Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.422
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202204950/1/R4

Bij besluit van 5 januari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bronckhorst de tot dan toe gemaakte kosten van de toepassing van bestuursdwang op het perceel aan de [locatie] in Drempt vastgesteld en beslist om een eerste gedeelte hiervan, namelijk € 399.367,13, op [appellanten] te verhalen. [appellanten] zijn eigenaar van het perceel. Op dit perceel staan verschillende bouwwerken, zoals de woning van [appellanten] en een schuur. Zij hadden deze schuur voor een periode van drie maanden (van 16 maart 2020 tot 7 juni 2020) verhuurd voor de opslag van goederen en bouwmaterialen. Op 8 mei 2020 is in de schuur een laboratorium voor de productie van de drug metamfetamine (crystal meth) gevonden. De productie van deze drug heeft tot forse milieuvervuiling geleid. Het college heeft daarom verschillende lasten onder bestuursdwang opgelegd aan [appellanten] om de gevolgen van de milieuvervuiling te beperken en ongedaan te maken. De lasten waren gebaseerd op overtreding van de Wet bodembescherming en de Wet milieubeheer.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1042
Datum uitspraak
13 maart 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202204950/1/R4

202205053/1/R4

Bij besluit van 23 juni 2022 heeft de raad van de gemeente Berg en Dal het bestemmingsplan "Recreatieterrein de Oude Molen" vastgesteld. Het plan heeft betrekking op het recreatieterrein de Oude Molen aan de Wylerbaan 2a in Groesbeek. De aanleiding voor de vaststelling van het plan zijn ontwikkelingen binnen de recreatiemarkt en de veranderingen in de regio, waardoor de Oude Molen haar recreatieterrein anders wenst in te vullen. Het voorgaande bestemmingsplan "De Zeven Heuvelen e.o." bood onvoldoende mogelijkheden om in te spelen op die veranderingen en ontwikkelingen. Het voorliggende plan biedt ruimte voor ontwikkeling van zowel kleinschalig kamperen als voor ontwikkeling van grootschaliger voorzieningen en ruimere, luxere recreatiemiddelen. [appellant A] is sinds 1984 in wisselende functies werkzaam geweest voor de Oude Molen. In 1994 heeft de toenmalige eigenaar van de Oude Molen een deel van het perceel waar het recreatieterrein op aanwezig is, afgesplitst en verkocht aan [appellanten]. Dat perceel heeft het adres [locatie] in Groesbeek. Op dat perceel hebben [appellanten] een bedrijfswoning gerealiseerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1063
Datum uitspraak
13 maart 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202205053/1/R4

202205258/1/R4

Bij besluit van 20 juli 2022 heeft de raad van de gemeente Arnhem het bestemmingsplan "Chw Sperwerstraat 2-4" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet op de plek van een voormalig garagebedrijf en drie appartementen aan de Sperwerstraat 2-4 in de bouw van een gebouw met negentien appartementen. [partij] is de initiatiefnemer van de ontwikkeling. [appellant sub 1] is eigenaar van het perceel [locatie 1], gelegen naast de planlocatie. [appellant sub 2] woont aan de [locatie 2], ook gelegen naast de planlocatie. Zij vrezen onder meer dat het plan zal leiden tot overlast voor omwonenden en het milieu. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] voeren aan dat de raad onder verwijzing naar artikel 7g van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet ten onrechte de Chw van toepassing heeft geacht op het bestemmingsplan. Zij zijn van mening dat zij door de versnelde behandeling van hun beroep, die daar een gevolg van is, in hun belangen worden geschaad.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1035
Datum uitspraak
13 maart 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202205258/1/R4

202206549/1/R2

Bij besluit van 14 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Helmond [appellant] een last onder dwangsom opgelegd inhoudende het verwijderen en verwijderd houden van een overkapping en tuinhuis aan de [locatie] te Helmond. Hij heeft op het perceel zonder omgevingsvergunning een overkapping en tuinhuis gerealiseerd. De overkapping bevindt zich geheel en het tuinhuis bevindt zich grotendeels binnen 5 m van de perceelgrens. Een toezichthouder van de gemeente Helmond heeft op 8 december 2020 een controle uitgevoerd op het perceel. Naar aanleiding van deze controle heeft het college geconcludeerd dat de overkapping en het tuinhuis zijn gerealiseerd in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "De Groene Loper II", op grond waarvan op het perceel de bestemming "Bos" en de functieaanduiding "wonen" rust. Naar aanleiding daarvan heeft het college [appellant] een last onder dwangsom opgelegd. De last houdt in dat [appellant] de overkapping en het tuinhuis moet verwijderen en verwijderd houden. [appellant] is van mening dat het college de last onder dwangsom ten onrechte heeft opgelegd, omdat geen sprake is van een overtreding.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1037
Datum uitspraak
13 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202206549/1/R2

202207027/1/R3, 202207034/1/R3, 202207040/1/R3, 202207043/1/R3 en 202207057/1/R3

Bij drie afzonderlijke besluiten van 6 september 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen op grond van artikel 110a van de Wet geluidhinder hogere grenswaarden vastgesteld voor de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting vanwege industrielawaai en wegverkeerslawaai voor een deel van de toekomstige woningen die zijn voorzien binnen de bestemmingsplannen "Eiland van Speyk", "Maaswijk-West (District U/voormalig Unileverterrein)" en "Maasboulevard-Westhavenkade (locatie Pietersen)". Bij drie afzonderlijke besluiten van 13 oktober 2022 heeft de raad van de gemeente Vlaardingen de bestemmingsplannen "Eiland van Speyk", "Maaswijk-West (District U/voormalig Unileverterrein)" en "Maasboulevard-Westhavenkade (locatie Pietersen)" vastgesteld. De rivieroever van Vlaardingen verbindt het oude centrum van Vlaardingen met de Nieuwe Maas en kent een (watergebonden) industrieel karakter. Door transformatie naar een gemengd gebied voor wonen en werken moet het gebied volgens de raad beter toegankelijk en leefbaar worden voor de inwoners van Vlaardingen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1036
Datum uitspraak
13 maart 2024
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202207027/1/R3, 202207034/1/R3, 202207040/1/R3, 202207043/1/R3 en 202207057/1/R3

202207255/1/R2

Bij besluit van 10 mei 2021 heeft het college van gedeputeerde staten van Overijssel de aanvraag van [appellant] voor een vergunning op grond van artikel 2.7 van de Wet natuurbescherming voor het houden van 44 melkkoeien en 10 stuks jongvee afgewezen. [appellant] heeft een melkveehouderij aan de [locatie 1] in Zwolle. Oorspronkelijk was de melkveehouderij gevestigd aan de [locatie 2] (hierna: de melkveehouderij op nr. [locatie 2]). Op 5 september 1994 is een vergunning op grond van de Wet milieubeheer verleend voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting aan de [locatie 2] ten behoeve van een veehouderij en het houden van 45 melkkoeien, 42 stuks jongvee, 3 vleesstieren en 1 geit. Op 8 juni 2000 heeft [appellant] de melkveehouderij verplaatst naar de [locatie 1]. Partijen zijn het erover eens dat dit perceel aan de overzijde van de Hasselterdijk ligt, op ongeveer 150 m afstand van de [locatie 2]. Op 8 juni 2000 heeft [appellant] een melding gedaan op grond van het Besluit melkveehouderijen milieubeheer voor het oprichten van een melkrundveehouderij aan de Hasselterdijk (ongenummerd).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1034
Datum uitspraak
13 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202207255/1/R2

202301957/1/R1

Bij besluit van 27 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tholen aan [gemachtigde] een omgevingsvergunning verleend voor de bouw en het gebruik van een garage op het perceel [locatie 1] te Poortvliet. Tegen dit besluit heeft [appellanten] bezwaar gemaakt bij het college.[partij] woont op het perceel [locatie 1] te Poortvliet. De aanvraag van [partij] heeft betrekking op een garage van 12 bij 7 meter en een nokhoogte van 6 meter. De bouw en het gebruik van de garage zijn in strijd met het geldende bestemmingsplan "Kommen, Gemeente Tholen", omdat aan dat perceel de bestemming "Recreatie" en de aanduiding "volkstuin" zijn toegekend. Op gronden met die bestemming en aanduiding is de bouw van een garage ten behoeve van de functie wonen niet toegestaan. [appellanten] is bewoner van de woning aan [locatie 2] te Poortvliet. Tegen het besluit van 27 oktober 2021 heeft [appellanten] bezwaar gemaakt. Omdat het college volgens [appellanten] niet tijdig heeft beslist op zijn bezwaar heeft hij tegen het uitblijven van een besluit beroep bij de rechtbank ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1058
Datum uitspraak
13 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202301957/1/R1

202302601/1/R1

Bij besluit van 8 maart 2023 heeft de raad van de gemeente Hilversum het bestemmingsplan "Heuvellaan 50" vastgesteld. Aan de Heuvellaan 50 in Hilversum staat een kantoorpand dat eind jaren ‘80 is gebouwd en in 1990 in gebruik is genomen als hoofdkantoor van de VARA. Het gebouw staat inmiddels een aantal jaren grotendeels leeg. Het plan maakt mogelijk dat op deze locatie 24 woningen en 2.780 m2 aan bedrijfsbebouwing wordt gerealiseerd. Het bestaande kantoorpand zal daarvoor worden gesloopt. [appellant sub 1B] woont aan de [locatie 1]. Haar perceel grenst aan de achterzijde aan het plangebied. Zij vreest een vermindering van haar woongenot als gevolg van het plan. In het bijzonder kan zij zich niet verenigen met de bouw van een gebouw en de aanleg van een parkeerterrein op korte afstand van de perceelsgrens. De bewoners aan de Godelindeweg (even nummers [locatie 2] t/m [locatie 3]) hebben zich verenigd in de Stichting. Hun percelen grenzen aan de achterzijde aan het plangebied. De Stichting heeft onder meer als doelstelling het duurzaam beschermen van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van het parklandschap gelegen op het terrein van de Heuvellaan 50.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1059
Datum uitspraak
13 maart 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202302601/1/R1

202303559/1/V6

Bij besluit van 11 augustus 2021 heeft de minister het verzoek van [appellante] om verlenging van de inburgeringstermijn afgewezen. De minister heeft [appellante] bij brief van 22 oktober 2018 meegedeeld dat zij inburgeringsplichtig is, haar inburgeringstermijn op 17 september 2018 is gestart en zij tot en met 14 oktober 2021 de tijd heeft om in te burgeren. Op 30 juni 2021 heeft de minister een medische machtiging van [appellante] ontvangen waarmee zij heeft verzocht om de inburgeringstermijn te verlengen. In de machtiging heeft [appellante] vermeld last te hebben van een depressie door de geboorte van haar tweeling, een middenoorziekte, duizeligheid en hoofdpijn door Covid. De minister heeft het verzoek om verlenging afgewezen, omdat hij niet beschikte over de benodigde medische gegevens. Bij besluit van 3 augustus 2022 heeft de minister de afwijzing gehandhaafd, omdat uit het medisch advies van 29 juli 2022 van L. ten Hove, verzekeringsarts voor Argonaut, volgt dat er geen aanleiding bestaat tot een verlengingsadvies op basis van de aangeleverde informatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1038
Datum uitspraak
13 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202303559/1/V6

202304212/1/V3

Bij besluit van 13 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft de Angolese nationaliteit. De staatssecretaris heeft zijn aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen, omdat volgens hem op grond van de Dublinverordening België verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan. Deze uitspraak gaat over de vraag of voor België mag worden uitgegaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel en of de vreemdeling een reëel risico loopt dat hij bij terugkeer naar België terechtkomt in een situatie die in strijd is met artikel 4 van het EU Handvest en artikel 3 van het EVRM. Daarbij zal met name worden ingegaan op de capaciteit aan opvangplaatsen in België en de toegang van de vreemdeling tot de opvang. De rechtbank heeft overwogen dat de staatssecretaris niet deugdelijk heeft gemotiveerd waarom nog steeds van het interstatelijk vertrouwensbeginsel voor België mag worden uitgegaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:896
Datum uitspraak
13 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202304212/1/V3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202304212/1/V3

202304307/1/V3

Bij besluit van 1 mei 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft de Pakistaanse nationaliteit. De staatssecretaris heeft zijn aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen, omdat volgens hem op grond van de Dublinverordening België verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan. De staatssecretaris komt met zijn enige grief op tegen het oordeel van de rechtbank dat hij niet deugdelijk heeft gemotiveerd dat hij voor de vreemdeling bij België nog uit mag gaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1052
Datum uitspraak
13 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202304307/1/V3

202304662/1/V3

Bij besluit van 24 mei 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 19 juli 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1051
Datum uitspraak
13 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202304662/1/V3

202305005/1/V3

Bij besluit van 21 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 1 augustus 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. De vreemdeling heeft de Chinese nationaliteit. De staatssecretaris heeft haar asielaanvraag niet in behandeling genomen, omdat volgens hem op grond van de Dublinverordening België verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan. In haar enige grief komt de vreemdeling op tegen het oordeel van de rechtbank dat de staatssecretaris voor België uit mag gaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ondanks de problemen in de opvangsituatie. Zij voert onder andere aan dat zij is uitgeprocedeerd in België en na overdracht een opvolgende aanvraag zal moeten indienen. Zij wijst erop dat België standaardmatig geen opvang verleent in de periode dat een opvolgende asielaanvraag moet worden geregistreerd en ontvankelijk verklaard. Daarbij verwijst zij naar het rapport van de Asylum Information Database over België van 21 april 2023.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1050
Datum uitspraak
13 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202305005/1/V3

202305037/1/R1

Bij besluit van 30 mei 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Castricum het uitwerkingsplan "Limmer Linten Notenlint" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft De [appellant] beroep ingesteld. Het college heeft een verweerschrift ingediend. Het uitwerkingsplan maakt de bouw van maximaal 40 grondgebonden woningen en een appartementengebouw met maximaal 30 appartementen mogelijk in het gebied ten noorden van de woningen aan de Visweg 32-36 en ten oosten van de woningen aan de Hogeweg 130-146 in Limmen. De [appellant] woont op het adres [locatie] te Limmen, dat direct grenst aan de noordoostzijde van het plangebied. Hij verzet zich tegen de ontwikkeling die met het uitwerkingsplan mogelijk wordt gemaakt, en in het bijzonder tegen het beoogde appartementengebouw dichtbij zijn woning. Dat gebouw is voorzien op een afstand van 24 m tot 37 m van zijn woning. De maximale bouwhoogte van het noordelijk gedeelte van het appartementengebouw, aan de kant van het Hazelnootlint, is 11 m in drie bouwlagen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1033
Datum uitspraak
13 maart 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202305037/1/R1

202305704/1/A2

Bij beslissing van 19 april 2023 heeft de selectiecommissie van het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam) namens het college van bestuur van de Universiteit van Amsterdam aan [appellante] meegedeeld dat zij voor de selectie van de bacheloropleiding Tandheelkunde bij de Universiteit van Amsterdam voor studiejaar 2023-2024 rangnummer 137 toegewezen heeft gekregen. op basis waarvan zij niet direct een plaatsingsbewijs heeft gekregen voor de opleiding. Tegen deze beslissing heeft [appellante] bezwaar gemaakt, omdat haar motivatiebrief niet was meegenomen bij de beoordeling van haar persoonlijk dossier. Bij de beslissing op bezwaar heeft het college de beslissing van 19 april 2023 herroepen en besloten dat de selectiecommissie de motivatiebrief bij de beoordeling van het persoonlijk dossier van [appellante] moet meewegen en dat de selectiecommissie [appellante], op basis van het rangnummer dat haar bij het meewegen van de motivatiebrief zou zijn toegekend, al dan niet een plaatsingsbewijs moet verstrekken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1069
Datum uitspraak
13 maart 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202305704/1/A2

202306930/1/A3

Bij besluit van 21 oktober 2022 heeft de Raad van State het verzoek van [appellant] om documenten openbaar te maken op grond van de Wet open overheid gedeeltelijk afgewezen. In deze zaak gaat het om een Woo-verzoek van 15 augustus 2022 waarin [appellant] onder andere om openbaarmaking van het volgende heeft verzocht: (a) Het openbare volmachtregister van de Raad van State als bedoeld in artikel 4 Regeling financieel beheer van het Rijk. In hoger beroep gaat het slechts nog om de afwijzing van het verzoek om onderdeel (a), het openbare volmachtregister van de Raad van State openbaar te maken. Het gaat hierbij met name om de vraag of artikel 4.2, tweede lid, van de Woo zo moet worden uitgelegd dat het alleen ziet op het openbaar maken van al bestaande documenten of dat het verder reikt en ook ziet op documenten die nog niet bestaan, maar wel al hadden moeten zijn vervaardigd op grond van een wettelijke regeling.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1066
Datum uitspraak
13 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202306930/1/A3

202302531/1/V1

Bij besluit van 26 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 13 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het daartegen door de vreemdelingen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1014
Datum uitspraak
12 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202302531/1/V1

202307973/1/V3

Bij besluit van 6 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een inreisverbod tegen de vreemdeling uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1015
Datum uitspraak
12 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202307973/1/V3

202401166/1/V2 en 202401166/2/V2

Bij besluit van 5 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1017
Datum uitspraak
12 maart 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401166/1/V2 en 202401166/2/V2

202401271/1/V2 en 202401271/2/V2

Bij besluit van 17 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1218
Datum uitspraak
12 maart 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401271/1/V2 en 202401271/2/V2

202401295/2/R3

Het college van burgemeester en wethouders van Molenlanden heeft T.I.V. Beheer B.V. onder oplegging van een last onder dwangsom gelast om het gebruik van een ruimte in het pand aan de Dorpsweg 57A te Hoornaar als tweede zelfstandige woonruimte op te heffen, door de sanitaire voorzieningen en de keuken uit bedoelde ruimte te verwijderen en verwijderd te houden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1072
Datum uitspraak
12 maart 2024
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202401295/2/R3

202401396/1/V3 en 202401396/3/V3

Bij besluit van 22 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1020
Datum uitspraak
12 maart 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401396/1/V3 en 202401396/3/V3

202204566/1/R2

Bij besluit van 18 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leudal aan [appellant] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een framework voor zonnepanelen op het perceel [locatie] in Baexem. Tussen partijen is niet in geschil dat de bouw van het framework in strijd is met het bestemmingsplan "Woonkernen Leudal 2017", zoals vastgesteld door de raad op 14 november 2017. [appellant] betoogt dat ten onrechte niet overeenkomstig het kruimelgevallenbeleid is gehandeld. Ook is volgens [appellant] sprake van bijzondere omstandigheden als bedoeld in artikel 4:84 van de Awb, zodat het college had moeten afwijken van het kruimelgevallenbeleid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1112
Datum uitspraak
12 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Mondelinge uitspraak
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202204566/1/R2

202205320/1/R2

Bij uitspraak van 6 juli 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1917, heeft de Afdeling het hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-­Brabant van 9 oktober 2020 in zaak nr. 19/2993 gegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank vernietigd, het beroep van [appellant] tegen het besluit van het college van 30 oktober 2019 vernietigd, voor zover het bezwaar niet-ontvankelijk is verklaard wat betreft de aansluiting van de riolering van het perceel op de hemelwaterafvoer. De Afdeling heeft overwogen dat het college in een nieuw te nemen besluit op bezwaar inhoudelijk moet beslissen op het verzoek om handhaving, voor zover het de aansluiting van de riolering betreft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1113
Datum uitspraak
12 maart 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Mondelinge uitspraak
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202205320/1/R2

202205778/1/R2

Bij besluit van 23 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tilburg aan Bouwmarkt 2018 Tilburg-Noord B.V. een vergunning verleend voor het plaatsen van reclame-uitingen op het pand en op het parkeerterrein aan de Bundersestraat 3 in Tilburg. Deze reclame-uitingen betreffen het aanbrengen van reclame op het reeds aanwezige pand, zijnde een bouwmarkt, en op het parkeerterrein en het plaatsen van 9 vlaggenmasten rondom de bouwmarkt. Hiertegen heeft [appellant] bezwaar gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1114
Datum uitspraak
12 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Mondelinge uitspraak
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202205778/1/R2

202207294/1/R2

Het beroep richt zich tegen het besluit van 29 september 2022, waarbij het bestemmingsplan "Seniorenwoning Bisschopspad, Luyksgestel" is vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de bouw van een seniorenwoning aan de achterzijde van het perceel Prins van Luikstraat 7 in Luyksgestel mogelijk. [appellant] kan zich niet verenigen met het bestemmingsplan, omdat het plan in strijd is met de voorwaarden in het gemeentelijk beleid voor de bouw van seniorenwoningen. Ook vreest [appellant] voor parkeeroverlast als gevolg van het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1109
Datum uitspraak
12 maart 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Mondelinge uitspraak
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202207294/1/R2

202207074/1/V3

Bij besluit van 21 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:991
Datum uitspraak
11 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202207074/1/V3

202304954/1/V2

De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. F.J.M. Schonkeren, advocaat te Tilburg, heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, van 2 augustus 2023 in zaak nr. NL23.19699. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft een nader stuk ingediend. De vreemdeling heeft het hoger beroep ingetrokken en de Afdeling bestuursrechtspraak verzocht de staatssecretaris te veroordelen in de bij hem opgekomen proceskosten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1006
Datum uitspraak
11 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202304954/1/V2

202401029/1/V3

Bij besluit van 9 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:997
Datum uitspraak
11 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202401029/1/V3

202401036/1/V3 en 202401036/2/V3

Bij besluit van 13 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard. Bij uitspraak van 8 februari 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1008
Datum uitspraak
11 maart 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401036/1/V3 en 202401036/2/V3

202401165/1/V2 en 202401165/2/V2

Bij besluit van 21 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 14 februari 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1009
Datum uitspraak
11 maart 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401165/1/V2 en 202401165/2/V2

202204994/1/V2

Bij besluit van 8 januari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een inreisverbod tegen de vreemdeling uitgevaardigd. Bij uitspraak van 22 juli 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:990
Datum uitspraak
8 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202204994/1/V2

202207343/1/V3

Bij besluit van 14 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:992
Datum uitspraak
8 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202207343/1/V3

202207371/1/V3

Bij besluit van 15 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:993
Datum uitspraak
8 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202207371/1/V3

202302248/1/V1

Bij besluit van 7 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen niet-ontvankelijk verklaard en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:994
Datum uitspraak
8 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202302248/1/V1

202306917/2/A3

[wederpartijen] wonen op een woonboot aan het adres [locatie] in Amsterdam. Op ongeveer achttien meter van hun woonboot ligt een steiger van de gemeente Amsterdam. Deze steiger wordt onder meer gebruikt om te recreëren en van daar af in het water te zwemmen. Op verzoek van het stadsdeel Oost heeft het college een verkeersbesluit genomen dat dit mogelijk maakt. [wederpartijen] hebben last van het geluid dat de gebruikers van de steiger maken. Zij willen dat de steiger niet kan worden gebruikt voor recreatieve doeleinden en zijn om die reden tegen het verkeersbesluit. Ook vinden [wederpartijen] dat het recreatieve gebruik van de steiger in strijd is met het bestemmingsplan en de APV. Daarom hebben zij het college verzocht om die beide te handhaven. Overleg tussen het college en [wederpartijen] over verplaatsing van hun woonboot naar een andere locatie heeft vooralsnog niet tot overeenstemming geleid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:987
Datum uitspraak
8 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202306917/2/A3

202307342/2/R3

Bij besluit van 5 oktober 2023 heeft de raad van de gemeente Noardeast-Fryslân het bestemmingsplan "Dokkum - Locatie Mollema" vastgesteld. Het plan maakt, op initiatief van Zwanenburg Projecten, op het perceel De Veiling 1 in Dokkum 86 grondgebonden woningen en 24 appartementen mogelijk. Tot 2012 was op dit terrein het [tuincentrum] aanwezig. Daarna is het gebouw in gebruik geweest voor verkoopevenementen. In het eerder geldende bestemmingsplan en reparatieplan "Dokkum Regiostad" hadden de gronden voor het grootste gedeelte de bestemming "bedrijventerrein", waarbinnen bedrijven uit milieucategorie 1 en 2 mogelijk waren. Een gebied in het noordwestelijke deel had de bestemming "Agrarisch-Cultuurgrond". De verzoekers hebben percelen aan De Veiling, direct ten oosten van het plangebied. Hier zijn bedrijven tot milieucategorie 2 met bedrijfswoningen toegestaan. De verzoekers kunnen zich niet vinden in de vaststelling van het bestemmingsplan. Zij vrezen dat de mogelijk gemaakte woningbouw hen, naast aantasting van hun woonomgeving, zal beperken in hun bedrijfsmogelijkheden. Zij hebben de voorzieningenrechter verzocht om het bestemmingsplan te schorsen totdat in de bodemprocedure uitspraak op de beroepen is gedaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:995
Datum uitspraak
8 maart 2024
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202307342/2/R3

202400662/2/A2

Bij besluit van 13 april 2023 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Silver voor de periode van één jaar aangewezen als opleidingsinstelling voor gezondheidspsychologen. Silver is bij het besluit van 13 april 2023 voor de periode van één jaar aangewezen als opleidingsinstelling voor gezondheidspsychologen. De minister heeft in dit besluit opgenomen dat als Silver na dit jaar nog steeds voldoet aan de vereisten voor kwaliteitsbewaking en de examencommissie, en de overige eisen van het Besluit gezondheidspsychologen (hierna: het Besluit), de tijdelijke aanwijzing wordt omgezet in een aanwijzing voor onbepaalde tijd. Om te beoordelen of Silver aan de voorwaarden voldoet laat de minister zich adviseren door de Commissie Registratie en Toezicht van de FGzPt. Op 1 januari 2024 is het Besluit gewijzigd. Deze wijziging heeft ertoe geleid dat de minister de tijdelijke aanwijzing van Silver heeft verlengd tot 1 juli 2024 om Silver en de CRT genoeg tijd te geven voor het uitvoeren van de visitatie en het uitbrengen van een advies.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:996
Datum uitspraak
8 maart 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Gezondheidszorg
  • uitspraakin de zaak202400662/2/A2

202400715/2/V2

Bij besluit van 22 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1007
Datum uitspraak
8 maart 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202400715/2/V2

202401105/1/V2 en 202401105/2/V2

Bij besluit van 6 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:999
Datum uitspraak
8 maart 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401105/1/V2 en 202401105/2/V2

202401286/1/V1 en 202401286/2/V1

Bij besluit van 23 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1002
Datum uitspraak
8 maart 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401286/1/V1 en 202401286/2/V1

202401333/2/V1

Bij besluit van 11 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1005
Datum uitspraak
8 maart 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401333/2/V1

202203321/1/V2

Bij besluit van 16 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Ook heeft hij geweigerd de vreemdeling ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:968
Datum uitspraak
7 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203321/1/V2

202301866/1/V1

De vreemdelingen hebben het hoger beroep ingetrokken en de Afdeling bestuursrechtspraak verzocht om de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid te veroordelen in de bij hen opgekomen proceskosten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:970
Datum uitspraak
7 maart 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202301866/1/V1

202302482/1/V1

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:971
Datum uitspraak
7 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202302482/1/V1

202303411/1/V1

De vreemdeling heeft het hoger beroep ingetrokken en de Afdeling bestuursrechtspraak verzocht om de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid te veroordelen in de bij hem opgekomen proceskosten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:972
Datum uitspraak
7 maart 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202303411/1/V1

202305254/1/V1

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:973
Datum uitspraak
7 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202305254/1/V1

202306944/1/R3 en 202306944/2/R3

Bij besluit van 23 oktober 2023 heeft de raad van de gemeente Zoetermeer het bestemmingsplan "Nieuwbouw Van Doomenplantsoen" vastgesteld. Het plangebied is gelegen aan het Van Doornenplantsoen in Zoetermeer. Het bestemmingsplan voorziet in een nieuw schoolgebouw voor het MOTION Beweeg College en een nieuwe sporthal. De huidige locatie van deze school is namelijk sterk verouderd en te groot. Daarnaast is er een tekort aan sporthallen in Zoetermeer. Aan de gronden van het plangebied is de bestemming "Maatschappelijk" en de functieaanduiding "sporthal" toegekend. Het nieuwe schoolgebouw biedt ruimte aan maximaal 550 leerlingen. De leden van de werkgroep wonen aan de [locatie 1], [locatie 2], [locatie 3] en [locatie 4] te Zoetermeer. Tussen hun woningen en het plangebied zijn een tramlijn en bebouwing gelegen. Deze bebouwing bestaat onder meer uit het oude schoolgebouw van het MBC en het gebouw van MBO Rijnland. De werkgroep betoogt dat door de verplaatsing van het MBC ongeveer 12 ha grond vrijkomt. Volgens haar is ten onrechte geen duidelijkheid verschaft over de herontwikkeling en herbestemming van deze gronden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:967
Datum uitspraak
7 maart 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202306944/1/R3 en 202306944/2/R3

202400625/1/V3

Bij besluit van 10 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:975
Datum uitspraak
7 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202400625/1/V3

202400728/2/R1

Het verzoek richt zich tegen het besluit van 28 november 2023 waarbij het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant het projectplan "Herinrichting Natte Natuurparel Bossche Broek Zuid" heeft goedgekeurd. GHB heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1001
Datum uitspraak
7 maart 2024
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Ontgrondingen
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202400728/2/R1

202400807/1/V3

Bij besluit van 10 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:976
Datum uitspraak
7 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400807/1/V3

202401044/1/V3 en 202401044/2/V3

Bij besluit van 22 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:978
Datum uitspraak
7 maart 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401044/1/V3 en 202401044/2/V3

202401116/2/V3

Bij besluit van 12 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:977
Datum uitspraak
7 maart 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401116/2/V3

202401184/1/V2 en 202401184/2/V2

Bij besluit van 16 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:981
Datum uitspraak
7 maart 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401184/1/V2 en 202401184/2/V2

202401214/2/V1

Bij besluit van 27 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:984
Datum uitspraak
7 maart 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401214/2/V1

202401255/1/V2

Bij brief van 20 februari 2024 heeft verzoeker de Afdeling bestuursrechtspraak verzocht om herziening van de hiervoor genoemde uitspraak 15 februari 2024.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:985
Datum uitspraak
7 maart 2024
  • Herziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401255/1/V2

202401476/2/V2

Bij besluit van 26 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1004
Datum uitspraak
7 maart 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401476/2/V2

BRS.24.000002

Bij besluit van 22 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:904
Datum uitspraak
7 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000002

202400172/2/A3

De Stentor heeft op grond van de Wet openbaarheid van bestuur verzocht om openbaarmaking van documenten over de wachtgeldregeling voor oud-wethouders. Het college van burgemeester en wethouders van Epe heeft, voor zover van belang, een overzicht van de totaalbedragen die oud-wethouders aan wachtgelden hebben ontvangen over de periode 2011 tot 2021 openbaar gemaakt. Dit overzicht heeft het college geanonimiseerd. Daarvoor heeft het de financiële gegevens en de persoonsgegevens van individuele oud-wethouders en ambtenaren onleesbaar gemaakt. De Stentor is het daar niet mee eens. Zij heeft daarom hoger beroep ingesteld tegen onder meer het oordeel van de rechtbank dat haar beroepsgrond hierover niet slaagt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:914
Datum uitspraak
7 maart 2024
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202400172/2/A3

202104286/1/V1

Bij besluit van 15 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om verlenging van de geldigheidsduur van de aan haar verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd afgewezen en die verblijfsvergunning ingetrokken. Bij besluit van 6 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:905
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202104286/1/V1

202301761/1/V2

Bij besluit van 16 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:906
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202301761/1/V2

202303024/1/V3

Bij besluit van 31 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:908
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202303024/1/V3

202303602/1/V3

Bij besluit van 29 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:909
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202303602/1/V3

202304733/2/R3

Bij besluit van 30 mei 2023 heeft de raad van de gemeente Tubbergen het bestemmingsplan "Buitengebied, Tutenbergweg 6 Vasse" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben [verzoekers] beroep ingesteld. Ook hebben [verzoekers] de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:880
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202304733/2/R3

202305357/1/V1

Bij brief van 1 mei 2023 heeft de vreemdeling de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in gebreke gesteld wegens het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag van 17 oktober 2022 om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:910
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202305357/1/V1

202305558/1/V3

Bij besluit van 2 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:911
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202305558/1/V3

202307087/3/V1

Bij besluit van 5 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:974
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202307087/3/V1

202307142/1/V3

Bij besluit van 4 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:912
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202307142/1/V3

202307721/2/R3

Bij ongedateerd besluit heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen, met het oog op het vast te stellen bestemmingsplan "Emmen, Centrum-Oost, Parallelweg 36", voor verschillende percelen aan de Parallelweg 36 hogere waarden als bedoeld in artikel 83 van de Wet geluidhinder voor de geluidbelasting ten gevolge van wegverkeers- en railverkeerslawaai vastgesteld. [verzoeker] heeft de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen die voorkomt dat een onomkeerbare situatie ontstaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:907
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Drenthe
  • uitspraakin de zaak202307721/2/R3

202307913/2/V1

Bij besluit van 14 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd en de aan hem verleende verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, ingetrokken, hem opgedragen Nederland onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:913
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202307913/2/V1

202400035/1/V3

Bij besluit van 11 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 27 december 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, de opheffing van de maatregel van bewaring met ingang van die dag bevolen en schadevergoeding toegekend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:899
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202400035/1/V3

202400599/1/R4 en 202400599/2/R4

Bij besluit van 16 oktober 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht een omgevingsvergunning verleend voor het kappen van 112 bomen, het verplanten van 13 bomen en het herplanten van 143 bomen ten behoeve van een project aan de Europalaan Noord in Utrecht. De omgevingsvergunning is aangevraagd door de gemeente Utrecht in verband met de herinrichting van de Europalaan Noord. Aanleiding voor deze herinrichting is de herontwikkeling van de Merwedekanaalzone. Ten behoeve van de herinrichting heeft het college het herinrichtingsplan Europalaan Noord, alsmede het Integraal programma van eisen en functioneel ontwerp Europalaan Noord vastgesteld. De herinrichting wordt mogelijk gemaakt in het bestemmingsplan "Merwedekanaalzone deelgebied 5, Europalaan fase 1". Door de herinrichting wordt de Europalaan Noord ten behoeve van het openbaar vervoer in twee onderscheiden fasen voorzien van een afgeschermde en hoogwaardige ov-baan in het midden van de weg en, aan beide zijden van de hov-baan, rijbanen voor gemotoriseerd verkeer en fiets- en voetpaden. Fase A betreft het westelijke gedeelte van de Europalaan Noord aan de zijde van Transwijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:916
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Kapvergunningen
  • uitspraakin de zaak202400599/1/R4 en 202400599/2/R4

202400903/1/V3 en 202400903/2/V3

Bij besluit van 6 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:915
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400903/1/V3 en 202400903/2/V3

202401177/2/V2

Bij besluit van 28 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1000
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401177/2/V2

202401188/1/V2 en 202401188/2/V2

Bij besluit van 18 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:983
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401188/1/V2 en 202401188/2/V2

202401420/2/V3

Bij besluit van 29 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:988
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401420/2/V3

202401422/2/V3

Bij besluit van 1 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:989
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401422/2/V3

BRS.24.000021

Bij besluit van 28 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:895
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000021

BRS.24.000032

Bij besluit van 24 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de termijn van de aan de vreemdeling opgelegde bewaringsmaatregel verlengd met ten hoogste twaalf maanden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:897
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000032

201702813/20/R3

Bij uitspraak, onderscheidenlijk tussenuitspraak van 20 januari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:105, heeft de Afdeling de minister opgedragen om de daarin genoemde gebreken in het tracébesluit "A12/A15 Ressen-Oudbroeken (ViA15)" en het tracébesluit "A12/A15 Ressen-Oudbroeken (2019)" te herstellen met inachtneming van wat over die gebreken in deze tussenuitspraak is overwogen. Deze uitspraak is een vervolg op de tussenuitspraken van 20 januari 2021 en 5 april 2023 over het tracébesluit voor het wegenproject ViA15. Dit project bestaat onder andere uit het verbreden van delen van de A12 en A15 en het doortrekken van de A15 vanaf knooppunt Ressen tot de nieuwe aansluiting op de A12 tussen Duiven en Zevenaar. De A15 kruist daarbij het Pannerdensch Kanaal met een brug en wordt vanaf Groessen tot aan de A12 (half) verdiept aangelegd. In de tussenuitspraak van 20 januari 2021 heeft de Afdeling onder meer overwogen dat de rekenafstand van 5 km die is toegepast bij de stikstofberekeningen voor het wegenproject ViA15 niet toereikend is gemotiveerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:951
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Tracé en wegverbreding
  • uitspraakin de zaak201702813/20/R3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201702813/20/R3

201901165/3/R1

Bij tussenuitspraak van 22 december 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2902, heeft de raad van de gemeente Maastricht opgedragen om binnen 20 weken na verzending van deze tussenuitspraak de gebreken in het besluit van 29 januari 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Grensmaas 2018" te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak zeven gebreken in het plan geconstateerd. Met het oog op finale beslechting van het geschil heeft de Afdeling de raad opdragen om deze gebreken binnen twintig weken na verzending van de tussenuitspraak en met inachtneming van wat in deze tussenuitspraak is overwogen, te herstellen. Gelet hierop zijn de beroepen van de Vereniging en anderen en [appellant] tegen het besluit van 29 januari 2019 gegrond. Het besluit moet gedeeltelijk worden vernietigd wegens strijd met de artikelen 3:2 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 3.6, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wro en het beginsel van de rechtszekerheid. Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad met het herstelbesluit het bestemmingsplan "Grensmaas 2018" opnieuw en gewijzigd vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:946
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak201901165/3/R1

202006529/2/R3

Bij tussenuitspraak van 9 november 2022 heeft de Afdeling de raad van de gemeente Kaag en Braassem opgedragen binnen 20 weken na verzending van de tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 26 oktober 2020 tot vaststelling van het bestemmingsplan "1e herziening Buitengebied Oost" te herstellen. Bij besluit van 13 maart 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "1e herziening Buitengebied Oost" gewijzigd vastgesteld. Bij besluit van 26 oktober 2020 heeft de raad het bestemmingsplan "1e herziening Buitengebied Oost" vastgesteld. Onder meer MWS, [appellant sub 2] en [appellant sub 3A] en anderen hebben beroep ingesteld tegen dit besluit. In overweging 39 van de tussenuitspraak van 9 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3214, heeft de Afdeling overwogen dat de beroepen van MWS, [appellant sub 2] en [appellant sub 3A] en anderen gebreken in het besluit van 26 oktober 2020 aan het licht hebben gebracht. De Afdeling heeft de raad vervolgens in de gelegenheid gesteld deze gebreken te herstellen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:936
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202006529/2/R3

202103507/1/A3

Bij besluit van 15 juni 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam [appellant] een tijdelijke vaste marktplaatsvergunning toegekend voor de markplaats C6 op het Waterlooplein in Amsterdam. [appellant] werkte als marktkoopman op het Waterlooplein in Amsterdam. Op 30 november 2016 is bekend gemaakt dat op het Waterlooplein de consumptiemarktplaats C6 is vrijgekomen. Voorheen werd deze plaats vergund aan [exploitant]. [Appellant], die al een marktkraam op het Waterlooplein exploiteerde, heeft in december 2016 gesolliciteerd naar de vrijgekomen plaats. In dit verband heeft hij de vaste verkoopinrichting van [exploitant] overgenomen. De vaste verkoopinrichting houdt in dat de verkoopinrichting duurzaam is verbonden met de grond en dus niet verplaatsbaar is. Het betreft een vergunning voor de vaste marktplaats en een vergunning eigen materiaal voor zijn verkoopinrichting, die hij van [exploitant] heeft overgenomen. Bij de vergunningen is het voorschrift opgenomen dat deze zijn geldig van 1 maart 2017 tot de ingangsdatum van de heringedeelde markt bij voltooiing van de nieuw aangelegde Zwanenburgwal en Waterlooplein.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:925
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202103507/1/A3

202104000/1/A2

Bij afzonderlijke besluiten van 21 september 2017 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de aan SSWT verleende subsidies voor drie projecten (herzien) vastgesteld op nihil en de teveel ontvangen voorschotten teruggevorderd. Bij besluiten van 4 juni 2019 heeft de staatssecretaris de door SSWT daartegen gemaakte bezwaren gegrond verklaard, de besluiten van 21 september 2017 herroepen, de verleende subsidies vastgesteld op onderscheidenlijk € 506.105,00, € 1.635.688,00 en € 1.113.343,00 en de teveel ontvangen voorschotten teruggevorderd. SSWT is een Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de timmerindustrie. SSWT heeft namens een aantal werkgevers en een aantal samenwerkingsverbanden van werkgevers subsidie uit het Europees Sociaal Fonds aangevraagd voor drie scholingsprojecten. De rechtbank heeft geoordeeld dat de minister terecht tekortkomingen heeft vastgesteld in de wijze waarop de kosten voor de praktijkopleidingen zijn verantwoord. Voor de projecten 2 en 3 betekent dit dat de minister de verleende subsidie terecht lager heeft vastgesteld. Voor project 1 betekent dit dat de minister bevoegd was om de vastgestelde subsidie te herzien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:954
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202104000/1/A2

202104196/1/R4

Bij besluit van 28 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sint Anthonis aan onder meer Noordkant Kip een last onder dwangsom opgelegd wegens het in afwijking van de voor de inrichting geldende omgevingsvergunningen ventileren van de pluimveestallen van haar pluimveehouderij aan de [locatie] te Sint Anthonis. Bij besluit van 3 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sint Anthonis het door onder meer Noordkant Kip daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Noordkant Kip exploiteert de pluimveehouderij aan de [locatie]. Voor de inrichting gelden de op 26 juli 2010 verleende revisievergunning en de op 16 oktober 2014 verleende omgevingsvergunning voor een milieuneutrale verandering van het stalsysteem.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:949
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202104196/1/R4

202104206/1/R4

Bij besluit van 3 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sint Anthonis geweigerd aan [appellant A] een omgevingsvergunning te verlenen voor het veranderen van haar pluimveehouderij aan de [locatie] in Sint Anthonis. Bij besluit van 13 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sint Anthonis het besluit van 3 april 2019 gewijzigd. [appellant A] exploiteert een pluimveehouderij aan de [locatie] in Sint Anthonis. Zij houdt in totaal 106.000 vleeskuikens, verdeeld over vier stallen met elk 26.500 vleeskuikens. Voor de inrichting gelden de op 26 juli 2010 verleende revisievergunning en de op 16 oktober 2014 verleende omgevingsvergunning voor een milieuneutrale verandering van het stalsysteem.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:872
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Hoger beroep
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202104206/1/R4

202105093/1/R1

Bij besluit van 7 juli 2021 heeft de raad van de gemeente Middelburg het bestemmingsplan "Waterpark Veerse Meer 2020" vastgesteld. Het plan voorziet in de herontwikkeling van het park Veerse Meer aan de Muidenweg in Arnemuiden. Het maakt de bouw en uitbreiding van recreatiewoningen en centrumvoorzieningen mogelijk. Ook wordt 14 hectare natuurgebied gerealiseerd. Het plangebied bestaat uit twee deelgebieden. Het zuidelijke deelgebied bestaat uit het gerealiseerde park. Het noordelijke deel bestaat uit agrarische gronden. Het plangebied is 115 hectare groot. Het recreatiepark is circa 57 hectare groot en wordt uitgebreid met circa 32 hectare. De overige circa 26 hectare bestaat uit natuur. Aan de noordzijde wordt het plangebied begrensd door het Natura 2000-gebied Veerse Meer en het natuurgebied De Piet. Appellanten zijn omwonenden of hebben gronden in de omgeving in eigendom en vrezen voor aantasting van hun leefomgeving of bedrijfssituatie door de uitbreidingsmogelijkheden van het plan. Het park is deels gepland op gronden die momenteel door de VOF en anderen - exploitanten van een landbouwbedrijf - worden gebruikt in hun bedrijfsvoering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:956
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202105093/1/R1

202105231/1/A3

Bij besluit van 2 augustus 2016 heeft de minister van Buitenlandse Zaken de aanvraag van [appellante] om een Nederlands paspoort niet in behandeling genomen. Bij besluit van 4 oktober 2016 heeft de minister van Buitenlandse Zaken het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Met het besluit van 12 november 2020 heeft de minister dat besluit vervangen en het bezwaar wederom ongegrond verklaard. De ouders van [appellante] zijn beiden geboren in Amsterdam. Zij zijn op [datum] 1952 getrouwd en vervolgens naar Zuid-Afrika geëmigreerd. [appellante] is op [geboortedatum] 1965 geboren in [geboorteplaats], Zuid-Afrika. [appellante] heeft bij haar geboorte het Nederlanderschap verkregen omdat haar vader op dat moment Nederlander was. Zij heeft bij haar geboorte ook de Zuid-Afrikaanse nationaliteit verkregen. Haar vader heeft zijn Nederlanderschap op [datum] 1967 verloren omdat hij door naturalisatie de Zuid-Afrikaanse nationaliteit heeft verkregen. [appellante] heeft in ieder geval ook van [datum] 1985 tot en met [datum] 1995 onafgebroken gewoond in Zuid-Afrika. Zij heeft op [datum] 2016 voor het eerst een Nederlands paspoort aangevraagd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:933
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • Paspoort
  • uitspraakin de zaak202105231/1/A3

202105264/1/A3

Bij besluit van 14 juni 2016 heeft de minister van Buitenlandse Zaken de aanvraag van [appellante] om een Nederlands paspoort niet in behandeling genomen. Bij besluit van 5 oktober 2016 heeft de minister van Buitenlandse Zaken het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Met het besluit van 12 november 2020 heeft de minister dat besluit vervangen en het bezwaar wederom ongegrond verklaard. [appellante] is geboren op [datum] 1955 in [geboorteplaats], Zuid-Afrika. Zij heeft bij haar geboorte zowel de Nederlandse als de Zuid-Afrikaanse nationaliteit verkregen. In de periode van [datum] 1985 tot en met [datum] 1995 heeft zij onafgebroken woonplaats gehad in Zuid-Afrika. [appellante] heeft nooit een Nederlands paspoort gehad en heeft volgens de minister op [datum] 1995 het Nederlanderschap van rechtswege verloren op grond van artikel 15, aanhef en onder c, van de Rijkswet op het Nederlanderschap, zoals die bepaling luidde tot 1 april 2003.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:934
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • Paspoort
  • uitspraakin de zaak202105264/1/A3

202105711/1/A3

Bij besluit van 17 april 2020 heeft de minister van Buitenlandse Zaken het verzoek van [appellant], om de besluiten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur op zijn eerdere verzoeken om enkele documenten over Radio Dabanga openbaar te maken, te heroverwegen in verband met nieuw gebleken feiten en omstandigheden, afgewezen. FPU is een Nederlandse non-gouvernementele organisatie die tot doel heeft de vrije nieuwsvoorziening in ontwikkelingslanden te bevorderen. In dat kader heeft zij in 2008 Radio Dabanga opgericht. Dit radiostation verzorgt uitzendingen vanuit Nederland, gericht op Soedan. Op 31 oktober 2010 heeft de inlichtingen- en veiligheidsdienst van de Soedanese regering een inval gedaan in het kantoor van Human Rights and Advocacy Network for Democracy in Khartoum. De inval heeft geleid tot de arrestatie van diverse personen, die vervolgens zijn aangeklaagd wegens misdrijven tegen de Staat. [appellant], die op dat moment radioreportages voor Radio Dabanga maakte, is na de inval naar Nederland gekomen. 2. Bij brief van 2 januari 2017 heeft [appellant] met een beroep op de Wob verzocht om verstrekking van de volgende stukken

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:950
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202105711/1/A3

202107381/1/R3

Bij besluit van 20 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag geweigerd aan [appellante sub 1] een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van de winkel met woning op het perceel [locatie A] te Den Haag tot twee woningen. [appellant sub 2] is eigenaar van het perceel [locatie A] te Den Haag. In dit pand was in het verleden een winkel met woning gevestigd. [appellant sub 2] heeft het voornemen om het pand te verbouwen naar twee woningen. [appellant sub 2] is directeur van [appellante sub 1]. [appellante sub 1] ontwikkelt en beheert het pand in opdracht van [appellant sub 2]. [appellante sub 1] heeft daarom een omgevingsvergunning aangevraagd. Eén woning komt aan de voorzijde van het pand, volledig op de begane grond. De andere woning komt aan de achterzijde van het pand, op de begane grond en de eerste verdieping. De toegang van de woning aan de achterzijde is geregeld via een overdekte poort die vanaf de openbare weg toegankelijk is. Deze poort ligt op het naastgelegen perceel, behorend bij het perceel [locatie B] te Den Haag. [belanghebbenden] zijn eigenaren van dat perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:961
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202107381/1/R3

202108025/1/R2

Bij besluit van 7 oktober 2021 heeft de raad van de gemeente Simpelveld het bestemmingsplan "Kernen gemeente Simpelveld herziening 2021" vastgesteld. [appellant] is eigenaar van het perceel aan de [locatie] in Simpelveld. Het perceel van [appellant] ligt binnen het plangebied. Het plan voorziet in het herstel van een aantal omissies in het voorgaande bestemmingsplan. [appellant] kan zich niet vinden in het bestemmingsplan omdat het volgens hem niet getuigt van een goede ruimtelijke ordening. [appellant] betoogt dat het nieuwe bestemmingsplan ten onrechte niet wordt ingegeven vanuit een goede ruimtelijke ordening maar wordt ingegeven door plantoetsing en handhaving zodat de gemeente handhavend tegen hem kan optreden. [appellant] is namelijk in meerdere handhavingsprocedures betrokken en stelt dat de gemeente met de wijziging van dit bestemmingsplan de spelregels tussentijds verandert.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:861
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202108025/1/R2

202108164/1/A3

Bij besluit van 5 augustus 2020 heeft de minister aan [appellante] een bestuurlijke boete van € 10.800,00 opgelegd voor vier overtredingen van het Arbeidsomstandighedenbesluit. [appellante] is een bedrijf dat zich richt op asbestsanering. [appellante] heeft met de vennootschap [bedrijf] (hierna: [bedrijf]) een overeenkomst gesloten waarin is opgenomen dat [appellante] vanaf 7 januari 2019 arbeidskrachten ter beschikking zal stellen aan [bedrijf]. [appellante] is in de overeenkomst aangeduid als uitlener en [bedrijf] als inlener. In de overeenkomst is opgenomen dat de arbeidskrachten onder leiding en toezicht van [bedrijf] werkzaamheden zullen verrichten voor [appellante]. Bij een asbestsaneringsproject van [appellante] op 15 november 2019 in Oosteind, gemeente Oosterhout, heeft de Arbeidsinspectie overtredingen van de artikelen 4.47c, eerste lid, 4.54d, eerste lid, 7.3, tweede lid, en 7.18b, eerste lid, onder b, van het Arbobesluit geconstateerd. De rechtbank heeft geoordeeld dat voor de vraag wie werkgever in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet is, bepalend is wat de concrete situatie op 15 november 2019 was en wie toen het gezag uitoefende.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:937
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202108164/1/A3

202200211/1/A3

Bij besluiten van 30 maart 2021 heeft de burgemeester van Venray aan [wederpartij] een exploitatievergunning en een drank- en horecavergunning verleend voor een cafébedrijf aan de [locatie A] in Venray. [wederpartij] exploiteert op het perceel [locatie A] een horecabedrijf, genaamd [naam café]. [appellant] woont naast het café. In het op 19 september 2006 vastgestelde bestemmingsplan Venray heeft het perceel de bestemming "Horecadoeleinden" met de functieaanduiding "c". Dat betekent dat op het perceel een café of bar is toegestaan. Op 19 september 2017 heeft de raad van de gemeente Venray een nieuw bestemmingsplan vastgesteld. [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat er geen uitzonderlijke omstandigheden zijn op grond waarvan moet worden aangenomen dat het bestemmingsplan een kennelijke misslag bevat. Uit de feitelijke omstandigheden blijkt niet duidelijk op welke wijze het horecapand ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan werd gebruikt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:941
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak202200211/1/A3

202200553/1/R4

Bij besluit van 14 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort afwijzend beslist op een verzoek van [partij] om onder meer handhavend op te treden tegen (een deel van) de schutting op het perceel aan de [locatie 1] te Amersfoort. Bij besluit van 6 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort het door [partij] tegen het besluit van 14 oktober 2019 gemaakte bezwaar deels gegrond verklaard en dat besluit gedeeltelijk herroepen. Als onderdeel van dit besluit heeft het college [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast om de schutting parallel aan de weg tot aan de voorgevel van de woning op het perceel [locatie 1] te verwijderen en verwijderd te houden of te verlagen tot maximaal 1 meter hoogte. [partij] woont aan de [locatie 2] in Amersfoort en heeft het college verzocht om handhavend op te treden tegen onder meer de op het perceel van [appellant] aan de [locatie 1] aanwezige schutting. Volgens [partij] is deze schutting hoger dan de 1 meter die volgens het bestemmingsplan is toegestaan en leidt de schutting in combinatie met de daarvoor aanwezige beplanting tot gevaarlijke verkeerssituaties.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:947
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202200553/1/R4

202201812/1/R2

Bij besluit van 30 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom een verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen het zonder omgevingsvergunning realiseren van een berging en een tuinmuur op het perceel [locatie A], afgewezen. Op 10 juli 2020 heeft [appellant], wonend aan de [locatie B], een verzoek bij de gemeente ingediend om handhavend op te treden ten aanzien van een berging en een tuinmuur op het perceel [locatie A], dat in eigendom is van [belanghebbende]. Volgens [appellant] heeft de berging een hoogte van 3,3 m en de tuinmuur een hoogte van 2,5 m, terwijl een berging op grond van artikel 2, aanhef en onderdeel 3 van bijlage II van het Besluit Omgevingsrecht tot slechts 3 m zonder omgevingsvergunning kan worden gebouwd en een erfafscheiding op grond van artikel 2, aanhef en onderdeel 12 van bijlage II van het Bor tot slechts 2 m zonder omgevingsvergunning kan worden gebouwd. Bij besluit van 30 juli 2020 heeft het college het handhavingsverzoek afgewezen, nadat uit controle op 18 juli 2020 door de toezichthouder van de gemeente was gebleken dat de tuinmuur en de berging zonder omgevingsvergunning konden worden gebouwd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:958
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202201812/1/R2

202202334/1/R3

Bij besluit van 20 mei 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag geweigerd een omgevingsvergunning te verlenen voor het veranderen van de woning van [appellant] aan de [locatie] in Den Haag naar twee woningen. Bij besluit van 1 december 2021 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellant] heeft zijn woning aan de [locatie] in Den Haag in 2013 in bouwkundige zin gesplitst naar twee woningen. Enige tijd later heeft [appellant] hierover contact gezocht met een juridisch planologisch medewerker van de gemeente Den Haag. In een e-mailbericht van 5 november 2019 heeft deze medewerker [appellant] erop gewezen dat hij voor het splitsen van de woning een omgevingsvergunning voor de activiteit "bouwen" en een woningvormingsvergunning nodig heeft. [appellant] heeft vervolgens de woningvormingsvergunning aangevraagd en, nadat deze in eerste instantie was geweigerd, uiteindelijk op 23 november 2020 gekregen. Deze woningvormingsvergunning ligt in deze procedure verder niet voor.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:939
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Hoger beroep
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202202334/1/R3

202202411/1/A3

Bij besluit van 14 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van IJsselstein een verzoek van [appellant] om openbaarmaking op grond van de Wet openbaarheid van bestuur geweigerd. Bij besluit van 24 augustus 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van IJsselstein het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Na een melding over de al dan niet op het adres van [appellant] ingeschreven personen heeft er een adresonderzoek ten behoeve van de Basisregistratie Personen plaatsgevonden op het adres van [appellant]. In een e-mail van 7 december 2020 heeft [appellant] het college verzocht om openbaarmaking van documenten die gaan over dit onderzoek.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:953
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202202411/1/A3

202202435/1/R2

Bij besluit van 22 februari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Goirle aan Nederlandse Bouw Unie B.V. (NBU) een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van 83 woningen, planologisch strijdig gebruik en het maken van uitwegen op het voormalig Van Besouw-terrein in Goirle. Bij besluit van dezelfde datum heeft het college aan NBU een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van 14 woningen, planologisch strijdig gebruik en het maken van uitwegen op het voormalig Van Besouw-terrein in Goirle. In deze zaak gaat het om twee omgevingsvergunningen, een voor de bouw van 83 woningen en een voor de bouw van 14 woningen inclusief de aanleg van bijbehorende ontsluitingswegen. De vergunningen zijn onderdeel van de herontwikkeling van de voormalige bedrijfslocatie van de firma Van Besouw in Goirle. Voor de totale ontwikkeling van het gebied is een stedenbouwkundig plan opgesteld dat is opgedeeld in twee fases. Deze vergunningen maken deel uit van fase 1. [appellanten] wonen ieder tegenover de locatie en maken zich zorgen over een nieuwe ontsluitingsweg tegenover hun woningen en over meer parkeerproblemen in hun straat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:942
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202202435/1/R2

202202606/1/R2

Bij besluit van 10 december 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tilburg [wederpartij] onder oplegging van een dwangsom gelast een zonder vergunning gebouwde overkapping op het perceel [locatie] te Tilburg te verwijderen en verwijderd te houden. Het college heeft [wederpartij] op 18 november 2020 een schriftelijk voornemen tot handhaving toegezonden. In de brief staat dat een toezichthouder van de gemeente heeft geconstateerd dat zonder omgevingsvergunning een overkapping op het perceel is geplaatst. Aangezien [wederpartij] volgens het college de overtreding niet ongedaan had gemaakt, is het college bij het besluit van 10 december 2020 tot handhaving overgegaan. [wederpartij] is bij dat besluit onder oplegging van een dwangsom van € 2.500,- per overtreding bij elke constatering na 8 februari 2021, met een maximum van € 25.000,-, gelast om de overkapping te verwijderen en verwijderd te houden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:957
Datum uitspraak
6 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202202606/1/R2
vorige pagina1...798081...1.205volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon