Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 25 april 2023 heeft de korpschef toestemming onthouden om [appellant] beveiligingswerkzaamheden te laten verrichten. [appellant] is in de tweede helft van 2022 begonnen met een éénjarige opleiding Beveiliging. Het stageonderdeel van deze opleiding zou hij doen bij het beveiligingsbedrijf 24U7 Smart Security B.V. Om [appellant] in het kader van de stage beveiligingswerkzaamheden te laten verrichten, heeft het beveiligingsbedrijf volgens artikel 7, tweede lid, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus, toestemming van de korpschef nodig. Hiervoor heeft het beveiligingsbedrijf op 8 december 2022 een aanvraag bij de korpschef ingediend. Bij het besluit van 25 april 2023 heeft de korpschef de toestemming krachtens artikel 7, vierde lid, van de Wpbr, onthouden, omdat [appellant] volgens de korpschef niet beschikt over de bekwaamheid en betrouwbaarheid die nodig zijn voor het te verrichten werk. [appellant] betoogt in hoger beroep dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de korpschef de terugkijktermijn van vier jaar niet hoefde te verkorten.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1794
- Datum uitspraak
- 8 mei 2024
- Voorlopige voorziening / hoofdzaak
- Beveiligingswerkzaamheden
Bij besluit van 26 oktober 2023 heeft de raad van de gemeente Sint-Michielsgestel het bestemmingsplan "Rietstok, Gemonde" vastgesteld. Het bestemmingsplan "Rietstok, Gemonde" maakt de bouw van 28 woningen mogelijk, deels buiten het bestaand stedelijk gebied. [verzoeker] en anderen vrezen onder meer dat het bestemmingsplan leidt tot grondwateroverlast. Ook vinden zij dat de raad ten onrechte niet heeft getoetst aan de ladder voor duurzame verstedelijking. Daarom hebben zij beroep ingesteld tegen de vaststelling van het bestemmingsplan en gevraagd de voorlopige voorziening te treffen dat het bestemmingsplan wordt geschorst, zolang de Afdeling nog niet op het beroep heeft beslist.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1944
- Datum uitspraak
- 8 mei 2024
- Voorlopige voorziening
- RO - Noord-Brabant
Bij besluit van 12 april 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wijdemeren aan [verzoeker] een last onder dwangsom opgelegd wegens overtreding van artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening Wijdemeren 2018. De last is opgelegd naar aanleiding van een verzoek om handhaving van [partij A] en [partij B]. [verzoeker] is eigenaar van de weg en de berm over een lengte van 31 m voor de woning van [partij] aan [locatie] te Nederhorst den Berg. [partij] eigende zich volgens hem tijdens de bouw van haar woning de berm toe, onder meer door graafwerkzaamheden en het willen aanleggen van een inrit. Daarom wil [verzoeker] zijn eigendom afbakenen en voorkomen dat de berm opnieuw door [partij] ten onrechte wordt gebruikt. Daartoe heeft [verzoeker] in de berm, langs de erfgrens met [locatie], stalen palen in de grond aangebracht en liggend daarvoor betonnen balken geplaatst. Het college stelt dat de palen en balken de bruikbaarheid van de weg aantasten, omdat de situatie verkeersonveilig is.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1913
- Datum uitspraak
- 8 mei 2024
- Voorlopige voorziening
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
In de uitspraak van 6 december 2023 heeft de Afdeling het hoger beroep van de Stichtingen gegrond verklaard, de aangevallen uitspraak vernietigd, het beroep van de Stichtingen gegrond verklaard, de besluiten op bezwaar van het college van 9 april 2021 vernietigd en de besluiten van het college van 23 juli 2019 en van 29 juli 2019 herroepen. De Stichtingen hebben de Afdeling verzocht het college te veroordelen tot vergoeding van de door hen daadwerkelijk gemaakte proceskosten in bezwaar, beroep en hoger beroep. In deze uitspraak beslist de Afdeling op dit verzoek. De Stichtingen hebben verzocht om vergoeding van de door hen gemaakte reiskosten. LO en StiL hebben ook verzocht om vergoeding van de daadwerkelijk gemaakte kosten voor rechtsbijstand in beroep en hoger beroep. Er mag volgens hen niet worden uitgegaan van het forfaitaire vergoedingenstelsel van het Besluit proceskosten bestuursrecht.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1954
- Datum uitspraak
- 8 mei 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- Geld
In de uitspraak van 6 december 2023 heeft de Afdeling het hoger beroep van de Stichtingen tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 18 december 2020 in zaak nr. 20/827 gegrond verklaard, die uitspraak vernietigd, het beroep van de Stichtingen tegen het besluit van het college van 10 maart 2020 gegrond verklaard en dat besluit vernietigd. De Stichtingen hebben de Afdeling verzocht het college te veroordelen tot vergoeding van de door hen gemaakte proceskosten in bezwaar, beroep en hoger beroep. In deze uitspraak beslist de Afdeling op dit verzoek. De Stichtingen hebben onder meer verzocht om het college te veroordelen tot vergoeding van de door hen gemaakte kosten in bezwaar.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1956
- Datum uitspraak
- 8 mei 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- Geld
Bij besluit van 2 februari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen (L) aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend voor het uitbreiden van de varkenshouderij aan de [locatie 1] en [locatie 2] in Siebengewald. [vergunninghoudster] exploiteert aan de [locatie 1] en [locatie 2] in Siebengewald een varkenshouderij waar in een aantal aaneengesloten stallen vleesvarkens en gespeende biggen worden gehouden. Bij besluit van 2 februari 2021 heeft het college aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen en in werking hebben van één centrale luchtwasser waarop alle stallen worden aangesloten en het houden van een groter aantal vleesvarkens en gespeende biggen. [appellant] betoogt dat de bij de aanvraag gevoegde ruimtelijke onderbouwing van 23 mei 2018 niet volstaat. Hij voert aan dat daarin ten onrechte staat dat de luchtwasser nog niet zal worden aangesloten op de stallen en dat er daarom ten onrechte van wordt uitgegaan dat de bestaande emissiepunten, de emissies en de dierbezetting niet wijzigen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1960
- Datum uitspraak
- 8 mei 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- Bouwen
- Vee e.a. dieren
Bij besluit van 23 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de aanvraag van [appellant] voor een omgevingsvergunning voor het splitsen van een woning aan [locatie 1] in Den Haag in twee woningen afgewezen. Bij besluit van 16 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellant] is eigenaar van de woning op [locatie 1] in Den Haag. Op het perceel geldt het bestemmingsplan "Statenkwartier". Daarin heeft het perceel onder meer de bestemming "Wonen - 1" gekregen. Volgens artikel 19.2.1, aanhef en onder e, van de planregels is het splitsen van een bestaande woning tot twee of meer zelfstandige woningen verboden. Op 9 april 2014 heeft het college een omgevingsvergunning verleend voor het vergroten van de woning door middel van het plaatsen van een dakopbouw. Op 17 augustus 2018 heeft [appellant] een omgevingsvergunning aangevraagd voor het bouwkundig splitsen van de (boven)woning van één naar twee woningen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1948
- Datum uitspraak
- 8 mei 2024
- Hoger beroep
- Bouwen
Bij besluit van 22 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wijchen aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een hekwerk op haar perceel aan [locatie] in Balgoij. Bij besluit van 1 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wijchen een handhavingsverzoek van HAJBA v.o.f. en anderen afgewezen. Bij besluit van 10 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wijchen het door HAJBA v.o.f. en anderen gemaakte bezwaar tegen het besluit van 22 oktober 2018 ongegrond verklaard. Op het hekwerk zou een doek worden bevestigd dat het perceel met de woning van [vergunninghouder] moet beschermen tegen drift van bestrijdingsmiddelen die worden gebruikt in de naastgelegen boomgaard. HAJBA v.o.f. en anderen zijn eigenaar van de naastgelegen boomgaard en hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Daarnaast hebben zij een handhavingsverzoek ingediend. Volgens hen zou niet voldaan zijn aan de voorwaardelijke verplichting uit het bestemmingsplan "Buitengebied Wijchen" om een voorziening aan te brengen die tot 99% driftreductie leidt.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1950
- Datum uitspraak
- 8 mei 2024
- Hoger beroep
- Bouwen
Bij besluit van 2 november 2020 heeft de burgemeester van Utrecht [appellant] gelast om geen inbrekerswerktuigen te vervoeren of bij zich te hebben op een openbare plaats in de gemeente Utrecht, onder oplegging van een dwangsom van € 2.500 per geconstateerde overtreding met een maximum van € 10.000. [appellant] is op 28 mei 2020 in de gemeente Utrecht aangehouden door de politie. Hij was in het bezit van zwarte werkhandschoenen, een grote schroevendraaier, twee zaklampjes en een plastic bakje met schroeven. Het college heeft [appellant] een last onder dwangsom opgelegd wegens overtreding van artikel 2:24, eerste lid, van de APV van de gemeente Utrecht. Daarin is bepaald dat het verboden is om op een openbare plaats inbrekerswerktuigen te vervoeren of bij zich te hebben. [appellant] is gelast om geen inbrekerswerktuigen te vervoeren of bij zich te hebben op een openbare plaats in de gemeente Utrecht. Als hij niet aan deze lastgeving voldoet, dan is hij een dwangsom van € 2.500 euro per overtreding verschuldigd, met een maximum van € 10.000. Bij besluit op bezwaar heeft de burgemeester de last onder dwangsom gehandhaafd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1978
- Datum uitspraak
- 8 mei 2024
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij besluit van 26 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Reimerswaal, opnieuw beslissend op een aanvraag van [de vennootschap], aan haar omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een melkgeitenstal aan de [locatie] in Rilland. [de vennootschap] wil op het perceel een melkgeitenhouderij met 1.125 melkgeiten en 800 opfokgeiten (400 opfokgeiten van 61 dagen tot een jaar en 400 opfokgeiten tot 61 dagen) exploiteren. In 2014 heeft zij het college gevraagd om omgevingsvergunning voor het bouwen van een nieuwe melkgeitenstal voor het houden van deze geiten. Het college heeft de gevraagde omgevingsvergunning verleend op 11 mei 2016. Deze omgevingsvergunning omvatte toestemmingen voor de activiteit bouwen, het uitvoeren van een activiteit waarvoor een beperkte milieutoets is vereist en het uitvoeren van activiteiten en/of werkzaamheden die een effect kunnen hebben op een beschermd natuurmonument of gebied dat als zodanig is aangewezen krachtens artikel 10 van de toen geldende Natuurbeschermingswet 1998.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1955
- Datum uitspraak
- 8 mei 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- Bouwen
- Vee e.a. dieren