk geworden dat de urengrens van 21 uur zal worden overschreden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3495
Datum uitspraak
30 november 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202104037/1/A2

202104598/1/A2

Bij besluit van 30 juni 2020 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het recht van [wederpartij] op zorgtoeslag, kindgebonden budget en huurtoeslag over 2019 definitief vastgesteld op € 1.247,-, € 4.089,- respectievelijk € 1.761,- en de teveel betaalde voorschotten van € 317,-, € 159,- respectievelijk € 567,- van haar teruggevorderd. Bij besluit van 27 december 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen (hierna ook: de dienst) [wederpartij] onder meer een voorschot zorgtoeslag, kindgebonden budget en huurtoeslag voor 2019 toegekend van onderscheidenlijk € 2.314,-, € 2.155,- en € 2.291,-. Bij dit besluit is de dienst uitgegaan van een geschat inkomen van € 18.561,- van de toeslagpartner van [wederpartij], [partner] en een geschat inkomen van € 0,- van [wederpartij] zelf. Bij besluit van 21 mei 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen onder meer het voorschot zorgtoeslag, kindgebonden budget en huurtoeslag van [wederpartij] voor 2019 herzien naar onderscheidenlijk € 1.564,-, € 4.248,- en € 2.350,-. Reden voor de herziening is dat [wederpartij] vanaf 1 mei 2019 geen toeslagpartner meer heeft, zodat zijn inkomen vanaf die maand niet meer mee wordt genomen bij de berekening van de hoogte van de voorschotten. Het geschatte inkomen van [wederpartij] voor 2019 is € 0,- gebleven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3484
Datum uitspraak
30 november 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202104598/1/A2
vorige pagina1...1.4531.4541.455...12.072volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon