Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.694
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202502886/1/V1

Appellant en betrokkene hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4695
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502886/1/V1

202502952/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4692
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502952/1/V1

202503283/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4691
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202503283/1/V1

202503425/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4686
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202503425/1/V1

202504377/1/V2

Bij besluit van 25 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4690
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202504377/1/V2

202505106/1/V2 en 202505106/2/V2

Bij besluit van 13 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4685
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202505106/1/V2 en 202505106/2/V2

202505140/1/V3

Bij besluit van 25 augustus 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4688
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202505140/1/V3

BRS.25.000134

Bij brief van 7 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in kennis gesteld van haar besluit om de overdrachtstermijn met twaalf maanden te verlengen (hierna: het verlengingsbesluit).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4617
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000134

BRS.25.000760

Bij besluiten van 23 april 2025 heeft de minister appellant opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en hem in vreemdelingenbewaring gesteld. Bij uitspraak van 16 juni 2025 heeft de rechtbank de daartegen door appellant ingestelde beroepen ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. F. Boone, advocaat in Berkel en Rodenrijs, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4618
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000760

BRS.25.001173

Bij besluit van 6 augustus 2024 heeft de minister een aanvraag van appellant om hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 8 april 2025 heeft de minister het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 1 augustus 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door N.B. Swart, advocaat in Groningen, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4598
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001173

BRS.25.001263

Bij besluit van 7 juli 2025 heeft de minister een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 2 september 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4616
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001263

202202653/3/R4

Bij tussenuitspraak van 15 november 2023, ECLI:NL:RVS:2023:4267, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Lingewaard opgedragen om binnen 20 weken na de verzending van de tussenuitspraak de daarin geconstateerde gebreken in het besluit van 10 maart 2022 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied Lingewaard, [locatie], Gendt" te herstellen. Het plan beoogt te voorzien in legalisatie van de woonsituatie aan de [locatie] te Gendt met persoonsgebonden overgangsrecht voor de huidige bewoners, [partij] en zijn partner. Hij is eigenaar van de woning, die planologisch als bedrijfswoning is verbonden met het loonbedrijf van [appellant] en met welk bedrijf [partij] geen binding meer heeft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4649
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202202653/3/R4

202207342/1/R1

Bij besluit van 19 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Renkum aan [appellant] een bouwstop en een last onder dwangsom opgelegd vanwege het bouwen van een bouwwerk op het perceel [locatie 1] te Oosterbeek in afwijking van een eerder verleende omgevingsvergunning van 2 oktober 2017 voor het bouwen van een paardenstal en een buitenbak. [appellant] is sinds 2018 eigenaar van het perceel [locatie 1] te Oosterbeek. Aan de rechtsvoorganger van [appellant] is op 2 oktober 2017 een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een paardenstal en een buitenbak op dit perceel, welke omgevingsvergunning op naam is gesteld van [appellant]. Deze omgevingsvergunning is naast de activiteiten "bouwen" en "aanleggen" ook verleend voor het "gebruik in strijd met het bestemmingsplan" omdat het perceel ter plaatse van de paardenstal een agrarische bestemming heeft maar de paardenstal wordt gebruikt ten dienste van de naastgelegen woning aan de [locatie 2].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4650
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202207342/1/R1

202300445/1/R2

Bij besluit van 3 november 2022 heeft de raad van de gemeente Moerdijk het bestemmingplan "Randweg Klundert" (hierna: het bestemmingsplan) vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de aanleg van een nieuwe randweg ten zuiden van Klundert mogelijk. De raad wil hiermee de smalle straten in het centrum van Klundert ontlasten, waar nu veel verkeer rijdt. [appellant sub 1], [appellant sub 2], en [appellanten sub 3] komen op tegen dit besluit. Volgens hen zijn het nut en de noodzaak van de randweg onvoldoende aangetoond. Ook vrezen zij dat het bestemmingsplan leidt tot een aantasting van hun woon- en leefklimaat en/of hun bedrijfsvoering zal belemmeren. [appellant sub 1], [appellant sub 2] en [appellanten sub 3] betogen dat het nut en de noodzaak van de nieuwe randweg onvoldoende zijn aangetoond. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] betogen dat, anders dan de raad stelt, er onder de inwoners van Klundert weinig draagvlak is voor de randweg. Ook betogen [appellant sub 1] en [appellant sub 2] dat de verkeerskundige onderbouwing van de randweg gebrekkig is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4644
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202300445/1/R2

202301208/1/A3

Bij besluit van 6 mei 2022 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het door [appellante] gemaakte bezwaar tegen de verkorting van de geldigheidsduur van haar coronaherstelbewijs niet-ontvankelijk verklaard. Op 1 juni 2021 is de Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen in werking getreden. Daarmee werden tijdelijke regels gesteld over de inzet van coronatoegangsbewijzen bij de bestrijding van covid-19. Een coronatoegangsbewijs kon worden verkregen door volledige vaccinatie, na een negatieve test en na herstel van covid-19. In de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 waren de voorwaarden opgenomen waaronder een coronatoegangsbewijs geldig was voor deelname aan een activiteit of toegang tot een voorziening waarvoor het coronatoegangsbewijs was voorgeschreven. Tot 8 februari 2022 had het coronaherstelbewijs een geldigheidsduur van 365 dagen. Daarna werd door wijziging van de Trm de geldigheidsduur van het coronaherstelbewijs teruggebracht tot 180 dagen. [appellante] had een coronatoegangsbewijs op basis van herstel (coronaherstelbewijs) en heeft bezwaar gemaakt tegen de verkorting van de geldigheidsduur ervan. De minister heeft dat bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4645
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202301208/1/A3

202301527/1/R4

Bij besluit van 7 april 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Roermond opnieuw aan [partij], initiatiefneemster van Ponyhof Femke, een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een rijhal met paardenstalling en bijbehorende voorzieningen op het perceel [locatie 1] te Roermond. [partij] heeft met de aanvraag om een omgevingsvergunning beoogd een al gerealiseerde rijhal met paardenstalling te legaliseren. Bij besluit van 12 december 2017 heeft het college deze omgevingsvergunning verleend. Bij uitspraak van 31 juli 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:2623) heeft de Afdeling dit besluit vernietigd omdat het college voor de beoordeling van de welstand niet kon volstaan met een verwijzing naar een stempeladvies van de Commissie Beeldkwaliteit. Verder heeft de Afdeling met toepassing van artikel 8:113, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht bepaald dat tegen het nieuwe besluit slechts beroep bij haar kan worden ingesteld. Met het besluit van 7 april 2020 heeft het college opnieuw een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen, het uitvoeren van werken en het afwijken van het bestemmingsplan "[locatie 1], Ponyhof Femke".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4651
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202301527/1/R4

202301730/1/A3

Bij besluit van 19 februari 2023 heeft de burgemeester van Rotterdam aan [appellant] een huisverbod opgelegd als bedoeld in de Wet tijdelijk huisverbod voor de periode van tien dagen, tot 1 maart 2023 15:03. [appellant] heeft een relatie met [persoon]. [appellant] verblijft regelmatig in de woning van [persoon] in Rotterdam. De burgemeester heeft op grond van artikel 2 van de Wth een huisverbod opgelegd aan [appellant] voor de duur van tien dagen, te weten van 19 februari 2023 tot 1 maart 2023. De burgemeester heeft dit huisverbod opgelegd naar aanleiding van een incident tussen [appellant] en [persoon] dat in de nacht van 19 februari 2023 heeft plaatsgevonden. De burgemeester heeft het tijdelijk huisverbod verlengd met achttien dagen, tot 19 maart 2023, onder meer omdat na afloop van de termijn van tien dagen nog geen hulpverlening was opgestart. [appellant] kan zich niet verenigen met de aan hem opgelegde huisverboden en heeft daartegen beroep ingesteld bij de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4655
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Huisverbod
  • uitspraakin de zaak202301730/1/A3

202302014/4/R2

Bij tussenuitspraak van 17 juli 2024 heeft de Afdeling de raad van de gemeente Oosterhout opgedragen om binnen 26 weken na verzending van de tussenuitspraak het gebrek in het besluit van 20 december 2023 te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak geoordeeld dat het besluit van 20 december 2023, waarbij het bestemmingsplan "Buitengebied 2013 (incl. Lint Oosteind), herziening 34 ([locatie A])" opnieuw en gewijzigd is vastgesteld, is genomen in strijd met artikel 3.78, tweede lid, onder a, onder II, van de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant, in samenhang gelezen met artikel 4, onder d, van de beleidsregel maatwerk omgevingskwaliteit 2023 Noord-Brabant. De reden hiervoor is dat de raad ten onrechte toepassing heeft gegeven aan de beleidsregel maatwerk omgevingskwaliteit Noord-Brabant (hierna: de oude beleidsregel). De raad heeft hierdoor de inlevering van 3.500 kg aan fosfaatrechten ingebracht als fysieke tegenprestatie die is gericht op het versterken van de omgevingskwaliteit, terwijl fosfaatrechten op grond van de nieuwe beleidsregel niet meer als fysieke tegenprestatie mogen worden ingebracht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4661
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202302014/4/R2

202302309/1/A3

Bij besluit van 11 april 2022 heeft de bewaarder van het kadaster en de openbare registers het verzoek van [appellant] tot herstel in de zin van artikel 7t van de Kadasterwet afgewezen. Op 18 maart 2022 heeft [appellant] een verzoek tot herstel in de zin van artikel 7t van de Kadasterwet ingediend. Volgens hem is de kadastrale oostgrens van de percelen 3296 en 3297 onjuist geregistreerd in de Basisregistratie Kadaster. Hij stelt dat de oostgrens gelijk is aan de oevergrens van de Vecht. Hierdoor is bij de splitsing in 2019 de kadastrale noordgrens van perceel 3296, die grenst aan de zuidgrens van perceel 3297, verkeerd ingemeten en ligt perceel 3296 van 650 m² nu verkeerd. De bewaarder heeft dit verzoek afgewezen omdat er geen verschil is tussen de gegevens in het brondocument, het relaas van bevindingen, sectie A, archiefnummer 412, uit 1973, en de gegevens in de BRK. Volgens de bewaarder loopt de oostgrens niet gelijk aan de oevergrens van de Vecht. De bewaarder heeft zijn besluit in bezwaar gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4653
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202302309/1/A3

202302616/1/R2

Bij besluit van 20 juli 2021 heeft het van college burgemeester en wethouders van Gilze en Rijen aan [partij]]) een omgevingsvergunning verleend voor het uitbreiden van een loods en het wijziging van de inrichting aan de [locatie] in Rijen. [partij] voert een intensieve veehouderij in de vorm van een pluimveehouderij op het perceel. [partij] heeft op 21 juli 2017 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het uitbreiden van een loods ten behoeve van houtverbranding en mestverwerking en voor het wijzigen van de inrichting. Het project is volgens het college in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Buitengebied", omdat de maximale goot- en bouwhoogte en de minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrens worden overschreden. De Groene Koepel en anderen betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het bestemmingsplan de verwerking van mest afkomstig van de kippen en de verbranding van biomassa binnen de inrichting rechtstreeks toestaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4652
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202302616/1/R2

202305788/1/R1

Bij besluit van 3 januari 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan Babylon een last onder bestuursdwang opgelegd om alle containers ter inzameling van kleding binnen de gemeente Den Haag die door of namens Babylon zijn geplaatst, uiterlijk op dinsdag 10 januari 2023 te verwijderen en verwijderd te houden. Babylon houdt zich bezig met de inzameling van kleding. Zij doet dit door het plaatsen van kledingcontainers op verschillende locaties, zoals bij scholen. Op 21 en 22 december 2022 heeft het college geconstateerd dat op 14 locaties binnen de gemeente Den Haag kledingcontainers van Babylon stonden. Volgens het college handelt Babylon hiermee in strijd met artikel 6 van de Afvalstoffenverordening 2010. Het college heeft daarom bij besluit van 3 januari 2023 aan Babylon een last onder bestuursdwang opgelegd om de kledingcontainers binnen vijf werkdagen te verwijderen. Op 13 januari 2023 heeft het college geconstateerd dat twee kledingcontainers van Babylon niet verwijderd waren en is het overgegaan tot het toepassen van bestuursdwang.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4665
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202305788/1/R1

202305916/1/R2

Bij besluit van 16 december 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Valkenswaard geweigerd aan [appellant] een legaliserende omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een gaashekwerk op het perceel [locatie 1] in Valkenswaard. Deze zaak gaat over een door het college geweigerde omgevingsvergunning voor het in 2014 geplaatste gaashekwerk op het perceel. Het hekwerk dient als erfafscheiding en staat aan beide zijden van het perceel op de erfgrenzen met [locatie 2] en [locatie 3]. Het hekwerk met een hoogte van 1,80 m is deels gesitueerd voor de voorgevel van de woning. [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het college zich in het besluit op bezwaar ten onrechte op het advies van de Adviescommissie voor de bezwaarschriften heeft gebaseerd. [appellant] heeft hierover aangevoerd dat de bezwaarschriftencommissie niet onafhankelijk is. Verder is het advies van de bezwaarschriftencommissie volgens [appellant] niet volledig.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4656
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202305916/1/R2

202306104/1/R3

Bij besluit van 20 april 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ooststellingwerf een aanvraag om een tegemoetkoming in planschade van [appellant A] afgewezen. Bij besluit van 8 december 2021 heeft het college het verzoek van [appellant A] en [appellante B] om handhavend op te treden ten aanzien van de landschappelijke inpassing van het zonnepaneelveld Appelscha-Hoog, gelegen aan de Tilgrupsweg afgewezen. [appellant A] en [appellante B] betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat wat betreft de breedte van de groenstrook geen sprake is van een overtreding waartegen het college handhavend had moeten optreden. Zij voeren aan dat in bijlage 1 bij de planregels een donkergroene en lichtgroene beplantingsrand is ingetekend die de bestaande beplantingstrook op het perceel van de golfbaan en de nieuwe beplantingstrook in het plangebied, op het perceel van het zonnepaneelveld, aanduiden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4662
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202306104/1/R3

202306184/1/R1

Bij besluit van 27 maart 2023 heeft de verenigde vergadering van het Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard (hierna: het algemeen bestuur) het projectplan "Dijkversterking Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard (KIJK)" vastgesteld. De dijk aan de oostzijde van de Hollandsche IJssel is een primaire waterkering. De dijk voldoet niet aan de huidige wettelijke norm voor waterveiligheid en moet daarom worden versterkt. Versterking is volgens het hoogheemraadschap het meest urgent voor het dijktraject van 10,5 km tussen Gouderak en Krimpen aan den IJssel. Met het oog op versterking van dat dijktraject heeft het algemeen bestuur het projectplan opgesteld. Naast de hoofddoelstelling van een veilige dijk is doel van het projectplan een leefbare dijk, waarmee wordt gedoeld op een veilige weginrichting, behoud van bereikbaarheid op de dijk en naleving van de spelregels uit het ruimtelijke kwaliteitskader. Het dijktraject is in het projectplan onderverdeeld in dijkvakken. Bij een aantal dijkvakken wordt de dijk niet versterkt, omdat het voorland daar voldoet aan de veiligheidsnorm.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4657
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202306184/1/R1

202306891/1/R1

Bij besluit van 3 oktober 2023 heeft het college locaties aangewezen voor ondergrondse (rest-)afvalcontainers voor het aanbieden van huishoudelijk restafval voor de kernen Maarssenbroek en Kockengen. Daarbij is locatie RE499 en RE500 ter hoogte van de woning Pauwenkamp 210 in Maarssen aangewezen voor het plaatsen van twee ondergrondse restafvalcontainers. [appellant] en anderen wonen aan de Pauwenkamp. Vanuit de voorzijde van hun woningen kijken zij uit op de locatie. Hun percelen zijn bij het besluit aangewezen als percelen waarvan de huishoudens gebruik moeten gaan maken van de ORAC’s op de aangewezen locatie. Zij kunnen zich niet met de aanwijzing van deze locatie verenigen. Zij vrezen dat hun woon- en leefklimaat zal worden aangetast bij het gebruik en het legen van de ORAC’s. Volgens [appellant] en anderen zijn er geschikte alternatieve locaties, die het college had moeten aanwijzen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4654
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202306891/1/R1

202307363/1/R1

Bij besluit van 16 oktober 2023 heeft het college onder meer de locatie aan de Abel Tasmanstraat nabij entrees 2-166 en 1-53 in Alphen aan den Rijn aangewezen voor de plaatsing van afvalcontainers. Het college heeft de locatie aangewezen voor de plaatsing van vijf containers voor de inzameling van huishoudelijk afval. [appellant] woont aan de [locatie] in Alphen aan den Rijn in het appartementencomplex dat zich naast de aangewezen locatie bevindt. Hij kan zich niet met het besluit van het college verenigen en heeft daarom daartegen beroep ingesteld. [appellant] betoogt dat de locatie nadelig is voor het straatbeeld. Volgens hem springen de afvalcontainers op de aangewezen locatie teveel in het oog. Volgens hem heeft het college hier onvoldoende rekening mee gehouden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4663
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202307363/1/R1

202307535/1/A2

Bij besluit van 4 mei 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag [appellante] onder oplegging van een dwangsom gelast om de splitsing van een woning zonder in het bezit te zijn van een woningvormingsvergunning ongedaan te maken en te houden. [appellante] is sinds 2020 eigenaar van een zelfstandige woning op de tweede verdieping aan de [locatie] in Den Haag. Inspecteurs van de Haagse Pandbrigade hebben op 14 maart 2022 een controle in de woning uitgevoerd. Tijdens deze controle is geconstateerd dat de woning op de tweede verdieping in twee zelfstandige woningen is gesplitst. Er was op dat moment geen woningvormingsvergunning voor het adres van de woning aangevraagd of afgegeven. Op basis van de resultaten van het onderzoek heeft het college geconcludeerd dat de woning op de tweede verdieping, zonder dat hiervoor een woningvormingsvergunning is verleend, is gesplitst, terwijl een woningvormingsvergunning op grond van artikel 5:2, aanhef en onder c, van de Hvv wel verplicht was.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4646
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202307535/1/A2

202401321/1/A3

Bij besluit van 25 april 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan de stichting medegedeeld dat haar woonboot in het belang van de ordening moet worden verwijderd en aan haar een last onder bestuursdwang opgelegd. Het college heeft bij het besluit van 25 april 2023 de stichting verplicht de woonboot [woonboot] aan de [locatie] binnen een week op een andere plek af te meren omdat de woonboot de werking van de naastgelegen sluis verhinderde. Als de stichting de woonboot niet op tijd zou weghalen, dan zou het college de woonboot verwijderen. De woonboot is vervolgens op 17 mei 2023 door Nautisch Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte Amsterdam weggesleept en in bewaring genomen. Het college heeft bij het besluit van 30 oktober 2023 het bezwaar van de stichting tegen deze last onder bestuursdwang ongegrond verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college bevoegd was de woonboot weg te slepen en in bewaring te nemen. Gelet op de beginselplicht tot handhaving heeft het college ook van deze bevoegdheid gebruik moeten maken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4642
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202401321/1/A3

202402150/1/R1

Bij besluit van 27 februari 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Deventer de locatie aangewezen voor de plaatsing van een zogenoemde GF-zuil voor de inzameling van groente- en fruitafval en voor vier ondergrondse afvalcontainers voor de inzameling van onderscheidenlijk restafval, textiel, oud papier, en incontinentiemateriaal. [appellant] en anderen wonen allen aan de H.J.Ph. Fesevurstraat tegenover of schuin tegenover de aangewezen locatie. Zij kunnen zich niet met het besluit verenigen en hebben hier daarom beroep tegen ingesteld. [appellant] en anderen voeren aan dat het college de beleidsregels voor zover die betrekking hebben op de te maken belangenafweging niet had mogen toepassen bij de totstandkoming van het aanwijzingsbesluit. Zij wijzen erop dat in de beleidsregels enerzijds het belang van het betrekken van bewoners bij de besluitvorming wordt benadrukt maar anderzijds is aangegeven dat de mogelijkheid om tegemoet te komen aan individuele bezwaren van bewoners beperkt is. Volgens hen is dit tegenstrijdig en ontmoedigt dit belanghebbenden om een zienswijze uit te brengen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4664
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202402150/1/R1

202402294/1/R1

Bij besluit van 4 maart 2024 heeft het dagelijks bestuur van Avri de locatie aangewezen voor de plaatsing van een ondergrondse container voor de inzameling van incontinentiemateriaal en luiers. [appellant] en anderen wonen nabij de aangewezen locatie en kunnen zich hier niet mee verenigen. [appellant] en anderen voeren aan dat de aangewezen locatie ongeschikt is voor de plaatsing van de INCO-container vanwege de verkeersaantrekkende werking. Volgens [appellant] en anderen zal door de plaatsing van de INCO-container de verkeersstroom toenemen met vrachtwagens en met mensen die hun afval komen wegbrengen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4666
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202402294/1/R1

202403921/1/A2

Bij besluit van 19 januari 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam het verzoek van [appellante] om bekostiging van leerlingenvervoer ten behoeve van haar zoon [kind] voor het schooljaar 2023-2024 afgewezen. [kind] ging in het schooljaar 2023-2024 naar de Auris Hildernisseschool in Rotterdam. [appellante] heeft op 24 november 2023 een verzoek ingediend voor bekostiging van leerlingenvervoer voor haar zoon van zijn thuisadres naar die school. Volgens het college is de school Auris Taalfontein in Rotterdam de dichtstbijzijnde toegankelijke school. Er is geen onderwijskundige reden waarom [kind] geen onderwijs aan deze school zou kunnen volgen. Omdat de school Auris Taalfontein minder dan 6 km van het thuisadres is gelegen, komt [appellante] niet in aanmerking voor een vervoersvoorziening, aldus het college. [appellante] kan zich niet met de uitspraak van de rechtbank verenigingen en heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat [appellante] geen belang bij het hoger beroep heeft, omdat het schooljaar waarvoor de vervoersvoorziening is aangevraagd inmiddels is verstreken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4659
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak202403921/1/A2

202406748/1/A2

Bij besluit van 5 januari 2024 heeft de Dienst Toeslagen het voorschot huurtoeslag voor [appellant] over het jaar 2023 opnieuw berekend en vastgesteld op € 3.813. [appellant] is op [datum] 2008 getrouwd met [persoon]. Met ingang van 27 november 2023 wonen zij op hetzelfde adres. [persoon] is daarom met ingang van 1 december 2023 aangemerkt als de toeslagpartner van [appellant]. De Dienst Toeslagen heeft zich in het besluit van 23 april 2024 op het standpunt gesteld dat [persoon] in december 2023 en het jaar 2024 geen rechtmatig verblijf in Nederland had, zodat [appellant] over die periode op grond van artikel 9, tweede lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir) geen recht op zorg- en huurtoeslag heeft. In geschil is of [appellant] na de toezegging van de IND in december 2023 en het jaar 2024 recht had op zorg- en huurtoeslag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4647
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202406748/1/A2

202500717/1/R4

Bij besluit van 29 november 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Barneveld het verzoek van [appellante] om handhavend op te treden tegen het bijgebouw dat [partij] heeft gerealiseerd aan de [locatie] in Garderen, afgewezen. [appellante] woont op [locatie 2] in Garderen. Op het naastgelegen perceel [locatie 1], voorheen [locatie 3], is een nieuw bijgebouw geplaatst. [appellante] vindt dit bijgebouw te dicht op haar garage staan. Zij heeft het college verzocht om handhavend op te treden wegens strijd met het bestemmingsplan. Aan dit verzoek heeft [appellante] ten grondslag gelegd dat [partij] buiten het bouwvlak heeft gebouwd en dat met het bijgebouw het maximale bebouwingspercentage van dat perceel wordt overschreden. Het college neemt het standpunt in dat er geen sprake is van strijd met de bouwregels van de planregels. De rechtbank volgt het college daarin en heeft het beroep van [appellante] ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4648
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202500717/1/R4

202502754/1/R1

Bij besluit van 11 april 2025 heeft het college de locatie Theseusstraat ter hoogte van huisnummer 119 (locatienummer 24.014) aangewezen voor het plaatsen van ondergrondse afvalcontainers. In het bestreden besluit heeft het college de locatie Theseusstraat ter hoogte van huisnummer 119 (locatienummer 24.014) aangewezen voor de plaatsing van één restafvalcontainer, één papiercontainer en één glascontainer. [appellante] woont op het adres [locatie] in het appartementencomplex in de directe nabijheid van de aangewezen locatie. Zij vindt de locatie om verschillende reden ongeschikt voor het plaatsen van ORAC’s. [appellante] betoogt dat de aangewezen locatie niet geschikt is. Daartoe wijst zij erop dat de locatie van de ORAC’s is gelegen nabij de in- en uitrit van de garage van het appartementencomplex.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4660
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202502754/1/R1

202503756/1/A2

Bij besluit van 13 september 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [appellante] de voorziening begeleid openbaar vervoer toegekend door verstrekking van twee abonnementen voor het openbaar vervoer voor haar zoon [kind] en een begeleider voor de periode van 26 augustus 2024 tot en met 18 juli 2025. [kind] ging in het schooljaar 2024-2025 naar de school voor speciaal basisonderwijs Kindcentrum IJsselmonde. Deze school ligt op een afstand van meer dan 6 km van de woning van [appellante]. [appellante] heeft op 29 augustus 2024 een verzoek ingediend voor bekostiging van leerlingenvervoer voor haar zoon op basis van aangepast vervoer van haar woning naar de school. Bij het besluit van 13 september 2024 heeft het college een voorziening begeleid openbaar vervoer toegekend door verstrekking van twee abonnementen voor het openbaar vervoer voor [kind] en een begeleider. [appellante] heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Volgens [appellante] kan zij vanwege haar werk in de zorg haar zoon niet naar school begeleiden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4658
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak202503756/1/A2

202504074/1/A2

Bij beslissing van 27 februari 2025 heeft de examencommissie van Hotelschool The Hague, namens het College van Bestuur, een bindend negatief studieadvies aan [appellant] gegeven. [appellant] is op 1 februari 2024 begonnen met de bacheloropleiding Hotel Management aan de Hotelschool The Hague. Bij beslissing van 27 februari 2025 heeft [appellant] een BNSA gekregen, omdat hij 39 studiepunten van het propedeutisch jaar heeft gehaald en daarmee niet heeft voldaan aan de studievoortgangsnorm van 51 studiepunten. Het college van beroep voor de examens van Hotelschool The Hague heeft de beslissing van de examencommissie in stand gelaten. Volgens het CBE heeft de examencommissie in redelijkheid besloten dat [appellant] met inachtneming van de door hem aangevoerde persoonlijke omstandigheden ongeschikt moet worden geacht voor de opleiding.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4643
Datum uitspraak
1 oktober 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202504074/1/A2

202401540/1/V3

Bij besluit van 2 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4619
Datum uitspraak
30 september 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401540/1/V3

202405714/1/V1

Bij besluit van 28 juli 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om appellant een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4620
Datum uitspraak
30 september 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202405714/1/V1

202407579/1/V1

Appellanten hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4621
Datum uitspraak
30 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202407579/1/V1

202501236/1/V1

Appellant heeft, mede voor haar minderjarige kinderen, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om haar een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4622
Datum uitspraak
30 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202501236/1/V1

202501244/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4623
Datum uitspraak
30 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202501244/1/V1

202501729/1/V1

Appellanten hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen. Bij uitspraak van 27 februari 2025 heeft de rechtbank dat beroep gegrond verklaard, het met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit vernietigd en bepaald dat de minister voor 30 januari 2026 alsnog een besluit op de aanvraag bekendmaakt. Tegen deze uitspraak hebben appellanten, vertegenwoordigd door mr. H.T. Gerbrandy, advocaat in Leeuwarden, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4608
Datum uitspraak
30 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202501729/1/V1

202502161/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen. Bij uitspraak van 19 maart 2025 heeft de rechtbank dat beroep gegrond verklaard, het met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit vernietigd en bepaald dat de minister voor 2 mei 2026 alsnog een besluit op de aanvraag bekendmaakt. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. H.T. Gerbrandy, advocaat in Leeuwarden, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4609
Datum uitspraak
30 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502161/1/V1

202502575/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4624
Datum uitspraak
30 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502575/1/V1

202503415/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4625
Datum uitspraak
30 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202503415/1/V1

202503932/1/V2

Bij besluiten van 18 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie aanvragen van appellanten om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4626
Datum uitspraak
30 september 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503932/1/V2

202504863/3/A3

Bij besluit van 16 april 2025 heeft de burgemeester van Oudewater op grond van artikel 13b van de Opiumwet besloten om de woning van [verzoekers] aan de [locatie] in Oudewater voor de duur van drie maanden te sluiten. [verzoekers] zijn eigenaren van het perceel [locatie] in Oudewater. Op het perceel staan meerdere gebouwen, waaronder een hoofdwoning, een seniorenwoning en een kattenpension. [verzoekers] wonen in de seniorenwoning en exploiteren het kattenpension. Hun zoon maakte sinds 2022 met zijn gezin gebruik van de hoofdwoning. Volgens een bestuurlijke rapportage van 7 maart 2025 heeft de politie op 22 februari 2025 de hoofdwoning doorzocht. Daarbij is 112,20 gram amfetamine, 804,10 gram hennep en twee luchtbuksen en wapentoebehoren aangetroffen. De burgemeester heeft daarom bij besluit van 16 april 2025 besloten om op grond van artikel 13b van de Opiumwet de hoofdwoning vanaf 29 april 2025 om 10:00 uur voor de duur van drie maanden te sluiten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4579
Datum uitspraak
30 september 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202504863/3/A3

202504933/2/V2

Bij besluit van 9 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4627
Datum uitspraak
30 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202504933/2/V2

202505003/1/V2 en 202505003/2/V2

Bij besluit van 6 augustus 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4603
Datum uitspraak
30 september 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202505003/1/V2 en 202505003/2/V2

202505039/2/V2

Bij besluit van 8 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4629
Datum uitspraak
30 september 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202505039/2/V2

202505041/2/V2

Bij besluit van 19 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4631
Datum uitspraak
30 september 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202505041/2/V2

202505120/1/V3

Bij besluit van 26 augustus 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4632
Datum uitspraak
30 september 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202505120/1/V3

BRS.25.001075

Bij besluit van 9 mei 2025 heeft de minister een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4588
Datum uitspraak
30 september 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001075

BRS.25.001228 en BRS.25.001229

Bij besluit van 23 mei 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid geweigerd appellant ambtshalve krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4575
Datum uitspraak
30 september 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001228 en BRS.25.001229

202405317/1/V1

Bij besluit van 8 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 18 januari 2024 heeft de staatssecretaris het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4596
Datum uitspraak
29 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202405317/1/V1

202407333/1/V1

Appellanten hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen. Bij uitspraak van 7 november 2024 heeft de rechtbank dat beroep gegrond verklaard en bepaald dat de minister van Asiel en Migratie voor 1 april 2025 alsnog een besluit op de aanvraag bekendmaakt

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4594
Datum uitspraak
29 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202407333/1/V1

202408079/1/V3

Bij brief van 10 oktober 2024 heeft de minister appellant in kennis gesteld van haar besluit om de overdrachtstermijn met twaalf maanden te verlengen (hierna: het verlengingsbesluit). Bij uitspraak van 23 december 2024 heeft de rechtbank het door appellant tegen het verlengingsbesluit ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. D.W.M. van Erp, advocaat in Utrecht, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4592
Datum uitspraak
29 september 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202408079/1/V3

202501110/1/V1

Bij uitspraak van 28 januari 2025 heeft de rechtbank dat beroep gegrond verklaard, het met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit vernietigd en bepaald dat de minister van Asiel en Migratie voor 1 april 2026 alsnog een besluit op de aanvraag bekendmaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4612
Datum uitspraak
29 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202501110/1/V1

202501112/1/V1

Appellant en betrokkenen hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen. Bij uitspraak van 28 januari 2025 heeft de rechtbank dat beroep gegrond verklaard, het met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit vernietigd en bepaald dat de minister voor 1 april 2026 alsnog een besluit op de aanvraag bekendmaakt. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. H.T. Gerbrandy, advocaat in Leeuwarden, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4595
Datum uitspraak
29 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202501112/1/V1

202501607/1/V1

Appellanten hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen. Bij uitspraak van 24 februari 2025 heeft de rechtbank dat beroep gegrond verklaard, het met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit vernietigd en bepaald dat de minister voor 30 november 2025 alsnog een besluit op de aanvraag bekendmaakt. Tegen deze uitspraak hebben appellanten, vertegenwoordigd door mr. H.T. Gerbrandy, advocaat in Leeuwarden, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4600
Datum uitspraak
29 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202501607/1/V1

202501836/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen. Bij uitspraak van 28 februari 2025 heeft de rechtbank dat beroep gegrond verklaard en bepaald dat de minister voor 30 juni 2026 alsnog een besluit op de aanvraag bekendmaakt. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. H. Postma, advocaat in Groningen, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4599
Datum uitspraak
29 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202501836/1/V1

202501900/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen. Bij uitspraak van 11 maart 2025 heeft de rechtbank dat beroep gegrond verklaard, het met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit vernietigd en bepaald dat de minister voor 30 augustus 2025 alsnog een besluit op de aanvraag bekendmaakt. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. H.T. Gerbrandy, advocaat in Leeuwarden, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4591
Datum uitspraak
29 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202501900/1/V1

202502061/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen. Bij uitspraak van 17 maart 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep gegrond verklaard en bepaald dat de minister voor 30 augustus 2026 alsnog een besluit op de aanvraag bekendmaakt. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. S. Cetinkaya-Ahmad, advocaat in Den Haag, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4597
Datum uitspraak
29 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502061/1/V1

202502532/1/V2

Bij besluit van 2 mei 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 17 juni 2024 heeft de staatssecretaris het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 8 april 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4593
Datum uitspraak
29 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502532/1/V2

202503010/1/V1

Bij besluit van 7 augustus 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4581
Datum uitspraak
29 september 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503010/1/V1

202504316/1/V1

Bij besluit van 28 oktober 2024 heeft de minister een aanvraag van appellant om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen. Bij besluit van 22 januari 2025 heeft de minister het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 8 juli 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant hoger beroep ingesteld. Appellant is in de gelegenheid gesteld om zich nader uit te laten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4605
Datum uitspraak
29 september 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202504316/1/V1

202504369/1/V2

Bij besluit van 16 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een inreisverbod tegen appellant uitgevaardigd. Bij uitspraak van 8 juli 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. I. Özkara, advocaat in Arnhem, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4590
Datum uitspraak
29 september 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202504369/1/V2

202505025/1/V3

Bij brief van 24 juni 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in kennis gesteld van haar besluit om de overdrachtstermijn met twaalf maanden te verlengen (hierna: het verlengingsbesluit). Bij uitspraak van 2 september 2025 heeft de rechtbank het door appellant tegen het verlengingsbesluit ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. F.S. Boedhoe, advocaat in Dronten, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4606
Datum uitspraak
29 september 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202505025/1/V3

BRS.25.000523

Bij besluit van 8 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4574
Datum uitspraak
29 september 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000523

BRS.25.000611

Bij besluit van 27 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4573
Datum uitspraak
29 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000611

BRS.25.000654

Bij besluit van 6 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4570
Datum uitspraak
29 september 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000654

BRS.25.001261 en BRS.25.0001262

Bij besluiten van 8 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie aanvragen van appellanten om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4602
Datum uitspraak
29 september 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001261 en BRS.25.0001262

BRS.25.001270

Bij besluit van 25 april 2022, aangevuld op 29 november 2024, heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4571
Datum uitspraak
29 september 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001270

202505183/1/A2

Het beroep richt zich tegen het besluit van het centraal stembureau van 19 september 2025, waarbij - voor zover hier van belang - de kandidatenlijsten van 27 politieke groeperingen voor één of meerdere kieskringen geldig zijn verklaard. [appellant] betoogt dat het centraal stembureau de kandidatenlijsten niet geldig had mogen verklaren zonder de partijen die de kandidatenlijsten hebben ingediend, op morele gronden te toetsen. Dat de Kieswet het centraal stembureau verbiedt om partijen op inhoudelijke gronden te toetsen, betekent dat de wet fout is en het centraal stembureau deze niet had moeten uitvoeren. Inhoudelijke toetsing van politieke partijen is een geëigend middel om het democratisch proces in toom te houden, aldus [appellant].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4637
Datum uitspraak
29 september 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Mondelinge uitspraak
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202505183/1/A2

202505189/1/A2

Het beroep richt zich tegen het besluit van het centraal stembureau van 19 september 2025, waarbij het centraal stembureau onder meer heeft geoordeeld over de geldigheid van de door NL PLAN ingeleverde kandidatenlijsten voor de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen. NL PLAN betoogt dat de partij structureel wordt belemmerd in haar politieke participatie door onder meer negatieve publicaties en verdachtmakingen in de pers, die door de rechtbank als maatschappelijk relevant onder de persvrijheid zijn geschaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4638
Datum uitspraak
29 september 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Mondelinge uitspraak
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202505189/1/A2

202505192/1/A2

Het beroep richt zich tegen het door het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ten onrechte niet vaststellen van de Blanco Lijst [naam appellant B] in het besluit van 19 september 2025.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4636
Datum uitspraak
29 september 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Mondelinge uitspraak
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202505192/1/A2

202400993/1/V1

Bij besluit van 15 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4576
Datum uitspraak
26 september 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400993/1/V1

202504991/2/A2

Bij besluit van 12 juni 2025 heeft de examencommissie het resultaat voor het eindexamen wiskunde vmbo vastgesteld en aan [student] bekendgemaakt. [student] heeft in het schooljaar 2024-2025 als student een vmbo-opleiding voortgezet algemeen volwassenenonderwijs aan het Talland College Alkmaar gevolgd. Zij heeft op 15 mei 2025 het centraal examen wiskunde, eerste tijdvak, afgelegd. Op 12 juni 2025 is bekendgemaakt dat zij het vak niet heeft gehaald. [student] is tegen deze vaststelling opgekomen. De examencommissie heeft op 3 juli 2025 besloten dat er geen herbeoordeling plaatsvindt. Zij heeft daarbij [student] en haar ouders op school uitgenodigd voor een mondelinge toelichting op het besluit.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4586
Datum uitspraak
26 september 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202504991/2/A2

BRS.25.000580

Bij besluit van 18 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4565
Datum uitspraak
26 september 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000580

BRS.25.001244 en BRS.25.001279

Bij besluit van 18 juli 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4572
Datum uitspraak
26 september 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001244 en BRS.25.001279

202505160/1/A2

Bij besluit van 19 september 2025 heeft het centraal stembureau besloten over de geldigheid en nummering van de kandidatenlijsten, over het handhaven van de daarop voorkomende kandidaten en de daarboven geplaatste aanduiding voor de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober 2025. In het besluit van 19 september 2025 heeft het centraal stembureau 27 kandidatenlijsten geldig verklaard en vijf ongeldig. [appellant] heeft tegen dit besluit beroep ingesteld. De Afdeling begrijpt het beroep van [appellant] zo dat het centraal stembureau volgens hem ten onrechte de kandidatenlijst Blanco Protest Lijst Manuel Schadwald 1994 niet heeft meegenomen in het besluit van 19 september 2025.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4582
Datum uitspraak
26 september 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202505160/1/A2

202505164/1/A2

Bij besluit van 19 september 2025 heeft het centraal stembureau besloten over de geldigheid en nummering van de kandidatenlijsten, over het handhaven van de daarop voorkomende kandidaten en de daarboven geplaatste aanduiding voor de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober 2025. De Afdeling begrijpt het beroep van [appellant] zo dat het centraal stembureau volgens hem ten onrechte de Blanco Protest Lijst [naam appellant] en de Blanco Protest Lijst Reinder Fuellmich, niet heeft meegenomen in het besluit van 19 september 2025.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4583
Datum uitspraak
26 september 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202505164/1/A2

202505165/1/A2

Bij besluit van 19 september 2025 heeft het centraal stembureau de kandidatenlijsten van de Partij voor de Rechtsstaat in kieskring 1 (Groningen), kieskring 5 (Lelystad), kieskring 6 (Nijmegen), kieskring 7 (Arnhem), kieskring 8 (Utrecht), kieskring 12 (’s-Gravenhage), kieskring 13 (Rotterdam), kieskring 14 (Dordrecht) en kieskring 19 (Maastricht) ongeldig verklaard. Op 15 september 2025 - de dag van de kandidaatstelling - is de kandidatenlijst van de Partij voor de Rechtsstaat ingeleverd bij het centraal stembureau. Het centraal stembureau heeft op 16 september 2025, zoals op de zitting nader toegelicht, bij de eerste inleverronde voorafgaand aan de verzuimherstelperiode elke door de Partij voor de Rechtsstaat overgelegde ondersteuningsverklaring in elke kieskring onderzocht. Per verklaring is genoteerd of deze aan de eis(en) voldeed, en zo niet, aan welke eis(en) deze niet voldeed. De lijstinleveraar is per brief op 16 september 2025 geïnformeerd over de door het centraal stembureau geconstateerde verzuimen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4587
Datum uitspraak
26 september 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202505165/1/A2

202505167/1/A2

Op grond van artikel I 5 van de Kieswet verklaart het centraal stembureau een kandidatenlijst voor een kieskring ongeldig als deze niet voldoet aan de in die bepaling genoemde formaliteiten. Aan het besluit van 19 september 2025 heeft het centraal stembureau ten grondslag gelegd dat ORDA in alle kieskringen onvoldoende geldige verklaringen van ondersteuningen heeft ingeleverd en dat zij daarnaast geen bewijs van volledige betaling van de waarborgsom heeft overgelegd. Op grond van artikel H 13, eerste lid, van de Kieswet gelezen in samenhang met artikel I 5, aanhef en onder b, van die wet dient bij de kandidatenlijst een bewijs te zijn gevoegd waaruit blijkt dat de vereiste waarborgsom van € 11.250,00 is betaald. Vaststaat dat ORDA geen bewijs heeft overgelegd waaruit blijkt dat hij die waarborgsom volledig heeft betaald.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4584
Datum uitspraak
26 september 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202505167/1/A2

202304327/1/V1

Bij besluit van 9 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4569
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202304327/1/V1

202304878/1/V3

Bij besluit van 16 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4568
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202304878/1/V3

202504680/2/A3

Bij besluit van 13 oktober 2022 heeft de burgemeester aan Insight een exploitatievergunning verleend voor het verrichten van horeca-activiteiten op de eerste etage van het hoofdgebouw van Chi Chi en daaraan een aantal voorschriften verbonden. De burgemeester heeft geweigerd om een exploitatievergunning te verlenen voor het verrichten van horeca-activiteiten op de begane grond. Chi Chi exploiteert een golfbaancomplex met horecavoorzieningen in recreatiegebied Noorderpark Ruigenhoek in Groenekan. Insight is de bestuurder van Chi Chi. Insight heeft een aanvraag ingediend voor een exploitatievergunning voor de horeca-activiteiten van Chi Chi op de begane grond en eerste verdieping van het hoofdgebouw op het golfbaancomplex. Bij besluit van 13 oktober 2022 heeft de burgemeester de gevraagde exploitatievergunning gedeeltelijk verleend en daaraan voorschriften verbonden. Bij besluit van 3 augustus 2023 heeft de burgemeester, beslissend op de daartegen door Insight en Chi Chi en door omwonenden gemaakte bezwaren, de gevraagde exploitatievergunning geheel verleend en daaraan voorschriften verbonden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4510
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Drank en horeca
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202504680/2/A3

202504893/2/V2

Bij besluit van 27 juni 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4580
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202504893/2/V2

202504981/1/V3

Bij besluit van 16 augustus 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4567
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202504981/1/V3

202505059/1/V3 en 202505059/2/V3

Bij besluit van 25 augustus 2025 heeft de minister van asiel en migratie de termijn van de aan appellant opgelegde bewaringsmaatregel verlengd met ten hoogste twaalf maanden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4578
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202505059/1/V3 en 202505059/2/V3

202505197/2/V2

Bij besluit van 1 augustus 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 16 september 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de rechtsgevolgen daarvan geheel in stand blijven. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4589
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202505197/2/V2

BRS.25.001008

Bij besluit van 9 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4502
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001008

BRS.25.001186

Bij besluit van 14 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om haar een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen of een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd te verlenen, afgewezen

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4504
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001186

BRS.25.001201

Bij besluit van 20 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen, geweigerd om hem ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen en hem voorlopig uitstel van vertrek verleend in afwachting van de ambtshalve beoordeling of uitzetting krachtens artikel 64 van de Vw 2000 achterwege moet blijven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4500
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001201

BRS.25.001264

Bij besluit van 12 juni 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4563
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001264

BRS.25.001276

Bij besluit van 3 september 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4501
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001276

BRS.25.001332

Bij besluit van 2 oktober 2024, aangevuld op 26 maart 2025, heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4503
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001332

202505167/2/A2

Bij brief, ingekomen op 24 september 2025, heeft ORDA verzocht om wraking van staatsraden mr. E.J. Daalder, mr. N. Verheij en mr. V.V. Essenburg, als voorzitter en leden van de meervoudige kamer belast met de behandeling van de zaak met nr. 202505167/1/A2, en vice-president mr. Th.C. de Graaf, staatsraad in buitengewone dienst mr. G. de Groot en oud-staatsraad mr. L.J. Griffith.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4698
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Wraking
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202505167/2/A2

202505179/1/A2

Het beroep richt zich tegen het besluit van het centraal stembureau van 19 september 2025, waarbij de kandidatenlijsten voor de vijftien in de huidige samenstelling van de Tweede Kamer zittende politieke groeperingen geldig zijn verklaard en de daarop vermelde kandidaten zijn gehandhaafd. [appellant] betoogt dat het centraal stembureau de hierboven bedoelde kandidatenlijsten ongeldig had moeten verklaren en de daarop vermelde kandidaten, voor zover zij nu zitting hebben in de Tweede Kamer, had moeten schrappen. Volgens hem zijn de zittende Tweede Kamerleden zichtbaar en aantoonbaar betrokken bij ongrondwettige ambtelijk criminele handelingen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4613
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Mondelinge uitspraak
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202505179/1/A2

202505179/2/A2

Tijdens de zitting in zaak nr. 202505179/1/A2 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraden mr. E.J. Daalder, mr. N. Verheij en mr. V.V. van Essenburg, als voorzitter en leden van de meervoudige kamer belast met de behandeling van die zaak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:4697
Datum uitspraak
25 september 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Wraking
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202505179/2/A2
vorige pagina1...789...1.217volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon