Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.694
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202505441/1/R4 en 202505441/2/R4

[appellanten] bezitten ieder samen met een partner een recreatiewoning op het recreatieterrein "De Konijnenberg" aan de Korhoenlaan 2 in Harderwijk. Zij verblijven daar ongeveer de helft van het jaar. De andere helft van het jaar brengen ze, al dan niet in een aaneengesloten periode, in het buitenland door. Volgens het college gebruiken [appellanten] hun recreatiewoningen voor permanente bewoning, omdat uit gegevens uit de Basisregistratie Personen en controles van toezichthouders blijkt dat zij daar hun hoofdverblijf hebben. Volgens het college is sprake van een overtreding van artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, omdat permanente bewoning van een recreatiewoning niet is toegestaan op grond van artikel 11.4.1 van het bestemmingsplan "Veegplan Buitengebied" dat onderdeel uitmaakt van het tijdelijke deel van het omgevingsplan van de gemeente Harderwijk. Het college heeft [appellanten] daarom onder oplegging van een dwangsom gelast om het niet-recreatieve gebruik van hun recreatiewoning te beëindigen en beëindigd te houden. In de besluiten op bezwaar heeft het college de lasten onder dwangsom in stand gelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5527
Datum uitspraak
14 november 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202505441/1/R4 en 202505441/2/R4

202406041/1/V3

Bij besluiten van 24 juli 2023, 14 augustus 2023 en 14 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de verzoeken van de Cypriotische autoriteiten om appellant op grond van de Dublinverordening over te nemen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5519
Datum uitspraak
13 november 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202406041/1/V3

202503421/2/R4

Bij besluit van 14 mei 2025 heeft de raad van de gemeente Ermelo het "TAM omgevingsplan De Beek 77" als wijziging van het omgevingsplan van de gemeente Ermelo vastgesteld. Het besluit tot wijziging maakt de bouw van 3 nieuwe woningen mogelijk aan De Beek 77 in Ermelo. Op die locatie was voorheen een veehouderij gevestigd en die is nu wegbestemd. De bestaande boerderij blijft behouden als woning en op de plek van de stallen komt een vrijstaand huis en een twee-onder-een-kap woning. [verzoeker] woont op het aangrenzende perceel en heeft een aantal bezwaren tegen het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5516
Datum uitspraak
13 november 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202503421/2/R4

202504537/1/V3

Bij besluit van 28 juni 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5520
Datum uitspraak
13 november 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202504537/1/V3

202504650/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5521
Datum uitspraak
13 november 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202504650/1/V1

BRS.25.001347

Bij besluit van 1 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5512
Datum uitspraak
13 november 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001347

BRS.25.001472

Bij besluit van 25 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5412
Datum uitspraak
13 november 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001472

BRS.25.001616

Bij besluit van 24 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om afgifte van een document als bedoeld artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5409
Datum uitspraak
13 november 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001616

BRS.25.001703

Bij besluit van 12 augustus 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5413
Datum uitspraak
13 november 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001703

202307233/1/V3

Bij besluit van 18 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om appellant een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5508
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202307233/1/V3

202407049/2/R2

Bij besluit van 19 september 2024 heeft de raad van de gemeente Maashorst het bestemmingsplan "[locatie 1]-[locatie 2] en [locatie 3] Schaijk" vastgesteld. Met het bestemmingsplan wordt het mogelijk gemaakt om het landbouwbedrijf van [partij] te verplaatsen van de huidige locatie aan de [locatie 3] te Schaijk naar de [locatie 1]-[locatie 2] te Schaijk. Het bedrijf bevindt zich nu nabij de bebouwde kom en wordt verplaatst naar het buitengebied van Schaijk. Op 1 september 2025 heeft [partij] een omgevingsvergunning aangevraagd voor het bouwen van een bedrijfsgebouw, het realiseren van huisvesting en het aanleggen van een uitweg aan de [locatie 1] in Schaijk. Verzoekers wonen aan de Pastoor van Winkelstraat en vrezen voor een onveilige verkeerssituatie op onder meer de Pastoor van Winkelstraat en de Broksteeg vanwege onder meer het landbouw- en vrachtverkeer dat van en naar het bedrijf rijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5417
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202407049/2/R2

202502928/1/V3

Bij besluit van 17 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5509
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502928/1/V3

BRS.25.000975

Bij besluit van 2 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5396
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000975

BRS.25.001663

Bij besluit van 2 oktober 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5401
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001663

BRS.25.001748

Bij ‘kennisgeving gewijzigde identiteitsgegevens’ van 1 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aan de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel laten weten de geboortedatum van betrokkene te hebben gewijzigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5415
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001748

202005977/1/R2 en 202206970/1/R2

Bij besluit van 24 september 2020 heeft de raad van de gemeente Haaren het bestemmingsplan "Buitengebied, herziening 2020" vastgesteld. Het plan van Haaren voorziet in een partiële herziening van de plannen "Buitengebied Haaren", "Buitengebied Haaren, correctieve herziening" en "Buitengebied herziening 2014". Deze partiële herziening is bedoeld om bestaand provinciaal en gemeentelijk beleid te verwerken. De gebiedsaanduidingen en daarbij behorende regels zijn aangepast aan de provinciale "Interim omgevingsverordening Noord-Brabant". Daarnaast is het gemeentelijke "Beleid Vrijkomende Agrarische Bebouwing" in het plan van Haaren opgenomen, waardoor het college van burgemeester en wethouders van Haaren het bevoegd gezag is geworden om met toepassing van wijzigingsbevoegdheden te beslissen over initiatieven voor de herbestemming van vrijkomende agrarische bebouwing. Het plan van Haaren beoogt ook de bouwmogelijkheden voor recreatiewoningen in het buitengebied te harmoniseren. De raad van Vught heeft bij het "Herstelbesluit Buitengebied, herziening 2020" van 22 juli 2021 het plan van Haaren op een aantal punten gewijzigd voor het buitengebied dat aan de gemeente Vught is toegevoegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5486
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202005977/1/R2 en 202206970/1/R2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202005977/1/R2 en 202206970/1/R2

202200620/1/A3

Bij besluit van 14 maart 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van Blue Boat Company om een exploitatievergunning voor het passagiersvaartuig Vossius geweigerd. Bij besluit van 12 oktober 2018 heeft het college, onder wijziging van de motivering, het door Blue Boat Company daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat Blue Boat Company geen procesbelang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van de aanvraag. Met de procedure kan Blue Boat Company immers niet in een betere positie raken. Blue Boat Company beschikt al over een vergunning om met de Vossius in heel Amsterdam te kunnen varen. Blue Boat Company betoogt dat de rechtbank ten onrechte de gewijzigde motivering als rechtmatig heeft beoordeeld. Volgens Blue Boat Company is dit geen weigeringsgrond waarmee op grond van de Vob een vergunning kan worden geweigerd. Verder betoogt Blue Boat Company dat de rechtbank niet heeft onderkend dat er een belang is bij een rechtsoordeel over de beoordeling van de welstand van de Vossius.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5472
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202200620/1/A3

202203919/1/R2

Bij besluit van 9 september 2021 heeft het college van gedeputeerde staten van Utrecht het verzoek van Loonbrouwerij en anderen van 12 mei 2021 om de vergunning van 25 januari 2017 van de rechtsvoorganger van Kanadevia Inova Biogas Cothen B.V., verleend op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming, in te trekken op grond van artikel 5.4, eerste lid en onder c, van diezelfde wet, afgewezen. Loonbrouwerij en anderen hebben verzocht om de natuurvergunning van 25 januari 2017, verleend aan de rechtsvoorganger van Inova, in te trekken. De vergunning is verleend voor het oprichten en in werking hebben van een co-vergistingsinstallatie met be- en verwerking van digestaat aan de Graaf van Lynden van Sandenburgweg nabij 6-8 in Cothen. De vergunning is verleend op basis van het Programma Aanpak Stikstof (PAS-vergunning). Loonbrouwerij en anderen hebben verzocht om intrekking op grond van artikel 5.4, eerste lid en onder c, van de Wnb, omdat de PAS-vergunning volgens hen is verleend in strijd met wettelijke voorschriften.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5426
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202203919/1/R2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202203919/1/R2

202204793/1/R2

Bij besluit van 12 mei 2022 heeft de raad van de gemeente Gemert-Bakel het bestemmingsplan "Gemert-Bakel Buitengebied, herziening december 2021" (hierna: het bestemmingsplan) vastgesteld. Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld. Met het bestemmingsplan wil de raad onder meer de ontwikkeling en instandhouding van natuur en landschap in het kader van de ecologische verbindingszone Esperloop Geneneind-Neerstraat in Bakel mogelijk maken. Het bestemmingsplan voorziet onder meer in een wijziging van de bestemming "Natuur", zodat een bestaande houtwal kan worden verwijderd en verplaatst kan worden en het traject van de waterloop de Esperloop deels kan worden verlegd. [appellant] woont aan [locatie] in Bakel, nabij de gronden waarop het bestemmingsplan betrekking heeft. Hij exploiteert op zijn gronden een intensieve veehouderij en teelt gewassen. Hij is het niet eens met de vaststelling van het bestemmingsplan, onder meer omdat hij vreest voor vernatting die de bedrijfsvoering op zijn gronden aantast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5473
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202204793/1/R2

202301182/1/A3

Bij besluit van 29 juli 2021 heeft de minister van Buitenlandse Zaken de aanvraag van [appellant] voor een Nederlands paspoort niet in behandeling genomen. [appellant] verkreeg de Turkse nationaliteit bij geboorte op [geboortedatum] 1968. Hij verkreeg ook de Nederlandse nationaliteit door naturalisatie op [datum] 1991. Op 9 februari 1997 is aan [appellant] voor het laatst een Nederlands paspoort verstrekt, geldig tot 9 februari 2002. [appellant] heeft op 10 juni 2021 bij het Nederlands Consulaat in Turkije een Nederlands paspoort aangevraagd. De minister heeft de aanvraag voor een Nederlands paspoort niet in behandeling genomen, omdat hij op grond van artikel 15, eerste lid, aanhef en onder c, van de Rijkswet op het Nederlanderschap (hierna: RWN) het Nederlanderschap van rechtswege op 1 april 2013 zou hebben verloren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5419
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Paspoort
  • uitspraakin de zaak202301182/1/A3

202302145/1/A2

Bij besluit van 28 augustus 2019 heeft de burgemeester van Utrecht de exploitatievergunning van The Palace ingetrokken. Op 30 september 2015 heeft The Palace een aanvraag voor een exploitatievergunning ingediend voor een horecabedrijf inzake zaalverhuur aan de Vlampijpstaat 63 in Utrecht. In het kader van de aanvraag heeft de burgemeester advies gevraagd aan het Landelijk Bureau Bibob. Op 7 april 2016 heeft het LBB geadviseerd dat een ernstig gevaar bestaat dat de verleende vergunning mede zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen. De burgemeester heeft bij besluit van 8 september 2016 alsnog de vergunning onder voorschriften verleend. De burgemeester heeft de vergunning ingetrokken, omdat The Palace zich niet aan de daaraan verbonden voorschriften heeft gehouden. Volgens de burgemeester heeft [persoon B] loon ontvangen van [bedrijf A] en heeft hij daarnaast ook namens [bedrijf A] aangifte gedaan bij de politie van oplichting. De rechtbank heeft overwogen dat de burgemeester terecht heeft vastgesteld dat het dienstverband tussen [persoon B] en [bedrijf A] een schending oplevert van voorschrift 1 van de exploitatievergunning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5488
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Wet Bibob
  • uitspraakin de zaak202302145/1/A2

202302698/1/R1

Bij besluit van 12 juli 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wijdemeren een omgevingsvergunning voor het gebruik van gronden in strijd met het bestemmingsplan aan de [locatie 1] in Nederhorst den Berg geweigerd. [appellante] wil twee woningen bouwen op een perceel met de bestemming ‘Agrarisch’. Voor het plan is daarom een omgevingsvergunning voor gebruik in strijd met het bestemmingsplan nodig, maar volgens het college is het plan in strijd met de Provinciale Ruimtelijke Verordening en daarmee in strijd met een goede ruimtelijke ordening. [appellante] vindt dat de PRV wel ruimte biedt voor haar plan en is het niet eens met de weigering. Het college betoogt dat het beroep van [appellante] niet-ontvankelijk is, omdat belang bij een behandeling van het hoger beroep ontbreekt. Volgens het college moet het overgangsrecht van de omgevingsverordening NH2020 zo worden uitgelegd dat de PRV - die via het overgangsrecht van de NH2020 toepassing is op het besluit van 22 juli 2022 - na vernietiging van het besluit van 22 juli 2022 niet meer van toepassing is op een eventueel nieuw te nemen besluit.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5421
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Bouwen
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202302698/1/R1

202303065/1/A3

Bij besluit van 21 december 2020 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan [appellante sub 2] boetes opgelegd van in totaal € 54.000,00 wegens vijf overtredingen van het Arbeidsomstandighedenbesluit. [appellante sub 2] exploiteert een vastgoedonderhoudsbedrijf. Op 12 november 2019 voerde [appellante sub 2] werkzaamheden uit bij een appartementencomplex in Nijmegen. De werkzaamheden bestonden onder meer uit het saneren van asbesthoudende beglazingskit. Op 12 november 2019 hebben twee arbeidsinspecteurs een inspectie gehouden. Uit het boeterapport van 13 mei 2020 volgt dat op 12 november 2019 twee ingeleende werknemers van [appellante sub 2] asbesthoudende beglazingskit aan het verwijderen waren. Dit zijn werkzaamheden als bedoeld in artikel 4.54a, eerste lid, van het Arbobesluit. Uit de rapportage asbestinventarisatie blijkt dat de beglazingskit 0,1-2 procent chrysotiel bevat en dat de sanering van dergelijke kit standaard wordt uitgevoerd in risicoklasse 2.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5456
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202303065/1/A3

202303651/1/A2

Bij besluit van 3 december 2020 heeft het college het door [partij] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.[partij] is eigenaar van het appartement [locatie] in het appartementengebouw de Hoge Erasmus te Rotterdam. [partij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Hij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij zijn appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van zijn appartement gedaald, waardoor hij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5428
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303651/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303651/1/A2

202303654/1/A2

Bij besluit van 22 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam het verzoek van [partij] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [partij] is eigenaar van het appartement [locatie] in het appartementengebouw de Hoge Erasmus te Rotterdam. [partij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven" (hierna ook: het nieuwe bestemmingsplan). Hij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij zijn appartementengebouw (hierna ook: het bouwgebied) nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van zijn appartement gedaald, waardoor hij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5422
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303654/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303654/1/A2

202303655/1/A2

Bij besluit van 3 december 2020 heeft het college het door [partij] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [partij] is eigenaar van het appartement [locatie] in het appartementengebouw de Hoge Erasmus te Rotterdam. [partij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Hij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij zijn appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van zijn appartement gedaald, waardoor hij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5440
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303655/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303655/1/A2

202303657/1/A2

Bij besluit van 15 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [partij] een tegemoetkoming in planschade van € 15.250,00 toegekend, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 februari 2018. [partij] was eigenaar van het appartement [locatie] in het appartementengebouw de Hoge Erasmus te Rotterdam. [partij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Zij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij haar appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van haar appartement gedaald, waardoor zij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5441
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303657/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303657/1/A2

202303659/1/A2

Bij besluit van 28 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [partij A] en [partij B] een tegemoetkoming in planschade van € 12.500,00 toegekend, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 januari 2019. 2.[partij A] en [partij B] zijn eigenaar van het appartement [locatie] in het appartementengebouw de Hoge Erasmus te Rotterdam. [partij A] en [partij B] hebben verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Zij hebben gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij hun appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van hun appartement gedaald, waardoor zij schade lijden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5442
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303659/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303659/1/A2

202303660/1/A2

Bij besluit van 23 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [partij] een tegemoetkoming in planschade van € 9.000,00 toegekend, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 mei 2019.2.[partij] was eigenaar van het appartement [locatie] in een appartementengebouw aan de noordzijde van de Gedempte Zalmhaven, ten westen van het appartementengebouw de Hoge Heren. [partij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Hij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij zijn appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van zijn appartement gedaald, waardoor hij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5443
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303660/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303660/1/A2

202303661/1/A2

Bij besluit van 23 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam de aanvraag van [partij] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [partij] is eigenaar van het appartement [locatie] in een appartementengebouw ten westen van appartementengebouw De Hoge Erasmus in Rotterdam. [partij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Zij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij haar appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van haar appartement gedaald, waardoor zij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5423
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303661/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303661/1/A2

202303662/1/A2

Bij besluit van 22 april 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [partij] een tegemoetkoming in planschade van € 11.250,00 toegekend, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 december 2019. [partij] is eigenaar van het appartement [locatie] in een appartementengebouw aan de noordzijde van de Gedempte Zalmhaven, ten westen van het appartementengebouw de Hoge Heren. [partij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Zij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij haar appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van haar appartement gedaald, waardoor zij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5444
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303662/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303662/1/A2

202303663/1/A2

Bij besluit van 15 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [partij] een tegemoetkoming in planschade van € 13.000,00 toegekend, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 mei 2019. [partij] is eigenaar van het appartement [locatie] in een appartementengebouw aan de noordzijde van de Gedempte Zalmhaven, ten westen van het appartementengebouw de Hoge Heren. [partij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Zij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij haar appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van haar appartement gedaald, waardoor zij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5424
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303663/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303663/1/A2

202303664/1/A2

Bij besluit van 15 september 2020 heeft het college aan [partij] een tegemoetkoming in planschade van € 14.500,00 toegekend, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 augustus 2019. [partij] is eigenaar van het appartement [locatie] in een appartementengebouw aan de noordzijde van de Gedempte Zalmhaven, ten westen van het appartementengebouw de Hoge Heren. [partij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Hij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij zijn appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van zijn appartement gedaald, waardoor hij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5447
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303664/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303664/1/A2

202303665/1/A2

Bij besluit van 28 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [appellant sub 1] een tegemoetkoming in planschade van € 10.750,00 toegekend, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 december 2018. [appellant sub 1] is eigenaar van het appartement [locatie 1] in een appartementengebouw aan de noordzijde van de Gedempte Zalmhaven, ten westen van het appartementengebouw de Hoge Heren. [appellant sub 1] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Hij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij zijn appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van zijn appartement gedaald, waardoor hij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5450
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303665/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303665/1/A2

202303668/1/A2

Bij besluit van 28 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [partijen] een tegemoetkoming in planschade van € 12.500,00 toegekend, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 december 2018. [partijen] zijn eigenaar van het appartement [locatie] in het appartementengebouw de Hoge Erasmus te Rotterdam. [partijen] hebben verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Zij hebben gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij hun appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van hun appartement gedaald, waardoor zij schade lijden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5438
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303668/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303668/1/A2

202303669/1/A2

Bij besluit van 18 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [partij] een tegemoetkoming in planschade van € 14.500,00 toegekend, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 mei 2019. [partij] is eigenaar van het appartement [locatie] in een appartementengebouw aan de noordzijde van de Gedempte Zalmhaven, ten westen van het appartementengebouw de Hoge Heren. [partij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Hij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij zijn appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van zijn appartement gedaald, waardoor hij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5437
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303669/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303669/1/A2

202303671/1/A2

Bij besluit van 23 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [partij] een tegemoetkoming in planschade van € 9.000,00 toegekend, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 mei 2019. 2 [partij] is eigenaar van het appartement [locatie] in een appartementengebouw aan de noordzijde van de Gedempte Zalmhaven, ten westen van het appartementengebouw de Hoge Heren. [partij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Zij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij haar appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van haar appartement gedaald, waardoor zij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5448
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303671/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303671/1/A2

202303673/1/R2

Bij besluit van 14 augustus 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Land van Cuijk aan [appellante sub 2] een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een luchtkanaal met luchtwasser bij een bestaande varkensstal op het perceel aan de [locatie] in Escharen. [appellante sub 2] voert een varkenshouderij aan de [locatie] in Escharen. De varkenshouderij bestaat uit een boerderij met twee stallen, aangeduid als stal 1 en stal 3. Op 23 juni 2020 heeft [appellante sub 2] een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het realiseren van een luchtwasser en luchtkanaal bij stal 1. Het bouwplan is in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Buitengebied, herziening 2018". Bij besluit van 14 augustus 2020 heeft het college met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo, gelezen in samenhang met artikel 5.3.1, onder c, van de planregels, de gevraagde omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wabo verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5455
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202303673/1/R2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303673/1/R2

202303674/1/A2

Bij besluit van 15 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [partij] een tegemoetkoming in planschade van € 13.750,00 toegekend, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 juni 2019. [partij] is eigenaar van het appartement [locatie] in een appartementengebouw aan de noordzijde van de Gedempte Zalmhaven, ten westen van het appartementengebouw de Hoge Heren. [partij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Zij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij haar appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van haar appartement gedaald, waardoor zij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5439
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303674/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303674/1/A2

202303675/1/A2

Bij besluit van 18 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [partijen] een tegemoetkoming in planschade van € 16.250,00 toegekend, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 mei 2019. [partijen] zijn eigenaar van het appartement [locatie] in het appartementengebouw de Hoge Erasmus te Rotterdam. [partijen] hebben verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Zij hebben gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij hun appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van hun appartement gedaald, waardoor zij schade lijden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5427
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303675/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303675/1/A2

202303677/1/A2

Bij besluit van 15 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [partij] een tegemoetkoming in planschade van € 11.000,00 toegekend, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 april 2019. [partij] is eigenaar van het appartement [locatie] in een appartementengebouw aan de noordzijde van de Gedempte Zalmhaven, ten westen van het appartementengebouw de Hoge Heren. [partij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Hij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij zijn appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van zijn appartement gedaald, waardoor hij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5432
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303677/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303677/1/A2

202303678/1/A2

Bij besluit van 15 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [partij] een tegemoetkoming in planschade van € 13.750,00 toegekend, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 augustus 2019. [partij] is eigenaar van het appartement [locatie] in een appartementengebouw aan de noordzijde van de Gedempte Zalmhaven, ten westen van het appartementengebouw de Hoge Heren. [partij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Hij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij zijn appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van zijn appartement gedaald, waardoor hij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5430
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303678/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303678/1/A2

202303680/1/A2

Bij besluit van 28 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [partij] een tegemoetkoming in planschade van € 15.000,00 toegekend, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 december 2018. [partij] is eigenaar van het appartement [locatie] in het appartementengebouw de Hoge Erasmus te Rotterdam. [partij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Hij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij zijn appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van zijn appartement gedaald, waardoor hij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5429
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303680/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303680/1/A2

202303682/1/A2

Bij besluit van 30 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam het verzoek van [partij] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [partij] is eigenaar van het appartement [locatie] in het appartementengebouw de Hoge Erasmus te Rotterdam. [partij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Hij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij zijn appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van zijn appartement gedaald, waardoor hij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5433
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303682/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303682/1/A2

202303685/1/A2

Bij besluit van 28 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [partij] een tegemoetkoming in planschade van € 12.500,00 toegekend, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 december 2018. [partij] is eigenaar van het appartement [locatie] in het appartementengebouw de Hoge Erasmus te Rotterdam. [partij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Hij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij zijn appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van zijn appartement gedaald, waardoor hij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5435
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303685/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303685/1/A2

202303689/1/A2

Bij besluit van 28 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [partij] een tegemoetkoming in planschade van € 15.250,00 toegekend, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 december 2018. [partij] is eigenaar van het appartement [locatie] in het appartementengebouw de Hoge Erasmus te Rotterdam. [partij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Hij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij zijn appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van zijn appartement gedaald, waardoor hij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5431
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303689/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303689/1/A2

202303691/1/A2

Bij besluit van 23 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [partij] een tegemoetkoming in planschade van € 7.000,00 toegekend, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 mei 2019. [partij] is eigenaar van het appartement [locatie] in een appartementengebouw aan de noordzijde van de Gedempte Zalmhaven, ten westen van het appartementengebouw de Hoge Heren. [partij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Zij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij haar appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van haar appartement gedaald, waardoor zij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5434
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303691/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303691/1/A2

202303693/1/A2

Bij besluit van 28 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [partijen] een tegemoetkoming in planschade van € 18.750,00 toegekend, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 januari 2019. [partijen] zijn eigenaar van het appartement [locatie] in het appartementengebouw de Hoge Erasmus te Rotterdam. [partijen] hebben verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Zij hebben gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij hun appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van hun appartement gedaald, waardoor zij schade lijden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5436
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303693/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303693/1/A2

202303694/1/A2

Bij besluit van 23 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [partij] een tegemoetkoming in planschade van € 6.000,00 toegekend, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 april 2019. [partij] is eigenaar van het appartement [locatie] in een appartementengebouw aan de noordzijde van de Gedempte Zalmhaven, ten westen van het appartementengebouw de Hoge Heren. [partij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Zij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij haar appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van haar appartement gedaald, waardoor zij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5449
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303694/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303694/1/A2

202303698/1/A2

Bij besluit van 15 september 2020 heeft het college aan[partij] een tegemoetkoming in planschade van € 12.500,00 toegekend, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 september 2019. [partij] is eigenaar van het appartement [locatie] in een appartementengebouw aan de noordzijde van de Gedempte Zalmhaven, ten westen van het appartementengebouw de Hoge Heren (hierna: appartementengebouw Gedempte Zalmhaven of de Gedempte Zalmhaven).[partij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven" (hierna ook: het nieuwe bestemmingsplan). Zij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij haar appartementengebouw (hierna ook: het bouwgebied) nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van haar appartement gedaald, waardoor zij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5452
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303698/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303698/1/A2

202303699/1/A2

Bij besluit van 28 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [partij A] een tegemoetkoming in planschade van € 14.500,00 toegekend, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 februari 2019. 2. [partij A] is eigenaar van het appartement [locatie in een appartementengebouw aan de noordzijde van de Gedempte Zalmhaven, ten westen van het appartementengebouw de Hoge Heren (hierna: appartementengebouw Gedempte Zalmhaven of de Gedempte Zalmhaven). [partij A] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven" (hierna ook: het nieuwe bestemmingsplan). Hij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij zijn appartementengebouw (hierna ook: het bouwgebied) nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van zijn appartement gedaald, waardoor hij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5454
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303699/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303699/1/A2

202303721/1/A2

Bij besluit van 28 januari 2020 heeft het college burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [partij] een tegemoetkoming in planschade van € 14.500,00 toegekend, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 augustus 2018. [partij] is eigenaar van het appartement [locatie] in een appartementengebouw aan de noordzijde van de Gedempte Zalmhaven, ten westen van het appartementengebouw de Hoge Heren (hierna: appartementengebouw Gedempte Zalmhaven of de Gedempte Zalmhaven). [partij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven" (hierna ook: het nieuwe bestemmingsplan). Hij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij zijn appartementengebouw (hierna ook: het bouwgebied) nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van zijn appartement gedaald, waardoor hij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5451
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303721/1/A2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303721/1/A2

202304748/1/A3

Bij besluit van 6 april 2022 heeft de korpschef een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur van [appellant] afgewezen. Op 23 juli 2021 heeft [appellant] de korpschef op grond van de Wob verzocht om alle informatie openbaar te maken over de bestuurlijke aangelegenheid Pegasus Spyware van het bedrijf NSO. Met het besluit van 6 april 2022 heeft de korpschef openbaarmaking van deze informatie in het geheel geweigerd. Met het besluit van 26 september 2022 is de korpschef, nu op grond van de Wet open overheid en onder intrekking van het besluit van 6 april 2022, bij de volledige weigering gebleven. Op 1 december 2022 heeft de rechtbank uitspraak (ECLI:NL:RBAMS:2022:7647) gedaan over een beroep tegen een besluit over een verzoek om informatie van een derde. Het verzoek van deze derde gaat deels over dezelfde informatie als het verzoek van [appellant]. De korpschef heeft naar aanleiding van de voornoemde uitspraak op 6 maart 2023 een aanvullend besluit genomen over het verzoek van [appellant].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5458
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202304748/1/A3

202304837/1/R4

Bij besluit van 7 juni 2023 heeft de raad van de gemeente Nijmegenhet bestemmingsplan "Nijmegen Dukenburg 2021-1 (Winkelcentrum- Weezenhof)" vastgesteld. Het plan maakt de herontwikkeling van het in 2017 afgebrande winkelcentrum Weezenhof mogelijk. Het plan voorziet in maatschappelijke en commerciële functies, waaronder een supermarkt. Verder worden er 119 woningen boven het te herbouwen winkelcentrum mogelijk gemaakt. Bij het herstelbesluit heeft de raad het bestemmingsplan gewijzigd. Naar aanleiding van het beroep van Belangenvereniging Weezenhof heeft de raad besloten nader onderzoek te doen naar de aspecten verkeer en parkeren. Als gevolg daarvan heeft de raad hoofdstuk 4.13 van de plantoelichting aangepast en enkele planregels toegevoegd, dan wel aangepast. Belangenvereniging Weezenhof komt volgens haar statuten op voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in de Weezenhof en omgeving. Zij voert onder meer aan dat zij onvoldoende is betrokken bij de voorbereidingen van de herontwikkeling en wijst op enkele ruimtelijke gevolgen van het plan zoals parkeeroverlast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5459
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202304837/1/R4
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202304837/1/R4

202305073/1/R1

Bij besluit van 7 juni 2023 heeft de raad van de gemeente Amsterdam het exploitatieplan "Buiksloterham 5e herziening reparatie" vastgesteld. Het bestemmingsplan Buiksloterham 2009 en de daarop vastgestelde herzieningen daarvan, het exploitatieplan en het herstelplan voorzien in de ontwikkeling van het aan de noordelijke IJ-oever gelegen bedrijventerrein Buiksloterham naar een stedelijk woon-werkgebied. Het totale programma in Buiksloterham omvat ongeveer 1 miljoen m2 bruto vloeroppervlak (bvo). Dat komt neer op een toename van het ruimtegebruik met 700.000 m2 bvo. Een groot deel van het plangebied krijgt een gemengde bestemming waarbinnen verschillende functies zijn toegestaan. Het gaat dan om woningen, bedrijven, kantoren, detailhandel en overige commerciële en niet-commerciële functies. In het zuiden van het bestemmingsplan ligt een gebied waar bestaande bedrijven worden gehandhaafd, maar waar zich ook nieuwe bedrijven kunnen vestigen. Het voorliggende exploitatieplan en het herstelplan vormen de vijfde herziening van het oorspronkelijke met het bestemmingsplan vastgestelde exploitatieplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5490
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202305073/1/R1
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202305073/1/R1

202305432/2/R3

Bij besluit van 3 juli 2023 heeft de raad van de gemeente Kaag en Braassem het bestemmingsplan "Bateweg 25a/25b, Woubrugge" vastgesteld. Het plan maakt een gebouw mogelijk voor acht appartementen in drie bouwlagen aan de Bateweg 25a en 25b in Woubrugge. Daarvoor wordt een bestaand gebouw gesloopt. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling geoordeeld dat de raad zich niet onder verwijzing naar de Nota Parkeernormen 2018 op het standpunt heeft mogen stellen dat in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien. Onder 6.1 van de tussenuitspraak is overwogen dat om te borgen dat in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien in artikel 8.1, onder a, van de planregels van het bij besluit van 3 juli 2023 vastgestelde plan is bepaald dat voorzien moet worden in voldoende parkeergelegenheid overeenkomstig de Parkeernota.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5475
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202305432/2/R3

202306013/1/R3

Bij besluit van 19 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waddinxveen de Stichting onder oplegging van een dwangsom gelast om de bewoning van de bedrijfswoning aan de [locatie A] in Waddinxveen, voor zover deze bestaat uit de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op het legaal gebruik van het gebouw of terrein, niet noodzakelijk is, beëindigd te houden. De Stichting is eigenaar van het bedrijfspand aan de [locatie A] in Waddinxveen. In 2012 heeft het college aan [persoon A], destijds h.o.d.n. [naam bedrijf], een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van de bedrijfswoning. Volgens het college is uit een controle op 19 februari 2019 gebleken dat de bedrijfswoning niet werd bewoond door personen die waren verbonden aan het hier gevestigde bedrijf ([naam bedrijf]) en die niet tezamen één huishouden vormden. Volgens het college heeft de Stichting de last niet nageleefd. Het heeft daarom besloten tot invordering van de aan de last verbonden dwangsom en heeft een nieuwe, gelijkluidende last opgelegd. De Stichting is het niet eens met de opgelegde lasten en de invordering van de dwangsom.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5480
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202306013/1/R3
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202306013/1/R3

202306074/1/R1

Bij besluit van 18 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Medemblik aan [belanghebbende] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van onder meer een berging op zijn perceel aan de [locatie A] in Wognum. [appellant] woont naast [belanghebbende] op het perceel [locatie B] en is het niet eens met de verleende omgevingsvergunning voor de berging. Hij vreest voor aantasting van zijn woongenot. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het college de omgevingsvergunning heeft mogen verlenen. Daarover voert hij aan dat de berging in strijd met het gemeentelijke beleid is, omdat op grond daarvan zijn toestemming vereist is en hij die niet heeft gegeven voor een berging tegen de erfgrens. Hij vindt dat door de berging een rommelig beeld ontstaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5479
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202306074/1/R1

202306139/1/R3

Bij besluit van 14 juni 2023 heeft de raad van de gemeente Noordenveld het bestemmingsplan "Norg-De Tip" gewijzigd vastgesteld. Het bestemmingsplan gaat over een deel van het gebied "De Tip". De Tip is een clustering van ruimtelijk aaneengesloten solitaire recreatiewoningen ten noorden van Norg, met uitzondering van de Norgerberg. Het bestemmingsplan maakt het mogelijk dat de 18 recreatiewoningen in het plangebied permanent mogen worden bewoond. Daarbij worden nieuwe bouwmogelijkheden geboden. Aan de gronden in het plangebied is de bestemming "Bos" toegekend. Per woonperceel is een aanduidingsvlak ofwel gebruikersvlak "wonen" toegekend, waarbinnen een woning, bijbehorende bouwwerken en erfinrichting zijn toegestaan. Verder gaat het bestemmingsplan over een weiland ten zuiden van de Postmaatseweg waar natuurcompensatie is voorzien teneinde de met het bestemmingsplan beoogde ontwikkeling mogelijk te kunnen maken. [appellant] woont aan de [locatie 1] in Norg. Dit is in het plangebied. Hij is het er niet mee eens dat zijn perceel, aangeduid als D1706, buiten het plangebied is gelaten. Daardoor is de op dat perceel staande overkapping met schutting niet mogelijk gemaakt in het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5500
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Drenthe
  • uitspraakin de zaak202306139/1/R3
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202306139/1/R3

202306207/1/R2

Bij besluit van 1 juni 2021 heeft het college aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor de tijdelijke uitbreiding van 36 naar 64 kindplaatsen van kinderdagverblijf "De Dierenvriendjes" op het perceel [locatie 1] in Nistelrode. Op het perceel is een melkveehouderij gevestigd. Bij besluit van 24 mei 2017 heeft het college aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een agrarisch kinderdagverblijf voor maximaal 36 kinderen in een van de bestaande opstallen op het perceel. De nu voorliggende omgevingsvergunning gaat over de uitbreiding van het kinderdagverblijf naar 64 kindplaatsen voor de duur van vijf jaar. [appellanten] woont op het perceel [locatie 2] naast het kinderdagverblijf en verzet zich tegen de vergunde uitbreiding. Hij vreest voor aantasting van zijn woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5477
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202306207/1/R2

202306561/1/A3

Bij besluit van 31 mei 2022 heeft de minister van Buitenlandse Zaken geweigerd om de aanvraag van [appellante] voor een Nederlands paspoort in behandeling te nemen. [appellante] is geboren op [geboortedatum] 1981 in Amsterdam. Bij geboorte verkreeg zij de Turkse nationaliteit. Sinds 23 april 1996 heeft zij de Nederlandse en de Turkse nationaliteit. Op 1 mei 2002 is [appellante] verhuisd naar Turkije. Op 20 april 2009 is aan haar voor het laatst een Nederlands paspoort verstrekt. Op 11 mei 2022 heeft [appellante] een aanvraag voor een Nederlands paspoort ingediend. De minister heeft geweigerd om deze aanvraag in behandeling te nemen. Hij heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat [appellante] ingevolge artikel 15, eerste lid, aanhef en onder c, van de Rijkswet op het Nederlanderschap het Nederlanderschap niet meer bezit. Volgens de minister heeft zij het Nederlanderschap op 20 april 2019 van rechtswege verloren omdat zij zowel de Nederlandse als de Turkse nationaliteit had, zij op dat moment gedurende een onafgebroken periode van tien jaar hoofdverblijf heeft gehad in Turkije en van stuiting van deze termijn op grond van artikel 15, vierde lid, van de RWN geen sprake is geweest.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5370
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Paspoort
  • uitspraakin de zaak202306561/1/A3

202306562/1/A3

Bij besluit van 14 september 2022 heeft de minister van Buitenlandse Zaken geweigerd de aanvraag van de ouders van [appellante] namens haar voor een Nederlands paspoort in behandeling te nemen. Op 15 augustus 2022 hebben haar ouders voor haar een Nederlands paspoort aangevraagd bij de Nederlandse ambassade in Turkije. De minister heeft geweigerd deze aanvraag in behandeling te nemen. Daarbij heeft hij zich op het standpunt gesteld dat [appellante] op 14 december 2012 het Nederlanderschap heeft verloren. Haar vader heeft namelijk op deze dag afstand gedaan van het Nederlanderschap, wat automatisch het verlies van het Nederlanderschap van zijn minderjarige kinderen met zich brengt. Dit volgt uit de artikelen 15, eerste lid, aanhef en onder b, en 16, eerste lid, aanhef en onder d, van de Rijkswet op het Nederlanderschap. Ook heeft de minister zich op het standpunt gesteld dat hij geen Unierechtelijke evenredigheidstoets kan uitvoeren bij paspoortaanvragen die zijn ingediend na 1 april 2022. Volgens de minister moeten de ouders van [appellante] hiervoor ten behoeve van [appellante] een optieverklaring afleggen in de zin van artikel 6, eerste lid, aanhef en onder p, van de RWN.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5464
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202306562/1/A3

202306709/1/A3

Bij besluit van 22 juli 2022 heeft de minister van Buitenlandse Zaken geweigerd om de aanvraag van [appellant A] en [appellant B] voor een Nederlands paspoort voor hun zoon in behandeling te nemen. De minister heeft geweigerd om deze aanvraag in behandeling te nemen omdat [appellant C] niet meer in bezit zou zijn van het Nederlanderschap. Volgens de minister is het Nederlanderschap van [appellant C] op 20 april 2019 van rechtswege verloren gegaan omdat zijn moeder, [appellant A], op die datum het Nederlanderschap van rechtswege heeft verloren. Dit volgt uit de artikelen 15, eerste lid, aanhef en onder c, en 16, eerste lid, aanhef en onder d, van de Rijkswet op het Nederlanderschap. De minister wijst er op dat de wijziging van de termijn van artikel 15, eerste lid, aanhef en onder c, van de RWN van tien naar dertien jaar die op 1 april 2022 in werking is getreden niet met terugwerkende kracht is ingevoerd en niet geldt voor personen die voordien het Nederlanderschap al zijn verloren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5465
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Paspoort
  • uitspraakin de zaak202306709/1/A3

202306881/1/A3

Op 28 juli 2021 heeft [appellant], op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming en eventuele andere relevante (internationale) wetgeving en verdragen, de minister verzocht om hem een afschrift te sturen van al zijn persoonsgegevens die aanwezig zijn bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Bij besluit van 25 augustus 2021 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan [appellant] een overzicht van zijn persoonsgegevens verstrekt. Op 28 juli 2021 heeft [appellant], op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming en eventuele andere relevante (internationale) wetgeving en verdragen, de minister verzocht om hem een afschrift te sturen van al zijn persoonsgegevens die aanwezig zijn bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Met het besluit van 25 augustus 2021 heeft de minister aan [appellant] een overzicht verstrekt van de persoonsgegevens die over [appellant] zijn verwerkt. In dat overzicht zijn de categorieën van de persoonsgegevens, een kopie van de verwerkte persoonsgegevens en de herkomst daarvan, weergegeven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5463
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202306881/1/A3

202306965/1/R3

Bij besluit van 3 februari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westerkwartier het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen het zonder omgevingsvergunning en in strijd met het bestemmingsplan aanleggen van een sloot, afgewezen. [appellant] woont op het perceel [locatie], kadastraal bekend als Leek, sectie C, nummer 2676. [partij] is eigenaar van het perceel daarnaast en heeft omstreeks 2007 op de grens van de percelen Leek, sectie C, nummers 2676 en 2675, nabij [locatie] in Midwolde, een sloot gegraven. [appellant] heeft op 26 december 2021 een verzoek ingediend bij het college om handhavend op te treden tegen het graven van een sloot zonder de vereiste omgevingsvergunning. Volgens [appellant] is de sloot eveneens gegraven in strijd met het vigerende bestemmingsplan "Buitengebied Leek 2010". [appellant] geeft daarbij in haar handhavingsverzoek aan dat het gaat om de sloot tussen de percelen 2676 en 2675 waarvan het midden van die sloot de erfgrens tussen beide percelen is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5425
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202306965/1/R3

202307529/1/A2

Bij besluit van 24 april 2018 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap De Dommel € 18.528,-, vermeerderd met wettelijke rente, aan nadeelcompensatie toegekend aan [appellant]. [appellant] exploiteert een agrarische onderneming aan de [locatie A] in Oisterwijk. De Rosep ontspringt in het Moergestelse Broek, tussen het Wilhelminakanaal en de A58, en stroomt van daaruit in noordoostelijke richting en mondt uit in de benedenloop van de Essche stroom. De Rosep loopt tussen een aantal percelen waarvan [appellant] eigenaar is of die hij pacht. De rechtbank concludeert in de uitspraak van 26 maart 2020 dat het dagelijks bestuur de adviezen van de SAOZ niet aan het besluit van 9 juli 2019 ten grondslag mocht leggen. Ten onrechte is volstaan met een vergelijking van de opbrengsten in 2014 en 2015 en die in 2016.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5484
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202307529/1/A2

202307805/1/A2

Bij uitspraak van 6 november 2023 heeft de rechtbank het verzoek van [appellanten] om de burgemeester van Leusden te veroordelen in de vergoeding van schade afgewezen. In geschil is of [appellanten] recht hebben op een vergoeding van materiële en immateriële schade als gevolg van verwerking van hun persoonsgegevens in de gemeentelijke persoonsgerichte aanpak. De politie heeft [appellanten] op 25 juni 2019 aangemeld voor opname in de pga. Bij brieven van 1 augustus 2019 heeft de burgemeester [appellanten] laten weten dat zij zijn opgenomen in de pga omdat zij herhaaldelijk overlast hebben veroorzaakt in hun woonomgeving en de gemeente en de politie zorgen hebben over dit gedrag. Volgens de burgemeester is een geregisseerde, integrale aanpak nodig om de problemen op te lossen. Deze zorgen zijn gebaseerd op verschillende politieregistraties en meldingen. [appellanten] hebben desgevraagd op 5 december 2019 de geanonimiseerde pga-dossiers gekregen. Op 8 december 2021 hebben [appellanten] de rechtbank verzocht de burgemeester te veroordelen tot vergoeding van de schade die zij hebben geleden door schending van de Algemene Verordening Gegevensbescherming.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5497
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202307805/1/A2

202400090/1/A3

Bij besluit van 8 december 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag betaald parkeren ingevoerd in de wijk Moerwijk-Noord in Den Haag. Het college heeft met een aanwijzingsbesluit met ingang van 1 februari 2021 betaald parkeren ingevoerd in de wijk Moerwijk-Noord in Den Haag. Het college is hiertoe overgegaan, omdat de parkeerdruk in die wijk hoog was. Het college zag de invoering van betaald parkeren als oplossing hiervoor. Om te onderzoeken of bij de bewoners van de wijk voldoende draagvlak was voor betaald parkeren, heeft het college een enquête gehouden. Van de 2.115 bewoners die een formulier hebben ontvangen, hebben er 584 (27,71%) gereageerd. Daarvan was 52,74% voor de invoering van betaald parkeren, was 42,12% hier tegen en heeft 5,14% blanco gestemd. Op basis van deze uitkomst heeft het college het aanwijzingsbesluit genomen. Volgens [appellant] heeft het college het aanwijzingsbesluit niet mogen nemen, omdat het quorum van 35% niet is gehaald. Volgens [appellant] was maar 15% van de bewoners van Moerwijk-Noord voor het invoeren van betaald parkeren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5476
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202400090/1/A3

202400136/1/R1

Bij besluit van 22 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren [appellant] een last onder dwangsom opgelegd die inhoudt dat hij de erfafscheiding op het perceel [locatie A] in Susteren voor zover gelegen voor de voorgevelrooilijn terug moet brengen tot 1 m hoogte of moet verwijderen. [appellant] was op het moment dat de last onder dwangsom werd opgelegd eigenaar en bewoner van het perceel aan de [locatie A] in Susteren. Een toezichthouder van de gemeente heeft bij een controle op 8 november 2021 geconstateerd dat het hekwerk niet is verlaagd of verwijderd. Daarom is een dwangsom verbeurd. Het college is bij besluit van 23 november 2021 overgegaan tot invordering van de verbeurde dwangsom. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college de last onder dwangsom mocht opleggen en bij [appellant] de verbeurde dwangsom mocht invorderen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5478
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202400136/1/R1

202400179/1/R3

Bij besluit van 23 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn aan [partij A] een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen en uitbreiden van het horecapand op het perceel [locatie] in Aarlanderveen. [partij A] is eigenaar van het horecapand op het perceel [locatie] in Aarlanderveen. Voor de verbouwing en uitbreiding van het horecapand is een omgevingsvergunning verleend. [appellant] en anderen wonen nabij het horecapand en vrezen overlast van de uitbreiding daarvan. [appellant] en anderen betogen dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het college bij de verleende omgevingsvergunning is uitgegaan van een onjuiste bruto vloeroppervlakte. Zij voeren aan dat ook de zolder en de verdieping van het Voorhuis gebruikt worden voor horecadoeleinden en dat deze ruimtes zijn meegenomen in de in 2005 verleende bouwvergunning en de in 2007 verleende gebruiksvergunning. Volgens hen heeft de omgevingsvergunning daarom ten onrechte niet op alle ruimtes die voor horecadoeleinden zullen worden gebruikt, betrekking. Een te lage bruto vloeroppervlakte maakt dat bij het verlenen van de omgevingsvergunning ook van een te lage parkeerbehoefte is uitgegaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5498
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202400179/1/R3

202400225/1/R1

Bij besluit van 28 december 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Roerdalen [appellant] een last onder dwangsom opgelegd die inhoudt dat hij de aanbouw aan de achterzijde van zijn woning aan de [locatie A] in Melick moet verwijderen. De aanbouw bestaat uit diverse materialen. De zijkant van de aanbouw is bevestigd op de gedeelde erfscheidingsmuur met de buren. Voor de aanbouw is geen omgevingsvergunning vereist. Het college vindt de aanbouw in ernstige mate in strijd met de redelijke eisen van welstand. [appellant] betoogt dat zijn aanbouw geen welstandsexces is. Het college heeft zijn besluit niet mogen baseren op de welstandsadviezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5494
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202400225/1/R1

202400429/1/R1

Bij besluit van 30 november 2023 heeft de raad van de gemeente Ouder-Amstel het bestemmingsplan "Duivendrechtsevaart Noord (water)" vastgesteld. Bij uitspraak van 10 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1834, heeft de Afdeling het besluit van de raad van 27 januari 2022 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Duivendrechtsevaart" vernietigd. Ter reparatie van het vernietigde plan wordt het plangebied dat dat bestemmingsplan besloeg opgedeeld in drie bestemmingsplannen, waar het voorliggende plan één van is. Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is niet opnieuw doorlopen. De planologische regeling voor de gronden binnen het plangebied is ongewijzigd ten opzichte van het vernietigde plan. Het plan voorziet in een planologische regeling voor de gronden ter hoogte van de Willem Fenengastraat en Joan Muyskenweg, aan het deel van de Duivendrechtsevaart met uitzondering van de kade, tussen de A10 en het metrostation Amsterdam Overamstel. Met het plan krijgen de gronden de bestemming "Water". Op de gronden binnen het plangebied aan de Willem Fenengastraat 48 t/m 70 en aan de Joan Muyskenweg 27C en D liggen woonboten. Deze gronden krijgen met het plan de functieaanduiding "specifieke vorm van water - ligplaats - 1" of "specifieke vorm van water - ligplaats - 2". Op basis van die functieaanduidingen zijn ter plaatse woonboten toegestaan. [appellant] is eigenaar van onder meer een woonboot aan [locatie A] binnen het plangebied, waar hij ook woont. Hij is het niet eens met het plan. Volgens hem wordt met het plan ten onrechte een knip gemaakt tussen het water en de kade, in die zin dat voor de gronden niet hetzelfde bestemmingsplan geldt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5485
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202400429/1/R1
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202400429/1/R1

202400586/1/R3

Bij besluit van 20 juni 2024 heeft de raad van de gemeente Ommen het verzoek tot herziening van het bestemmingsplan "Zonnebloem-West" ten behoeve van de realisatie van 5 recreatiewoningen aan de Zonnebloemweg 24 en Bergweg 33 in Lemele afgewezen. Deze zaak gaat over twee percelen op het zomerhuizenterrein "Zonnebloem West" in Lemele. Op één van de twee percelen staat een zomerhuis. [appellant] is, als rechtsopvolger van [partij], eigenaar van beide percelen. Vóór de vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied, artikel 30 WRO herziening", op 30 januari 2003, bestond de mogelijkheid om op deze percelen in totaal 6 vrijstaande zomerhuizen te bouwen. Het toen vastgestelde bestemmingsplan sloot deze mogelijkheid uit. Volgens [appellant] heeft de raad vervolgens niet tijdig opnieuw op zijn aanvraag beslist. Hij heeft daarom beroep ingesteld bij de Afdeling.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5462
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202400586/1/R3

202401581/1/A3

Bij besluit van 9 juni 2022 heeft de burgemeester van Utrecht aan Lepeltje Lepeltje B.V. een evenementenvergunning verleend voor het evenement 'Lepeltje Lepeltje' op de locatie Park Lepelenburg van 22 juni 2022 tot en met 28 juni 2022, inclusief twee dagen opbouw en twee dagen afbouw. Op 30 maart 2022 heeft Lepeltje Lepeltje B.V. een evenementenvergunning aangevraagd voor het driedaagse evenement 'Lepeltje Lepeltje' in het Park Lepelenburg in Utrecht. Het evenement betrof een kleinschalig foodtruck festival waarbij ook livemuziek ten gehore werd gebracht. Bij besluit van 9 juni 2022 heeft de burgemeester de evenementenvergunning verleend en aan die vergunning diverse voorschriften verbonden met betrekking tot de geluidsnormen en het openbaar groen. In bezwaar heeft de burgemeester de vergunningverlening gehandhaafd. De Stichting is het niet eens met de besluitvorming.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5491
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202401581/1/A3
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202401581/1/A3

202401585/1/R2

Bij besluit van 5 oktober 2022 heeft het college aan Schoorsteen B.V. een omgevingsvergunning verleend voor de activiteiten bouwen, afwijken van het bestemmingsplan, verbreden van een uitweg en het maken van handelsreclame ten behoeve van het vestigen van een McDonald’s restaurant met een McDrive aan de Steenovenweg 21 in Helmond. McDonald’s Nederland B.V. is de rechtsopvolger van Schoorsteen B.V. en wil een McDonald's restaurant met een McDrive realiseren op het perceel. Op het perceel rust op grond van het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Schooten" de bestemming "Bedrijventerrein" en de functieaanduiding "specifieke vorm van bedrijf-2", waar onder meer horeca I-bedrijven zijn toegestaan. [appellant A] en [appellant B] wonen tegenover het perceel en kunnen zich niet met de komst van een McDonald's restaurant met een McDrive op het perceel verenigen. Zij vinden dat een McDonald's restaurant met een McDrive geen horeca I-bedrijf is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5461
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202401585/1/R2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202401585/1/R2

202401783/1/A2

Bij beslissing van 25 augustus 2023 heeft de examencommissie het verzoek van [appellant] om hem een extra toets gelegenheid te bieden, afgewezen. [appellant] heeft in het laatste jaar van zijn bacheloropleiding slechts 11 van de vereiste 30 onderzoekscredits gehaald voor het praktijkvak Onderzoeksparticipatie 2, waardoor hij zijn bacheloropleiding niet op tijd zou kunnen afronden om in september 2023 te kunnen starten met een masteropleiding. Hij heeft de examencommissie daarom per e-mail van 27 juni 2023 verzocht hem een extra gelegenheid te bieden om de benodigde onderzoekscredits voor het vak te halen, zodat hij alsnog in september 2023 zou kunnen starten met een masteropleiding. [appellant] betoogt dat dat het niet redelijk is dat hem geen reële mogelijkheid tot herstel is geboden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5446
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202401783/1/A2

202401791/1/R3

Bij besluit van 25 februari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Aa en Hunze het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen het tuinhuis op het perceel [locatie] in Rolde (hierna: het perceel) afgewezen. Het gaat in deze zaak om het tuinhuis bij de woning van [partij] op het perceel [locatie 1] in Rolde. [appellant] woont op [locatie 2]. Op 13 december 2021 heeft [appellant] een verzoek om handhaving ingediend. Volgens [appellant] is het tuinhuis op het perceel op een kunstmatige ophoging van 0,45 m gerealiseerd en daarmee te hoog. Het college heeft het verzoek afgewezen, omdat het tuinhuis volgens het college voldoet aan de vereisten voor vergunningvrij bouwen en geen sprake is van een kunstmatige ophoging van de grond. [appellant] betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het college bij het bepalen van de hoogte van het tuinhuis ten onrechte heeft gemeten vanaf het bestaande, afgewerkte terrein. Volgens [appellant] heeft [partij] het tuinhuis op een fundering van 0,45 m boven peil gebouwd en het terrein rondom het tuinhuis daarna kunstmatig opgehoogd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5474
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202401791/1/R3

202402284/1/R2

Bij besluit van 8 juni 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Etten-Leur aan [appelante] een tijdelijke omgevingsvergunning verleend voor de huisvesting van maximaal zes individuele personen in de woning op het perceel gelegen aan de [locatie] in Etten-Leur. [appelante] is eigenaresse van het perceel en de daarop gelegen woning. Zij wenst dat zes arbeidsmigranten gehuisvest kunnen worden in deze woning. Voor het perceel geldt het bestemmingsplan "Grauwe Polder". Het perceel heeft de bestemming "Wonen-Aaneengesloten". Hier zijn minimaal drie aaneengesloten woningen toegestaan. Onder een "woning" moet volgens artikel 1.69 van de planregels "een gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden" worden verstaan. Omdat de door [appelante] gewenste huisvesting daarmee in strijd is, heeft zij daarvoor een omgevingsvergunning aangevraagd. Na bezwaren van [partij A] en anderen heeft het college dit besluit op 22 november 2022 in bezwaar herroepen. Het college heeft daarvoor in de plaats een tijdelijke omgevingsvergunning verleend voor de huisvesting van maximaal vier individuele personen in de woning op het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5420
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202402284/1/R2

202402728/1/R2

Bij besluit van 30 januari 2024 heeft de raad het bestemmingsplan "Herontwikkeling Terpeborch 1, Rosmalen" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de herontwikkeling van een voormalig kantoorpand aan de Terpeborch in Rosmalen mogelijk. In het pand worden negen appartementen mogelijk gemaakt en in de tuin twee grondgebonden twee-onder-een-kapwoningen. VvE Terpeborch is de vereniging van eigenaren van het appartementengebouw aan de Terpeborch ten zuiden van het plan en [appellant sub 1] is een van de bewoners. [appellanten sub 2] en [appellant sub 3] en anderen zijn allen direct omwonenden van het plangebied. VvE Terpeborch en [appellant sub 1], [appellanten sub 2] en [appellant sub 3] en anderen vrezen dat het plan leidt tot aantasting van hun woon- en leefklimaat. [appellanten sub 2] en [appellant sub 3] en anderen betogen dat het plan niet zorgvuldig is voorbereid, omdat de inspraakprocedure onzorgvuldig is doorlopen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5460
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202402728/1/R2
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202402728/1/R2

202402975/1/A2

Bij ongedateerd besluit, verzonden op 19 mei 2023, heeft de raad de voor de toevoeging met kenmerk 1JJ8058 vastgestelde vergoeding aan [appellant] van € 1.532,86 ingetrokken en verrekend met zijn rekening-courant. [appellant] nam deel aan het High Trust-programma van de raad. Uitgangspunt van dit programma is dat de vraag of een zaak toevoegingswaardig is niet langer door de raad naar aanleiding van een toevoegingsaanvraag, maar door de rechtsbijstandverlener voorafgaand aan het indienen van de aanvraag wordt beoordeeld. Afgegeven toevoegingen en vastgestelde vergoedingen worden vervolgens achteraf steekproefsgewijs gecontroleerd. [appellant] heeft rechtsbijstand verleend aan [persoon A] (hierna: rechtzoekende). De raad heeft aan rechtzoekende op 12 mei 2021 een toevoeging verstrekt met kenmerk 1JH9064 en op 30 juli 2021 een toevoeging met kenmerk 1JJ8058. In geschil is of het bij beide toevoegingen gaat om hetzelfde rechtsbelang dan wel belangen die zo nauw met elkaar samenhangen, dat er geen sprake is van een zelfstandig rechtsbelang en of sprake is van diversiteit van procedures als bedoeld in de artikelen 28, eerste lid en onder b, en 32 van de Wet op de rechtsbijstand.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5470
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202402975/1/A2

202403130/1/A2

Bij besluit van 27 juni 2022 heeft de minister geweigerd om private schulden van [appellante] over te nemen. Deze uitspraak gaat over verschoonbaarheid van termijnoverschrijding als bedoeld in artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht. Dat artikel luidt: "Ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend bezwaar- of beroepschrift blijft niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest." [appellante] is een gedupeerde van de toeslagenaffaire. Zij heeft de minister verzocht om schulden over te nemen op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen. De minister heeft bij besluit van 27 juni 2022, voor zover relevant, geweigerd om een schuld over te nemen van € 1.200,00 aan Primeline en een schuld van € 2.300,00 aan Qander Consumer Finance. De minister heeft bij besluit van 16 oktober 2023 het op 22 februari 2023 daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, omdat dit bezwaar te laat is ingediend. De termijn hiervoor liep tot en met 8 augustus 2022.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5482
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202403130/1/A2

202403264/1/A2

Bij besluiten van 7 oktober 2021 en 8 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht de aanvragen van [appellant] en anderen om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. appellant] en anderen hebben ieder afzonderlijk een aanvraag gedaan om een tegemoetkoming in planschade die zij, in de vorm van waardevermindering van hun woningen, hebben geleden door de inwerkingtreding op 29 juli 2016 van het bestemmingsplan Oud-Zuilen en Op Buuren e.o. Volgens [appellant] en anderen is het op grond van het nieuwe bestemmingsplan toegestaan om hogere bedrijfsbebouwing te realiseren op het perceel dan was toegestaan op grond van het voorheen geldende bestemmingsplan Maarssen-Zuid. De rechtbank is tot de conclusie gekomen dat het college de aanvragen om een tegemoetkoming in planschade terecht heeft afgewezen. Volgens de rechtbank is het geschil in beroep beperkt tot de uitleg van de maximale invulling van de bouwmogelijkheden onder het oude bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5453
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202403264/1/A2

202403368/1/A3

Bij besluit van 19 juli 2022 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan [appellant] een bestuurlijke boete opgelegd van € 2.500,00. [appellant] bezit het motorvrachtschip [naam] met duwbak. Het motorvrachtschip valt in categorie 4 van de Binnenvaartregeling en voldoet aan de standaarduitrusting S2. De minister heeft op 19 juli 2022 een boete aan [appellant] opgelegd wegens overtreding van artikel 2Op het moment van controle bestond de bemanning uit twee schippers en één stuurman. De toezichthouders hebben hieruit geconcludeerd dat er een bemanningstekort was van twee lichtmatrozen. 2, negende lid, van de Binnenvaartwet en de daarop berustende regelgeving. De rechtbank heeft het beroep van [appellant] ongegrond verklaard. Volgens de rechtbank is het aan [appellant] om aan te tonen dat het gaat om een administratieve fout als er een onjuiste exploitatiewijze zou zijn vermeld in het vaartijdenboek. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat hij onvoldoende heeft aangetoond dat hij feitelijk A1 voer en dat er sprake was van een administratieve fout in het vaartijdenboek.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5495
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202403368/1/A3

202403789/2/R1

Bij tussenuitspraak van 19 februari 2025, ECLI:NL:RVS:2025:625, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Vlissingen opgedragen om binnen 26 weken na verzending van die tussenuitspraak het daarin omgeschreven gebrek in het besluit van 18 april 2024 te herstellen dan wel een gewijzigd of nieuw besluit te nemen en de uitkomst aan de Afdeling en Oosterveen mee te delen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak onder 6.3 geoordeeld dat de raad het bestemmen van de groenstrook langs de Koudenhoek als "Verkeer" niet afdoende heeft onderbouwd. [appellante] betoogt dat de raad het gebrek in de tussenuitspraak niet heeft hersteld. Daartoe voert [appellante] in de eerste plaats aan dat de raad geen acht heeft geslagen op de door haar aangedragen alternatieve locaties voor parkeerplaatsen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5487
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202403789/2/R1
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202403789/2/R1

202403932/1/R4

Bij besluit van 20 juli 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van West Maas en Waal aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor de activiteiten bouwen en afwijken van het bestemmingsplan "Gouden Ham/De Schans, randzone" ten behoeve van drie lichtmasten met ledlampen op het perceel [locatie 1] in Appeltern, gemeente West Maas en Waal. [partij] is eigenaar van het perceel. Op het perceel is het bestemmingsplan van toepassing. Aan de noordzijde van het perceel is een paardenbak gesitueerd, waarvoor het college eerder aan [partij] een omgevingsvergunning heeft verleend om af te wijken van het bestemmingsplan. Een paardenbak is niet toegestaan binnen de ter plaatse geldende bestemming "Recreatie". [partij] heeft aan de zuidrand van de paardenbak de lichtmasten gerealiseerd. De lichtmasten zijn volgens de aanvraag 7,8 m hoog en aan de bovenzijde van elke lichtmast zijn twee ledlampen gemonteerd. [appellant] woont ten zuiden van het perceel aan de [locatie 2] in Appeltern. Zijn woonperceel grenst aan het perceel. De afstand tussen die perceelsgrens en de paardenbak is ongeveer 64 m.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5499
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202403932/1/R4
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202403932/1/R4

202404383/1/R1

Bij besluiten van 3 juli 2023 en 28 augustus 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hoorn dwangsommen ingevorderd bij [appellante]. [appellante] was tot augustus 2023 eigenaar van de woning aan de [locatie A] in Hoorn. Zij woonde elders en verhuurde de woning. Een toezichthouder van de gemeente heeft bij controles op 17 maart 2023, 14 april 2023 en 26 mei 2023 geconstateerd dat de woning door meer dan één afzonderlijk huishouden werd bewoond. Vast staat dat drie dwangsommen van in totaal € 30.000,00 zijn verbeurd. Het college is bij besluiten van 3 juli 2023 en 28 augustus 2023 overgegaan tot invordering van de verbeurde dwangsommen. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen bijzondere omstandigheden aanwezig waren en dat het college daarom heeft mogen besluiten tot invordering van de dwangsommen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5492
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202404383/1/R1

202404643/1/A2

Bij brief van 9 januari 2023 heeft de raad aan [appellant] een verplichting tot betaling opgelegd. Bij besluit van 30 mei 2023 heeft de raad het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. In hoger beroep is in geschil of de rechtbank het beroep van [appellant] terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat [appellant] het beroepschrift niet tijdig heeft ingediend. De laatste dag voor het indienen van het beroepschrift was 11 juli 2023. [appellant] heeft het beroepschrift met dagtekening 11 juli 2023, in de brievenbus van het gerechtsgebouw gedeponeerd. De rechtbank is uitgegaan van de door de griffie op het beroepschrift gestempelde ontvangstdatum van 12 juli 2023. [appellant] heeft niet aannemelijk gemaakt dat het beroepschrift daadwerkelijk op 11 juli 2023 in de brievenbus van het gerechtsgebouw is gedeponeerd. Bovendien had hij na sluitingstijd van de rechtbank het beroepschrift langs digitale weg kunnen indienen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5445
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202404643/1/A2

202405173/1/A2

Bij besluit van 22 mei 2023 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland aan [appellanten] een tegemoetkoming in planschade toegekend van € 10.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 november 2021 tot aan de dag van uitbetaling. [appellanten] hebben op 17 september 2003 gekocht en zijn sinds 2 maart 2004 eigenaar van de woning met omliggende grond aan de [locatie] te Bruchem. De woning ligt ten westen van de nabij gelegen rijksweg A2 en ten zuiden van Zaltbommel. [appellanten] hebben verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 31 augustus 2018 in werking getreden provinciale inpassingsplan "Windpark Bommelerwaard A2" (hierna: het inpassingsplan). Volgens [appellanten] leidt het inpassingsplan tot waardedaling van hun woning, waardoor zij schade lijden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5471
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202405173/1/A2

202406167/1/A2

Bij besluit van 15 september 2021 heeft de raad een verzoek van [appellante] om herziening van een besluit van 8 januari 2020 afgewezen. [appellante] heeft verzocht om herziening van een besluit waarbij haar op grond van artikel 5a, eerste lid, van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand een vergoeding voor verlening van rechtsbijstand in de algemene asielprocedure is toegekend. Zij wil naast deze vergoeding ook een toeslag voor werkzaamheden in de verlengde asielprocedure op grond van het tweede lid van deze bepaling. De raad heeft dit verzoek afgewezen, omdat niet is gebleken dat de asielprocedure volgens de V.A.-procedure is afgehandeld. Het geschil gaat over de vraag of de raad zich terecht op dit standpunt heeft gesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat de raad voor het toekennen van de toeslag het vereiste heeft mogen stellen dat [appellante] bij de declaratie een V.A.-brief van de IND overlegt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5469
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202406167/1/A2

202407413/1/A2

Bij afzonderlijke besluiten van 3 augustus 2022 heeft de Dienst Toeslagen aan [appellante] een compensatie toegekend voor de jaren 2007, 2012, 2013, 2014, 2016 en 2017 van in totaal € 141.397,00 en geweigerd aan [appellante] een compensatie toe te kennen voor de jaren 2006, 2008 tot en met 2011 en 2015. [appellante] heeft op 6 januari 2021 verzocht om een herbeoordeling van haar recht op kinderopvangtoeslag voor de jaren 2006 tot en met 2017. Met het besluit van 22 november 2023, zoals gewijzigd bij het besluit van 9 september 2025, heeft de Dienst Toeslagen voor de jaren 2007 en 2011 tot en met 2017 aan [appellante] een compensatie toegekend van in totaal € 197.092,00 en voor de jaren 2006, 2008, 2009 en 2010, onder verwijzing naar het advies van de Commissie van Wijzen, een compensatie geweigerd. [appellante] heeft in het nadere stuk van 22 september 2025 de gronden van het hoger beroep die gaan over de jaren 2007 en 2015 ingetrokken. Dit maakt dat het geschil in hoger beroep alleen nog ziet op de weigering van de compensatie voor het jaar 2010.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5457
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202407413/1/A2

202407822/1/A2

Bij besluit van 1 november 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Laren een aanvraag van [appellant] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellant] heeft op 15 augustus 2023 een urgentieverklaring op medische gronden aangevraagd. Hij heeft hieraan ten grondslag gelegd dat hij met zijn vrouw en dochter, geboren in juni 2023, inwoont bij zijn ouders. De moeder van [appellant] heeft angstklachten, depressie, PTSS en ernstige longklachten. De vader van [appellant] heeft PTSS en is vaak verbaal agressief. [appellant] en zijn vader hebben vaak ruzie en de spanningen lopen op. Het college heeft de aanvraag afgewezen conform het advies van de urgentiecommissie waarin staat dat de aanvraag niet voldoet aan de randvoorwaarden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5468
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202407822/1/A2

202500134/1/A3

Bij besluit van 17 juni 2024 heeft de korpschef de aan Night & Day Security B.V. verleende toestemming om [wederpartij] beveiligingswerkzaamheden voor haar te laten verrichten, ingetrokken. Night & Day Security B.V. had toestemming van de korpschef om [wederpartij] beveiligingswerkzaamheden voor haar te laten verrichten. [wederpartij] was behalve beveiliger ook taxichauffeur. In de nacht van 24 op 25 maart 2024 heeft [wederpartij] als taxichauffeur twee passagiers vervoerd. Een van de passagiers heeft overgegeven in de taxi. Na een discussie over schoonmaakkosten voor de taxi zou [wederpartij] die passagier een klap hebben gegeven. De korpschef heeft de toestemming als bedoeld in artikel 7, vijfde lid, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus ingetrokken, omdat [wederpartij] volgens hem niet meer beschikt over de betrouwbaarheid die nodig is voor het te verrichten beveiligerswerk. De rechtbank heeft het beroep van [wederpartij] gegrond verklaard. De rechtbank heeft hiertoe overwogen dat de strafrechter met de vrijspraak alle bewijsmiddelen heeft beoordeeld die ook ten grondslag liggen aan het bestreden besluit. De korpschef heeft geen aanvullende informatie overgelegd. De korpschef heeft daarom de toestemming niet mogen intrekken, aldus de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5493
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Beveiligingswerkzaamheden
  • uitspraakin de zaak202500134/1/A3

202500694/1/A3

Bij besluit van 15 november 2019 heeft de burgemeester van 's-Hertogenbosch zijn beslissing om spoedeisende bestuursdwang toe te passen in de vorm van de onmiddellijke sluiting van café Opium aan de Parade 2 in ’s-Hertogenbosch, op schrift gesteld. De vennootschap exploiteerde café Opium in ’s-Hertogenbosch. Op 11 november 2019 vond in de binnenstad het jaarlijkse openingsfeest van het carnavalsseizoen plaats. De binnenstad was drukbezocht door uitgaanspubliek en de cafés, waaronder Opium, waren ook drukbezocht. De burgemeester heeft aan zijn besluit ten grondslag gelegd dat er op 11 november 2019 diverse overtredingen hebben plaatsgevonden van de voor Opium geldende vergunningsvoorschriften, die ertoe hebben geleid dat de veiligheid onvoldoende werd gewaarborgd doordat drukte en onrust in de hand werden gewerkt. In bezwaar heeft de burgemeester het besluit gehandhaafd. De voornaamste reden voor de onmiddellijke sluiting was de omstandigheid dat Opium de aanwijzing om gekwalificeerde portiers in te schakelen niet heeft opgevolgd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5489
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202500694/1/A3

202501670/1/A2

Bij besluit van 11 juli 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Delft aan [appellant] een tegemoetkoming in planschade van € 3.750,- toegekend. [appellant] is sinds 25 april 2005 eigenaar van een appartement op de vierde etage van een appartementencomplex aan de [locatie] in Delft. Het geschil tussen partijen gaat over de hoogte van de door het college aan [appellant] toegekende tegemoetkoming in planschade. [appellant] betoogt dat het college in strijd met het gelijkheidsbeginsel heeft gehandeld. Adviesbureau Thorbecke heeft de schadefactoren geluidhinder en afname van situeringswaarde onjuist (te licht) gewaardeerd. Dit volgt uit het advies van Langhout dat ziet op het appartement van zijn bovenbuurman, waarin deze schadefactoren als middelzwaar zijn beoordeeld. Volgens hem is hier geen objectieve rechtvaardiging voor.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5483
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202501670/1/A2

202501719/1/A2

Bij besluit van 3 april 2024 heeft Raad van Bestuur van het ROC van Amsterdam de inschrijving van [appellant] beëindigd. De Raad van Bestuur heeft op 3 april 2024, gehandhaafd bij besluit van 30 mei 2024, [appellant] uitgeschreven voor de BBL-opleiding Handel-/Retailmedewerker niveau 2, omdat hij geen leerwerkplek voor minimaal 20 uur per week (meer) had. Dit is wel vereist voor het succesvol afronden van de opleiding. De Afdeling heeft in een uitspraak van 24 juli 2024 vastgesteld dat er geen wettelijke grondslag is om een student om deze reden uit te schrijven. Zij heeft daarom het besluit van 30 mei 2024 vernietigd en het uitschrijvingsbesluit van 3 april 2024 herroepen. [appellant] betoogt dat de Raad van Bestuur geen gevolg heeft gegeven aan de uitspraak van de Afdeling van 24 juli 2024. Hij had geen nieuw inschrijvingsbesluit moeten krijgen, maar zijn oude onderwijsovereenkomst had moeten worden hersteld. Volgens hem kan hij alleen in dat geval in staat worden gesteld om zijn diploma in juli 2025 ontvangen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5467
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202501719/1/A2

202502316/1/R4

Bij besluit van 20 februari 2025 hebben de minister van Defensie en de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening het inpassingsplan "Radar Herwijnen" vastgesteld. Al een aantal jaren wil het Ministerie van Defensie in de buurt van het Gelderse dorp Herwijnen een nieuw militair radarstation bouwen, op de plek waar in het verleden een civiele radar van Luchtverkeersleiding Nederland heeft gestaan. Om dat mogelijk te maken is in 2017 een ontwerpbestemmingsplan opgesteld, maar de gemeenteraad van de voormalige gemeente Lingewaal (tegenwoordig de gemeente West Betuwe) heeft in 2018 besloten het bestemmingsplan niet vast te stellen. Daardoor was de bouw van het nieuwe radarstation niet mogelijk. Verweerders hebben vervolgens besloten om zelf een bestemmingsplan te maken - een rijksinpassingsplan geheten - en vanwege de urgentie die volgens hen is gemoeid met het nieuwe radarstation gelijktijdig ook de benodigde omgevingsvergunning voor het bouwen en in werking hebben van de radar te verlenen. Bezwaarmakers betogen, kort samengevat, dat volgens artikel 3.35, negende lid, van de Wro voor het coördinatiebesluit voor dit project instemming is vereist van zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer en dat de Tweede Kamer tot op vandaag géén instemming heeft gegeven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5496
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Bouwen
  • Inpassingsplan
  • uitspraakin de zaak202502316/1/R4
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202502316/1/R4

202504415/1/A2

Bij besluit van 12 september 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Delft de aanvraag van [appellante] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellante] is eigenares van een appartement op de eerste etage van een appartementencomplex aan de [locatie] in Delft. Op 1 december 2022 heeft [appellante] het college verzocht om een tegemoetkoming in planschade. Zij stelt dat haar woning in waarde is verminderd door het op 29 november 2018 vastgestelde en op 25 januari 2019 in werking getreden bestemmingsplan Nieuw Delft, zuidelijke velden. Het nieuwe bestemmingsplan maakt de ontwikkeling van een gemengd hoogstedelijk gebied met een mix van stedelijke functies mogelijk. Binnen de bestemming Gemengd is een mix van functies toegestaan. Naast wonen gaat het onder meer om detailhandel, kantoren en horeca. Het nieuwe bestemmingsplan maakt ook hogere bebouwing mogelijk. Onder het oude regime gold op het zogenoemde veld 11 de bestemming Bedrijventerrein. De rechtbank is van oordeel dat het college voor de vaststelling van de omvang van het normale maatschappelijke risico een drempel van 5% van de waarde van de woning op de peildatum onder het oude planologische regime mocht hanteren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5481
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202504415/1/A2

202505046/1/A2

[appellant] heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een beslissing door de examencommissie tot afgifte van een diploma voor de Master of Architecture van de Fontys Hogeschool. [appellant] heeft in het studiejaar 2021-2022 de afstudeeropdracht van de master gemaakt. Bij beslissing van 30 augustus 2022 heeft de examencommissie zijn afstudeeropdracht met een onvoldoende beoordeeld. Tegen deze beslissing heeft [appellant] administratief beroep ingesteld. Na een schikkingsgesprek heeft [appellant] zijn administratief beroep ingetrokken. [appellant] heeft zich vervolgens ingeschreven voor het studiejaar 2022-2023 en op 23 februari 2023 presentatiepanelen en een essay voor de herkansing van zijn afstudeeropdracht ingeleverd. De herkansing is niet beoordeeld. Op 7 mei 2023 heeft [appellant] een klacht ingediend, die bij beslissing van 20 juni 2023 is afgewezen. Deze beslissing is per abuis niet naar [appellant] gestuurd. Op 15 januari 2024 heeft [appellant] opnieuw een klacht ingediend. Bij beslissing van 15 februari 2024 is de beslissing van 20 juni 2023 gehandhaafd en is die beslissing alsnog naar [appellant] gestuurd. Hiertegen heeft [appellant] bezwaar gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5466
Datum uitspraak
12 november 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202505046/1/A2

202404779/1/V1

Bij besluit van 24 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5404
Datum uitspraak
11 november 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202404779/1/V1

202407513/1/V3

Bij besluit van 30 oktober 2024 heeft de minister betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5406
Datum uitspraak
11 november 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407513/1/V3
12...1.217volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon