Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.940
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202202653/3/R4(uitspraak wordt op woensdag 1 oktober 10:15 uur gepubliceerd)

Bij tussenuitspraak van 15 november 2023, ECLI:NL:RVS:2023:4267, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Lingewaard opgedragen om binnen 20 weken na de verzending van de tussenuitspraak de daarin geconstateerde gebreken in het besluit van 10 maart 2022 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied Lingewaard, [locatie], Gendt" te herstellen. Het plan beoogt te voorzien in legalisatie van de woonsituatie aan de [locatie] te Gendt met persoonsgebonden overgangsrecht voor de huidige bewoners, [partij] en zijn partner. Hij is eigenaar van de woning, die planologisch als bedrijfswoning is verbonden met het loonbedrijf van [appellant] en met welk bedrijf [partij] geen binding meer heeft.

Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland

202207342/1/R1(uitspraak wordt op woensdag 1 oktober 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 19 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Renkum aan [appellant] een bouwstop en een last onder dwangsom opgelegd vanwege het bouwen van een bouwwerk op het perceel [locatie 1] te Oosterbeek in afwijking van een eerder verleende omgevingsvergunning van 2 oktober 2017 voor het bouwen van een paardenstal en een buitenbak. [appellant] is sinds 2018 eigenaar van het perceel [locatie 1] te Oosterbeek. Aan de rechtsvoorganger van [appellant] is op 2 oktober 2017 een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een paardenstal en een buitenbak op dit perceel, welke omgevingsvergunning op naam is gesteld van [appellant]. Deze omgevingsvergunning is naast de activiteiten "bouwen" en "aanleggen" ook verleend voor het "gebruik in strijd met het bestemmingsplan" omdat het perceel ter plaatse van de paardenstal een agrarische bestemming heeft maar de paardenstal wordt gebruikt ten dienste van de naastgelegen woning aan de [locatie 2].

Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom

202300445/1/R2(uitspraak wordt op woensdag 1 oktober 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 3 november 2022 heeft de raad van de gemeente Moerdijk het bestemmingplan "Randweg Klundert" (hierna: het bestemmingsplan) vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de aanleg van een nieuwe randweg ten zuiden van Klundert mogelijk. De raad wil hiermee de smalle straten in het centrum van Klundert ontlasten, waar nu veel verkeer rijdt. [appellant sub 1], [appellant sub 2], en [appellanten sub 3] komen op tegen dit besluit. Volgens hen zijn het nut en de noodzaak van de randweg onvoldoende aangetoond. Ook vrezen zij dat het bestemmingsplan leidt tot een aantasting van hun woon- en leefklimaat en/of hun bedrijfsvoering zal belemmeren. [appellant sub 1], [appellant sub 2] en [appellanten sub 3] betogen dat het nut en de noodzaak van de nieuwe randweg onvoldoende zijn aangetoond. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] betogen dat, anders dan de raad stelt, er onder de inwoners van Klundert weinig draagvlak is voor de randweg. Ook betogen [appellant sub 1] en [appellant sub 2] dat de verkeerskundige onderbouwing van de randweg gebrekkig is.

Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202300445/1/R2

202301208/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 1 oktober 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 6 mei 2022 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het door [appellante] gemaakte bezwaar tegen de verkorting van de geldigheidsduur van haar coronaherstelbewijs niet-ontvankelijk verklaard. Op 1 juni 2021 is de Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen in werking getreden. Daarmee werden tijdelijke regels gesteld over de inzet van coronatoegangsbewijzen bij de bestrijding van covid-19. Een coronatoegangsbewijs kon worden verkregen door volledige vaccinatie, na een negatieve test en na herstel van covid-19. In de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 waren de voorwaarden opgenomen waaronder een coronatoegangsbewijs geldig was voor deelname aan een activiteit of toegang tot een voorziening waarvoor het coronatoegangsbewijs was voorgeschreven. Tot 8 februari 2022 had het coronaherstelbewijs een geldigheidsduur van 365 dagen. Daarna werd door wijziging van de Trm de geldigheidsduur van het coronaherstelbewijs teruggebracht tot 180 dagen. [appellante] had een coronatoegangsbewijs op basis van herstel (coronaherstelbewijs) en heeft bezwaar gemaakt tegen de verkorting van de geldigheidsduur ervan. De minister heeft dat bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.

Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige

202301527/1/R4(uitspraak wordt op woensdag 1 oktober 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 7 april 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Roermond opnieuw aan [partij], initiatiefneemster van Ponyhof Femke, een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een rijhal met paardenstalling en bijbehorende voorzieningen op het perceel [locatie 1] te Roermond. [partij] heeft met de aanvraag om een omgevingsvergunning beoogd een al gerealiseerde rijhal met paardenstalling te legaliseren. Bij besluit van 12 december 2017 heeft het college deze omgevingsvergunning verleend. Bij uitspraak van 31 juli 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:2623) heeft de Afdeling dit besluit vernietigd omdat het college voor de beoordeling van de welstand niet kon volstaan met een verwijzing naar een stempeladvies van de Commissie Beeldkwaliteit. Verder heeft de Afdeling met toepassing van artikel 8:113, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht bepaald dat tegen het nieuwe besluit slechts beroep bij haar kan worden ingesteld. Met het besluit van 7 april 2020 heeft het college opnieuw een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen, het uitvoeren van werken en het afwijken van het bestemmingsplan "[locatie 1], Ponyhof Femke".

Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bouwen

202301730/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 1 oktober 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 19 februari 2023 heeft de burgemeester van Rotterdam aan [appellant] een huisverbod opgelegd als bedoeld in de Wet tijdelijk huisverbod voor de periode van tien dagen, tot 1 maart 2023 15:03. [appellant] heeft een relatie met [persoon]. [appellant] verblijft regelmatig in de woning van [persoon] in Rotterdam. De burgemeester heeft op grond van artikel 2 van de Wth een huisverbod opgelegd aan [appellant] voor de duur van tien dagen, te weten van 19 februari 2023 tot 1 maart 2023. De burgemeester heeft dit huisverbod opgelegd naar aanleiding van een incident tussen [appellant] en [persoon] dat in de nacht van 19 februari 2023 heeft plaatsgevonden. De burgemeester heeft het tijdelijk huisverbod verlengd met achttien dagen, tot 19 maart 2023, onder meer omdat na afloop van de termijn van tien dagen nog geen hulpverlening was opgestart. [appellant] kan zich niet verenigen met de aan hem opgelegde huisverboden en heeft daartegen beroep ingesteld bij de rechtbank.

Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Huisverbod

202302014/4/R2(uitspraak wordt op woensdag 1 oktober 10:15 uur gepubliceerd)

Bij tussenuitspraak van 17 juli 2024 heeft de Afdeling de raad van de gemeente Oosterhout opgedragen om binnen 26 weken na verzending van de tussenuitspraak het gebrek in het besluit van 20 december 2023 te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak geoordeeld dat het besluit van 20 december 2023, waarbij het bestemmingsplan "Buitengebied 2013 (incl. Lint Oosteind), herziening 34 ([locatie A])" opnieuw en gewijzigd is vastgesteld, is genomen in strijd met artikel 3.78, tweede lid, onder a, onder II, van de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant, in samenhang gelezen met artikel 4, onder d, van de beleidsregel maatwerk omgevingskwaliteit 2023 Noord-Brabant. De reden hiervoor is dat de raad ten onrechte toepassing heeft gegeven aan de beleidsregel maatwerk omgevingskwaliteit Noord-Brabant (hierna: de oude beleidsregel). De raad heeft hierdoor de inlevering van 3.500 kg aan fosfaatrechten ingebracht als fysieke tegenprestatie die is gericht op het versterken van de omgevingskwaliteit, terwijl fosfaatrechten op grond van de nieuwe beleidsregel niet meer als fysieke tegenprestatie mogen worden ingebracht.

Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant

202302309/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 1 oktober 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 11 april 2022 heeft de bewaarder van het kadaster en de openbare registers het verzoek van [appellant] tot herstel in de zin van artikel 7t van de Kadasterwet afgewezen. Op 18 maart 2022 heeft [appellant] een verzoek tot herstel in de zin van artikel 7t van de Kadasterwet ingediend. Volgens hem is de kadastrale oostgrens van de percelen 3296 en 3297 onjuist geregistreerd in de Basisregistratie Kadaster. Hij stelt dat de oostgrens gelijk is aan de oevergrens van de Vecht. Hierdoor is bij de splitsing in 2019 de kadastrale noordgrens van perceel 3296, die grenst aan de zuidgrens van perceel 3297, verkeerd ingemeten en ligt perceel 3296 van 650 m² nu verkeerd. De bewaarder heeft dit verzoek afgewezen omdat er geen verschil is tussen de gegevens in het brondocument, het relaas van bevindingen, sectie A, archiefnummer 412, uit 1973, en de gegevens in de BRK. Volgens de bewaarder loopt de oostgrens niet gelijk aan de oevergrens van de Vecht. De bewaarder heeft zijn besluit in bezwaar gehandhaafd.

Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige

202302616/1/R2(uitspraak wordt op woensdag 1 oktober 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 20 juli 2021 heeft het van college burgemeester en wethouders van Gilze en Rijen aan [partij]]) een omgevingsvergunning verleend voor het uitbreiden van een loods en het wijziging van de inrichting aan de [locatie] in Rijen. [partij] voert een intensieve veehouderij in de vorm van een pluimveehouderij op het perceel. [partij] heeft op 21 juli 2017 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het uitbreiden van een loods ten behoeve van houtverbranding en mestverwerking en voor het wijzigen van de inrichting. Het project is volgens het college in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Buitengebied", omdat de maximale goot- en bouwhoogte en de minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrens worden overschreden. De Groene Koepel en anderen betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het bestemmingsplan de verwerking van mest afkomstig van de kippen en de verbranding van biomassa binnen de inrichting rechtstreeks toestaat.

Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202302616/1/R2

202305788/1/R1(uitspraak wordt op woensdag 1 oktober 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 3 januari 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan Babylon een last onder bestuursdwang opgelegd om alle containers ter inzameling van kleding binnen de gemeente Den Haag die door of namens Babylon zijn geplaatst, uiterlijk op dinsdag 10 januari 2023 te verwijderen en verwijderd te houden. Babylon houdt zich bezig met de inzameling van kleding. Zij doet dit door het plaatsen van kledingcontainers op verschillende locaties, zoals bij scholen. Op 21 en 22 december 2022 heeft het college geconstateerd dat op 14 locaties binnen de gemeente Den Haag kledingcontainers van Babylon stonden. Volgens het college handelt Babylon hiermee in strijd met artikel 6 van de Afvalstoffenverordening 2010. Het college heeft daarom bij besluit van 3 januari 2023 aan Babylon een last onder bestuursdwang opgelegd om de kledingcontainers binnen vijf werkdagen te verwijderen. Op 13 januari 2023 heeft het college geconstateerd dat twee kledingcontainers van Babylon niet verwijderd waren en is het overgegaan tot het toepassen van bestuursdwang.

Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202305788/1/R1

202305916/1/R2(uitspraak wordt op woensdag 1 oktober 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 16 december 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Valkenswaard geweigerd aan [appellant] een legaliserende omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een gaashekwerk op het perceel [locatie 1] in Valkenswaard. Deze zaak gaat over een door het college geweigerde omgevingsvergunning voor het in 2014 geplaatste gaashekwerk op het perceel. Het hekwerk dient als erfafscheiding en staat aan beide zijden van het perceel op de erfgrenzen met [locatie 2] en [locatie 3]. Het hekwerk met een hoogte van 1,80 m is deels gesitueerd voor de voorgevel van de woning. [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het college zich in het besluit op bezwaar ten onrechte op het advies van de Adviescommissie voor de bezwaarschriften heeft gebaseerd. [appellant] heeft hierover aangevoerd dat de bezwaarschriftencommissie niet onafhankelijk is. Verder is het advies van de bezwaarschriftencommissie volgens [appellant] niet volledig.

Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen

202306104/1/R3(uitspraak wordt op woensdag 1 oktober 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 20 april 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ooststellingwerf een aanvraag om een tegemoetkoming in planschade van [appellant A] afgewezen. Bij besluit van 8 december 2021 heeft het college het verzoek van [appellant A] en [appellante B] om handhavend op te treden ten aanzien van de landschappelijke inpassing van het zonnepaneelveld Appelscha-Hoog, gelegen aan de Tilgrupsweg afgewezen. [appellant A] en [appellante B] betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat wat betreft de breedte van de groenstrook geen sprake is van een overtreding waartegen het college handhavend had moeten optreden. Zij voeren aan dat in bijlage 1 bij de planregels een donkergroene en lichtgroene beplantingsrand is ingetekend die de bestaande beplantingstrook op het perceel van de golfbaan en de nieuwe beplantingstrook in het plangebied, op het perceel van het zonnepaneelveld, aanduiden.

Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Schadevergoeding

202306184/1/R1(uitspraak wordt op woensdag 1 oktober 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 27 maart 2023 heeft de verenigde vergadering van het Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard (hierna: het algemeen bestuur) het projectplan "Dijkversterking Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard (KIJK)" vastgesteld. De dijk aan de oostzijde van de Hollandsche IJssel is een primaire waterkering. De dijk voldoet niet aan de huidige wettelijke norm voor waterveiligheid en moet daarom worden versterkt. Versterking is volgens het hoogheemraadschap het meest urgent voor het dijktraject van 10,5 km tussen Gouderak en Krimpen aan den IJssel. Met het oog op versterking van dat dijktraject heeft het algemeen bestuur het projectplan opgesteld. Naast de hoofddoelstelling van een veilige dijk is doel van het projectplan een leefbare dijk, waarmee wordt gedoeld op een veilige weginrichting, behoud van bereikbaarheid op de dijk en naleving van de spelregels uit het ruimtelijke kwaliteitskader. Het dijktraject is in het projectplan onderverdeeld in dijkvakken. Bij een aantal dijkvakken wordt de dijk niet versterkt, omdat het voorland daar voldoet aan de veiligheidsnorm.

Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Waterwet
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202306184/1/R1

202306891/1/R1(uitspraak wordt op woensdag 1 oktober 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 3 oktober 2023 heeft het college locaties aangewezen voor ondergrondse (rest-)afvalcontainers voor het aanbieden van huishoudelijk restafval voor de kernen Maarssenbroek en Kockengen. Daarbij is locatie RE499 en RE500 ter hoogte van de woning Pauwenkamp 210 in Maarssen aangewezen voor het plaatsen van twee ondergrondse restafvalcontainers. [appellant] en anderen wonen aan de Pauwenkamp. Vanuit de voorzijde van hun woningen kijken zij uit op de locatie. Hun percelen zijn bij het besluit aangewezen als percelen waarvan de huishoudens gebruik moeten gaan maken van de ORAC’s op de aangewezen locatie. Zij kunnen zich niet met de aanwijzing van deze locatie verenigen. Zij vrezen dat hun woon- en leefklimaat zal worden aangetast bij het gebruik en het legen van de ORAC’s. Volgens [appellant] en anderen zijn er geschikte alternatieve locaties, die het college had moeten aanwijzen.

Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval

202307363/1/R1(uitspraak wordt op woensdag 1 oktober 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 16 oktober 2023 heeft het college onder meer de locatie aan de Abel Tasmanstraat nabij entrees 2-166 en 1-53 in Alphen aan den Rijn aangewezen voor de plaatsing van afvalcontainers. Het college heeft de locatie aangewezen voor de plaatsing van vijf containers voor de inzameling van huishoudelijk afval. [appellant] woont aan de [locatie] in Alphen aan den Rijn in het appartementencomplex dat zich naast de aangewezen locatie bevindt. Hij kan zich niet met het besluit van het college verenigen en heeft daarom daartegen beroep ingesteld. [appellant] betoogt dat de locatie nadelig is voor het straatbeeld. Volgens hem springen de afvalcontainers op de aangewezen locatie teveel in het oog. Volgens hem heeft het college hier onvoldoende rekening mee gehouden.

Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval

202307535/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 1 oktober 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 4 mei 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag [appellante] onder oplegging van een dwangsom gelast om de splitsing van een woning zonder in het bezit te zijn van een woningvormingsvergunning ongedaan te maken en te houden. [appellante] is sinds 2020 eigenaar van een zelfstandige woning op de tweede verdieping aan de [locatie] in Den Haag. Inspecteurs van de Haagse Pandbrigade hebben op 14 maart 2022 een controle in de woning uitgevoerd. Tijdens deze controle is geconstateerd dat de woning op de tweede verdieping in twee zelfstandige woningen is gesplitst. Er was op dat moment geen woningvormingsvergunning voor het adres van de woning aangevraagd of afgegeven. Op basis van de resultaten van het onderzoek heeft het college geconcludeerd dat de woning op de tweede verdieping, zonder dat hiervoor een woningvormingsvergunning is verleend, is gesplitst, terwijl een woningvormingsvergunning op grond van artikel 5:2, aanhef en onder c, van de Hvv wel verplicht was.

Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen

202401321/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 1 oktober 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 25 april 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan de stichting medegedeeld dat haar woonboot in het belang van de ordening moet worden verwijderd en aan haar een last onder bestuursdwang opgelegd. Het college heeft bij het besluit van 25 april 2023 de stichting verplicht de woonboot [woonboot] aan de [locatie] binnen een week op een andere plek af te meren omdat de woonboot de werking van de naastgelegen sluis verhinderde. Als de stichting de woonboot niet op tijd zou weghalen, dan zou het college de woonboot verwijderen. De woonboot is vervolgens op 17 mei 2023 door Nautisch Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte Amsterdam weggesleept en in bewaring genomen. Het college heeft bij het besluit van 30 oktober 2023 het bezwaar van de stichting tegen deze last onder bestuursdwang ongegrond verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college bevoegd was de woonboot weg te slepen en in bewaring te nemen. Gelet op de beginselplicht tot handhaving heeft het college ook van deze bevoegdheid gebruik moeten maken.

Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom

202402150/1/R1(uitspraak wordt op woensdag 1 oktober 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 27 februari 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Deventer de locatie aangewezen voor de plaatsing van een zogenoemde GF-zuil voor de inzameling van groente- en fruitafval en voor vier ondergrondse afvalcontainers voor de inzameling van onderscheidenlijk restafval, textiel, oud papier, en incontinentiemateriaal. [appellant] en anderen wonen allen aan de H.J.Ph. Fesevurstraat tegenover of schuin tegenover de aangewezen locatie. Zij kunnen zich niet met het besluit verenigen en hebben hier daarom beroep tegen ingesteld. [appellant] en anderen voeren aan dat het college de beleidsregels voor zover die betrekking hebben op de te maken belangenafweging niet had mogen toepassen bij de totstandkoming van het aanwijzingsbesluit. Zij wijzen erop dat in de beleidsregels enerzijds het belang van het betrekken van bewoners bij de besluitvorming wordt benadrukt maar anderzijds is aangegeven dat de mogelijkheid om tegemoet te komen aan individuele bezwaren van bewoners beperkt is. Volgens hen is dit tegenstrijdig en ontmoedigt dit belanghebbenden om een zienswijze uit te brengen.

Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval

202402294/1/R1(uitspraak wordt op woensdag 1 oktober 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 4 maart 2024 heeft het dagelijks bestuur van Avri de locatie aangewezen voor de plaatsing van een ondergrondse container voor de inzameling van incontinentiemateriaal en luiers. [appellant] en anderen wonen nabij de aangewezen locatie en kunnen zich hier niet mee verenigen. [appellant] en anderen voeren aan dat de aangewezen locatie ongeschikt is voor de plaatsing van de INCO-container vanwege de verkeersaantrekkende werking. Volgens [appellant] en anderen zal door de plaatsing van de INCO-container de verkeersstroom toenemen met vrachtwagens en met mensen die hun afval komen wegbrengen.

Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval

202403921/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 1 oktober 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 19 januari 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam het verzoek van [appellante] om bekostiging van leerlingenvervoer ten behoeve van haar zoon [kind] voor het schooljaar 2023-2024 afgewezen. [kind] ging in het schooljaar 2023-2024 naar de Auris Hildernisseschool in Rotterdam. [appellante] heeft op 24 november 2023 een verzoek ingediend voor bekostiging van leerlingenvervoer voor haar zoon van zijn thuisadres naar die school. Volgens het college is de school Auris Taalfontein in Rotterdam de dichtstbijzijnde toegankelijke school. Er is geen onderwijskundige reden waarom [kind] geen onderwijs aan deze school zou kunnen volgen. Omdat de school Auris Taalfontein minder dan 6 km van het thuisadres is gelegen, komt [appellante] niet in aanmerking voor een vervoersvoorziening, aldus het college. [appellante] kan zich niet met de uitspraak van de rechtbank verenigingen en heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat [appellante] geen belang bij het hoger beroep heeft, omdat het schooljaar waarvoor de vervoersvoorziening is aangevraagd inmiddels is verstreken.

Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • Onderwijs

202406748/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 1 oktober 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 5 januari 2024 heeft de Dienst Toeslagen het voorschot huurtoeslag voor [appellant] over het jaar 2023 opnieuw berekend en vastgesteld op € 3.813. [appellant] is op [datum] 2008 getrouwd met [persoon]. Met ingang van 27 november 2023 wonen zij op hetzelfde adres. [persoon] is daarom met ingang van 1 december 2023 aangemerkt als de toeslagpartner van [appellant]. De Dienst Toeslagen heeft zich in het besluit van 23 april 2024 op het standpunt gesteld dat [persoon] in december 2023 en het jaar 2024 geen rechtmatig verblijf in Nederland had, zodat [appellant] over die periode op grond van artikel 9, tweede lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir) geen recht op zorg- en huurtoeslag heeft. In geschil is of [appellant] na de toezegging van de IND in december 2023 en het jaar 2024 recht had op zorg- en huurtoeslag.

Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Geld

202500717/1/R4(uitspraak wordt op woensdag 1 oktober 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 29 november 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Barneveld het verzoek van [appellante] om handhavend op te treden tegen het bijgebouw dat [partij] heeft gerealiseerd aan de [locatie] in Garderen, afgewezen. [appellante] woont op [locatie 2] in Garderen. Op het naastgelegen perceel [locatie 1], voorheen [locatie 3], is een nieuw bijgebouw geplaatst. [appellante] vindt dit bijgebouw te dicht op haar garage staan. Zij heeft het college verzocht om handhavend op te treden wegens strijd met het bestemmingsplan. Aan dit verzoek heeft [appellante] ten grondslag gelegd dat [partij] buiten het bouwvlak heeft gebouwd en dat met het bijgebouw het maximale bebouwingspercentage van dat perceel wordt overschreden. Het college neemt het standpunt in dat er geen sprake is van strijd met de bouwregels van de planregels. De rechtbank volgt het college daarin en heeft het beroep van [appellante] ongegrond verklaard.

Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom

202502754/1/R1(uitspraak wordt op woensdag 1 oktober 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 11 april 2025 heeft het college de locatie Theseusstraat ter hoogte van huisnummer 119 (locatienummer 24.014) aangewezen voor het plaatsen van ondergrondse afvalcontainers. In het bestreden besluit heeft het college de locatie Theseusstraat ter hoogte van huisnummer 119 (locatienummer 24.014) aangewezen voor de plaatsing van één restafvalcontainer, één papiercontainer en één glascontainer. [appellante] woont op het adres [locatie] in het appartementencomplex in de directe nabijheid van de aangewezen locatie. Zij vindt de locatie om verschillende reden ongeschikt voor het plaatsen van ORAC’s. [appellante] betoogt dat de aangewezen locatie niet geschikt is. Daartoe wijst zij erop dat de locatie van de ORAC’s is gelegen nabij de in- en uitrit van de garage van het appartementencomplex.

Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval

202503756/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 1 oktober 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 13 september 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [appellante] de voorziening begeleid openbaar vervoer toegekend door verstrekking van twee abonnementen voor het openbaar vervoer voor haar zoon [kind] en een begeleider voor de periode van 26 augustus 2024 tot en met 18 juli 2025. [kind] ging in het schooljaar 2024-2025 naar de school voor speciaal basisonderwijs Kindcentrum IJsselmonde. Deze school ligt op een afstand van meer dan 6 km van de woning van [appellante]. [appellante] heeft op 29 augustus 2024 een verzoek ingediend voor bekostiging van leerlingenvervoer voor haar zoon op basis van aangepast vervoer van haar woning naar de school. Bij het besluit van 13 september 2024 heeft het college een voorziening begeleid openbaar vervoer toegekend door verstrekking van twee abonnementen voor het openbaar vervoer voor [kind] en een begeleider. [appellante] heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Volgens [appellante] kan zij vanwege haar werk in de zorg haar zoon niet naar school begeleiden.

Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • Onderwijs

202504074/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 1 oktober 10:15 uur gepubliceerd)

Bij beslissing van 27 februari 2025 heeft de examencommissie van Hotelschool The Hague, namens het College van Bestuur, een bindend negatief studieadvies aan [appellant] gegeven. [appellant] is op 1 februari 2024 begonnen met de bacheloropleiding Hotel Management aan de Hotelschool The Hague. Bij beslissing van 27 februari 2025 heeft [appellant] een BNSA gekregen, omdat hij 39 studiepunten van het propedeutisch jaar heeft gehaald en daarmee niet heeft voldaan aan de studievoortgangsnorm van 51 studiepunten. Het college van beroep voor de examens van Hotelschool The Hague heeft de beslissing van de examencommissie in stand gelaten. Volgens het CBE heeft de examencommissie in redelijkheid besloten dat [appellant] met inachtneming van de door hem aangevoerde persoonlijke omstandigheden ongeschikt moet worden geacht voor de opleiding.

Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken

202400993/1/V1

Bij besluit van 15 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4576
Datum uitspraak
26 september 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400993/1/V1

202504991/2/A2

Bij besluit van 12 juni 2025 heeft de examencommissie het resultaat voor het eindexamen wiskunde vmbo vastgesteld en aan [student] bekendgemaakt. [student] heeft in het schooljaar 2024-2025 als student een vmbo-opleiding voortgezet algemeen volwassenenonderwijs aan het Talland College Alkmaar gevolgd. Zij heeft op 15 mei 2025 het centraal examen wiskunde, eerste tijdvak, afgelegd. Op 12 juni 2025 is bekendgemaakt dat zij het vak niet heeft gehaald. [student] is tegen deze vaststelling opgekomen. De examencommissie heeft op 3 juli 2025 besloten dat er geen herbeoordeling plaatsvindt. Zij heeft daarbij [student] en haar ouders op school uitgenodigd voor een mondelinge toelichting op het besluit.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4586
Datum uitspraak
26 september 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202504991/2/A2

BRS.25.000580

Bij besluit van 18 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4565
Datum uitspraak
26 september 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000580

BRS.25.001244 en BRS.25.001279

Bij besluit van 18 juli 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4572
Datum uitspraak
26 september 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001244 en BRS.25.001279

202505160/1/A2

Bij besluit van 19 september 2025 heeft het centraal stembureau besloten over de geldigheid en nummering van de kandidatenlijsten, over het handhaven van de daarop voorkomende kandidaten en de daarboven geplaatste aanduiding voor de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober 2025. In het besluit van 19 september 2025 heeft het centraal stembureau 27 kandidatenlijsten geldig verklaard en vijf ongeldig. [appellant] heeft tegen dit besluit beroep ingesteld. De Afdeling begrijpt het beroep van [appellant] zo dat het centraal stembureau volgens hem ten onrechte de kandidatenlijst Blanco Protest Lijst Manuel Schadwald 1994 niet heeft meegenomen in het besluit van 19 september 2025.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4582
Datum uitspraak
26 september 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202505160/1/A2

202505164/1/A2

Bij besluit van 19 september 2025 heeft het centraal stembureau besloten over de geldigheid en nummering van de kandidatenlijsten, over het handhaven van de daarop voorkomende kandidaten en de daarboven geplaatste aanduiding voor de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober 2025. De Afdeling begrijpt het beroep van [appellant] zo dat het centraal stembureau volgens hem ten onrechte de Blanco Protest Lijst [naam appellant] en de Blanco Protest Lijst Reinder Fuellmich, niet heeft meegenomen in het besluit van 19 september 2025.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4583
Datum uitspraak
26 september 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202505164/1/A2

202505165/1/A2

Bij besluit van 19 september 2025 heeft het centraal stembureau de kandidatenlijsten van de Partij voor de Rechtsstaat in kieskring 1 (Groningen), kieskring 5 (Lelystad), kieskring 6 (Nijmegen), kieskring 7 (Arnhem), kieskring 8 (Utrecht), kieskring 12 (’s-Gravenhage), kieskring 13 (Rotterdam), kieskring 14 (Dordrecht) en kieskring 19 (Maastricht) ongeldig verklaard. Op 15 september 2025 - de dag van de kandidaatstelling - is de kandidatenlijst van de Partij voor de Rechtsstaat ingeleverd bij het centraal stembureau. Het centraal stembureau heeft op 16 september 2025, zoals op de zitting nader toegelicht, bij de eerste inleverronde voorafgaand aan de verzuimherstelperiode elke door de Partij voor de Rechtsstaat overgelegde ondersteuningsverklaring in elke kieskring onderzocht. Per verklaring is genoteerd of deze aan de eis(en) voldeed, en zo niet, aan welke eis(en) deze niet voldeed. De lijstinleveraar is per brief op 16 september 2025 geïnformeerd over de door het centraal stembureau geconstateerde verzuimen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4587
Datum uitspraak
26 september 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202505165/1/A2

202505167/1/A2

Op grond van artikel I 5 van de Kieswet verklaart het centraal stembureau een kandidatenlijst voor een kieskring ongeldig als deze niet voldoet aan de in die bepaling genoemde formaliteiten. Aan het besluit van 19 september 2025 heeft het centraal stembureau ten grondslag gelegd dat ORDA in alle kieskringen onvoldoende geldige verklaringen van ondersteuningen heeft ingeleverd en dat zij daarnaast geen bewijs van volledige betaling van de waarborgsom heeft overgelegd. Op grond van artikel H 13, eerste lid, van de Kieswet gelezen in samenhang met artikel I 5, aanhef en onder b, van die wet dient bij de kandidatenlijst een bewijs te zijn gevoegd waaruit blijkt dat de vereiste waarborgsom van € 11.250,00 is betaald. Vaststaat dat ORDA geen bewijs heeft overgelegd waaruit blijkt dat hij die waarborgsom volledig heeft betaald.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4584
Datum uitspraak
26 september 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202505167/1/A2

202304327/1/V1

Bij besluit van 9 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4569
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202304327/1/V1

202304878/1/V3

Bij besluit van 16 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4568
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202304878/1/V3

202504680/2/A3

Bij besluit van 13 oktober 2022 heeft de burgemeester aan Insight een exploitatievergunning verleend voor het verrichten van horeca-activiteiten op de eerste etage van het hoofdgebouw van Chi Chi en daaraan een aantal voorschriften verbonden. De burgemeester heeft geweigerd om een exploitatievergunning te verlenen voor het verrichten van horeca-activiteiten op de begane grond. Chi Chi exploiteert een golfbaancomplex met horecavoorzieningen in recreatiegebied Noorderpark Ruigenhoek in Groenekan. Insight is de bestuurder van Chi Chi. Insight heeft een aanvraag ingediend voor een exploitatievergunning voor de horeca-activiteiten van Chi Chi op de begane grond en eerste verdieping van het hoofdgebouw op het golfbaancomplex. Bij besluit van 13 oktober 2022 heeft de burgemeester de gevraagde exploitatievergunning gedeeltelijk verleend en daaraan voorschriften verbonden. Bij besluit van 3 augustus 2023 heeft de burgemeester, beslissend op de daartegen door Insight en Chi Chi en door omwonenden gemaakte bezwaren, de gevraagde exploitatievergunning geheel verleend en daaraan voorschriften verbonden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4510
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Drank en horeca
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202504680/2/A3

202504893/2/V2

Bij besluit van 27 juni 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4580
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202504893/2/V2

202504981/1/V3

Bij besluit van 16 augustus 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4567
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202504981/1/V3

202505059/1/V3 en 202505059/2/V3

Bij besluit van 25 augustus 2025 heeft de minister van asiel en migratie de termijn van de aan appellant opgelegde bewaringsmaatregel verlengd met ten hoogste twaalf maanden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4578
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202505059/1/V3 en 202505059/2/V3

202505197/2/V2

Bij besluit van 1 augustus 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 16 september 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de rechtsgevolgen daarvan geheel in stand blijven. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4589
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202505197/2/V2

BRS.25.001008

Bij besluit van 9 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4502
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001008

BRS.25.001186

Bij besluit van 14 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om haar een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen of een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd te verlenen, afgewezen

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4504
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001186

BRS.25.001201

Bij besluit van 20 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen, geweigerd om hem ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen en hem voorlopig uitstel van vertrek verleend in afwachting van de ambtshalve beoordeling of uitzetting krachtens artikel 64 van de Vw 2000 achterwege moet blijven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4500
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001201

BRS.25.001264

Bij besluit van 12 juni 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4563
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001264

BRS.25.001276

Bij besluit van 3 september 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4501
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001276

BRS.25.001332

Bij besluit van 2 oktober 2024, aangevuld op 26 maart 2025, heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4503
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001332

202505179/1/A2

Het beroep richt zich tegen het besluit van het centraal stembureau van 19 september 2025, waarbij de kandidatenlijsten voor de vijftien in de huidige samenstelling van de Tweede Kamer zittende politieke groeperingen geldig zijn verklaard en de daarop vermelde kandidaten zijn gehandhaafd. [appellant] betoogt dat het centraal stembureau de hierboven bedoelde kandidatenlijsten ongeldig had moeten verklaren en de daarop vermelde kandidaten, voor zover zij nu zitting hebben in de Tweede Kamer, had moeten schrappen. Volgens hem zijn de zittende Tweede Kamerleden zichtbaar en aantoonbaar betrokken bij ongrondwettige ambtelijk criminele handelingen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4613
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Mondelinge uitspraak
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202505179/1/A2

202307738/1/V2

Bij besluit van 12 mei 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4512
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202307738/1/V2

202501578/1/V1

Bij besluit van 9 januari 2025 heeft het COa appellant overgeplaatst naar de Handhavings- en Toezichtlocatie in Hoogeveen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4511
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202501578/1/V1

202501866/1/V1

Bij besluit van 4 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om appellant een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4509
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202501866/1/V1

202503983/1/V3

Bij besluit van 7 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4489
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202503983/1/V3

202504041/1/V3

Bij besluit van 15 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4488
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202504041/1/V3

202504043/1/V3

Bij besluit van 18 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4486
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202504043/1/V3

202504050/1/V3

Bij besluit van 8 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4485
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202504050/1/V3

202504062/1/V3

Bij besluit van 9 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4484
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202504062/1/V3

202504066/1/V3

Bij besluit van 18 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4483
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202504066/1/V3

BRS.24.000447

Bij besluit van 4 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4496
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000447

BRS.24.000478

Bij besluit van 19 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4499
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000478

BRS.25.000027

Bij besluit van 22 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4494
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000027

BRS.25.001156

Bij besluit van 30 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. De minister heeft dit besluit op 22 juli 2025 ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4495
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001156

BRS.25.001236

Bij besluit van 20 juni 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4497
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001236

BRS.25.001275

Bij besluit van 29 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4487
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001275

202102858/3/R2 en 202303596/3/R2

Bij tussenuitspraak van 24 december 2024, heeft de Afdeling de raad en het college opgedragen om binnen 20 weken na de verzending van de tussenuitspraak de daarin geconstateerde gebreken in de besluiten van 25 april 2022 (gewijzigd vastgesteld bestemmingsplan), 23 februari 2021 (verlening omgevingsvergunning windpark) en 10 mei 2022 (besluit tot wijziging van de omgevingsvergunning windpark) te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak twee gebreken in de besluiten van 25 april 2022 (gewijzigd vastgesteld bestemmingsplan), 23 februari 2021 (verlening omgevingsvergunning) en 10 mei 2022 (wijziging omgevingsvergunning) vastgesteld. In de eerste plaats is onder 16.4 vastgesteld dat de raad en het college de in artikel 5.3.2, onder a, van de planregels en voorschrift 3.1 van de omgevingsvergunning voor het windpark gehanteerde norm van ten hoogste 47 dB Lden en 41 dB Lnight niet hebben voorzien van een actuele, deugdelijke, op zichzelf staande en een op de aan de orde zijnde situatie toegesneden motivering. In de tweede plaats is onder 48.4 vastgesteld dat de raad onvoldoende heeft gemotiveerd waarom een landschappelijke inpassing van het perceel van [appellant sub 4] niet noodzakelijk is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4549
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202102858/3/R2 en 202303596/3/R2

202104817/3/R2

Bij tussenuitspraak van 31 juli 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3117, heeft de Afdeling het college van burgemeester en wethouders van Meierijstad opgedragen om binnen 16 weken na verzending van deze tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 23 november 2020, zoals gewijzigd bij besluit van 30 januari 2024, te herstellen. Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft het college bij brief van 12 november 2024 een nadere motivering van het besluit van 23 november 2020, zoals gewijzigd bij besluit van 30 januari 2024, gegeven. Daartoe in de gelegenheid gesteld hebben [appellant sub 1] en anderen en Stichting Area een zienswijze naar voren gebracht over de wijze waarop het gebrek is hersteld. In de tussenuitspraak van 11 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3776, heeft de Afdeling in overweging 4.2 geoordeeld dat het college bij het berekenen van de beschikbare parkeercapaciteit ten onrechte alle 20 parkeerplaatsen aan de Beatrixsingel heeft meegerekend, terwijl op basis van de plantoelichting van het bestemmingsplan "Beatrixsingel 1a Veghel" maar 13 van die 20 parkeerplaatsen toegerekend kunnen worden aan het beoogde woongebouw aan de Frisselsteinstraat 6 in Veghel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4517
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202104817/3/R2

202201243/1/R1

Bij besluit van 8 februari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast om de overtreding van artikel 13 van de Wet bodembescherming in samenhang met artikel 6 van het Besluit bodemkwaliteit door het onafgedekt opslaan van afvalstoffen op een onbedekte en als zodanig onbeschermde bodem op het perceel aan de [locatie A] in [plaats], ongedaan te maken. [appellant] is eigenaar van een perceel aan de [locatie A] in [plaats] (gemeente Fijnaart, sectie V, perceel 176). Hij gebruikt dit terrein voor de opslag van materialen, zoals straatstenen en onderdelen van windturbines. Medio oktober 2020 heeft [appellant] het perceel aan een derde verhuurd om te gebruiken voor opslag. Vanaf 26 oktober 2020 is gedurende tien dagen ongeveer 5.000 m3 aan afvalstoffen, afkomstig van shredding van metaalhoudend afval, op het perceel gestort. [appellant] betoogt dat ten onrechte een verbeurde dwangsom is ingevorderd, omdat hij goede redenen had om niet binnen een week na 8 februari 2021 tot het afdekken van het afval over te gaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4553
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak202201243/1/R1

202202423/1/A3

Bij besluit van 28 april 2021 heeft het college van gedeputeerde staten van Flevoland aan Staatsbosbeheer de opdracht gegeven om in de Oostvaardersplassen en in het Kotter- en Oostvaardersbos de omvang van de populaties heckrunderen en zieke of gebrekkige konikpaarden te beperken met gebruikmaking van het geweer voorzien van demper (hierna ook: het opdrachtbesluit). De opdracht is geldig van 28 april 2021 tot en met 31 december 2023. Het college heeft de bezwaren van [appellant A] en anderen niet-ontvankelijk verklaard en daarvoor twee redenen gegeven. De eerste reden is dat [appellant A] en anderen pas vijf dagen na de termijn die het college daarvoor heeft gegeven hun gronden van bezwaar hebben aangevuld. De tweede reden is dat [appellant A] en anderen, volgens het college, geen belanghebbenden zijn bij de opdracht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4530
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202202423/1/A3

202205780/1/R2

Bij besluit van 22 februari 2021, kenmerk Z-HZ WABO-2021-000180 en DMS Z.1185251, heeft het college van burgemeester en wethouders van Valkenburg aan de Geul een omgevingsvergunning verleend voor het jaarrond in stand houden en exploiteren van maximaal 58 verblijfsaccommodaties, niet zijnde kampeermiddelen op de camping aan de Rijksweg 6 in Berg en Terblijt. De zaak gaat over een omgevingsvergunning die het mogelijk maakt om jaarrond maximaal 58 verblijfsaccommodaties in stand te houden en te exploiteren aan de Rijksweg 6 in Berg en Terblijt. De vergunning is verleend in afwijking van het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Initieel omgevingsplan Valkenburg aan de Geul 2020". De rechtbank heeft het beroep van de stichting tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De stichting is het hier niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4524
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202205780/1/R2

202300726/1/A3

Bij besluit van 22 november 2021 heeft de staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport [wederpartij] een bestuurlijke boete opgelegd van € 1.360,- wegens overtreding van de Alcoholwet. [wederpartij] handelt in wijnen en exploiteerde ten tijde van het besluit van 22 november 2021 een webwinkel met de url [...]. Een toezichthouder van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit heeft op 7 oktober 2021 een internetinspectie uitgevoerd op de website waarvan een rapport van bevindingen is opgemaakt. In dit rapport is vermeld dat [wederpartij] een fles wijn heeft aangeboden voor € 11,99 waar deze fles wijn normaliter voor € 16,80 wordt aangeboden. De staatssecretaris heeft naar aanleiding van het rapport [wederpartij] op grond van artikel 44aa, eerste lid, van de Alcoholwet een bestuurlijke boete opgelegd van € 1.360,-. De fles wijn is namelijk aangeboden met een korting van 28,63% op de normale prijs. Deze korting heeft gezorgd voor een overtreding van artikel 2a, tweede lid, van de Alcoholwet waarin een verbod is opgenomen om bedrijfsmatig alcoholhoudende drank aan te bieden tegen een prijs die lager is dan 75% van de prijs die gewoonlijk wordt gevraagd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4531
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202300726/1/A3

202301514/1/A3

Bij besluit van 4 augustus 2021 heeft de minister voor Medische Zorg het verzoek van de stichting van 15 april 2021 afgewezen om handhavend op te treden tegen tien bandenbedrijven, waaronder twee filialen van Kargro Banden B.V., in verband met signalering van tijgermuggen en/of gelekoortsmuggen op of rond deze bedrijven. De staatssecretaris heeft de uitvoering van zijn bevoegdheid aan de NVWA gegeven (zie artikel 64 van de Wpg). De NVWA heeft het Specifiek interventiebeleid naleving voorschriften exotische muggen (IB02-SPEC09, versie 01) ontwikkeld. Daarin staat hoe de NVWA ten tijde van belang het toezicht uitoefent en welke maatregelen zij treft als regels worden overtreden. Een overtreding van de voorschriften uit artikel 47a Wpg is in het interventiebeleid ingedeeld in klasse B, omdat er altijd sprake is van een (risico op) ernstig gevaar van de volksgezondheid. De stichting komt op tegen de aanwezigheid van dieren die van oorsprong niet in Nederland voorkomen. Aziatische tijgermuggen, gelekoortsmuggen en Koreaanse bosmuggen zijn zulke dieren. Deze dieren zijn gesignaleerd bij bedrijven die handelen in autobanden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4526
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202301514/1/A3

202301962/1/R2

Bij besluit van 18 mei 2022 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant aan SABIC een vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming verleend voor de uitbreiding/wijziging van een industrieel bedrijf (hierna: de natuurvergunning). De natuurvergunning is aangevraagd ten behoeve van het in gebruik nemen van de houtgestookte biomassa installatie en het hete olie-fornuis. Deze installaties dienen ter vervanging van de Cogen2-installatie die op dit moment stoom en hete olie produceert. De natuurvergunning van 18 mei 2022 is verleend, omdat significante gevolgen van het aangevraagde project op voorhand zijn uit te sluiten ten opzichte van de referentiesituatie, zo staat in het besluit. De referentiesituatie is ontleend aan de natuurvergunning van 7 juni 2016. De rechtbank heeft geoordeeld dat de bmi geen onderdeel is van het project SABIC, omdat het niet technisch, organisatorisch of functioneel is verbonden met dat project. Hiertoe heeft de rechtbank overwogen dat de bmi niet nodig is om te voorzien in de benodigde stoom voor de installaties binnen de bedrijfsactiviteiten van SABIC. Volgens de rechtbank zijn er andere manieren om hierin te voorzien, zoals de huidige Cogen2-installatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4529
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202301962/1/R2

202301984/1/R1

Bij besluit van 31 januari 2023 heeft de raad van de gemeente Peel en Maas het bestemmingsplan "Veegbestemmingsplan Stoppers 2020" vastgesteld. Het plan heeft onder meer betrekking op de percelen Krum 13/13 A in Meijel, kadastraal bekend nrs. 1799 en 2603. Stucon is eigenaar van de percelen. Het plan voorziet in een wijziging van de bestemming van de percelen "Agrarisch-intensieve veehouderij" naar de bestemming "Agrarisch - Grondgebonden". Voorafgaand aan de vaststelling van het plan heeft Stucon een principeverzoek gedaan om de bestemming op de percelen te wijzigen, omdat zij het voornemen heeft om de aanwezige stallen op het perceel te slopen, de aanwezige loods in gebruik te nemen voor opslag en haar metaalbewerkingsactiviteiten van de werkplaats bij de bedrijfswoning te verplaatsen naar deze loods. Stucon exploiteert sinds een aantal jaren geen agrarisch bedrijf meer op de percelen. De raad heeft afwijzend gereageerd op het initiatief van Stucon, omdat het volgens de raad in strijd was met het gemeentelijke beleid voor vrijkomende agrarische bebouwing (VAB) in het buitengebied. Stucon betoogt dat de bestemming "Agrarisch-Grondgebonden" op de percelen onuitvoerbaar is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4552
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202301984/1/R1

202302237/1/R2

Bij besluit van 27 juli 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oosterhout aan Eneco Solar B.V. een omgevingsvergunning verleend voor de bouw en het gebruik gedurende 25 jaar van een zonnepark van 37 ha. De omgevingsvergunning heeft betrekking op het bouwen, uitvoeren van een werk geen gebouw zijnde en gebruik in strijd met een bestemmingsplan. Specifiek gaat het daarbij om het plaatsen van stellages met zonnepanelen en bijbehorende infrastructuur, zoals het aanleggen van bouwwegen, het aanplanten van houtgewas, het plaatsen van camera’s en het plaatsen van een hekwerk met poort. De beoogde locatie van het zonnepark ligt ten noorden van de kern van Oosterhout, net ten zuiden van de A59. Het zonnepark maakt deel uit van een gebied dat wordt aangeduid als het "Energiepark A59", dat verder bestaat uit twee windturbines. De procedure over de voor deze twee windturbines verleende omgevingsvergunning, met het zaaknummer 202303262/1/R2, is op dezelfde zitting van de Afdeling van 24 april 2025 behandeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4559
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202302237/1/R2

202303062/1/R3

Bij besluit van 6 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan [belanghebbende] een omgevingsvergunning verleend voor het vergroten van de woning op het perceel [locatie A] in Den Haag door het maken van een dakuitbouw. [belanghebbende] heeft op 29 juni 2020 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het vergroten van de woning op het perceel door het maken van een dakuitbouw. Het college heeft de omgevingsvergunning op 6 oktober 2020 verleend op grond van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo. [appellant] woont op het perceel [locatie B] in Den Haag en heeft bezwaren tegen het bouwplan. [appellant] betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4546
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202303062/1/R3

202303262/1/R2

Bij besluit van 6 april 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oosterhout een omgevingsvergunning verleend Eneco Wind B.V. voor de realisatie en het gebruik van twee windturbines en bijbehorende voorzieningen voor een periode van 25 jaar nabij de Statendamweg en de Hillenweg te Oosterhout, en voor het maken van een uitweg en het vellen of doen vellen van een houtopstand op of nabij die locatie. De twee windturbines maken onderdeel uit van een gebied dat wordt aangeduid als het Energiepark A59, dat ook een zonnepark omvat. De windturbines hebben een maximale tiphoogte van 235 m, een maximale ashoogte van 170 m en rotordiameter van 170 m. De procedure over de voor het zonnepark verleende omgevingsvergunning, met het zaaknummer 202302237/1/R2, is op dezelfde zitting van de Afdeling van 24 april 2025 behandeld. Milieuvereniging Oosterhout en anderen kunnen zich niet verenigen met de omgevingsvergunning vanwege onder meer de impact van de windturbines op het milieu, het landschap en de aanwezige natuurwaarden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4560
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Milieu - Overige
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202303262/1/R2

202303755/1/A3

Bij besluit van 15 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een aanvraag van [wederpartij] om een bewonersparkeervergunning afgewezen. [wederpartij] was tussen november 2004 en september 2020 in het bezit van een bewonersparkeervergunning. Het college heeft deze bewonersvergunning in september 2020 gedeactiveerd omdat [wederpartij] de parkeergelden niet heeft voldaan. [wederpartij] heeft geprobeerd deze deactivering ongedaan te maken en opnieuw een bewonersvergunning aangevraagd. Het college heeft deze aanvraag afgewezen omdat op het aanvraagadres al een bedrijfsparkeervergunning is verleend. In het betreffende vergunningsgebied kan maximaal één bewonersvergunning worden verleend, verminderd met het aantal reeds verleende bedrijfsvergunningen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vermelding in het digitale systeem, waarin de einddatum van de bewonersvergunning is vastgesteld op 24 september 2020, is aan te merken als een schriftelijke beslissing van het college, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4528
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202303755/1/A3

202303899/1/R3

Bij besluit van 9 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westerwolde aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor het aanpassen van de openbare weg op de locatie nabij [locatie 1] in Ter Apel. [partij] wil op de locatie achter [locatie 1], nabij de hoek van de Hoofdstraat en de [locatie 2] woningen bouwen. Voor de realisering van haar plan is het nodig om de openbare weg aan te passen. Om dit te mogen doen, heeft zij een vergunningaanvraag ingediend bij het college. Over de verlening van die aangevraagde vergunning gaat deze zaak. Het college heeft bij besluit van 9 november 2020 op de aanvraag beslist en daarbij aan [partij] een omgevingsvergunning verleend, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder d, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor het aanpassen van de openbare weg.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4520
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202303899/1/R3

202304117/1/R2

Bij besluit van 16 september 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zundert de aanvraag van [bedrijf] voor een omgevingsvergunning voor het tijdelijk plaatsen van wandelkappen op de percelen sectie I, [locatie 1], [locatie 2], en [locatie 3], aan de Boomkensevaart ongenummerd in Rijsbergen niet in behandeling genomen. [bedrijf] wil tijdelijk wandelkappen op de percelen oprichten voor het kweken van zacht fruit. Met het tijdelijk oprichten van de wandelkappen wil [bedrijf] de productieomstandigheden op de percelen verbeteren. Het college heeft een omgevingsvergunning verleend voor de activiteit bouwen en daaraan voorschriften verbonden. [appellant] woont in de buurt van de percelen en is het niet eens met het verlenen van de omgevingsvergunning. Hij heeft zicht op de percelen waar de wandelkappen worden opgericht en vindt dat de wandelkappen een aantasting van de omgeving zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4554
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202304117/1/R2

202304146/1/R2

Bij besluit van 9 december 2021 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant aan [appellant A] een vergunning op grond van artikel 2.7 van de Wet natuurbescherming verleend voor de wijziging van een melkveehouderij aan de [locatie] in Alphen. [appellant A] exploiteert een melkrundveehouderij aan de [locatie] in Alphen. De veehouderij is gelegen nabij stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. Voor de exploitatie van het bedrijf is op 11 december 2015 een vergunning verleend met toepassing van het Programma Aanpak Stikstof 2015-2021 voor 571 melk- en kalfkoeien, 122 stuks vrouwelijk jongvee, 1 fokstier en 5 paarden. De natuurvergunning uit 2015 ziet onder andere op 200 melk- en kalfkoeien in stal 5a met emissiearm stalsysteem A1.28 en 251 melk- en kalfkoeien in stal 5b met emissiearm stalsysteem A1.13. [appellant A] heeft op 20 augustus 2019 een natuurvergunning aangevraagd voor de wijziging van de melkveehouderij. De aanvraag heeft betrekking op het houden van 547 melk- en kalfkoeien, 50 stuks vrouwelijk jongvee en 5 paarden. Ten opzichte van de natuurvergunning uit 2015 neemt het aantal melk- en kalfkoeien en jongvee af. Ook worden de stalsystemen in stallen 2 en 5a gewijzigd. Verder worden de verdeling van het veebestand over de stallen en de indeling van de stallen gewijzigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4555
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202304146/1/R2

202304434/1/R3

Bij besluit van 17 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westerwolde aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van 11 woningen op de locatie achter [locatie 1], nabij de hoek van de Hoofdstraat en de Stationsstraat in Ter Apel. Ter plaatse gelden de regels van het bestemmingsplan "Ter Apel Dorp". Het bouwplan van [partij] is niet in overeenstemming met dit bestemmingsplan. [appellant] is eigenaar van twee panden aan de [locatie 2] in Ter Apel die hij verhuurt. Zijn panden staan in de directe omgeving van het bouwplan. [appellant] is het niet eens met het bouwplan. [appellant] heeft op de zitting naar voren gebracht dat hij voornamelijk vreest dat het bouwplan er toe leidt dat er voor zijn panden parkeeroverlast zal ontstaan, omdat er te weinig parkeerplaatsen in de directe omgeving overblijven. De huurders van zijn panden zullen daar nadeel van ondervinden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4521
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202304434/1/R3

202305151/1/A2

Bij besluit van 10 maart 2021 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat het verzoek van [appellante] om vergoeding van schade afgewezen. [appellante] heeft in 2003 een woonark van iets meer dan 19 meter lang en iets meer dan 5 meter breed laten bouwen en in eigendom verkregen. De woonark bestaat uit een betonnen casco met een houten opbouw. Zij heeft deze woonark aan de Bergse [locatie] te Rotterdam laten leggen. De woonark ligt vast door middel van twee metalen beugels, die elk zijn bevestigd rond een meerpaal, en drijft op het water. De waterkavel, de grond daaronder en de grond aan de wal zijn eigendom van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. Het Hoogheemraadschap heeft [appellante] een vergunning verleend voor het hebben en onderhouden van een woonark en twee meerpalen met ligplaats. Het Hoogheemraadschap heft precariobelasting voor de woonark. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft [appellante] een overdraagbare ligplaatsvergunning voor onbepaalde tijd verleend. Hiervoor betaalt zij maandelijks liggeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4532
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202305151/1/A2

202305288/1/R2

Bij besluit van 12 oktober 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland aan Stichting Voorlinden een vergunning op grond van artikel 2.7 van de Wet natuurbescherming verleend voor de aanleg en het gebruik van een parkeerterrein en de uitbreiding inclusief het gebruik daarvan van een bestaand parkeerterrein aan de Buurtweg 90 in Wassenaar. Stichting Voorlinden exploiteert een museum aan de Buurtweg 90 in Wassenaar. Het museum ligt op het terrein van het landgoed Voorlinden. Dat landgoed ligt voor een deel in en voor het overige naast het Natura 2000-gebied "Meijendel & Berkheide". Het museum ligt niet in het natuurgebied. Stichting Voorlinden heeft op 31 maart 2020 een natuurvergunning aangevraagd voor de wijziging van het museum. De aanvraag heeft betrekking op de aanleg van het tweede parkeerterrein en de uitbreiding van het bestaande parkeerterrein voor busparkeerplaatsen. MOB betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het college bij verlening van de natuurvergunning ten onrechte alleen de gevolgen van de stikstofdepositietoename vanwege de wijziging van het project en niet de gevolgen van het gehele project na wijziging heeft onderzocht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4556
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202305288/1/R2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202305288/1/R2

202305493/1/V6

Bij besluit van 18 november 2013 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het Nederlanderschap van [appellant sub 2] ingetrokken. Bij besluit van 22 juli 2020 heeft de staatssecretaris het door [appellant sub 2] daartegen gemaakte bezwaar opnieuw ongegrond verklaard. [appellant sub 2] is geboren op [geboortedatum] 1949 in Rwanda. In 1997 is hij Nederland ingereisd. Op 7 oktober 1997 heeft de minister [appellant sub 2] toegelaten als vluchteling en hem een verblijfsvergunning verleend. Bij Koninklijk Besluit van 25 februari 2003 heeft [appellant sub 2] het Nederlanderschap verkregen. De minister heeft het Nederlanderschap van [appellant sub 2] bij besluit van 18 november 2013 ingetrokken op grond van artikel 14, eerste lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap, omdat [appellant sub 2] in de toelatings- en naturalisatieprocedure heeft gezwegen over zijn rol bij de genocide in Rwanda in 1994. Volgens de minister wist [appellant sub 2] of kon hij in ieder geval redelijkerwijs vermoeden dat die informatie relevant was voor de beoordeling van zijn verzoek om verlening van het Nederlanderschap.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4533
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202305493/1/V6

202305824/1/R2

Bij besluit van 27 juni 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Altena het wijzigingsplan "Kern Uitwijk: Cronenburg ong." vastgesteld. Het wijzigingsplan voorziet in de mogelijkheid om maximaal vijf woningen te realiseren op de onbebouwde gronden tussen de straten Cronenburg, Doctor H. Colijnstraat en het Uitwijks Dijkje in Uitwijk. De bestemming van de gronden wordt daartoe gewijzigd van "Agrarisch met waarden - Landschapswaarden" naar "Wonen-1". De gronden zijn in de huidige situatie als grasveld ingericht, waarbij het noordelijke deel wordt gebruikt als trap- en speelveldje. M3 Architecten is initiatiefnemer van het plan en het college heeft hieraan medewerking verleend. [appellant sub 1] woont aan de [locatie], naast de gronden waar twee van de vijf woningen zijn voorzien. Hij is het niet eens met het plan, onder meer omdat volgens hem de noordelijke (twee-onder-een-kap-)woningen te dicht bij zijn woning komen en de extra woningen leiden tot verkeersoverlast. Niet in geschil is dat wordt voldaan aan de voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid in artikel 4.7.2 van het bestemmingsplan "WAAU-2017".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4534
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202305824/1/R2

202305920/1/A3

Bij besluit van 17 maart 2022 heeft de AP een door [appellant] op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming ingediende klacht, met daarbij een verzoek om corrigerende maatregelen te nemen, afgewezen. [appellant] heeft in het kader van een geschil met zijn voormalig werkgever, Prime Vision B.V., drie klachten ingediend bij de AP over de verwerking van persoonsgegevens door Prime Vision. Naar aanleiding van de eerste twee klachten heeft de AP brieven gestuurd aan Prime Vision om haar te wijzen op haar verplichtingen op grond van de AVG. Bij het besluit van 17 maart 2022 heeft de AP de derde klacht, met daarbij een verzoek om corrigerende maatregelen te nemen, afgewezen, omdat nader onderzoek nodig is om vast te kunnen stellen of zich een overtreding voordoet. De AP heeft besloten om niet over te gaan tot nader onderzoek, omdat de klacht niet voldoet aan de prioriteringscriteria voor klachtenonderzoek op grond van de Beleidsregels prioritering klachtenonderzoek AP. De AP heeft het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4527
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202305920/1/A3

202305954/1/A3

Bij besluit van 14 januari 2022 heeft de Autoriteit Persoonsgegevens aan [appellante sub 2] een boete van € 25.000,00 opgelegd wegens overtreding van artikel 12, tweede lid, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. [appellante sub 2] publiceert tijdschriften waarop klanten een abonnement kunnen afsluiten. [appellante sub 2] verwerkt in het kader van die abonnementen persoonsgegevens van haar abonnees. De AP heeft geconstateerd dat [appellante sub 2] het recht van betrokkenen op inzage en wissing niet heeft gefaciliteerd zoals vereist in artikel 12, tweede lid, van de AVG. [appellante sub 2] vroeg aan betrokkenen die buiten de online inlogomgeving van [appellante sub 2] een verzoek deden om uitoefening van hun recht op inzage in of wissing van hun persoonsgegevens, standaard en op voorhand om hun identiteit te bevestigen met een kopie van hun identiteitsbewijs. Dit deed [appellante sub 2] zonder van tevoren te beoordelen of de desbetreffende verzoeker op een andere, minder ingrijpende wijze kon worden geïdentificeerd. In een besluit van 14 januari 2022 heeft de AP aan [appellante sub 2] daarom een boete van € 525.000,00 opgelegd wegens overtreding van artikel 12, tweede lid, van de AVG.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4562
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Boete
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202305954/1/A3

202306451/1/A3

Bij besluit van 8 maart 2021 heeft de burgemeester van Heerlen voorschriften gesteld aan de demonstratie van de Klimaatcoalitie van 14 maart 2021. De Klimaatcoalitie heeft op 19 januari 2021 een kennisgeving gedaan van de demonstratie ‘Klimaatalarm 2021’ in Heerlen op 14 maart 2021 in de vorm van een stilstaand protest. De burgemeester heeft in het besluit van 8 maart 2021 op grond van artikel 5 van de Wet openbare manifestaties verschillende voorschriften aan de demonstratie verbonden. Hij heeft zijn voorschriften mede gebaseerd op de destijds geldende ‘Tijdelijke regeling maatregelen COVID-19’. De rechtbank heeft geoordeeld dat de burgemeester niet als voorschrift mocht stellen dat de Klimaatcoalitie zelf demonstranten moest wegsturen als het maximum van 200 demonstranten zou zijn bereikt. Daarnaast mocht de burgemeester niet als voorschrift stellen dat de Klimaatcoalitie de namen van de sprekers tijdig van tevoren aan de gemeente doorgeeft. Die informatie is onlosmakelijk verbonden met de boodschap van de demonstratie en daar mag de burgemeester zich niet mee bemoeien. Bovendien is dat voorschrift niet noodzakelijk, gelet op het voorschrift dat maximaal 200 demonstranten aanwezig mochten zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4522
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202306451/1/A3

202307546/1/R2

Bij besluit van 26 september 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "Lubberstraat 4" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft [appellant A] en [appellant B] beroep ingesteld. Het plan maakt de bouw van 20 woningen mogelijk, waarvan 10 rijwoningen en 10 twee-onder-een-kapwoningen. Het plangebied bevindt zich ten zuiden van de Meester de Weertstraat en ten westen van de Lubberstraat te Spoordonk. [appellant A] en [appellant B] wonen aan de [locatie], tegenover het plangebied. [appellant A] en [appellant B] voeren aan dat het bestreden plan in strijd is met de Gebiedsvisie Lubberstraat Spoordonk (hierna: de Gebiedsvisie) van 23 juli 2019. Zo wordt in de Gebiedsvisie gesproken over een mogelijke uitbreiding naar vijf of negen woningen. Het bestemmingsplan voorziet in de mogelijkheid tot het bouwen van 20 woningen. Daarnaast worden er in het bestreden plan twee hoofdvolumes georiënteerd op de Lubberstraat mogelijk gemaakt. Dit is in strijd met de Gebiedsvisie, waarin staat dat er maar één hoofdvolume moet zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4548
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202307546/1/R2

202307588/1/A2

Bij besluit van 14 juli 2022 heeft de minister Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan [appellant] als kapitein van vaartuig […] zeven punten toegekend voor het op 17, 18 en 28 mei 2021 vissen zonder geldige vergunning of machtiging. De minister heeft aan [appellant] zowel in zijn hoedanigheid van kapitein van vaartuig [...], als in zijn hoedanigheid van houder van de visvergunning met nummer 124075, toegekend aan vaartuig [...], punten toegekend voor het begaan van een ernstige inbreuk op het Europese Gemeenschappelijke Visserijbeleid. De minister heeft aan de toekenning van de in totaal veertien punten ten grondslag gelegd dat [appellant] op 17, 18 en 28 mei 2021 zonder geldige visvergunning met vissersboot [...] met staand want heeft gevist in het Brouwershavensche Gat. De staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur heeft aangevoerd dat de toegekende punten na verloop van drie jaar zijn geschrapt, omdat [appellant] sinds de toekenning daarvan geen nieuwe ernstige inbreuk heeft begaan en dat hij daarom geen procesbelang meer heeft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4547
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202307588/1/A2

202400521/1/A2

Bij besluit van 31 mei 2022 heeft de de Dienst Wegverkeer een verzoek van [wederpartij] om de in het kentekenregister geregistreerde CO2-uitstoot van het voertuig met kenteken [kenteken], afgewezen. De CO2-uitstoot van een voertuig is van belang voor de hoogte van de belasting op grond van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992. Hoe hoger de uitstoot, hoe hoger de bpm. [wederpartij] heeft een naheffingsaanslag bpm ontvangen van de inspecteur van de Belastingdienst. Volgens de Belastingdienst blijkt namelijk uit het kentekenregister van de RDW dat de CO2-uitstoot van het voertuig hoger is dan [wederpartij] bij de bpm-aangifte heeft opgegeven. [wederpartij] heeft het voertuig uit Zwitserland ingevoerd. Om het voertuig in het Nederlandse kentekenregister in te schrijven, heeft hij het voertuig in maart 2020 bij een keuringsstation van de RDW aangeboden. Daarbij heeft hij het Zwitserse kentekenbewijs overgelegd. Omdat daarop geen CO2-uitstoot of een Europese typegoedkeuring waren vermeld, heeft de RDW de CO2-uitstoot berekend volgens de zogenoemde Scandinavische rekenmethode.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4535
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202400521/1/A2

202400907/1/R4

Bij besluit van 3 november 2021 heeft het college aan de maatschap [maatschap] een omgevingsvergunning verleend voor het milieuneutraal wijzigen van de bestaande inrichting op het perceel aan de [locatie]. De [maatschap] is werkzaam in de branche opfokken en/of houden van vleeskuikens. Zij heeft een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het milieuneutraal wijzigen van de inrichting op het perceel aan de [locatie] ingediend. Zij wil een overdekte uitloop realiseren aan de bestaande stallen van de inrichting. Op het aanvraagformulier is aangegeven dat er geen wijziging is van een stalsysteem, dat er geen wijziging is in het aantal dieren en dat er geen wijziging is in de klimaatregeling, waardoor de milieueffecten in de omgeving gelijk zijn aan de situatie waarvoor op 29 oktober 2013 een omgevingsvergunning milieu is verleend. Een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming is op 9 november 2012 verleend. [appellanten] kan zich niet vinden in het besluit van 3 november 2021.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4518
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202400907/1/R4

202402702/1/A3

Bij brief van 25 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellante] bericht dat zij van het postadres van de gemeente Amsterdam gebruik mag maken. [appellante] heeft op 29 april 2019 een aanvraag om bijstandsverlening gedaan bij het college. Het college heeft de aanvraag destijds buiten behandeling gesteld en het bezwaar van [appellante] daartegen ongegrond verklaard. In hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep hebben partijen op 17 mei 2021 geschikt. De schikking hield in dat het college vanaf 17 december 2020 aan [appellante] bijstand zou verlenen naar de norm voor een dakloze en dat zij gedurende de verlening van bijstand gebruik mocht maken van het postadres van het college. Bij besluit van 18 juni 2021 heeft het college aan [appellante] de bijstandsuitkering toegekend. In dat besluit staat ook dat zij al een postadres van het college heeft en dat zij dit behoudt zolang zij bijstand ontvangt of tot het moment dat zij een eigen woning heeft. Daarnaast heeft het college bij brief van 25 juni 2021 aan [appellante] toestemming verleend om gebruik te maken van het postadres van de gemeente Amsterdam.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4550
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202402702/1/A3

202402735/1/A2

Bij besluit van 6 april 2022 heeft de minister van Infrastructuur aan [appellant A] en [appellant B] een schadevergoeding van € 45.000,- toegekend en een vergoeding van € 2.400,- voor tijdelijke derving van woongenot, vermeerderd met de wettelijke rente. Daarnaast heeft de minister een vergoeding van € 1.750,- toegekend voor kosten van door een derde verleende rechtsbijstand. [appellant A] en [appellant B] zijn eigenaar van een bedrijfswoning met bijbehorende bedrijfsopstallen aan de [locatie] in Haaksbergen. Zij exploiteren op dit perceel een aannemersbedrijf en een agrarisch bedrijf (veehouderij). Bij brief van 2 april 2020 hebben [appellant A] en [appellant B] de minister verzocht om vergoeding van de schade die zij hebben geleden als gevolg van het bij besluit van 20 augustus 2013 vastgestelde Tracébesluit N18 Varsseveld - Enschede (hierna: het Tracébesluit). Het Tracébesluit voorziet voor het tracégedeelte tussen Groenlo en Haaksbergen in de aanleg van het nieuwe tracé van de N18 in de nabijheid van de bedrijfswoning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4536
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202402735/1/A2

202403327/1/R3

Bij besluit van 26 maart 2024 heeft de raad van de gemeente Dantumadiel het bestemmingsplan "Damwâld - Woningen Camstrastrjitte" vastgesteld. Het plan voorziet in de ontwikkeling van zes woningen op een deel van een bestaande groenstrook op de hoek van de Ald Mear met de Camstrastrjitte in Damwâld. Aan de gronden zijn de bestemmingen "Wonen", met daarbinnen vier bouwvlakken, en "Tuin" toegekend. In het voormalige bestemmingsplan hadden de gronden van het plangebied de bestemming "Groen". [appellant sub 1] en [appellant sub 2] wonen in de omgeving van het plangebied. Zij kunnen zich niet met het plan verenigen, met name omdat zij vrezen dat de ontwikkeling verschillende nadelige gevolgen heeft voor hun woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4537
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202403327/1/R3

202403951/1/A2

Bij besluit van 4 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westerveld het verzoek van de vereniging om met een verkeersbesluit de maximumsnelheid op een gedeelte van de Doldersummerweg in Diever te verlagen naar 30 km/u afgewezen. Langs de wijk Midzomer in Diever loopt de Doldersummerweg. Dit is een geasfalteerde weg voor gemengd gebruik die doodloopt en overgaat in een fietspad. De vereniging wenst met het oog op de verkeersveiligheid dat op het gedeelte van de Doldersummerweg, vanaf de afslag van de N855, de maximumsnelheid wordt verlaagd naar 30 km/u. De reden hiervoor is dat de weg grenst aan een camping en wordt gebruikt door voetgangers en kleine kinderen. Bovendien is de snelheid in de aanliggende wijk Midzomer ook 30 km/u. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college tot de conclusie mocht komen dat een verlaging van de maximumsnelheid naar 30 km/u niet is vereist ter verzekering van de veiligheid op de weg of ter bescherming van weggebruikers en passagiers.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4558
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202403951/1/A2

202404452/1/A2

Bij besluit van 4 mei 2023 heeft het college bepaald dat het [appellant] geen dwangsom is verschuldigd wegens het niet tijdig nemen van een beslissing. Op 28 februari 2023 heeft het college achttien brieven van [appellant] ontvangen, waarin hij, over de periode van maart 2023 tot en met augustus 2024, per afzonderlijke maand heeft verzocht om toekenning van een tegemoetkoming in de kosten van opvang van zijn zoon op basis van een sociaal-medische indicatie. Bij besluit van 6 april 2023 heeft het college deze aanvragen met toepassing van artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling gesteld, omdat [appellant] de voor de beoordeling van de aanvragen benodigde gegevens niet binnen de daartoe gestelde termijn had aangeleverd. Bij brief van 26 april 2023 heeft [appellant] het college in gebreke gesteld wegens het uitblijven van besluiten op zijn achttien aanvragen. Hierop heeft het college het in het procesverloop van deze uitspraak vermelde besluit van 4 mei 2023 genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4515
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202404452/1/A2

202405145/3/R3

Bij tussenuitspraak van 26 maart 2025 (ECLI:NL:RVS:2025:1218) heeft de Afdeling de raad van de gemeente Westerveld opgedragen om binnen 16 weken na verzending van de tussenuitspraak het daarin geconstateerde gebrek in het besluit van de raad van 18 juni 2024 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Valderse III" te herstellen.Bij besluit van 24 juni 2025 heeft de raad het bestemmingsplan "Valderse III" gewijzigd. J.C. van Kooten en Zonen wil een gebied aan de oostrand van Dwingeloo, ten zuiden van het bedrijventerrein De Valderse, ontwikkelen tot woningbouwlocatie voor ongeveer 100 woningen. Om deze ontwikkeling mogelijk te maken, heeft de raad bij besluit van 18 juni 2024 het bestemmingsplan "Valderse III" gewijzigd vastgesteld. Jatin is gevestigd aan de Nijverheidsweg 18 op het bedrijventerrein De Valderse. De bedrijfsactiviteiten bestaan uit het ontwerpen en produceren van buitenverblijven, chalets, vakantiewoningen en houtskeletbouw. Zij vreest onder meer dat de nieuwe woningen zullen leiden tot een belemmering van de bedrijfsvoering en de uitbreidings- en wijzigingsmogelijkheden van haar bedrijf.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4539
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Drenthe
  • uitspraakin de zaak202405145/3/R3

202405179/1/A3

Bij besluit van 4 november 2022 heeft de Commissie Werkelijke Schade een verzoek van [appellante] om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet open overheid afgewezen. Bij e-mailbericht van 18 oktober 2022 heeft [appellante] de Commissie verzocht om openbaarmaking op grond van de Woo van, voor zover hier van belang, alle door de Commissie aan de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen uitgebrachte adviezen. [appellante] betoogt onder meer dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de Commissie openbaarmaking van alle adviezen met toepassing van artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder e, van de Woo, mocht weigeren. Hierbij voert zij aan dat de rechtbank heeft miskend dat het mogelijk moet zijn om de adviezen openbaar te maken met weglakking van informatie die de adviezen tot individuele ouders herleidbaar maakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4525
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202405179/1/A3

202406027/1/A2

Bij besluit van 24 februari 2022 heeft het college op verzoek van [appellant] een ontheffing aan hem verleend, zodat hij onder voorwaarden met zijn auto over het (brom)fietspad op de Wheredijk in Purmerend naar zijn woonark kan rijden. Verder heeft het college alle eerder verleende ontheffingen ingetrokken. [appellant] woont in een woonark aan de [locatie] in Purmerend. Over de Wheredijk loopt een fiets/bromfietspad dat in beheer is bij het college. Er is geen rijbaan aanwezig, waardoor auto’s niet over de dijk mogen rijden. Omdat de woonarken aan de Wheredijk niet op een andere manier te bereiken zijn, moet [appellant] over het fietspad rijden om zijn woonark met de auto te bereiken. Het college heeft na advies van verkeersdeskundig adviesbureau DTV Consultants van 24 maart 2021 een aantal aanpassingen doorgevoerd op de Wheredijk. Zo heeft het college onder meer het fietspad voor autoverkeer fysiek afgesloten door middel van drie (afzinkbare) palen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de intrekking van de (eventueel) eerder verleende ontheffingen en de nieuw verleende ontheffing, met de daaraan verbonden voorschriften, in stand kunnen blijven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4545
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202406027/1/A2

202406075/1/A2

Bij besluit van 24 februari 2022 heeft het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier op verzoek van [appellant] een ontheffing aan hem verleend, zodat hij onder voorwaarden met zijn auto over het (brom)fietspad op de Wheredijk in Purmerend naar zijn woonark kan rijden. Verder heeft het college alle eerder verleende ontheffingen ingetrokken. [appellant] woont in een woonark aan de [locatie] in Purmerend. Over de Wheredijk loopt een fiets/bromfietspad (hierna: fietspad) dat in beheer is bij het college. Er is geen rijbaan aanwezig, waardoor auto’s niet over de dijk mogen rijden. Omdat de woonarken aan de Wheredijk niet op een andere manier te bereiken zijn, moet [appellant] over het fietspad rijden om zijn woonark met de auto te bereiken. Het college heeft na advies van verkeersdeskundig adviesbureau DTV Consultants van 24 maart 2021 een aantal aanpassingen doorgevoerd op de Wheredijk. Zo heeft het college onder meer het fietspad voor autoverkeer fysiek afgesloten door middel van drie (afzinkbare) palen. Het afzinken van de palen kan worden bediend met een toegangspas.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4544
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202406075/1/A2

202406303/1/A2

Bij besluit van 2 december 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de parkeervergunning van [appellant] per 1 oktober 2022 ingetrokken. Het college heeft de parkeervergunning van [appellant] bij het besluit van 2 december 2021, gehandhaafd bij het besluit van 13 juni 2022, ingetrokken, omdat bewoners op zijn adres niet in aanmerking komen voor een parkeervergunning. In het besluit van 16 mei 2024 is het college teruggekomen op dat besluit, omdat de situatie van [appellant] onder een overgangsregeling valt. [appellant] heeft verzocht om een vergoeding voor de schade die hij heeft geleden als gevolg van het besluit van 2 december 2021. Hij heeft verzocht om een schadevergoeding van € 832,40. Dat bedrag bestaat uit de kosten die hij in de periode van 1 oktober 2022 tot en met 11 november 2022 heeft gemaakt voor negen parkeerboetes en een wielklem.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4523
Datum uitspraak
24 september 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202406303/1/A2
12...1.210volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon