Uitspraak 202207043/3/R3


Volledige tekst

202207043/3/R3.
Datum uitspraak: 6 november 2024

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

China Garden B.V., gevestigd in Vlaardingen,
appellante,

en

de raad van de gemeente Vlaardingen,
verweerder.

Procesverloop

Bij tussenuitspraak van 13 maart 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1036 (hierna: de tussenuitspraak), heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 16 weken na verzending van de tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van de raad van 13 oktober 2022 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Maasboulevard-Westhavenkade (locatie Pietersen)" (hierna: "Maasboulevard-Westhavenkade"), te herstellen.

Bij besluit van 6 juni 2024 (hierna: het herstelbesluit) heeft de raad ter uitvoering van de tussenuitspraak het plan "Maasboulevard-Westhavenkade" opnieuw en gewijzigd vastgesteld.

China Garden B.V. heeft, daartoe in de gelegenheid gesteld, een zienswijze naar voren gebracht.

De raad heeft op de zienswijze van China Garden B.V. gereageerd.

Met toepassing van artikel 8:57, tweede lid, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) heeft de Afdeling bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft. Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.

Overwegingen

Overgangsrecht inwerkingtreding Omgevingswet

1.       Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Voor de beoordeling van een beroep tegen een besluit omtrent de vaststelling van een bestemmingsplan waarvan het ontwerp ambtshalve vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd, blijft het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het besluit omtrent de vaststelling van dat bestemmingsplan onherroepelijk is.

Het ontwerpplan is op 24 februari 2022 ter inzage gelegd. Dat betekent dat op deze beroepsprocedure het recht, waaronder de Wet ruimtelijke ordening, zoals dat gold vóór 1 januari 2024 van toepassing blijft.

Het besluit van 13 oktober 2022 en de tussenuitspraak

2.       De raad heeft meerdere bestemmingsplannen vastgesteld om een gebied tussen het oude centrum en de Nieuwe Maas te transformeren naar een gemengd gebied voor wonen en werken. Over de beroepen daartegen heeft de Afdeling bij de eerder genoemde tussenuitspraak van 13 maart 2024 geoordeeld. Deze uitspraak bouwt voort op deze tussenuitspraak.

Het bestemmingsplan "Maasboulevard-Westhavenkade", dat door de raad op 13 oktober 2022 werd vastgesteld, voorziet in de ontwikkeling van het deelgebied op de hoek van de Westhavenkade en de Maasboulevard naar wonen. Alleen het herstelbesluit ligt in deze procedure nog ter beoordeling voor. De bestaande bedrijfsbebouwing wordt gesloopt en het plan maakt een nieuw appartementengebouw met maximaal 79 woningen mogelijk.

China Garden B.V. exploiteert aan de Maasboulevard 2 te Vlaardingen Chinees restaurant "t Platje". Haar perceel ligt ten zuiden van en direct naast het plangebied. Zij vreest dat zij in haar bedrijfsvoering zal worden belemmerd door de voorziene woningen in het plangebied.

De Afdeling heeft in haar tussenuitspraak onder 67.2 vastgesteld dat geen geuronderzoek over de geuremissie van China Garden B.V. heeft plaatsgevonden. Zij heeft geoordeeld dat in de aan het bestemmingsplan ten grondslag liggende stukken ook niet inzichtelijk is gemaakt hoe de raad de geuremissie van China Garden B.V. heeft beoordeeld en hoe de belangen van China Garden B.V. zijn meegewogen. Gelet daarop was het plan naar het oordeel van de Afdeling niet zorgvuldig voorbereid.

Daarnaast was in het plan een afwijkingsbevoegdheid opgenomen.  Als hiervan gebruik wordt gemaakt, dan kan één éxtra woning en een bouwhoogte van maximaal 16,5 m op de gronden met de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - 1" worden gerealiseerd en/of de bouwhoogte van de gronden met de "specifieke bouwaanduiding - 2" worden verhoogd tot 16 m. Hierover heeft de Afdeling onder 68.2 van de tussenuitspraak vastgesteld dat geen onderzoek is verricht naar de planologische aanvaardbaarheid van de door toepassing van de in artikel 5.3 van de planregels neergelegde afwijkingsbevoegdheid mogelijk gemaakte ontwikkelingen. Daardoor heeft de raad niet inzichtelijk gemaakt hoe hij onder meer de aspecten geluid en geur heeft beoordeeld in verband met de afwijkingsbevoegdheid in artikel 5.3 van de planregels en hoe de belangen van China Garden B.V. zijn meegewogen. Ook gelet hierop was het plan naar het oordeel van de Afdeling niet zorgvuldig voorbereid.

Gelet op het voorgaande en gelet op de samenhang tussen de artikelen 5.3 en 5.4 van de planregels heeft de Afdeling de overige beroepsgronden van China Garden B.V. over de bepalingen 5.3 en 5.4 in de tussenuitspraak buiten inhoudelijke bespreking gelaten.

3.       Gelet op wat is overwogen in de tussenuitspraak, is het beroep van China Garden B.V. tegen het besluit van 13 oktober 2022 gegrond. Dit besluit moet worden vernietigd.

4.       In de tussenuitspraak heeft de Afdeling het college opgedragen om met inachtneming van wat is overwogen onder 67.2 en 68.2, de daar omschreven gebreken te herstellen.

Het herstelbesluit

5.       Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad het bestemmingsplan bij besluit van 6 juni 2024 gewijzigd en opnieuw vastgesteld. De raad heeft DCMR onderzoek laten doen naar de geurbelasting door de bedrijfsvoering van China Garden B.V. Het rapport "Geuronderzoek China Garden" van DCMR van 23 mei 2024 (hierna: het geurrapport) is als bijlage 23 bij de toelichting van het gewijzigd vastgestelde plan gevoegd. Vervolgens heeft een nadere beoordeling plaatsgevonden en is een nadere belangenafweging gemaakt. Ook ten aanzien van geluid door de bedrijfsvoering van China Garden heeft een herbeoordeling plaatsgevonden en is een nadere (belangen-)afweging gemaakt. De afwijkingsbevoegdheid voor de bouw van één extra appartement is uit de planregels geschrapt. Het maximale aantal toegestane wooneenheden is gewijzigd van 79 naar 78. Ook is de plantoelichting gewijzigd/aangevuld.

6.       Artikel 6:19, eerste lid, van de Awb luidt:

"Het bezwaar of beroep heeft van rechtswege mede betrekking op een besluit tot intrekking, wijziging of vervanging van het bestreden besluit, tenzij partijen daarbij onvoldoende belang hebben".

7.       Gelet op artikel 6:19, eerste lid, van de Awb is het herstelbesluit onderdeel van dit geding en moet het beroep van China Garden B.V. daarom worden geacht ook te zijn gericht tegen het herstelbesluit.

De Afdeling zal aan de hand van de door China Garden B.V. tegen het herstelbesluit naar voren gebrachte zienswijze beoordelen of de raad heeft voldaan aan de opdracht in de tussenuitspraak.

Zienswijze

Bestaande milieurechten

8.       China Garden B.V. betoogt dat artikel 5.3, onder c, van de planregels er ten onrechte vanuit gaat dat de bestaande milieurechten uit de maatwerkvoorschriften en de bruidsschat volgen. De raad heeft toegelicht dat de bestaande milieurechten van het restaurant voor geur en geluid weliswaar worden ingeperkt, maar dat de bedrijfsvoering niet onmogelijk wordt gemaakt en dat de raad in de belangenafweging het belang van woningbouw voor laat gaan. Dat is volgens China Garden B.V. iets anders dan dat de bestaande milieurechten van het restaurant met de maatwerkvoorschriften worden gerespecteerd. De maatwerkvoorschriften zijn inmiddels onherroepelijk. De formulering van de planregel gaat daaraan voorbij en doet geen recht aan het gegeven dat de bestaande milieurechten met de maatwerkvoorschriften al worden ingeperkt. In de planregel moet volgens China Garden B.V. tot uitdrukking worden gebracht dat het gebruik voor wonen uitsluitend is toegestaan als is aangetoond dat wordt voldaan aan de gestelde maatwerkvoorschriften van 24 februari 2023. Om verdere inperking van de bestaande milieurechten van het restaurant te voorkomen, is het van belang dat de zinsnede over de bruidsschat uit regel 5.3, onder c, wordt geschrapt. Het uitgangspunt, ook bij het vaststellen van een omgevingsplan, moeten de maatwerkvoorschriften zijn en niet de bruidsschat.

8.1.    Artikel 5.3, aanhef en onder c, van de planregels luidt:

"Voor het gebruik gelden de volgende regels:

[…]

c. het gebruik voor wonen is uitsluitend toegestaan als voor de naastgelegen horecagelegenheid de benodigde maatwerkvoorschriften op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer, dan wel op grond van (de bruidsschat in) het Omgevingsplan, zijn gesteld, waarmee de bestaande milieurechten van de betreffende horecagelegenheid worden gerespecteerd;"

8.2.    In de toelichting bij het herstelbesluit staat hierover het volgende: "Vanwege het per 1 januari 2024 in werking treden van de Omgevingswet, waarmee het Activiteitenbesluit milieubeheer is vervallen, wordt het bepaalde in artikel 5.4, onder c, van de planregels vervangen door de volgende bepaling […]".

In de planregel staat dat het gebruik voor wonen is toegestaan als er maatwerkvoorschriften zijn gesteld. De Afdeling stelt vast dat op 24 februari 2023 maatwerkvoorschriften zijn vastgesteld en dat deze maatwerkvoorschriften al voor 1 januari 2024 onherroepelijk waren. De toevoeging in de planregel over de bruidsschat in het Omgevingsplan zal daarom naar het oordeel van de Afdeling niet leiden tot een (verdere) inperking van bestaande milieurechten van China Garden B.V.

Het betoog slaagt niet.

Extra woning(en)

9.       China Garden B.V. betoogt dat de raad toch van plan lijkt om in het kader van de verlening van de omgevingsvergunning één dan wel meer extra woningen achter haar restaurant te vergunnen zonder dat de mogelijkheden daartoe planologisch zijn onderzocht, zowel qua geluid als geur. Dit leidt China Garden af uit de passage "De maatwerkvoorschriften zullen, zo nodig, op dat moment worden afgestemd op het meest actuele bouwplan, zodat wordt voldaan aan de voorwaardelijke verplichting zoals is opgenomen in de specifieke gebruiksregels in het bestemmingsplan". Enerzijds zijn de bouwmogelijkheden in het herstelbesluit komen te vervallen, anderzijds en in strijd hiermee is de raad nu al voornemens om bouwmogelijkheden te creëren en het onderzoek niet in het kader van het bestreden plan uit te voeren. De raad wil de maatwerkvoorschriften van China Garden namelijk afstemmen op het meest actuele bouwplan van de ontwikkelaar. Dit betekent dat de rechten zoals opgenomen in het maatwerkvoorschriften verder worden ingeperkt, terwijl de maatwerkvoorschriften inmiddels onherroepelijk zijn. Ook heeft de raad volgens China Garden B.V. geen belangenafweging gemaakt met betrekking tot geluid.

9.1.    De binnenplanse afwijkingsmogelijkheid voor één extra woning is met het herstelbesluit uit het plan geschrapt. Wat China Garden B.V. aanvoert over eventuele voornemens van de raad (of het college) om via een buitenplanse afwijkingsmogelijkheid af te wijken van het gewijzigde plan, valt buiten de reikwijdte van dit geschil. In deze procedure ligt alleen het herstelbesluit ter beoordeling voor. De Afdeling leest in de door China Garden B.V. aangehaalde passage uit de bijlage behorend bij het raadsbesluit tot vaststelling van het gewijzigde bestemmingsplan overigens niet dat de raad voornemens is om de extra woning via een buitenplanse afwijkingsmogelijkheid alsnog te vergunnen.

Het betoog slaagt niet.

Het geuronderzoek van DCMR

10.     China Garden B.V. betoogt dat het geuronderzoek van DCMR dat aan het herstelbesluit ten grondslag ligt ondeugdelijk is. Aan het geuronderzoek ligt ten onrechte geen geurmeting ten grondslag. Er heeft ook geen debietmeting (hoeveelheid materiaal die per tijdseenheid door een buis stroomt) plaatsgevonden, waarbij de keuken in bedrijf was.

Het geuronderzoek gaat ervan uit dat binnen 25 m afstand van de uitmonding van de afzuiging, de hoogte van de woonbebouwing 2 m onder de huidige uitmonding van 17 m van China Garden B.V. moet blijven. Buiten de afstand van 25 m kan de woonbebouwing één à twee meter hoger zijn, hierdoor vervalt er één appartement. Uit de verbeelding maakt China Garden B.V. op dat er een maximale bouwhoogte van 13,5 m in een straal van 25 m van de uitmonding van de hoogste afvoer in de verbeelding geldt. Op de woningen met een maximale bouwhoogte van 13,5 m mag echter een geluidsscherm komen, waardoor de maximale bouwhoogte 16,5 m bedraagt. Hierdoor wordt volgens China Garden B.V. niet aan het uitgangspunt voldaan dat de maximale bouwhoogte 2 m ligt onder de bouwhoogte van 17 m van de uitmonding van de hoogste afvoer. Het geluidscherm kan maken dat de geur blijft hangen en dit kan als hinderlijk in de woningen worden ervaren.

China Garden B.V. voert aan dat het geuronderzoek de effecten van de tweede geurbron, de afvoer voor de ruimteventilatie, niet inzichtelijk maakt. De afvoer van de ruimteventilatie is opzij gericht en veel lager dan de afvoer ten behoeve van de keukens. Een enkele toetsing aan artikel 3.103 van de Activiteitenregeling milieubeheer voor wat betreft de hoogte van de uitmonding zoals DCMR doet, schiet volgens China Garden B.V. te kort. Voor zover er in het geuronderzoek op wordt gewezen dat de afstand van huidige woningen aan de Westhavenkade tot het restaurant hetzelfde is als de afstand tot de voorziene woningen, wijst China Garden B.V. erop dat de voorziene woningen balkons en ramen zullen hebben aan de kant van het restaurant terwijl de huidige woningen dat niet hebben.

China Garden B.V. wijst er verder op dat de conclusie van het geuronderzoek is dat de geurblootstelling boven de geurhindergrens ligt. Daarmee is volgens China Garden B.V. sprake van een onaanvaardbaar ondernemersklimaat en een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat voor omwonenden.

10.1.  In het geurrapport dat de raad aan het herstelbesluit ten grondslag heeft gelegd is geconcludeerd dat wel enige geurwaarneming en incidenteel geurhinder te verwachten is, maar dat de geurbelasting van China Garden op de geplande woningen naar verwachting ruim onder de grens van ernstige geurhinder ligt. De geurblootstelling ligt nog wel boven de geurhindergrens. In het geurrapport staat dat de geurbelasting in de omgeving gemiddeld genomen rond de 2,5 ouE /m³ als 98 percentiel ligt. Hiermee is volgens het geurrapport sprake van een acceptabel woon- en leefklimaat. Ook voldoet de toekomstige situatie volgens het geurrapport aan het beleid van de Rijksoverheid (bruidsschat), aangezien de schoorsteen 2 m boven de hoogste dakrand in een straal van 25 m uitsteekt.

Verder staat in paragraaf 5.3.2 van de plantoelichting "Tevens is bij de (belangen)afweging betrokken en doorslaggevend geacht het grote algemene, maatschappelijke belang bij het realiseren van nieuwe woningen, waaronder de afspraken die volgen uit de regionale woningbouwopgave ('Regioakkoord 2018-2030') en de gemeentelijke 'Woonvisie 2021-2030'. Dat belang prevaleert, terwijl aan de andere kant China Garden niet hoeft te vrezen voor een beperking van de bedrijfsvoering, aangezien zal worden voldaan aan het voor de bedrijfsvoering geldend voorschrift ten aanzien van geur (artikel 22.199 bruidsschat)."

10.2.  Paragraaf 5.3.2 van de plantoelichting gaat over het aspect geur met betrekking tot China Garden B.V. Hier is ook de belangenafweging toegelicht. In de plantoelichting is over het geuronderzoek onder meer toegelicht dat de gebruikelijk toe te passen methode voor het doen van geuronderzoek is beschreven in de NTA9065:2023, welke in het onderzoek is gehanteerd. De Afdeling leidt hieruit af dat gebruik is gemaakt van de gebruikelijke onderzoeksmethode, wat bij het geuronderzoek naar Shin-Etsu en Vopak in overweging 47 van de tussenuitspraak ook is vastgesteld met betrekking tot de beroepen van die appellanten. In de plantoelichting staat verder dat de locatie en hoogte van de uitmonding van de luchtafvoer van China Garden en ook de bestaande en toekomstige bebouwing zijn opgenomen in het berekeningsmodel. De belangrijkste uitgangspunten, namelijk de diameter van de luchtafvoer en het debiet van de afzuiginstallaties, zijn vastgesteld tijdens een bezoek aan China Garden. Dit staat ook in bijlage 2 van het geurrapport: "Er is een maximaal debiet aangenomen voor de afzuiging van China Garden van 14.000 m³ per uur. Dit naar aanleiding van het locatiebezoek en de meting ter plaatse. De uittreesnelheid bij China Garden is dan 6,6 meter per seconde bij het debiet van 14.000 m³/u en een schoorsteen binnendiameter van circa 0,77 bij 0,77 meter (vierkant rookgaskanaal)". Hier leidt de Afdeling uit af dat het debiet wel is meegenomen in het geuronderzoek. De Afdeling volgt China Garden B.V. niet in haar betoog dat het geuronderzoek in zoverre ondeugdelijk is geweest.

De Afdeling overweegt verder dat de raad mocht uitgaan van de maximale bouwhoogte van 13,5 m. Dat hierop nog een geluidscherm aangebracht kan worden, betekent niet dat niet voldaan wordt aan het uitgangspunt van het geuronderzoek. De woning komt maximaal tot 13,5 m, wat ruim onder de 15 m is. Emissies moeten ten minste 2 m boven de daklijn worden afgevoerd. Een geluidscherm heeft geen daklijn. De hoogte van de daklijn van de woning is dus bepalend. Dat door het geluidscherm geur zou blijven hangen, is niet onderbouwd, en de Afdeling acht het zonder die onderbouwing niet zonder meer aannemelijk dat geur zou blijven hangen door het geluidscherm en daarmee hinder in de woningen zal veroorzaken.

Wat de afvoer van de ruimteventilatie betreft overweegt de Afdeling als volgt. In het geurrapport staat dat vanwege de aanwezigheid van ruimteventilatie een extra geurbron is aangebracht. Hierover is opgemerkt dat het debiet dat vrijkomt omgerekend ongeveer 1.800 m³/uur is en de geurconcentratie in het restaurant bevat. Vervolgens is in het geurrapport geconcludeerd dat "aangenomen mag worden dat die geurconcentratie niet hinderlijk groot is (<5,0 ouE/m³) waardoor de geurvracht kleiner is dan 0,1 MouE/uur". Hiermee zijn de effecten van de tweede geurbron, de afvoer voor de ruimteventilatie, naar het oordeel van de Afdeling wel beoordeeld en inzichtelijk gemaakt. Deze conclusie ziet namelijk op de geurconcentratie in het restaurant, dus niet op de geurafvoer uit de keuken. De aanname dat die niet hinderlijk is zodat de geurvracht minimaal is, kan de Afdeling goed volgen. Daarbij betrekt de Afdeling dat China Garden B.V. hier niets tegenover heeft gesteld.

Dat bij de voorziene woningen wel enige geurhinder te verwachten is, betekent naar het oordeel van de Afdeling niet dat sprake is van onacceptabele geurhinder. De raad heeft hier eerder ook al een toelichting op gegeven. In overweging 47.1 van de tussenuitspraak bij bespreking van het beroep van Shin-Etsu en Vopak staat hierover "De raad heeft toegelicht dat het inherent is aan de ligging in het kerngebied Rijnmond dat ter plaatse van de in de bestemmingsplannen voorziene woningbouwlocaties soms geurhinder zal worden ervaren en dat de raad dit aanvaardbaar acht. Binnen vrijwel de hele kern Vlaardingen is de geurbelasting hoger dan de hindergrens van 0,5 ouE/m³. Het uitsluitend toestaan van woningbouw op locaties waar de geurbelasting lager is dan 0,5 ouE/m³ heeft volgens de raad tot gevolg dat binnen de gemeente Vlaardingen nauwelijks tot geen ruimte zou zijn voor nieuwe woningbouw." De raad acht het dus aanvaardbaar dat het hinderniveau ligt tussen de ernstige hindergrens en de streefwaarde (geen hinder). De cumulatieve geurbelasting in het plangebied van het herstelbesluit ligt weliswaar boven de hindergrens van 0,5 ouE/m³, maar ook ruim onder de ernstige hindergrens van 5,0 ouE/m³.

Gelet op het voorgaande heeft de raad zich naar het oordeel van de Afdeling redelijkerwijs op het standpunt kunnen stellen dat de geurbelasting bij de voorziene woningen aanvaardbaar zal zijn en de nabijheid van deze woningen China Garden B.V. niet onaanvaardbaar in haar bedrijfsvoering zal schaden.

Het betoog slaagt niet.

Reformatio in peius

11.     China Garden B.V. betoogt dat het herstelbesluit is genomen in strijd met het verbod op reformatio in peius.

11.1.  Het verbod van reformatio in peius houdt in dat degene die opkomt tegen een voor hem nadelig besluit, niet in een nog nadeligere positie mag komen te verkeren. De Afdeling ziet geen aanleiding voor het oordeel dat het herstelbesluit is genomen in strijd met het verbod op reformatio in peius. China Garden B.V. is naar het oordeel van de Afdeling niet slechter af dan voor het instellen van beroep. Daarnaast komen de wijzigingen van het plan voort uit de aan de raad gegeven opdracht in de tussenuitspraak en die opdracht is gegeven naar aanleiding van de beoordeling van de beroepsgronden van China Garden B.V.

Het betoog slaagt niet.

In de tussenuitspraak niet besproken beroepsgronden

12.     In de tussenuitspraak is onder 69 overwogen dat de Afdeling overige beroepsgronden van China Garden B.V. over de bepalingen 5.3 en 5.4 inhoudelijk niet meer bespreekt. De Afdeling zal bezien of dat nu nog moet gebeuren.

De toen aangevoerde gronden over de afwijkingsbevoegdheid tot het mogelijk maken van één extra woning zal de Afdeling niet inhoudelijk meer bespreken, omdat deze afwijkingsmogelijkheid niet meer is opgenomen in het bij het herstelbesluit gewijzigde plan.

Voor zover China Garden B.V. over artikel 5.4 van de planregels - inmiddels artikel 5.3 - had aangevoerd dat onduidelijk is wat de hoogte van één bouwlaag is, stelt de Afdeling vast dat de passage over de hoogte van één bouwlaag waar China Garden B.V. tegen opkwam, niet terug is gekomen in de versie van deze planregel in het herstelbesluit. Over een geluidafschermde voorziening staat namelijk niet meer in de planregel dat deze de hoogte bedraagt van één bouwlaag, gemeten vanaf het dak waarop deze wordt gerealiseerd, maar "de geluidafschermende voorziening heeft een gelijke bouwhoogte als de dichtstbijzijnde ten westen daarvan gelegen woning, met een maximale bouwhoogte van 16,5 meter, met inbegrip van de hoogte van het gebouw waarop de geluidafschermende voorziening wordt gerealiseerd". Ook deze grond behoeft naar het oordeel van de Afdeling daarom geen inhoudelijke bespreking.

Conclusie

13.     Zoals onder 3 is overwogen, is het beroep van China Garden B.V. tegen het besluit van 13 oktober 2022 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Maasboulevard-Westhavenkade" gegrond.

14.     Het beroep tegen het herstelbesluit is ongegrond.

15.     De Afdeling heeft in de tussenuitspraak ook geoordeeld dat de betogen die China Garden B.V. had aangevoerd in het kader van haar beroepen tegen het besluit van 6 september 2022 (vaststelling hogere geluidgrenswaarden) en tegen het besluit van 13 oktober 2022 (stap 3-besluit) niet slagen. De Afdeling zal de beroepen tegen deze besluiten ongegrond verklaren.

16.     De raad moet de proceskosten vergoeden. Voor zover China Garden B.V. heeft verzocht om vergoeding van de gemaakte deskundigenkosten vanwege het rapport door AV-Consulting B.V. dat is opgesteld in het kader van de procedure over het besluit van 24 februari 2023 tot vaststelling van de maatwerkvoorschriften, overweegt de Afdeling dat deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen. Zoals in overweging 57 van de tussenuitspraak is overwogen, ligt het besluit van 24 februari 2023 in deze procedure niet ter beoordeling voor.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        verklaart het beroep van China Garden B.V. tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen van 6 september 2022, waarbij ten behoeve van het bestemmingsplan "Maasboulevard-Westhavenkade" hogere geluidgrenswaarden zijn vastgesteld, ongegrond;

II.       verklaart het beroep van China Garden B.V. tegen het besluit van de raad van de gemeente Vlaardingen van 13 oktober 2022, waarbij ten behoeve van het bestemmingsplan "Maasboulevard-Westhavenkade" een stap 3-besluit is genomen, ongegrond;

III.      verklaart het beroep van China Garden B.V. tegen het besluit van de raad van de gemeente Vlaardingen van 13 oktober 2022 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Maasboulevard-Westhavenkade" gegrond;

IV.      vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Vlaardingen van 13 oktober 2022 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Maasboulevard-Westhavenkade";

V.       verklaart het beroep van China Garden B.V. tegen het besluit van de raad van de gemeente Vlaardingen van 6 juni 2024 ongegrond;

VI.      veroordeelt de raad van de gemeente Vlaardingen tot vergoeding van bij China Garden B.V. in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.750,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;

VII.     gelast dat de raad van de gemeente Vlaardingen aan China Garden B.V. het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 365,00 vergoedt.

Aldus vastgesteld door mr. E.A. Minderhoud, voorzitter, en mr. J. Gundelach en mr. J.M. Willems, leden, in tegenwoordigheid van mr. R.M. van der Kolk, griffier.

w.g. Minderhoud
voorzitter

w.g. Van der Kolk
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 6 november 2024

944