Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.422
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202201852/1/A3

Bij besluit van 10 december 2021 heeft de minister een aanvraag van [appellant] voor een verklaring omtrent het gedrag afgewezen. Bij besluit van 25 februari 2022 heeft de minister het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [wederpartij] is rijinstructeur en dient in dat verband te beschikken over een VOG. Hij heeft een VOG aangevraagd omdat zijn WRM-bevoegdheidspas op 30 maart 2022 verloopt en hij een nieuwe bevoegdheidspas moet aanvragen met een geldigheidsduur van vijf jaar. Volgens de minister is aan het objectieve criterium voldaan, omdat in de justitiële gegevens vermeld staat dat [wederpartij] wordt verdacht van het seksueel binnendringen van het lichaam van een persoon beneden de 16 jaar en ontucht met misbruik van gezag. [wederpartij] zou dit delict bij zijn minderjarige stiefdochter hebben gepleegd in de periode van 1 januari 2019 tot en met 22 april 2021. Bij de beoordeling van het subjectieve criterium bestaat volgens de minister geen aanleiding om in de omstandigheden van het geval de VOG desondanks aan [wederpartij] te verlenen. De minister heeft daarom geweigerd aan [wederpartij] een VOG te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:816
Datum uitspraak
28 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak202201852/1/A3

202201911/4/R3

Bij tussenuitspraak van 27 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3630, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 16 weken na verzending van deze uitspraak de daar omschreven gebreken in het besluit van 15 februari 2022 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Waelpolder" te herstellen. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling de raad opgedragen de gebreken in het besluit van 15 februari 2022 te herstellen. De raad dient hiertoe: - artikel 13.2.2, onder a, van de planregels te wijzigen, zodat de bouwhoogte van de woontoren die is voorzien op de gronden met de bestemming "Woongebied - 3" 50 m bedraagt; - artikel 13.2.2, onder c, van de planregels te wijzigen, zodat duidelijkheid wordt geboden over de vraag wat onder een aanvaardbaar windklimaat moet worden verstaan. Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad met het herstelbesluit het bestemmingsplan "Waelpolder" opnieuw en gewijzigd vastgesteld door artikel 13.2.2, onder a en c, van de planregels te wijzigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:837
Datum uitspraak
28 februari 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202201911/4/R3

202203033/1/A3

Bij besluit van 13 april 2022 heeft de burgemeester van Rotterdam aan [appellant] een huisverbod en een contactverbod met partner en kinderen opgelegd voor de duur van tien dagen. [appellant] was getrouwd met [partij A]. Zij woonden samen met hun twee minderjarige kinderen. Op 13 april 2022 was er een incident in hun woning en is de politie ter plaatse gekomen. Uit het rapport van de politie volgt onder meer dat [appellant] en [partij A] al sinds 2013 problemen hadden. Ook staan zij onder bewind. Sinds de bewindvoering lopen de spanningen verder op. [partij A] was al langer van plan aangifte bij de politie te doen tegen [appellant]. Het zusje van [partij A] was van de geplande aangifte op de hoogte. Op de bewuste avond had [partij A] van haar zusje een bericht ontvangen over de geplande aangifte tegen [appellant]. [appellant] werd boos toen hij dat bericht las en probeerde [partij A] te wurgen, zo heeft [partij A] verklaard. Zij heeft diezelfde avond aangifte gedaan van mishandeling. Volgens Van de Bosch is [appellant] drugsverslaafd. Spanningen, ruzies en fysiek geweld komen volgens [partij A] vaker voor.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:829
Datum uitspraak
28 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Huisverbod
  • uitspraakin de zaak202203033/1/A3

202203663/1/A3

Bij besluit van 21 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam het verzoek van [appellante] om openbaarmaking op grond van de Wet openbaarheid van bestuur gedeeltelijk afgewezen.[appellante] was eigenaar van [café] in Amsterdam. Zij heeft in 2017 een exploitatievergunning en een Drank- en Horecavergunning aangevraagd. Het college heeft de exploitatievergunning geweigerd, omdat sprake zou zijn van slecht levensgedrag. Het college heeft de Drank- en Horecavergunning buiten behandeling gesteld. Als gevolg hiervan kon [appellante] haar onderneming niet exploiteren en heeft zij deze uiteindelijk beëindigd. Hierdoor stelt zij schade te hebben geleden. [appellante] heeft op 8 juni 2020 een Wob-verzoek over de weigering en de buitenbehandelingstelling ingediend. Zij heeft verzocht om alle onderliggende informatie/correspondentie/mails/adviezen die vanaf maart 2017 tot aan haar Wob-verzoek van 8 juni 2020 over haar aanvraag door de ambtelijke en bestuurlijke organisatie is gewisseld en alle correspondentie met eventuele derden waaronder ook (maar niet uitsluiteind) de eventuele correspondentie met de pandeigenaar en hoofdverhuurder.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:843
Datum uitspraak
28 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202203663/1/A3

202203708/1/R4 en 202300852/1/R4

Bij afzonderlijke besluiten van 29 september 2020 en 1 december 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht de afzonderlijke verzoeken van Beagle Vastgoed om intrekking dan wel wijziging van de voorschriften 10 en 11 van de op 29 november 2019 aan haar verleende omgevingsvergunning voor de oprichting van het kantoorpand aan De Corridor 3a te Breukelen, afgewezen. Beagle Vastgoed is projectontwikkelaar en eigenaar van het kantoorpand aan De Corridor 3a. Beagle Vastgoed betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft volstaan met de vernietiging van het besluit van 28 april 2021 en de opdracht aan het college om een nieuw besluit te nemen op haar bezwaren. Volgens haar had de rechtbank zelf in de zaak moeten voorzien door de besluiten van 29 september 2020 en 1 december 2020 te herroepen en de voorschriften 10 en 11 in te trekken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:827
Datum uitspraak
28 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202203708/1/R4 en 202300852/1/R4

202203831/1/R2

Bij besluit van 5 november 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Overijssel het verzoek van MOB en Leefmilieu om handhavend op te treden tegen [appellant] gevestigd aan de [locatie] in Kampen, afgewezen. De Afdeling doet vandaag uitspraak in drie zaken die gaan over verzoeken om handhavend optreden tegen zogenoemde PAS-melders. Dit zijn bedrijven die een melding hebben gedaan op grond van het Programma Aanpak Stikstof voor de wijziging, uitbreiding of oprichting van stikstofveroorzakende activiteiten. MOB heeft verzocht om handhavend optreden tegen de activiteiten van PAS-melders, omdat deze significante effecten kunnen veroorzaken op omliggende Natura 2000-gebieden, terwijl daarvoor geen natuurvergunning is verleend. Gedeputeerde staten van Utrecht en Overijssel hebben geweigerd om handhavend op te treden omdat volgens hen sprake is van bijzondere omstandigheden die nopen tot afzien van handhavend optreden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:838
Datum uitspraak
28 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202203831/1/R2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202203831/1/R2

202204340/1/R4

Bij besluit van 2 juni 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "Ede-Centrum e.o." vastgesteld. Het bestemmingsplan ziet op het centrum van Ede. Met het plan vervallen onbenutte detailhandelsmogelijkheden. [appellant A] woont aan [locatie 1]. Aan zijn perceel is de bestemming "Gemengd-5" toegekend. Die bestemming brengt onder meer met zich dat detailhandel daar niet langer mogelijk is. Daar komt [appellant A] in beroep tegenop. [appellant] betoogt dat de raad met het plan ten onrechte de detailhandelsmogelijkheid op zijn perceel heeft verwijderd. In de aanloop naar de bestemmingsplanwijziging in 2018 is een toezegging gedaan dat de detailhandelsfunctie op het perceel minimaal vijf jaar onaangeroerd zou blijven. [appellant] wil over enige tijd als aanvulling op zijn pensioen een lijstenmakerij of logement beginnen op zijn perceel. Ook dat laatste maakt het bestemmingsplan volgens hem ten onrechte niet mogelijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:833
Datum uitspraak
28 februari 2024
  • Hoger beroep
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202204340/1/R4

202204362/1/R4

Bij besluit van 30 mei 2022 heeft de raad van de gemeente Nijkerk het bestemmingsplan "Buitengebied Nijkerk 2017, veegplan 2" vastgesteld. Het plan heeft betrekking op het buitengebied van Nijkerk. Voor dat buitengebied is eerder het bestemmingsplan "Buitengebied Nijkerk 2017, veegplan 1" (hierna: het voorgaande plan) vastgesteld. Het plangebied van het voorliggende plan is nagenoeg gelijk aan het plangebied uit het voorgaande plan. Na vaststelling van het voorgaande plan is gebleken dat in het gebied kleine planologische correcties en aanpassingen wenselijk zijn. Het voorliggende plan voorziet daarin. [appellante] woont aan de [locatie A] in Nijkerkerveen. Zij is eigenaar van het aan de voorzijde van dat adres grenzende perceel Klaarwaterweg ongenummerd, kadastraal bekend als gemeente Nijkerk, sectie […], nummer […]. Het plan wijzigt de bestemming van het perceel van "Wonen" naar "Agrarisch". [appellante] is het niet eens met deze wijziging en heeft daarom beroep tegen het plan ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:847
Datum uitspraak
28 februari 2024
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202204362/1/R4

202204692/1/A2

Bij besluit van 26 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd van € 20.500,00 wegens het zonder vergunning onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning. [appellante] is eigenaar van de woning aan de [locatie] in Amsterdam. Naar aanleiding van een melding van woonfraude van 25 september 2018 heeft het college besloten om onderzoek in te stellen naar het gebruik van de woning. Op 30 september 2018 hebben toezichthouders van de gemeente Amsterdam de woning bezocht. Op dat moment stonden op het adres van de woning twee personen ingeschreven in de basisregistratie personen, waaronder [persoon]. De toezichthouders hebben in de woning vier toeristen aangetroffen. Een van de toeristen heeft verklaard dat zij de woning voor drie nachten, van 28 september tot 1 oktober 2018, hadden geboekt via airbnb.nl. De toerist heeft verder verklaard dat hij de hele woning tot zijn beschikking had. Tijdens het huisbezoek hebben de toezichthouders geen persoonlijke eigendommen aangetroffen die volgens hen zouden kunnen toebehoren aan de personen die op het adres stonden ingeschreven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:848
Datum uitspraak
28 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Boete
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202204692/1/A2

202205867/1/R1

Bij besluit van 5 september 2022 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van gedeputeerde staten van Zuid-Holland ingestemd met het nazorgplan, als bedoeld in artikel 39d, eerste lid, van de Wet bodembescherming voor de Coupépolder te Alphen aan den Rijn. De Coupépolder is een voormalige vuilstortlocatie. De vuilstort is van 1959 tot 1985 in bedrijf geweest. Behalve huisvuil is op de locatie onder meer bouw- en sloopafval en agrarisch afval gestort. Na het beëindigen van de bedrijfsactiviteiten is de vuilstort afgedekt met grond. De locatie heeft daarna een recreatieve bestemming gekregen. In de periode 1985-1986 is op de locatie een golfbaan aangelegd. Deze wordt geëxploiteerd door golfclub Zeegersloot. In de jaren daarna is naar voren gekomen dat op de stortplaats, langs illegale weg, ook chemisch afval is gestort. Vervolgens heeft het college in 1990 een pakket beheersmaatregelen vastgesteld. De maatregelen zijn gefaseerd aangebracht. De Stichting komt op voor de bescherming van de natuur, het landschap, het milieu en de kwaliteit van de woon- en leefomgeving van de inwoners van de gemeente Alphen aan den Rijn en omgeving en het Groene Hart van Holland.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:822
Datum uitspraak
28 februari 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak202205867/1/R1

202206044/1/A2

Bij besluit van 23 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlem de aanvraag van [appellant] om schuldhulpverlening afgewezen. [appellant] heeft een aanvraag om een aanbod schuldhulpverlening op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ingediend. Bij het besluit van 23 juni 2021 heeft het college de aanvraag afgewezen omdat één van de schulden nog niet vaststaat en in geschil voorligt bij de rechter. Bij het besluit van 30 december 2021 heeft het college het bezwaar van [appellant] ongegrond verklaard en de motivering van het besluit van 23 juni 2021 aangevuld. De nadere motivering houdt in dat het niet mogelijk was om een schuldregeling op te starten, omdat één van de schulden nog niet vaststaat en met de betreffende schuldeiser geen schuldregeling kon worden overeengekomen. Een minnelijke schuldregeling kan alleen starten als alle schuldeisers hebben ingestemd met het voorstel. De betwiste schuld betreft een uitkeringsfraudevordering die de gemeente heeft op [appellant] wegens schending van de inlichtingenplicht, als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Participatiewet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:850
Datum uitspraak
28 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202206044/1/A2

202206139/1/R4

Bij besluit van 30 september 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland geweigerd om aan Mob een dwangsom wegens het niet tijdig beslissen toe te kennen. Op 8 november 2019 heeft Mob het college verzocht om handhavend op te treden tegen 34 biomassacentrales in de provincie Gelderland. Bij brief van 2 april 2020 heeft Mob het college in gebreke gesteld om te beslissen op haar verzoek voor wat betreft 17 biomassacentrales. Bij brief van 16 augustus 2020 heeft Mob het college verzocht om een dwangsom van € 35.061,00 wegens het niet tijdig beslissen te betalen. Dit verzoek is bij besluit van 30 september 2020 door het college afgewezen, maar bij besluit op bezwaar van 27 januari 2021 voor een deel alsnog ingewilligd. Het college heeft zich toen op het standpunt gesteld dat één dwangsom van € 1.442,00 is verbeurd. Volgens de rechtbank is dit standpunt juist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:818
Datum uitspraak
28 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202206139/1/R4

202206658/1/V6

Bij brief van 21 januari 2021 heeft de minister van Buitenlandse Zaken een aanvraag van [appellant] voor een verklaring omtrent het bezit van het Nederlanderschap, afgewezen. [appellant] is geboren op [geboortedatum] 1973 en heeft bij zijn geboorte de Nederlandse nationaliteit verkregen. Hij is in 1997 verhuisd naar de Verenigde Staten van Amerika. Op 16 juli 2012 heeft [appellant] door naturalisatie de Amerikaanse nationaliteit verkregen. [appellant] heeft op 16 juni 2020 een aanvraag gedaan voor een verklaring omtrent het bezit van het Nederlanderschap. De minister heeft die aanvraag bij brief van 21 januari 2021, gehandhaafd bij besluit van 8 juni 2021, afgewezen, omdat [appellant] ingevolge artikel 15, eerste lid, aanhef en onder a, van de Rijkswet op het Nederlanderschap, de Nederlandse nationaliteit van rechtswege heeft verloren door het verkrijgen van de Amerikaanse nationaliteit.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:835
Datum uitspraak
28 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202206658/1/V6

202206877/1/R1

Bij besluit van 5 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Veere op grond van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een zomerwoning op het perceel aan de [locatie 1] in Westkapelle. [appellant sub 2] is eigenaar van en woont op het perceel aan de [locatie 1] in Westkapelle. Het college heeft bij besluit van 5 oktober 2021 aan hem een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een bijgebouw op het achtererf van zijn perceel. Hij wil dit bijgebouw gebruiken om het aan derden te verhuren als zomerwoning/ recreatief nachtverblijf. [partij] woont aan [locatie 2] in Westkapelle. Dat perceel grenst aan de achterzijde zijdelings aan het perceel van [appellant sub 2]. Hij is het niet eens met de verleende omgevingsvergunning, omdat hij vreest dat hij hinder zal ondervinden van het bouwplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:858
Datum uitspraak
28 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202206877/1/R1

202206986/1/A2

Bij besluit van 7 oktober 2020, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 4 februari 2021, heeft de raad voor rechtsbijstand de vastgestelde vergoeding voor verleende rechtsbijstand ingetrokken. [appellant] heeft rechtsbijstand verleend aan [rechtzoekende]. Rechtzoekende en zijn voormalige echtgenote huurden gezamenlijk een woonruimte. Naar aanleiding van de plannen van de gemeente om deze woning te slopen en vervangende woonruimte aan te bieden, heeft [appellant] namens rechtzoekende een procedure tegen zijn ex-partner gestart bij de kantonrechter. De raad heeft de daarvoor door [appellant] aangevraagde toevoeging met zaakcode ‘H040 geschil (ver)huur woonruimte’ verleend. De ex-partner heeft een eis in reconventie ingesteld. De kantonrechter heeft in het vonnis van 20 november 2019 de vordering van rechtzoekende, dat zijn ex-partner medewerking moest verlenen bij de opzegging van de medehuurovereenkomst, toegewezen. Voor de verleende rechtsbijstand heeft [appellant] nadien een vergoeding ontvangen van de raad.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:856
Datum uitspraak
28 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202206986/1/A2

202300718/1/A2

Bij besluit van 3 september 2021 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de aan [appellant B] over 2018 toegekende zorg- en huurtoeslag en het kindgebonden budget herzien en definitief vastgesteld op nihil en de voorschotten teruggevorderd. De dienst heeft de eerder vastgestelde toeslagen over 2018 herzien naar aanleiding van de melding van 14 juli 2021 vanuit de Basisregistratie Inkomen. Daarin staat dat de grondslag sparen en beleggen van [appellant A] over 2018 € 96.300,00 is. Hiermee wordt de vermogensgrens voor de toeslagen overschreden. De dienst heeft het bedrag dat aan [appellanten] onverschuldigd aan toeslagen is betaald, in totaal € 10.172,00, teruggevorderd. De terugvordering heeft te maken met de koopwoning die [appellant A] met zijn ex-partner had. De rechtbank heeft onder meer het verband uitgelegd tussen de door [appellanten] ingediende aangiftes inkomstenbelasting over 2018, waarop die woning is vermeld, en het recht op toeslagen. [appellanten] hebben in hun hogerberoepschrift en op de zitting bij de Afdeling naar voren gebracht dat zij die uitleg duidelijk vinden en daardoor ook begrijpen dat zij in 2018 dus geen recht hadden op de toeslagen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:849
Datum uitspraak
28 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202300718/1/A2

202301930/1/V6

Bij besluit van 13 april 2021 heeft de staatssecretaris het Nederlanderschap van [appellant] ingetrokken. Deze intrekking heeft ook tot gevolg dat [naam kind], het kind van [appellant] en zijn ex-vriendin [ex-vriendin], bij de geboorte niet het Nederlanderschap heeft verkregen. De staatssecretaris heeft het Nederlanderschap van [appellant] ingetrokken krachtens artikel 14, eerste lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap. De staatssecretaris heeft hiervoor als reden gegeven dat uit onderzoek is gebleken dat [appellant] eigenlijk [andere achternaam] heet en is geboren op [geboortedatum] 1985. Volgens de staatssecretaris zou hij de asielaanvraag van [appellant] hebben afgewezen als hij dit had geweten. Ook zou aan [appellant] vervolgens nooit het Nederlanderschap zijn verleend. De staatssecretaris heeft zijn standpunt gebaseerd op foto’s van een Iraanse identiteitskaart. Deze identiteitskaart is afgegeven op naam van [andere achternaam], geboren op [geboortedatum] en voorzien van een pasfoto van [appellant]. Als naam van de vader is vermeld ‘[voornaam vader]’, de voornaam die [appellant] heeft genoemd tijdens het eerste asielgehoor.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:857
Datum uitspraak
28 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202301930/1/V6

202302847/1/R1

Bij besluit van 8 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellant sub 2] een omgevingsvergunning verleend voor het intern wijzigen en uitbreiden van de derde verdieping middels een uitbouw en het realiseren van een nieuwe bouwlaag en dakterras op de kap op het perceel [locatie] in Amsterdam. [appellant sub 2] is eigenaar van de woning aan de [locatie] in Amsterdam. Op 2 oktober 2020 heeft hij een aanvraag ingediend voor het wijzigen van de indeling van de derde verdieping, het wijzigen van de voor- en achtergevel, het toevoegen van een dakopbouw en het maken van een dakterras. De rechtbank heeft het beroep van [appellanten sub 3] gegrond verklaard, het besluit van 12 mei 2022 vernietigd en het college opgedragen om binnen zes weken na de dag van verzending van de uitspraak een nieuw besluit op bezwaar te nemen met inachtneming van de uitspraak. Verder heeft de rechtbank het college veroordeeld in de proceskosten van [appellanten sub 3] en het college opgedragen het betaalde griffierecht aan hen te vergoeden. Het college en [appellant sub 2] kunnen zich niet verenigen met de aangevallen uitspraak en hebben hiertegen hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:817
Datum uitspraak
28 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202302847/1/R1

202304079/1/R2

[appellant] is een melkrundveehouderij die sinds 1976 aan de [locatie] in Niekerk is gevestigd. Haar is daartoe op 15 oktober 1975 een oprichtingsvergunning op grond van de Hinderwet verleend. Vervolgens is haar op 9 november 1993 een vergunning op grond van de Wet milieubeheer verleend voor onder andere het houden van 120 melkkoeien, 70 stuks jongvee en 80 schapen. Op 24 juli 2020 heeft het college aan [appellant] een natuurvergunning verleend voor het in werking hebben en wijzigen van een melkrundveehouderij aan de [locatie] in Niekerk. Volgens deze vergunning mag [appellant] 192 melk- en kalfkoeien en 81 stuks vrouwelijk jongvee houden. De rechtbank heeft de natuurvergunning vernietigd. De rechtbank heeft overwogen dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd dat de milieuvergunning binnen drie jaar na het onherroepelijk worden daarvan volledig werd benut.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:853
Datum uitspraak
28 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • Vee e.a. dieren
  • uitspraakin de zaak202304079/1/R2

202305141/1/R1

Bij besluit van 27 juni 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hulst het wijzigingsplan "[locatie 1] vastgesteld. Op grond van het bestemmingsplan "Buitengebied Hulst", zoals vastgesteld door de raad op 16 mei 2013, is aan het perceel [locatie 1] in Vogelwaarde de bestemming "Agrarisch" toegekend. Op het perceel zijn een voormalige agrarische bedrijfswoning en een loods van 500 m² aanwezig. Momenteel vinden er geen agrarische bedrijfsactiviteiten meer plaats. De huidige bewoners van het perceel, [partij 1] en [partij 2], werken in de transportsector en zijn in het bezit van twee vrachtwagens en vier aanhangers, die zij op het perceel parkeren. Omdat zij de agrarische bedrijfswoning als burgerwoning gebruiken en dat in strijd is met het voorheen geldende bestemmingsplan, is het college een handhavingsprocedure gestart. Om de bestaande situatie te legaliseren hebben [partij 1] en [partij 2] het college verzocht om de bestemming te wijzigen naar "Wonen" en in het wijzigingsplan op te nemen dat de vrachtwagens en aanhangers op het perceel mogen worden geparkeerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:836
Datum uitspraak
28 februari 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202305141/1/R1

202306072/1/A2

Bij beslissing van 18 april 2023 heeft het college van bestuur van de Vrije Universiteit Amsterdam aan [appellant] rangnummer 488 toegekend voor de tweede selectieronde voor de bacheloropleiding Geneeskunde aan de Vrije Universiteit Amsterdam in het studiejaar 2023-2024. [appellant] wil graag Geneeskunde studeren. Dat willen veel mensen. Zoveel, dat de universiteiten hen niet allemaal kunnen opleiden. Daarom moeten de universiteiten uit de vele gegadigden de personen selecteren die de meeste kans hebben om goede artsen te worden. Anders dan vroeger moeten de universiteiten deze selectie zelf maken (de "decentrale selectie"). In de selectieprocedure worden de kandidaten met elkaar vergeleken en ten opzichte van elkaar gerangschikt. Het resultaat wordt uitgedrukt in een rangnummer. Hoe lager het rangnummer, hoe hoger de kandidaat in de rangschikking is geëindigd. De kandidaten met de laagste rangnummers worden tot de opleiding toegelaten tot de maximale opleidingscapaciteit is bereikt. De overige kandidaten worden niet toegelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:859
Datum uitspraak
28 februari 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202306072/1/A2

202306511/1/A2

Bij beslissing van 16 februari 2023 heeft het afdelingshoofd Centrale Studentenadministratie, namens het college van bestuur van de Universiteit van Amsterdam, het verzoek van [appellante] tot inschrijving voor het schakelprogramma Rechtsgeleerdheid afgewezen. [appellante] heeft op 16 december 2022 een verzoek gedaan tot inschrijving voor het schakelprogramma Rechtsgeleerdheid aan de UvA per 1 februari 2023. Het afdelingshoofd Centrale Studentenadministratie heeft, namens het college, het verzoek afgewezen omdat [appellante] niet voldoet aan de inschrijvingsvoorwaarden. Aan de beslissing op bezwaar heeft het college ten grondslag gelegd dat [appellante] ondanks meerdere verzoeken van de Toelatingscommissie voor 1 februari 2023 geen stukken heeft overgelegd waaruit blijkt dat zij op 1 februari 2023 aan de inschrijvingsvoorwaarden voldeed en dat daarom terecht geen bewijs van toelating tot het schakeltraject is verstrekt. Gevolg hiervan is dat [appellante] niet als student kan worden ingeschreven voor het schakelprogramma.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:854
Datum uitspraak
28 februari 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202306511/1/A2

202306854/1/A2

Bij beslissing van 19 januari 2023 heeft de afdeling Tentamineren en certificeren van de Open Universiteit, namens het college van bestuur van de Open Universiteit, de tentamenaanmelding van [appellante] voor de cursus ‘De dynamiek van het goederenrecht’ afgewezen. Onderdeel van dit schakelprogramma is het verplichte vak ‘De dynamiek van het goederenrecht’, dat één keer per studiejaar wordt aangeboden. Binnen de inschrijfduur van een jaar hebben studenten drie tentamenkansen voor dit vak. In haar tweede inschrijfperiode was [appellante] vier keer aangemeld voor het tentamen. Bij haar derde kans waren er technische problemen waardoor zij een extra tentamenmogelijkheid heeft gekregen. Deze heeft zij verzilverd met haar aanmelding voor het tentamen van 17 september 2022. Ten tijde van deze kans was [appellante] absent. [appellante] heeft zich vervolgens opnieuw aangemeld voor het tentamen. De afdeling Tentamineren en certificeren heeft haar aanmelding op 19 januari 2023 afgewezen omdat [appellante] geen tentamenkansen meer had. [appellante] is het niet eens met deze beslissing. Volgens [appellante] heeft zij nog recht op een geldig absent omdat zij ten tijde van het tentamen van 17 september 2022 ziek was.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:855
Datum uitspraak
28 februari 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202306854/1/A2

202400135/1/A2

Bij beslissing van 19 juli 2023 heeft een examinator de door [appellant] gemaakte vaardighedentoets PPV ‘Palpatie Slagaderen’ als onvoldoende beoordeeld. Bij beslissing van 24 november 2023 heeft het college van beroep voor de examens van de Radboud Universiteit het door [appellant] daartegen ingestelde administratief beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. [appellant] volgt de bacheloropleiding Geneeskunde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Op 14 juli 2023 heeft hij deelgenomen aan de vaardighedentoets PPV ‘Palpatie Slagaderen’. De examinator heeft op 19 juli 2023 het behaalde resultaat, een onvoldoende, schriftelijk aan [appellant] bekendgemaakt. Na ontvangst van deze beslissing heeft [appellant] gecorrespondeerd met de examinator over de beoordeling van de toets. Op 27 juli 2023 heeft hij van de examinator een inhoudelijke reactie gekregen die erop neerkomt dat het cijfer ongewijzigd blijft, waarna hij op 8 september 2023 administratief beroep heeft ingesteld bij het college. [appellant] heeft de mogelijkheid gekregen om te motiveren waarom hij zijn administratief beroepschrift buiten de beroepstermijn van zes weken heeft ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:845
Datum uitspraak
28 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202400135/1/A2

202201765/2/A3, 202201777/2/A3, 202201778/2/A3, 202201781/2/A3, 202201829/2/A3 en 202201941/2/A3

Het verzoek richt zich tegen de uitspraken van 22 februari 2022 van de rechtbank Amsterdam. Mokumboot, Flagship Amsterdam, IndySign, Rederij Nassau, [verzoeker sub 4], [verzoeker sub 5] en Boaty hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen die inhoudt dat zij van hun exploitatievergunningen die tot 1 maart 2024 zijn verleend, gebruik kunnen blijven maken totdat in de hoofdzaak een einduitspraak is gedaan. Per 1 maart 2024 verlopen verschillende exploitatievergunningen van Mokumboot, Flagship Amsterdam, IndySign, Rederij Nassau, [verzoeker sub 4], [verzoeker sub 5] en Boaty. Dat houdt in dat zij per dat moment niet meer hun vaartuigen kunnen inzetten voor de passagiersvaart.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:798
Datum uitspraak
27 februari 2024
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202201765/2/A3, 202201777/2/A3, 202201778/2/A3, 202201781/2/A3, 202201829/2/A3 en 202201941/2/A3

202201801/2/A3

Het verzoek richt zich tegen de uitspraak van 22 februari 2022 van de rechtbank Amsterdam. [verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen die inhoudt dat hij van zijn exploitatievergunning die tot 1 maart 2024 is verleend, gebruik kan blijven maken totdat in de hoofdzaak een einduitspraak is gedaan. Per 1 maart 2024 verloopt de exploitatievergunning van [verzoeker]. Dat houdt in dat hij vanaf dat moment niet meer zijn vaartuig kan inzetten voor de passagiersvaart.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:797
Datum uitspraak
27 februari 2024
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202201801/2/A3

202202076/2/A3

Het verzoek richt zich tegen de uitspraak van 22 februari 2022 van de rechtbank Amsterdam. De exploitatievergunningen van Sinta en anderen vallen onder, zoals zij zelf verklaren, het going concern BoatAmsterdam.com/Electric Tours. Enkele van die vergunningen lopen af op 1 maart 2024 en daarom hebben Sinta en anderen de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen die inhoudt dat zij van die exploitatievergunningen gebruik kunnen blijven maken totdat in de hoofdzaak een einduitspraak is gedaan. Per 1 maart 2024 verlopen verschillende exploitatievergunningen van Sinta en anderen. Dat houdt in dat zij per dat moment niet meer hun vaartuigen kunnen inzetten voor de passagiersvaart.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:792
Datum uitspraak
27 februari 2024
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202202076/2/A3

202202079/2/A3

De verzoeken richten zich tegen de uitspraak van 22 februari 2022 van de rechtbank Amsterdam. Algemene Amsterdamse Rederij Noord-Zuid en Dobber Amsterdam Canal Cruises hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen die inhoudt dat zij van hun exploitatievergunning die tot 1 maart 2024 zijn verleend, gebruik kunnen maken totdat in de hoofdzaak een einduitspraak is gedaan. Per 1 maart 2024 verloopt één exploitatievergunning van Algemene Amsterdamse Rederij Noord-Zuid en Dobber Amsterdam Canal Cruises. Dat houdt in dat zij per dat moment niet meer één van hun vaartuigen kunnen inzetten voor de passagiersvaart.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:790
Datum uitspraak
27 februari 2024
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202202079/2/A3

202202079/3/A3

Het verzoek richt zich tegen de uitspraak van 22 februari 2022 van de rechtbank Amsterdam. Amsterdam Boothuur heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen die inhoudt dat zij van haar exploitatievergunning die tot 1 maart 2024 is verleend, gebruik kan maken totdat in de hoofdzaak een einduitspraak is gedaan. Per 1 maart 2024 verloopt één exploitatievergunning van Amsterdam Boothuur. Dat houdt in dat zij per dat moment niet meer één van haar vaartuigen kan inzetten voor de passagiersvaart.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:791
Datum uitspraak
27 februari 2024
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202202079/3/A3

202306778/2/R1

Bij besluit van 5 oktober 2023 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland ingestemd met het door Nederlandse Aardolie Maatschappij BV ingediende saneringsplan van 16 januari 2023 voor de aanvullende sanering van voormalige NAM-locatie [naam locatie]. [verzoeker] is eigenaar van een stuk grond in Ridderkerk ter hoogte van [locatie]. Dit stuk grond, dat locatie [naam locatie] wordt genoemd, is sinds 1959 verhuurd aan de NAM voor de winning van aardolie. Per 1 januari 1994 heeft de NAM haar activiteiten op deze locatie gestaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:796
Datum uitspraak
27 februari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak202306778/2/R1

202306974/2/R1

Bij besluit van 18 juli 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad hogere waarden vastgesteld voor het bouwen van twee woongebouwen aan de Badhuisweg 1 in Zaandam. Bij besluit van 21 september 2023 heeft de raad van de gemeente Zaanstad het bestemmingsplan "Badhuisweg 1" vastgesteld. De bestreden besluiten, die gecoördineerd zijn voorbereid en bekendgemaakt, maken de bouw van twee woontorens met maximaal 120 woningen aan de Badhuisweg 1 in Zaandam mogelijk. Deze locatie ligt op het Zaaneiland. Rochdale is initiatiefnemer van deze ontwikkeling. [verzoeker] woont ook op het Zaaneiland op ongeveer 265 meter van het plangebied. [verzoeker] verzoekt de voorzieningenrechter de bestreden besluiten te schorsen om te voorkomen dat het in het plangebied aanwezige kantoorgebouw, het William Pont-kantoor, wordt gesloopt. Volgens [verzoeker] heeft de raad onvoldoende rekening gehouden met de cultuurhistorische waarde van dit gebouw en met de in de grond aanwezige archeologische waarden. Ook wijst hij op de aanwezigheid van vleermuizen in het gebouw.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:799
Datum uitspraak
27 februari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Geluid
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202306974/2/R1

202307339/2/R3

Bij besluit van 26 september 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dordrecht het wijzigingsplan "’s-Gravendeelsedijk 175" vastgesteld. Het plangebied ligt aan de westkant van Dordrecht en omvat een deel van het bedrijventerrein Dordt-West in Dordrecht. Het bedrijventerrein Dordt-West vormt samen met het bedrijventerrein Groote Lindt in Zwijndrecht één industrieterrein in de zin van de Wet geluidhinder. Om dit industrieterrein ligt een geluidzone. Voor beide delen van dit industrieterrein is een bestemmingsplan vastgesteld. In het bestemmingsplan "Zeehavens Dordrecht" is voor het terrein Dordt-West een regeling opgenomen voor de geluidruimteverdeling. ZHD heeft in het plangebied een op- en overslagbedrijf voor droge bulkgoederen, containers, stukgoederen en breakbulk. ZHD heeft op de huidige Hometerminal een groot ruimtegebrek. Daarom heeft ZHD het voornemen om de terminal uit te breiden met een terminal op de PWA-kade en de bestaande terminal te optimaliseren. Om deze ontwikkelingen mogelijk te maken, is onder meer een herverdeling van de in het moederplan vastgestelde geluidruimte nodig. Daarom heeft het college het wijzigingsplan vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:795
Datum uitspraak
27 februari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202307339/2/R3

202307549/2/A3

Bij besluiten van 17 november 2022, 23 februari 2023 en 19 mei 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht beslist op een verzoek op grond van de Wet open overheid van [partij], en besloten documenten over het bouwkundig conflict tussen het gemeentebestuur en de eigenaar van het pand [locatie 1] openbaar te maken. [partij] heeft namens het Algemeen Dagblad verzocht om openbaarmaking van alle documenten over het bouwkundig conflict tussen het gemeentebestuur en de eigenaar van het pand aan de [locatie 1]. [verzoeker] is het niet eens met openbaarmaking van de adresgegevens. Hij is gedurende het conflict met de gemeente een groot aantal juridische procedures tegen de gemeente gestart, waardoor hij recht heeft op hoge bedragen aan dwangsommen van de gemeente. Als het adresgegeven [locatie 1] openbaar wordt gemaakt, dan kan de link tussen hem en de dwangsommen worden gelegd. Ook de adressen [locatie 2], [locatie 3] en [locatie 4] zouden niet openbaar gemaakt mogen worden. Door berichtgeving in de media is namelijk bekend dat het gaat om naastgelegen panden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:801
Datum uitspraak
27 februari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202307549/2/A3

202400902/1/V2 en 202400902/2/V2

Bij besluit van 3 juli 2023, aangevuld bij besluit van 4 juli 2023, heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:789
Datum uitspraak
27 februari 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400902/1/V2 en 202400902/2/V2

202400984/2/V3

Bij besluit van 2 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de man verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken, hem opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd. Bij besluit van 3 juni 2021 heeft de staatssecretaris de aan de vrouw en het kind verleende verblijfsvergunningen regulier voor bepaalde tijd ingetrokken en hen opgedragen de Europese Unie binnen vier weken te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:809
Datum uitspraak
27 februari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202400984/2/V3

202401008/1/V2 en 202401008/2/V2

Bij besluit van 22 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:788
Datum uitspraak
27 februari 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401008/1/V2 en 202401008/2/V2

202401037/1/V3 en 202401037/2/V3

Bij besluit van 8 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:815
Datum uitspraak
27 februari 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401037/1/V3 en 202401037/2/V3

202401196/2/V2

Bij besluit van 10 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:865
Datum uitspraak
27 februari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401196/2/V2

202401232/3/R2

Bij besluit van 17 oktober 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oosterhout van burgemeester en wethouders van Oosterhout een omgevingsvergunning verleend voor het kappen van 21 bomen nabij de Bredaseweg 125 te Breda. Bij besluit van 10 oktober 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oosterhout van burgemeester en wethouders van Oosterhout het door Milieuvereniging Oosterhout daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Bij het besluit op bezwaar van 10 oktober 2023 heeft het college het bezwaar van Milieuvereniging Oosterhout niet-ontvankelijk verklaard, omdat in de bezwaarfase de gemeentelijke Algemene Plaatselijke Verordening zodanig is gewijzigd dat het verbod om zonder omgevingsvergunning houtopstanden te vellen alleen nog maar geldt voor bomen die op de bomenlijst staan vermeld. Daarmee kunnen de betreffende bomen volgens het college zonder omgevingsvergunning worden geveld en heeft Milieuvereniging Oosterhout geen procesbelang meer. De verleende omgevingsvergunning is volgens het college komen te vervallen omdat er geen juridische grondslag meer voor bestaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:793
Datum uitspraak
27 februari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Kapvergunningen
  • uitspraakin de zaak202401232/3/R2

202306616/1/V2

Bij besluit van 22 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen, geweigerd haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen en haar opgedragen de Europese Unie binnen vier weken te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:785
Datum uitspraak
26 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202306616/1/V2

202307880/1/V3

Bij besluit van 29 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:784
Datum uitspraak
26 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202307880/1/V3

202400433/1/V3

Bij besluit van 29 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:783
Datum uitspraak
26 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202400433/1/V3

202400461/1/V3

Bij besluit van 21 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:770
Datum uitspraak
26 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202400461/1/V3

202400624/1/V3

Bij besluit van 18 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:769
Datum uitspraak
26 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400624/1/V3

202400700/1/V3

Bij besluit van 7 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:782
Datum uitspraak
26 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202400700/1/V3

202400725/1/V3 en 202400725/2/V3

Bij besluiten van 1 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:768
Datum uitspraak
26 februari 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400725/1/V3 en 202400725/2/V3

202400743/2/V3

Bij besluit van 19 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:781
Datum uitspraak
26 februari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400743/2/V3

202400778/1/V3 en 202400778/2/V3

Bij besluit van 16 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:780
Datum uitspraak
26 februari 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400778/1/V3 en 202400778/2/V3

202400809/2/V3

Bij besluit van 6 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:779
Datum uitspraak
26 februari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400809/2/V3

202401228/2/V2

Bij besluit van 15 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:806
Datum uitspraak
26 februari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401228/2/V2

BRS.24.000009

Bij besluit van 3 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:763
Datum uitspraak
26 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000009

202105012/1/V3

Bij besluit van 22 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:777
Datum uitspraak
23 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202105012/1/V3

202201219/1/V3

Bij besluit van 24 april 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:767
Datum uitspraak
23 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202201219/1/V3

202301835/3/R2

Bij besluit van 16 februari 2023 heeft de raad van de gemeente Halderberge het bestemmingsplan "Sint Annastraat" vastgesteld. Het plan voorziet in de herontwikkeling van het complex Sint Anna en omgeving te Oudenbosch. De kapel van Sint Anna blijft daarbij behouden. De overige panden worden ofwel behouden en getransformeerd, ofwel gesloopt waarna nieuwbouw plaatsvindt. Het programma bestaat uit de realisatie van 35 appartementen en 16 grondgebonden woningen, en de verplaatsing van het parochiecentrum. Het plangebied is gelegen tussen de Markt, Pastoor Hellemonsstraat, Doelpad en Sint Annastraat in het centrum van Oudenbosch. [verzoeker] woont aan het [locatie A], tegenover de voormalige muziekschool, waarbinnen door transformatie 8 appartementen en 1 woning worden gerealiseerd. Hij vreest voor aantasting van zijn woongenot, in de vorm van parkeerhinder, onveilige verkeerssituaties, geluidoverlast, lichthinder en aantasting van privacy. De afstand van zijn woning tot het plangebied bedeaagt ongeveer 8 m en tot de gevel van de voormalige muziekschool ongeveer 11 meter.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:743
Datum uitspraak
23 februari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202301835/3/R2

202306267/1/V3

Bij besluit van 5 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen, hem opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:771
Datum uitspraak
23 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202306267/1/V3

202307194/2/R1

Bij besluit van 12 oktober 2023 heeft de raad van de gemeente Roermond het bestemmingsplan "Gedeeltelijke herziening bestemmingsplan Binnenstad Roermond" vastgesteld. Het plan biedt een kader voor begeleid en beschermd wonen in de binnenstad van Roermond en mogelijke opvanglocaties. In het vorige plan "Binnenstad Roermond" waren op diverse locaties en binnen verschillende bestemmingen maatschappelijke voorzieningen toegestaan. Met dit plan wordt voor die locaties waar maatschappelijke voorzieningen zijn toegestaan een beoordelingsmogelijkheid gecreëerd. Daarom is in artikel 4.1 van het plan, met uitzondering van bestaande situaties, een verbod opgenomen om nieuwe vormen van begeleid en/of beschermd wonen, of opvang, te bouwen en/of in gebruik te nemen. Artikel 4.2 van de planregels bevat daarvoor een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid. [verzoeker] beoogt met zijn verzoek te voorkomen dat begeleid en beschermd wonen in de binnenstad van Roermond überhaupt mogelijk wordt gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:764
Datum uitspraak
23 februari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202307194/2/R1

202307562/1/V3

Bij besluit van 16 november 2023 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:758
Datum uitspraak
23 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202307562/1/V3

202307754/2/V2

Bij besluit van 18 augustus 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:773
Datum uitspraak
23 februari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202307754/2/V2

202307879/1/V3

Bij besluit van 5 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:775
Datum uitspraak
23 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202307879/1/V3

202400020/2/V3

Bij besluit van 2 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:778
Datum uitspraak
23 februari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400020/2/V3

202400946/2/V3

Bij besluit van 1 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:774
Datum uitspraak
23 februari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400946/2/V3

202401007/2/V3

Bij besluit van 22 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:772
Datum uitspraak
23 februari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401007/2/V3

202201820/1/V2

Bij besluit van 30 november 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat de vreemdeling wordt overgedragen aan Duitsland.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:739
Datum uitspraak
22 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202201820/1/V2

202203095/1/V1

Bij besluit van 7 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:740
Datum uitspraak
22 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203095/1/V1

202203276/1/V1

Bij besluit van 5 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om wijziging van de beperking van een aan haar verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, afgewezen en geweigerd haar ambtshalve krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen. Bij besluit van 1 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:741
Datum uitspraak
22 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202203276/1/V1

202203942/1/V3

Bij besluit van 5 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 18 november 2021 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:742
Datum uitspraak
22 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202203942/1/V3

202204243/1/V1

Bij besluit van 29 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:744
Datum uitspraak
22 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202204243/1/V1

202207276/1/V1

Bij besluit van 19 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij besluiten van 3 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:746
Datum uitspraak
22 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202207276/1/V1

202302110/3/V1

De vreemdeling heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, van 30 maart 2023 in zaak nr. NL22.12058. De minister van Justitie en Veiligheid heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van de stukken kennis zal nemen. Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of de weigering dan wel beperking van de kennisneming van een stuk gerechtvaardigd is. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het hoger beroep relevante informatie en het belang dat de bestuursrechter beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:707
Datum uitspraak
22 februari 2024
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202302110/3/V1

202305820/1/V2

Bij besluit van 3 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat de vreemdeling geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:747
Datum uitspraak
22 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202305820/1/V2

202305821/1/V2

Bij besluit van 12 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat de vreemdeling geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:749
Datum uitspraak
22 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202305821/1/V2

202306370/1/V2

Bij besluit van 21 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:752
Datum uitspraak
22 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202306370/1/V2

202306457/1/V3

Bij besluit van 26 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:756
Datum uitspraak
22 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202306457/1/V3

202306484/1/V2

Bij besluit van 12 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat de vreemdeling geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:757
Datum uitspraak
22 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202306484/1/V2

202307976/1/V3

Bij besluit van 8 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:759
Datum uitspraak
22 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202307976/1/V3

202400143/1/V3

Bij besluit van 14 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:760
Datum uitspraak
22 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202400143/1/V3

202400303/1/V2

Bij besluit van 31 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat de vreemdeling geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG (hierna: de Richtlijn Tijdelijke Bescherming) en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:761
Datum uitspraak
22 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202400303/1/V2

202400671/1/V3

Bij besluit van 7 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:711
Datum uitspraak
22 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202400671/1/V3

202400746/1/V2

Bij besluit van 24 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:762
Datum uitspraak
22 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400746/1/V2

202302948/1/V3

Bij besluit van 21 april 2023 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:700
Datum uitspraak
21 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202302948/1/V3

202305827/1/V2

Bij besluit van 10 november 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen. Bij besluit van 15 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:750
Datum uitspraak
21 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202305827/1/V2

202306819/1/V3

Bij besluiten van 13 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:701
Datum uitspraak
21 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202306819/1/V3

202307773/1/V2

Bij besluit van 10 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat de vreemdeling geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG (hierna: de Richtlijn Tijdelijke Bescherming) en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022 (hierna: het Uitvoeringsbesluit).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:702
Datum uitspraak
21 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202307773/1/V2

202307983/1/V3

Bij besluit van 7 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:704
Datum uitspraak
21 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202307983/1/V3

202307985/1/V3

Bij besluit van 6 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:705
Datum uitspraak
21 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202307985/1/V3

202307987/1/V3

Bij besluit van 6 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:706
Datum uitspraak
21 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202307987/1/V3

202307988/1/V3

Bij besluit van 7 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:708
Datum uitspraak
21 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202307988/1/V3

202307989/1/V3

Bij besluit van 7 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:710
Datum uitspraak
21 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202307989/1/V3

202400029/2/A3

Bij besluiten van 24 november 2021 heeft de burgemeester van Heerenveen de aanvragen van de B.V.’s voor twee exploitatievergunningen afgewezen. De burgemeester heeft de aanvragen afgewezen op grond van artikel 3, zesde lid, van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, omdat [gemachtigde A] op de Bibob-vragenformulieren zijn betrokkenheid bij zes andere B.V’s en een eenmanszaak zou hebben verzwegen. Volgens de burgemeester is er daardoor het vermoeden dat een strafbaar feit, namelijk valsheid in geschrifte, is gepleegd ter verkrijging van de vergunningen. [gemachtigde A] is enig aandeelhouder/bestuurder van de besloten vennootschap die enig aandeelhouder/bestuurder is van de B.V.’s. Hij heeft namens de B.V.’s twee aanvraagformulieren ingediend voor exploitatievergunningen voor prostitutiebedrijven op de adressen Munnikstraat 3 en Munnikstraat 6 te Heerenveen. De burgemeester heeft de aanvragen afgewezen, omdat [gemachtigde A] op de Bibob-vragenformulieren zijn betrokkenheid bij zes andere B.V’s en een eenmanszaak zou hebben verzwegen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:703
Datum uitspraak
21 februari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202400029/2/A3

202400584/1/V3 en 202400584/2/V3

Bij besluit van 8 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:709
Datum uitspraak
21 februari 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400584/1/V3 en 202400584/2/V3

202400813/1/V1

Bij besluit van 17 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, buiten behandeling gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:712
Datum uitspraak
21 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400813/1/V1

202400849/1/V2 en 202400849/2/V2

Bij besluit van 8 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:713
Datum uitspraak
21 februari 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400849/1/V2 en 202400849/2/V2

202401016/1/V3

Bij besluit van 1 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:753
Datum uitspraak
21 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401016/1/V3

202401016/2/V3

Bij besluit van 1 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:755
Datum uitspraak
21 februari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401016/2/V3

202103053/1/R4

Bij besluit van 10 mei 2019 heeft het college [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast om voor 1 oktober 2019 een carport en een schuur op het perceel [locatie 1] in Zeist aan te passen aan de regels voor vergunningvrij bouwen, of te verwijderen en verwijderd te houden. [appellant] is de eigenaar van het perceel. Op het perceel staat zijn woning, die in 2017 is uitgebouwd met een daarvoor verleende omgevingsvergunning. Er staan ook een carport en een schuur, die zonder omgevingsvergunning zijn gebouwd. [partij] woont aan [locatie 2] in Zeist. Zijn achtertuin staat haaks op de achtertuin van [appellant]. [partij] heeft het college verzocht om handhavend op te treden tegen [appellant], omdat diens schuur volgens [partij] te hoog is. Het college heeft naar aanleiding van het verzoek van [partij] een controle uitgevoerd op het perceel op 11 juli 2018. Daarbij heeft het college onder meer vastgesteld dat op het perceel een grotere oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken aanwezig is dan daar volgens het college mag staan. Het college heeft hierop het besluit van 10 mei 2019 genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:729
Datum uitspraak
21 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202103053/1/R4

202106386/1/R3

Bij besluit van 25 maart 2020 heeft het college aan [appellant] lasten onder dwangsom opgelegd. Op 18 december 2019 hebben [partij A] en [partij B]het college verzocht handhavend op te treden tegen enkele overtredingen op het perceel van [appellant] aan [locatie1]. Zij wonen daarnaast en hebben gesteld forse overlast te ervaren van de op het perceel uitgevoerde activiteiten en de daarop aanwezige bouwwerken. Vervolgens heeft het college op 22 januari 2020 op het perceel een controle uitgevoerd en overtredingen geconstateerd. Op 9 maart 2020 heeft het college een voornemen om lasten onder dwangsom op te leggen naar [appellant] verstuurd. [appellant] heeft daartegen een zienswijze ingediend. Op 18 december 2019 hebben [partij A] en [partij B] het college verzocht handhavend op te treden tegen enkele overtredingen op het perceel van [appellant] aan [locatie 1]. Zij wonen daarnaast en hebben gesteld forse overlast te ervaren van de op het perceel uitgevoerde activiteiten en de daarop aanwezige bouwwerken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:735
Datum uitspraak
21 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202106386/1/R3

202106389/1/R3

Bij besluit van 29 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd. Op 24 maart 2020 hebben [belanghebbenden] het college verzocht handhavend op te treden tegen een aantal overtredingen op het perceel van [appellant] aan de [locatie A] te Wesepe, kadastraal bekend gemeente Olst-Wijhe, sectie […], nummer […]. Zij hebben gesteld forse overlast te ervaren van de op het perceel uitgevoerde activiteiten en de vele daarop aanwezige bouwwerken. Vervolgens heeft het college op 15 mei 2020 een controle uitgevoerd en overtredingen geconstateerd. Op 19 mei 2020 heeft het college een voornemen om een last onder dwangsom op te leggen naar [appellant] verstuurd. Op 3 juni 2020 heeft [appellant] daartegen een zienswijze ingediend. In het hoger beroepschrift betoogt [appellant] dat het hoger beroep alleen ziet op de onderdelen 1 en 2 van de last, de overkapping (fietsenstalling) gebruikt voor het opbergen van fietsen afgedekt met (oude) golfplaten en het bouwwerk dat wordt gebruikt voor opslag - opgebouwd uit groene damwanden, voorzien van buitendeur en kozijnen en afgedekt met golfplaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:732
Datum uitspraak
21 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202106389/1/R3

202106753/1/R3

Bij besluit van 8 mei 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Enschede besloten tot invordering over te gaan van een volgens het college door [appellant] verbeurde dwangsom van € 30.000,00. Op 5 februari 2018 heeft het college op het perceel een controle uitgevoerd. Daarbij is geconstateerd dat er in de scheidingswanden tussen de drie woonruimtes aan de straatkant en de drie woonruimtes aan de achterzijde een doorbraak is gemaakt en een deur is geplaatst. Deze kan niet op slot. De keukenblokken in de keukens van de drie achterste woonruimtes waren gedemonteerd en verplaatst naar een andere ruimte. De af- en toevoeren voor water, gas en elektra, betegeling en bovenkasten waren nog wel in de ruimte waar de keukenblokken hadden gezeten aanwezig. [appellant] wordt in de last onder dwangsom opgedragen om uiterlijk 31 januari 2018 deze overtreding op het perceel [locatie] te Enschede ongedaan te maken. Dat kan door de zes zelfstandige wooneenheden terug te brengen naar drie zelfstandige wooneenheden met per woning één voordeur aan de straatkant en met maximaal één keuken en één bad- of doucheruimte per woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:734
Datum uitspraak
21 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202106753/1/R3

202200808/1/A3

Bij besluit van 24 april 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam het door [appellant] ingediende verzoek als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet openbaarheid van bestuur buiten behandeling gesteld. [appellant] ontving een bijstandsuitkering vanaf 6 november 2006. Het college heeft het recht op bijstand bij besluiten van 12 maart 2009 over de periode van 6 november 2006 tot en met 31 december 2008 en over de periode van 1 januari 2009 tot en met 28 februari 2009 ingetrokken en een bedrag aan bijstand over deze perioden van [appellant] teruggevorderd. In het kader van de terugvordering van het bedrag aan bijstand, heeft het college de invordering van de schuld overgedragen aan de deurwaarder met het verzoek om over te gaan tot beslaglegging op een aantal panden van [appellant]. In een brief van 20 januari 2017 heeft [appellant] het college onder verwijzing naar de Wob verzocht om verstrekking van alle informatie, stukken en afschriften van documenten, e-mails en faxen met betrekking tot de beslagleggingen door het college in 2009 op enkele woningen in Rotterdam.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:721
Datum uitspraak
21 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202200808/1/A3

202203452/1/R3

Bij besluit van 19 april 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "Geluidsschermen N3/Middenzone" vastgesteld. Het plan voorziet in de mogelijkheid om geluidsschermen te realiseren die voldoende hoog zijn om de beoogde nieuwbouwwijk "Gezondheidspark" te kunnen realiseren. Zonder de realisatie van de beoogde geluidsschermen is de geluidbelasting van de rijksweg N3 zodanig hoog dat bouw van de beoogde nieuwbouw niet mogelijk is. [appellant] woont op [locatie]. Hij is het niet eens met de vaststelling van het bestemmingsplan. Volgens hem is er in de bestaande situatie bij zijn woning al sprake van geluidsoverlast en zal dit met de realisatie van het plan alleen maar toenemen, omdat de geluidsschermen geluidsreflectie zullen veroorzaken. [appellant] betoogt dat de raad het plan niet had mogen vaststellen, omdat het zal leiden tot een toename van geluidsoverlast bij zijn woning. Volgens hem zullen de geluidsschermen het geluid van de N3 richting zijn woning reflecteren, aangezien de schermen eenzijdig aan de overkant van de N3 worden geplaatst.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:726
Datum uitspraak
21 februari 2024
  • Hoger beroep
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202203452/1/R3
vorige pagina1...818283...1.205volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon